SAVE T HE DAT E 2
Infokrant voor de bouwprofessional
DEFINITIEVE TRENDBREUK
2 & 23 septem ber Brussels Expo Project Build – HVAC – ECL – D eco&Fini sh
Als er één buzzword de jongste jaren als maatschappelijk streefmodel naar voor geschoven wordt, laat het dan wel duurzaamheid zijn. We worden immers aangespoord om samen werk te maken van de duurzame ontwikkeling van onze planeet, de aandacht voor een duurzame voedselketen en -productie stijgt, bedrijven worden van overal gestimuleerd om duurzaam te ondernemen en zelfs bestemmingen voor duurzaam toerisme zitten opvallend in de lift. In dit denkkader past ook perfect de huidige alomtegenwoordige trend naar duurzaam bouwen. De bouwsector draagt overigens op dit vlak nog veel meer dan ande re sectoren een verpletterende verantwoordelijkheid: in Europa vertegenwoordigen gebouwen liefst 40% van het totale ener gieverbruik (tegenover “amper” 26% voor de transportsector) en volgens de Europese Commis sie kunnen energiebesparende ingrepen en het gebruik van de juiste technologieën de ecologi sche voetafdruk van gebouwen met 17% doen afnemen, wat de totale energieconsumptie met liefst 11% zou doen slinken. Daarnaast kunnen en moeten ge bouwen ook op andere manieren duurzaam zijn: wanneer ze opge bouwd zijn uit bio-afbreekbare en recycleerbare materialen, schakelen ze zich in in een cradle
to cradle- of van wieg tot wiegaanpak (in tegenstelling tot de traditionele milieu-onvriendelijke cradle to grave-benadering), die op zich ook nog eens liefst zo mi lieuvriendelijk mogelijke produc tieprocessen hanteert. IEDEREEN GELIJK? Intussen tracht de overheid door het toekennen van premies, sub sidies en belastingaftrekken en door het uitwerken van een wet telijk en reglementair frame deze tendens naar duurzaam bouwen te bevorderen en aan te moedi gen. Hierbij wordt wel vaak be treurd dat het Vlaamse, het Waal se en het Brusselse Gewest een versnipperde aanpak met andere normen en rekenprogramma’s hanteren. De vraag is echter of de Europese Unie hier met de tijd geen breder supranationaal kader moet scheppen, weliswaar noodzakelijk aangepast aan de
klimaatomstandigheden van elke lidstaat. De reflex om duurzaam te bou wen en te leven vereist een (per definitie langzaam voortschrij dende) mentaliteitsverandering, maar het lijkt erop dat de bur ger, de architect en de aanne mer definitief de stap naar deze trendbreuk hebben gezet. Het Centrum Duurzaam Bouwen (Ce DuBo) in het Limburgse Heus den-Zolder, dat in 2012 tien jaar bestaat, Kamp C in Westerlo en het demonstratieproject Recy house van het Wetenschappe lijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) in het Waals-Brabantse Limelette kun nen intussen een voorbeeldfunc tie en een aanmoedigende voor trekkersrol blijven vervullen.
Extra bijlage bij de Standaard van 24 mei 2011, valt buiten de verant woordelijkheid van de redactie. Dit katern is samengesteld naar aanleiding van de vakbeurzen voor professionals in de bouw, georganiseerd door easyFairs op 22 en 23 september 2011 in Brussels Expo. Artikels wer den opgesteld door enkele partners die invulling geven aan het programma van deze vakbeurzen. Volgende editie met volledig overzicht van het beurs programma verschijnt op woensdag 14 september 2011 in de Standaard.
www.bouwkroniek.be
www.projectbuild.be
RELIGHTING, EEN BETOOG VOOR ENERGIEBESPARING MET BETER LICHT Veel ondernemingen, instellingen en overheden beseffen niet dat hun verlichtingsinstallatie voorbijgestreefd is, wat aanleiding geeft tot te weinig licht en een hoge elektriciteitsfactuur. Anderen beseffen het wel maar zien op tegen het ongemak, de kostprijs en het werk. Nochtans is de motivatie voor een energie-efficiënte en betere verlichting gemakkelijk te vinden. In dit artikel enkele doorslaggevende argumenten voor ‘Relighting’. Op de vakbeurs ECL 2011 organiseert Groen Licht Vlaanderen i.s.m. andere partners een uitgebreid programma omtrent deze thematiek.
Veel verouderde verlichtingsin stallaties voldoen niet meer aan Europese norm NBN-EN 124641 “Werkplekverlichting – deel 1 – werkplekken binnen”. Deze norm geeft aan wat de minimale verlichtingssterkte, uniformiteit en UGR (mate van verblinding) is voor elke taak. Kantoorwerk vereist een verlichtingssterkte van minstens 500 lux op het bu reau; ook assemblage in de autoindustrie legt 500 lux op; voor inspectie van de wagens echter verwacht men 1000 lux. Automatisatie Verlichting vertegenwoordigt een belangrijk aandeel in het to tale elektriciteitsverbruik. Voor kantoren, winkels, zorgsector en horeca vertegenwoordigt de ver lichting 35 tot 45% van het ver bruik, voor de industrie ligt dat gemiddeld rond 15%. In opslag bedrijven kan het aandeel van verlichting enorm oplopen. Dit wordt verklaard door de hoogte van de stapelrekken en het 24uren regime. Onze scholen vor men een uitschieter met ±70% van het elektrisch verbruik voor verlichting. Zeker nu de evolutie van de elektriciteitsprijzen onze ker is en men ook vanuit de over heid het energiegebruik wil rati onaliseren, vormt relighting de enige zinnige oplossing. Goede maatregelen kunnen immers een besparing tot 50% opleveren met haalbare terugverdientijden. Maar er kan nog meer bespaard (extra 20% tot 40%) worden wanneer de verlichting boven dien ook geautomatiseerd wordt. Hierdoor wordt de (nieuwe) ver lichting uitgeschakeld aan de hand van afwezigheidsdetectie
en kan ook de verlichting gedimd worden dankzij de daglichtsen sor. Greenlight program Een nieuwe energiezuinige ver lichting garandeert bovendien de opwaardering van het gebouw, betere arbeidsomstandigheden, minder ziekteverlet en een bete re uitstraling. Voor grote bedrij ven speelt zeker het imago mee van “Groen bedrijf” waaruit hun milieu-engagement kan blijken. In die context wil het Europese GreenLight Program bijdragen door bedrijven die inspanningen leverden betreffende energie zuinige verlichting te erkennen als ‘GreenLight Partner’. Doel hiervan is het de CO2-uitstoot te verminderen en om aldus bij te dragen tot de realisatie van het Kyoto-protocol. Groen Licht Vlaanderen fungeert hierbij als ‘GreenLight Endorser’ en is te vens partner in het ‘Sustainable Energy Europe’ programma van de Europese Commissie Groen Licht Vlaanderen Ook in Vlaanderen wenst men vanuit deze problematiek te sen sibiliseren. Met de steun (80% van de totale projectkosten) van het Vlaams Innovatienetwerk (IWT-Vlaanderen) werd eind 2004 Groen Licht Vlaanderen opgericht. Groen Licht Vlaande ren is verbonden aan het Labo ratorium voor Lichttechnologie (www.lichttechnologie.be) van KAHO Sint-Lieven en het Labo ratorium Licht&Gebouw van het WTCB (Wetenschappelijk tech nische Centrum voor het Bouw bedrijf) en wordt gestuurd en financieel ondersteund door een
2 | 4 VAKBEURZEN VOOR BOUWPROFESSIONALS – 22 & 23 SEPTEMBER 2011 – BRUSSELS EXPO
consortium van 40 bedrijven/ organisaties waaronder lamp- en armatuurfabrikanten, studiebu reaus, distributienetbeheerders, federaties en kenniscentra. Het doel van het project Groen Licht Vlaanderen is tweeërlei. Vooreerst wil men de Vlaamse (verlichtings-) fabrikanten aan zetten tot onderzoek en inno vatie; zo blijven ze competitief op de Europese markt. Vanuit Groen Licht Vlaanderen wordt hierbij aangestuurd tot o.a. het ontwerpen van armaturen voor energiezuinige lampen (vb. led, metaalhalide, fluorescentie). An derzijds wil men het gebruik van energie-efficiënte verlichting promoten en aldus helpen om de noodzakelijke energiebesparin gen te realiseren. Voorschrijvers (architecten, studiebureaus) en intermediairen in de bouw (elektro-installateurs, -verdelers en –groothandelaars) worden gestimuleerd om energiezuinige verlichtingsinstallaties aan de man te brengen in hun projecten;
zowel voor renovatie als voor nieuwbouw. Eco-design De recent invoerde eco-design richtlijnen voor verlichting, als ook de energieprestatieregel geving zullen hierbij helpen om dit te concretiseren. In utilitaire gebouwen (kantoren en scholen) maakt verlichting nu al deel uit van het pakket. Een energie-ef ficiënte verlichting kan dus posi tief bijdragen tot een laag E-peil (moet kleiner zijn dan 100) mits de EPB-verslaggever de verlich ting effectief in rekening brengt en niet de waarde bij ontstente nis gebruikt. Premies relighting en newligh ting Om de bedrijven, instellingen, overheden, … aan te zetten tot het plaatsen van energiezuinige verlichting, introduceerden de Vlaamse distributienetbeheer ders (Eandis, Infrax,…) premies voor Relighting en Newlighting. ▶▶▶
Relighting klaslokalen KAHO Sint-Lieven Technologiecampus Gent nv Zumtobel Lighting sa copyright images – Toon Grobet www.lumecore.be
▶▶▶ Om in aanmerking te komen voor deze subsidiëring, moet het geïnstalleerde vermogen van de (ver)nieuw(d)e verlichtingsin stallatie kleiner of gelijk zijn aan een grenswaarde die telkens uitgerekend wordt voor de spe cifieke ruimte. Bij de aanvraag, wordt een lichtstudie, de factuur alsook het ingevulde Excel re kenblad toegevoegd (het blanco rekenblad is te downloaden op de website van de distributienet beheerder). Enkel bij gebruik van de meest efficiënte lampen, ar maturen en voorschakelappara tuur zal men kunnen voldoen aan deze eisen. Een goede lichtplan ning vormt hierbij de sleutel tot succes. Bijkomende daglichtaf hankelijke dimming of aanwezig heidsdetectie kan bovendien een bijkomende premie opleveren. De premie kan ook aangevraagd worden voor relightingprojecten met led. Let wel, voor relamping (= vervanging van lampen) kan geen premie aangevraagd wor den. Relighting omvat dus veel meer dan het gebruik van efficiënte lampen. Dit moet leiden tot een ‘Energiebesparing met beter Licht’. Voor meer informatie omtrent het GreenLight Program, Groen Licht Vlaanderen of de financi ële steunmaatregelen van het IWT-Vlaanderen voor bedrijven: www.groenlichtvlaanderen.be of catherine.lootens@groenlicht vlaanderen.be Groen Licht Vlaanderen: Catherine Lootens, Bertrand Deroisy en Wouter Ryckaert
De organisatie van de “Belgische Prijs voor Architectuur & Energie 2011” door de Federatie van Architectenverenigingen van België (FAB) en Electrabel GDF-SUEZ is opnieuw een succes. Meer dan 270 inzendingen werden genoteerd die voor zowel een architectuur- als een energiebeoordeling in aanmerking komen. Met een tentoonstelling en voordracht worden de genomineerden in preview voorgesteld op de vakbeurs PROJECT BUILD 2011 in Brussels Expo op 22 & 23 september. De prijsuitreiking zelf vindt plaats op 25 oktober in het Paleis voor Schone Kunsten (Bozar) te Brussel.
© Foto Marc Sourbron
Architectuurprijs Er worden architectuurprijzen uitgereikt in de categorieën eengezinswoningen, groeps woningbouw, niet-residentiële gebouwen in de publieke en private sector. Eddy Vanzieleghem, FAB–coör dinator Architectuur Prijs: “Het aantal inzendingen voor eengezinswoningen was dit jaar opmerkelijk hoger ten opzichte van vorige editie. De beslissing om niet-residentieel te splitsen in een categorie publiek en privaat heeft een gelijkwaardig aanbod opgeleverd met een belangrijke kwaliteitstoename voor de openbare gebouwen in Vlaanderen als gevolg van de selectieprocedure door de Vlaamse Bouwmeester. Minstens 2/3 zijn nieuwprojecten met zelfs een aandeel van 80% voor de groepswoningbouw en niet-residentieel openbaar. Deze projecten zijn ook het meest stedelijk gesitueerd terwijl niet-residentieel private gebouwen voor 2/3 vrijstaand zijn en dus meer open ruimte innemen.”.
Winnaar van de Energieprijs 2009: niet-residentiële gebouwen Kantoorgebouw Bayer nv te Diegem van architectenbureau Schellen Architecten bvba uit Bonheiden.
Winnaar Architectuur niet-residentieel van de Belgische Prijs voor Architectuur & Energie 2009: Coussee & Goris Architecten uit Gent met het Jeugd- en Recreatiedomein De Boerekreek in Sint-Jan in Eremo.
Energieprijs Energieprijzen bekronen ener giezuinige realisaties in de ca tegorieën eengezinswoningen, groepswoningbouw en niet-re sidentiële gebouwen. Guy Fosté, Electrabel GDF-SU EZ: “Aan de EPB-eisen voldoen steeds meer inzendingen, ook uit Wallonië waar deze later in voege gingen. Er is opnieuw een
residentiële gebouwen (private en publieke sector) is er passiefbouw. De verdere selectie beoordeelt echter zowel de intrinsieke waarde van de gebouwen als de (actief of passief) voor verwarming ingezette middelen. Het aanbod van geselecteerden belooft boeiende nominaties en laureaten op te leveren.” www.fab-arch.be
aantal passiefhuizen en ook bij de appartementsbouw en de niet-
www.projectbuild.be | 3
HOE ZONNIG IS DE TOEKOMST MET ZONNEPANELEN? Net als elke spectaculaire groeimarkt heeft ook de markt van de zonnepanelen te kampen met ‘kinderziektes’. Iedereen claimt uiteraard goede kwaliteit te bieden, maar hoe onderscheidt de consument wat goed is en wat niet? Hoe groot is trouwens de impact van de subsidies?
In 2009 kende de installatie van zonnepanelen een exponentiële groei. Voor die uitzonderlijke si tuatie was de subsidieregeling verantwoordelijk, die toen nieuw is ingevoerd. Logischerwijs was het in 2010 iets minder. De vraag is: wat mogen we in de komende jaren verwachten? Subsidies terugschroeven Als je groene energie wilt sti muleren, wie moet je dan subsi diëren? Elk Europees land heeft een eigen regeling uitgewerkt. Zo kent Nederland nauwelijks federale overheidssubsidie. Toch zouden de scherpe terugverdien tijden die er gehanteerd worden, op termijn wel eens duurzamer kunnen blijken te zijn... De Belgische subsidieregeling heeft de beeldvorming bij de con sument vertekend. De hoge, zeer attractieve subsidies zijn immers onhoudbaar. Puur financieel zijn zonnepanelen voor de particulier nochtans een goede investering, want de prijzen van panelen en omvormers dalen, terwijl de te rugverdientijd kort blijft.
sument blijft de boodschap: wek zelf uw energie op! Op termijn zou men ervan kunnen uitgaan dat nieuwbouw energiegewijs zelfbedruipend moet zijn.
Op lange termijn denken
Kwaliteit gegarandeerd?
In België lijkt duurzaamheid on dergeschikt te zijn aan prijsbe wustzijn, terugverdieneffect en kortetermijnvoordeel. Door de commerciële druk lijkt de haal baarheid en de kwaliteit van in stallaties van minder belang: er is altijd wel iemand die de panelen wil leggen, desgevallend in een verkeerde hellingsgraad en op het noorden gericht... De hele communicatie rond de zonnepanelen zorgt ervoor dat het positieve, toekomstgerichte verhaal rond zonne-energie on dergesneeuwd raakt in een focus op financieel gewin. Voor de con
Minder evident is of de kwaliteit wel voldoende gegarandeerd is. Zowel wat de productie van de panelen als wat de installa tie betreft, is veel verbetering mogelijk. Punt is: volgens welke criteria ga je die kwaliteit bepa len? Technische kenmerken kun je op hun rendement testen en gevestigde merknamen kunnen vertrouwen wekken... Minderwaardige componenten vormen een probleem, maar kwaliteitsverlies kan ook aan de installatie te wijten zijn: dat pane len een aantal centimeters over de dakrand hangen of in de slag
Kies voor kwaliteitsvolle en performante installaties, al zijn dat niet per se de goedkoopste.
4 | 4 VAKBEURZEN VOOR BOUWPROFESSIONALS – 22 & 23 SEPTEMBER 2011 – BRUSSELS EXPO
schaduw van een schouw gelegd zijn, is onaanvaardbaar. Een dak zomaar volleggen met panelen is geen gezonde omgang met ener gieverbruik.
heidsreglementering nodig, met een keuring eraan gekoppeld. Dat moet ervoor zorgen dat de installaties goed werken, en niet dat er overal fraaie maar nietfunctionele kunstwer Specialistenwerk ken op de daken verschijnen. De Het positieve, Een kwaliteits tijd is hoe dan toekomstgerichte installatie is ook rijp om verhaal rond zonnenatuurlijk niet de ‘cowboys’ energie raakt onder alleen maar van de daken gesneeuwd in een focus een kwestie te halen, zo van marktre lijkt het. op financieel gewin. gulering en het spel van vraag en Elektro-Verkoop aanbod. De elektrovakblad voor elektro installateurs voelen de hete adem van de dakbedekkers in de nek. Aan de installatie van zon nepanelen is immers een elektri sche en een mechanische kant. Ideaal is dat elektro-installateur en dakbedekker in duo werken. Misschien is daarvoor een over
Nieuwbouw met E60 en een condensatieketel? Ventilatievoorzieningen en luchtdichtheid zijn van doorslaggevend belang Toen de EPB reglementering werd ingevoerd, was het duidelijk dat het toenmalige E-peil van E100 slechts een eerste stap was. Uit de praktijk bleek dat men al snel kon overschakelen op E80, iets sinds begin 2010 van kracht werd. In het kader van de milieu-doelstellingen van de EU kijkt men echter verder. Verwacht wordt dat het E-peil voor woningen binnen afzienbare tijd zal worden aangescherpt tot E60. Welke impact heeft dat op de keuze voor het verwarmingsysteem?
Ketels blijven interessant in nieuw bouw Er wordt wel eens gezegd dat de invoering van de E60 grens het definitieve einde zou betekenen van de traditionele verwarmings ketel in nieuwbouw. Men zou dan geheel of gedeeltelijk moeten overschakelen op alternatieve systemen. Dat is echter voorba rig; mits een energiezuinige ma nier van bouwen zal men blijven kunnen volstaan met de huidige generatie condensatieketels. Men moet dan wel enkele voorwaar den respecteren.
♦ ten eerste de ventilatieverliezen beperken door een mechanische ventilatie met warmteterugwin ning ♦ ten tweede de infiltratie- en exfiltratieverliezen beperken door kierdicht te bouwen. De standaardwaarden zijn in het re kenmodel vrij hoog ingesteld (12 m3/h per m2 buitenoppervlak). Een betere luchtdichtheid zal be wezen moeten worden door een blowerdoortest. Mogelijke oplossingen De drie factoren (K-waarde, ven tilatiesysteem, luchtdichtheid) zul
Men mag ervan uitgaan dat elke moderne condensatieketel aan de vereisten voldoet. Ketels worden wel al eens weggestopt in garages, bijkeukens of andere secundaire ruimtes. Men kan aanvoeren dat de werkelijke ketelverliezen nu zo klein zijn, dat ze nauwelijks een im pact hebben op het jaarverbruik. Dat is goed nieuws voor de ver warmingsrekening, maar voor de EPB-berekening doet dat niet ter zake: een plaatsing buiten het ver warmde volume wordt hoedanook bestraft door de rekenmethode. Warmteverliezen verminderen Om tot E60 te dalen, moet men in de eerste plaats de warmtever liezen beperken. Bouwen met de huidige K-waarde van 45 kan nooit E60 opleveren. Men mag maxi maal K=40 behalen, wat overigens al de grenswaarde is in Brussel. De K-waarde slaat echter op de warmteverliezen door transmis sie. Men moet ook letten op de warmteverliezen door ventilatie. Hier zijn er twee aspecten:
Viessmann: Mits een aangepaste bouwwijze kan een woning het E60 peil halen, ook met een traditionele ketel. (doc. Viessmann)
len elkaar onderling beïnvloeden. Eenvoudig gesteld komen we tot de volgende configuraties: Voor gasketels ♦ Een woning met maximaal K=40, met ventilatiesysteem D, warmteterugwinning, buitenzon wering en een luchtdichtheid van maximaal 2 m3/h per m2 buitenop pervlak. ♦ Indien men kiest voor venti latiesysteem C (dus meer verlie zen), mag de K-waarde niet hoger zijn dan K=27, en een luchtdicht heid van maximaal 3 m3/h per m2 buitenoppervlak. Buitenzonwering blijft eveneens verplicht. ♦ Als men de eis tot een lucht dichtheidsmeting wil omzeilen (en dus uitgaat van een verlies van 12 m3/h per m2 buitenoppervlak) moet men een woning bouwen met systeem D en maximaal K=27. Voor olieketels ♦ Een woning met maximaal K=40, met ventilatiesysteem D, warmteterugwinning, buitenzon wering. Hier gelden echter stren gere eisen voor de luchtdichtheid: maximaal 1 m3/h per m2 buitenop pervlak. ♦ Indien men kiest voor een ven tilatiesysteem C, zijn de eisen voor isolatie en luchtdichtheid nog scherper: maximaal K=25 en een waarde van 2 m3/h per m2 buitenoppervlak. Uiteraard is bui tenzonwering ook vereist. ♦ Als men geen luchtdichtheids meting wil laten uitvoeren, moet men een woning bouwen met buitenzonwering, K=25 en venti latiesysteem D met warmteterug winning.
Aspecten van de ventilatie-instal latie De luchtdichtheid van de woning wordt alleen maar bekeken vanuit het oogpunt van warmteverliezen door infiltratie/exfiltratie. Voor een goede kwaliteit van binnen lucht moet gezorgd worden door het ventilatiesysteem. De effici ëntie van het ventilatiesysteem wordt ook in rekening gebracht in het E-peil, meer bepaald in de mfactor. Deze m-factor wordt stan daard bepaald op 1,5, wat zoals de meeste standaardwaarden in het rekenmodel, een eerder conser vatieve en ongunstige waarde is. De m-factor kan verbeterd wor den door ♦ een betere zelfregelbaarheid van toevoeropeningen ♦ betere afstelling van afvoerope ningen ♦ grotere luchtdichtheid van toeen afvoerkanalen. Eventuele betere waarden dan de standaardaannames moeten bevestigd worden door product gegevens van de fabrikant en/of meetresultaten ter plaatse. Intel ligente regelsystemen (in func tie van aanwezigheid, of CO2- of vochtgehalte) kunnen eveneens in rekening worden gebracht, mits een gelijkwaardigheidsverklaring van de fabrikant. Conclusie De invoering van het E60 peil hoeft geenszins het einde van de verwarmingsketel te betekenen. Integendeel, mits de juiste ge bouwenconstructie is een hoog waardige condensatieketel een handige manier om aan de ener gieprestatie-eis te voldoen. Men moet dan wel goed geïsoleerd bouwen, ook wat luchtdichtheid betreft, en gebruik maken van een hoogwaardig ventilatiesysteem D met warmteterugwinning, liefst met een vraaggestuurde regeling (op basis van vocht- of CO2 me ting) De Onderneming, vakblad voor HVAC-sector www.distrigraph.com
www.projectbuild.be | 5
Elektricien, da’s een leven vol spanning Kiezen voor elektrotechniek is kiezen voor de toekomst We staan er vaak niet meer bij stil, maar elektriciteit en elektrotechniek zijn alomtegenwoordig. Bovendien volgen nieuwe technologieën elkaar steeds sneller op. Het is met andere woorden duidelijk dat wie kiest voor een elektrotechnische opleiding of beroep, de toekomst voor zich heeft. En toch kiezen te weinig jongeren voor een technische opleiding, vooral omdat de beroepsmogelijkheden onvoldoende bekend zijn. Vormelek, het opleidingscentrum van de sector van de elektriciens, tracht daarom op alle mogelijke manieren het beroep van elektricien meer in de kijker te zetten én bruggen te bouwen tussen de opleidingswereld en het beroepsleven.
Interesse in elektriciteit? Surf Stroom-Opwaarts! De campagne waarmee Vormelek de opleidings- en beroeps mogelijkheden in de kijker wil zetten, kreeg de naam StroomOpwaarts. Er is intussen voor elk wat wils. ♦ Kent u 10- tot 14-jarigen die kicken op elektriciteit? Moe dig ze aan om lid te worden van Elektroclub en het doeboek Elektrokick aan te vragen. Dat kan volledig gratis via www. stroomopwaarts.be >> Elektroclub ♦ Waar kan je als volwassene een degelijke elektrotechnische opleiding volgen? Welke beroepen bestaan er en wat zijn de carrièremogelijkheden in deze sector? Heel wat informatie is te vinden op www.stroomopwaarts.be >> voor volwassenen ♦ 20 korte beroepenfilmpjes tonen je een greep uit de mo gelijke beroepsuitwegen met een diploma elektriciteit. Op www.stroomopwaarts.be of www.youtube.com (stroomop waartstv)
Vakbeurs ook voor leerkrachten elektriciteit Vormelek werkte de laatste jaren een fors ondersteuningsaanbod voor het elektrotechnisch on derwijs uit, zowel op het vlak van stages, bedrijfsbezoeken,
opleidingen, didactisch materiaal als promotiemiddelen. Maar één van de grote knelpunten blijft het opvolgen van de technolo gische evoluties. Daarom zorgen beursorganisator easyFairs en Vormelek ervoor dat vanaf dit
jaar ook leerkrachten elektrici teit van harte welkom zijn op hun vakbeurs ECL 2011 op 22 en 23 september in Brussels Expo. Eenzijdig beeld van het vak door breken Onderzoek toonde aan dat men sen die de sector niet kennen een al te eenzijdig beeld hebben over ‘de elektricien’. Nochtans is het een beroep dat constant in evolutie is en enorm gediver sifieerd is. Een elektrotechnisch diploma biedt met andere woor den heel wat boeiende beroepsen carrièremogelijkheden. De 20 korte beroepenfilmpjes op www. stroomopwaarts.be of www.you tube.com (stroomopwaartstv) tonen dat aan. Ook vandaag blijft in de sector de nood bestaan aan goed opgeleid personeel. Door te blijven inves teren in de jeugd met sensibilisa tiecampagnes en een ondersteu ningsaanbod voor het onderwijs,
hoopt Vormelek de sluimerende interesse voor techniek, en meer bepaald elektriciteit, verder te prikkelen. Vormelek werd opgericht in 1991 en is het paritair opleidingscentrum van de bedrijven uit de sector van de elektriciens. Deze sector telt circa 4.000 bedrijven waarin ongeveer 27.000 arbeiders tewerkgesteld zijn. Vormelek ondersteunt de bedrijven van deze sector in hun competentie- en opleidingsbeleid. Sinds enkele jaren is Vormelek ook zeer actief op het vlak van samenwerking met onderwijs en de promotie van elektrotechnische beroepen en studierichtingen. www.vormelek-formelec.be www.stroomopwaarts.be
Essencia voert onderzoek naar ketenintegratie Essencia, het marketingadviesbureau met een passie voor de bouwsector, voert een onderzoek naar ‘ketenintegratie’. De resultaten van dit onderzoek worden toegelicht op de bouwvakbeurzen van easyFairs op 22 & 23 september in Brussels Expo. Het onderzoek wordt afgenomen bij professionals betrokken in het ontwerp, de realisatie en het onderhoud van nieuwbouw- en renovatieprojecten. Alles staat of valt met een geïntegreerd pro jectplan, de correcte verwerking en vooral een goede afstemming van de verschillende partijen on derling, de zogenaamde ‘keten
integratie’. Ketenintegratie kan zorgen voor een efficiënter kos tenbeheer en energieverbruik. Als de verschillende partijen be trokken in het bouwproces op voorhand op elkaar worden af gestemd, zullen bestaande pro ducten beter worden toegepast of zullen er nieuwe producten ontwikkeld worden die over de
6 | 4 VAKBEURZEN VOOR BOUWPROFESSIONALS – 22 & 23 SEPTEMBER 2011 – BRUSSELS EXPO
ketens heen de toepassing ga randeren. Essencia zal nagaan hoe de ver schillende actoren deze samen werking zien. Daarbij komen onder andere volgende vragen aan bod: Bij welke groep leeft dit het meest en het minst? Wat zijn kritische succesfactoren?
Wie speelt welke rol? Hoe ziet de markt dit praktisch? Hoe groot is de bereidwilligheid? De resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd tijdens de vakbeurzen voor bouwprofessionals in Brussels Expo op 22 en 23 september 2011. www.essencia.be
STOF TOT NADENKEN Veiligheid en gezondheid op de bouwwerf zijn sinds jaren een actueel thema. Verspreid over beide beursdagen houden FEDE LEC en het NAVB hierom trent infosessies. Inhou delijk wordt het juridische aspect toegelicht op basis van het ‘Algemeen regle ment voor de arbeidsbe scherming’ (ARAB). Het NAVB brengt een presen tatie “Stof tot nadenken” waarbij gezondheidsa specten worden toege licht. De infosessie wordt afgerond met een interac tieve workshop i.s.m. Hilti waarbij concrete oplossin gen worden gegeven om kwartsstof, trillingen en geluidsoverlast te voorko men en om op die manier de productiviteit bij de uit voering te verbeteren. www.fedelec.be www.navb.be www.hilti.be
Welk ingenieursbureau wint de tweede editie van de 2020challenge? Advies- en ingenieursbureaus die recent een innovatief project ontwikkeld hebben gerelateerd aan de bouw, kunnen meedingen naar de tweede editie van de 2020challenge. Voor deze engineering wedstrijd hebben KVIV, FABI, ORI, beursorganisator easyFairs en Redactiebureau Palindroom de krachten gebundeld. Bedoeling van deze award is om innovatieve projecten van Belgische ingenieursbureaus in the picture te plaatsen.
De prijsuitreiking van de 2020challenge zal plaatsvinden op 22 september tijdens de vakbeurs PROJECT BUILD 2011 in Brussels Expo. Bovendien zullen hier alle genomineerde projecten worden tentoongesteld. De naam van de wedstrijd ver wijst naar de Kyoto-doelstelling om tegen 2020 de CO2-uitstoot en het energieverbruik met 20% te verlagen. Het spreekt voor zich dat innovatieve oplossin gen van ingenieursbureaus een uiterst belangrijke rol spelen om deze uitdaging te kunnen verwe zenlijken. Met deze wedstrijd wil len de organisatoren de adviesen ingenieursbureaus die daartoe bijdragen een hart onder de riem steken en de sector in het alge meen aanmoedigen om innova tieve oplossingen te ontwikkelen die de duurzaamheid van een ge bouw op een hoger niveau tillen.
waarde is wel dat deze projecten gerelateerd zijn aan de bouw.
algemene toepasbaarheid van het idee.
Hoe gebeurt de selectie? Een vakjury zal alle ingezonden projecten beoordelen en zal hier uit een shortlist selecteren van de 5 meest innovatieve projecten. Zowel bezoekers van de website als bezoekers van de tentoonstel ling zullen hun stem kunnen uit brengen op hun favoriet project. Het project met de meeste online stemmen en stembiljetten achter zijn naam zal de tweede 2020chal lenge in de wacht slepen. Daar naast zullen ook nog een pers prijs en een prijs van de vakjury uitgereikt worden. De vakjury zal twee belangrijke criteria hanteren bij de selectie van de shortlist: in novatie en duurzaamheid. Verder zal ook gekeken worden naar de
Hoe een project indienen? Projecten kunnen ingediend worden aan de hand van het deelnemingsformulier dat kan gedownload worden via de site www.2020challenge.be. Op deze website vindt u gedetailleerde informatie terug in verband met de wedstrijd en zullen ook de geselecteerde projecten voorge steld worden. Projecten kunnen ingediend worden tot en met 15 augustus 2011. Begin september zal de shortlist bekend gemaakt worden en vanaf dan start ook de online stemming. De prijsuit reiking volgt op 22 september tijdens de vakbeurs PROJECT BUILD 2011 in Brussels Expo. www.2020challenge.be
Welke projecten? Alle niet-residentiële projecten van Belgische advies- en inge nieursbureaus – dus ook buiten landse projecten van Belgische bureaus – die sinds 2009 in ge bruik genomen werden en waar in innovatieve technieken of een innovatieve combinatie van tech nieken geïmplementeerd wer den, komen in aanmerking. Voor
www.projectbuild.be | 7
ATIC GEEFT EEN UPDATE OVER DUURZAME ENERGIE-INSTALLATIES Het huidige energievraagstuk dwingt ontwerpers en technisch teke naars om nieuwe technologieën te onderzoeken en te ontwikkelen, om bestaande technologieën te verbeteren en om ze opnieuw in de kijker te plaatsen. Geothermie, zonnewarmte en lucht: zullen deze energiebronnen in de toekomst de traditionele apparatuur vervangen? Hoe zal dit in zijn werk gaan? ATIC zal tijdens de vakbeurs HVAC 2011 een studienamiddag organiseren voor ontwerpers, installateurs en technisch verantwoor delijken, waar deze onderwerpen aan bod komen. De uitdagingen op energievlak verplichten alle betrokkenen om kennis op te doen, erva ringen te delen en zo een update te krijgen over de technieken van de toekomst. ATIC hoopt middels de organisatie van deze studiemiddag interesse te wekken bij professionals en een platform te creëren waar tendensen voor de toekomst geïntroduceerd en besproken kunnen worden.
Prefab bouw Energie en budget besparen? Prefab bouw biedt meerdere voordelen op ecolo gisch en economisch vlak. Niet alleen kan het bouw proces worden versneld en de faalkosten verlaagd, ook het nijpende tekort aan personeel op de bouw plaats kan ten dele worden opgevangen. Op de vakbeurs PROJECT BUILD houdt het NAV, de Vlaamse Architectenorganisatie, een colloquium over de opportuniteiten die prefab bouw kan bieden op het vlak van energie én budget besparen. Het semi nar is gericht naar architecten. www.nav.be
www.atic.be
EEN BETERE LUCHTKWALITEIT DANKZIJ CAMFIL Camfil Farr is een internationale groep van Zweedse origine, die marktleider is in zuivere luchttechnologie. De luchtfilters van Camfil vinden onder meer hun toepassing in kantoren, zieken huizen, farmaceutische ondernemingen, de voedingsindustrie, energiebedrijven, fabrikanten van luchtgroepen… De groep heeft 3200 medewerkers en is wereldwijd present met 32 dochteron dernemingen, 22 productievestigingen en diverse labo’s op 4 ver schillende sites. De jaarlijkse omzet van de groep bedraagt rond de 500 miljoen euro.
Op de vakbeurs HVAC 2011 in september toont Camfil diverse real-time testopstellingen. Zo kan men zien hoe men met degelijke filters met een grote filteroppervlakte een betere luchtkwaliteit kan bekomen en tegelijkertijd de energiekosten kan verminderen. Op die manier kan Camfil de TCO (Total Cost of Ownership) terug dringen. Ook kan men zien hoe men met combifilters niet alleen het aantal stofdeeltjes kan verminderen maar ook de gasconcen traties zoals onder meer van ozon. www.camfil.be
Toegang tot vakbeurzen enkel voor professionelen. Registratie via website met onderstaande code:
701
www.projectbuild.be