DER
4 ERGONOMIE
STOELENDANS ACHTER HET BUREAU MET ’N RECEPT NAAR DE INRICHTER? PROJECT VAN TOEN DE WAARDEN ACHTER DE NORM
2
DER
STOELENDANS ACHTER HET BUREAU OMA’S SCHOMMELSTOEL
’NA JE KLEREN HEB JE ALS EERSTE JE STOEL AAN.’ MARIJKE DE ROO, SALES MANAGER BIJ HÅG BENELUX, ONDERSTREEPT HET BELANG VAN EEN GOEDE STOEL. HET BEDRIJF WAAR ZE WERKT IS EEN VOORLOPER OP HET GEBIED VAN INNOVATIEVE STOELEN. ’WIJ DURVEN ANDERS TE DENKEN EN ANDERS TE DOEN EN DAAROM SPREKEN WE LIEVER OVER ’ZITOPLOSSINGEN’.’ HÅG HEEFT EEN DUIDELIJKE VISIE OP ZITTEN. KERNWOORDEN BINNEN DIE FILOSOFIE ZIJN BALANS, BEWEGING EN VARIATIE. WAT BETEKENEN DIE CONCREET?
BEWEGEN: EEN MUST
De beste zithouding is de volgende. Deze uitspraak illustreert het belang dat Håg hecht aan dynamisch zitten. Statisch en lang zitten veroorzaken immers niet alleen verlies van concentratie, maar ook lichamelijke klachten als RSI. Bewegen is dus een must. Vanzelfsprekend is het aan de werkgever om een gevarieerd takenpakket samen te stellen en de werkdruk binnen de perken te houden. En de werknemer zal zelf moeten zorgen voor de nodige lichaamsbeweging tijdens het werk. Maar een stoel die beweging stimuleert, is een goed begin.
Wat is er nu zo bijzonder aan de stoelen van Håg? ’Bewegingen die mensen maken komen voor meer dan 90 procent vanuit de voeten’, vertelt Marijke de Roo. ’Ga maar eens in bed liggen en draai je om, van je rug op je buik en weer terug. Doe dat dan nog eens, maar nu zonder gebruik van je voeten. Dat is heel lastig. Zelfs als je ligt, zet je je dus af met je voeten. Lopen is daarvan natuurlijk het beste voorbeeld. Ga je zitten, dan ontneem je de voeten die functie en ga je bewegen vanuit de rug. Dat is heel onnatuurlijk en levert klachten op, ook in de nek, de schouders, de polsen.’ De ontwerpers van Håg schakelen de voeten weer in. Dat doen ze door voor hun zitoplossingen een specifiek kantelpunt te kiezen. Bij andere stoelen zak je snel wat achterover en dan moeten bewegingen wel vanuit de rug komen. Net zoals bij oma’s schommelstoel zit het kantelpunt van Håg precies in het midden. Hierdoor voel je de afstand tussen de voorkant van de zitting en de grond voortdurend veranderen. De stand van de voeten gaat vanzelf van plat op de grond naar op de tenen. Dat bevordert niet alleen de bloedcirculatie; het zorgt er ook voor dat de stand van het hele lichaam varieert. Het mooie van deze zogenaamde ’FootControlledMovement™’ is dat het op een natuurlijke manier en onbewust gebeurt. ’Dat moet ook, want als je erbij moet gaan nadenken, gebeurt het niet. Je hebt immers wel iets anders aan je hoofd op je werk,’ alsdus Marijke de Roo.
3
IN EEN HANDOMDRAAI
DE JUISTE BALANS
Niet alleen bewegen, maar ook gebruikersvriendelijkheid is een must. Wie heeft immers zin om zaken als zitdiepte, zithoogte en rughoogte allemaal afzonderlijk in te stellen? Bij de stoelen van Håg zijn één hendel en één knop voldoende. Met de hendel stel je de juiste zithoogte in. Met één draai aan de knop worden vervolgens de zitdiepte, de hoogte van de rugleuning, het kantelpunt en het schommelmechanisme ingesteld. Bovendien is de stoel voorzien van het zogenaamde BodyLock™-mechanisme waardoor de gebruiker door middel van zijn lichaam bepaalt of hij wil bewegen of stilzitten. Een ’vastzetknop’ is hierdoor overbodig. De beste instelling van de stoel is allereerst afhankelijk van hoe je wilt zitten. Werken aan het toetsenbord vereist een andere zithouding dan voeren van overleg of het plegen van een telefoontje. Maar ook verplaatsen mensen zich steeds vaker van hun eigen werkplek naar een projectruimte, een vergaderkamer of een stiltekamer. Stoelen worden dus steeds vaker door verschillende mensen gebruikt. Dat vereist een stoel die in een handomdraai kan worden ingesteld, naar ieders wens, ongeacht lengte of gewicht. Marijke de Roo legt een parallel met fotocamera’s: ’Vroeger had je alleen camera’s die je helemaal zelf moest instellen. Die leveren prachtige plaatjes op voor de professional, maar voor de amateur zijn ze veel te moeilijk. De volautomatische camera’s van tegenwoordig pak je veel gemakkelijker en daar maakt ook de amateur prachtige foto’s mee.’
Håg werkt sinds 1970 aan de ontwikkeling en productie van geavanceerde zitoplossingen. Bekend is de balansstoel van ontwerper Peter Opsvik, die ook de Tripp Trapp-kinderstoel voor Stokke bedacht. De balansstoel dateert uit de jaren tachtig: over RSI werd nog niet gesproken; het was de tijd van de lage rugklachten. De stoel, die eruit ziet als een zitting met een kniesteun, is gebaseerd op het idee dat het lichaam uit balans raakt zodra iemand gaat zitten. De stoel, waarop je vanzelf het bekken gaat kantelen, brengt het lichaam weer in balans, zodat de wervelkolom een mooie S-curve vormt. De kniesteun voorkomt dat je van de stoel af schuift. METEN IS WETEN
Wie voorop wil lopen, moet zeker zijn van zijn zaak. Als grootste stoelenfabrikant van Scandinavië en een van de top tien in Europa onderhoudt Håg nauwe contacten met de research-wereld. Zo onderzocht de Universiteit van Oslo het effect van FootControlledMovement™ op de bloedcirculatie en betrekt het bedrijf van de Universiteit van Loughborough in het Verenigd Koninkrijk antropometrische informatie: gegevens over de lengteverschillen tussen mensen en de ontwikkeling daarin. Ook laat men geregeld onderzoek uitvoeren door de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Zo kan de volgende zitoplossing steeds weer de beste zijn. Voorbeelden van zitoplossingen vindt u op www.hagbenelux.nl
DER
4
DER
MET ’N RECEPT NAAR DE INRICHTER? ’ALS DE APOTHEKER DE MEDICIJNDESKUNDIGE IS VOOR DE HUISARTS, WAAROM IS DE INRICHTINGSADVISEUR DAN NIET DE ’APOTHEKER’ VOOR DE BEDRIJFSARTS?’ DE COMMUNICATIE TUSSEN (HUIS)ARTS EN APOTHEKER IS GEREGELD IN PROTOCOLLEN. VOOR DE CONTACTEN TUSSEN BEDRIJFSARTS EN ’APOTHEKER’, NAMELIJK DE INRICHTINGSDESKUNDIGE VAN DE WERKPLEK, BESTAAN GEEN PROTOCOLLEN. MEESTAL KENT DE ARTS DEZE DESKUNDIGE NIET EENS. MOET EEN BEDRIJFSARTS RECHTSTREEKS MET EEN RECEPT NAAR DE INRICHTER?
ERGONOOM ALS SCHAKEL
Jan Bitter heeft inmiddels 20 jaar ervaring als bedrijfsarts en werkt bij ArboNed, een van de grootste landelijke arbodiensten. Anke Boumans noemt zichzelf ’arbeidshygiëniste met een flinke dosis bewegingswetenschappelijke kennis’ en werkt ook bij ArboNed. Zou een beter contact tussen arts en inrichter leiden tot een betere oplossing voor de werknemer met klachten? ’Artsen zijn eigenwijs’, volgens Jan Bitter. ’We denken al gauw alles te weten. Er komt een patiënt met rugklachten en wij weten wel wat goed voor hem is. Een verwijzing, een training, een aanpassing van de stoel. Wanneer er sprake is van concrete aanpassingen bij afwijkingen, bijvoorbeeld een extra ondersteuning in het onderstuk van je rug zoals je wel ziet bij aangepaste autostoelen, wordt het een andere zaak. Hierbij is extra deskundigheid nodig. Deze deskundigheid zit veel meer bij een ergonoom of iemand zoals Anke. Uiteraard is ook de mening van de werknemer heel belangrijk. Je kunt wel een goede stoel adviseren, maar hij moet ook lekker zitten.’
VAN ADVIES NAAR STOEL
Op dit moment komt een werknemer met bijvoorbeeld rug- of nekklachten eerst bij de bedrijfsarts terecht. Op basis van diens bevindingen kan de werkgever een ergonoom inschakelen voor een onderzoek van de werkplek. De werknemer is daarbij aanwezig. De werkgever is verantwoordelijk voor uitvoering van het advies dat de ergonoom of arbeidshygiëniste geeft. Een stoel die voldoet aan de norm NEN 1812 is lang niet altijd
voldoende. Mensen met lange bovenbenen zijn bijvoorbeeld gebaat bij een groter zitvlak en voor smalle mensen staan de armleggers nogal eens te ver uit elkaar. Die zouden niet alleen in hoogte, maar ook in breedte verstelbaar moeten zijn. Meestal is er geen contact tussen degene die het advies schrijft en de inrichter. Verder is er vaak geen controle op de uitvoering van het advies. Het blijft dan dus onduidelijk of de medewerker ook daadwerkelijk geholpen is. TOEVALLIGHEID
Anke Boumans zou graag meer contact hebben met de inrichter: ’Ik ken wel wat stoelen en instelmogelijkheden, maar niet alles. Ik geef de minimale eisen aan vanuit de norm en de aanvullingen daarop. Maar wat zijn de mogelijkheden, gezien de eisen? En zijn er misschien nog andere mogelijkheden, die ik niet ken? Ik verwacht van een inrichter dat die probeert een passende stoel te leveren, ook als die van een andere fabrikant dan de huisleverancier moet komen. Ik verbind me zelf niet aan een bepaald product. Ik noem altijd minimaal twee leveranciers. ArboNed moet zich immers onafhankelijk opstellen. Meer begeleiding bij de selectie van een stoel en contact met een inrichter vind ik wenselijk. De Arbo-coördinator bij de werkgever zou die koppeling tussen mij en de inrichter kunnen leggen. Nu is die koppeling nog een toevalligheid.’ Kortom, zowel bij de keuze van het juiste hulpmiddel, bijvoorbeeld een stoel, als bij de nazorg zou de communicatie tussen de inrichter en een ergonomisch deskundige vaste prik moeten zijn.
5
DER
PROJECT VAN TOEN BUIKBUREAU
Geen van de bestaande bureaubladen voldeed. Daarom ontwierpen Verweij en Schoffelmeer de JACAR 2000: een zogenaamd buikbureau, met een inham waarin de medewerker zit. Hierdoor kunnen de armen en polsen op tafel rusten. Een passend onderstel was wel verkrijgbaar: tot stahoogte verstelbaar, gemakkelijk handmatig te bedienen en bestand tegen het gewicht van drie behoorlijke beeldschermen. Een proefperiode leidde slechts tot afronding van enkele hoeken aan de voorkant. Verder is de tafel niet meer aangepast. NIET VOOR EEUWIG
’JA, ZO!’, ZEGT JACQUES VERWEIJ, FACILITY MANAGER BIJ HET GROOTSTE REGIONALE DAGBLAD, DE GELDERLANDER. PRECIES ZO GINGEN HIJ EN ARNOUD SCHOFFELMEER, DIRECTEUR VAN IDESKA, TE WERK TOEN ZE ENIGE JAREN TERUG EEN NIEUWE TAFEL VOOR DE OPMAAKREDACTEUREN IN HET NIJMEEGSE KANTOOR BEDACHTEN. EEN SCHETS UIT DE LOSSE POLS, OP BASIS VAN DE SPECIFIEKE TAKEN VAN DE GROEP VAN RUIM DERTIG GEBRUIKERS. DE SCHETSEN RESULTEERDEN IN EEN TIENTAL ZIT-/STAWERKPLEKKEN VOOR REDACTEUREN, DIE - NAAR DE BEDENKERS - DE NAAM ’JACAR 2000’ KREGEN.
BEWEGING UITLOKKEN
Een opmaakredacteur zorgt ervoor dat artikelen, foto’s en andere illustraties op de juiste plaats in de krant komen en werkt met minstens twee beeldschermen tegelijk, vaak onder hoge tijdsdruk. Dat leidt al snel tot klachten in nek en rug. Juist dan is het noodzakelijk zoveel mogelijk te bewegen. De werkplek kan daartoe uitnodigen, bijvoorbeeld door een afwisseling van zitten en staan mogelijk te maken. Verweij: ’Ook wilden we een betere bezetting van de werkplekken en een flexibeler kantoor. Dat betekent dat je een werkplek eenvoudig moet kunnen aanpassen.’
Al had Ideska eerder het nieuwe kantoor van De Gelderlander aan de Waal volledig ingericht, voor deze klus werd het opnieuw vergeleken met andere marktpartijen. ’Qua prijs maakte het allemaal niet zoveel uit,’ vertelt Jacques Verweij. ’Maar Ideska biedt een uitstekende service, kan breed leveren, omdat ze zelf geen fabrikant zijn, en de meubelmakers en monteurs kennen medewerkers van De Gelderlander inmiddels persoonlijk.’ De JACAR 2000 zal zeker weer eens aangepast worden aan veranderingen op de werkplek: minder pc’s en platte beeldschermen. Hierdoor is minder ruimte op het bureau nodig. ’En iedere vierkante meter bureau kost geld,’ aldus de facility manager.
6
DER
EEN GESPREK MET PIET BAKKER VAN HET NEDERLANDS NORMALISATIE INSTITUUT
DE WAARDEN ACHTER DE NORM ACHTER HET WASVOORSCHRIFT VAN UW WOLLEN TRUI, DE KLEUREN VAN DE NEDERLANDSE VLAG EN UW BUREAUSTOEL ZIT DEZELFDE ORGANISATIE: NEN (HET NEDERLANDS NORMALISATIE-INSTITUUT) IN DELFT. BIJ NEN ZIJN ONGEVEER 1000 COMMISSIES ACTIEF, DIE SAMEN ROND DE 10.000 LEDEN HEBBEN. AL DEZE MENSEN FORMULEREN NORMEN OP DIVERSE GEBIEDEN, WAARONDER KANTOORMEUBILAIR. KOPERS WILLEN IMMERS KWALITEIT. EEN BEKENDE NORM VOOR STOELEN IS DE NEN 1812, DIE MOGELIJK IN DE TOEKOMST ZAL VERDWIJNEN. WELKE SOORTEN NORMEN ZIJN ER EN HOE KOMEN ZE TOT STAND?
KWALTEITSGARANTIE
EINDE VAN DE 1812?
Piet Bakker is ergonoom, normalisatieconsultant bij NEN en secretaris van onder andere de Commissie Kantoormeubilair. ’Normen garanderen een bepaalde kwaliteit voor de gebruiker van een product. Daarnaast biedt normalisatie duidelijkheid. Denk aan de symbolen op het wasvoorschrift van een kledingstuk, elektronische zaken zoals soorten stekkers, maar ook processen, zoals de manier waarop een bedrijf omgaat met klanten. Als je als bedrijf naar buiten brengt dat je gecertificeerd bent voor ISO-9000, dan garandeert dat een bepaalde kwaliteit.’ De ISO-norm (ISO staat voor International Standardization Organization) is een internationale norm, die in veel landen ter wereld toegepast wordt. NEN-normen zijn normen afkomstig van NEN en geldig binnen Nederland. CEN-normen komen van de Europese koepelorganisatie voor normalisatie CEN (waarin alle nationale organisaties zoals NEN vertegenwoordigd zijn) en gelden voor alle EU-landen. Nederland is verplicht om de Europese normen ook als nationale normen over te nemen. Een CEN-norm is soms verder uitgewerkt in een nationale norm. Normcommissies werken aan nationale normen en aan de Nederlandse inbreng voor Europese en internationale normen.
Piet Bakker: ’Een Europese norm is het resultaat van consensus tussen veel partijen. Heb je als land goede redenen om af te wijken van de Europese norm, dan kun je daarvoor toestemming vragen bij CEN. Dat heeft Nederland bijvoorbeeld gedaan voor bureaustoelen. Wij willen namelijk dat zo veel mogelijk mensen op een zo gezond mogelijke manier gebruik kunnen maken van een stoel. Je kunt in gevallen die afwijken van de norm, bijvoorbeeld een kortere of langere lengte, wel hulpmiddelen gaan gebruiken, maar mensen zitten door het beeldschermwerk al zo statisch achter hun bureau. Als ze dan ook nog een voetensteun gebruiken, dan beperkt dat hun bewegingsvrijheid en draagt dat niet bij aan een gezonde zithouding.’ In het geval van bureaustoelen was de Nederlandse norm er overigens eerder dan de Europese. Toen de Europese norm kwam, heeft men toestemming gevraagd om af te wijken; Nederland heeft namelijk een relatief lange beroepsbevolking. Toch zal de Nederlandse norm op het gebied van kantoorstoelen, de NEN 1812, op termijn verdwijnen. Er is immers behoefte aan harmonisatie van normen, vooral bij fabrikanten, die steeds meer internationaal opereren en geconfronteerd worden met verschillende normen. Als de NEN 1812 vervalt, moeten bureaustoelen voldoen aan de Europese 1335serie. Hoe zit dat dan met de gebruiker van een stoel? Kan die nog rekenen op voldoende kwaliteit? ’Destijds is inderdaad niet voor niets afgeweken van de Europese norm’, vertelt Piet Bakker. ’Gelukkig hebben grote afnemers van stoelen, zoals het bankwezen, inmiddels
7
zelf allerlei extra eisen geformuleerd die zij stellen aan stoelen.’ Ook stoelenfabrikanten voldoen meestal ruimschoots aan de gestelde normen. Een norm kun je niet zomaar afschaffen. Naar de 1812 wordt verwezen door de Nederlandse wetgever, in dit geval het ministerie van SZW. Die zal die verwijzing natuurlijk pas intrekken als er een goed alternatief voorhanden is. Overigens wordt niet altijd naar normen verwezen door de wet of een nadere uitwerking van die wet. Alleen als de wetgever ernaar verwijst, zijn ze verplicht. In andere gevallen is het alleen raadzaam om ze te volgen.
NORM EN WET
De Arbowet zegt niet veel meer dan dat een werkplek moet worden aangepast aan de medewerker. Volgens art. 5.4 van het Arbobesluit, een uitwerking van de wet, moet ’een daartoe doelmatige zitgelegenheid ter beschikking worden gesteld’ aan een werknemer die arbeid verricht die geheel of gedeeltelijk zittend kan worden uitgevoerd. De Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR) 1813 geeft vervolgens een overzicht van stoeltypen die geschikt zijn voor verschillende soorten werk op een kantoor. Die typen zijn aangeduid volgens de NEN 1812. Een kantoorstoel voor monotoon beeldschermwerk moet bijvoorbeeld voldoen aan NEN 1812-type HAV of HRAV, anders gezegd: een hoge rugleuning en verstelbare armsteunen hebben, met of zonder rugleuningverstelling. In de praktijkrichtlijn staan ook achtergronden die geleid hebben tot de norm. In andere werksituaties zijn weer heel andere normen van toepassing. Zo is er ook een aparte (internationale) norm voor het stoeltje waarop een tandarts zit. NORM IN BEWEGING
Normen worden ontwikkeld door normcommissies waarin vertegenwoordigers zitten van diverse betrokken partijen: leveranciers van producten, ontwerpers, grote afnemers. Ook onderzoeksinstellingen spelen een belangrijke rol. Zij leveren informatie over bijvoorbeeld de afmetingen van de Nederlandse bevolking en de ontwikkeling daarin. Die gegevens betreffen niet alleen gemiddelden, maar ook de maten waaronder en waarboven vijf procent van de bevolking zit. Een stoel die instelbaar is tussen die uitersten, past zonder extra
DER
hulpmiddelen bij negentig procent van de Nederlandse bevolking. Ook biomechanisch onderzoek, naar de belasting van het lichaam bij verschillende werkzaamheden, vormt een belangrijke basis voor normen en de aanpassing daarvan. Piet Bakker: ’Een norm wordt ongeveer één keer per vijf jaar opnieuw bekeken. Met de komst van de computer ontstond bijvoorbeeld bij beeldschermwerk de behoefte om de armen meer steun te bieden. En nu werknemers vaak veel en lang met een computer werken, blijkt de werkhouding veel te statisch te zijn. Je kunt het lichaam activeren door afwisselend te zitten en te staan op een zit-/stawerkplek waarvoor binnenkort de norm NEN 2441 voor zit-statafels gepubliceerd wordt’. In Scandinavië wordt al veel gewerkt met zit-statafels. Ook de Europese norm 1335 hecht veel belang aan beweging en variatie op de werkplek. NEN (het Nederlands Normalisatieinstituut) is in 1916 ontstaan op initiatief van het bedrijfsleven, dat dringend behoefte had aan standaardisatie. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is het geen overheidsinstelling, maar een onafhankelijke stichting. Inmiddels zijn in Nederland 40.000 normen aanvaard. Wie behoefte heeft aan een overzicht van nomen op een bepaald gebied of op de hoogte wil blijven van veranderingen, kan terecht op de website van NEN: www.nen.nl
UITGAVE
Ideska Kantoor en Projectinrichting Graafseweg 51 6512 BR Nijmegen Telefoon (024) 323 22 80 www.ideska.nl REDACTIE
Contrapunt Communicatie, Wijchen Ideska VORMGEVING
Weijsters & Kooij vormgevers, Grave FOTOGRAFIE
Håg / Petra Appelhof (pag. 5) / NEN DRUKWERK
Rikken Print, Gendt