HALFJAARLIJKS VERSLAG 30.06.10
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL BEVEK Openbare Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal naar Belgisch recht met verschillende compartimenten Naamloze vennootschap
ICB die geopteerd heeft voor beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 85/611/EEG
Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig als ze worden uitgevoerd na kosteloze overlegging van het vereenvoudigd prospectus of het prospectus.
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP 1.1. ORGANISATIE VAN DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP 1.2. BEHEERVERSLAG 1.2.1. Informatie aan de aandeelhouders 1.2.2. Algemeen overzicht van de markten 1.3. GEGLOBALISEERDE BALANS 1.4. GEGLOBALISEERDE RESULTATENREKENING 1.5. SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS 1.5.1. Samenvatting van de regels 1.5.2. Wisselkoersen 2. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES 2.1. BEHEERVERSLAG 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 2.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.3. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.4. Toekomstig beleid 2.1.5. Risicoklasse 2.2. BALANS 2.3. RESULTATENREKENING 2.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 2.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.10 2.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 2.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR) 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 2.4.5. Return 2.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 3. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM 3.1. BEHEERVERSLAG 3.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 3.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 3.1.3. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 3.1.4. Toekomstig beleid 3.1.5. Risicoklasse 3.2. BALANS 3.3. RESULTATENREKENING 3.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 3.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.10 3.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 3.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR) 3.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 3.4.5. Return
2
4 4 6 6 9 14 15 16 16 17 18 18
18 18 18 19 19 20 21 22 22 23 24 24 25 25 26 26
26 26 26 27 27 28 29 30 30 31 31 32 32
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
3.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
4. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM 4.1. BEHEERVERSLAG 4.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 4.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 4.1.3. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 4.1.4. Toekomstig beleid 4.1.5. Risicoklasse 4.2. BALANS 4.3. RESULTATENREKENING 4.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 4.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.10 4.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 4.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR) 4.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 4.4.5. Return 4.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
3
33 34 34
34 34 34 35 35 36 37 38 38 39 40 41 41 42
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
1. ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP 1.1. ORGANISATIE VAN DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP Maatschappelijke zetel Havenlaan 86C bus 320 - 1000 Brussel Oprichtingsdatum van de vennootschap 23 oktober 1992 Raad van Bestuur van de bevek Bestuurders :
- DELTA LLOYD BANK NV, Sterrenkundelaan 23 - 1210 Brussel, vertegenwoordigd door Geert CEUPPENS, bestuurder en Lid van het Directiecomité van DELTA LLOYD BANK NV - Alex OTTO, Chief Investment Officer van DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT NV, Amstelplein 6, 1096 BC Amsterdam, Nederland - Japhet Pieter AARDOOM, Chief Executive Officer van DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT NV, Amstelplein 6, 1096 BC Amsterdam, Nederland - Petrus VAN DEN DAM, Manager Corporate Governance van DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT NV, Amstelplein 6, 1096 BC Amsterdam, Nederland Onafhankelijke bestuurders :
- Tanguy VAN DE WERVE, Directeur General, Leaseurope & Eurofinas, Tervurenlaan 267, 1150 Brussel - FIMACS, Kalmthoutsesteenweg 44/19, 2950 Kapellen, vertegenwoordigd door Samuel MELIS, Statutaire Zaakvoerder. Natuurlijke personen of EBVBA a aan wie de effectieve leiding is toevertrouwd - FIMACS, Kalmthoutsesteenweg 44/19, 2950 Kapellen, vertegenwoordigd door Samuel MELIS, Statutaire Zaakvoerder. - Petrus VAN DEN DAM, Manager Corporate Governance van DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT NV, Amstelplein 6, 1096 BC Amsterdam, Nederland. De Heer VAN DEN DAM is ook bestuurder van de instelling voor collective belegging naar Belgisch recht DELTA LLOYD en General Manager van de instellingen voor collective belegging naar Luxemburgs recht DELTA LLOYD L en DELTA LLOYD PRIVILEGE.
Beheertype Zelfbeheerde bevek Commissaris PRICEWATERHOUSECOOPERS, vertegenwoordigd door Dhr. Luc Discry, Woluwedal 18 - 1932 Sint-Stevens-Woluwe Bewaarder FORTIS BANK NV, Warandeberg 3 - 1000 Brussel FORTIS BANK NV is een Kredietinstelling naar Belgisch recht goedgekeurd door de CBFA en onderbracht in de « Bank » rubriek overeenkomstig artikel 13 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen. Onderbewaarder BGL BNP Paribas S.A. (voorheen FORTIS BANK LUXEMBOURG S.A.), Avenue J.F. Kennedy 50
L-2951 Luxembourg.
1
FORTIS BANK NV heeft de uitvoering van haar materiële taken aan BGL BNP Paribas S.A. (voorheen FORTIS BANK LUXEMBOURG S.A.) gedelegeerd. Delegatie van het beheer van de beleggingsportefeuille DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT NV, Amstelplein 6, 1096 BC Amsterdam, Nederland
Delegatie van de administratie FASTNET BELGIUM NV, Havenlaan 86C b320 - 1000 Brussel Financiële dienst 1
Taken beschreven in artikel 9, 1° tot 3° van het koninklijk besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met verdeling van de desbetreffende vergoeding.
4
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL DELTA LLOYD BANK NV, Sterrenkundelaan 23 - 1210 Brussel Distributeur(s) DELTA LLOYD BANK NV, Sterrenkundelaan 23 - 1210 Brussel Promotor DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT NV, Amstelplein 6, 1096 BC Amsterdam, Nederland Compartimenten DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM
5
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
1.2. BEHEERVERSLAG 1.2.1. Informatie aan de aandeelhouders DELTA LLOYD INSTITUTIONAL, hierna « de BEVEK » genaamd, is een bevek met verschillende compartimenten die geopteerd heeft voor beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 85/611/EEG en die, wat haar werking en beleggingen betreft, wordt beheerst door de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Ze werd als naamloze vennootschap in België op 23 oktober 1992 voor onbepaalde duur opgericht overeenkomstig de bepalingen van boek III van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties. De officiële tekst van de statuten van de BEVEK werd neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel op 03.11.1992 en werd bekendgemaakt in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 13.12.1992, onder het nummer 921113124. In geval van betwisting heeft de ter griffie van de rechtbank van koophandel neergelegde tekst bewijskracht. Het publiek kan kennis nemen van de akte van oprichting van de BEVEK ter zetel van de BEVEK, waar tevens een kopie ervan verkrijgbaar is. De zetel van de BEVEK is gevestigd te 1000 Brussel, Havenlaan 86C bus 320. De BEVEK is ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnr. 0448.486.527. Ze biedt de belegger de keuze tussen verschillende compartimenten met een uiteenlopende beleggingsstrategie. Voor elk compartiment wordt een afzonderlijke activa-portefeuille samengesteld die afgestemd is op het doel van het compartiment in kwestie. De activa van een bepaald compartiment waarborgen alleen de schulden, verbintenissen en verplichtingen die betrekking hebben op dat compartiment. Fee sharing agreements: Het percentage van de beheercommissie die door de beheerder op de compartimenten wordt afgehouden is onafhankelijk van de retrocessie van de vergoeding die aan de verdeler wordt toegekend. Een latere aanpassing van dit percentage van de beheercommissie kan enkel gebeuren na goedkeuring door de Raad van Bestuur. De verdeling en het bedrag van de beheercommissie tussen de beheerder en de verdeler gebeuren aan marktcondities, wat belangenconflicten vermijdt. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: Voor alle beleggingen die Delta Lloyd Asset Management beheert zijn duurzaamheidscriteria vastgesteld. Sinds januari 2009, bestaat er een Commissie Duurzaam Beleggingsbeleid die de directie van Delta Lloyd Asset Management adviseert over het duurzame beleggingsbeleid en de handhaving ervan. Hierbij wordt samengewerkt met Sustainalytics, dat Delta Lloyd Asset Management voorziet van zogenaamde black lists . Op deze black lists staan bedrijven die uitgesloten worden voor belegging omdat ze controversiële wapens produceren of niet voldoen aan criteria en normen op basis van de UN Global Compact (mensenrechten, arbeidsrechten, milieu en anti-corruptie).
Beschrijving van de voornaamste risico s waaraan de vennootschap blootgesteld is:
De risico s waaraan de vennootschap is blootgesteld zijn verschillend afhankelijk van de beleggingspolitiek van elk compartiment. U vindt hieronder een tabel welk per compartiment de belangrijkste risico s weergeeft. De inschatting van het risicoprofiel van het compartiment is gebaseerd op een aanbeveling van de Belgische Vereniging van Asset Managers die geconsulteerd kan worden op de internetsite www.beama.be
Delta Lloyd Institutional European Equities
Risicotype
Bondige definitie van het risico
Geen
Marktrisico
Risico dat de hele markt van een categorie van activa daalt, waardoor de prijs en de waarde van de activa in portefeuille kunnen worden beïnvloed.
Kredietrisico
Risico dat een uitgevende instelling of een tegenpartij in gebreke blijft.
Afwikkelingsrisico
Risico dat de afwikkeling van een transactie via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht.
6
Laag
Middel
X
X
X
Hoog
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
Liquiditeitsrisico
Risico dat een positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd.
X
Wisselkoers- of valutarisico
Risico dat de waarde van een belegging beïnvloed wordt door wisselkoersschommelingen.
X
Bewaarnemingrisico
Risico van verlies van in bewaring gegeven activa bij een bewaarnemer of onderbewaarnemer.
Concentratierisico
Risico dat verband houdt met een grote concentratie van de beleggingen in bepaalde activa of op bepaalde markten.
Rendementsrisico
Risico voor het rendement.
Flexibiliteitrisico
Aan het product zelf te wijten inflexibiliteit en beperkingen op het overschakelen op andere aanbieders.
X
Inflatierisico
Risico afhankelijk van de inflatie.
X
Risico afhankelijk van externe factoren
Onzekerheid over de onveranderlijkheid van externe factoren zoals het belastingregime.
X
X
X
X
*Er bestaat geen enkele kapitaalbescherming of kapitaalgarantie voor dit compartiment. * Dit compartiment riskeert door de structuur ervan onderhevig te zijn aan de praktijken van « market timing ». In het geval van regelmatige toe- en uittredingen, heeft het compartiment via zijn financieel agent de mogelijkheid om dergelijk transacties te blokkeren. Het compartiment heeft hierdoor de nodige maatregelen genomen om dergelijke praktijken te vermijden. Delta Lloyd Institutional Medium Term
Risicotype
Bondige definitie van het risico
Geen
Laag
Marktrisico
Risico dat de hele markt van een categorie van activa daalt, waardoor de prijs en de waarde van de activa in portefeuille kunnen worden beïnvloed.
Kredietrisico
Risico dat een uitgevende instelling of een tegenpartij in gebreke blijft.
X
Afwikkelingsrisico
Risico dat de afwikkeling van een transactie via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht.
X
Liquiditeitsrisico
Risico dat een positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd.
X
Wisselkoers- of valutarisico
Risico dat de waarde van een belegging beïnvloed wordt door wisselkoersschommelingen.
X
Bewaarnemingrisico
Risico van verlies van in bewaring gegeven activa bij een bewaarnemer of onderbewaarnemer.
X
Concentratierisico
Risico dat verband houdt met een grote concentratie van de beleggingen in bepaalde activa of op bepaalde markten.
Rendementsrisico
Risico voor het rendement.
X
Flexibiliteitrisico
Aan het product zelf te wijten inflexibiliteit en beperkingen op het overschakelen op andere aanbieders.
X
Inflatierisico
Risico afhankelijk van de inflatie.
Risico afhankelijk van externe factoren
Onzekerheid over de onveranderlijkheid van externe factoren zoals het belastingregime.
Middel
X
X
X
* Er bestaat geen enkele kapitaalbescherming of kapitaalgarantie voor dit compartiment.
7
X
Hoog
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL Delta Lloyd Institutional Variable Term
Risicotype
Bondige definitie van het risico
Geen
Laag
Marktrisico
Risico dat de hele markt van een categorie van activa daalt, waardoor de prijs en de waarde van de activa in portefeuille kunnen worden beïnvloed.
X
Kredietrisico
Risico dat een uitgevende instelling of een tegenpartij in gebreke blijft.
X
Afwikkelingsrisico
Risico dat de afwikkeling van een transactie via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht.
X
Liquiditeitsrisico
Risico dat een positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd.
X
Wisselkoers- of valutarisico
Risico dat de waarde van een belegging beïnvloed wordt door wisselkoersschommelingen.
X
Bewaarnemingrisico
Risico van verlies van in bewaring gegeven activa bij een bewaarnemer of onderbewaarnemer.
Concentratierisico
Risico dat verband houdt met een grote concentratie van de beleggingen in bepaalde activa of op bepaalde markten.
X
Rendementsrisico
Risico voor het rendement.
X
Flexibiliteitrisico
Aan het product zelf te wijten inflexibiliteit en beperkingen op het overschakelen op andere aanbieders.
Inflatierisico
Risico afhankelijk van de inflatie.
Risico afhankelijk van externe factoren
Onzekerheid over de onveranderlijkheid van externe factoren zoals het belastingregime.
Middel
Hoog
X
X
X
X
* Er bestaat geen enkele kapitaalbescherming of kapitaalgarantie voor dit compartiment. Inlichtingen over de omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, voor zover zij niet van die aard zijn dat zij ernstig nadeel zouden berokkenen aan de vennootschap Er zijn geen inlichtingen over de omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden. Informatie omtrent de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling Er hebben zich geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling voorgedaan. Gegevens betreffende het bestaan van bijkantoren van de vennootschap De vennootschap heeft geen bijkantoren. Alle gegevens die volgens dit wetboek in dit verslag moeten worden opgenomen Alle gegevens die volgens dit wetboek in dit verslag moeten worden opgenomen zijn opgenomen in het verslag. Wat betreft het gebruik door de vennootschap van financiële instrumenten en voor zover zulks van betekenis is voor de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat : de doelstellingen en het beleid van de vennootschap inzake de beheersing van het risico van gebruik van financiële instrumenten, met inbegrip van haar beleid inzake hedging van alle belangrijke soorten voorgenomen transacties, waarvoor hedge accounting wordt toegepast: Hiervoor
verwijzen
wij
naar
de
verschillende
hoofdstukken
aangaan
de
verschillende
Het door de vennootschap gelopen prijsrisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico, en kasstroomrisico Hiervoor verwijzen wij naar de tabel met de verschillende risico s per compartiment.
8
compartimenten.
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL Verplichte Informatie in het kader van artikel 523 van de vennootschapswetgeving Er hebben zich, noch rechtstreeks of noch onrechtstreeks, evenementen voorgedaan waar een belang van vermogensrechtelijke aard was dat strijdig was met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur.
1.2.2. Algemeen overzicht van de markten Marktvisie In de eerste helft van 2010 stonden de financiële markten in het teken van overheidsingrijpen. Was dat in 2009 nog vooral positief in zijn uitwerking en mede de aanleiding voor het herstel op aandelenmarkten, in de eerste maanden van 2010 was het omgekeerde het geval. De meeste landen begonnen duidelijke signalen af te geven te willen bezuinigen, terwijl een aantal door de nood gedwongen al de daad drastisch bij het woord voegde. Bijna alle landen bogen zich over de vraag hoe de bankensector te reguleren en te belasten. Een kleinere groep landen begon met monetaire verkrapping, terwijl de internationale afstemming van beleid minder soepel verliep dan in 2009, zonder overigens in zichtbare spanning tussen landen te ontaarden. Al met al waren dit maatregelen die het beurssentiment ondermijnden. De MSCI index voor aandelen wereldwijd in lokale valuta gemeten daalde met 8,1% over het eerste halfjaar. In euro s uitgedrukt is evenwel sprake van een stijging met 5,6%. Dat de markten in de eurozone nog slechter presteerden, kwam vooral door overheidsbeleid. Lang bleef onduidelijk hoe de eurozone de problemen van te grote schulden en te beperkte concurrentiekracht van een aantal lidstaten zou aanpakken. Gevreesd werd voor herstructurering van de schuld of het uiteenvallen van de muntunie. Het politieke gedraal versterkte de ernst van de problemen en drukte de koers van de euro. In euro gerekend bleef het rendement van eurozone-aandelen 14% achter bij de wereldindex.
Bij alle onzekerheid en terugtrekking van overheden profiteerden de staatsobligaties van de meest veilig geachte landen. De Duitse tienjaars rente daalde met 81 basispunten (bps) tot 2,57% zodat de IBOXX overall index voor eurozone-obligaties met 2,8% steeg, ondanks de sterk oplopende rente in de lidstaten met problemen. Economische kerncijfers 2009 t/m 2011 Groei nationaal product (jaar op jaar)
Inflatie (jaargemiddelde)
2009
2010*
2011*
2009
2010*
2011*
Verenigde Staten
-2,4%
2,5%
2,5%
-0,3%
1,8%
1,9%
Eurozone
-3,6%
1,3%
1,8%
0,3%
1,4%
1,5%
Japan
-5,2%
2,3%
1,5%
-1,1%
-1,1%
-0,3%
Bron: Research, Delta Lloyd Asset Management * verwachte cijfers
Macro-economie Het economische nieuws in het eerste kwartaal was overwegend positief, terwijl de cijfers in de loop van het tweede kwartaal steeds vaker suggereerden dat de economische groei enigszins aan het vertragen was. Het bedrijfsvertrouwen laveerde op hoge niveaus ondanks de daling van de laatste maanden in de meeste regio s. De industriële productie steeg dan ook ongekend snel, met in mei op jaarbasis stijgingen van bijvoorbeeld 20,2% voor Japan, 13,3% voor Duitsland en 8,0% voor de Verenigde Staten. Aangezien de effectieve vraag niet of veel minder snel toenam, zal een deel van de productie terecht zijn gekomen in een aanvulling van de voorraden en een ander deel in de wereldhandel, die in het afgelopen jaar zeer krachtig herstelde.
Als we kijken naar consumptie en investeringen, dan steeg de eindvraag in de Verenigde Staten in een tempo dat in historisch perspectief een normaal gemiddelde vormde gedurende de economische cyclus. Dat betekent nog wel dat de verbetering matig was in vergelijking tot eerdere herstelperiodes, terwijl bovendien de laatste maanden een vertraging in de winkelverkopen toonden. In de rest van de wereld was de bijdrage van consumptie en investeringen nog nauwelijks positief. Vooral in de eurozone groeiden de winkelverkopen in de eerste zes maanden van het jaar nog niet. Net als in de meeste andere regio s en landen bevond het consumentenvertrouwen zich in tegenstelling tot het bedrijfsvertrouwen nog op een niveau ver onder het historisch gemiddelde. Bovendien was er nauwelijks sprake van verbetering. Veel consumenten zijn geschrokken van de bankencrisis en probeerden een appeltje voor de dorst op te bouwen. In de laatste maanden verbeterde de arbeidsmarkt wel, maar het aantal nieuwe banen kon de groei van de arbeidsbevolking niet of nauwelijks bijhouden zodat zowel in de Verenigde Staten als in de eurozone het werkloosheidspercentage nog dicht bij 10% lag.
De belangrijkste groei van de economische activiteit in de afgelopen vier kwartalen was te danken aan een normalisering van de economie in vergelijking tot de situatie eind 2008 / begin 2009 toen veel bestedingsbeslissingen werden uitgesteld om maximaal te kunnen sparen in een heel onzekere economische periode. Daarnaast vormde een relatief goede eindvraag in opkomende markten (China voorop) een groeifactor voor de wereldeconomie. Daarvan profiteerden vooral de
9
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL grondstoffenproducenten, Duitsland plus een aantal kleinere eurozone-lidstaten en Japan. In Duitsland en Japan steeg de uitvoer in de afgelopen maanden met respectievelijk bijna 20% en meer dan 30%. Uit de cijfers over de Amerikaanse huizenbouwsector bleek in de afgelopen maanden nog maar eens het belang van steunmaatregelen. Nadat de subsidieregeling voor de aankoop van een huis eind april was stopgezet, daalde de verkoop van nieuwe woningen in mei tot een nieuw dieptepunt op een niveau van ongeveer een kwart van de top in 2005. Ook de verkoop van bestaande woningen kende een stevige terugval. De gemiddelde huizenprijs in de Verenigde Staten bleef in de afgelopen kwartalen redelijk op peil. De onderliggende trend in de inflatie in de eurozone, de Verenigde Staten en Japan was verder neerwaarts gericht. In de eurozone daalde de kerninflatie van 1,1% in december 2009 tot 0,8% in mei. Eind 2008 stond de kerninflatie in de eurozone nog op 1,8%. In de Verenigde Staten daalde de kerninflatie van 1,8% eind 2009 naar 0,9% in mei. De werkloosheid en de onderbezetting van machines drukten het gemiddelde prijspeil. De energieprijzen worden niet meegewogen in de bovengenoemde kerninflatie. De olieprijs gemeten in euro nam aanzienlijk toe op jaarbasis zodat de totale inflatie inclusief de volatiele energie- en voedingsprijzen in mei voor de eurozone 1,6% bedroeg. Verder heeft de daling van de euro nog maar een beperkte opwaartse invloed op het algemene prijspeil gehad. Naast de eurozone en de Verenigde Staten gaat de aandacht van economen steeds meer uit naar de ontwikkelingen in China. De Chinese regering leek de economische groei te willen temperen. Vooral de overspannen huizenmarkt en de kredietgroei waren een bron van zorg. De nadruk van het beleid verschoof van de investerings- en uitvoergroei naar het verhogen van de binnenlandse consumptie. In dit licht valt ook de gedeeltelijke loslating van de wisselkoers van de Chinese yuan te begrijpen. Ook in China namen de bedrijfsvertrouwensindices in de loop van het kwartaal af tot niveaus boven historisch gemiddeld ten teken dat de economische groei zoals gewenst enigszins vertraagde.
Aandelenmarkten Tot aan het eind 2009 zaten aandelen in een opgaande trend die in maart 2009 was begonnen. Sindsdien vallen de fluctuaties het best te karakteriseren als stabiel tot licht dalend. De wereldwijde MSCI aandelenindex bereikte medio april een tijdelijk hoogste punt, maar was aan het eind van het eerste halfjaar 2010 toch 8,1% lager dan aan het begin van het jaar. Door de sterke depreciatie van de euro pakten rendementen omgerekend naar onze valuta nog redelijk gunstig uit. Vanaf medio januari waren het vooral verhalen over terugtrekking van stimulansen door de overheid in China en strakke regulering van banken die de aandelenkoersen wereldwijd drukten. Vanaf medio april verlegde de negatieve focus van de markt zich naar enerzijds de schuldenproblemen van vooral een aantal eurozone-lidstaten en anderzijds de gevaren die banken lopen die geld aan deze landen hebben uitgeleend. De volatiliteit op de aandelenmarkten nam in het tweede kwartaal enorm toe. Vanaf het herstel van de wereldwijde aandelenkoersen in maart 2009 tot aan medio april 2010 was er een gestage daling van de beweeglijkheid geweest. Indicatoren die de onzekerheid op aandelenbeurzen meten zoals de Amerikaanse VIX en de Europese VStoxx- verdubbelden nadien tot niveaus van vóór maart 2009. De onzekerheid kwam tot uiting in lagere aandelenkoersen; immers de door beleggers gewenste premie voor onzekerheid steeg.
Bijna alle sectoren kwamen over de eerste zes maanden gemeten in de min, maar de financiële sectoren en de grondstoffenindustrie spanden de kroon. De bankensector werd opgeschrikt door een akkoord over de regulering in de Verenigde Staten en de wereldwijd vrij algemene roep om een extra bankenbelasting in te voeren. Bovendien gaf onder meer het Internationaal Monetair Fonds (IMF) aan dat de balansen van de Europese banken er relatief slecht voor stonden. Er was toenemende aandacht voor het feit dat de banken uit de sterke Europese landen vaak veel geld hebben geleend aan de overheden en private sector van de zwakke eurozone-lidstaten. Uiteindelijk werd afgesproken dat de grootste banken uit de eurozone zich aan een publieke stresstest zouden onderwerpen om voor vertrouwensherstel te zorgen. De grondstoffenindustrie had te lijden van het olielek in de Mexicaanse Golf. De marktkapitalisatie van BP halveerde tot £ 60 miljard. De prijzen van grondstoffen daalden met 5% in Amerikaanse dollar. Ook de staalindustrie schaarde zich onder de zwakste takken.
De aandelenkoersen van exporteurs uit de eurozone hadden baat bij de depreciatie van de euro. Onder de EuroStoxx50 was Philips het fonds met de sterkste koersperformance. De Duitse evenknie Siemens volgde op plaats twee. Dollargevoeligheid en veel afzet in opkomende markten waren onderscheidende karakteristieken voor de winnaars in het tweede kwartaal; consumptiegoederenbedrijven LVMH, Anheuser-Busch Interbrew, Daimler, Danone en L Oréal toonden mooie koersperformances.
In de regionale verdeling bleef de eurozone achter. Volgens de MSCI index bedroeg hier het rendement -8,4%. In lokale valuta gemeten scoorden andere regio s weliswaar gelijkwaardig, maar de euro deprecieerde dusdanig sterk, dat het eurorendement van deze andere markten vaak nog positief uitkwam. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de opkomende markten die met 9,9% de sterkst renderende landengroep vormden.
De in april/mei gepubliceerde winstcijfers over het eerste kwartaal waren sterk. Analisten stelden eerst de verwachte winsten voor 2010 en 2011 nog naar boven bij, maar vanaf medio juni was meer dan 50% van de aanpassingen van winsttaxaties neerwaarts gericht. Vooral in de Verenigde Staten was deze trend zichtbaar; wellicht sterk gerelateerd aan de sterke dollar die onder meer de omrekeningsverhouding voor gerepatrieerde winsten ongunstiger maakte. Gedurende het halfjaar stond de fusie- en overnameactiviteit op een laag pitje. De overname van AIG Azië door Prudential werd afgeblazen; anders was dit de grootste overname voor het jaar tot nog toe geweest. Fusies gerelateerd aan de
10
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL gezondheidszorg, de telecom- en de grondstoffenindustrie hadden de overhand. Onder de elf grootste overnames in de eerste zes maanden speelden zich er vier af in de telecommunicatie. e
Sectorrendementen wereldwijd in EUR, 1 halfjaar 2010 Financieel
3,6%
Energie
Gezondheidszorg
-2,7%
Basismaterialen
Industrieel
1,2%
6,4%
13,1%
Infotechnologie
5,7%
Consumenten basis
12,3%
Telefonie
4,5%
Consumenten extra
12,5%
Nutsbedrijven
2,7%
Bron: MSCI, Datastream
e
Regionale aandelenrendementen in EUR, 1 halfjaar 2010 Wereld
5,6%
Noord Amerika
9,1%
Europa
-2,4%
Eurozone
-8,4%
Pacific
10,1%
Opkomende markten
9,9%
Bron: MSCI, Datastream
Vastrentende markten De rentemarkten lieten in de verslagperiode een divers beeld zien. De verwachtingen ten aanzien van de eerste renteverhogingen van de Centrale Bankiers van de G3 (Verenigde Staten, eurozone en Japan) bleven naar de toekomst geschoven worden. Tweejaars renteniveaus voor staatsleningen in de Verenigde Staten en Duitsland daalden daarop naar nieuwe laagterecords. Ook golden deze segmenten van de rentemarkt als ideale vluchthavens voor beleggers die hun vertrouwen hadden verloren in een aantal perifere eurozone-lidstaten. In Duitsland bijvoorbeeld daalde de tweejaars rente van 1,33% naar 0,60% in de eerste zes maanden. Daarentegen steeg de rente in bijvoorbeeld Griekenland zeer sterk; de tweejaars staatsrente halveerde er niet maar verdriedubbelde tot 10,04%. Een hoogste niveau werd er zelfs aangetikt op vrijdag 7 mei met 18,27%, hetgeen een hoge verwachting op wanbetaling weerspiegelde. Het belangrijkste verhaal voor de rentemarkten in de eerste helft van 2010 kan verteld worden aan de hand van de markt voor Griekse staatsobligaties. De meest bepalende gebeurtenis vond plaats in het weekend na de aangehaalde 7 mei 2010. In oktober 2009 werd een nieuwe Griekse regering geïnstalleerd die meteen duidelijk maakte dat de ramingen voor het begrotingstekort tot dan toe veel te positief waren geweest. De vraag was of Griekenland hulp zou ontvangen van de eurolanden, maar die drongen vooral aan op een bijstelling van het fiscaal/economische beleid. Ook een eerste IMF/euro pakket van 110 miljard eind april bood geen soelaas. Er waren meer landen in de problemen en op de balansen van banken in de sterke landen stonden veel schulden aan de zwakke lidstaten, zodat uiteindelijk ook de sterken geraakt konden worden. In het weekend van 7 mei presenteerden het IMF, de Europese Central Bank (ECB) en de Europese Unie een ongekend groot hulppakket. Landen van de Europese Unie, en met name de euro-lidstaten, zegden toe een half miljard euro aan leningen van een nieuw opgericht instituut te zullen garanderen. Lidstaten in problemen kunnen onder voorwaarden geld lenen bij dit instituut tegen een rente inclusief risico-opslag.
De ECB ondersteunde de reddingsmaatregel door zich te mengen in de verstoorde markten voor staatspapier. Tot eind juni had de ECB iets minder dan 60 miljard aan Portugese, Ierse en Griekse staatsobligaties opgekocht. Tegelijkertijd keerde de ECB de trend in haar liquiditeitsbeleid, want sinds begin mei verschaft de ECB weer onbeperkte liquiditeitssteun over een langere termijn en een vaste rente van 1,00%.
De maatregelen hebben de rentemarkten enigszins tot bedaren gebracht, alhoewel de spreads met het veilig geachte Duitsland aanzienlijk bleven en de rentemarkt het vizier verlegde naar de grote begrotingstekorten in bijvoorbeeld Spanje en Frankrijk. Voor Duitsland vervlakte de rentecurve na begin mei. Het verschil tussen tien- en tweejaars staatsobligaties kwam uit op ongeveer 200 bps medio 2010, na een hoogtepunt te hebben bereikt van 235 bps begin mei. Verder liet de daling van de (kern-)inflatie toe dat de officiële tarieven laag bleven. De Amerikaanse Federal Reserve (Fed, stelsel van Amerikaanse centrale banken) kwam nog met hulp voor Europese banken die geen dollarfinanciering meer konden aantrekken, maar beëindigde de aankopen van schuldpapier, zoals aangekondigd was. Een aantal grondstoffenexporterende landen en opkomende landen verkrapte het monetaire beleid al wel. De problemen in de kleine eurozone-lidstaten contrasteerden sterk met de overheidsboekhoudingen van de meeste opkomende markten, die in het verleden juist een aanzienlijk hogere rente moesten betalen. Buitenlandse beleggers in schulden van opkomende landen hadden ook baat bij de valuta-appreciaties.
11
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL De uiteenlopende bewegingen tussen de verschillende landen reflecteerden zich in de bedrijfsobligaties. Grote Griekse en Spaanse partijen hadden hier onder te lijden. De algemene tendens tot lagere spreads ten opzichte van staatsobligaties zette aanvankelijk door in de verslagperiode. Echter de onzekerheid rond de staatsschulden, de gevolgen van fiscale krimp voor de economie en tekenen van economische afkoeling uit China en de Verenigde Staten raakten ook de markten voor bedrijfsobligaties. De maatgevende belangrijkste index voor Credit Default Swaps (CDS), oftewel de verzekeringspremie tegen wanbetaling, daalde in Europa eerst van 76 tot 65 medio januari om het halfjaar uit te luiden op 129. Een premie van 129 betekent dat een hoofdsom van 10 miljoen jaarlijks tegen een premie van 129.000 verzekerd wordt. In de eerste maanden van het jaar was er een behoorlijke uitgifte-activiteit die vanaf april grotendeels opdroogde. Vooral de financiering van de Europese banken via de obligatiemarkt kwam daardoor onder druk te staan.
Valutamarkten De opmars van de euro tegenover vooral de dollar was eind 2009 al gestuit. De depreciërende tendens hield voor de euro in het eerste halfjaar aan, gevoed door het wantrouwen in de euro en in eerste instantie ook sterkere Amerikaanse economische cijfers. Per saldo daalde de euro met 15% ten opzichte van de greenback. De Japanse yen was één van de sterkste valuta, terwijl China sinds eind juni enigszins grotere zwenkingen van haar yuan tegenover de dollar toestond.
2009H1
2009H2
Rente 3-maands Euribor, eind
1,10%
Rente 10-jaars rente Ver. Staten, eind Rente 10-jaars rente Duitsland, eind
2010Q1
2010Q2
0,66%
0,58%
0,71%
3,52%
3,84%
3,83%
2,94%
3,38%
3,38%
3,09%
2,57%
Return IBOXX sovereign (EUR)
1,5%
2,8%
4,3%
2,3%
0,1%
2,4%
Return IBOXX non-sovereign (EUR)
4,5%
6,0%
10,7%
2,8%
0,4%
3,3%
USD per EUR, eind
1,40
1,43
1,35
1,22
GBP; EUR per GBP, eind
1,17
1,13
1,12
1,22
73,89
74,87
79,09
92,26
JPY; EUR per 10.000 JPY, eind
2009
2010H1
Bron: Datastream
Vooruitzichten Met de genoemde rendementscijfers lijkt 2010 inderdaad het overgangsjaar te worden, zoals we dat aan het begin van het jaar hadden voorgesteld. Normaal presteren aandelenmarkten in een tweede jaar van herstel minder omdat dan het ruime monetaire beleid wordt teruggedraaid. Dat is nu zeker niet het geval. De grote centrale banken gaven allen aan dat ze de rente lang laag zullen houden. Het probleem van de gebrekkige kredietverlening veroorzaakt door banken die bezig zijn hun kengetallen op te poetsen, bedrijven die bang zijn voor een herhaling van de kredietcrisis en consumenten en overheden die hun schulden willen afbouwen verdraagt geen hogere rentes. De onderliggende binnenlandse economische groei (consumptie plus investeringen) in de traditionele geïndustrialiseerde landen tendeerde alleen in de Verenigde Staten enigszins omhoog. Juist daar bestaat de grootste kans dat een terugtrekkende overheid toch de economie op een groeipad houdt. Maar de Verenigde Staten zijn het enige land waar de regering nog niet toe lijkt aan bezuinigingen. Wel wordt ze geconfronteerd met een sterke oppositie zoals van de tea parties en de blue dog democraten. In de landen waar de economische groei nog te zwak is om het stimuleringsbeleid terug te trekken, dwingt de markt de regeringen ertoe de begrotingen versneld op orde te brengen. En was het de markt niet, dan bleken bezuinigingsboodschappen politiek beter verkoopbaar, zodat ook in de overige landen het mes in de overheidsuitgaven gaat.
Een steeds groter deel van economische groei wereldwijd speelt zich af buiten de traditioneel geïndustrialiseerde landen. Deze opkomende landen laten een behoorlijke groei zien en hebben een betere uitgangssituatie om eventueel verder te stimuleren. Met een enorme ommezwaai van krimp naar sterke groei stond China model. De extra kredietverlening en een enorm infrastructuurpakket daar ondersteunden de groei van vooral de eigen economie. Via een verlegging van de steun naar de consumptieve sector steunde het pakket ook de wereldeconomie enigermate. Aandelenmarkten zijn niet duur, gemeten aan de koers/winstverhouding van de Amerikaanse S&P 500 index. We verwachten op de middellange termijn slechts beperkte groei waardoor de dynamiek van economische ontwikkeling sterk voelbaar zal zijn in de aandelenkoersen. De tweede helft van 2010 zal vermoedelijk een semester worden van vertragende economische groei wereldwijd. De vertaling van dit momentum naar de financiële markten was de laatste maanden al terug te zien in de koersen. De te hoge winstverwachtingen van analisten zullen naar beneden bijgesteld moeten worden. In de eerste periode zijn er waarschijnlijk slechts beperkt kansen voor goede rendementen. Lagere aandelenwaarderingen en minder economische onzekerheid kunnen naar verwachting in de loop van de komende zes maanden wel weer aantrekkelijke instapmomenten bieden. De leidende obligatiemarkten van Duitsland en de Verenigde Staten lijken al een behoorlijke economische afzwakking in te prijzen. In de afgelopen jaren vormden de veranderingen in de kerninflatie de belangrijkste factor voor de bewegingen in bijvoorbeeld de tienjaars staatsleningen. De rentestanden weerspiegelen momenteel ook het idee dat de Centrale Bankiers de rente langer laag zullen houden dan gebruikelijk is. De lage obligatierentes zijn kwetsbaar nu de markten bereid blijken
12
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL ondeugdelijke overheidsbegrotingen zwaar af te zullen straffen met hogere rentes. Diversificatie staat daarom hoog in het vaandel. De afgelopen maanden is de uitgifte van bedrijfsobligaties vrij abrupt gestokt. Gelet op de noodzaak aan herfinancieringen loont het naar ons idee om te wachten op aantrekkelijker aanvangsrendementen.
13
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
1.3. GEGLOBALISEERDE BALANS Op 30.06.10 (in EUR)
Op 30.06.09 (in EUR)
AFDELING 1: BALANSSCHEMA TOTAAL NETTO-ACTIEF II.
IV.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties b. Andere schuldinstrumenten b.2. Zonder « embedded » financiële derivaten C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a. Aandelen
Deposito's en liquide middelen A. Banktegoeden op zicht
VI.
Overlopende rekeningen B. Verkregen opbrengsten C. Toe te rekenen kosten (-)
165.195.702,44
112.678.306,08
157.782.928,88
100.532.662,24
128.293.313,93 1.504.489,47
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar A. Vorderingen a. Te ontvangen bedragen b. Fiscale tegoeden B. Schulden a. Te betalen bedragen (-) c. Ontleningen (-)
V.
113.175.981,90
TOTAAL EIGEN VERMOGEN A. Kapitaal B. Deelneming in het resultaat D. Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
14
12.145.643,84
27.985.125,48
-1.437.332,99
-3.659.074,63
833.256,92 254.375,93
5.420.518,05 418.674,48
-2.451.376,66 -73.589,18
-9.498.228,68 -38,48
132.437,08 132.437,08
9.376.304,87 9.376.304,87
1.802.571,73 2.138.423,87 -335.852,14
1.695.543,32 2.344.651,64 -649.108,32
113.175.981,90 110.963.486,89 -16.566,81 2.229.061,82
165.195.702,44 163.709.189,50 -270.887,55 1.757.400,49
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
1.4. GEGLOBALISEERDE RESULTATENREKENING Op 30.06.10 (in EUR)
Op 30.06.09 (in EUR)
AFDELING 3: SCHEMA VAN DE RESULTATENREKENING I.
Waardevermindering, minderwaarden en meerwaarden A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties b. Andere schuldinstrumenten b.2. Zonder « embedded » financiële derivaten C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a. Aandelen D. Andere effecten G. Vorderingen, deposito's, liquide middelen en schulden H. Wisselposities en -verrichtingen b. Andere wisselposities en -verrichtingen
557.755,11
-1.394.978,23
1.711.983,50
827.370,93 -249.361,69
-1.155.502,23
-1.959.947,72 30,11 -12.695,20
1.273,84
-374,66
2.097.831,69 354.403,77
3.800.137,14 1.040.220,85
1.804.645,10 2.176,52 -100,90
2.816.919,03 113.925,64 -1,17
-63.292,80
-170.927,21
-426.524,98 -42.240,63 -23.534,17
-647.758,42 -64.802,31 -48.746,65
-229.725,69 -44.236,50 -4.722,77 -19.846,19 -7.831,18 -4.201,76 -44.317,37 -5.868,72
-333.414,10 -71.908,35 -5.337,23 -23.469,30 -21.935,31 -7.534,76 -64.735,00 -5.875,41
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) Subtotaal II + III + IV
1.671.306,71
3.152.378,72
V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het resultaat
2.229.061,82
1.757.400,49
VII.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
2.229.061,82
1.757.400,49
II.
IV.
Opbrengsten en kosten van beleggingen A. Dividenden B. Intresten a. Effecten/geldmarktinstrumenten b. Deposito's en liquide middelen C. Intresten in gevolge ontleningen (-) E. Roerende voorheffingen (-) b. Van buitenlandse oorsprong Exploitatiekosten A. Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a. Financieel beheer b. Administratief- en boekhoudkundig beheer E. Administratiekosten (-) F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) G. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
15
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
1.5. SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS 1.5.1. Samenvatting van de regels Onderstaande waarderingsregels zijn opgesteld in navolging van het KB van 10 november 2006 betreffende de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming. Meer bepaald, zijn de bepalingen van Art. 7 t/m 19 van toepassing. Kosten Teneinde grote schommelingen in de netto-inventariswaarde te voorkomen op datum van de betaling van de kosten, zijn de kosten met een recurrent karakter geprovisioneerd prorata temporis. Het zijn voornamelijk de recurrente provisies en kosten zoals weergegeven in het prospectus (bijvoorbeeld de vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille, de administratie, de bewaarder, de commissaris, …). De oprichtingkosten worden lineair afgeschreven over een periode van één of meerdere jaren, met een maximum van 5 jaar. Boeking van aan- en verkopen De effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging en financiële derivaten die tegen reële waarde worden gewaardeerd, worden bij aanschaffing en vervreemding in de boekhouding respectievelijk geboekt tegen de aankoopprijs en verkoopprijs. De bijkomende kosten zoals verhandelings- en leveringskosten, worden onmiddellijk ten laste gebracht van de resultatenrekening. Vorderingen en schulden De vorderingen en de schulden op korte termijn evenals de termijnplaatsingen worden in de balans opgenomen onder hun nominale waarde. Indien het beleggingsbeleid van het compartiment hoofdzakelijk gericht is op het beleggen van haar/zijn middelen in deposito's, liquide middelen of geldmarktinstrumenten, worden de termijnplaatsingen gewaardeerd aan reële waarde. Effecten, geldmarktinstrumenten en financiële derivaten De effecten, geldmarktinstrumenten en financiële derivaten (optiecontracten, termijncontracten en swapcontracten) worden gewaardeerd tegen hun reële waarde overeenkomstig de volgende hiërarchie: - Voor vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat die functioneert door toedoen van derde financiële instellingen, wordt de biedkoers (activa) en de laatkoers (passiva) weerhouden. In uitzonderlijke situaties, kunnen deze koersen niet beschikbaar zijn voor obligaties en andere schuldinstrumenten. In voorkomend geval, zal gebruik gemaakt worden van de middenkoers en zal deze werkwijze worden toegelicht in het (half) jaarverslag. - Voor vermogensbestanddelen die op een actieve markt worden verhandeld zonder toedoen van derde financiële instellingen, wordt de slotkoers weerhouden. - Gebruik van de prijs van de meeste recente transactie op voorwaarde dat de economische omstandigheden niet wezenlijk zijn gewijzigd sinds deze transactie. - Gebruik van andere waarderingstechnieken die maximaal gebruik maken van marktgegevens, die consistent zijn met de algemeen aanvaarde economische methodes en die op regelmatig basis worden geijkt en de validiteit wordt getest. De waardering van niet op de markt genoteerde rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming wordt gebaseerd op de netto-inventariswaarde van de deelbewijzen. De waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden voortvloeiend uit de hogervernoemde regels, worden in de resultatenrekening opgenomen onder de desbetreffende subpost van de rubriek "I. Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden”. De waardeschommelingen ten gevolge de prorata temporis verwerking van de gelopen interesten met betrekking tot obligaties en andere schuldinstrumenten, wordt opgenomen in de resultatenrekening als bestanddeel van de post ”II. Opbrengsten en kosten van de beleggingen - B. Interesten”. De reële waarde van de financiële derivaten (optiecontracten, termijncontracten en swapcontracten) wordt in de verschillende posten van de balans opgenomen in functie van het onderliggende instrument. De onderliggende waarde (optiecontracten en warrants) en de notionele bedragen (termijn- en swapcontracten) worden in de posten buiten-balanstelling opgenomen onder de respectievelijke rubrieken. Bij uitoefening van de optiecontracten en warrants worden de premies gevoegd bij of afgetrokken van de aankoop- of verkoopprijs van de onderliggende vermogensbestanddelen. Tussentijdse betalingen en ontvangsten in gevolge swapcontracten worden in resultaat opgenomen onder de subpost "II. Opbrengsten en kosten van de beleggingen - D. Swap-contracten".
16
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
Verrichtingen in deviezen De in buitenlandse valuta uitgedrukte vermogensbestanddelen worden omgezet in de munt van het compartiment op basis van de middenkoers op de contantmarkt en het saldo van de positieve en negatieve verschillen die resulteren uit de omzetting van de vermogensbestanddelen, wordt per munt in de resultatenrekening opgenomen.
1.5.2. Wisselkoersen 30.06.10 1 EUR
30.06.09 1,9558 DEM 9,5259 SEK 1,2271 USD
1,9558 DEM 10,8125 SEK 1,4134 USD
17
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
2. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES 2.1. BEHEERVERSLAG 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 30/10/1996 tegen de prijs van 2.478,94 EUR per deelbewijs.
2.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Het compartiment DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES wil op lange termijn kapitaalaangroei bereiken door te investeren in beursgenoteerde Europese aandelen. Categorieën van toegelaten activa: De activa van dit compartiment worden hoofdzakelijk belegd in aandelen van op een erkende beurs genoteerde Europese ondernemingen en bijkomstig in afgeleide activa (converteerbare obligaties of obligaties met warrant, warrants, opties en termijnverrichtingen; deze lijst is niet limitatief). De investeringen komen overeen met de regels voorzien in het koninklijk besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging. Het compartiment zal niet meer dan 10% van zijn activa in andere ICBE's of ICB's mogen beleggen. Toegelaten derivatentransacties: Er kan tevens gebruik gemaakt worden van derivaten binnen de door de Raad van Bestuur vastgelegde beperkingen en met naleving van de in de wet voorziene bepalingen en de van kracht zijnde regelgeving. Derivatentransacties dienen ter afdekking van risico's dan wel ter verwezenlijking van beleggingsdoelstellingen. Het gebruik van derivaten kan dus zowel een positief als een negatief effect op het risicoprofiel van het compartiment hebben. Grenzen van het beleggingsbeleid: Bovenop de reeds vermelde regels, komt het beleggingsbeleid van het compartiment overeen met het beleid omschreven in het koninklijk besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging voor de ICB die hebben geopteerd voor de beleggingscategorie zoals voorzien in artikel 7, § 1, 1° van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Sociale, ethische en milieuaspecten: Overeenkomstig met de wet zal de bevek geen onderneming naar Belgisch recht of naar buitenlands recht financieren die de volgende activiteit uitoefent: de vervaardiging, het gebruik, het herstel, het te koop stellen, het verkopen, het uitdelen, invoeren of uitvoeren, het opslaan of vervoeren van antipersoonsmijnen en/of submunitie, en met het oog op de verspreiding ervan.
2.1.3. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid De Europese beurzen lieten in de eerste helft van 2010 een wisselend beeld zien. In het eerste kwartaal stegen de aandelenindices, gedreven door sterke macro-economische cijfers en beter dan verwachte bedrijfsresultaten. In het tweede kwartaal corrigeerden de aandelenbeurzen vanwege zorgen over de staatsschuld en het begrotingstekort van Zuid-Europese landen zoals Griekenland en Spanje. Het fonds presteerde in de verslagperiode relatief beter dan de benchmark. De MSCI Emu index daalde met 8,4%, tegen een daling van 6,8% van het fonds op basis van intrinsieke waarde, inclusief dividend. Het verschil in performance tussen Europese landen was groot in de eerste helft van het jaar. Zuid-Europese landen zoals Portugal, Spanje en vooral Griekenland bleven aanzienlijk achter bij andere landen. Het fonds heeft de eerste helft van het jaar een onderwogen positie aangehouden in deze landen waardoor de landenallocatie positief bijdroeg aan de performance. Ook de sectorallocatie pakte gunstig uit voor het fonds. Industriële ondernemingen, informatietechnologie en niet duurzame gebruiksgoederen behoorden tot de beste sectoren. Nutsbedrijven, energie en financiële instellingen behoorden tot de zwakste sectoren. De overwogen positie in informatietechnologie alsmede de onderwogen positie in financiële instellingen droegen derhalve in belangrijke mate bij aan het positieve sectorallocatie effect. Een negatieve bijdrage werd geleverd door de sector duurzame consumptiegoederen, dit kwam met name door de onderweging in automobielbedrijven. Deze positie werd iets te vroeg afgebouwd. De aandelenselectie viel per saldo eveneens goed uit, met name binnen de sectoren industriële ondernemingen en financiële instellingen was de aandelenkeuze goed. In het begin van het jaar is de weging in cyclische sectoren opgehoogd en werd de overweging in de meer defensieve telecommunicatiesector afgebouwd. Gaandeweg de verslagperiode is het cyclische karakter afgebouwd door de weging in cyclische sectoren zoals basismaterialen en duurzame consumptiegoederen af te bouwen en de meer defensieve sector gezondheidszorg op te hogen.
18
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES
2.1.4. Toekomstig beleid Gedurende de verslagperiode zijn de mondiale economische ontwikkelingen verslechterd. Enerzijds zijn er de problemen die samenhangen met de onhoudbaar hoge begrotingstekorten van met name de Zuid-Europese landen, anderzijds lijkt het herstel van de wereldeconomie reeds over haar hoogtepunt heen te zijn. Deze gematigde vooruitzichten vinden hun weerslag in de opbouw van de beleggingsportefeuille. De onderweging in Zuid-Europa wordt gehandhaafd, evenals de overweging in solide ondernemingen met gezonde balansen, sterke merken en belangen in opkomende landen.
2.1.5. Risicoklasse Klasse 4. Eerste berekende risicoklasse: 4. Het is een risico-indicator die geldt voor een bepaalde ICB of een bepaald compartiment. Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 (nul) vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 (zes) het hoogste risico.
19
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
2.2. BALANS Op 30.06.10 (in EUR) AFDELING 1: BALANSSCHEMA TOTAAL NETTO-ACTIEF
Op 30.06.09 (in EUR)
12.750.752,68
13.530.168,18
12.145.643,84
13.340.640,15
12.145.643,84
13.340.640,15
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar A. Vorderingen a. Te ontvangen bedragen b. Fiscale tegoeden B. Schulden a. Te betalen bedragen (-) c. Ontleningen (-)
521.360,17
-48.718,01
267.028,91 254.375,93
5.838,00 237.380,31
-44,67
-291.897,84 -38,48
V.
Deposito's en liquide middelen A. Banktegoeden op zicht
132.437,08 132.437,08
301.149,77 301.149,77
VI.
Overlopende rekeningen B. Verkregen opbrengsten C. Toe te rekenen kosten (-)
-48.688,41 0,91 -48.689,32
-62.903,73 15,09 -62.918,82
12.750.752,68 13.689.595,54 16.668,01 -955.510,87
13.530.168,18 14.122.709,22 13.939,44 -606.480,48
II.
IV.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a. Aandelen
TOTAAL EIGEN VERMOGEN A. Kapitaal B. Deelneming in het resultaat D. Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
20
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES
2.3. RESULTATENREKENING Op 30.06.10 (in EUR) AFDELING 3: SCHEMA VAN DE RESULTATENREKENING Waardevermindering, minderwaarden en meerwaarden C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a.Aandelen D. Andere effecten H. Wisselposities en -verrichtingen b.Andere wisselposities en -verrichtingen
Op 30.06.09 (in EUR)
-1.154.228,39
-937.192,54
-1.155.502,23
-936.926,83 16,91
1.273,84
-282,62
Opbrengsten en kosten van beleggingen A. Dividenden B. Intresten b.Deposito's en liquide middelen C. Intresten in gevolge ontleningen (-) E. Roerende voorheffingen (-) b.Van buitenlandse oorsprong
292.741,99 354.403,77
422.699,65 503.042,82
308,33 -0,23
2.419,47 -0,56
-61.969,88
-82.762,08
Exploitatiekosten A. Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a.Financieel beheer b.Administratief- en boekhoudkundig beheer E. Administratiekosten (-) F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) G. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-94.024,47 -35.557,89 -3.760,58
-91.987,59 -28.713,06 -3.536,72
-33.822,30 -10.304,77 -1.574,25 -5.188,91 3.407,33 -1.400,56 -4.959,47 -863,07
-32.039,66 -10.563,49 -1.067,45 -2.325,95 -6.322,69 -1.367,80 -5.548,93 -501,84
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) Subtotaal II + III + IV
198.717,52
330.712,06
V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het resultaat
-955.510,87
-606.480,48
VII.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
-955.510,87
-606.480,48
I.
II.
IV.
21
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
2.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 2.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.10 Benaming
Hoeveelheid op 30.06.10
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie (in EUR)
% Portefeuille
% NettoActief
EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN TOEGELATEN TOT DE VERHANDELING OP EEN GEREGLEMENTEERDE OF HIERMEE GELIJK TE STELLEN MARKT AIR LIQUIDE SA AXA SA BNP PARIBAS SA CAP GEMINI SA CARREFOUR SA DANONE SA EDF SA LVMH MOET HENNESSY LOUIS VUITTON SA PUBLICIS GROUPE SANOFI-AVENTIS SA SOCIETE GENERALE SA SUEZ ENVIRONNEMENT COMPANY SA TECHNIP-COFLEXIP TOTAL SA UNIBAIL-RODAMCO SE VINCI SA VIVENDI SA
4.064 8.990 6.555 4.214 6.395 7.040 3.756 4.220 5.060 8.619 7.638 9.548 3.236 13.016 535 5.226 7.303
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
83,46 12,75 44,77 36,30 32,74 44,20 31,43 89,81 32,88 49,53 34,30 13,59 47,60 36,97 134,75 34,34 16,82
339.181,44 114.577,55 293.467,35 152.947,13 209.372,30 311.168,00 118.051,08 378.998,20 166.372,80 426.899,07 261.983,40 129.709,58 154.033,60 481.136,44 72.091,25 179.460,84 122.799,95 3.912.249,98
2,79% 0,94% 2,42% 1,26% 1,72% 2,56% 0,97% 3,12% 1,37% 3,51% 2,16% 1,07% 1,27% 3,96% 0,59% 1,48% 1,01% 32,20%
2,66% 0,90% 2,30% 1,20% 1,64% 2,44% 0,93% 2,97% 1,30% 3,35% 2,05% 1,02% 1,21% 3,77% 0,57% 1,41% 0,96% 30,68%
ADIDAS AG ALLIANZ SE REG SHS BASF SE BAYER AG REG SHS DEUTSCHE BANK AG REG SHS DEUTSCHE BOERSE AG REG SHS DEUTSCHE LUFTHANSA AG REG SHS E.ON AG REG SHS GEA GROUP AG KALI SALZ AG LINDE AG MAN SE MUENCHENER RUECKVERSICHERUNGS AG REG SHS SAP AG SIEMENS AG REG SHS
5.224 5.196 5.367 5.030 5.974 3.814 10.617 14.507 7.297 2.951 1.500 2.863 1.322 6.815 8.040
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
39,88 81,85 45,11 46,00 46,70 50,08 11,39 22,18 16,42 37,88 86,51 67,95 103,35 36,68 74,02
208.307,00 425.292,60 242.105,37 231.380,00 278.985,80 191.005,12 120.927,63 321.765,26 119.780,26 111.783,88 129.765,00 194.540,85 136.628,70 249.974,20 595.120,80 3.557.362,47
1,72% 3,50% 1,99% 1,91% 2,30% 1,57% 1,00% 2,65% 0,99% 0,92% 1,07% 1,60% 1,12% 2,06% 4,89% 29,29%
1,63% 3,34% 1,90% 1,81% 2,19% 1,50% 0,95% 2,52% 0,94% 0,88% 1,02% 1,53% 1,07% 1,96% 4,66% 27,90%
AKZO NOBEL NV ASML HOLDING NV DELTA LLOYD N.V. KONINKLIJKE KPN NV QIAGEN NV REED ELSEVIER NV TNT NV UNILEVER NV
3.754 11.989 7.422 42.490 7.205 23.401 12.048 14.047
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
43,01 22,87 13,92 10,48 16,00 9,12 20,78 22,54
161.440,77 274.128,49 103.277,13 445.082,75 115.280,00 213.440,52 250.357,44 316.619,38 1.879.626,48
1,33% 2,26% 0,85% 3,66% 0,95% 1,76% 2,06% 2,61% 15,48%
1,27% 2,15% 0,81% 3,50% 0,90% 1,67% 1,96% 2,48% 14,74%
BANCO SANTANDER SA REG SHS IBERDROLA SA REPSOL YPF SA TELEFONICA SA
35.526 59.439 7.894 29.229
EUR EUR EUR EUR
8,74 4,63 16,67 15,26
310.497,24 275.321,45 131.553,51 445.888,40 1.163.260,60
2,56% 2,27% 1,08% 3,67% 9,58%
2,44% 2,16% 1,03% 3,49% 9,12%
9.714 1.416 9.208
EUR EUR EUR
39,74 137,35 31,84
386.034,36 194.487,60 293.136,68 873.658,64
3,18% 1,60% 2,41% 7,19%
3,02% 1,53% 2,30% 6,85%
10.919 102.144
EUR EUR
14,43 2,19
157.561,17 223.184,64
1,30% 1,84%
1,24% 1,75%
Frankrijk
Duitsland
Nederland
Spanje
ANHEUSER-BUSCH INBEV BEKAERT KBC
België
ASSICURAZIONI GENERALI SPA INTESA SANPAOLO SPA
22
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL Benaming
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES Hoeveelheid op 30.06.10
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie (in EUR)
% Portefeuille
SAIPEM SPA SNAM RETE GAS SPA
3.512 58.982
EUR EUR
25,23 3,28
88.607,76 193.313,51 662.667,08
0,73% 1,59% 5,46%
% NettoActief 0,69% 1,52% 5,20%
NOKIA OYJ
14.429
EUR
6,71
96.818,59 96.818,59
0,80% 0,80%
0,76% 0,76%
Italië
Finland
AANDELEN
12.145.643,84 100,00%
95,25%
TOTAAL PORTEFEUILLE
12.145.643,84 100,00%
95,25%
BGL BNP Paribas BGL BNP Paribas BGL BNP Paribas
EUR USD SEK
Banktegoeden op zicht
132.378,27 57,68 1,13 132.437,08
1,04% 0,00% 0,00% 1,04%
DEPOSITO'S EN LIQUIDE MIDDELEN
132.437,08
1,04%
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN
521.360,17
4,09%
ANDERE
-48.688,41
-0,38%
TOTAAL NETTO-ACTIEF
12.750.752,68
100,00%
2.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) Per land
België Duitsland Finland Frankrijk Italië Nederland Spanje TOTAAL
7,19% 29,29% 0,80% 32,20% 5,46% 15,48% 9,58% 100,00%
Per sector
Banken en financiële instellingen Bouw van machines en toestellen Chemie Diverse investeringsgoederen Drank en tabak Energie en water Grafische kunst en uitgeverij Internet en Internetdiensten Landbouw- en voedingsindustrie Petroleum Pharmaceutische en cosmetica-industrie Telecommunicatie Textiel en kleding Verzekeringsmaatschappijen Andere TOTAAL
13,68% 3,66% 8,94% 4,90% 3,18% 8,55% 3,13% 3,32% 5,17% 7,04% 3,51% 8,13% 4,84% 7,72% 14,23% 100,00%
23
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
2.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR) Omloopsnelheid 1ste HALFJAAR Aankopen Verkopen
3.111.238,57 3.764.174,25
Totaal 1
6.875.412,82
Inschrijvingen Terugbetalingen
35.125,71 627.536,42
Totaal 2
662.662,13
Referentiegemiddelde van het totale netto-vermogen
Omloopsnelheid
13.780.671,12
45,08%
Gecorrigeerde omloopsnelheid 1ste HALFJAAR Aankopen Verkopen
3.111.238,57 3.764.174,25
Totaal 1
6.875.412,82
Inschrijvingen Terugbetalingen
35.125,71 627.536,42
Totaal 2
662.662,13
Referentiegemiddelde van het totale netto-vermogen
Gecorrigeerde omloopsnelheid
13.780.671,12
47,57%
Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito's en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties is gratis beschikbaar bij DELTA LLOYD BANK N.V., met zetel te Sterrenkundelaan 23, 1210 Brussel, die instaat voor de financiële dienst
2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde Periode Jaar 2008 2009 01.01.10 - 30.06.10
Bedragen betaald en ontvangen door de ICB Netto-inventariswaarde (EUR) Einde periode (in EUR) Inschrijvingen Terugbetalingen van één aandeel van het compartiment Kap. Kap. Kap. 267.364,97 1.684.701,28 14.307.642,07 3.082,22 84.237,87 2.512.452,48 14.298.674,26 3.669,15 35.125,71 627.536,42 12.750.752,68 3.417,52
Evolutie van het aantal aandelen in omloop Inschrijvingen Kap. 58 26 10
Terugbetalingen Kap. 378 771 176
Einde periode Kap. 4.642 3.897 3.731
24
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES
2.4.5. Return * Het betreft cijfers uit het verleden die geen indicator van toekomstige rendementen zijn. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. * Staafdiagram met jaarlijks rendement over de laatste 10 boekjaren (in %): Jaarlijks rendement
19.04
17.03
10.00%
6.21
20.00%
10.23
16.23
23.24
Kapitalisatie
-0.22
0.00%
-10.00%
-17.3
-20.00%
-34.8
-30.00%
-43.11
-40.00%
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
* Tabel met de historische rendementen :
Kapitalisatie 1 jaar
3 jaar
5 jaar
10 jaar
Deelbewijs
Deelbewijs
Deelbewijs
Deelbewijs
19,04% (in EUR)
-10,40% (in EUR)
0,74% (in EUR)
-3,30% (in EUR)
* De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en inkopen van rechten van deelneming. * Het betreft de rendementscijfers van kapitaalisatieaandelen. De prestatie op jaarbasis van een gegeven periode n wordt aan de hand van volgende formule berekend: P (t; t+n) =
([(NIW t+n) / (NIW t)] ^ (1/n)) - 1
met P (t; t+n)
de prestatie van t tot t+n
NIW t+n
de netto-inventariswaarde per aandeel op t+n
NIW t
de netto-inventariswaarde per aandeel op t
n
de huidige periode
2.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens NOTA 1 - Andere kosten De rubriek « IV. K. Andere kosten (-) » van de resultatenrekening bevat voornamelijk betaalde bijdrage in de werkingskosten van de CBFA. NOTA 2 - Berekening van de return Met jaarlijks rendement wordt het absoluut rendement behaald over één jaar bedoeld.
25
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
3. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM 3.1. BEHEERVERSLAG 3.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 31/12/1992 tegen de prijs van 2.478,94 EUR per deelbewijs.
3.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid De activa van dit compartiment worden hoofdzakelijk belegd in vastrentende effecten, uitgedrukt in valuta die deel uitmaken van de Europese Monetaire Unie op 1 januari 1999 of uitgedrukt in Euro. De gemiddelde looptijd van dit compartiment situeert zich tussen 12 en 36 maand. Dit compartiment richt zich naar vastrentende effecten uitgegeven of gewaarborgd door eersterangsdebiteuren. Dit compartiment wordt uitgedrukt in Euro. Categorieën van toegelaten activa: De activa van dit compartiment worden hoofdzakelijk belegd in vastrentende effecten, uitgedrukt in valuta die deel uitmaken van de Europese Monetaire Unie op 1 januari 1999 of uitgedrukt in Euro. De investeringen komen overeen met de regels voorzien in het koninklijk besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging. Het compartiment zal niet meer dan 10% van zijn activa in andere ICBE's of ICB's mogen beleggen. Toegelaten derivatentransacties: Er kan tevens gebruik gemaakt worden van derivaten binnen de door de Raad van Bestuur vastgelegde beperkingen en met naleving van de in de wet voorziene bepalingen en de van kracht zijnde regelgeving. Derivatentransacties dienen slechts ter afdekking van risico's. Het gebruik van derivaten heeft dus geen effect op het risicoprofiel van het compartiment. Grenzen van het beleggingsbeleid: Bovenop de reeds vermelde regels, komt het beleggingsbeleid van het compartiment overeen met het beleid omschreven in het koninklijk besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging voor de instellingen voor collectieve belegging die hebben geopteerd voor de beleggingscategorie zoals voorzien in artikel 7, § 1, 1° van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Kenmerken van de obligaties en schuldinstrumenten: De gewogen gemiddelde rating volgens de Weighted average rating factor (WARF) van de ganse portefeuille is minstens AA. De rating van de individuele vastrentende effecten is minstens BBB bepaald volgens de IBoxx Average Rating. Individuele effecten welke door een downgrade onder deze grens uitkomen dienen binnen een termijn van drie maanden verkocht te worden. De obligaties en schuldinstrumenten waarin het compartiment belegt zijn uitgegeven door alle soorten emittenten : Staten, plaatselijke openbare besturen, internationale publiekrechtelijke instellingen, particuliere vennootschappen, .... De looptijd is over het algemeen in lijn met de markt (tussen 1 en 3 jaar) ; de beheerder heeft desondanks de keuze hiervan af te wijken naargelang zijn inschatting van de toekomstige evolutie van de rentevoeten. Het compartiment heeft een afwijking gekregen om tot 100% van zijn activa te beleggen in verschillende uitgiften van effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, haar plaatselijke besturen, een staat die geen lidstaat is van de Europese Economische ruimte of internationale publiekrechtelijke instellingen waarin één of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte deelnemen. Het compartiment zal niet meer dan 35% van zijn activa beleggen in effecten of geldmarktinstrumenten van een bepaald land. Sociale, ethische en milieuaspecten: Overeenkomstig met de wet zal de bevek geen onderneming naar Belgisch recht of naar buitenlands recht financieren die de volgende activiteit uitoefent: de vervaardiging, het gebruik, het herstel, het te koop stellen, het verkopen, het uitdelen, invoeren of uitvoeren, het opslaan of vervoeren van antipersoonsmijnen en/of submunitie, en met het oog op de verspreiding ervan.
3.1.3. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid Het eerste halfjaar van 2010 kan als turbulent worden beschouwd. Hoge volatiliteit en weinig liquiditeit waren onder andere kenmerken hiervan. De ontwikkelingen in Griekenland beleefden een hoogtepunt in mei. De reddende hand kwam uiteindelijk door middel van het oprichten van een Europees Reddingsfonds (European Financial Stability Facility) waardoor Griekenland de komende maanden aan haar verplichtingen kan voldoen. Daaropvolgend werd de rating van Griekenland verlaagd door Moody's, in navolging van Fitch en S&P, medio juni, met als gevolg dat Griekenland met ingang van juli geen onderdeel meer uitmaakt van verschillende Investment Grade government bond indices. Gedurende de afgelopen maanden heeft er duidelijk een verandering van perceptie plaatsgevonden over het wel of niet failliet kunnen gaan van een land. Als gevolg hiervan liepen de verschillen in rentetarieven tussen de diverse landen fors op. Naast Griekenland lagen ook Spanje en Portugal zwaar onder vuur en was er voortdurend sprake van een vlucht naar kwaliteit naar Duits staatspapier. Ook werd er een toevlucht gezocht in Amerikaanse en Britse staatspapier. Matige economische cijfers, een instabiele financiële sector en de dalende inflatie droegen met name bij aan een forse rentedaling op
26
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM de kapitaalmarkt. De 10-jaars rente daalde over de gehele linie met circa 50 basispunten tot bijna 2,5%. De ECB hield haar tarief onveranderd en de verwachting is dat dit nog geruime tijd zo blijft.
Middels aankopen van supranationals, agencies en landen buiten de eurozone zijn de risico's in het fonds in de afgelopen maanden meer gespreid. Reden hiervoor is het feit dat de balansen van deze instellingen en landen sterker zijn dan ieder individueel land op zich binnen de eurozone. Hier zal ook de komende maanden een vervolg aan worden gegeven. Het fonds sloot het eerste halfjaar af met een duidelijke outperformance ten opzichte van haar benchmark. Met name de landenallocatie droeg hiertoe bij.
3.1.4. Toekomstig beleid Verwacht wordt dat de rente voor een langere periode laag zal blijven vanwege een structurele lage groei en inflatie. De kans dat een overheid de verplichtingen verbonden aan de lening niet nakomen (hoofdsom en/of rente) is toegenomen. De kapitaalmarktrente zal nog geruime tijd zeer volatiel blijven.
3.1.5. Risicoklasse Klasse 0. Eerste berekende risicoklasse: 0. Het is een risico-indicator die geldt voor een bepaalde ICB of een bepaald compartiment. Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 (nul) vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 (zes) het hoogste risico.
27
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
3.2. BALANS Op 30.06.10 (in EUR) AFDELING 1: BALANSSCHEMA TOTAAL NETTO-ACTIEF II.
IV.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar A. Vorderingen a. Te ontvangen bedragen B. Schulden a. Te betalen bedragen (-) c. Ontleningen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen A. Banktegoeden op zicht
VI.
Overlopende rekeningen B. Verkregen opbrengsten C. Toe te rekenen kosten (-)
Op 30.06.09 (in EUR)
40.200.131,58
65.776.270,35
39.618.505,95
62.292.469,06
39.618.505,95
62.292.469,06
-50.650,25
-2.536.591,87 3.212.796,49 -5.749.388,36
-50.650,25
5.308.515,83 5.308.515,83
TOTAAL EIGEN VERMOGEN A. Kapitaal B. Deelneming in het resultaat D. Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
28
632.275,88 752.489,84 -120.213,96
711.877,33 969.699,64 -257.822,31
40.200.131,58 39.708.832,65 -46.773,33 538.072,26
65.776.270,35 64.009.956,40 -150.607,07 1.916.921,02
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM
3.3. RESULTATENREKENING Op 30.06.10 (in EUR) I.
II.
AFDELING 3: SCHEMA VAN DE RESULTATENREKENING Waardevermindering, minderwaarden en meerwaarden A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a.Obligaties
-28.105,97
Opbrengsten en kosten van beleggingen B. Intresten a.Effecten/geldmarktinstrumenten b.Deposito's en liquide middelen C. Intresten in gevolge ontleningen (-) E. Roerende voorheffingen (-) b.Van buitenlandse oorsprong
Op 30.06.09 (in EUR) 773.836,60
-28.105,97
773.836,60
699.277,87
1.368.983,69
699.525,16 1.082,57 -6,94
1.363.129,31 5.854,38
-1.322,92
Exploitatiekosten Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) Vergoeding van de bewaarder (-) Vergoeding van de beheerder (-) a.Financieel beheer b.Administratief- en boekhoudkundig beheer Administratiekosten (-) Oprichtings- en organisatiekosten (-) Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-) Diensten en diverse goederen (-) Taksen Andere kosten (-)
-133.099,64 -2.680,68 -3.776,64
-225.899,27 -850,42 -19.051,22
-80.840,36 -14.125,51 -1.574,26 -6.365,33 -4.725,03 -1.400,63 -15.702,26 -1.908,94
-137.470,35 -23.436,26 -1.067,45 -7.627,12 -6.357,03 -2.063,55 -25.580,79 -2.395,08
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) Subtotaal II + III + IV
566.178,23
1.143.084,42
V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het resultaat
538.072,26
1.916.921,02
VII.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
538.072,26
1.916.921,02
IV. A. C. D.
E. F. G. H. J. K.
29
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
3.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 3.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.10 % Portefeuille
% NettoActief
1.075.280,00 191.900,00 1.624.515,00 807.111,35 1.084.140,00 505.750,00 546.043,50 101.770,60 1.007.730,00 1.095.220,00 968.697,00 2.391.972,00 1.312.948,00 1.640.940,00 1.038.580,00 2.164.800,00 910.242,00 1.814.724,00 2.049.800,00 200.215,00 1.063.342,00 1.041.874,00 1.066.493,00 1.680.912,00 1.042.501,00 28.427.500,45
2,71% 0,48% 4,10% 2,04% 2,74% 1,28% 1,38% 0,26% 2,54% 2,76% 2,45% 6,05% 3,31% 4,14% 2,62% 5,46% 2,30% 4,58% 5,17% 0,51% 2,68% 2,63% 2,69% 4,24% 2,63% 71,75%
2,67% 0,48% 4,04% 2,01% 2,70% 1,26% 1,36% 0,25% 2,51% 2,72% 2,41% 5,95% 3,27% 4,08% 2,58% 5,39% 2,26% 4,51% 5,10% 0,50% 2,65% 2,59% 2,65% 4,18% 2,59% 70,71%
28.427.500,45
71,75%
70,71%
1.002.346,00 100.927,50 609.192,00 3.529.260,00 1.005.632,00 817.224,00 1.012.210,00 1.034.142,00 1.059.952,00 1.020.120,00 11.191.005,50
2,53% 0,25% 1,54% 8,92% 2,54% 2,06% 2,55% 2,61% 2,68% 2,57% 28,25%
2,49% 0,25% 1,52% 8,78% 2,50% 2,03% 2,52% 2,57% 2,64% 2,54% 27,84%
OBLIGATIES
11.191.005,50
28,25%
27,84%
TOTAAL PORTEFEUILLE
39.618.505,95 100,00%
98,55%
0,00
0,00%
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN
-50.650,25
-0,13%
ANDERE
632.275,88
1,57%
Benaming
Hoeveelheid op 30.06.10
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie (in EUR)
EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN TOEGELATEN TOT DE VERHANDELING OP EEN GEREGLEMENTEERDE OF HIERMEE GELIJK TE STELLEN MARKT AFD EMTN 4.75 02-12 25/10A ALLIED IRISH BK EMTN FL.R 10-12 19/03Q AUSTRIA 5.00 02-12 15/07A BANK V.NED.GEM. 5.25 01-11 04/07A BEI 4.375 07-13 15/04A BRD 1.25 09-11 16/12A CADES 4.50 08-13 04/09A CASSA DEPOSITI PRESTI.3.00 05-13 31/01A EKSPORTFINANS EMTN 4.375 07-10 20/09A EUROP.INVEST.BK 5.375 02-12 15/10A FINLAND 4.25 07-12 15/09A FRANCE OAT 4.75 01-12 25/10A GERMANY 1.50 09-11 10/06A GERMANY 4.50 03-13 04/01A GERMANY -1493.50 06-11 14/10A GERMANY -1514.25 07-12 12/10A ING BANK EMTN FL.R 06-16 18/03Q ITALY BTP 2.50 09-12 01/07S ITALY BTP 3.75 06-11 15/09S KA FINANZ AG 1.75 10-17 13/06A KOMMUNALKREDIT EMTN 4.375 07-12 02/10A KRED.ANST.WIEDERAUFB FL.R 06-12 29/06A LANDESBK HESS.TH.EMTN 5.50 02-12 22/03A NEDERLAND 2.75 09-15 15/01A SNCB EMTN 4.875 01-11 21/11A
1.000.000 200.000 1.500.000 775.000 1.000.000 500.000 500.000 100.000 1.000.000 1.000.000 900.000 2.200.000 1.300.000 1.500.000 1.000.000 2.000.000 1.000.000 1.800.000 2.000.000 200.000 1.000.000 1.000.000 1.000.000 1.600.000 1.000.000
EUR
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
107,53% 95,95% 108,30% 104,14% 108,41% 101,15% 109,21% 101,77% 100,77% 109,52% 107,63% 108,73% 101,00% 109,40% 103,86% 108,24% 91,02% 100,82% 102,49% 100,11% 106,33% 104,19% 106,65% 105,06% 104,25%
OBLIGATIES
EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN DIE WORDEN VERHANDELD OP EEN ANDERE SECUNDAIRE MARKT DIE GEREGLEMENTEERD, REGELMATIG FUNCTIONEREND, ERKEND EN OPEN IS ANGLO IRISH BK REGS 3.625 08-10 09/09A ERSTE GROUP BANK AG 2.25 09-11 13/05A FINANCE F.DANISH 2.125 10-11 21/03A GERMANY 1.00 10-12 16/03A INSTIT CRDT OFCL 3.375 08-11 09/12A NEDERLAND 1.75 10-13 15/01A NWB EMTN 2.75 09-11 21/02A OEBB INFRASTRUCT.EMTN 3.875 08-11 17/10A SWEDISH EXPORT CREDIT 3.625 09-14 27/05A UNEDIC 2.125 09-12 03/12A
1.000.000 100.000 600.000 3.500.000 1.000.000 800.000 1.000.000 1.000.000 1.000.000 1.000.000
EUR
DEPOSITO'S EN LIQUIDE MIDDELEN
TOTAAL NETTO-ACTIEF
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
100,23% 100,93% 101,53% 100,84% 100,56% 102,15% 101,22% 103,41% 106,00% 102,01%
40.200.131,58
30
100,00%
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM
3.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) Per munt
EUR TOTAAL
100,00% 100,00%
Per land
België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Noorwegen Oostenrijk Spanje Zweden TOTAAL
2,63% 4,22% 31,05% 2,45% 12,70% 3,01% 10,01% 5,50% 13,20% 2,54% 7,47% 2,54% 2,68% 100,00%
3.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR) Omloopsnelheid 1ste HALFJAAR Aankopen Verkopen
39.999.758,93 47.117.793,00
Totaal 1
87.117.551,93
Inschrijvingen Terugbetalingen
8.869.718,89
Totaal 2
8.869.718,89
Referentiegemiddelde van het totale netto-vermogen
Omloopsnelheid
42.164.816,72
185,58%
31
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
Gecorrigeerde omloopsnelheid 1ste HALFJAAR Aankopen Verkopen
39.999.758,93 47.117.793,00
Totaal 1
87.117.551,93
Inschrijvingen Terugbetalingen
8.869.718,89
Totaal 2
8.869.718,89 42.164.816,72
Referentiegemiddelde van het totale netto-vermogen
Gecorrigeerde omloopsnelheid
188,61%
Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito's en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties is gratis beschikbaar bij DELTA LLOYD BANK N.V., met zetel te Sterrenkundelaan 23, 1210 Brussel, die instaat voor de financiële dienst
3.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde Periode
Bedragen betaald en ontvangen door de ICB Netto-inventariswaarde (EUR) Einde periode (in EUR) Inschrijvingen Terugbetalingen van één aandeel van het compartiment Kap. Kap. Kap. 31.915.463,12 74.497.856,87 5.359,17 5.563,19 28.727.377,61 48.531.778,21 5.577,08 8.869.718,89 40.200.131,58 5.646,09
Evolutie van het aantal aandelen in omloop Inschrijvingen Kap.
Jaar 2008 2009 01.01.10 - 30.06.10
1
Terugbetalingen Kap. 6.055 5.200 1.582
Einde periode Kap. 13.901 8.702 7.120
3.4.5. Return * Het betreft cijfers uit het verleden die geen indicator van toekomstige rendementen zijn. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. * Staafdiagram met jaarlijks rendement over de laatste 10 boekjaren (in %): Jaarlijks rendement
2002
5.03
5.33
2001
4.07
4.42
5.00%
5.26
Kapitalisatie
2.97 1.53
2.00%
1.61
3.00%
2.86
3.01
4.00%
2005
2006
1.00%
0.00% 2000
2003
2004
2007
32
2008
2009
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM
* Tabel met de historische rendementen :
Kapitalisatie 1 jaar
3 jaar
5 jaar
10 jaar
Deelbewijs
Deelbewijs
Deelbewijs
Deelbewijs
4,07% (in EUR)
4,02% (in EUR)
3,03% (in EUR)
3,60% (in EUR)
* De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en inkopen van rechten van deelneming. * Het betreft de rendementscijfers van kapitaalisatieaandelen. De prestatie op jaarbasis van een gegeven periode n wordt aan de hand van volgende formule berekend: P (t; t+n) =
([(NIW t+n) / (NIW t)] ^ (1/n)) - 1
met P (t; t+n)
de prestatie van t tot t+n
NIW t+n
de netto-inventariswaarde per aandeel op t+n
NIW t
de netto-inventariswaarde per aandeel op t
n
de huidige periode
3.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens NOTA 1 - Andere kosten De rubriek « IV. K. Andere kosten (-) » van de resultatenrekening bevat voornamelijk betaalde bijdrage in de werkingskosten van de CBFA. NOTA 2 - Berekening van de return Met jaarlijks rendement wordt het absoluut rendement behaald over één jaar bedoeld.
33
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
4. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM 4.1. BEHEERVERSLAG 4.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 29/01/1993 tegen de prijs van 2.478,94 EUR per deelbewijs.
4.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid De activa van dit compartiment worden hoofdzakelijk belegd in vastrentende effecten, uitgedrukt in valuta die deel uitmaken van de Europese Monetaire Unie op 1 januari 1999 of uitgedrukt in Euro.Dit compartiment richt zich naar vastrentende effecten uitgegeven of gewaarborgd door eersterangsdebiteuren. Dit compartiment wordt uitgedrukt in Euro. Categorieën van toegelaten activa: Het compartiment DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM word hoofdzakelijk belegd in vastrentende effecten, uitgedrukt in valuta die deel uitmaken van de Europese Monetaire Unie. De investeringen komen overeen met de regels voorzien in het koninklijk besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging. Het compartiment zal niet meer dan 10% van zijn activa in andere ICBE's of ICB's mogen beleggen. Toegelaten derivatentransacties: Er kan tevens gebruik gemaakt worden van derivaten binnen de door de Raad van Bestuur vastgelegde beperkingen en met naleving van de in de wet voorziene bepalingen en de van kracht zijnde regelgeving. Derivatentransacties dienen slechts ter afdekking van risico's. Het gebruik van derivaten heeft dus geen effect op het risicoprofiel van het compartiment. Grenzen van het beleggingsbeleid: Bovenop de reeds vermelde regels, komt het beleggingsbeleid van het compartiment overeen met het beleid omschreven in het koninklijk besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging voor de instellingen voor collectieve belegging die hebben geopteerd voor de beleggingscategorie zoals voorzien in artikel 7, § 1, 1° van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Kenmerken van de obligaties en schuldinstrumenten: De gewogen gemiddelde rating volgens de Weighted average rating factor (WARF) van de ganse portefeuille is minstens AA. De rating van de individuele vastrentende effecten is minstens BBB bepaald volgens de IBoxx Average Rating. Individuele effecten welke door een downgrade onder deze grens uitkomen dienen binnen een termijn van drie maanden verkocht te worden. De obligaties en schuldinstrumenten waarin het compartiment belegt zijn uitgegeven door alle soorten emittenten : Staten, plaatselijke openbare besturen, internationale publiekrechtelijke instellingen, particuliere vennootschappen, .... De looptijd is over het algemeen in lijn met de markt (minimum een jaar) ; de beheerder heeft desondanks de keuze hiervan af te wijken naargelang zijn inschatting van de toekomstige evolutie van de rentevoeten. Het compartiment heeft een afwijking gekregen om tot 100% van zijn activa te beleggen in verschillende uitgiften van effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, haar plaatselijke besturen, een staat die geen lidstaat is van de Europese Economische ruimte of internationale publiekrechtelijke instellingen waarin één of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte deelnemen. Het compartiment zal niet meer dan 35% van zijn activa beleggen in effecten of geldmarktinstrumenten van een bepaald land. Sociale, ethische en milieuaspecten: Overeenkomstig met de wet zal de bevek geen onderneming naar Belgisch recht of naar buitenlands recht financieren die de volgende activiteit uitoefent: de vervaardiging, het gebruik, het herstel, het te koop stellen, het verkopen, het uitdelen, invoeren of uitvoeren, het opslaan of vervoeren van antipersoonsmijnen en/of submunitie, en met het oog op de verspreiding ervan.
4.1.3. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid Het eerste halfjaar van 2010 kan als turbulent worden beschouwd. Hoge volatiliteit en weinig liquiditeit waren onder andere kenmerken hiervan. De ontwikkelingen in Griekenland beleefden een hoogtepunt in mei. De reddende hand kwam uiteindelijk door middel van het oprichten van een Europees Reddingsfonds (European Financial Stability Facility) waardoor Griekenland de komende maanden aan haar verplichtingen kan voldoen. Daaropvolgend werd de rating van Griekenland verlaagd door Moody's, in navolging van Fitch en S&P, medio juni, met als gevolg dat Griekenland met ingang van juli geen onderdeel meer uitmaakt van verschillende Investment Grade government bond indices. Gedurende de afgelopen maanden heeft er duidelijk een verandering van perceptie plaatsgevonden over het wel of niet failliet kunnen gaan van een land. Als gevolg hiervan liepen de verschillen in rentetarieven tussen de diverse landen fors op. Naast Griekenland lagen ook Spanje en Portugal zwaar onder vuur en was er voortdurend sprake van een vlucht naar kwaliteit naar Duits staatspapier. Ook werd er een toevlucht gezocht in Amerikaanse en Britse staatspapier. Matige economische cijfers, een instabiele financiële sector en de dalende inflatie droegen met name bij aan een forse rentedaling op de kapitaalmarkt. De 10-jaars rente daalde over de gehele linie met circa 50 basispunten tot bijna 2,5%. De ECB hield haar tarief onveranderd en de verwachting is dat dit nog geruime tijd zo blijft.
34
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM Middels aankopen van supranationals, agencies en landen buiten de eurozone zijn de risico's in het fonds in de afgelopen maanden meer gespreid. Reden hiervoor is het feit dat de balansen van deze instellingen en landen sterker zijn dan ieder individueel land op zich binnen de eurozone. Hier zal ook de komende maanden een vervolg aan worden gegeven.
Het fonds sloot het eerste halfjaar af met een duidelijke outperformance ten opzichte van haar benchmark. Met name de landenallocatie droeg hiertoe bij.
4.1.4. Toekomstig beleid Verwacht wordt dat de rente voor een langere periode laag zal blijven vanwege een structurele lage groei en inflatie. De kans dat een overheid de verplichtingen verbonden aan de lening niet nakomen (hoofdsom en/of rente) is toegenomen. De kapitaalmarktrente zal nog geruime tijd zeer volatiel blijven.
4.1.5. Risicoklasse Klasse 1. Eerste berekende risicoklasse: 1. Het is een risico-indicator die geldt voor een bepaalde ICB of een bepaald compartiment. Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 (nul) vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 (zes) het hoogste risico.
35
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
4.2. BALANS Op 30.06.10 (in EUR) AFDELING 1: BALANSSCHEMA TOTAAL NETTO-ACTIEF II.
IV.
Op 30.06.09 (in EUR)
60.225.097,64
58.849.678,60
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties
60.914.156,29
57.086.497,40
60.914.156,29
57.086.497,40
Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar A. Vorderingen a. Te ontvangen bedragen B. Schulden a. Te betalen bedragen (-) c. Ontleningen (-)
-1.908.042,91
-929.828,24
566.228,01
2.201.883,56
-2.451.376,66 -22.894,26
-3.131.711,80
V.
Deposito's en liquide middelen A. Banktegoeden op zicht
VI.
Overlopende rekeningen B. Verkregen opbrengsten C. Toe te rekenen kosten (-)
1.627.254,22 1.627.254,22
TOTAAL EIGEN VERMOGEN A. Kapitaal B. Deelneming in het resultaat D. Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
36
1.218.984,26 1.385.933,12 -166.948,86
1.065.755,22 1.279.604,20 -213.848,98
60.225.097,64 57.565.058,70 13.538,51 2.646.500,43
58.849.678,60 58.033.034,14 3.029,97 813.614,49
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM
4.3. RESULTATENREKENING Op 30.06.10 (in EUR) I.
II.
IV.
AFDELING 3: SCHEMA VAN DE RESULTATENREKENING Waardevermindering, minderwaarden en meerwaarden A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a.Obligaties H. Wisselposities en -verrichtingen b.Andere wisselposities en -verrichtingen
Op 30.06.09 (in EUR)
1.740.089,47
-199.617,57
1.740.089,47
-199.613,73
1.105.811,83
1.205.316,17
1.105.119,94 785,62 -93,73
1.203.686,78 1.629,62 -0,23
-199.400,87 -4.002,06 -15.996,95
-192.084,11 -1.530,52 -15.900,48
-115.063,03 -19.806,22 -1.574,26 -8.291,95 -6.513,48 -1.400,57 -23.655,64 -3.096,71
-115.249,75 -20.173,99 -1.067,45 -6.434,21 -5.315,95 -1.367,80 -22.893,63 -2.150,33
906.410,96
1.013.232,06
-3,84
Opbrengsten en kosten van beleggingen B. Intresten a.Effecten/geldmarktinstrumenten b.Deposito's en liquide middelen C. Intresten in gevolge ontleningen (-) Exploitatiekosten A. Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a.Financieel beheer b.Administratief- en boekhoudkundig beheer E. Administratiekosten (-) F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) G. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-) Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) Subtotaal II + III + IV
V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het resultaat
2.646.500,43
813.614,49
VII.
Resultaat van het boekjaar (halfjaar)
2.646.500,43
813.614,49
37
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
4.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 4.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.10 Benaming
Hoeveelheid op 30.06.10
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie (in EUR)
% Portefeuille
% NettoActief
EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN TOEGELATEN TOT DE VERHANDELING OP EEN GEREGLEMENTEERDE OF HIERMEE GELIJK TE STELLEN MARKT AFD FL.R 06-XX 20/07A ALLEMAGNE GOVT BOND 4.25 07-17 04/07A ALLIED IRISH BK EMTN FL.R 10-12 19/03Q ASFINAG EMTN 3.125 05-15 06/10A AUSTRIA 3.90 04-20 15/07A AUSTRIA 4.30 03-14 15/07A AUSTRIA 5.00 02-12 15/07A BEI 4.125 07-24 15/04A BEI EMTN 4.25 07-14 15/10A BRD 6.25 00-30 04/01A BRD 6.25 94-24 04/01A BRD 6.50 97-27 04/07A BRD GOVT 3.50 05-16 04/01A BUNDESLAENDER BRD 30 4.25 08-14 02/05A CANADA 3.50 10-20 13/01A CASSA DEPOSITI PRESTI.3.00 05-13 31/01A COMUNIDAD MADRID 4.051 09-13 12/06A DENMARK EMTN 3.125 09-14 17/03A EUROFIMA BALE EMTN 4.375 04-19 21/10A FINLAND 3.875 06-17 15/09A FINLAND 4.25 04-15 04/07A FRANCE OAT 4.00 06-38 25/10A FRANCE OAT 4.75 01-12 25/10A FRANCE OAT 4.75 04-35 25/04A FRANCE OAT 5.00 01-11 25/10A GERMANY -043.75 04-15 04/01A GERMANY -044.25 04-14 04/07A GERMANY -063.75 06-17 04/01A GERMANY -074.00 07-18 04/01A GERMANY -1514.25 07-12 12/10A GERMANY -3014.75 03-34 04/07A GERMANY -3034.25 03-14 04/01A GREECE INFL. INDEX 2.30 06-30 25/07A GREECE INFL. INDEX 2.90 02-25 25/07A ITALY 3.75 06-21 01/08S ITALY BOT 4.50 08-18 01/08S ITALY BTP 4.75 08-23 01/08S ITALY BTP 6.00 00-31 01/05S KA FINANZ AG 1.75 10-17 13/06A LAND BADEN WUERTTEM 3.50 05-15 14/01A LANDW RENTENBANK 4.375 07-17 27/11A NEDERLAND 2.75 09-15 15/01A NEDERLAND 3.50 10-20 15/07A NV BK NED GEMEENTE 4.50 99-14 10/03A OEBB INFRASTRUKTUR 3.875 04-14 01/12A OESTER.KONTROLLBK 3.875 06-16 15/09A RAIF.ZENTRALBK OEST. 2.50 09-11 04/05A RFF 5.00 03-33 10/10A SLOVAQUE 4.00 10-20 27/04A
EUR
AUSTRIA
DEM
6.50 94-24 10/01A
OBLIGATIES
38
500.000 1.700.000 100.000 200.000 1.500.000 500.000 1.000.000 500.000 200.000 500.000 675.000 2.000.000 1.000.000 500.000 400.000 300.000 500.000 600.000 400.000 900.000 1.000.000 400.000 2.000.000 500.000 1.500.000 1.400.000 1.500.000 1.500.000 750.000 1.700.000 1.000.000 200.000 200.000 400.000 1.000.000 1.000.000 1.500.000 700.000 200.000 500.000 500.000 3.000.000 1.300.000 500.000 200.000 400.000 200.000 800.000 600.000
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
90,00% 114,08% 95,95% 103,75% 106,30% 110,20% 108,30% 107,99% 109,84% 143,64% 137,29% 144,15% 109,46% 109,01% 106,60% 101,77% 99,92% 105,60% 110,24% 110,26% 112,14% 105,80% 108,73% 117,48% 105,76% 110,34% 111,97% 110,90% 112,22% 108,24% 123,99% 111,21% 42,63% 43,44% 97,87% 104,74% 103,66% 112,27% 100,11% 106,54% 111,73% 105,06% 106,02% 109,66% 106,92% 106,58% 101,11% 117,01% 100,53%
450.000,00 1.939.411,00 95.950,00 207.492,00 1.594.440,00 551.005,00 1.083.010,00 539.935,00 219.670,00 718.180,00 926.707,50 2.882.980,00 1.094.600,00 545.053,50 426.404,80 305.311,80 499.600,00 633.580,80 440.970,40 992.358,00 1.121.420,00 423.180,00 2.174.520,00 587.405,00 1.586.430,00 1.544.704,00 1.679.505,00 1.663.470,00 841.635,00 1.840.080,00 1.239.900,00 222.418,00 91.281,10 200.815,58 978.660,00 1.047.380,00 1.554.840,00 785.855,00 200.215,00 532.680,50 558.649,00 3.151.710,00 1.378.208,00 548.295,00 213.846,60 426.338,40 202.224,00 936.110,40 603.151,80 44.481.587,18
0,74% 3,18% 0,16% 0,34% 2,62% 0,90% 1,78% 0,89% 0,36% 1,18% 1,52% 4,73% 1,80% 0,89% 0,70% 0,50% 0,82% 1,04% 0,72% 1,63% 1,84% 0,69% 3,57% 0,96% 2,60% 2,54% 2,76% 2,73% 1,38% 3,02% 2,04% 0,37% 0,15% 0,33% 1,61% 1,72% 2,55% 1,29% 0,33% 0,87% 0,92% 5,18% 2,26% 0,90% 0,35% 0,70% 0,33% 1,54% 0,99% 73,02%
0,75% 3,22% 0,16% 0,34% 2,65% 0,91% 1,80% 0,90% 0,36% 1,19% 1,54% 4,79% 1,82% 0,91% 0,71% 0,51% 0,83% 1,05% 0,73% 1,65% 1,86% 0,70% 3,61% 0,98% 2,63% 2,56% 2,79% 2,76% 1,40% 3,06% 2,06% 0,37% 0,15% 0,33% 1,63% 1,74% 2,58% 1,30% 0,33% 0,88% 0,93% 5,22% 2,29% 0,91% 0,36% 0,71% 0,34% 1,55% 1,00% 73,85%
100.000
DEM
127,42%
65.148,81 65.148,81
0,11% 0,11%
0,11% 0,11%
44.546.735,99
73,13%
73,96%
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL Benaming
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM Hoeveelheid op 30.06.10
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie (in EUR)
% Portefeuille
% NettoActief
308.720,40 501.173,00 2.133.300,00 1.323.144,00 107.829,00 328.599,00 971.926,20 100.927,50 425.810,80 420.013,60 507.660,00 1.926.702,00 555.972,30 599.754,00 103.872,70 524.265,00 1.430.142,00 208.865,60 663.000,60 534.345,00 421.616,00 847.961,60 1.020.120,00 15.965.720,30
0,51% 0,82% 3,51% 2,17% 0,18% 0,54% 1,60% 0,17% 0,70% 0,69% 0,83% 3,16% 0,91% 0,98% 0,17% 0,86% 2,35% 0,34% 1,09% 0,88% 0,69% 1,39% 1,67% 26,21%
0,51% 0,83% 3,54% 2,20% 0,18% 0,55% 1,61% 0,17% 0,71% 0,70% 0,84% 3,20% 0,92% 1,00% 0,17% 0,87% 2,37% 0,35% 1,10% 0,89% 0,70% 1,41% 1,69% 26,51%
15.965.720,30
26,21%
26,51%
401.700,00 401.700,00
0,66% 0,66%
0,67% 0,67%
401.700,00
0,66%
0,67%
EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN DIE WORDEN VERHANDELD OP EEN ANDERE SECUNDAIRE MARKT DIE GEREGLEMENTEERD, REGELMATIG FUNCTIONEREND, ERKEND EN OPEN IS AFD 3.625 10-20 21/04A ANGLO IRISH BK REGS 3.625 08-10 09/09A AUSTRIA 3.40 09-14 20/10A AUSTRIA 4.85 09-26 15/03A AUTOBAHN FINANZ EMTN 4.125 08-14 14/03A AUTOBAHN SCHNELL AG 4.375 09-19 08/07A BIRD EMTN -10268- 3.875 09-19 20/05A ERSTE GROUP BANK AG 2.25 09-11 13/05A EUROFIMA BALE 4.00 09-21 27/10A EUROPEAN COMMUNITY 3.125 09-15 27/01A FINANCE F.DANISH 2.125 10-11 21/03A FINLAND 3.125 09-14 15/09A ICO 4.375 09-19 20/05A ITALY BTP 5.00 09-40 01/09S KOMMUNALKREDIT AUSTR. 3.125 09-13 08/07A LEASEPLAN CORP 3.25 09-14 22/05A NEDERLAND 1.75 10-13 15/01A NWB 3.375 10-17 01/02A OEBB INFR.REGS 22 4.50 09-19 02/07A ONTARIO (PROV.OF) 4.00 09-19 03/12A SNCF 4.125 10-25 19/02A SWEDISH EXPORT CREDIT 3.625 09-14 27/05A UNEDIC 2.125 09-12 03/12A
300.000 500.000 2.000.000 1.150.000 100.000 300.000 900.000 100.000 400.000 400.000 500.000 1.800.000 570.000 600.000 100.000 500.000 1.400.000 200.000 600.000 500.000 400.000 800.000 1.000.000
EUR
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
102,91% 100,23% 106,67% 115,06% 107,83% 109,53% 107,99% 100,93% 106,45% 105,00% 101,53% 107,04% 97,54% 99,96% 103,87% 104,85% 102,15% 104,43% 110,50% 106,87% 105,40% 106,00% 102,01%
OBLIGATIES
ANDERE EFFECTEN CAISSE AMORT DET
EUR
3.375 10-21 25/04A
400.000
OBLIGATIES TOTAAL PORTEFEUILLE
EUR
100,43%
60.914.156,29 100,00%
101,14%
0,00
0,00%
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN
-1.908.042,91
-3,17%
ANDERE
1.218.984,26
2,02%
60.225.097,64
100,00%
DEPOSITO'S EN LIQUIDE MIDDELEN
TOTAAL NETTO-ACTIEF
4.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) Per munt
DEM EUR TOTAAL
0,11% 99,89% 100,00%
39
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
Per land
Canada Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Slovaquie Verenigde Staten Zweden Zwitserland Andere TOTAAL
1,58% 1,87% 29,93% 6,63% 13,64% 0,98% 8,65% 1,94% 11,89% 16,19% 0,99% 1,60% 1,39% 1,42% 1,30% 100,00%
4.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa (in EUR) Omloopsnelheid 1ste HALFJAAR Aankopen Verkopen
49.789.530,52 47.993.889,35
Totaal 1
97.783.419,87
Inschrijvingen Terugbetalingen
1.074.899,92 2.274.707,16
Totaal 2
3.349.607,08
Referentiegemiddelde van het totale netto-vermogen
Omloopsnelheid
58.586.730,23
161,19%
Gecorrigeerde omloopsnelheid 1ste HALFJAAR Aankopen Verkopen
49.789.530,52 47.993.889,35
Totaal 1
97.783.419,87
Inschrijvingen Terugbetalingen
1.074.899,92 2.274.707,16
Totaal 2
3.349.607,08
Referentiegemiddelde van het totale netto-vermogen
Gecorrigeerde omloopsnelheid
58.586.730,23
159,30%
Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito's en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties is gratis beschikbaar bij DELTA LLOYD BANK N.V., met zetel te Sterrenkundelaan 23, 1210 Brussel, die instaat voor de financiële dienst
40
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM
4.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde Periode
Bedragen betaald en ontvangen door de ICB Netto-inventariswaarde (EUR) Einde periode (in EUR) Inschrijvingen Terugbetalingen van één aandeel van het compartiment Kap. Kap. Kap. 1.348.547,37 39.119.126,27 60.593.687,80 6.338,25 6.550,52 3.833.685,55 58.778.404,45 6.558,63 1.074.899,92 2.274.707,16 60.225.097,64 6.861,70
Evolutie van het aantal aandelen in omloop Inschrijvingen Kap. 228 1 160
Jaar 2008 2009 01.01.10 - 30.06.10
Terugbetalingen Kap. 6.528 599 345
Einde periode Kap. 9.560 8.962 8.777
4.4.5. Return * Het betreft cijfers uit het verleden die geen indicator van toekomstige rendementen zijn. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. * Staafdiagram met jaarlijks rendement over de laatste 10 boekjaren (in %): Jaarlijks rendement
9.29
Kapitalisatie
10.00%
8.01
9.00%
6.00%
3.48
4.04
5.00%
4.59
5.73
6.62
7.00%
7.01
8.00%
4.00% 3.00%
0.74
2.00% 1.00%
-0.52
0.00% -1.00% 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
* Tabel met de historische rendementen :
Kapitalisatie 1 jaar
3 jaar
5 jaar
10 jaar
Deelbewijs
Deelbewijs
Deelbewijs
Deelbewijs
3,48% (in EUR)
4,03% (in EUR)
3,22% (in EUR)
4,86% (in EUR)
* De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en inkopen van rechten van deelneming. * Het betreft de rendementscijfers van kapitaalisatieaandelen. De prestatie op jaarbasis van een gegeven periode n wordt aan de hand van volgende formule berekend: P (t; t+n) =
([(NIW t+n) / (NIW t)] ^ (1/n)) - 1
met P (t; t+n)
de prestatie van t tot t+n
NIW t+n
de netto-inventariswaarde per aandeel op t+n
NIW t
de netto-inventariswaarde per aandeel op t
n
de huidige periode
41
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM
DELTA LLOYD INSTITUTIONAL
4.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens NOTA 1 - Andere kosten De rubriek « IV. K. Andere kosten (-) » van de resultatenrekening bevat voornamelijk betaalde bijdrage in de werkingskosten van de CBFA. NOTA 2 - Samenstelling van de activa en kerncijfers De rubriek « Andere » in de samenstelling van de activa en kerncijfers bestaat voornamelijk uit gelopen interesten op obligaties. NOTA 3 - Berekening van de return Met jaarlijks rendement wordt het absoluut rendement behaald over één jaar bedoeld.
42