Workshop 17
MicDigital
Het corrigeren van foto’s Een digitale camera is een prachtding. Je kunt er mooie foto’s mee maken en ze op je computer bewerken, laten afdrukken of zelf uitprinten. Maar soms zijn deze foto’s niet contrastrijk, wat flets. Of hebben ze kleurzeem en hinderlijke vlekken. Dit komt natuurlijk omdat we niet altijd onder ideale omstandigheden onze foto’s kunnen nemen. Geen nood, er is Photoshop, daarmee kunnen we onze foto’s verbeteren tot ze er prachtig uitzien. Dat is het grote voordeel van digitale fotografie ten opzichte van de analoge… een genomen foto hoeft niet perfect te zijn… We maken ze achteraf met onze PC wel perfect.In deze Workshop gaan we een vijftal foto’s corrigeren. Zo leren we de volgorde van de bewerkingen. Aan het einde van de workshop gaan we de vijf stappen bespreken die we volgen om een foto te bewerken.
Foto 1. Een fletse foto contrastrijker en briljanter maken. We hebben, door de niet zo ideale weersomstandigheden, een fletse foto en gaan deze contrastrijker maken.
1. Automatisch corrigeren. Niveaus, contrast en kleur . Altijd eerst niveaus bijwerken daarna contrast en kleur. (Zie vorige workshops) In dit eerste voorbeeld gaan we Photoshop automatisch de foto laten verbeteren. We kunnen dit ook manueel doen als we dit zouden willen. Open de foto koppel.jpg
Deze foto is te flets, te contrastloos…
Zet je foto passend met de Navigator zodat je alles ziet.
Klik in je menubalk op Afbeelding, Aanpassingen, Niveaus bepalen. De lichte gedeelten worden donkerder, je foto wordt automatisch beter. Je foto krijgt meer contrast en mooiere echtere kleuren. Dit gaat automatisch, maar je kunt dit natuurlijk ook manueel zelf bijstellen. Klik in je menubalk op Afbeelding, Aanpassingen, Autocontrast. Het contrast wordt door Photoshop automatisch afgesteld. Bij sommige foto’s is het niet zo spectaculair omdat al een groot gedeelte van het fletse contrast is bijgewerkt door de Niveau (Levels) regeling. Doe nu hetzelfde voor Automatische kleuren in de menubalk Afbeelding, aanpassingen… Je foto wordt direct al veel beter. Zo kan je Photoshop automatisch je foto’s laten verbeteren… Maar je kan ook manueel, je eigen voorkeur geven door zelf met de schuifregelaars te spelen en je foto’s aan te passen.
2. Croppen, uitsnijden De foto is nu mooi contrastrijk, maar de kadrering is niet zo denderend. We gaan ze wat bijsnijden om een mooier resultaat te krijgen. Klik in je Toolbox op het Uitsnijdgereedschap (Cropping Tool)
2
Trek nu diagonaal een rechthoek om de figuren heen. Laat wat meer ruimte links over (omdat de mensen naar links kijken) En snij vlak achter het meisje af. (Zie fig.) Verminder ook de ruimte boven hun hoofden, dat is echt teveel overschot… Bij een normale fotobewerking crop je eerst je foto voor je niveaus en contrast bijregelt… maar vermits dit een workshop is, hebben we het omgekeerde gedaan om de gehele foto te kunnen bewerken.
Voor
Na bewerking
___________________________________________________________________
Foto 2. Een afbeelding rechtzetten Open de foto schuin.jpg Je ziet dat de horizon schuin staat omdat het fototoestel niet recht gehouden werd. Dit is natuurlijk een extreem geval. Maar soms merk je, vooral bij foto’s waar je de horizon kan zien, zoals de zee of een vijver, dat de horizon niet altijd mooi horizontaal loopt. Dan kan je even roteren om hem recht te zetten. Dit gaat heel eenvoudig in Photoshop. Met het meetlatje geef je de horizon aan en één muisklik verder en je foto staat mooi recht.
1. Roteren.
Selecteer het Meetlatje in je Toolbox. Dit zit onder het pipet, dus klik op het driehoekje naast ’t pipet en klik op meetlat, je herkent dit aan het symbool van een liniaaltje.
Trek met de meetlat een lijn langs de horizon, of langs een lijn op de foto die horizontaal dient te lopen. Bv. Langs de bovenkant containers of straatrand… Je kan je lijn verschuiven door het kruisje op de hoeken vast te nemen en naar believen te verschuiven tot de lijn perfect op de horizonlijn ligt, of evenwijdig hieraan.
3 Klik in je menubalk op Afbeelding, Canvas roteren, Instelbaar… Er opent zich nu een venster Canvas roteren waarin Photoshop aangeeft met welke hoek en in welke richting de foto gedraaid moet worden om de horizon echt recht te krijgen. OK klikken en je foto staat recht. Je foto is nu gedraaid zodat de horizon recht loopt, maar je moet ze nog bijsnijden want je hebt nu hoeken waar niets instaat.
2. Croppen.
Klik in je gereedschapsset op het Uitsnijdgereedschap (Cropping Tool) of C op je toetsenbord, om de foto weer goed te snijden. Knip de lege hoeken weg. Je doet dit door met de ingedrukte linker muisknop over de foto te slepen. Je kunt dit later nog nauwkeuriger bijstellen door op de sleepblokjes te gaan staan en de rechthoek naar wens kleiner of groter maken. Wanneer je tevreden bent druk je op Enter of klik je twee keer op de foto en worden de randen eraf gesneden.
Je horizon loopt recht zoals ’t hoort.
3. Niveaus regelen. Klik in je menubalk op Afbeelding, Aanpassingen, Niveaus
Pas het zwart en wit niveau aan door het zwarte pijltje naar rechts en ’t witte pijltje naar links te slepen zodat je de “gaten” links en rechts opvult. (Zie fig) Je foto staat nu mooi recht en is perfect van kleur en contrast. Klaar om afgedrukt te worden.
Sla je foto op onder een andere naam.
___________________________________________________________________
4
Foto 3. Kleurzeem verwijderen, verscherpen, ophelderen. 1. Kleurherstel met Automatische kleuren. Sommige foto’s hebben een rood, groen of blauwzeem. Vooral foto’s aan zee of aan water getrokken kunnen een blauwzeem vertonen. Ook foto’s met een foutieve witbalans kan je nog achteraf aanpassen. Soms maakt je camera een belichtingsfoutje als er veel groen gras, bomen in de foto voorkomen. Open de foto groenzeem.jpg Deze foto heeft een duidelijk groenzeem. Dit is zeer eenvoudig met Photoshop aan te passen. Klik in je menubalk op Afbeelding, Aanpassingen, Automatische kleuren. Je foto is nu verlost van kleurzeem.
2. Kleurherstel met Niveaus. Je kan dit ook met Niveaus, grijswaarde regelen. Open terug dezelfde foto. Klik in je menubalk op Afbeelding, Aanpassingen, Niveaus Klik op het middelste pipetje grijspunt instellen. Pipetteer nu op de gele bladeren van de bomen of op de linkerzijde, buik van ’t paard… tot je foto goed van kleur is. Klik op OK.
3. Foto verscherpen. USM Deze foto is ietsje onscherp. Je kan dit aanpassen en wat verscherpen met Onscherp Masker. Klik in je menubalk op Filter, Verscherpen, Onscherp masker. Hoeveelheid: De hoeveelheid gewenste scherpte. Straal: Het aantal aangrenzende pixels waarop de scherptestelling wordt toegepast. Drempel: Dit bepaald hoeveel pixels van de omgeving mogen verschillen voor ze als randpixel worden beschouwd en worden verscherpt. Bij nul worden alle pixels verscherpt. Stel de volgende waarden in: Hoeveelheid 100 %, Straal 1.5, Drempel 3. Met deze waarden begin ik altijd… Deze waarden zijn een goede vertrekbasis. Van hieruit kan je aanpassen. Vink een paar keer voorbeeld aan en uit om het verschil te zien. Je zal zien dat dit teveel is. Je krijgt witte randen. Stel opnieuw in: Hoeveelheid: ongeveer 85 %, Straal: 1.5 of 1, Drempel: 3. Klik op OK. Overdrijf hier niet in, want anders ga je witte randen langs je figuur krijgen.
4. Deel van een foto ophelderen. De foto is nu al veel beter maar je ziet dat het paard eigenlijk verdwijnt in de achtergrond, het komt niet uit, ’t valt niet op, terwijl ’t juist de blikvanger moet zijn van deze foto. Klik in je Toolbox op de Lasso. Stel in je lasso optiebalk een Doezelaar in van ongeveer 30 pixels Trek een selectie om het paard. Blijf een stukje van ’t paard af en raak het zeker niet. (Zie fig.)
5
Klik in je menubalk op Afbeelding, aanpassingen, Helderheid/Contrast en stel dit bij.
Druk Ctrl + D op je toetsenbord om de selectie te verwijderen.
__________________________________________________________________
Foto 4. Kleur vervangen en Historiepenseel. Met het Historiepalet kunnen we meer doen dan alleen een bewerking ongedaan maken. We gaan bij deze foto eens werken met het Historiepenseel.
1. Kleur selecteren. Open de foto groentruitje.jpg We gaan de kleur van het groene truitje veranderen. Klik in je menubalk op Afbeelding, aanpassingen, kleur vervangen. Zet de Tolerantie op ongeveer 30. Selecteer het linkse pipetje Houd je Shifttoets in en sleep nu in je foto over het groene truitje totdat heel het truitje geselecteerd is in het kleurvervangen venster. Het gehele truitje is zwart geworden… Maar ook delen van het haar, ogen en arm zijn zwart geselecteerd. Dit is niet erg we gaan dit later aanpassen met het historiepenseel.
2. Kleur vervangen. Sleep wat met de schuifbalken Kleurtoon en Verzadiging en je zult zien dat de kleur van het truitje verandert. Ik koos voor een magentakleur rood van Kleurtoon ongeveer -50 en Verzadiging + 30. Klik OK
3. Bijwerken met het Historiepenseel. Je merkt dat niet alleen het truitje rood geworden is maar ook delen van het haar en lichaam... Klik in je Historiepalet op het vierkantje naast openen. Dit was je foto voor de kleurverandering. Door in het vierkantje te klikken zet je het historiepenseel daar als bron voor je penseel. Je gaat dus borstelen met als bron dit deel waar je het historiepenseel voorzet, in dit geval de beginfoto Openen. Dit kan natuurlijk ook ergens midden in je historiepalet zijn, dit hangt van je bewerkingen af…
6
Selecteer nu terug in je historiepalet de historie Kleur Vervangen, want daarin gaan we borstelen.
Klik in je Toolbox op het Historiepenseel of Y op je toetsenbord.
Kies een penseel met zachte rand van ongeveer 65 pixels. Borstel nu over de delen van het haar en arm waar er rode kleur bijgekomen is. Let op dat je niet over het truitje gaat of het niet raakt. Nu borstel je terug met als bron de historie Openen, dus uit je originele foto. Werk mooi alle overbodige rode kleur weg. Zo, je foto is klaar en je model heeft een ander truitje aan. Met het Historiepenseel kan je veel doen. Bv een kleurenfoto grijs maken en dan met het historiepenseel er terug kleuren uithalen.
___________________________________________________________________
Foto 5. Werken met het repair tool. Open de foto sannevlek.jpg Dit is een foto van het Belgiumdigital lid Bingel. Het is een mooie portretfoto onder de bomen… Maar je ziet de fout al… Het hevige zonlicht schijnt door de bladeren en werpt vlekken op haar gezicht. Spijtig van die vlek op haar voorhoofd, want dit is echt een prachtfoto… een ontspannen model, spontane glimlach, mooie achtergrond, goede belichting en kadrering… En dan dat ene zonnelicht vlekje die je niet in de gaten had toen je de foto nam. We gaan deze vlek op ’t voorhoofd verwijderen. Dit gaat heel makkelijk met Photoshop. Zoom in op de lichtvlek op haar voorhoofd zodat je gemakkelijk kunt selecteren.
1. Reparatie gereedschap. Klik in je Toolbox op het Reparatie gereedschap. Dit zit onder het retoucheerpenseel.
7 Trek een selectie rond de vlek. Zorg dat je de vlek niet raakt. En zorg er ook voor dat je de wenkbrauwen of het haar niet raakt. Je mag enkel de lichtvlek hebben. Daarom zoomen we hier in op de vlek. Blijf dus ietsje buiten de vlek. (Zie fig.) Zoom terug uit als je de vlek geselecteerd hebt.
Sleep nu de selectie naar een stukje huid zonder al te veel kleurverschillen, bv de arm of de hals… Laat de muisknop los. Je zult zien dat de lichtvlek verwenen is. Druk Ctrl + D om te Deselecteren. Werk eventuele andere lichtvlekken ook op deze manier weg. Met dit gereedschap kan je alle vlekjes, stofjes, oneffenheden, enz wegwerken. Het is een zeer handig gereedschap in vele omstandigheden bruikbaar…
2. Oneffenheden wegwerken. Met dit repair gereedschap kan je alle oneffenheden wegwerken. Bijvoorbeeld ook de wallen onder haar ogen even bijwerken om een mooie glamourfoto te maken. Allez wallen? Zo erg is het nu ook weer niet he? Dit model heeft er bijna geen… Dan moet je de wallen van m’n schoonmoeder eens… ☺
Klik op je Reparatie Tool in je Toolbox.
Zoom in op de ogen. Trek een selectie rond de donkere wallen onder een oog. (Zie fig.) Zorg voor een mooie selectie, dat je de wimpers of oog niet raakt… alleen de wallen onder ’t oog.
Sleep deze selectie nu iets naar beneden, naar de wang en laat je muisknop los. Ga ietsje naar beneden en naar links zodat je de neusschaduw niet mee hebt als je sleept. Zoek dus een zo egaal mogelijk stukje huid in de nabijheid van het te herstellen gedeelte. (Zie fig.)
8 Als je loslaat is ‘t walletje verdwenen. Druk op Ctrl + D om te Deselecteren Werk ook het andere oog wat bij op dezelfde manier. Zorg dat je hierbij altijd voldoende inzoomt om juist te kunnen werken. Werk nu ook de andere lichtvlekken weg
3. Niveaus bijwerken. We gaan nu de foto nog wat verbeteren. Wat ophelderen. Klik in je Menubalk op Afbeelding, Aanpassingen, niveaus. Sleep het zwartniveau iets naar rechts en ’t wit niveau naar links. Pas ook de grijswaarden aan zodat je een mooie contrastrijke foto krijgt. Invoerniveaus: 14 / 0.75 / 231 Klik OK.
4. USM Onscherp masker. We gaan de ogen en mond wat accentueren. Wat scherper maken met Unsharp mask.
Klik in je Toolbox op de Lasso. Selecteer in de optiebalk van de lasso het tweede icoontje, toevoegen aan selectie. Zet je Doezelaar op 6 pixels.
Trek een selectie om de ogen en mond. Zorg dat je de volledige omtrek hebt. Selecteer desnoods, meermaals.
Klik in je menubalk op Filter, Onscherp masker. Hoeveelheid: 100% Straal: 1.5 pixels Drempel: 3 niveaus. Schuif wat met de balken om ’t effect te zien. Verminder desnoods de hoeveelheid naar 80%. Vink Voorbeeld aan en uit om het origineel te bekijken. Klik op OK als je het goed vind. Met onscherp masker kan je de foto iets verscherpen, wat meer accentueren. Ook hier weer niet in overdrijven anders krijg je witte randen… Het moet een natuurlijk gezichtje blijven. Als je wil kan je de gehele foto nog iets verscherpen. De curve wat bijwerken, zodat ‘t totaal ietsje lichter wordt… Je hebt nu een prachtfoto.
9
Een heel verschil tegenover het origineel. Zo kan je al je foto’s bijwerken. Dit is soms nodig want je hebt niet altijd de ideale omstandigheden om een foto te maken. Niet iedereen heeft een fotostudio ter beschikking.
Vijf stappen om je foto’s te optimaliseren Stap 1. Crop je foto. Het is natuurlijk het beste als je al de juiste kadrering met je camera maakt, maar dat doen we meestal niet of ’t is niet altijd mogelijk door andere omstandigheden… Kijk dus naar je foto en check of je horizon wel horizontaal loopt en of je foto goed “geframed”, gekadreerd is. Soms staan er delen teveel op. Een voet van iemand anders, een stuk muur, een wagen, verkeersbord aan de rand van de foto. Crop deze overbodige dingen eraf. We snijden dus eerst onze foto bij, dat geeft een kleiner bestand en werkt makkelijker.
Stap 2. Niveau regelen. Het is soms moeilijk om te beoordelen of een foto te licht of te donker is. Ga daarom voorzichtig te werk en verhelder of verdonker met Niveaus regeling (Afbeelding, aanpassingen, Niveaus). Open niveaus en kijk waar er “gaten” zijn in het histogram. Vul deze bij. Soms kan je niet de gehele foto lichter of donkerder maken. Selecteer dan een gedeelte en werk enkel dit bij.
10
Stap 3. Kleur & Contrast aanpassingen Eenmaal de foto de juiste helderheid heeft kan je de kleur aanpassen. Je kan kleuraanpassing ook in Niveaus doen. Maar meestal haal je een beter resultaat met Kleurbalans (Afbeelding, Aanpassingen, Kleurbalans) Maak je foto warmer (roder) of cooler (blauwer) en pas de kleuren aan. Als de kleur naar je zin is pas dan het contrast aan. (Afbeelding, Aanpassingen, Helderheid/contrast) Regel hier alleen contrast geen helderheid.
Stap 4. Retoucheren, bijwerken. Werk kleine foutjes, vlekjes weg met ’t stempelgereedschap. In PS7 zit het retoucheer en reparatiepenseel waarmee je foutjes kan verwijderen. In CS2 zit nog meer van dit reparatiegereedschap. Gebruik ook het tegenhouden en doordrukken gereedschap om lichte en donkere plekken wat bij te werken. Kuis je foto op van alle oneffenheden…
Stap 5. Scherpte aanpassen. Als je vindt dat je foto er goed uitziet, sla je deze op als master. Maak dan een kopie ervan en pas de scherpte aan in deze kopie. Ga naar je menubalk, Filter, Verscherpen, Onscherp masker. Het Onscherp Masker (USM) venster heeft drie schuifbalken: Hoeveelheid, Straal en Drempel. Begin met een Hoeveelheid van 100 percent, een straal van 1.5 en Drempel van 3. Kijk naar je grote foto om een betere beoordeling van de scherpte te hebben, niet het kleine voorbeeldvenster in Onscherp masker. Als de figuurranden een witte boord krijgen heb je teveel scherpte gegeven. Doe deze scherpteaanpassing altijd als laatste, want als je nu gaat croppen (bijsnijden) of bewerken, verlies je weer dit scherpte-effect. Pas nooit de scherpte bij je master of originele foto aan. Als je dat toch zou doen, verlies je dit effect bij een grootte aanpassing in de toekomst… Je origineel bewerk je trouwens nooit!
20 Photoshop tips 1. Instellingen herstellen Als je tijdens het opstarten van Photoshop op Shift + Ctrl + Alt drukt, herstel je instellingen, gereedschappen en menu’s als ware Photoshop pas geïnstalleerd. Handig als je een menu of venster kwijt bent of zo hebt zitten rommelen dat ’t werkgebied onoverzichtelijk werd… 2. Penseel of gom is niet rond maar een stipje… Is je cursor een kruisje dan kan je op de Caps Lock toets van je toetsenbord drukken. Daarmee kan je de cursor veranderen in precisie of standaard cursor. 3. Geen selectiekader zichtbaar Je ziet in je werkgebied op je foto geen selectiekader rond een geselecteerd of geplakt voorwerp. Zorg dat in je optiebalk van het Verplaatsgereedschap de beide vinkjes zijn aangevinkt bij Automatische selectie en selectiekader tonen.
11 4. Hoeveel DPI ? Zet je DPI op 300 pixels als je wil afdrukken of je foto’s naar de fotograaf wil verzenden. Een drukker zal altijd 300 dpi eisen. Zet je DPI op 72 dpi als je foto’s voor je website moeten dienen. 5. Kopie bewerken Sla je originele foto op en bewerk altijd een kopie hiervan. Bewerk nooit het origineel, sla je kopie onder een andere naam op. Voeg achter de bestandsnaam bv een letter. Bv. naamB1.jpg 6. Inzoomen. Zoom altijd voldoende in tijdens ’t werken en zet je foto zo groot mogelijk in het werkvenster. Alleen dan kan je prettig en nauwkeurig werken. Je kan je foto verschuiven door de spatiebalk in te drukken en met je linkermuisknop te verslepen (Handje) 7. Overkill Let op dat je nooit teveel bijkleurt of aanscherpt met onscherp masker. Wees dus voorzichtig met de schuifbalken om je foto aan te passen. Begin met volgende waarden: Hoeveelheid 100 , straal 1.5 en Drempel 3. En pas dan voorzichtig aan zonder witte randen te creëren… Doe dit altijd als laatste. 8. JPG opslaan Een JPG foto is gecompresseerd. Bij herhaaldelijk opslaan van JPG foto’s in JPG, zal de foto telkens gecompresseerd worden en dus meer en meer in kwaliteit afnemen. Als je een JPG met compressie 7 tienmaal na elkaar opslaat zal deze aardig wat van z’n kwaliteit inboeten. Als je geen kwaliteitsverlies wil hebben converteer je JPG naar TIFF of werk als PSD (Photoshop extensie) tot je foto helemaal klaar is en zet dan pas om naar JPG. 9. Paletlocaties herstellen Soms staan na een tijdje werken de paletten ongeordend in de werkruimte en kan je sommige paletten niet meer terugvinden. Met één druk op de knop zet je alles weer netjes op de oorspronkelijke plek. Venster, Werkruimte, Paletlocaties opnieuw instellen. 10. Openen Klik dubbel in de lege Werkruimte van Photoshop en het dialoogvenster Openen verschijnt. 11. Annuleren is herstellen Je kan ten allen tijde terugkeren naar de standaardinstellingen door de Alt toets in te drukken. De 'Annuleren' knop verandert in een 'Herstellen' knop. Door die aan te klikken keer je terug naar de oorspronkelijke waarden. Dit lukt in vrijwel alle dialoogvensters. 12. Instellingen opslaan. De instellingen van heel veel Aanpassingsmenu’s kunnen opgeslagen worden, zodat het later gemakkelijker is om bij soortgelijke foto's dezelfde instellingen opnieuw te laden en te gebruiken. Dit is handig als je meerdere foto’s dezelfde bewerking wil meegeven. 13 Azerty/Qwerty Met de toetsencombinatie Shift+Alt op een AZERTY toetsenbord zou het kunnen dat je daarna een andere taal hebt gekozen die met QWERTY werkt als je meerdere talen geïnstalleerd hebt. Je kan dit weer opheffen door nogmaals Shift+Alt te drukken. 14. Sneltoetsen lijst (Enkel in CS2) Een overzichtelijke lijst van alle sneltoetsen in Photoshop kan je eenvoudig zelf aanmaken. Dit gaat via Bewerken, Sneltoetsen of Alt+Shift+Ctrl+K. Klik op Samenvatten, kies de naam en locatie voor het HTML-bestand en klik op Opslaan. Deze kan je vervolgens openen in je browser. De lijst is opgesplitst in sneltoetsen voor opdrachten in de toepassingsmenu's, paletmenu's en gereedschappen. 15. Snel een laag selecteren Als je werkt met veel lagen, dan kan het zoeken naar een laag in het venster Lagen veel tijd kosten en ook het aanklikken in het document werkt niet altijd. Om snel een onderliggende laag te selecteren, klik je met de rechter muisknop op een plek waar deze laag staat. Er verschijnt een menu met alle lagen op die plek, waar je vervolgens met de muis de gewenste laag kunt selecteren. Zorg er wel voor
12 dat je Verplaatsgereedschap geselecteerd is anders krijg je met de rechtermuisknop een gereedschapafhankelijk menu… 16. Werken aan details. Als je ingezoomd hebt om details te bewerken, is het soms handig om te zien hoe het grotere geheel eruit ziet. Je kan dan uitzoomen, maar het is niet altijd makkelijk om de plek terug te vinden waar je bezig was. Je kan hetzelfde document nogmaals openen via Venster, Ordenen, Nieuw venster voor (documentnaam) voor CS2 en Venster, Documenten, Nieuw Venster voor PS7. Elke wijziging die je in het oorspronkelijke document aanbrengt, wordt in het tweede venster direct zichtbaar. Handig als je twee monitors hebt… 17. Laag snel kopiëren. Een laag kopiëren en plakken gaat snel met de Alt-toets. Houdt de Alt-toets ingedrukt, terwijl je de laag die je wil dupliceren versleept. Zodra je deze loslaat, zie je dat de laag is gedupliceerd. Je kan ook Ctrl + J gebruiken, dan staat ’t exact op dezelfde plaats. 18. Werkschijf Photoshop gebruikt tijdens de bewerking Ram geheugen… dus hoe meer geheugen je PC heeft, hoe sneller Photoshop werkt. Maar soms is dit, bij grote foto’s renderen, nog niet genoeg. Dan kan je een Scratch disk of Werkschijf aanmaken. Photoshop kan dan dit virtuele geheugen gebruiken zoals het ram geheugen en werkt effectief sneller. Om je Werkschijf in te stellen ga je in je menubalk naar Bewerken, Voorkeuren, Insteekmodules & werkschijven… Geef bij Werkschijven, Eerste een schijf op met de meeste vrije ruimte. Kies een andere dan deze waar Windows en Photoshop opstaat, dus niet de C:schijf. 19. Defragmentatie Defragmenteer regelmatig je harde schijven. Dit maakt niet alleen Photoshop sneller, maar ook je andere programma’s. 20. Geheugenruimte sparen Hoe meer bestanden of foto’s je open hebt staan hoe langzamer je Photoshop werkt. Dus sluit foto’s die je niet meer nodig hebt. Sluit ook andere software, bv internet browsers, Outlook, Word, bestandsbeheer, enz. Deze vreten enkel maar geheugenruimte.
MicDigital 2006