DELEN IN KWALITEIT Landschapsontwikkeling tussen de bossen bij Dorst en Chaam
Colofon
Opdrachtgever:
Stuurgroep stedelijke regio Breda-Tilburg
Projectteam: Dienst Landelijk Gebied
Bertram de Rooij, Hannie Vugts-Roozen, Peter Sturmans
Gemeente Breda
Hans van Engen, Arne Greven
Gemeente Gilze en Rijen
Sietske de Regt
Gemeente Oosterhout
Johan van de Vrie
Provincie Noord-Brabant
Heidy Smit, Fred Schipper
Staatsbosbeheer
Petra Souwerbren
Waterschap Brabantse Delta
Hans van Kapel, Chris Beaart, Marielle Mulders
Gemeente Alphen-Chaam
Bart van Strien (agendalid)
Adviseurs: Staatsbosbeheer
Mireille Oonk (ecologie), Guus Verhorst (recreatie)
Provincie Noord-Brabant
Annemiek Meerman (ecologie)
Dienst Landelijk Gebied
Joep van Kasteren (realisatiestrategie)
Ontwerp en afbeeldingen:
Bertram de Rooij, Hannie Vugts-Roozen
Tekst:
Bertram de Rooij, Petra Souwerbren
Projectleiding:
Petra Souwerbren
Redactie:
Leo Bregman, Frits Nies Copy & Communicatie
Fotografie:
Dienst Landelijk Gebied
Vormgeving:
Caris & Sak, Heerlen
Reproductie:
Ars Grafisch, Roermond
© 2006, Dienst Landelijk Gebied en Staatsbosbeheer
2 | DELEN
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
INHOUD Samenvatting
4
1 | Aanleiding
6
2 | Landschap in ontwikkeling - toelichting op het ontwerp
8
2.1 | Aan de basis
8
2.2 | Landschap in beweging
8
2.3 | Basisstructuren
10
2.4 | Uitgangspunten
11
2.5 | Het ontwerp
11
3 | Delen in lusten en lasten
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
20
3.1 | Uitvoering
20
3.2 | Instrumenten
20
3.3 | Financiële bronnen
20
3.4 | Fasering
22
3.5 | Ruimtelijke segmenten
22
Bijlage 1
26
Bijlage 2
29
DEL EN IN K WA L I T EI T
|3
SAMENVATTING
Huidige situatie: genivelleerd landschap geënt op landbouwkundig gebruik.
Samenvatting Het gebied ten oosten van Breda staat op het punt van een ingrijpende gedaantever-
stedelijke ontwikkelingen. Ook opgaven voor natuur en water worden nader uitgewerkt
andering. Waar het beeld eeuwenlang werd bepaald door landelijke functies, zal dit in de
in het landschapsontwikkelingsplan.
toekomst een meer stedelijk karakter krijgen. In plaats van opbouwende wisselwerking
Leidraad voor het ontwerp vormen de historische ontwikkeling van het gebied, de ruimte-
dreigt hierdoor het gevaar van verwijdering tussen stad en land.
lijke karakteristieken van het landschap en de toekomstige behoeften inzake gebruik.
Om de kwaliteiten van stad en land onderling te versterken, heeft de stuurgroep Stede-
Gekozen is voor de uitwerking van een blauwgroen raamwerk met als aanknopings-
lijke Regio Breda-Tilburg opdracht gegeven een landschapsontwikkelingsplan op te stellen voor het gebied tussen de Boswachterij Dorst, de Chaamse Bossen, de Molenschotse Heide en de A27. In aansluiting op het Streekplan voorziet het streefbeeld in de inrichting van een robuuste landschapszone in het momenteel overwegend agrarisch gebied. Deze zone zorgt voor meer verband en onderlinge versterking van de boswachterijen, het landelijk gebied en de
4 | DELEN
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
SAMENVATTING
punten de aanwezige basisstructuren van waterlopen, bossen, bouwlanden, woonkernen en lanen, in combinatie met mogelijk nieuwe, dynamische functies. Het plangebied is gesplitst in acht deelgebieden met elk zijn eigen afgebakende opgave, een trekker en partners. Om de ontwikkelingen van stad en land – onderling en tussen gemeenten – te laten profiteren van wederzijdse meerwaarde en zo te laten delen in kwaliteit, moeten ze hand in hand gaan en in fases over langere termijn worden gerealiseerd. Voor de nadere uitwerking van het plan om te komen tot een vitaal en beleefbaar landschap kunnen de projectpartners een keur aan instrumenten inzetten op het vlak van planologie, verevening, verwerving, natuur- en landschapsbeleid, stimuleringsbeleid, fondsvorming en subsidies.
2020
2005
1880
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
|5
1 | A ANLEIDING
Aanleiding In de stedelijke regio Breda-Tilburg zijn grote veranderingen op komst als gevolg van verstedelijkingsopgaven, behoefte aan bedrijventerreinen, ontwikkeling van infrastructuur en landbouwgebied. In dezelfde regio liggen de natuurkernen Boswachterij Dorst en de Chaamse Bossen, waarvan ook het Annabos en het Ulvenhoutse Bos deel uitmaken. In het beleid van rijk en provincie Noord-Brabant zijn deze bossen aangewezen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur, een landelijk ecologisch netwerk. Het Ulvenhoutse Bos is tevens aangemeld voor de Habitatrichtlijn. Deze bossen zijn van belang voor zowel ecologie als recreatie. Het tussenliggend gebied wordt momenteel nog volop agrarisch gebruikt. Het terrein kende·len (ov.ww., ook abs.)
merkt zich door beperkte natuurwaarden en recreatieve ontsluiting. Bovendien heeft het
1 (iets) in delen splitsen
mede als gevolg van ruilverkaveling in de vorige eeuw weinig identiteit en eenheid.
2 verdelen
Om de relatie tussen de boswachterijen te versterken, een solide raamwerk te maken
3 [wisk.] (een getal) splitsen in factoren
voor de stedelijke ontwikkelingen en de kwaliteit van het landelijk gebied te verbeteren,
4 gemeenschappelijk hebben
voorziet het Streekplan in het creëren van een robuuste landschapszone tussen de bossen van Dorst en Chaam. In 2003 heeft Staatsbosbeheer een visie gepresenteerd op de
Het projectlogo staat symbool voor de gedachte achter het project. Delen in
landschapsontwikkeling in dit gebied. In vervolg daarop heeft Dienst Landelijk Gebied
kwaliteit. De diversiteit en veelkleurigheid die verborgen ligt in het gebied tussen
een zogenaamde ‘schetsschuit’ georganiseerd, een workshop waar getekend en gerekend
de boswachterijen Chaamse Bossen. Een verbinding te leggen tussen de delen.
is aan de landschapsontwikkeling.
Een gemeenschappelijke deler: de mogelijkheid om als ‘stad’ en ‘ land’ een ge-
December 2005 heeft de stuurgroep Stedelijke Regio Breda-Tilburg opdracht gegeven
meenschappelijk belang te hebben.
voor een landschapsontwikkelingsplan, een realisatiestrategie en een plan van aanpak voor deze landschapszone. De opdracht vraagt aandacht voor de regionale samenhang bij de uitwerking van ecologische, recreatieve en landschappelijke kwaliteiten. In nauwe
Landschap
samenwerking met de provincie Noord-Brabant, de gemeenten Breda, Oosterhout, Gilze en Rijen, Alphen-Chaam en het waterschap Brabantse Delta hebben de Dienst Landelijk
Onder het begrip landschap verstaat men overwegend het visuele uiterlijk van een
Gebied en Staatsbosbeheer een landschapsontwerp gemaakt. Dit geeft een beeld van de
bepaald gebied. Dit kan ontstaan zijn door menselijke factoren, natuurlijke facto-
gewenste, toekomstige inrichting en benutting van het landelijk gebied tussen de beide
ren of door een combinatie hiervan.
boswachterijen.
Tegenwoordig is het het landschap vooral een afspiegeling van de wijze waarop de samenleving het natuurlijk milieu gebruikt en vorm gegeven heeft. De wijze en mate van gebruik zorgt voor een diversiteit aan landschappen.
Plangebied
De concepten ‘stad’ en ‘ land’ duiden op een tegenstelling. Van oorsprong zijn de bebouwingskernen en het omringende landschap echter innig met elkaar verwe-
Het plangebied ligt tussen de boswachterij Dorst in het noorden, de Chaamse Bossen in
ven. Door in te steken op een vernieuwde en versterkte interactie tussen stedelijk
het zuiden, de Molenschotse Heide in het oosten en de A27 in het westen. Binnen deze
en landelijk gebied kan een uitgebalanceerde eenheid ontstaan. Er ontstaat een
begrenzing liggen de dorpen Bavel, Molenschot en Dorst en de waterlopen van de Gilze-
opbouwende wisselwerking. Stad en land delen dan in elkaars kwaliteit en vormen
wouwerbeek, de Goorloop, de Oude Leij en de Molenleij. Het gebied wordt momenteel
een (her)nieuw(d) landschap
vooral agrarisch benut.
6 | DELEN
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
A ANLEIDING | 1
Boswachterij Dorst Dorst
Gemeente Oosterhout
Gemeente Breda
Bavel
Molenschot
Gemeente Gilze en Rijen
Gemeente Alphen-Chaam
Chaamse bossen Het plangebied
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
|7
2 | L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP 2.1 | Aan de basis
Vanaf het einde van de middeleeuwen werden de heidegebieden verder ontgonnen, vooral op de hogere, droge delen. Eerst voor de jacht en voor de bosbouw (Ulvenhoutse Bos in
Het gebied tussen de boswachterijen wordt sterk bepaald door de fysieke grondslag die
de 15e eeuw, St. Annabos in de 16e eeuw). Later om de door overmatig gebruik ontstane
zorgt voor een daling in noordwestelijke richting. Het betreft een zacht golvend dekzand-
stuifzanden vast te leggen (Boswachterij Dorst en Chaamse Bossen in de 19e en 20e
landschap met afwisselend komvormige laagten, vlakten en hogere ruggen. De eeuwen-
eeuw). Daardoor konden deze geen bedreiging meer vormen voor het agrarisch gebied.
lang door de mens opgehoogde bouwlanden rijzen hier net als de jongere dekzandruggen
Zo ontstond een aaneengesloten systeem van ontginningsbossen en resterende heiden
als hogere koppen uit op. De oude beekdalen en de resten van oude beekdalen (waar-
op de hogere delen, van het noorden (Teteringse, Goorbergse Heide) via het oosten (Mo-
schijnlijk uit de laatste ijstijd) liggen nog steeds als herkenbare, langgerekte en laaggele-
lenschotse Heide en Lage Heide) naar het zuiden (Valkenburgse Heide, het Prinsenbos, St.
gen stroken in het terrein.
Annabos en het Ulvenhoutse Bos).
Het interessante patroon van hoger en lager gelegen gebieden is nog goed te zien op oude
Er was een karakteristieke variatie in landschapstypen, uiteenlopend van open akkers
kaarten. In de afgelopen eeuw is dit onderscheid grotendeels verdwenen door talloze aan-
en halfopen beekdalen tot besloten bosgebieden met daartussen open heidevelden. Dit
passingen ten behoeve van de landbouw. Alleen het zichtbare reliëf rest nog.
alles vooral geleid door de natuurlijke mogelijkheden en onmogelijkheden (zie afbeelding
2.2 | Landschap in beweging
historische situatie 1880).
Landschapsontwikkeling is een voortdurend proces. Eeuwenlang is hierin vooral de natuur bepalend geweest, maar de laatste duizend jaar heeft de mens een aanzienlijk aandeel gehad. Liet hij zich aanvankelijk nog beperken door de grillen van de natuur, later werd de dominantie van de mens steeds groter en daardoor ook steeds zichtbaarder in het landschap.
De mogelijkheden van het landschap: gelijk op met de natuur Vanaf de middeleeuwen is het gebied langdurig gekenmerkt door een beeld van talrijke, uitgebreide heidevelden, natte beekdalen en oude nederzettingen met bolle akkers. De hei werd gebruikt voor het weiden van schapen, in de beekdalen lagen weiden en hooilanden en de akkers werden intensief bebouwd. Om de akkers vruchtbaar te houden, werden ze eeuwenlang opgehoogd met heideplaggen vermengd met mest. In het gebied lagen de voor de regio tussen Tilburg en Breda kenmerkende ‘herdgangen’. Dit waren kleine, driehoekige nederzettingen (’Frankische Driehoeken’) rond gemeenschappelijke grond om het vee op te scharen. Voorbeelden hiervan zijn Molenschot, Dorst, Bavel en Kerkeind. De akkers kenmerkten zich door openheid. Aan de randen wierp men vaak houtwallen op als veekering en tegen wildvraat. Een patroon van lange, rechte paden liep over de uitgestrekte heidevelden. In laagten en gebieden met een slecht doorlatende bodem lagen vennen en natte heiden. De Gilzewouwerbeek stroomde door een eigen, smal beekdal. De Goorloop en de Molenleij werden gegraven in een afvoerloos, oud beekdal om de natte gronden te ontwateren en geschikt te maken voor landbouw. Op de oude, natte gronden ontstond een fijnmazig, onregelmatig netwerk van graslanden met houtsingels en -wallen als perceelscheidingen. Het was een karakteristiek, halfopen landschap met resterende, natte heidevelden. 8 | DELEN
IN K WA L I T EI T
Legenda: Hoge leemarme zwarte enkeerdgronden
Moerige podzolgronden
Moerige eerdgronden
Hoge lemige zwarte enkeerdgronden
Vergraven/stort
Podzolgronden
Kanteerdgronden
Podzolgronden
Beekeerdgronden
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP | 2
Perspectief van de situatie 1880
De mogelijkheden van de mens: de natuur voorbij De industrialisatie leverde steeds meer nieuwe technieken om de natuurlijke omstandigheden zodanig aan te passen dat voorheen woeste gronden optimaal agrarisch benut konden worden. Zo is in de afzienbare tijd van anderhalve eeuw het afwisselende landschap getransformeerd tot een agrarisch productielandschap. De oorspronkelijke variatie op basis van de fysieke grondslag is grotendeels verdwenen. Het landschap is sterk genivelleerd (zie afbeelding situatie 2005). Historische situatie 1880
Nieuwe behoeften: van agrarisch gebied naar stedelijke uitloop+ De landbouw staat nu sterk onder druk. De stedelijke regio heeft aanzienlijke reserveringen gemaakt voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen in het gebied. De gevolgen voor het huidige gebruik zijn fors, maar ze bieden mogelijkheden voor nieuwe functies. Ook vanuit ecologisch, hydrologisch en recreatief oogpunt zijn de inzichten de laatste decennia aanzienlijk veranderd. Dit plan voorziet in een nieuwe identiteit voor het landschap tussen de Chaamse Bossen en de boswachterij Dorst, met een zelfdragend watersysteem (met waterberging) en een robuuste, ecologische en recreatieve dooradering. De stedelijke en landelijke ontwikkelingen kunnen hierin samengaan, zodat een wederzijdse meerwaarde ontstaat: stedelijke uitloop+ (zie afbeeldingen op volgende pagina: Beleid stedelijke ontwikkeling; Natuurbeleid en Inundatiegebieden).
Perspectief van de situatie 2005
Situatie 2005
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
|9
2 | L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP
Stedelijke reservering Dorst Landschapspark
Stedelijke reservering Breda-Oost
Landbouwontwikkelingsgebied
Beleid stedelijke ontwikkeling
EHS Boswachterij Dorst
Inundatiegebieden klimaatscenario 2050 indien geen maatregelen Landschapszone
2.3 | Basisstructuren Ecologische verbindingszone (EVZ)
Het landschap is dynamisch. Het is constant onderhevig aan natuur- en cultuurprocessen. Ook in het gebied tussen de beide boswachterijen is dit duidelijk te zien. Terugkeren naar een landschapsbeeld uit het verleden is niet wenselijk, het is zaak het landschap weer te
EHS Boswachterij Chaamse bossen
laten spreken. Met een identiteit gebaseerd op historische kennis, fysieke omstandigheden en toekomstige behoeften. Functies moeten zoveel mogelijk passen bij de basisstructuren en zodoende een logische plek krijgen in het landschap.
Natuurbeleid
10 | DEL EN
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP | 2
Er is gekeken naar basisstructuren en kenmerken die bepalend zijn voor de vorm en de
• Haaks daarop komen de ecologische en recreatieve doelstellingen die beide boswach-
mogelijkheden van het landschap. Dit heeft geleid tot vijf onderscheidende lagen in de
terijen noord-zuid moeten verbinden in een aaneengesloten en gevarieerde landschaps-
basisstructuren van het plangebied: • beken, leigraven en beekdalen;
zone. • Eén specifieke, ecologische verbindingszone met als belangrijkste doelsoort de boomkikker.
• akkers en woonkernen; • bossen en bosschages;
• Op strategische punten komen recreatieve ontsluitingen.
• lanen;
• Beleid voor nieuwe ontwikkelingen wordt integraal opgenomen en waar noodzakelijk
• beleid voor nieuwe ontwikkelingen.
aangevuld. Dit is bijvoorbeeld gebeurd met de planvorming voor het beekdal van de
Samen geven deze lagen het aanknopingspunt voor een groenblauw raamwerk.
Gilzewouwerbeek bij de ontwikkeling van Bavel. • Nadere uitwerking is nodig voor:
2.4 | Uitgangspunten
- het noordelijk plangebied waar het ontwerp voorziet in een bruggenhoofd voor de landschapszone; hier ligt tevens een zoekgebied voor een mogelijke rondweg Dorst, waarvan de besluitvorming over wenselijkheid, tracékeuze en/of mitigerende/com-
De uitgangspunten bij de uitwerking van het groenblauw raamwerk zijn:
penserende maatregelen vraagt om een vereniging van functies en belangen;
• Delen in kwaliteit - de groenblauwe structuur en de kwaliteiten die worden ontwik-
- de detaillering van de Ecologische verbindingszone; in onderhavig ontwerp past de
keld hebben niet alleen een betekenis binnen het ‘groene kader’ van landbouw, natuur
situering al bij de doelen en biotoopvereisten en is ze op hoofdlijnen afgestemd met
en waterbeheer, maar ze spelen ook een belangrijke rol in het (toekomstig) stedelijk netwerk als recreatief uitloopgebied, voor rust en ruimtebeleving en als aantrekkelijke
Waterschap Brabantse Delta en Dienst Landelijk Gebied; - de overige infrastructuur
omgeving voor wonen en werken; waar mogelijk wordt een samengaan gezocht van rode en groene functies die een meerwaarde opleveren voor de duurzaamheid en vitaliteit van het gebied; • Nieuwe differentiatie - een nieuwe, duurzame en sterk gevarieerde structuur op basis van (vitale) functies en bestaande kwaliteiten; deze moet zorgen voor een beleefbare afwisseling in het landschap; naast de nodige ecologische stapstenen is er volop ruimte voor nieuwe, dynamische functies passend bij de ecologische en recreatieve doelstellingen; • Functiewijziging, verbreding en stimulering - de hoofdstructuur heeft een primaire functie voor natuur en landschap; in de overige gebieden kan worden volstaan met een stimuleringsbeleid voor elementen en onderhoud in het landschap en met beleidsregels voor het behoud van gebiedskarakteristieken zoals openheid; • Afstemming plannen - de uitwerking van het landschappelijk raamwerk is afgestemd
De Landschapszone
Het Landschapspark en het stadspark
met plannen van de partners, zoals het (ontwerp-)structuurplan voor Bavel, Dorst en
De Leilagen
Lijndonk/Tervoort. Beekdal van de Gilzewouwerbeek
2.5 | Het ontwerp
Ecologische verbindingszone ‘De Boomkikker’
Het ontwerp gaat uit van versterking van de basisstructuren en landschappelijke eenheden. De Landschapszone
• Het systeem van beekdalen en waterlopen van oost naar west wordt landschappelijk, ecologisch, hydrologisch en recreatief versterkt. De waterlopen worden ontwikkeld tot landschappelijke dragers. De landschappelijke dragers zijn het beekdal van de Gilzewouwerbeek en de leilaagten. De landschappelijke eenheden
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
| 11
2 | L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP
Het beekdal van de Gilzewouwerbeek Het beekdal van de Gilzewouwerbeek is alleen nog herkenbaar aan het reliëf. De beek is genormaliseerd en kent weinig dynamiek. Om Gilzewouwerbeek én beekdal te ontwikkelen tot een landschappelijk drager wordt ruimte gegeven aan nieuwe dynamiek van de beek. Het beekprofiel wordt aangepast en het beekdal krijgt een natuurlijke ontwikkeling. Dicht bij de beek ontstaan kwelgraslanden, rietlanden en moerassige gebieden, die overgaan in bloemrijke graslanden op de hogere delen verder van de beek. Er komen grote grazers in het gebied en het beekdal wordt geaccentueerd door een patchwork van robuuste beekdalbossen (elzenberkenbossen). Zo wordt het beekdal duidelijk herkenbaar als grote landschappelijke drager. Door het beekdal slingert een informeel pad, waarlangs de natuur beleefd kan worden. De barrière van de A58 wordt overwonnen door de aanleg van een natte ecoduiker met loopplanken voor klein wild.
Het beekdal van de Gilzewouwerbeek
12 | D E L E N
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP | 2
De leilaagten Ook de leigraven zijn nauwelijks meer herkenbaar in het landschap, evenals het oude beekdal waarin deze watergangen zijn gegraven. Om de herkenbaarheid te bevorderen, worden ze ruimtelijk geaccentueerd door begeleidend struweel. De beekdalen worden zichtbaar gemaakt door het aanbrengen van een fijnmazige structuur van houtwallen en -singels op de kavelgrenzen. Hierdoor ontstaat een aantrekkelijk ruimtelijke afwisseling voor de recreant en tevens een interessante, ecologische functie. In de natuurlijke laagten en natte gebieden komen nieuwe poelen als stapstenen voor onder meer amfibieën. De tussenliggende landerijen worden omgevormd tot heischrale graslanden voor extensieve begrazing. Ook door de leilaagten loopt een informele recreatieroute, die een weg baant tussen de houtwallen en -singels. Het geheel zorgt voor een optimale ervaring van de ruimtelijke afwisseling.
De leilaagten
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
| 13
2 | L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP
De landschapszone Ter aanvulling van de grote, landschappelijke structuren worden enkele gebieden ingericht als essentiële koppelstukken voor een aaneengesloten noordzuidverbinding. De bestaande golfterreinen spelen voor de recreatieve ontsluiting geen rol en voor de ecologische verbindingen en potenties slechts een beperkte, wegens het intensieve gebruik. De essentiële koppelstukken worden aan de randen van de boswachterijen ingericht als droge, heischrale graslanden met verspreide beplanting. Aan de zuidoostzijde van de stedelijke uitbreiding Lijndonk-Tervoort wordt een strook ingericht als kleinschalig akkergebied. Dit refereert aan de oude akker waarop de stedelijke uitbreiding is gepland. Er is ook de mogelijkheid deze gronden in te richten als heischrale graslanden. De grens met de leilaagten wordt voorzien van houtwallen en -singels. Op natuurlijke laagten en natte gebieden worden nieuwe poelen aangelegd als stapstenen voor onder meer amfibieën.
De landschapszone
14 | DEL EN
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP | 2
Ecologische verbindingszone de Boomkikker Op de Molenschotse Heide (Vliegbasis Gilze-Rijen) leeft een populatie van de in Nederland zeldzame boomkikker. Deze houdt zich bij voorkeur op in zonbeschenen vegetaties, zoals houtwallen, het struweel van bosranden en met name braamstruweel. De boomkikker overwintert tussen boomwortels, in een strooisellaag of tussen houtstapels. In de nabije omgeving moet water aanwezig zijn voor de voortplanting. Ondiepe, zonbeschenen poelen met een rijke vegetatie genieten de voorkeur. Ook in het riet rond deze voortplantingspoelen houdt de boomkikker zich schuil. Stapstenen in de vorm van poelen met een goed ontwikkelde water- en oevervegetatie, waarin open ruimten, bieden een ideale verbindingszone, mits de poelen vrij van vis blijven. De Ecologische verbindingszone wordt aangevuld met struweel, heggen of houtwallen, met voldoende schuilmogelijkheden o.a. in de vorm van dood hout. Naast de boomkikker maken ook andere amfibieën gebruik van een dergelijke verbinding. Door de combinatie met het fijnmazige landschap van houtwallen en poelen in de leilaag-
Ecologische verbindingszone (EVZ)
ten ontstaat een netwerk voor de amfibieën en het klein wild om zich te verplaatsen door het gebied . De barrière van de A58 wordt overwonnen door de aanleg van een natte ecoduiker met loopplanken voor klein wild. Bij voorkeur wordt ook het aanwezige viaduct over de A58 voorzien van stroken aan weerszijden, die een droge verbinding en tevens een recreatieve functie bieden.
Recreatieve ontsluiting Naast de robuuste, landschappelijke dragers wordt het bestaande netwerk van wegbeplantingen (lanen) versterkt. Dit levert een fijnmazig, ruimtelijk casco en het zorgt voor een verdere, herkenbare geleding van zowel het landelijk als het stedelijk gebied. Het recreatief medegebruik van bestaande wegen wordt versterkt door nieuwe kortsluitingen en verbindingen, vooral gericht op fiets- en wandelverkeer. Goede aansluitingen voor langzaam verkeer vanuit het nieuwe stedelijk gebied dragen bij aan de functie van stedelijke uitloop. Op strategische punten komen kleine, informele voorzieningen, zoals een informatiepaneel of een picknickplek. Recreatieve startpunten met extra voorzieningen zijn gepland in Molenschot en bij de Bavelse Berg.
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
| 15
2 | L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP
Geplande ontwikkelingen De plannen voor het landschapspark de Bavelse Berg en voor een groenblauw raamwerk langs de Gilzewouwerbeek zijn integraal opgenomen in onderhavig ontwerp. Een stadspark op de plek van een grote natuurlijke laagte, als onderdeel van de verstedelijking Lijndonk/Tervoort, moet ecologische potenties combineren met een aantrekkelijk stedelijk milieu. Daarnaast voorziet het ontwerp in een groene bufferzone aan weerszijden van de Goorloop tussen de stedelijke ontwikkelingen Dorst en Lijndonk-Tervoort. Hierin is beperkt ruimte voor rode ontwikkelingen. Dit zorgt voor een beter ecologisch functioneren en voor een fraai woonlandschap.
Nadere uitwerking De begrenzing en inrichting van het bruggenhoofd voor de landschapszone is in het ontwerp opgenomen. Het voorstel is gemotiveerd vanuit de ecologische en landschappelijke structuur. De Oude Rijksweg N282 en de daaraan gelegen bebouwing en bedrijven vormen de enig mogelijke locatie in het plangebied voor robuuste aansluiting op de boswachterij
Deelgebied parken
Dorst. Hier ligt tevens een zoekgebied voor een mogelijke rondweg Dorst. De besluitvorming over wenselijkheid, tracékeuze en/of mitigerende/compenserende maatregelen vraagt om een vereniging van functies en belangen. Voor de recreatieve ontsluiting geldt dat de routes indicatief zijn opgenomen. Medewerking van grondeigenaren is een voorwaarde voor de feitelijke ontsluiting. Het Waterschap Brabantse Delta acht recreatief medegebruik langs de waterlopen mogelijk mits er schouwpaden aanwezig zijn. Voor ecologische verbindingszones geldt dat de mogelijkheid tot recreatief medegebruik afhangt van de doelsoorten (gevoeligheid voor verstoring). De Ecologische verbindingszone voor de doelsoort boomkikker moet nader worden uitgewerkt. Nog niet bekend is welke overige infrastructuur in de toekomst wordt gerealiseerd. Onderhavig plan gaat uit van de kwaliteiten en potenties voor huidige en toekomstige functies. Eventueel noodzakelijk geachte, nieuwe infrastructuur moet zodanig worden ingepast dat de functies en kwaliteiten van het landschap niet in gevaar komen.
16 | DEL EN
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP | 2
Uitwerking infrastructuur
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
| 17
2 | L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP
Perspectief van de nagestreefde situatie in 2020
18 | D E L E N
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
L ANDSCHAP IN ONTWIKKELING - TOELICHTING OP HET ONTWERP | 2
Streefbeeld
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
| 19
3 | DELEN IN LUSTEN EN LASTEN 3.1 | Uitvoering Agrarisch en particulier natuur/landschapsbeheer Er ligt een ambitieus plan. Realisatie is niet op korte termijn mogelijk. Over een periode
In het plangebied is ook voor de lange termijn plaats voor agrarisch en particulier grond-
van 10-20 jaar wordt stapsgewijs toegewerkt naar het eindbeeld.
gebruik. Het is zeer gewenst dat deze functies bijdragen aan ontwikkeling en behoud van
De landschapsontwikkeling zal veelal hand in hand gaan met stedelijke of infrastructurele
aantrekkelijk en (be)leefbaar landschap.
ontwikkelingen. De projectpartners werken daarin samen, met wisselende rolverdeling per deelgebied.
Stimuleringsbeleid
Onderstaand in het kort de instrumenten en bronnen die kunnen worden ingezet om de ambities van het plan Delen in Kwaliteit te realiseren.
Regeling en fondsvorming groenblauwe diensten Bijvoorbeeld voor akkerrandbeheer, aanplant en beheer van lanen en singels, struwelen
3.2 | Instrumenten
en poelen. Meerwaarde kan ontstaan in een regionaal fonds. Voorbeelden zijn: Etten-Leur, Duurzame Driehoek Eindhoven-Tilburg-Den Bosch, SRE Eindhoven.
Sommige instrumenten zijn gekoppeld aan concrete doelen, bijvoorbeeld de Ecologische
Subsidies, in kader van:
verbindingszone, andere instrumenten lenen zich voor het integrale plan.
• Groen om de stad
De keuze voor en inzet van instrumenten zal mede afhangen van de taakstelling in con-
• Europese Unie - divers
crete deelgebieden.
• Reconstructie • Investeringsbudget Landelijk Gebied
Planologie:
•…
• vastleggen streefbeeld als ontwikkelingsrichting; • mogelijk maken van (wijzigingen t.b.v.) landschapselementen, natuur; • voorkomen van intensief, grondongebonden agrarisch gebruik (buiten Landschaps-
3.3 | Financiële bronnen
ontwikkelingsgebied); • bestemmen agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden;
Sectoraal kader (beleid, regelingen, subsidies)
• mogelijk maken van (wijzigingen t.b.v. ) nieuwe, passende functies;
• Meerjarenplan Ontsnippering
• behoud openheid;
• Ecologische verbindingszone
• sturen op beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing functies (zoals
• Landschapsontwikkelingsplan Gilze en Rijen (in voorbereiding)
glastuinbouw, landschapsontwikkelingsgebied, campings). Integraal gebiedsgericht kader (beleid, regelingen, subsidies) Verevening:
• Opgave waterberging
• privaatrechtelijke afspraken gebiedsontwikkeling;
• Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR)
• kostenverhaal op basis van gewijzigde Grondexploitatiewet;
• Beekherstel • Reconstructie
Wet Voorkeursrecht Gemeente:
• Groen bij de stad, provincie Noord-Brabant en Ministerie van LNV
ingezet door Breda en Oosterhout Integrale stedelijke ontwikkeling (verevening) Verwerving
• Programma Dorst
Voor delen van het plangebied is functiewijziging naar natuur voorzien in de vorm van o.a.
• Programma Bavel
heischraal grasland, nat grasland, bosschages of beekdalbos. Verwerving van gronden
• Programma Lijndonk/Tervoort
biedt garantie voor onderhoud en beheer van gronden op lange termijn, passend bij de
• Programma toekomstige infrastructuur
doelstellingen. Het instrument verwerving kan gebiedsgericht worden ingezet, met een integrale aanpak voor stedelijke en reconstructiedoelen.
Nieuwe functies • Passende, particuliere ontwikkelingen met toegevoegde waarde voor het streefbeeld
2 0 | DELEN
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DELEN IN LUSTEN EN LASTEN | 3
Deelgebieden
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
| 21
3 | DELEN IN LUSTEN EN LASTEN 3.4 | Fasering De ambitie is aanzienlijk en zal zich in de loop der jaren voltrekken in grofweg de volgende
Deelgebied 1
Dorst
Trekker:
gemeente Oosterhout
Partners:
Waterschap Brabantse Delta, provincie Noord-Brabant,
fasen en respectievelijk te nemen stappen:
Staatsbosbeheer, gemeenten Breda, Gilze en Rijen, Dienst Landelijk Gebied
Fase 1 Visie vastleggen (2006) 1 Vaststellen streefbeeld
Bron:
integrale ontwikkeling Dorst
Opgave:
herstel Molenleij met begeleidend struweel
2 Het streefbeeld Delen in kwaliteit gebruiken als richtlijn voor ontwikkelingen (2006 en verder)
recreatieve ontsluiting met infopunt
3 Afspraken vastleggen over rollen, verantwoordelijkheden en bewaking van de uitvoering
natte graslanden ten noorden van de Molenleij singels en houtwallen
Fase 2 Ontwikkelingsrichting planologisch vertalen (2006-2009)
droge graslanden tussen Rijksweg en Molenleij
4 Planologisch kader vastleggen in bestemmingsplannen (ontwikkelingen faciliteren én
maatregelen Rijksweg o.l.v. provincie Noord-Brabant (in studie)
bestaande kwaliteiten behouden) Zie bijlage 2
Deelgebied 2
Lijndonk-Tervoort
Fase 3 Uitwerken regelingen en subsidies (2007-2008)
Trekker:
gemeente Breda
5 Vorming fonds voor landschapsbeheer; onderzoek kans regionaal fonds (2007 en ver-
Partners:
gemeenten Oosterhout, Gilze en Rijen, provincie Noord-Brabant,
der)
Dienst Landelijk Gebied, Staatsbosbeheer, Waterschap Brabantse
6 Aankoopstrategie/verwerving (2007 en verder) Fase 4 Uitvoeren onderdelen (2007 en verder)
Delta Bron:
integrale ontwikkeling Lijndonk-Tervoort
7 Formuleren projecten, aanvragen subsidies 8 Uitvoeren geprogrammeerde e/o kansrijke onderdelen, zoals de Meerjarenplan Ont-
Opgave:
snippering, Ecologische verbindingszone, beekherstel
recreatieve ontsluiting natte en droge graslanden
9 Integrale planontwikkeling rood en groen bij verstedelijking en infrastructurele werken
singels en houtwallen
(gerelateerd aan planning uitbreiding Bavel, Dorst, Lijndonk, rondweg, ontsluiting, aan-
poelen
passing A27) Deelgebied 3
3.5 | Ruimtelijke segmenten
Bavel
Trekker:
gemeente Breda
Partners:
Waterschap Brabantse Delta, gemeente Gilze en Rijen, provincie Noord-Brabant, Dienst Landelijk Gebied, Staatsbosbeheer
Het plangebied is ingedeeld in segmenten met elk een eigen trekker. Bron: Opgave:
integrale ontwikkeling Bavel met groenblauw raamwerk recreatieve ontsluiting dynamisch beekdal natte (kwel, moerige respectievelijk bloemrijke) graslanden beekdalbos
2 2 | DELEN
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DELEN IN LUSTEN EN LASTEN | 3 Deelgebied 4
Landschapszone
Deelgebied 7
Landschap ten zuiden A58
Trekker:
provincie Noord-Brabant
Trekker:
Gemeente Gilze en Rijen
Partners:
gemeente Gilze en Rijen, Dienst Landelijk Gebied, Staatsbosbeheer,
Partners:
gemeente Alphen-Chaam, Waterschap Brabantse Delta , Dienst
Waterschap Brabantse Delta Bron:
groen om de stad, landschapsfonds, reconstructie, overig
Opgave:
recreatieve ontsluiting
Landelijk Gebied, Staatsbosbeheer Bron:
reconstructie, landschapsfonds?, waterbeheerplan?, ontwikkeling bedrijventerrein
herstel verdroogde bovenlopen Goorloop
Opgave:
recreatieve ontsluiting
bouwland met akkerrandbeheer
dynamisch beekdal
droge, heischrale graslanden
bloemrijke graslanden
poelen
beekdalbos
singels en houtwallen, versterken lanenstelsel
droge graslanden en bosschages landschapszone
landschappelijke kwaliteit agrarisch gebied verhogen
behoud agrarisch gebied met landschappelijke kwaliteiten
behoud openheid
Deelgebied 5 Trekker: Partners:
Ontsnippering A58
Deelgebied 8
Landbouwontwikkelingsgebied
Rijkswaterstaat
Trekker:
gemeente Gilze en Rijen
gemeente Gilze en Rijen, Staatsbosbeheer, Waterschap Brabantse
Partners:
reconstructiecommissie Baronie, Dienst Landelijk Gebied
Delta Bron: Bron: Opgave:
Meerjarenplan Ontsnippering
reconstructie, landschapsontwikkelingsgebied, beeldkwaliteit, versterken lanenstelsel
ontsnippering ter hoogte Gilzewouwerbeek; forse ecoduiker met landzones; ontsnippering voor recreatief verkeer, mogelijk gecombineerd met droge verbinding; natte ecologische verbindingszone - ecoduiker
Deelgebied 6
Natte Ecologische Verbinding (doelsoort boomkikker)
Trekker:
Waterschap Brabantse Delta
Partners:
provincie Noord-Brabant, gemeente Gilze en Rijen, Dienst Landelijk Gebied, Staatsbosbeheer
Bron:
subsidiekader ecologische verbindingszone
Opgave:
natte ecologische verbindingszone van Molenschotse heide naar Prinsenbos
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
|23
BIJLAGE 1 Doelen, ontwerpopgave en beleid Doel
Hoe/ Ontwerpopgave
Beleid
Verbindingszone op regionale schaal tussen Merkske en
Aaneengesloten en ingerichte zone met natte
Natte Ecologische verbindingszone, resultaatverplichting
Dorst; doeltypen boomkikker en kamsalamander (m.b.t.
biotopen
Waterschap Brabantse Delta en gemeente
Robuuste zone waarin poelen realiseren
Kwalitatief onderdeel provinciaal beleid voor
Ecologie
Molenschotse Heide-Prinsenbos taakstelling EHS) Verbindingszone voor (middelgrote) zoogdieren (marterachtigen en reeën)
landschapszone; geen resultaatverplichting.*
(in van oorsprong open en besloten gebied met akkerdorpen, buurtschappen en akkers, beemden en heide met vennen/laagten) Biotoopverbetering t.b.v. vissen, libellen, amfibieën,
Herstel beek (Gilzerwouwerbeek), leien en lopen met
Kader Waterbeheerplan; geen resultaatverplichting;
beekgebonden macrofauna en beekgebonden flora
vochtige hooilanden, broekbos, beekoevers
Meekoppelen met maatregelen waterberging; Tevens Kwalitatief onderdeel provinciaal beleid voor landschapszone; geen resultaatverplichting*
Barrieres A58, Oude Rijksweg, spoor opheffen
Robuuste ontsnipperingsmaatregelen, zowel t.b.v natte
Ontsnippering A58 is opgenomen in Meerjarenplan
als droge verbinding.
Ontsnippering.
Ecoduct ter plaatse overgang Bavel en Raakeind
Maatregelen A58 hebben nog geen prioriteit 2005-2010;
(evt. als aanpassing van bestaand viaduct t.b.v. droge
herschikking middelen in overweging
verbinding) Ecotunnel (mogelijk gecombineerde natte/droge onderdoorgang A58). Ecoduiker als natte verbinding bij de Gilzerwouwerbeek t.p.v. de A58
24 | DELEN
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
BIJLAGE 1
Doel
Hoe/ Ontwerpopgave
Beleid
Structurerende karakteristieken weer zichtbaar maken
Cultuurlijk karakter: ontginningen en gehuchten, klein-
Kwalitatief onderdeel provinciaal beleid voor landschaps-
(referenties: geomorfologie, hoogte, bodem, historische
schalig en patroonmatig;
zone; geen resultaatverplichting.*
tijdsbeelden, nat/droog)
Natuurlijk karakter: voormalige heidegronden, afwis-
Landschap
selende en onregelmatige vlakken op basis abiotische omstandigheden Onderscheid tussen Gilzerwouwerbeek (herstel met overstromingsvlakte), Molenleij+Goorloop (met natte laagtes), Dortse Leij/Oude Leij en de Leeuweriklopen (bovenlopen van de Bavelse Leij. Gilzewouwerbeek
Uitwerking gemeente Breda binnen gemeentegrens
Planontwikkeling Bavel;
Breda; structuren doorzetten, ook ten zuiden A58
Kwalitatief onderdeel provinciaal beleid voor landschapszone; geen resultaatverplichting*
Molenleij
Uitwerken natte kommen, extensieve beekdalgraslanden;
Planontwikkeling Dorst;
gebiedsvisie Oosterhout gaat uit van inrichting 25-30 m, planologische reservering robuuster zone is nodig voor
Kwalitatief onderdeel provinciaal beleid voor landschaps-
openheid/landschapsgeleding, zie ‘openheid’
zone; geen resultaatverplichting*
Herkenbare cultuurhistorische opbouw Lijndonk, Lage
Gradiëntenrijke overgangen tussen gronden van
Aard en Hoge Aard: buurtschappen met aanliggende
oorsprong in agrarisch gebruik, beekdal en voormalig
akkers en beemden
heidegebied
(Van oorsprong kleinschalig landschap, afwisselend open en besloten.) Openheid
De landschapszone heeft als (planologisch) doel openheid
Streekplan en Uitwerkingsplan*;
en geleding in het kader van nieuwe bebouwing. Hieruit
Nb Openheid is bedoeld t.a.v. verstening en intensief
volgt een robuuste breedte die kan varieren van enkele
ruimtegebruik. Coulissenlandschap past goed.
honderden tot duizenden meters, die vrij blijven van rode en intensieve functies en primair dient t.b.v. landschap, natuur, recreatie.
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
|25
BIJLAGE 1
Doel
Hoe/ Ontwerpopgave
Beleid
Water Gilzewouwerbeek is reserveringsgebied; momenteel vindt Waterbeheerplan**, Bestuursakkoord Water, ReconstrucWaterberging
nadere uitwerking plaats. Opgave ca 40.000 m3
tieplan
Bergingslocaties verwerven en inrichten Waterpotentiegebied
Provinciaal beleid:
Streekplan
vernatting gewenst Waterkwaliteit: MTR
Bufferzones langs beken minimaal 2 x 5 meter
Waterbeheerplan; KRW
Waterdoelen/ GGOR: geschikte waterstanden voor landbouw en natuur
PM Watervoering Molenleij: nader onderzoeken, opties minder ontwateren, beek minder diep insnijden,..
Waterhuishoudingsplan**; Reconstructieplan
Doel
Hoe/ Ontwerpopgave
Beleid
Toegankelijkheid en beleefbaarheid voor wandelaars,
- benutten bestaande routes
Groen om de Stad (Ministerie van LNV, provincie Noord-
fietsers, ATB-ers, ruiters, verblijfsrecreanten Molen-
- aansluitingen maken tussen bestaande routes
Brabant)
schot;
- fietsen op regionale schaal
Uitloopgebied voor (toekomstige) bewoners van Bavel,
- wandelen lokale schaal
Tervoort, Dorst, Molenschot en mogelijk de wijken
- ruiters nabij maneges en in de bossen
Heusdenhout en IJpelaar
- nieuwe wandelroute langs berg, beek en door buiten-
Recreatie
gebied
* het streekplan is niet afrekenbaar t.a.v. de inrichting van landschapszones, wegens
schap Brabantse Delta aan de in het projectgebied spelende waterthema’s zoals
het ontbreken van concrete eisen. De provincie Noord-Brabant stelt wel eisen aan het
waterberging, Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR) en ecologische
groene programma voor verstedelijkingsopgaven in haar rol als toetser van bestem-
verbindingszones invulling kan geven. De Integrale gebiedsanalyse voor het stroom-
mingsplannen. De landschapszones maken onderdeel uit van die toetsing.
gebied Molenleij – Gilzewouwerbeek start volgens de planning in het 3e kwartaal 2007 en duurt ongeveer 9 maanden. Echter, vanwege diverse ontwikkelingen in het
**Waterschap Brabantse Delta heeft als taakstelling voor de Gilzewouwerbeek Ge-
gebied wordt intern geprobeerd om deze studie eerder te laten starten, waardoor
wenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR), waterafvoer en waterberging.
de concrete waterschapswens bekend is t.b.v. de uitwerkingen van deze ontwikke-
De financiële bijdrage voor beekdalontwikkeling zal gerelateerd zijn aan de taak-
lingen. Totdat de modelresultaten van de Integrale gebiedsanalyse bekend zijn, houdt
stelling. Voor de vertaling van beleid naar een gebiedsspecifieke invulling past het
het Waterschap Brabantse Delta voor de waterbergingsbehoefte de locaties van wa-
Waterschap Brabantse Delta de “integrale gebiedsanalyse” oftewel Integrale ge-
terschapsbrede berekeningen aan. De gebieden uit deze berekeningen geven inunda-
biedsanalyse toe. Een Integrale gebiedsanalyse is een modelmatige analyse van
ties weer met het huidige watersysteem en het toekomstige klimaat.
een stroomgebied, waarin integraal wordt bekeken en afgewogen hoe het Water2 6 | DELEN
IN K WA L I T EI T
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
BIJLAGE 2 Instrument planologie Inleiding
Toelichting
In het stappenplan voor het realiseren van de landchapsontwikkeling ‘Delen in kwaliteit’
In de toelichting van de bestemmingsplannen dient ingegaan de worden op de achtergrond
is het planologisch instrument een van de eerste stappen. De ambitie wordt vastge-
en het beleid ten aanzien van de Landschapsecologische zone (proces, inhoud en doel).
legd, passende ontwikkelingen worden gestimuleerd en niet passende ontwikkelingen
Aanduiding op plankaart
worden uitgesloten. Ten aanzien van de vigerende bestemming geldt dat een ambitie die wordt gerealiseerd over een periode langer dan 10 jaar niet mag leiden tot beperking in het
De Landschapsecologische zone kan zijn doorvertaling krijgen in bestemmingsplannen
huidig (grond)gebruik. De provincie Noord-Brabant heeft een voorstel gemaakt hoe
door op het renvooi van de plankaart betreffende gebieden de aanduiding ‘Onderdeel van
gemeenten in een bestemmingsplan kunnen omgaan met dit aspect.
de Landschapsecologische zone’ (of in andere benaming) op te nemen.
Het voorstel is onderstaand opgenomen.
Een aanduiding is niet zo hard als een bestemming en kan ook puur een signalerende functie hebben.
Kortweg zal het bestemmingsplan aandacht moeten geven aan de volgende onderdelen m.b.t. de gewenste ontwikkeling:
Voorschriften
• gebiedsaanduiding: agrarisch gebied respectievelijk agrarisch gebied met landschapse/o natuurwaarden, indien dit is te motiveren vanuit de huidige waarden;
In de toelichtende beschrijving in hoofdlijnen kan – zonder afbreuk aan de huidige
• aanduiding landschapsecologische zone, zie voorstel;
bestemming te doen – genoemd worden dat de op de plankaart als ‘Landschapseco-
• wijzigingsbevoegdheid naar passende functies zoals landschapselementen, natuur,
logische zone’ aangeduide gebieden onderdeel van het beleid van de gemeente voor
landgoederen, passend hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsgebouwen;
ontwikkeling van de bufferzone uitmaken. Deze gronden zijn onderdeel van een regio-
• aanlegvergunningstelsel: aandacht voor passende resp nietpassende ontwikkelin-
nale ecologische groenstructuur welke de gemeenten Breda, Gilze-Rijen, Oosterhout en
gen op basis van de aanwezige waarden openheid, landschap, cultuurhistorie (zoals
Alphen-Chaam op termijn willen realiseren, de als zodanig aangeduide gronden kunnen
behoud zandwegen, lanen respectievelijk ongewenst permanent grondgebruik voor
daarom in de toekomst hiervoor worden benut. De feitelijke bestemming (bijv. Agrarisch
containervelden);
gebied) regelt het huidige gebruik. De aanduiding leidt niet tot (extra) beperkingen aan
• toelichting: de aanduiding voor landschapsontwikkeling is een nadere uitwerking van de voorgenomen ontwikkeling in het Streekplan en het Uitwerkingsplan stedelijke regio
agrarische bedrijven of bedrijfsvoering indien een wijziging naar een natuurbestemming binnen de planperiode van het bestemmingsplan niet reëel is.
Breda-Tilburg. Het streefbeeld is uitgewerkt in ‘Delen voor kwaliteit’.
Hiermee zegt het plan feitelijk dat op termijn een andere ontwikkeling wordt voorgestaan terwijl daar nu nog geen eisen/consequenties aan worden verbonden.
Landschapsecologische zone in bestemmingsplannen
Voorstel door de Provincie Noord-Brabant Het gaat om buiten de provinciale Groene Hoofdstructuur gelegen gebieden die het bevoegd gezag wil benutten voor landschapsontwikkeling. In deze buiten de Groene Hoofdstructuur gelegen gebieden wordt natuur- en landschapsontwikkeling beoogd, maar is op korte termijn niet voorzien in inrichtingsmaatregelen. De gebieden maken onderdeel uit van een Groene Mal of een vergelijkbaar regionaal groen programma in de stedelijke regio. Voor deze gebieden geldt dat binnen de bestemmingsplanperiode (10 jaar) natuurontwikkeling en/of verwerving niet gerealiseerd zal zijn.
STREEFBEELD NOVEMBER
2006
DEL EN IN K WA L I T EI T
|27
Contactpersoon: Petra Souwerbren, Staatsbosbeheer Regio Zuid Postbus 330 5000 AH Tilburg T 013-70 74 800