De wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie
H.P.M. Kool
Gemeente Den Haag
Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag
Voorzitter van de commissie Bestuur Voorzitter van de commissie Ruimte
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
DSO/2012.1250 - RIS 252797 Doorkiesnummer
070 - 353 4233 E-mailadres Aantal bijlagen Datum
16 oktober 2012 Onderwerp
Aanvullende informatie Tussenevaluatie Toekomstvisie horeca
Geachte voorzitter, Op 19 september 2012 heeft de commissie Bestuur de Tussenevaluatie Toekomstvisie Horeca 2010-2015 besproken; een tussentijdse stand van zaken twee jaar na de inwerkingtreding van het nieuwe horecabeleid. Voor een drietal punten is nadere informatie toegezegd: 1. 2. 3.
Ondergeschikte horeca in panden zonder horecabestemming, naar aanleiding van een recente uitspraak van de Raad van State. De werkwijze, regelgeving en handhaving van geluid(sklachten) bij horecazaken. Een specificatie van de redenen van tijdelijke sluiting van horeca-gelegenheden in 2010 en 2011.
Deze brief wordt ook aan de commissie Ruimte gestuurd in verband met het eerste onderwerp ondergeschikte horeca.
1. ONDERGESCHIKTE HORECA IN PANDEN ZONDER HORECABESTEMMING De laatste jaren zijn naast de klassieke horeca bedrijven steeds meer bedrijven ontstaan waarbij horeca niet de hoofdactiviteit is. Denk daarbij aan detailhandel, dienstverlening of cultuurinstellingen die hun bezoekers de mogelijkheid bieden om een kopje koffie te drinken en/of een broodje te eten. Deze ontwikkeling past in de trend van funshoppen en toevoegen van beleving voor de bezoekers. In de Toekomstvisie Horeca 2010-2015 is deze ontwikkeling vastgelegd in beleid. Daarbij is vastgelegd dat concepten waarbij horeca ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit niet vergunningplichtig is. Van ondergeschiktheid is sprake als de horecaruimte maximaal 25% van het totale vloeroppervlak is. Aanvullend op de 25% regeling is de burgemeester bevoegd om een absoluut maximum vast te stellen. De openingstijden van de horeca zijn gebonden aan de openingstijden van de hoofdfunctie.
Inlichtingen bij
Wilma van der Putten Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 14070
DSO/2012.1250
2
Daarnaast moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden: geen alcohol schenken; geen terras; geen luide of live muziek; geen kansspelautomaten (met uitzondering van kansspeelhallen); geen maaltijden bereiden ter plaatse (alleen opwarmen). Voor supermarkten, bakkerijen en avondwinkels wordt 1 spit/oven of grill toegestaan; geen verhuur van horecaruimte aan derden ten behoeve van feesten en partijen; geen seksinrichting; geen coffeeshop. Als voldaan wordt aan deze voorwaarden wordt de exploitatie niet als horeca aangemerkt. Exploitatie kan dan plaatsvinden in panden zonder horecabestemming en er hoeft geen APV-vergunning te worden aangevraagd. In februari 2010 heeft de Raad de Toekomstvisie Horeca 2010-2015 vastgesteld en daarbij specifiek ook een besluit genomen over ondergeschikte horeca: ‘het ruimte bieden aan mengfuncties door het onder voorwaarden niet vergunningplichtig toestaan van ondergeschikte horeca-activiteiten bij bedrijven zoals detailhandel, attracties of cultuurinstellingen’. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna; Afdeling) heeft op 10 mei een uitspraak gedaan over bakkerijen in de stad die onder andere shoarma’s en pizza’s verkopen. Dit naar aanleiding van een zaak die door omwonenden in aangespannen. In het pand met de bestemming ‘detailhandel’ is een minisupermarkt annex Turkse bakkerij gevestigd waar verkoop van levensmiddelen plaatsvindt, maar waar ook ter plaatse bereide Turkse pizza’s, shorma/döner, frites en ‘kapsalon’(gerecht bestaande o.a. uit döner en frites) worden verkocht. Ten behoeve van het bereiden van de genoemde etenswaren zijn één pizzaoven, één spit en één frituur aanwezig. De Afdeling komt in haar uitspraak tot de conclusie dat de ondergeschikte horeca-activiteiten in strijd zijn met de bestemming detailhandel.waarbij wordt aangegeven dat in de begripsbepalingen de term ‘detailhandel’ geen horeca-activiteiten toestaat. In deze situatie doet het niet meer terzake of de horecaacitiviteiten voldoen aan de voorwaarden uit de Toekomstvisie. Verder betreft het volgens de Afdeling geen ondergeschikte nevenactiviteiten nu de relatie met de functie detailhandel ontbreekt. De gevolgen van de uitspraak Gelet op bovenstaande uitspraak bepaalt het bestemmingsplan waar en of ondergeschikte horeca is toegestaan, en niet de Toekomstvisie. Functionele relatie detailhandel In de bovenstaande uitspraken zijn zowel de rechtbank als de Afdeling van oordeel dat er bij de bereiding en verkoop van pizza’s uit planologisch oogpunt geen functionele relatie is met detailhandel. Volgens de rechtbank wordt de functionele relatie met de hoofdfunctie van groot belang geacht. Echter, de Toekomstvisie schrijft de functionele relatie als voorwaarde niet voor. Sterker nog, op basis van de Toekomstvisie hoeven ondergeschikte horeca-activiteiten niet samen te hangen met de hoofdactiviteiten van detailhandel, cultuur en /of dienstverlening. De voorwaarde van een functionele relatie brengt beperkingen met zich mee, terwijl de Toekomstvisie juist bewust meer ruimte biedt voor ondergeschikte horeca bij detailhandelsbedrijven en andere hiervoor genoemde instellingen. Ondernemers in deze branches die hun bezoekers de mogelijkheid bieden om een kopje koffie te drinken en/of een broodje te eten voegen beleving toe aan bestaande functies en verhogen de kwaliteit van de betreffende voorziening. Dit past ook in de trend die overal in den lande zichtbaar is waarbij steeds meer mengfuncties ontstaan.
DSO/2012.1250
3
Bestaande bestemmingsplannen In veel bestemmingsplannen is de Toekomstvisie nog niet verwerkt. Wij hebben besloten bij ingediende aanvragen die voldoen aan alle voorwaarden van de Toekomstvisie, onder verwijzing naar de Toekomstvisie vrijstelling van het planologisch gebruik te verlenen. Ten aanzien van bestaande vestigingen zal, in het geval er een verzoek om handhaving wordt ingediend, tegen het betreffende gebruik moeten worden opgetreden als er geen concreet zicht op legalisatie is. Nieuwe bestemmingsplannen In de in procedure zijnde bestemmingsplannen zal het beleid zoals opgenomen in de Toekomstvisie worden verwerkt. In het vastgestelde bestemmingsplan Vrederust en het ontwerpbestemmingsplan Valkenboskwartier zijn de voorwaarden voor ondergeschikte horeca binnen panden zonder horecabestemming reeds verwerkt. Dit heeft overeenkomstig het in de Toekomstvisie opgenomen beleid als consequentie dat bij elke detailhandelsvestiging zoals een bloemist of een fietsenwinkel bijvoorbeeld een koffiecorner is toegestaan. Spit/oven of grill Op grond van de Toekomstvisie zijn in een bakkerij, supermarkt en avondwinkel ‘een spit/oven of grill’ toegestaan. Deze voorwaarde wordt in de praktijk op verschillende manieren geïnterpreteerd en toegepast. Om deze onduidelijkheid weg te nemen hebben wij vastgesteld dat deze voorwaarde in de toekomst zodanig wordt geïnterpreteerd dat in gevallen van detailhandel, dienstverlening en cultuur per locatie een spit en/of oven en/of grill wordt toegestaan, maar in elk geval geen frituurapparatuur. Dit in aanvulling op hetgeen is vastgelegd in de Toekomstvisie, waarmee expliciete duidelijkheid ontstaat voor ondernemers. Voor wat betreft hoofdzakelijk culturele instellingen en bepaalde grootschalige detailhandelsvestigingen kan, indien de omvang, situering en uitstraling van de hoofdactiviteit dat rechtvaardigen, via maatwerk in het bestemmingsplan van deze voorwaarden worden afgeweken. In dergelijke gevallen mogen de horecaactiviteiten in elk geval geen aantoonbare overlast voor de omgeving opleveren en zijn de openingstijden gekoppeld aan de openingstijden van de hoofdactiviteit. Beleid Op grond van het bovenstaande hebben wij tot het volgende besloten: 1. Een binnengekomen aanvraag om een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik ter legalisering van ondergeschikte horeca-activiteiten binnen een detailhandelsbedrijf of een van de andere genoemde instellingen te toetsen aan de voorwaarde van de Toekomstvisie. Indien een dergelijke aanvraag aan de voorwaarden voldoet (inclusief de overige van toepassingen zijnde voorwaarden), zal de aangevraagde vrijstelling worden verleend. 2. Ingeval van een handhavingsverzoek dient er onderzocht te worden of er een concreet zicht is op legalisatie. 3. Dat voor het exploiteren van ondergeschikte horeca-activiteiten een functionele relatie met de hoofdactiviteiten in een pand zonder horecabestemming niet wordt vereist. 4. Om de voorwaarde ‘een spit/oven of grill’ uit de Toekomstvisie in het vervolg zodanig te interpreteren dat in gevallen van detailhandel, dienstverlening en cultuur per locatie een spit en/of oven en/of grill wordt toegestaan, maar in elk geval geen frituurapparatuur.
2. GELUID EN LEEFBAARHEID Aan de commissie Bestuur is toegezegd het beleid voor geluid c.q. geluidsoverlast bij horeca op een rijtje te zetten.
DSO/2012.1250
4
Bedrijvenbestand Wet milieubeheer in Den Haag De meeste bedrijven met enige milieubelasting vallen onder het “Activiteitenbesluit” van de Wet milieubeheer. Het gaat hierbij onder andere om horecabedrijven, winkels, kantoren, hotels, scholen, ziekenhuizen, sportverenigingen enzovoort. In totaal zijn er in Den Haag circa 10.000 Wet milieubeheer inrichtingen, waaronder circa 1700 horecabedrijven. In 2011 zijn er in totaal circa 600 overlastmeldingen ingediend. Van deze overlastmeldingen zijn 75% geluid gerelateerd (waarvan 15% door machines en 85 % door muzieklawaai). Meldingen over geluidsoverlast zijn voor een deel seizoen- en weersafhankelijk. Een mooie zomer geeft meer meldingen overlast. Wettelijke vereisten De normen uit het Activiteitenbesluit zijn landelijk hetzelfde en houden geen rekening met ontwikkelingen in het gemeentelijk beleid zoals bijvoorbeeld de Toekomstvisie Horeca 2010-2015. Veranderingen in steeds meer hybride/andere horecaconcepten (restaurant wordt na 23.00 uur dancing), de verruiming van de openingstijden etcetera, hebben geen verandering van de normen tot gevolg. In het Activiteitenbesluit staan o.a. geluidnormen waaraan ondernemers zich moeten houden, zodat er niet te veel geluid optreedt bij en in woningen, door bijvoorbeeld machines of muziek. Deze normen zijn in de avondperiode strenger en in de nacht nog strenger. Dit om slaapverstoring en op den duur gezondheidsschade te voorkomen. Een milieuvergunning is alleen nodig voor hele grote bedrijven en bij heel veel gevaarlijke stoffen. In Den Haag zijn er geen horecabedrijven of winkels die een milieuvergunning nodig hebben. Als winkels, supermarkten, en (horeca)bedrijven eten willen gaan klaarmaken of meer dan achtergrondmuziek willen hebben, dan moeten zij zich melden bij de gemeente. Dit moet minimaal vier weken van te voren gebeuren, bij de start van het bedrijf en bij veranderingen van het bedrijf die een negatieve invloed hebben op de omgeving. Als (horeca)bedrijven meer dan achtergrondmuziek willen hebben, moeten zij tevens een geluidsrapport laten opmaken door een adviesbureau. Ondernemers van bedrijven die meldingsplichtig zijn, doen deze meldingen zelden vrijwillig. Meestal wordt pas gemeld na een aanvraag om horeca‐exploitatievergunningen o.g.v. de APV, een reguliere controle of na klachten van omwonenden. Het aanbrengen van (akoestische) voorzieningen achteraf is echter altijd vele malen duurder dan tijdens de bouw. Doel geluidsrapport Het akoestisch rapport geeft de ondernemer, precies afgestemd op zijn bedrijfsvoering, inzicht in de noodzakelijke voorzieningen of indien dat om technische en/of financiële reden niet afdoende kan worden gerealiseerd, in de beperkend maatregelen. Te denken valt aan het aanbrengen van geluidsisolatie, het plaatsen van een geluidsbegrenzer, wanneer ramen en deuren gesloten moeten worden gehouden, welke technische installaties moeten worden omkast, enzovoorts. Als maatregelen uit het akoestisch rapport goed worden uitgevoerd en gedragsvoorschriften goed worden nageleefd, zal de bedrijfsvoering doorgaans zonder noemenswaardige problemen plaats kunnen vinden. Dat neemt niet weg dat omwonenden altijd invloed blijven ondervinden van horecagelegenheden. Dit is inherent aan het wonen in een sterk verstedelijkte woonomgeving waar vele functies op een klein oppervlak samenkomen en geldt te meer voor uitgaansgebieden waar horecabedrijven geconcentreerd voorkomen. Gemeentelijke verordening De gemeente Den Haag heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid gesteld in de Wet milieubeheer om een ontheffingsbeleid voor bedrijven te maken middels een eigen gemeentelijke verordening.
DSO/2012.1250
5
Indien het omgevingsgeluid zodanig hoog is dat redelijkerwijs van het bedrijf niet kan worden verlangd de lagere standaard geluidsnorm na te leven en de handhaving van geluidsnorm een onevenredige beperking van de bedrijfsvoering of zelfs sluiting zou kunnen betekenen, terwijl de lokale situatie een soepeler normstelling toelaat. In een dergelijk geval kan de geluidsgrenswaarde middels een gemeentelijke verordening worden verhoogd. Dit kan zich voordoen in drukkere gebieden zoals een horecaconcentratiegebied of en stadswinkelcentrum. Daarnaast kunnen krachtens een gemeentelijke verordening dagen of dagdelen per gebied of categorie van inrichtingen worden aangewezen waarbij festiviteiten mogelijk zijn met hogere geluidsnormen. Op deze wijze kan een evenwicht worden gevonden tussen enerzijds handhaven en anderzijds een gezonde bedrijfsvoering. Rol en taak gemeente De dienst Stadsbeheer bewaakt aan de hand van aanvragen om horeca-exploitatievergunningen op grond van de APV proactief of ondernemers zich melden met een geluidsrapport en dat maatregelen daarin worden uitgevoerd. Is bijvoorbeeld nagelaten (tijdig) te melden of is er geen geluidsrapport, dan wordt de ondernemer aangeschreven zodat dat alsnog gebeurd. Is bijvoorbeeld nagelaten om een voldoende geluidsisolatie aan te brengen, moet de muziek worden gelimiteerd en kan het nodig zijn live-muziek te verbieden totdat wel voldoende is geïsoleerd. Om zicht te houden op een goede bedrijfsvoering worden reguliere bedrijfscontroles uitgevoerd. Deze controles betreffen alle Wet milieubeheer bedrijven in Den Haag. De controles geven echter geen inzicht in eventuele geluidsoverlast. Daarom worden steekproefsgewijs, in het kader van projecten of naar aanleiding van klachten van omwonenden controles uitgevoerd, waarbij ingeval van horecabedrijven klachten en klachtpatronen mee de prioriteiten bepalen. Bij deze controles kunnen wel geluidsmetingen worden uitgevoerd. Monitoring door omwonenden Omwonenden die overlast ondervinden hebben de mogelijkheid via 14070 of www.denhaag.nl te melden dat zij zich gehinderd voelen. Naar aanleiding van deze melding neemt Stadsbeheer binnen drie werkdagen contact op om de klacht door te spreken en een verdere aanpak van de klacht te bespreken. Om vast te stellen of geluidnormen worden overschreden wordt dan een afspraak gemaakt om ter plaatse een geluidonderzoek uit te voeren en nagegaan of gedragsvoorschriften worden nageleefd. Bij bedrijven waarbij een dwangsombesluit is opgelegd of waarbij de overtreding moeilijk is vast te stellen krijgen een telefoonnummer tot hun beschikking waarmee 24 uur per dag een wachtdienstmedewerker kan worden opgeroepen om onderzoek in te stellen. In die gevallen dat uit klachtpatronen of gebiedsgerichte monitoring de indruk wordt gekregen dat de naleving achteruit gaat en overlast toeneemt, neemt de intensiteit van het toezicht op een goede bedrijfsvoering toe. Daarvoor worden verschillende middelen ingezet. Bijzondere regeling voor boulevard Scheveningen Voor Scheveningen geldt al vanaf de jaren 90 de Muziekregeling Scheveningen (MRS). De regeling is in de jaren '90 opgezet om een balans te vinden tussen het recreëren en wonen in hetzelfde gebied, waarbij excessen worden aangepakt. De MRS is een vorm van ”lik op stuk” handhaving van geluidsoverlast van muziek. De strandtenthouders worden aan het begin van het strandseizoen geïnformeerd dat zij bij overtreding van de geluidsnormen direct een dwangsom opgelegd krijgen. De bewoners kunnen geluidsoverlast 24 uur via het klachtennummer 14070, met een doorschakeling, direct melden bij de dienstdoende milieu-inspecteur, zodat deze direct ter plaatse kan meten. In de loop van de tijd is het karakter van de strandpaviljoens grootschaliger geworden en meer verschoven naar het faciliteren van feesten en partijen. Jaarlijks blijven het aantal ontvangen klachten en de overtredingen overigens nagenoeg gelijk (ca 70 klachten per seizoen, ca 3 dwangsommen per seizoen).
DSO/2012.1250
6
Maar er komen steeds meer signalen dat de bewoners aan de kust “klachtmoe” worden en ook dat zou het gelijkblijven van het aantal klachten en constateringen kunnen verklaren. Overlast Plein Omwonenden melden structurele geluidsoverlast op het Plein als gevolg van geluidsboxen op de terrassen en het draaien van harde muziek met open ramen en deuren. In eerste instantie heeft milieutoezicht contact opgenomen met een vertegenwoordiger van de ondernemers aan het Plein, met uitleg van de regels het verzoek de geluidsuitstraling van de zaken te laten afnemen (bijvoorbeeld door ramen en deuren gesloten te houden en geen boxen op het terras te hebben). Toezicht heeft moeten vaststellen dat de geluidsuitstraling van bedrijven op het Plein toch niet afneemt. Daarom is de vertegenwoordiger van de ondernemers aangegeven dat we de verschillende ondernemers nu (in 2012) gaan aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Akoestische rapporten worden opgevraagd, en indien noodzakelijk worden maatwerkvoorschriften gesteld. Instrumenten De wijze waarop wordt gehandhaafd is vastgelegd in de “Handhavingsstrategie Haaglanden”. Deze strategie bepaalt dat nadat een overtreding wordt vastgesteld een waarschuwingsbrief wordt verstuurd, met een redelijke termijn waarbinnen aan de voorschriften moet worden voldaan. Als na de termijn wordt vastgesteld dat de voorschriften nog steeds worden overtreden, volgt een dwangsom. Zoals voren vermeld, is deze werkwijze in het MRS gebied korter. De dwangsom kan pas worden geïnd als weer een overtreding wordt vastgesteld. Als er bij een bedrijf milieurelevante veranderingen zijn, moet opnieuw worden gemeld. Als de verandering muziek betreft moet ook een geluidsrapport worden ingediend. Er geldt geen verbod op geluidsboxen op het terras en er is geen plicht op het gesloten houden van ramen en deuren. Ook niet in de exploitatievergunning. Slechts op grond van een het geluidsrapport kunnen maatwerkvoorschriften worden opgelegd, zoals een verbod voor boxen op het terras, en/of het gebod om ramen en deuren gesloten te houden en/of het limiteren van het geluid. Indien dat allemaal niet blijkt te helpen en de overlast duurt voort, dan kan besloten worden een bedrijf (gedeeltelijk) te sluiten door bijvoorbeeld muziek te verbieden of installaties uit te schakelen totdat voldoende is geïsoleerd. Volgens het Activiteitenbesluit moeten de geluidsvoorschriften worden bepaald in woningen of op de gevel van woningen. Zonder medewerking van bewoners kunnen dan ook vaak geen geluidsovertredingen worden vastgesteld. Dit geldt zeer sterk in het MRS gebied, waar zonder hulp van bewoners niet bij de gevels kan worden gekomen. Op Scheveningen worden dan ook de mogelijkheden onderzocht om de handhaving effectiever, meer pro-actief en minder belastend voor de bewoners uit te kunnen voeren. Het afgelopen jaar is het volgende veranderd: - Last onder dwangsom wordt niet meer voor een jaar opgelegd, maar zonder tijdsbeperking. - Last onder dwangsom wordt progressief opgelegd (oplopend bedrag van de dwangsom bij recidive). - Voor het gedeelte bij het Zwarte Pad is op ambtelijk niveau een nieuwe meetmethodiek ontwikkeld als pilot. Bij deze methodiek wordt dicht bij de strandpaviljoens gemeten en hoeft niet meer in de woning van klagers te worden gemeten. De eerste ervaringen worden momenteel opgedaan. Bij goede resultaten kan worden nagegaan of deze methodiek ook voor de rest van de boulevard kan worden toegepast.
DSO/2012.1250
7
Daarnaast zijn de inspecteurs op drukke warme dagen in het MRS gebied zichtbaar voor de ondernemers aanwezig, om mondeling te waarschuwen als het geluid mogelijk te hard is (dit kan helaas niet met een rechtsgeldige meting op de gevel, dus dwangsommen kunnen niet worden opgelegd of geïnd). Op deze wijze wordt getracht overlast voor omwonenden voorkomen. Onderzocht wordt of het stellen van maatwerkvoorschriften een optie is om de geluidsproblematiek op Scheveningen meer pro-actief aan te pakken. Een maatwerkvoorschrift kan bijvoorbeeld zijn dat een geluidsbegrenzer (limiter) moet worden geplaatst. Hiervoor zijn dan wel geluidsrapporten noodzakelijk. Dit zal de exploitatiemogelijkheden van het strandbedrijf wel beperken omdat het muziekniveau begrensd is. In combinatie met een eerder genoemde gemeentelijke verordening moet dan toch een goed evenwicht kunnen worden gevonden tussen enerzijds handhaven en anderzijds een gezonde bedrijfsvoering. Klanttevredenheid Bij het onderzoek naar en de aanpak milieuklachten over bedrijven is het niet realistisch en vaak ook niet mogelijk burgers die klagen geheel tevreden te stellen. Bij het wonen in een stad met zo veel verschillende functies op korte afstand van elkaar is enige mate van hinder nu eenmaal niet te voorkomen. Naast de mate waarin bewoners last hebben, speelt in geval van klachten ook de hinderperceptie van de klager een rol bij de waardering voor het werk van de gemeentelijk milieu-inspecteur die de klachten onderzoekt en voor de kwaliteit van het milieu waarin men leeft. Daarom investeert milieutoezicht meer dan voorheen ook in glasheldere communicatie met klagers. De milieu-inspecteurs informeren of klagers zelf hebben geprobeerd in overleg met de veroorzaker de klacht op te lossen, leggen vooraf duidelijk uit wat ze wel en ook niet kunnen doen, proberen zo snel mogelijk te beoordelen of een klacht gegrond is of niet, leggen duidelijk uit hoe lang het duurt voordat een probleem kan zijn opgelost als maatregelen nodig zijn en geven uitleg bij het bereikte positieve maar ook negatieve resultaat van klachtenonderzoek. Wordt over aspecten geklaagd waaraan ander diensten of instanties wat kunnen doen, wordt klager ook daarover geïnformeerd. Na een klachtenprocedure wordt aan de klager een enquête formulier gestuurd, met het verzoek dit in te vullen en terug te sturen. Milieutoezicht heeft jaarlijks vele honderden klantcontacten. Meer dan er aan enquêteformulieren worden verstuurd en worden terug ontvangen. Dit komt omdat niet alle klantencontacten tot een klachtenonderzoek leiden. Daarom is de uitkomst van de enquêtes niet helemaal representatief. Toch is de meerjarige stijgende trend in waardering van de Haagse burgers voor het werk van milieutoezicht onmiskenbaar positief. Was in 2009 nog 78% tevreden met de bereikte oplossing na uitleg daarvan, in 2010 was die tevredenheid toegenomen tot 85%. Opvallend was ook het stijgende positieve oordeel over de bejegening door de milieu-inspecteur; de score steeg van 77 tot 89%. De tevredenheid over het bereikte milieuresultaat steeg licht van 55 naar 60%. De overall tevredenheid in 2010 bedroeg 87% en 85% van de melders geeft aan opnieuw contact op te nemen met de gemeente als er weer klachten zouden zijn. Relatie met politie Veel bewoners bellen ’s avonds nog met de politie als ze voor het eerst geluidsoverlast over een horecabedrijf willen melden. De politie stuurt dan vaak een surveillance langs om polshoogte te nemen. Helaas krijgen wij deze meldingen niet door, omdat de politieorganisatie haar milieutaken heeft ondergebracht bij het RMT (regionaal milieuteam). Zij krijgen deze meldingen overigens ook niet van de eigen politieorganisatie. Als er een rapportage door de surveillance wordt gemaakt dan gaat deze rapportage vaak naar de bestuursdienst. Vanuit de bestuursdienst wordt deze wel doorgezonden naar Milieutoezicht als het om geluidsaspecten gaat. Milieutoezicht onderneemt hier dan actie op. 3. UITSPLITSING INCIDENTEN In de Tussenevaluatie Toekomstvisie Horeca is gemeld dat er in 10 zaken voor bepaalde tijd zijn gesloten door de burgemeester wegens zeer ernstige incidenten in 2010. In 2011 waren dat er 15. Onderstaand treft u een uitsplitsing aan van deze incidenten.
DSO/2012.1250
2010 (tien sluitingen) 3x schietincident; 3x steekincident; 2x drugs; 2x geweld. 2011 (vijftien sluitingen) 4x geweld; 3x drugs; 3x steekincident; 2x schietincident; 1x illegale exploitatie; 1x sluitingstijden; 1x slecht levensgedrag ondernemer. Met de toelichting op deze horeca-gerelateerde onderwerpen hebben wij de vragen van de commissie Bestuur beantwoord. Met vriendelijke groeten, de wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie H.P.M. Kool
8