AR‐13
DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE
APPLICATION RULES
1. INLEIDING 1. INLEIDING De DERBIBRITE NT en DERBIPURE membranen zijn exclusieve producten en worden gekenmerkt door een innovatieve, gladde en gekleurde oppervlaktebekleding welke via een gecertificeerd proces onmiddellijk op de versterkte laag aangebracht wordt. Typisch voor DERBIBRITE NT en DERBIPURE is het weerspiegelende witte oppervlak. Deze twee revolutionaire membranen introduceren een nieuwe esthetische dimensie voor vlakke Figuur 1 DERBIBRITE NT en hellende daken. Daarom is het van primordiaal belang voor een onderneming die gewend is met een zwart membraan te werken om zich aan te passen aan de intrinsieke bijzonderheden van deze esthetische producten. Met andere woorden : respect voor de oppervlakken en reinheid van de werf. Hierna zullen we refereren aan de algemene voorschriften van de Technische Richtlijnen DERBIGUM voor de voorschriften betreffende de ondergronden, de isolatie, de waterdichtingssystemen, de opstanden, enz…
Figuur 2 DERBIBRITE NT Rotterdam
2. VOOR HET STARTEN
DERBIBRITE NT en DERBIPURE biedt een toegevoegde esthetische dimensie aan het platte dak. Het is belangrijk dat de plaatsingsploegen die het product plaatsen zijn specifieke natuur, d.w.z. zijn esthetisch karakter, appreciëren. Dit is zeker belangrijk voor de DERBIBRITE NT en DERBIPURE versies waar het ten zeerste aangeraden is het witte oppervlak zo zuiver mogelijk te houden. Wij raden ook aan dat de dakdekkers die voor de eerste keer het product plaatsen voorafgaandelijk testen uitvoeren of een gespecialiseerde training volgen in ons training centrum. Het is mogelijk dat werkmethodes of gewoontes dienen aangepast te worden. De technische dienst van DERBIGUM kan de plaatser hierbij natuurlijk bijstaan. Teneinde een perfecte afwerking te garanderen is het primordiaal zeer veel aandacht te besteden aan de plaatsingshandelingen van het membraan : 1. Alle oppervlakken moeten rein en droog zijn. 2. Plaatsingsmateriaal (troffels, drukrollen, enz…) moet proper zijn en enkel en alleen voorbehouden worden voor de plaatsing van DERBIBRITE NT en DERBIPURE. 3. Propere schoenen, handschoenen en kleding. Gebruik grote slippers om over de schoenen aan te trekken om sporen te vermijden wanneer er over de afgewerkte delen gestapt wordt. Men kan ook veiligheidsschoenen type P3 aanschaffen met een witte zool (vaak gebruikt in de gezondheidssector) 4. Op grote oppervlakken zullen ervaren teams over het algemeen in twee groepen werken : één groep die op de afgewerkte delen werkt en één groep op de nog niet afgewerkte delen. 5. Hou het plaatsingsgereedschap bij de hand, dit om circulatie op de afgewerkte delen te vermijden. 6. Vermijd om de slangen van de Spraygun over de afgewerkte delen te slepen. 7. Er mag geen afval van materiaal (isolatie, afgesneden stukken waterdichting) op de werf achtergelaten worden, zeker niet op de reeds gelegde waterdichting. 8. Afgesneden stukken waterdichting mogen nooit achtergelaten worden met de bitumen onderkant in contact met de reeds geplaatste waterdichting. 9. Opslag is niet toegestaan op de afgewerkte delen. 10. Om max van de witte coating te genieten is het van belang dat waterstagnatie vermeden wordt, een lichte helling >2% laat toe dat er geen vuilstagnatie blijft op het dak. 11. Om een naad te branden zijn monstukken >60mm niet toegestaan. 12. Om een proper resultaat te bekomen is het aan te raden; indien mogelijk; richting uitgang van het dak te werken, zo vermijd men nodeloos passage over het membraan Al deze opmerkingen blijven eveneens van kracht eens de werf afgewerkt is. Mogelijke onderaannemers die toegang tot het dak nodig hebben dienen op de hoogte gebracht te worden van zijn esthetisch karakter.
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
2.2 Inhoud van uw gereedschapskist Hieronder vindt u het gereedschap dat u nodig heeft voor een goede plaatsing van de DERBIBRITE NT of de DERBIPURE. Deze lijst is niet beperkend en kan aangevuld worden met gereedschap dat u regelmatig gebruikt.
Figuur 3 Benodigdheden
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
3. UITVOERINGSMANIEREN
3.1 Werken bij lage temperaturen De DERBIBRITE NT en de DERBIPURE moeten met respect behandeld worden, zeker wanneer de temperatuur minder bedraagt dan + 5°C. Het werk zal onderbroken worden bij regenachtig weer, sneeuw of mist. Wanneer de temperatuur lager is dan + 0°C kan het werk enkel worden voortgezet indien bepaalde specifieke voorzorgsmaatregelen getroffen worden, in elk geval zal met het Technisch Departement van de fabrikant en de bouwheer moeten overlegd worden. Men dient er ook op toe te zien dat het product geen schokken ondergaat tijdens de manipulatie van de rollen. De rollen moeten gestockeerd worden in een verwarmde zone (verwarmde container, enz. Vanaf ≤ 10° C moet men de rollen te laten relaxeren alvorens applicatie.
3.2 Ondergrond De ondergrond moet zuiver, droog en compatibel zijn met de gekozen plaatsingstechniek voor het waterdichtingssysteem. In éénlaagse plaatsing : de ondergrond moet overeenstemmen met de officiële aanbevelingen beschreven in het Lastenboek DERBIGUM. Bovendien moeten alle onzuiverheden en scherpe onregelmatigheden van meer dan 3 mm (met koudverlijming met DERBIBOND NT) verwijderd worden. De DERBIGUM moet aangebracht worden op een effen, harde en gladde ondergrond. In tweelaagse plaatsing zal de ondergrond moeten overeenstemmen met de officiële aanbevelingen beschreven in het Lastenboek DERBIGUM.
3.3 Voorbewerking te plaatsen stukken dakbedekking 3.3.1 Uitsnijdingen Het is steeds beter de stukken DERBIBRITE NT/DERBIPURE vóór de uitvoering van een detail uit te snijden om tot plaatsing van deze stukken over te gaan. Snij deze stroken of stukken niet op de aangebrachte toplaag, beter is dit te doen op een harde ondergrond.
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
3.4 Het plaatsen van de banen 3.4.1 Algemeen De DERBIBRITE NT/DERBIPURE wordt uitgerold zonder spanning op een droge, schone ondergrond zonder onregelmatigheden. De strook moet steeds geplaatst worden met de acrylcoating naar boven. Gezien de gootbanen vaak vuil zijn en de witte coating weinig effect heeft moet DERBIGUM SP‐FR/NT gebruikt worden. Dit zal het esthetisch effect en de duurzaamheid van het dak ten goede komen. De minimale afvoerhelling zal minimaal 2% bedragen en stagnerend water moet vermeden worden, dit om vuilstagnatie op het dak te vermijden.
3.4.2 Uitvoering richtlijnen algemeen Voor de algemene uitvoeringrichtlijnen verwijs ik door naar de technische opbouw tekening op het einde van deze applicatie regel 3.4.3 Systeem van plaatsing De dakbanen worden eenvoudig geplaatst volgens het “block” systeem waarbij de banen met de kopkanten op een lijn kops worden geplaatst. Onder de kopse (bijna) gestuikte overlappen baan word altijd een Derbigum SP, NT geplaatst met een min. Breedte van minimaal 33 cm.
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
3.5 Het maken van overlapverbindingen 3.5.1 Gevlamlaste overlappen De overlappen tussen de waterdichtings ‐ stroken worden nauwkeurig gelast met een brander of een hete luchtapparaat over hun volledige breedte van 100 mm. Dwarse overlappen dienen 150 mm te bedragen. (zie detail op einde applicatie regel) De oppervlaktecoating verdraagt slechts Drukrollen een beperkte blootstelling aan de vlam. Het is belangrijk de vlam correct op de Gebruik drukrollen met een gering gewicht en onderkant van de rol te richten, daar waar een teflon bescherming op de aandrukwals. de bitumen zich bevindt die in fusie moet Derbigum Nederland verkoopt een grote gebracht worden. Gedurende deze aandrukrol voor overlappen in dakvlak en lasdichting dienen de overlappen kleine aandrukrol voor details, gewicht grote aangedrukt te worden met een schone roller circa 7 kilo. drukrol. Een kleine hoeveelheid bitumen (2 à 5 mm) moet zichtbaar zijn aan de rand van de overlap. Men moet de langs baan aanleggen tot circa 5 mm voor de witte acryl coating dus 5 mm bitumen zichtbaar van de eerder gelegde baan, bij het branden van de overlap zal deze dan bedekt worden door de uitvloeiende bitumen. De uitgelopen bitumen zo weinig mogelijk op de witte acryl coating laten hechten. 3.5.2 Verlijmde overlappen De uitvoering van de overlappen met DERBISEAL is verboden. De koudlijm DERBIBOND NT kan niet gebruikt worden voor het lassen van de overlappen en de opstanden. Ook andere bijkomende materialen zoals warme bitumen, lijmen, mastieken, enz... zijn niet toegelaten voor het lassen van de stroken.
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
3.6 Opstanden en details 3.6.1 standaard opstanden en dakranden De opstanden en details moeten worden uitgevoerd volgens detailvoorschrift voor de genoemde producten. (zie laatste pagina). De kim van de opstand moet altijd uit twee lagen bestaan.. De stroken worden aangebracht met een max. breedte welke overeenstemt met de breedte van de rollen, met een overlap van 10 cm. 3.6.2 No Flame Opstanden Opstanden kunnen ook zonder vlamlassen uitgevoerd worden. Ofwel worden de membranen met hete lucht gelast ofwel kan gebruik gemaakt worden van zelfklevende waterdichtingsmembranen DERBIBRITE SELFIX of DERBIGUM SELFIX. Bij het plaatsen van deze zelfklevende membranen wordt een hechtmiddel DERBIPRIMER SELFIX op de ondergrond aangebracht. 3.6.3 Gootbanen Het is verplicht om in de gootzone banen DERBIGUM SP FR of NT te plaatsen. Dit omdat de gootbananen vaak binnen korte tijd al vervuild zijn, waardoor het effect van de coating te verwaarlozen is. Tevens zijn deze goten op deze manier uitgevoerd gemakkelijker te reinigen.
3.6.4 Details : algemeenheden Voor de details, evenals voor de overlappen, is het sterk aangeraden een nylon drukrol met afgeschuinde of afgeronde randen te gebruiken. Dit laat toe het risico op beschadeging van de coating te vermijden, bijvoorbeeld tijdens het aandrukken van uitstekende delen en uitspringende hoeken.
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
3.6.4 Hoeken In een éénlaagse plaatsing dient men steeds de hoek van te voren te maken met een DERBICOAT onderlaag of een DERBIGUM SP, dit zowel voor de in‐ als uitgaande hoeken.
Foto 4 : een perfect uitgevoerde kilgoot in DERBIBRITE NT
3.6.5 Nok De plaatsing van de afwerkstrook waterdichting op de nok is niet moeilijk op zich. Zeker omdat er meestal verschillende mogelijkheden bestaan, afhankelijk van de gebruikte bevestigingstechniek. Het beste esthetisch resultaat wordt bekomen met een overbruggingsband van circa 33 cm breed, volledig gevlamlast over de nok en correct aangedrukt met een drukrol.
Foto 6 : DERIBBRITE NT op dak met helling Duitsland
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
3.6.6 Technische uitrustingen op het dak Indien er technische uitrustingen aanwezig zijn op het dak, moeten deze op eigen voetstukken geplaatst worden om alle spanning op de waterdichting te vermijden. Het is aangeraden om aangepaste tegeldragers te gebruiken en een stuk DERBIGUM SP 4 mm tussen de ondergrond en de waterdichting te plaatsen. Indien er tegels nodig zijn op de daken, dient men drainagetegels te gebruiken van 30 x 30 x 5 cm, gelegd op soepele vullingen (zoals DERBIGUM SP 4 mm). 3.6.7 Werkzaamheden op het nieuwe dakvlak Let op! met werkzaamheden op het nieuwe witte dakvlak, al dan niet door derden bijvoorbeeld slijpwerkzaamheden geven roest en of inbrand punten, dit is alleen te herstellen door het complete dakvlak te voorzien van een nieuwe verflaag. Dit brengt dus onnodige kosten met zich mee. Breng de verantwoordelijke ervan op de hoogte!!
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
4. EENLAAGSE PLAATSINGSYSTEEM
4.1 Volledige aanhechting met koudlijm Deze techniek is geldig voor hellingen < 15% en op renovatieprojecten op bestaande waterdichtingsmembranen die in goede staat zijn. Altijd word een minimale helling van 2% aangehouden dit om vuilstagnatie te vermijden. De rollen worden geplaatst op het substraat met een overlap van 100 mm vóóraleer ze terug opgeplooid worden. De DERBIBOND NT lijm wordt dan aangebracht op een zuivere, droge en compatibele ondergrond, à rato van ±1 kg/m2 met een speciaal getande aftrekker (of gespoten met Spraygun). Het membraan wordt op de ondergrond uitgerold in de aangebrachte lijm met de zwarte overlapstroken steeds op mekaar. De aanhechting wordt verkregen door aandrukken. De koudlijm mag niet gebruikt worden voor het lassen van overlappen, details of opstanden. Dicht de overlappen apart door gebruik van de vlamlas methode en druk ze correct aan met een schone aandrukrol van ± 7 kg. In functie van het substraat kan een aanhechtingsvernis DERBIPRIMER nodig zijn. 4.1.1 Commentaar In alle gevallen, en zeker op ondergronden met een meer onregelmatig oppervlak (renovatie op een oude bitumineuze waterdichting) is het aangeraden het membraan in volledige hechting te plaatsen, koudverlijmd.
4.2 Volledige aanhechting door vlamlassen Deze techniek is mogelijk in overleg met de technische dienst. Als renovatie op een compatibele bitumineuze waterdichting, na vaststelling dat deze voldoet als ondergrond voor de nieuwe waterdichting. Deze techniek is geldig voor alle hellingen groter dan 2%. De rollen worden op de ondergrond geplaatst met een overlap van 100 mm vóóraleer ze terug opgerold worden. Ontrol het waterdichtingsmembraan terwijl de binnenkant met een brander verwarmd wordt om hem vloeibaar te maken. De onderkant moet over de volledige breedte uniform verwarmd worden zodat een complete hechting met het substraat of de onderlaag bekomen wordt. Dicht de overlappen apart met de vlamlasmethode en druk ze correct aan met een drukrol van ± 7 kg. In functie van het substraat kan een aanhechtingsvernis DERBIPRIMER nodig zijn.
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
4.2.1 Commentaar In éénlaagse toepassing is de plaatsing in volledige aanhechting met de brander moeilijk. Het brengt veel onregelmatigheden in de toplaag met zich mee. Tevens zijn voetstappen veroorzaakt tijdens het branden voor altijd zichtbaar, en plaatsen die vervuilen. De oppervlaktecoating van het acryllaat membraam verdraagt enkel een beperkte blootstelling aan een vlam. Het is belangrijk dat de vlam correct gericht wordt op de onderkant van de rol, daar waar het bitumen verwarmd moet worden. De overlap wordt gedicht in een tweede handeling. Dit laat toe de overlap correct aan te drukken, zonder bitumen vlekken, welke altijd nadelig zijn voor het esthetisch aspect. Men zal bijgevolg de plaatsing met koudlijm verkiezen.
4.3 Mechanische bevestigingen in de overlappen De mechanische bevestiging van de DERBIBRITE NT/DERBIPURE in de overlappen is niet toegestaan. Men zal bijgevolg de plaatsing met koudlijm verkiezen.
4.4 Losliggende plaatsing Deze techniek is niet aangeraden.
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
4.5 Opmerking betreffende de mechanisch bevestigde isolatieplaten De mechanische bevestiging van de isolatie is toegestaan, maar is niettemin onderworpen aan sommige opmerkingen wanneer een DERBIBRITE NT/DERBIPURE waterdichting éénlaags gebruikt wordt. De mechanische bevestigingen creëren vaste punten in het complex, en sommige niet aangepaste plaatjes of schroefkoppen kunnen de waterdichtheid beschadigen wanneer er over gecirculeerd wordt of bij zeer hevige wind. Het is daarom aangeraden om bij samendrukbare isolaties (MW,…) aangepaste bevestigingen te gebruiken zoals deze van K‐Plast “ISOTAK” of gelijkaardige. De schroeven met een enkele schroefgang zijn in alle gevallen verboden.
Beeld 5 : Correct : bevestiging met telescopisch effect.
Beeld 6 : Niet correct : schroef met enkele schroefgang.
Door de dikte van 3 mm van de DERBIBRITE NT/DERBIPURE, kan het zijn dat de
"indruk" van de mechanische bevestigingen in sommige omstandigheden aan de oppervlakte te voorschijn komt. Het plaatje is dan zichtbaar. Dit komt meer voor bij gebruik van licht gekleurde membranen en wanneer er (zelfs een kleine) waterstagnatie op het dak aanwezig is. Dit esthetisch effect wijzigt echter in geen geval de prestatie van het dak.
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
5. TWEELAAGSE PLAATSINGSYSTEEM Bij een tweelaagse waterdichting wordt de eerste waterdichtingslaag DERBICOAT NT als volgt aangebracht: volledig verlijmd in koudlijm DERBIBOND NT gevlamlast in volledige aanhechting mechanisch bevestigd
In functie van het substraat kan een impregnatie‐ en aanhechtingsvernis DERBIPRIMER nodig zijn vóór het plaatsen van de onderlaag. De bovenste laag waterdichting in DERBIBRITE NT/DERBIPURE wordt dan als volgt geplaatst : in volledige hechting met koudlijm DERBIBOND NT; in volledige hechting door vlamlassen. Deze techniek is alleen toegestaan overleg met de technische dienst ;
In een tweelaags systeem wordt de tweede laag altijd in dezelfde richting als de eerste geplaatst, met een verspringing van een halve breedte. Deze opstelling vermijdt dat er water blijft staan op daken met een kleine helling en dat de overlappingen van de twee opeenvolgende lagen op dezelfde plek komen. Een tweede laag gekruist over de eerste laag moet zoveel mogelijk vermeden worden. Beeld 7 : een gekruiste plaatsing moet vermeden worden
5.1 Volledige hechting met koudlijm Deze techniek is geldig voor hellingen ≤15%. De rollen worden gelegd op de DERBICOAT onderlaag met een overlap van 100 mm voor ze terug opgeplooid worden. De bitumineuze lijm wordt dan aangebracht op een zuiver, droge en compatibele ondergrond, à rato van ±1 kg/m2 (afhangelijk van onderliggend substraat )met behulp van een speciaal getande aftrekker (of DERBIBOND NT gespoten met het Spraygun systeem). Het membraan wordt uitgerold in de vers aangebrachte lijm op de ondergrond. Figuur 9 Volledige hechting met koudlijm De aanhechting wordt bekomen door aandrukken. De koudlijm mag niet gebruikt worden voor het lassen van overlappingen, voor details of opstanden. Dicht de overlappen apart, gebruik makend van de vlamlasmethode en druk ze correct aan met behulp van een drukrol van ± 10 kg. Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
5.2 Volledige hechting door vlamlassen Deze techniek wordt alleen toegepast in samenspraak met de technische dienst. De rollen worden geplaatst op de ondergrond met een overlap van 100 mm vóóraleer ze terug opgerold worden. Ontrol het waterdichtingsmembraan terwijl de onderkant met een brander verwarmd wordt om hem vloeibaar te maken. De onderkant moet over de volledige breedte uniform verwarmd worden zodat een complete hechting met het substraat of de onderlaag bekomen wordt. De oppervlaktebekleding van de DERBIBRITE NT/DERBIPURE verdraagt enkel een beperkte blootstelling aan een brander en het is daarom belangrijk de vlam correct op de binnenzijde van de rol te richten, daar waar het bitumen zich bevindt dat in fusie moet gebracht worden. Dicht de overlappen apart, gebruik makende van de vlamlasmethode en druk ze correct aan met behulp van een drukrol van ± 7 kg. 5.2.1 Commentaar De bitumenmassa die verwarmd wordt op de breedte van de rol moet perfect gecontroleerd worden door de dakdekker. De overlapping zal gebeuren in tweede instantie, zodat men een correct aangedrukte overlap bekomt die uitgevoerd is zonder overdreven bitumen uitvloei, welke altijd nadelig zijn voor het esthetisch aspect. Voet afdrukken in het membraam zijn uitgevoerd volgens deze methode niet uit te sluiten. Bijgevolg zal men de koudverlijmde plaatsing verkiezen voor de afwerkingslaag in DERBIBRITE NT/DERBIPURE.
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
6. ALGEMENE OPMERKINGEN 6.1 beschadigingen en reparaties 6.1.1 Verwijderen van bitumen vlekken Belangrijke opmerking inzake het reinigen met solventen. Verschillende soorten solventen kunnen aangewend worden om de bitumenvlekken op het oppervlak te verwijderen, zoals “White Spirit” en petroleum‐oplosmiddelen. Test steeds op voorhand op een klein,onzichtbaar oppervlak om uit te maken of het solvent de acrylcoating van de DERBIBRITE NT/DERBIPURE niet aantast.
Kleine vlekken (≤ 25 mm diameter) - Verwijder de bitumen of lijm met een klein gereedschap. Gebruik geen mes of scherpe voorwerpen. Let erop de vlek niet te vergroten door overdadig te wrijven. - Impregneer een doek met solvent en druk ermee op de vlek om de hoeveelheid bitumen op te lossen . Wrijf zachtjes met een proper doek, gedrenkt in solvent, over de vlek totdat ze vervaagd is. Gezien het witte aspect van de DERBIBRITE NT/DERBIPURE, zal een verwijderde vlek steeds zijn spoor achterlaten. Het is daarom aangeraden niet te morsen met bitumen tijdens de uitvoering. Grotere vlekken - Verwijder de bitumen of lijm met een klein gereedschap. Gebruik geen mes of scherpe voorwerpen. Let erop de vlek niet te vergroten door overdadig te wrijven. - Impregneer een doek met solvent en druk ermee op de vlek om de hoeveelheid bitumen op te lossen. 6.1.2 Reparaties De reparaties welke uitgevoerd moeten worden op de waterdichtheid, zoals beschadiging door derden, zullen uitgevoerd worden volgens dezelfde plaatsingsmethodes en technieken als deze gebruikt voor een waterdichting in DERBIGUM. Indien een stuk waterdichting moet aangebracht worden, dan kan men natuurlijk een DERBIBRITE NT/DERBIPURE van dezelfde tint gebruiken.
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
6.2.1 Algemeen onderhoud Zoals de DERBIGUM, vereisen de DERBIBRITE NT/DERBIPURE geen specifiek onderhoud. Het is wel aan te raden , indien men optimaal wilt profiteren van de witte dakbedekking om 2 maal per jaar het dak te reinigen en een inspectiebezoek te doen op het dak over te gaan tot de verwijdering van dode bladeren die zich op het dak zouden kunnen verzameld hebben nabij de regenwaterafvoeren. toezicht van de details en toebehoren de witte coating te vegen en eventueel te reinigen met weinig water. 6.2.2 Reiniging Een periodieke reiniging (elke 6 of 12 maanden) kan gebeuren met een borstel, water en eventueel met gebruik van een zachte, niet schurende detergent. Voor een schoonmaak van het dak, mag men in alle gevallen GEEN gebruik maken van een hogedrukreiniger.
De rollen worden geleverd op paletten en zijn verpakt in een kunststof
beschermingsfilm. De paletten mogen niet gestapeld worden zonder bijzondere maatregelen. De rollen moeten getransporteerd en gestockeerd worden in een rechtstaande
positie in een droge plaats. De vloer van de opslagruimte moet waterpas zijn. Indien er tijdens de opslag zich vocht vormt op de buitenkant van de rollen, dan moet
dit zorgvuldig verwijderd worden, dit kan gebeuren door opwarming met een brander. De oppervlaktecoating weerstaat slechts een korte blootstelling aan de vlam.
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
Detail DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE
Onderstaande 10 punten dienen te worden opgevolgd 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Zie op de volgende pagina detail 1 t/m 4. Gootzone uitvoeren in Derbigum SP / NT. De dakbanen verkleven aan de ondergrond met Derbibond NT. Overlappen langs circa 5 mm voor de witte acryllaag houden, zodat de uitgestroomde bitumen hecht op de overlap en niet op de witte acryllaag. Overlappen aandrukken met een aandrukwals met teflon beschermd. details met kleine roller. (beide zijn bij Derbigum Nederland bv te bestellen) Afgesneden stukken waterdichting mogen nooit achtergelaten worden met de bitumen onderkant in contact met de reeds geplaatste waterdichting. Opslag als gasflessen etc., is niet toegestaan op de afgewerkte delen. Om maximaal van de witte coating te genieten is het van belang dat waterstagnatie vermeden wordt, een lichte helling >2% laat toe dat er geen vuilstagnatie blijft op het dak. Overlappen kunnen gedicht worden met hete lucht of met de brander, dit laatste heeft de voorkeur. Geen bitumen hechten op de acryllaag in water zone / stagnatie .
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012
Overlappen
BRITE SP/NT
Min 33 cm
opkant
BRITE
SP/SP
OF
SP/NT BRITE
BRITE
Dakvenster
15 cm
10 cm
SP/NT
BRITE
SP/NT
BRITE
BRITE
25 cm
OF
10 cm
Overlappen
15 cm
DERBIGUM BRITE / DERBIPURE
BRITE BRITE
DERBIGUM NT / DERBIGUM SP STRUCTURE
10 cm
15 cm
Applicatie regel DERBIGUM ARTE, DERBIBRITE NT & DERBIPURE oktober 2012