TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e
[email protected] www.tns-nipo.com
Rapport
Defensie in strategisch opzicht Onderzoek inzake het maatschappelijk draagvlak voor Defensie – Opiniepeiling Tim de Beer & Désirée Oldenhuis
G6434 | juni 2013
Dit document is uitsluitend voor deze opdrachtgever opgesteld. Alle in het document vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder schriftelijke toestemming van TNS NIPO beslist niet toegestaan. Door ons lidmaatschap zijn wij gehouden de gedragsregels na te leven van Esomar en de MarktOnderzoekAssociatie (MOA). © TNS NIPO | ISO 9001, ISO 20252, ISO 26362, ISO 14001 en ISO 27001 gecertificeerd | rapport nederlands.dotm
Inhoud 1
Informatievoorziening van en over Defensie
1
2 2.1 2.2 2.3
Beeldvorming van Defensie De kerntaak van Defensie: verdediging van de natie Nederlanders geven zeven aan prestaties eigen militairen In Nederland is weinig draagvlak voor bezuinigingen op Defensie
2 2 3 4
3 3.1
Defensie en internationale samenwerking Nederlanders steunen internationale militaire samenwerking, zelfs als dat ten koste gaat van de nationale onafhankelijkheid 3.2 Interventies? Voorzichtigheid geboden 3.3 Nederland dient op het gebied van Defensie vooral aansluiting te zoeken bij de Beneluxlanden en Duitsland Onderzoeksverantwoording
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013
6 6 7 10 11
1
Informatievoorziening van en over Defensie
Bijna twee derde van de Nederlanders (63%) ziet, hoort of leest met enige regelmaat iets over Defensie. Voor een kleine twintig procent is dit zelfs vaak tot zeer vaak. De televisie is voor vier op de vijf (79%) het medium waardoor men geïnformeerd raakt over Defensie. Daarnaast leest bijna de helft van de mensen (wel eens) over Defensie in de krant. 1 | Men krijgt vooral informatie over Defensie via de televisie en kranten (n=797)
79%
Op de televisie
45%
In de krant
24%
Op de radio
10%
Via familie, vrienden kennissen
9%
In een tijdschrift
4%
via sociale media
2%
Website Defensie
2%
bezoek aan activiteiten Defensie
In totaal vindt 55% de informatievoorziening van Defensie (kwantitatief) ‘goed, terwijl 45% de informatie ‘beperkt’ vindt. Dat is niet gezegd dat deze groep de informatie ‘te’ beperkt vindt: 37% vindt de informatie beperkt, maar zou er niet meer over willen weten (8% wel). In totaal 14% (n=108) - één op de zeven - Nederlanders zou meer willen weten over Defensie. Vooral de rol van Defensie bij nationale veiligheidstaken is een onderwerp waar de helft van deze mensen graag meer over willen weten. Maar ook andere onderwerpen - zoals de rol van Defensie bij vredesmissies, de bewaking van nationale grenzen, de rol van Defensie in conflictgebieden, Defensie en internationale samenwerking, de verdediging en preventie van digitale criminaliteiten en de rol van Defensie in het bevorderen van de internationale rechtsorde – worden door (ruim) een derde genoemd. Iets minder populair als interessegebied zijn de bewaking van internationale grenzen (29%) en de hulp van Defensie bij internationale veiligheidstaken (23%). 2 | De informatievoorziening van Defensie wordt door meeste mensen voldoende gevonden (n=797) De informatievoorziening van Defensie vind ik over het algemeen…
Goed
6%
•maar ik zou er meer over willen weten Goed
49%
•maar ik hoef er niet meer over te weten Beperkt 8% •ik zou er meer over willen weten Beperkt •maar ik zou er niet meer over willen weten 37%
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013
2
Beeldvorming van Defensie
2.1
De kerntaak van Defensie: verdediging van de natie
Meer dan de helft van de Nederlanders vindt dat Defensie zich in ieder geval dient te richten op de nationale verdediging (64%) en het verlenen van bijstand bij nationale veiligheidstaken (58%). Het bijdragen aan/ bevorderen van internationale verdediging, internationale interventies en de internationale rechtsorde worden het minst als een kerntaak van Defensie gezien. 3 | Kerntaken Nederlandse krijgsmacht: focus op het nationale (n=797)
64%
Nationale verdediging
58%
Bijstand verlenen aan nationale veiligheidstaken
49%
Bijdragen aan internationale vredesmissies
47%
Bijstand verlenen bij internationale veiligheidstaken
47%
Internationale verdediging
45%
Bijdrage aan internationale militaire interventies
44%
Bevorderen van internationale rechtsorde
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013
2.2
Nederlanders geven zeven aan prestaties eigen militairen
De prestaties van de Nederlandse militairen worden over het algemeen met een ruime voldoende gewaardeerd, het gemiddelde cijfer bedraagt een 7,1. CDA-stemmers zijn positievier dan gemiddeld over de prestaties van de Nederlandse militairen (7,7), SP-stemmers negatiever (6,8). Defensie als organisatie scoort minder hoog, namelijk een 6,5 gemiddeld. Dit kan deels veroorzaakt worden door het feit dat mensen vaker (en bovendien meer ‘menselijke’) informatie krijgen over de Nederlandse militairen dan over Defensie als organisatie. Zo leest, ziet of hoort 61% van de Nederlanders wel eens over militairen die terugkomen van een uitzending. Daarnaast heeft ongeveer een kwart van de Nederlanders (26%) ook wel eens persoonlijk contact gehad met militairen die van een uitzending zijn teruggekeerd. Nog eens 1% geeft aan zelf te zijn uitgezonden. Dat contact wordt vaak als ‘lastig’ ervaren, maar het woord ‘goed’ overheerst:
“Mensen zijn vaak erg betrokken met de mensen daar. Sommige hebben trauma's” “Ze praten er bijna niet over, wat ze meegemaakt hebben” “Wisselend, 2 personen die een goede ervaring hadden (Afganistan). 1 persoon die een trauma heeft opgelopen (Libanon)” “Ik heb er veel vrienden aan overgehouden omdat ik zelf uitgezonden ben geweest en het klappen van de zweep ken bij terugkeer”
4 | Overwegend goede ervaringen contact met uitgezonden militairen (n=216)
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013
2.3
In Nederland is weinig draagvlak voor bezuinigingen op Defensie
De relatief grote sympathie van de Nederlandse bevolking voor de prestaties van de militairen vertaalt zich niet direct in een groot maatschappelijk draagvlak voor meer overheidsuitgaven aan Defensie. Deze vraag is op twee manieren gesteld: de ene helft van de respondenten kreeg de toevoeging dat momenteel 1,2% van het BNP jaarlijks aan Defensie wordt besteed, de andere groep de toevoeging dat er momenteel jaarlijks 8 miljard euro aan Defensie wordt besteed. Het valt op dat wanneer de bezuinigingen in euro’s worden voorgelegd, er net iets meer draagvlak is om de budgetten voor Defensie te verhogen en er minder draagvlak is voor bezuinigingen voor Defensie. Respectievelijk 11% (als de vraag in percentages wordt voorgelegd) en 17% (als de vraag in euro’s wordt voorgelegd) kiest ervoor om ‘meer’ of ‘veel meer’ aan Defensie te besteden. Respectievelijk 32% en 26% is er voor om (nog) ‘minder’ of ‘veel minder’ in defensie te investeren. De grootste groep – grofweg de helft – vindt de huidige budgettering echter precies goed. 5 |Nederland geeft jaarlijks €8 miljard/ 1,2% van het BNP uit aan Defensie. Ter vergelijking: aan onderwijs wordt jaarlijks €34 miljard/5% uitgegeven aan onderwijs, aan de zorg ongeveer €93 miljard/14% van het BNP. Aan kunst en cultuur zo’n €900 miljoen/0,1% van het BNP. Vindt u dat de Nederlandse overheid meer of minder zou moeten besteden aan Defensie?
(veel) minder
Niet meer, niet minder
(veel) meer
€
26%
47%
17%
%
32%
50%
11%
Kijken we naar politieke voorkeur, dan blijkt dat vooral PvdA-stemmers verdere bezuinigingen propageren en met name CDA-stemmers per saldo juist een beetje willen investeren.
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013
Wanneer vervolgens wordt gevraagd of men meer zou willen investeren in gebruiksmateriaal voor Defensie in de vorm van schepen en vliegtuigen, blijkt dat hier nog minder draagvlak is dan voor de verhoging van uitgaven aan Defensie in het algemeen. Vooral aan militaire schepen en vliegtuigen willen weinig mensen meer uitgeven. Maar liefst 46% is het niet eens met meer investeringen in militaire vliegtuigen. Het is daarom opvallend dat meer dan een derde van de Nederlanders het wél eens is dat er meer in moderne, elektronische apparatuur moet worden geïnvesteerd. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met de opkomst van cybercrime.
6 | Er is eveneens weinig draagvlak meer in wapens en verdedigingsvoertuigen te investeren
Er moet meer geïnvesteerd worden in…
Zeer eens
Eens
Niet eens of oneens
Oneens
Zeer oneens
… militaire schepen
1%
13%
45%
28%
12%
… militaire vliegtuigen
2%
11%
41%
31%
15%
… moderne, elektronische apparatuur
6%
31%
41%
15%
8%
Nederlanders vinden het belangrijker dat Defensie zich inzet voor veiligheid en verdediging (nationaal en internationaal) dan dat Defensie zich preventief inzet voor vrede door de internationale rechtsorde te bevorderen of zich actief mengt in conflicten(gebieden). 7 | Nederlanders willen dat Defensie meer investeert in nationale en internationale veiligheid
44%
Hulp bij nationale veiligheidstaken
34%
Hulp bij internationale veiligheidstaken
31%
Verdediging en preventie cybercrime
30%
Bewaking van nationale grenzen
25%
Internationale samenwerking
25%
Inzet bij vredesmissies
20%
Bewaking van internationale grenzen
14%
Bevorderen van internationale rechtsorde
15%
Inzet in conflictgebieden
11%
Geen
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013
3
Defensie en internationale samenwerking
3.1
Nederlanders steunen internationale militaire samenwerking, zelfs als dat ten koste gaat van de nationale onafhankelijkheid
Militaire samenwerking tussen Europese landen impliceert toenemende specialisatie (bijvoorbeeld de inzet van Nederlandse patriots) en bovendien kostenbesparing. Een grote groep Nederlanders vindt het geen bezwaar dat deze ontwikkeling ook betekent dat Defensie zelfstandigheid inlevert (omdat er op materieel en kennis wordt bezuinigd). Bijna de helft (46%) vindt het een goede ontwikkeling dat landen zich op hun eigen militaire specialisme gaan richten en meer gaan samenwerken, zelfs als dat ten koste gaat van de nationale onafhankelijkheid van het Nederlandse leger. Slechts 17% is hier op tegen, waarvan 4% sterk. Bij PVV-kiezers zien we bijna even veel tegenstanders als voorstanders (26% versus 29%), maar de achterban van de overige politieke partijen is grotendeels te spreken over deze ontwikkeling. Ook heeft de meerderheid van de Nederlanders het idee dat het land redelijk goed in staat is om internationale afspraken na te komen, zelfs als er op Defensie wordt bezuinigd. 24% denkt zelfs dat Nederland dit heel goed zou kunnen. Nog eens 36% denkt dat dit ‘een beetje’ lukt. Daarentegen denkt 5% van de Nederlanders dat Nederland helemaal niet meer haar internationale verplichtingen na kan komen, zoals het helpen verdedigen van mede NAVO-landen die worden aangevallen. Een kwart (25%) neemt een licht sceptische houding aan (‘niet echt’).
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013
3.2
Interventies? Voorzichtigheid geboden
Nederlanders vinden dat ons land zich niet moet inlaten met militaire interventies als de kans groot is dat dat niets aan de internationale vrede en veiligheid zal toevoegen. Bijvoorbeeld als er geen concreet plan is voor wederopbouw, of omdat het te duur of te onveilig is. Een aanzienlijke groep vindt sowieso niet dat Nederland zich in buitenlandse conflicten zou moeten mengen: ‘Niet in het buitenland, kost namelijk erg veel geld wat er niet is.’ Daarnaast vinden sommige mensen ook dat Nederland te klein is om een rol te spelen. ‘We hoeven ons niet altijd verantwoordelijk te voelen’, is een veelvoorkomende gedachte, die dikwijls gepaard gaat met de gedachte dat ‘anderen ook wel weer mogen doen’: ‘Ik heb het idee dat Nederland vaak meedoet met interventies misschien kunnen andere Europese landen ook wat meer doen’ Daarnaast erkennen velen de soevereiniteit van andere landen, of heeft men het idee dat sommige (burgers van) landen helemaal niet geholpen willen worden: ‘Syrië, Afghanistan. Dat zijn landen waar niets aan te doen is ze willen geen democratie, ze hebben een cultuur waar dat bij hoort, maar laat ze dat daar doen en niet hier. Wij moeten dat respecteren, als wij onze cultuur ook mogen behouden. Dit moet de keuze van de betrokken land(en) zijn en niet van buitenaf. Wanneer dit relevant is met actie tegen een zittend overheid is een andere vraag...’ ‘Soms is het te ver van huis en willen die mensen nog niet. Wordt de last van Defensie te groot’ ‘Niet meteen inlaten met militaire interventies in landen buiten Europa die niet direct vijandelijk tegenover Nederland staan’ Een breed mandaat – vaak genoemd: VN en NAVO – wordt daarnaast onontbeerlijk gevonden. Unilaterale acties kunnen op weinig goedkeuring rekenen. En Nederland moet, gegeven de huidige mogelijkheden niet teveel willen doen: ‘Proberen een te grote broek aan te trekken. Als je dat wilt moet je er meer geld aan besteden. Je kunt onze jongens niet met klapperpistolen en ondeugdelijk materiaal op pad sturen’ ‘Betere afspraken met Navo. Landen zich laten specialiseren’ ‘Niet "meelopen" met militaire grootmachten, zoals de VS, wanneer deze andere landen binnen vallen’ Ook is een grote groep bezorgd om de veiligheid van de eigen militairen, maar ook om de veiligheid in eigen land en/ of de geopolitieke stabiliteit: ‘Geen uitzendingen meer naar de Golflanden en omstreken’ ‘Als er moslimlanden bij betrokken zijn. Dit schaadt de nationale veiligheid’
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013
Er zijn nauwelijks mensen die vinden dat Nederland zich altijd in moet zetten voor deze zaken en dat Nederland zich onwillekeurig in ieder globaal conflict moet mengen. Nederlanders vinden dat ons land zich wel moet inlaten met militaire interventies als de nationale en internationale veiligheid en vrede in het geding is. ‘Als de Nederlandse veiligheid in het geding is, of die van Nederlandse burgers in het buitenland’ ‘Als de veiligheid van Nederland en/of Europa in het geding komt. Als de kosten niet in verhouding staan van het gewenste resultaat’ Bij grensoverschrijdende conflicten’ ‘Alleen indien in de regio oorlog uit zou breken, anders volstrekt nutteloos’ ‘Als de conflicten internationaal dreigen te worden’ Veel Nederlanders respecteren het internationale recht: ze zijn voor een rechtmatig ingrijpen, dus alleen als er een mandaat is van de VN, er vanuit NAVO-verband wordt gehandeld of wanneer er internationale consensus hierover bestaat. En Nederland hoeft daarbij niet voorop te lopen: ‘Met VN mandaat. Maar wel naar rato van de capaciteit van NL militairen ten opzichte van de bondgenoten. Daarbij vind ik dat Nederland vaak beste jongetje van de klas is, terwijl grote landen als Frankrijk en Duitsland verzaken. Ik vind het daarom erg belangrijk de kosten voor een missie gedeeld moeten worden door alle VN landen. Ongeacht wie er mee doet aan de missie’ ‘Wij zijn onderdeel van de NAVO, deze zorgt voor onze veiligheid’ ‘Alleen in NAVO-verband’ ‘Handelen in NAVO-verband’ ‘In NAVO-verband moeten we altijd meedoen’ ‘Wanneer de VN een beroep op Nederland doet of wanneer de Nederlandse belangen in het geding komen’ ‘Op basis van VN-resolutie’ ‘In die gevallen waarbij één of enkele landen zonder enige geldige reden een VN-mandaat blokkeren (zoals in Syrië)’ Daarnaast is er een groep die het beargumenteert vanuit de bedreiging van mensenlevens, het voortbestaan van een staat of de schending van mensenrechten: ‘Als het leven van mensen in het geding is’ ‘Als een land om hulp vraagt om stabiliteit te houden. Land moet wel democratisch zijn’ ‘In geval van ernstige schending van de mensenrechten’ ‘Bij genocide’
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013
‘Als er sprake is van veel slachtoffers onder de burgers’ ‘Als de mensenrechten door een land worden geschonden. Of als er veel mensen op de vlucht slaan’ ‘Als er een onschuldige burgerbevolking de dupe wordt van een conflict of dictatuur’ Een andere groep mensen wil de interventies beperken tot hulp bij natuurrampen, of is pragmatisch ingesteld: ‘Als we specialistische kennis hebben die een bijdrage kan leveren aan de verbetering van de veiligheid’ ‘Bij natuurrampen enzo’ ‘Als er direct hulp wordt gevraagd bij bv een natuurramp’ Tenslotte zijn er ook mensen die naar ‘de gevaren van de toekomst’ willen kijken”: ‘Cybercriminaliteit, zeekapingen’
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013
3.3
Nederland dient op het gebied van Defensie vooral aansluiting te zoeken bij de Beneluxlanden en Duitsland
Er zijn relatief weinig mensen tegen militaire samenwerking met de overige Beneluxlanden (België, Luxemburg) en Duitsland. Nederlanders zijn nog eerder van mening dat Defensie eerder haar eigen koers zou moeten varen dan meer aansluiting moet zoeken bij Frankrijk of de Verenigde Staten. Wel valt op dat meer mensen tegen dan vóór een eigen Nederlandse koers zijn. 8 | Aansluiting zoeken? Met Benelux, Duitsland, niet met Frankrijk en VS
Nederland dient meer aansluiting te zoeken op het gebied van Defensie bij...
Zeer eens - eens
Oneens - zeer oneens
Beneluxlanden
58%
16%
Duitsland
53%
20%
Scandinavische landen
45%
25%
Engeland
41%
30%
Eigen koers varen
34%
43%
Frankrijk
32%
38%
De Verenigde Staten
27%
45%
PVV-kiezers staan het meest kritisch tegenover militaire aansluiting bij andere landen – op aansluiting bij de Beneluxlanden na. Ze propageren sterker dan de achterban van andere partijen een eigen koers (51% voor, 32% tegen). D66-kiezers zijn dat juist helemaal niet zitten (11% voor, 81% tegen). Militaire samenwerking met Duitsland is vooral populair bij D66-, VVD- en 50 Plus-kiezers, samenwerking met Engeland kan over de hele linie op breed draagvlak rekenen (PVV-kiezers uitgezonderd), samenwerking met de Benelux kan bij de achterban van alle partijen op een meerderheid rekenen en samenwerking met Frankrijk krijgt bijval van D66-kiezers (59% voor) en PvdA-kiezers (44% voor), maar oogst kritiek van PVV-kiezers (52% tegen), maar nog sterker van CDA-kiezers (61% tegen). Samenwerking met de Scandinavische landen doet het boven gemiddeld goed bij D66-kiezers. Opvallend: vooral D66- en SP-kiezers staan zeer negatief tegenover meer aansluiting zoeken bij de VS (respectievelijk 72% en 60% tegen). Alleen PvdA-kiezers zijn per saldo vaker positief (38%) dan negatief (34%).
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013
Onderzoeksverantwoording Veldwerk Aan het onderzoek werkten in totaal 797 van de 1.200 uitgenodigde Nederlanders mee, een respons van 66%. Het veldwerk liep van 21 juni t/m 25 juni 2013. Methode Het onderzoek is uitgevoerd middels de CAWI-methode (online). Representativieit De online steekproef – representatief op geslacht, leeftijd, opleiding, regio, gezinsgrootte en stemgedrag bij de Kamerverkiezingen van september 2012 - is getrokken in TNS NIPO Consumerbase.
Defensie in strategisch opzicht | G6434 | © TNS NIPO | juni 2013