Aan de voorzitters en (plaatsvervangende) leden van de vaste kamercommissies voor Economische Zaken en Landbouw Natuurbeheer en Voedselkwaliteit Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Briefnummer
Den Haag
08/11.849/HOS/Kri
21 augustus 2008
Onderwerp
Telefoonnummer
Toerisme en Recreatie
070 349 03 54 E-mail
[email protected]
Zeer geachte dames en heren,
Voor deze kabinetsperiode noteerde het kabinet de beleidsvoornemens voor Toerisme en Recreatie in de Toerismebrief1. Volgens ondernemers in toerisme en recreatie miste het kabinet in deze brief de kans om ambities en afrekenbare doelen te formuleren voor het inkomend toerisme en daarnaast het binnenlands toerisme en recreatie een krachtige impuls te geven. In de sector Toerisme en Recreatie zijn veel ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf actief. De sector staat sterk onder invloed staat van schommelingen in de conjunctuur en het consumentenvertrouwen. Van de staatssecretaris van Economische Zaken (EZ) en de minister van Landbouw Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) verwachtten ondernemers daarom een impuls die de randvoorwaarden verbetert om te ondernemen en te recreëren. Ter voorbereiding op het algemeen overleg Toerisme en Recreatie deelt het Platform Toerisme en Recreatie (PTR) van VNO-NCW en MKB-Nederland graag zijn visie op de Toerismebrief. Na enkele algemene opmerkingen hieronder gaat het eerste deel van deze brief in op de paragrafen van de kabinetsbrief die betrekking hebben op de 1
Kamerstukken II, 2007-2008, 26419, nr. 34
2
promotiestrategie en een concurrerend ondernemingsklimaat. In dat deel zal het PTR u verzoeken om het kabinet aan te sporen om meer ambitie te tonen door concretere doelen te formuleren. Het tweede deel van deze brief gaat in op de paragraaf over vernieuwing en verduurzaming. Hier vraagt het PTR om uw steun om ten behoeve van het binnenlands toerisme en recreatie beleid te intensiveren én te investeren. Algemene opmerkingen Het PTR heeft waardering voor de analyse in de brief. Meer dan in het verleden zet het kabinet in de Toerismebrief in op het integreren van beleidsterreinen waarmee ondernemers in toerisme en recreatieve te maken hebben. Voorbeelden zijn: export, buitenlandse handel, innovatie, plattelandsontwikkeling, verduurzaming, ruimtelijke ontwikkeling. Hieruit en uit de gezamenlijke ondertekening blijkt de progressie die de beide departementen maken in hun samenwerking op dit dossier. Zowel inkomend als binnenlands toerisme en recreatie nemen momenteel af. Door teruglopend inkomend toerisme en sterkere groei elders geeft ons land feitelijk marktaandeel prijs. Anticyclische investeringen in beleid en middelen zijn dus nu nodig, zodat ons land daar later van profiteert. Voor ondernemers is dat een logica, maar het PTR ziet dat te weinig terug in de kabinetsbrief. Bij het uitzetten van het beleid baseert het kabinet zich vaak op staand beleid en de slotsom voor ondernemers is dus of de genoteerde acties de krachtige impuls voor de sector oplevert die nodig is om het negatieve tij te keren. Het PTR mist een duidelijke focus op het binnenlands toerisme en recreatie en een zichtbare koppeling met het inkomend toerisme. Aspecten van binnenlands toerisme zitten deels verweven in de tekst, maar volgens het PTR zijn inkomend en binnenlands toerisme en recreatie niet los van elkaar te zien. Zij zijn niet onderling inwisselbaar, maar versterken elkaar. Binnenlandse en buitenlandse toeristen maken veelal gebruik van dezelfde faciliteiten en de sector is economisch meer afhankelijk van de thuismarkt dan van andere markten.
I. Promotiestrategie en een concurrerend ondernemingsklimaat Promotiestrategie Het eerste deel van de Toerismebrief, over de promotiestrategie ten behoeve van het inkomend toerisme, gaat in op de Toeristische Holland Promotie, de Economische Holland Branding en het verstevigen van de synergie tussen die twee. In zijn algemeenheid onderschrijf het PTR de analyse; leisure en zakelijk toerisme, de congresmarkt en exportbeleid hangen allen met elkaar samen. De staatssecretaris van EZ heeft hier een sterk coördinerende taak.
3
Toeristische Holland Promotie Terecht komt het kabinet tot de conclusie dat bundeling van promotiemiddelen en promotieactiviteiten nodig is vanwege de verschillende onderdelen in de toeristische keten en de variëteit aan partijen die marketingactiviteiten ontplooien. Coördinatie is hard nodig. Het PTR vindt dat het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) in de toeristische promotie een centrale rol dient te spelen. Samenwerking tussen NBTC, provincies, regio's en steden is van groot belang om versnippering van inspanningen én middelen tegen te gaan. Het PTR ziet nog niet beschreven hóe het kabinet zich sterk gaat maken om de krachten te bundelen en pleit voor een nader uitgewerkt programma waarin een regierol voor het NBTC is weggelegd. Een korte opmerking over het door EZ aan NBTC ter beschikking gestelde werkbudget. Zoals in de inleiding gezegd, zijn extra investeringen in promotie hard nodig om meer buitenlandse toeristen naar Nederland te trekken. In de periode 2004-2006 ontving het NBTC ongeveer 61,5 miljoen euro subsidie. In de periode 2008-2010 zal dat nog maar 49,5 miljoen euro zijn. Dat het NBTC deze bezuinigingen heeft moeten verwerken, is onbegrijpelijk. Extra investeren is nu nodig. Als we toeristische promotie van Holland serieus nemen, is deze korting (en zijn verdere kortingen) op het budget van NBTC voor het PTR onaanvaardbaar. De kritische ondergrens is bereikt. Ten tijde van het schrijven van deze brief heeft het PTR nog geen inzicht in de afspraken die worden gemaakt in het kader van de subsidierelatie tussen het ministerie van EZ en het NBTC. Het PTR gaat ervan uit dat in het contract dat aan deze relatie ten grondslag ligt wél heldere politiek afrekenbare, en in relatie tot het NBTC meetbare, doelen worden genoteerd. Aangescherpte promotiestrategie inkomend toerisme Voor ondernemers is het belangrijk dat promotie-inspanningen voor het inkomend toerisme optimaal bijdragen aan de economie. Vanzelfsprekend gaat het dan niet alleen om bezoekersaantallen, maar juist ook om hun bestedingen. Vandaar dat het PTR gelooft in de Product Markt Partners Combinaties (PMPC's) die het NBTC identificeerde. Dat de staatssecretaris vindt dat het volume moet groeien en bij voorkeur onder de meest waardevolle segmenten, stemt daarom tot tevredenheid bij leden van het PTR. Maar wanneer is het NBTC in deze c.q. de missie van de staatssecretaris geslaagd? Het PTR daagt de staatssecretaris uit aan deze actie (nummer 9) – zo mogelijk politiek – afrekenbare doelen te verbinden. Als het aantal bezoekers moet groeien, dan moeten er ook de randvoorwaarden zijn om bezoekers te faciliteren. Het PTR denkt dan aan voldoende stoelen op vluchten naar Schiphol en geschikte logiesaccommodaties in de verschillende bezoekerssegmenten. Om capaciteitsproblemen op te lossen realiseert de
4
gemeente Amsterdam tot 2015 bijvoorbeeld negenduizend hotelbedden. Bij het inspelen op optimaal economisch rendement is volgens het PTR aandacht nodig voor het juiste aantal bedden in de juiste prijssegmenten op de juiste plaatsen. De markt dient hier zijn werk te doen. Overheden moeten faciliterend zijn. De Statistiek Inkomend Toerisme (SIT, actie 10), verwacht in 2009, is straks een goed meetmoment om de strategie van de staatssecretaris te toetsen en het beleid eventueel aan te scherpen. Bij de invulling van het SIT dient aangesloten te worden bij de PMPC's die het NBTC hanteert. Voorts is een verdere segmentering van het onderzoek naar (kansrijke, innovatieve) onderdelen van de sector noodzakelijk. Sterk vindt het PTR de koppeling van de zakelijke congresmarkt aan sleutelgebieden (actie 2). Ook hier ben ik weer zeer benieuwd naar de aanpak die hiervoor gekozen wordt. Dezelfde mix van volume en klantwaarde dient volgens het PTR de basis te zijn voor afspraken met het NBTC. Wel dient uitsluitende focus op sleutelgebieden voorkomen te worden. Andere segmenten zijn in volume en bestedingen economisch te waardevol, net als onze marktpositie. Internationaal aansprekende evenementen Ook deze staatssecretaris wil internationale evenementen eens in de twee jaar in Nederland laten plaatsvinden (actie 3). Dit staande beleid heeft steun van ondernemers in toerisme en recreatie. Het Rembrandt 400 jaar bracht extra bezoekers en aanvullende inkomsten. Grote sportevenementen naar ons land halen was al eerder een wens van het PTR. Ondernemers in mijn achterban vinden dat een sportief imago goed bij kan dragen aan toeristische promotie, zo ook het organiseren van grote sportevenementen. Het organiseren van dergelijke evenementen is niet mogelijk zonder investeringen door ondernemers. Het PTR vraagt ervoor te waken dat toeristen en zakelijke bezoekers ook blijven komen nadat grote evenementen hebben plaatsgevonden, opdat investeringen beter renderen. Een ander punt is dat investeringen in thema's en evenementen, denk aan databases en websites, ook nadien geëxploiteerd blijven of over worden gedragen aan de markt.
Economische Holland Branding Wat de synergie tussen internationaal zaken doen en toeristische promotie betreft beschrijft de Toerismebrief drie hoofdlijnen: Economische Holland Branding breder inzetten, synergie tussen Economische Holland Branding en Toeristische Holland Promotie versterken en een specifiek programma voor China en India.
5
Economische Holland Branding De Economische Holland Branding wordt verbreed van Dutch Trade Board naar lagere overheden en de innovatiewereld, met sterkere focus op sleutelgebieden. Dat is een goed streven, maar zullen lagere overheden bij het aantrekken van investeringen en talent niet in de eerste plaats hun eigen provincie of gemeente in de kijker willen spelen in plaats van de BV Nederland? Volgens het PTR leent Holland Promotie zich, naast sleutelgebieden, ook bij uitstek voor de meer traditionele industriële sectoren waarin Nederland wereldwijd een sterke positie heeft. Bijvoorbeeld de jachtbouw: niet een sleutelgebied, wel mooie kansen voor internationaal zaken doen. Waar het NBTC niet actief is toch koppelingen te maken naar toeristische promotie. Synergie tussen Economische Holland Branding en Toeristische Holland Promotie Het kabinet wil de synergie tussen Economische Holland Branding en Toeristische Holland Promotie versterken (actie 1). De drie genoemde lijnen (handelsmissies, grote evenementen en samenwerking posten) zijn staand beleid, overigens gesteund door het bedrijfsleven. Enige zorg bestaat ten aanzien van Economische Holland Branding door het postennet: VNO-NCW heeft er al eerder voor gepleit bij de rijksbrede taakstelling de economische afdelingen van posten te ontzien, zodat ook Economische Holland Branding blijvend kan worden uitgevoerd. Specifiek programma voor China en India Een specifiek programma voor China en India (tevens actie 1) vind ik een goed initiatief, zeker omdat export, acquisitie, talentwerving en inkomend toerisme hier samengaan. Maar we zijn niet het enige land dat deze analyse maakt en de koopkrachtige zakelijke elite in China en India in het vizier heeft. Hoe gaat ons land daar nu het verschil maken? Het PTR is zeer geïnteresseerd in de inhoud van die "programmatische aanpak" en de wijze van financiering. Gaat dit alleen om betere samenwerking tussen EVD, NFIA en NBTC? Of trekt de Staatssecretaris ook extra budget uit om ons land nou eens goed te positioneren in China en India, waarvoor het PTR eerder al pleitte en het NBTC in samenwerking met de EVD en NFIA een BRIC-plan hebben ontwikkeld en ingediend.
Een concurrerend ondernemingsklimaat Aanspreekpunt voor de sector De staatssecretaris en minister willen het primaire aanspreekpunt zijn voor ondernemers in de toeristisch-recreatieve sector (actie 5). Dit is staand beleid waarop het PTR over de afgelopen kabinetsperiodes met tevredenheid terugkijkt. Het PTR werkt tot dusverre constructief samen met zowel EZ als het ministerie van LNV. Wel streeft het PTR met het kabinet naar het verder verstevigen van de
6
overlegstructuur; ambtelijk naar overleg op meer niveaus, bestuurlijk naar een hogere frequentie. Regeldruk De brief beschrijft wel heel algemeen rijksbeleid dat overigens door het bedrijfsleven wordt ondersteund. Een significante vermindering van de regeldruk die voor ondernemers ook merkbaar is, zal zeker ten goede komen aan het ondernemerschap in het toerisme. Veel kleinere sectoren als de watersport- en verblijfsrecreatie ervaren een toename van regeldruk. In het bijzonder vanwege de grote behoefte aan flexibiliteit en de hoge administratieve lasten, die kenmerkend zijn voor deze sector. Het afschaffen van de ERBO-enquête en het ontwikkelen van branchewijzers heeft nog niet tot een voelbare vermindering van regeldruk geleid. Voor het toeristisch bedrijfsleven zijn meer substantiële maatregelen noodzakelijk. Het is van belang dat de staatssecretaris op korte termijn de uitvoeringslasten van kleine banen (van scholieren en studenten) verlaagt, de Eerste Dagmelding afschaft en gedragsregels voor auteursrechtenorganisaties oplegt. Het PTR is verheugd te lezen dat gewerkt wordt aan de exploitatievergunning horeca. Deze overbodige vergunning is echter door de VNG in stand gelaten (in de model-APV) en is zeer benieuwd naar de inspanningen van de Regiegroep Regeldruk om deze vergunning alsnog lokaal afgeschaft te krijgen. Terecht verwijst de staatssecretaris naar het programma om het aantal gemeentelijke vergunningen te reduceren (voucherregeling). De vrijetijdsindustrie heeft bovengemiddeld veel gemeentelijke vergunningen nodig en hecht daarom zeer aan goede gemeentelijke dienstverlening. De voucherregeling is een enorme stimulans gebleken in de reductie van lokale vergunningen. Deze regeling houdt echter op bij het maken voorstellen op papier. Een extra impuls ten behoeve van het implementatietraject is in onze ogen noodzakelijk om tot voor ondernemers echt voelbare resultaten te komen.
II. Stimulering van vernieuwing en verduurzaming In paragraaf 4 gaat het kabinet in op stimuleren van vernieuwing en verduurzaming. Samen met productontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn dit juist ook verantwoordelijkheden voor ondernemers. Het kabinet leunt bij het beschrijven van de sectorale aanpak en de gebiedsgerichte aanpak in deze paragraaf sterk op de reactie die het eerder gaf op het advies van de VROM-Raad "Groeten uit Holland, etc"2. De genoemde kabinetsreactie betrek het PTR daarom bij deze brief mede gezien de mogelijkheden die het PTR ziet om juist daarin de 2
Kamerstukken II, 2007-2008, 26419, nr. 33
7
beleidsaandacht voor het binnenlands toerisme en recreatie te borgen en te koppelen aan andere (innovatie- en verduurzamings)initiatieven. Sectorale benadering Ondernemers in toerisme en recreatie vernieuwen voortdurend hun producten. Vaak zijn deze vernieuwingen minder technisch van aard door het dienstverlenende karakter van de sector. Kleine ondernemers in onze achterban maken minder gebruik van innovatiebevorderende maatregelen als innovatievouchers en innovatieprestatiecontracten. Daarom pakt het binnen het PTR georganiseerde bedrijfsleven graag samen met het kabinet de communicatie op over de voor ondernemers in de sector geschikte maatregelen en hoe daar voor in aanmerking te komen (actie 8). Ook komen ondernemers in toerisme en recreatie sterk verminderd in aanmerking voor innovatiebevorderende middelen door een sterke focus van Syntens op techniek in plaats van de zachte zijden van vernieuwing. Om dit te bereiken zou de staatssecretaris zich bij Syntens sterk moeten maken ook de horeca, toerisme en recreatie als primaire doelgroep aan te merken. Het PTR waardeert de inzet van het kabinet om initiatieven uit de sector ter bevordering van innovatie en duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen op projectmatige basis te ondersteunen (actie 8 en 6). Voor wat betreft de verduurzaminginitiatieven bij hotels (actie 7) gekoppeld aan het terugdringen van toezichtlast voor ondernemingen is het PTR benieuwd naar de concrete plannen van de staatssecretaris om dit Amsterdamse initiatief naar andere hotelsteden te kopiëren. Een voortijdige evaluatie lijkt daarbij noodzakelijk. Wat zijn de resultaten en wat zijn de exacte voordelen voor ondernemers? Via Koninklijk Horeca Nederland biedt het PTR aan deze plannen met het kabinet nader te concretiseren. Strategische dialoog De minister van LNV kondigde in het najaar van 2007 al de start aan van een strategische dialoog om het recreatiebeleid nauwer aan te laten sluiten op maatschappelijke opgaven als gezondheid, integratie en leefbaarheid. Intussen is het PTR benieuwd naar de stand van zaken, omdat de uitwerking van de opgaven die hieruit volgen voor een goed deel door lagere overheden zullen moeten worden opgepakt, mogelijk in regionale beeldverhalen. Daarover hieronder meer. In relatie tot de toekomstige terugkoppeling hierover aan uw kamer, vindt het PTR het opnemen van dit onderwerp 'strategische dialoog' op de actielijst bij de brief van belang.
8
Watersportbijdrage Het instellen van een watersportbijdrage zou mogelijk worden door invoering van een identificatie- en registratieplicht voor pleziervaartuigen. Dit dient meerdere doelen zoals bij verkoop, verzekering, diefstal en fiscale aangelegenheden. Volgens het PTR kan dit bijdragen aan de reductie van administratieve lasten. Belangen van overheden, gebruikers en industrie komen hier samen. Dit maakt onderzoek van een dergelijke PPS-samenwerking die moet leiden tot een watersportbijdrage noodzakelijk. De opbrengsten verdienen volgens het PTR naast promotionele ook productgerichte aandacht. Gebiedsgerichte benadering De gebiedsgerichte benadering kan, mits goed begeleid door het kabinet, een belangrijke impuls geven aan vernieuwing en verduurzaming en daar aan (het beleid voor) binnenlands toerisme en recreatie. Regionale beeldverhalen Na het opsommen van een aantal lopende initiatieven neemt het kabinet zich voor de totstandkoming van regionale beeldverhalen te faciliteren en stimuleren (actie 4). Deze beeldverhalen zijn geen ruimtelijk plan of een brand, maar enthousiasmerende beelden en verhalen van mogelijke regionale toekomsten. In deze beeldverhalen moeten nieuwe vraaggestuurde allianties binnen en buiten de sector leiden tot gemeenschappelijke regionale investeringen. Ook het PTR onderschrijft het advies van de VROM Raad. Vrije tijd en toerisme zijn serious business en behoren tot de snelst groeiende sectoren in de wereldeconomie. De verscheidenheid in de vraag en de claim van vrije tijd op ruimte neemt ook volgens ondernemers enorm toe en de VROM Raad stelt de wezenlijke vraag of wij in Nederland in staat zijn om de groeiende economische betekenis van vrije tijd en toerisme op een duurzame manier te combineren met ontwikkeling van ruimtelijke kwaliteit. Het PTR meent, met de VROM Raad, dat ondernemers in toerisme en recreatie moeten worden gezien als drager van ruimtelijke kwaliteit en niet als bedreiger daarvan. Belangrijk is volgens het PTR dat ondernemingen in toerisme en recreatie een dubbelrol kunnen spelen als (co)producent van ruimtelijke kwaliteit én als bron van economische ontwikkeling. Ondernemingen hebben immers belang bij kwaliteit van hun omgeving. Daarbij zullen overheden ondernemers dan ook moeten erkennen als die coproducent. Nu werpen lokale overheden nog te vaak barrières op wanneer bedrijven willen uitbreiden, omdat deze uitbreiding wordt gezien als bedreiging. Dergelijk denken staat werkelijke kwaliteitsverbetering en innovatie in de weg.
9
Beeldverhalen inhoud Doel voor ondernemers in toerisme en recreatie is economische, fiscale en ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden te borgen. Veelal staan uitbreidingsmogelijkheden voor ondernemers onder druk gezien de beperkte ruimte in ons land. Samen kiezen we ervoor om natuur te beschermen. Ondernemers hebben daar een belang bij en kunnen daarin een actieve rol spelen. Volgens het PTR valt dit goed te combineren met verduurzaming en versterken van innovatie door toeristisch-recreatieve ondernemingen te betrekken bij het realiseren van de verschillende (maatschappelijke) opgaven die genoemd zijn bij de strategische dialoog. Het laatste kan volgens het PTR door ondernemers te stimuleren tot branchevreemde/sectoroverstijgende samenwerkingsverbanden met andere partijen; bedrijven, overheden, natuurbeschermingsorganisaties. Het PTR denkt dan aan belangen als cultuur, gezondheid (zorg, overheid, bedrijfsleven), natuur (overheid, natuurorganisaties), integratie, leefbaarheid, bereikbaarheid, veiligheid (verschillende lagere overheden).
Het PTR wijst er graag op dat de promotionele functie van regionale beeldverhalen een gunstige bijkomstigheid is en niet een doel op zich. Vanzelfsprekend kan een beeldverhaal van toegevoegde waarde zijn in promotie op met name de binnenlandse en dichtbij zijnde markten, mits deze – inderdaad – aansluiten op voor consumenten herkenbare bestemmingen dan wel op vraaggestuurde bezoekmotieven en interessegebieden, zoals gehanteerd door het NBTC. Beeldverhalen proces Het door de VROM-Raad voorgestelde programma van regionale beeldverhalen biedt een unieke gelegenheid voor een (publiekprivate) samenwerking op regionale schaal. Het realiseren van door het kabinet genoemde maatschappelijke opgaven en het versterken van de structuur van de sector kunnen daar wat het PTR betreft hand in hand gaan. Het PTR is zich ervan bewust dat middelen en verantwoordelijkheden ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit zijn gedecentraliseerd naar provincies en gemeenten. Leden van het PTR willen zich daarom ook regionaal als gesprekspartner opstellen om de opgaven te realiseren. Gezien deze verantwoordelijkheidsverdeling tussen rijk en decentrale overheden geven de minister en staatssecretaris aan de realisering van dit concept te zullen stimuleren en faciliteren. Dit mag niet blijven bij het benoemen van het (reeds bestaande fondsen uit het) Investeringsbudget Landelijk Gebied of een reeds gevoerd gesprek met enkele gedeputeerden. Het PTR wil u vragen er bij het kabinet op aan te dringen het initiatief te nemen en houden om het doel (ruimtelijke
10
kwaliteit) te borgen, alsmede concrete en spoedige realisatie van vele regionale beeldverhalen te garanderen. Een periodieke terugkoppeling aan de Tweede Kamer is daarin, volgens het PTR, een doeltreffend middel. Vanzelfsprekend ben ik graag bereid onze standpunten en suggesties toe te lichten. Hoogachtend, Theo Ruijs voorzitter