DEEL 2 - ACHTERGRONDDOSSIER
1
TIJD IN / VOOR DE BIJBEL
1.1
Prediker
1.1.1
Bijbeltekst
Alles heeft zijn tijd (Pr 3,1-15) 1 Alles heeft zijn uur, alle dingen onder de hemel hebben hun tijd. 2 Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om wat geplant is te oogsten. 3 Een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. 4 Een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. 5 Een tijd om stenen weg te gooien en een tijd om stenen te verzamelen, een tijd om te omhelzen en een tijd om van omhelzen af te zien. 6 Een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te doen. 7 Een tijd om stuk te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken. 8 Een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten, een tijd voor oorlog en een tijd voor vrede. 9 Wat heeft iemand dan aan al zijn werken en gezwoeg? 10 Ik overzag de bezigheden die God de mensen heeft opgelegd om over te tobben. 11 Alles wat Hij doet is goed op zijn tijd; ook heeft Hij de mens besef van duur ingegeven, maar toch blijft Gods werk voor hem vanaf het begin tot aan het einde ondoorgrondelijk. 12 Daarom lijkt het mij voor de mens nog het beste vrolijk te zijn en het er goed van te nemen. 13 Als hij kan eten en drinken en genieten van wat hij met al zijn zwoegen bereikt heeft, is dat immers een gave van God. 14 Ik kwam tot het inzicht dat alles wat God doet voor altijd blijft: er valt niets aan toe te voegen en niets gaat eraf. God maakt dat de mensen ontzag voor Hem hebben. 15 Wat is, was er tevoren al; wat zijn zal, is vroeger al geweest. God haalt wat voorbij is steeds weer terug.
1.1.2
Commentaar1
Prediker was een anonieme volksfilosoof die rond 200 voor Christus in Jeruzalem onderricht gaf. Zijn vaak onthutsende gezegden en zijn gedurfde uitspraken staan in het kleine bijbelboekje dat zijn naam draagt. Daarin vind je ook het prachtige, kunstig opgebouwde gedicht over de tijd dat we hierbij afdrukken. In dit gedicht worden de menselijke bedrijvigheden en wisselende momenten die in ons leven zo verspreid liggen, dichterlijk bij elkaar gebracht tot een aaneengesloten geheel. Heel ons leven wordt hier ‘verdicht’, samengebald weergegeven.
1
De cursiveringen in de ‘commentaren’ zijn van onze hand.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
23
‘Prediker’: een rustige wandeling doorheen het wisselende landschap van ons leven Dit gedicht van Prediker2 is een uitnodiging voor een rustige wandeling doorheen het telkens wisselende landschap van ons leven, om heel het krachtenveld van onze menselijke bedrijvigheden en activiteiten op het spoor te komen: krachten en tegenkrachten, levenwekkende en dodende krachten, dingen die naar het volle leven smaken en andere die naar de dood ruiken. Het hoort allemaal thuis in ons levensverhaal. Als Gods scheppingswerk voorgesteld wordt als een proces dat in de tijd verloopt, geldt dat ook voor ons eigen leven. Ons wordt de tijd gegeven om ons te ontwikkelen. En in dat groeiproces dat ons leven is, moeten we verschillende stadia doorlopen. Tijd als kans om te groeien, is meewerken aan Gods schepping. Wij streven naar heelheid en volkomenheid, maar in feite vinden wij slechts fragmenten. Al wat wij doen is stukwerk: breken en bouwen, verdriet en vreugde, spreken en zwijgen… Toch is het onze opdracht om die tegenstellingen tot een eenheid te brengen, om ons leven met zijn goede en kwade dagen aaneen te rijgen tot een zinvol geheel. Zo worden wij gelukte en gelukkige mensen… Prediker kijkt naar de mensen en benoemt. Hij ziet een begin en een einde, een tijd om te baren en een tijd om te sterven. Zo is het menselijke bestaan omvat. Daarbinnen zijn er allerhande activiteiten, die Prediker in paren van twee benoemt: een tijd om te huilen en een tijd om te lachen. Door die uitersten te benoemen maakt hij ruimte voor alles er tussenin: van sniffen en zakdoek zoeken tot slappe lach. Voor alles is een tijd. Veertien keer zijn er twee tegengestelde woordenparen, achtentwintig momenten. Opmerkelijk vind ik dit, omdat het getal achtentwintig – vier maal zeven – een gebruikelijke eenheid is in de door psychologen onderkende levensfasen. Diverse auteurs beschrijven de periode rond het achtentwintigste levensjaar en zo ook het zesenvijftigste, als een scharnier. Gaat iemand de volwassenheid écht aan, gaat iemand het terugtreden écht aan? Prediker spreekt niet of nauwelijks over levensfasen, maar komt wonderlijk genoeg wel bij deze eenheid uit wanneer hij ervaringen in het mensenleven benoemt. Alsof hij zo het hele mensenleven wil omvatten, om dan te verkondigen: in het leven heeft alles zijn tijd. Om de betekenis van die zinsnede te vatten, helpt het om het verschil tussen tijd en tijd te begrijpen. In de Griekse vertaling van de bijbel, staat dat alles zijn chronos3 heeft . Maar telkens als er daarna (achtentwintig keer) over tijd gesproken wordt, gebruikt de vertaler het woord kairos. Waar chronos de tijd in volgorde van wegtikkende minuten aangeeft, verwijst kairos naar ‘het juiste moment’. Dat zijn de gebeurtenissen die je kunt beamen – ook al gooien ze al je planningen in de war – omdat ze kloppen wanneer je je leven overziet. Kairos verwijst niet naar de tijd die tussen je vingers doorglipt of die je achterna holt, maar naar de tijd die stilstaat, omdat je vrij en ontvankelijk bent voor wat er gebeurt. Gezegende tijd, zo kun je kairos omschrijven. Een passende wens voor ieder van ons. Helemaal te zijn wat, wie, waar je bent. Dat Prediker durft te zeggen dat alles op de juiste tijd gebeurt (dat is toch nauwelijks te zeggen met al het smartelijke dat mensen overkomt) is alleen omdat hij durft te erkennen dat alles van God gegeven is. Prediker focust niet op de vergankelijkheid van alles wat we ondernemen en dat ons overkomt, maar op de constante, op wat houvast biedt door alle levensfasen en niet te bevatten gebeurtenissen heen. Daarmee ontkent hij niets van de verschillende kwaliteiten en bewegingen die de fasen in het menselijke bestaan kunnen kenmerken, maar zoekt hij het dragende grondthema. De zin, zo je wilt. En die is niet te vinden, tenzij je kunt en wilt zeggen dat alles in Gods handen is. Wat zegt dit dan over je leven, over wat je moet doen, hoe je moet leven om goed te leven? Eigenlijk niets. Alles is in Gods hand… en dan is het een hele tijd stil… Aan dit grootse besef zijn niet direct conclusies te verbinden, of morele richtlijnen te ontlenen, alleen maar te weten dat het van God is… en na die lange stilte komt Prediker tot het besef dat we dus best kunnen genieten van wat het leven met zijn kairos ons brengt. Mirjam Wolthuis, ‘Leeftijd’ in Tijdschrift voor Geestelijk Leven, 2004-2, p. 219-221
2
Zie ook: M. Gilissen, “Met het boek Prediker als gids. Op zoek naar de zin van het leven,” in ‘Mensen Onderweg’, september 1997, p. 2-6 3
Willem Barnard, “Stille omgang. Notities in het dagelijks verkeer met de Schriften,” Tielt, Lannoo, 1995, p. 645 e.v.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
24
Tijd: een vooruitlopen op de dood of ook … een voortgezette geboorte? Binnen dat ene mensenleven gebeuren er honderd en één dingen. Prediker noemt er symbolisch achtentwintig (viermaal zeven!) op, maar in werkelijkheid is een veelheid en verscheidenheid van menselijke activiteiten met telkens wisselende stemmingen. Sommige ervaren we als aangenaam, plezierig, vreugdevol, terwijl andere negatieve, onaangename en droevige gevoelens oproepen. Sommige van die tijdsmomenten hangen van een menselijke wilsbeschikking af terwijl andere volledig aan de menselijke keuzevrijheid onttrokken zijn. Sommige tijden maken de mens zelf en andere overkomen hem zonder dat hij er verweer tegen heeft. Maar wat er ook gebeurt, alles verwijst naar de fundamentele gegevens van geboorte en dood. Het is een vooruitlopen op de dood – sterven doe je niet ineens, maar af en toe een beetje, zegt Toon Hermans – maar het kan ook een voortgezette geboorte zijn: een kans tot weder-geboorte, het begin van iets nieuws. Leven: geen marionettenspel maar ruimte voor een eigen levensproject Prediker moet een God-getrouwe geweest zijn die met beide voeten op de grond stond. Hij leed intens onder ellende, onrecht en doodsbedreiging, maar kon daarna ook weer genieten van een goede dag als een geschenk uit de hemel. “Heb je een goede dag, geniet ervan. Heb je een kwade dag, bedenk dat God ook die gemaakt heeft” (7,14). Zo nodigt hij ons uit. Want “of jij het nu goed hebt of in de zorgen zit, het gaat nooit buiten Hem om” (2,25)… Het gaat bij Prediker echter niet over een voorbestemming maar over de noodzaak om te leren onderscheiden waarvoor het wel tijd is en waarvoor niet. Want de tijd is niet neutraal, alsof er eigenlijk van alles en nog wat zou kunnen en mogen gebeuren. Als je lacht terwijl het tijd is om te wenen, schiet je tekort. Dat geldt ook voor spreken en zwijgen. Het is doodjammer dat sommige mensen praten of kletsen als er best gezwegen zou worden. En wat te denken van mensen die rusten als er gewerkt zou moeten worden. Er zijn dus inderdaad gunstige gelegenheden en passende momenten voor alle mogelijke menselijke activiteiten en handelingen. Voor alles is er een tijd, maar ook: alles op zijn tijd. Wijs en verstandig is de mens die op gepaste ogenblik de juiste daad weet te stellen of sereen probeert te verwerken wat hem overkomen is. Dwaas en onverstandig is de mens die alles tegelijkertijd wil realiseren of met bepaalde dingen bezig is, maar niet op het geschikte moment. Een mens is telkens opnieuw genoopt om vanuit zijn persoonlijk levensproject en in deze concrete situatie hier en nu te kiezen.
Geluk: zoek het niet te ver! In de Talmoed doet een wijze de volgende opmerkelijke uitspraak: één uur in deze wereld is beter dan de hele eeuwigheid in de komende. Wat bedoelt hij daarmee? Misschien dat als je geleerd hebt werkelijk te leven, je niet hoeft uit te zien naar een beloning in een volgend leven… Een mens moet het niet te ver zoeken. Hij moet leren genieten van wat hij nu heeft, liever dan steeds weer te verlangen naar de dingen die buiten zijn bereik liggen… Ogenblikken in ons leven kunnen eeuwigheidswaarde hebben, zonder eeuwig te duren: een ontmoeting, een gesprek, een indringende ervaring… In de beleving van kleine dingen en in een stukje bewuster gaan leven, kan een groot geluk verborgen liggen… Dat is de sleutel die Prediker ons voorhoudt. Wat telt, is de kwaliteit van het gewone leven en samenleven… Prediker is in ieder geval voor ons huidige tijdsbesef een heilzame stoorzender. Ook Jezus zegt waarschuwend in de bergrede: “Maak je dus niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal zich wel bezorgd maken over zichzelf. Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad” (Mt 6,34). M. Gillissen in ‘Mensen onderweg’, oktober 1997, p. 2 – 7 passim “Met jou begin ik helemaal opnieuw”, zegt God, “het mostaardzaadje leg ik in je handen, de akker met onkruid, maar ook het opgroeiende graan. Het nu-moment is een uitdaging en … wat is de keuze van jouw bestaan?”
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
25
1.2
Jezus' tijdsbeleving
1.2.1
Bijbelteksten
Genezingen in Kafarnaüm (Mc, 1,29-39) 29
Vanuit de synagoge gingen ze regelrecht naar het huis van Simon en Andreas, samen met Jakobus en Johannes. 30 De schoonmoeder van Simon lag met koorts op bed, en meteen spraken ze met Hem over haar. 31 Hij ging naar haar toe, pakte haar bij de hand en liet haar opstaan. De koorts verliet haar, en ze bediende hen. 32 's Avonds, toen de zon was ondergegaan, brachten ze allen bij Hem die ziek waren en die van demonen te lijden hadden. 33 Heel de stad was samengestroomd voor de deur. 34 Hij genas vele zieken van allerlei kwalen, en Hij dreef veel demonen uit. Hij stond de demonen niet toe te spreken, omdat ze wisten wie Hij was. 35 En in alle vroegte, het was nog nacht, stond Hij op, ging naar buiten naar een eenzame plaats en bleef daar bidden. 36 Simon en zijn metgezellen gingen Hem achterna, 37 en ze vonden Hem en zeiden tegen Hem: `Iedereen zoekt U.' 38 Hij zei hun: `Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen in de buurt, zodat Ik ook daar kan verkondigen. Want met dat doel ben Ik weggegaan.' 39 En Hij ging in heel Galilea in hun synagogen verkondigen en dreef de demonen uit. Onderricht aan de leerlingen (Mc 9,30-37) 30
Ze gingen daar weg en trokken door Galilea. Hij wilde niet dat iemand het te weten kwam, 31 want Hij was bezig met onderricht aan zijn leerlingen. Hij zei tegen hen: `De Mensenzoon wordt uitgeleverd en valt in de handen van mensen. Ze zullen Hem doden, en drie dagen na zijn dood zal Hij opstaan.' 32 Ze begrepen dat woord niet, maar ze durfden Hem er ook niets over te vragen. 33 Ze kwamen in Kafarnaüm. Thuis vroeg Hij hun: `Waar hadden jullie het onderweg toch over?' 34 Maar ze zwegen, want ze hadden onderweg ruzie gehad over de vraag wie de grootste was. 35 Hij ging zitten, riep de twaalf en zei hun: `Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen zijn en de dienaar van allen.' 36 Hij haalde er een kind bij, zette het in hun midden, sloeg er zijn armen omheen en zei tegen hen: 37 `Wie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem die Mij gezonden heeft.'
1.2.2
Commentaar
Hoe gaat Jezus met tijd om? We beperken ons bij de behandeling van dit onderwerp tot het evangelie van Marcus, om de zaak overzichtelijk te houden én omdat bij hem, meer dan bij de andere evangelisten, de tijd een belangrijke rol speelt in de opbouw van zijn evangelie. Niet-geprogrammeerd tijdsgebruik Marcus stelt ons Jezus voor als een mens die het druk heeft, dat staat buiten kijf. Voortdurend wordt hij omstuwd door mensen, menigten die hem hun nood voorleggen of naar zijn mening vragen. Voeg daar nog de talrijke twistgesprekken met de Farizeeën en schriftgeleerden aan toe, en je krijgt de indruk van een overvolle agenda. Agenda? Dat is toch een woord dat niet bij Jezus past. Hij werkt geen agenda af, hij voert geen programma uit. Hij doet met zijn leerlingen de dorpen en stadjes van Galilea aan. Hij vestigt zich niet in een of andere plaats, die het centrum van zijn activiteit zou zijn. Kafarnaüm is eerder zijn uitvalsbasis, zijn thuishaven. De ‘sekte’ van de Essenen bijvoorbeeld had wel een programma. Ze bereidde zich voor op de eindstrijd tussen licht en duisternis, tussen goeden en kwaden. Ze vestigden zich dan ook in een soort kloosters en onderhielden in strenge tucht de rituelen (baden bijvoorbeeld) én de regels (vasten), die hen op die eindstrijd moesten voorbereiden. Jezus laat zich duidelijk niet door regels leiden. Hij en zijn leerlingen vasten niet, hij geneest op sabbat en keurt het goed dat zijn leerlingen op die dag aren plukken. Niet door regels laat hij zich leiden, maar door de telkens wisselende omstandigheden. Het begin van Jezus’ optreden geeft daar al meteen een beeld van. Hij ontmoet vier vissers bij het meer van Galilea en nodigt hen uit achter hem aan te gaan. Hij staat in de synagoge oog in oog met een bezetene en bevrijdt hem van zijn onreine geest. Daarna geneest hij de schoonmoeder van Simon. Die eerste dag wordt vol gemaakt met de genezing van een menigte zieken en bezetenen.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
26
Ook verderop leeft Jezus van ontmoeting tot ontmoeting. Een melaatse komt naar hem toe. Twee mannen brengen een verlamde bij hem. Hij ziet Levi zitten bij het tolkantoor en zegt: “Volg mij”. Dat geeft weer aanleiding tot een eerste twistgesprek met Farizeeën en leerlingen van Johannes. Rusteloos trekt hij van plek tot plek en van mens tot mens. Dat rusteloze komt tot uiting in het veelvuldig gebruik van het Grieks bijwoord ‘euthus’, meteen, onmiddellijk. Hij heeft geen tijd te verliezen, maar maakt voor iedereen tijd. Tijd vrijhouden Marcus vermeldt ook een ander accent in Jezus’ tijdsgebruik: hij trekt zich terug en maakt tijd vrij voor zichzelf. Na de eerste dag van zijn optreden gaat hij ‘s morgens vroeg, als het nog donker is, naar een eenzame plaats om daar te bidden. (1,35) Ondanks een spreekverbod gaat de genezen melaatse overal zijn verhaal vertellen, “zodat Jezus niet meer openlijk in een stad kon komen, maar buiten bleef op eenzame plaatsen. En ze kwamen van overal naar hem toe”. (1,45) Er zit in deze tekst een spanning, die wel meer bij Marcus voorkomt, tussen Jezus’ opzoeken van een eenzame plaats en het toestromen van de menigte. Ook voor zijn leerlingen, en misschien zelfs ook voor het volk, ziet Jezus erop toe dat ze op gezette tijden een eenzame plaats opzoeken. Nadat zijn leerlingen zijn teruggekeerd van een zendingsopdracht, zegt hij hun naar een eenzame plaats te gaan om alleen te zijn en wat uit te rusten. (6,31) Maar ook nu merken we die spanning tussen het zoeken om alleen te zijn en de velen die hen zien en weggaan en begrijpen waarheen. “Ze gingen daar te voet naartoe en waren er eerder dan zij”. (6,33) Zo heeft dus ook de menigte haar eenzame plaats gevonden, waar ze uitvoerig door Jezus wordt onderricht. Het kan nauwelijks toeval zijn dat de leerlingen die uitdrukking nog een tweede keer gebruikten: “Dit is een eenzame plaats”. (6,35) … Jezus laat dus enerzijds beslag leggen op zijn tijd, maar anderzijds onttrekt hij zich ook aan dat beslag en houdt een minimum van tijd vrij voor zichzelf en voor zijn omgang met God. En hetzelfde gunt hij ook aan zijn leerlingen en aan het volk, aan ons allen dus. Juist in een evangelie dat zozeer in het teken staat van de haast, de drukte en de menigte, valt dat accent des te meer op. Een omslag Vanaf vers 27 van hoofdstuk 8 slaat Jezus’ beleving van de tijd om in bijna haar tegendeel. Er komt een einde aan de haast waarmee hij van dorp tot dorp trekt en talloze mensen ontmoet. Het haast stormachtige over en weer, dat het eerdere optreden van Jezus kenmerkte, maakt plaats voor een rustiger handelwijze. … Er komen in het hier besproken stuk van het evangelie minder genezingen voor, minder vermeldingen ook van menigte. Daartegenover staan meer en langere gesprekken: met de Farizeeën, met de ‘rijke jongeman’, maar vooral met de leerlingen. “Hij was bezig met onderricht aan zijn leerlingen”. (9,31) Dat onderricht komt vooral hierop neer, dat hij hen voorbereidt op zijn aanstaande terechtstelling in Jeruzalem. Het heeft iets van geestelijke begeleiding in een kleine kring. … We ontmoeten hier ook een Jezus die rustig tijd uittrekt voor langere gesprekken over concreet aangegeven thema’s: kinderen, huwelijkstrouw, rijkdom, maar vooral het ophanden zijnde lijden en sterven. Jezus is hier niet langer de onstuitbare verkondiger van het koninkrijk, maar de geduldige leraar die herhaaldelijk op bepaalde thema’s terugkomt. Hij trekt niet meer her en der rond in Galilea. Hij gaat een weg, met een bestemming: Jeruzalem. Wij en de tijd Reikt het voorbeeld van Jezus’ omgang met de tijd ons ‘recepten’ aan om het hoofd te bieden aan de drukte en de stress van onze dagen? Nauwelijks, behalve misschien de gemeenplaats dat we moeten zorgen voor een gezonde dosering van actie en contemplatie, van arbeid en rust. Om twee redenen overigens is Jezus’ tijdsbeleving voor ons onnavolgbaar. Vooreerst omdat de toenmalige cultuur anders in de tijd stond dan wij nu: meer natuurlijk-organisch ermee verbonden, terwijl wij vooral de mechanische tijd ervaren.4 Maar ook: met Jezus’ totale, allesopeisende levensopdracht kunnen wij ons niet meten.
4
Cfr. F. Cromphout, 'Dat vraagt tijd' in 'De Heraut' van mei 1997, p. 151-153.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
27
Wel kunnen we ons inspireren op de wijze waarop hij, reagerend op gewijzigde omstandigheden, de overgang maakte van een druk en haastig naar een stiller en trager tijdsgebruik. Tijdsomstandigheden kunnen ons uitnodigen, uitdagen soms of dwingen om ook in ons leven het roer om te gooien en de zaken anders aan te pakken: arbeid, relaties, levensstijl, gebed. We kunnen leren open te staan voor veranderingen, waar we geen vat op hebben. … Onze omgang met de tijd bepaalt voor een groot deel de wijze waarop wij vandaag in het leven staan. F.Cromphout in ‘De Heraut’ van juli/augustus 1998, p. 202-205 passim
Pro Deo Een agenda heeft Hij nooit gehad een uurwerk evenmin. Zijn planning liep heel vaak door elkaar en zijn afspraken waren nooit klokvast. Toch had Hij tijd voor alles en iedereen ook al was Hij weg naar iets anders. Wie ze waren speelde geen rol, dat beetje tijd kon er altijd wel van af. Nooit voelde er één dat het vlug moest, nooit was het met een half oor of een scheef oog.
1.3
Wie kiest het beste deel?
1.3.1
Bijbeltekst
Ze kenden Hem omwille van zijn tijd voor mensen en zijn rotsvast vertrouwen op God. Weet - zei Hij tegen zijn vrienden elke mens die geen toekomst heeft is bang voor de tijd die komt en elke minuut die je hem dan geeft opent voor hem de eeuwigheid. Antoon Vandeputte in 'Op het ritme van de tijd', Uitgeverij Muurkranten
Bij Marta en Maria (Lc 10, 38-42) 38
Op hun reis ging Hij een dorp in. Een vrouw, Marta genaamd, ontving Hem. 39 Zij had een zuster die Maria heette. Die kwam aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. 40 Marta had het heel druk met bedienen. Ze ging naar Jezus toe en vroeg: `Heer, laat het U koud dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg haar dat ze mij komt helpen.' 41 De Heer gaf haar ten antwoord: `Marta, Marta, je maakt je bezorgd en druk over van alles, 42 maar slechts één ding is nodig. Maria heeft het beste deel gekozen en dat zal haar niet worden ontnomen.' 1.3.2
Commentaar
Eigenlijk is deze anekdote niet meer dan het opnieuw benadrukken van de stille, diepe aandacht die veel sterker is dan de alledaagse drukte over veel dingen. Maria kiest voor de ‘conversatie’, de gerichtheid tot Jezus. Deze gerichtheid op het mysterie en zijn waarheid vergt een ontvankelijkheid die men met goed recht geloof kan noemen. Wanneer Jezus Maria prijst voor het beste deel dat ze heeft gekozen, dan beloont Hij haar voor haar geloof. M. Lambrechts, 'De Heraut', november 1999, p. 342-344 passim.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
28
Haast je … Ont-haast je! Vrouwen zijn vaak zorgend bezig. Zij combineren alle mogelijke taken binnens- en buitenshuis. Wellicht heb je al eens stilgestaan bij het verhaal van Marta en Maria. Ieder ontvangt Jezus, hun gast, op een eigen manier. Marta zorgt ervoor dat alles tot in de puntjes in orde is, geen werk is haar te veel. Maria maakt tijd om te luisteren en neemt zijn woorden in zich op. Hun gast is welkom. Het verhaal brengt ons op het spoor van onze zoektocht naar harmonie tussen doen en zijn, tussen inzet en inkeer. In elk van ons leeft iets van Marta en van Maria. Aan ons om keuzes te maken en evenwicht te vinden.
Twee menselijke kanten Dit verhaal van de vlijtige Marta en de eerder contemplatieve Maria werd eeuwenlang ten nadele van de vrouw geïnterpreteerd. De vrouw moest proberen om zoals Maria te zijn, terwijl het huishoudelijke werk als minderwaardig werd beschouwd. De twee figuren staan echter niet in rangorde of tegenover elkaar. Het gaat om twee menselijke kanten: een actieve en een verstillende pool, die ook in ons verenigd zijn. Het is de kunst ze beide harmonieus in ons leven te integreren. Met draden van vroeger en nu, met schering en inslag, met hoofd- en bijkleuren weven we ons verhaal. Het beste deel zal nooit eenzijdig zijn.
Innerlijke stilte Waar en hoe kan je dan loskomen van het loutere materiële, van wat je te sterk in beslag neemt? Geboren en getogen onder de toren van de Benedictijnenabdij te Affligem en in de buurt van de abdij Maria Mediatrix, weet ik deze oasen van rust en stilte naar waarde te schatten. Hier kan je tot jezelf komen en tot de kern die je verbindt met anderen en met de Andere; kan je God weer ontdekken als fundament van je leven. Wanneer je innerlijk stil wordt, ontstaat een ontvankelijkheid voor iets diepers, krijgt de binnenkant van je bestaan weer ruimte, leer je luisteren naar wat er wezenlijk omgaat in jezelf, kan je eigen gevoelens weer onderkennen en valse zekerheden achterlaten. Het is heilzaam om in Gods aanwezigheid tot rust te komen om daarna weer te kunnen omgaan met de werkelijkheid zoals ze zich aandient, met haar vreugde, haar zorgen, haar verdriet. Stilte bewerkt een helingsproces: het innerlijke vechten loslaten en jezelf aanvaarden zoals je bent, met je talenten en gebreken, met je kwetsuren en wonden. Door mild naar jezelf en anderen te kijken word je ontvankelijk voor het mysterie.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
29
Christelijke spiritualiteit De laatste jaren worden wij overspoeld door goeroes en leermeesters die ons de weg willen wijzen naar meditatie en spiritueel bezig zijn. Velen begeven zich op een dwaalspoor van onwerkelijk fanatisme. In plaats van bevrijding komt er verslaving. Christelijke spiritualiteit heeft op fundamentele wijze te maken met Jezus. In contact treden met Hem betekent dat er bevrijding van angst en uitzichtloosheid komt. De gelovige mens wordt aangesproken in het beste wat in hem aanwezig is. Wie Gods woord in zich wil dragen, moet er eerst naar luisteren zoals Maria, om op zijn beurt een bemoedigend woord te kunnen spreken tot anderen. Innerlijke stilte en gebed leiden ons daarna weer naar onze zending om de draad van ons werk terug op te nemen, zoals Marta. Marie-Rose Nevens in 'Tussendoor' (Brussels Catechesehuis), mei 2002, p. 6-7
1.4
Zorgeloos leven
1.4.1
Bijbeltekst
'Maak je dus niet bezorgd over de dag van morgen…' (Mt 6,24-34) 24
Niemand kan twee heren dienen. Want hij zal de een verfoeien en van de ander houden, of zich hechten aan de eerste en de ander verachten. Je kunt God en de geldduivel niet tegelijk dienen. 25 Daarom zeg Ik jullie: maak je niet bezorgd over wat je zult eten of drinken om in leven te blijven, en ook niet over de kleding voor je lichaam. Is het leven niet meer dan het eten, en het lichaam niet meer dan de kleding? 26 Kijk naar de vogels van de hemel: ze zaaien niet en maaien niet en oogsten niet, je hemelse Vader voedt ze. Zijn jullie niet meer waard dan vogels? 27 Wie van jullie kan met al zijn zorgen een el toevoegen aan zijn leven? 28 En wat maak je je bezorgd over je kleren? Leer van de lelies op het veld hoe ze groeien. Ze werken niet, ze spinnen niet. 29 Maar Ik zeg jullie: zelfs Salomo met al zijn pracht en praal ging niet gekleed als een van hen. 30 Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag staat en morgen in de oven wordt gegooid, zo kleedt, hoeveel te meer kleedt Hij dan jullie, kleingelovigen? 31 Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? Wat zullen we drinken? Wat zullen we aantrekken? 32 Want naar dat alles zijn de heidenen op zoek. Jullie hemelse Vader weet wel dat je dat allemaal nodig hebt. 33 Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan krijg je dat alles erbij. 34 Maak je dus niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal zich wel bezorgd maken over zichzelf. Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
1.4.2
Commentaar
Er wordt op veel plaatsen in de bijbel een manier van leven aangeduid, die 'leven bij de dag' zou kunnen worden genoemd. De heilige Schrift, die vanuit een toekomstvisioen geschreven is en die een lange weg wijst, een oneindige verte in, is tegelijk: dichtbij onderricht, levensles en wegwijzing van dag tot dag. Leven op de lange duur, veertig jaren uittocht, een heel mensenleven 'gaan', opbreken, rusten, weer opbreken - dat is: een weg van dagen gaan. De Schrift telt een mensenleven niet in jaren, maar in dagen. In een heelal dat met lichtjaren gemeten wordt (een lichtjaar is de afstand die het licht in één jaar doorloopt, negeneneenhalf biljoen kilometer), in die immense ruimte leven wij op deze aarde van dag tot dag. En die dagen zijn nietig, kortstondig. 'De dagen van onze jaren omvatten zeventig jaar, en als wij sterk zijn tachtig jaar, en het meeste is moeite en verdriet, hoe snel voorbij, een wiekslag - leer ons dan zo onze dagen waarderen dat wij er wijze mensen van worden', zegt psalm 90. En het werd avond en morgen, de eerste dag, de tweede dag, de derde, zegt het verhaal over de geboorte van aarde en mensheid, het boek Genesis. 'En het geschiedde in die dagen, in die vele dagen', zo weet het boek van de uittocht te melden. Hartelijk gefeliciteerd en nog vele jaren, zeggen wij. Dat vindt de bijbel vermetele taal: wat weet je van 'jaren'? God leeft jaren. 'Doe, Gij, mij niet heengaan, mijn God, op de helft van mijn dagen, Uw jaren zijn eeuwen en eeuwen' (psalm 102). 'Gezegend zijt Gij dit uur van ons leven, deze dag die Gij ons geeft, bidden wij. Leven bij de dag. Want de dag van vandaag is alles wat je hebt. Tel je dagen, tel je zegeningen, dat is beter dan je wonden te likken. Verheug je dat je er nog bent, jij wel, die en die al niet meer. Huub Oosterhuis in 'Van U is de toekomst - kome wat komt', Lannoo, Tielt
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
30
'Wees niet bezorgd voor je leven', zegt Jezus, 'als God het veldgewas zo aankleedt', morgen wordt het weggemaaid, hoeveel te meer dan jou en toch vertrouw je het niet. Zou het in de dagen van die woorden een andere wereld zijn geweest dan vandaag? Hadden die mensen daar, toen, een sterkere geest, een groter moreel, dat je ze zo kon aanspreken? Ze werden met honderden tegelijk afgeschoten als vogels uit de lucht, en weggemaaid als gras. Iedere grond voor vertrouwen ontbrak, God deed niets, was nergens, net als nu. Toch vereerde Jezus hen met de diepste en hoogste wijsheid van zijn geloofstraditie, hoor wat Hij zegt: dat ze in hun van dag tot dag bedreigde, onverzekerde bestaan eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid zouden zoeken. Koninkrijk van God betekent: een gerechtigheid die allen omvat. Meer dan voor mijn eigen recht en belang (en zelfs primaire levensonderhoud) zou ik moeten opkomen voor recht en belang en leven van 'allen'? 'Wees niet bezorgd voor je leven' betekent 'Wees bezorgd voor elkaars leven, allereerst voor allen met wie je verbonden bent hoe dan ook, dichtbij of van verre, en houd die verbondenheid open naar elke eventuele naaste, naar elke plotseling onmogelijke naaste'. Jezus lijkt te zeggen, en dat is in de geest van zijn profetische traditie: hartstocht voor een gerechtigheid die allen omvat, zal je menselijker maken; je levenskracht, je moreel versterken, je hart verlichten. Het is beter voor je bekommerd te zijn om allen dan alleen om jezelf. Jij die bezorgd bent voor je leven van dag tot dag; die je toekomst zo stipt mogelijk plant en je van boven tot onder verzekert: probeer tijd te maken, en ruimte in je geest, voor een andere wereldorde, een wereld van een andere orde; waarin de verhoudingen tussen mensen open en doorzichtig zijn, gelijkwaardig, mededeelzaam in plaats van gierig, angstig en behoudend; waar voorkomende liefde heerst, die vooruitziet, kleine en grote rampen voorkomt - waar mensen elkaar zoveel mogelijk schade en schande besparen. Zoek plaatsen op waar dat nu al geprobeerd wordt, die zijn er. Zoek gemeenschap met mensen die al voor zo'n andere orde gekozen hebben, die vooruitlopen op de toekomst. Dat zoeken naar 'het koninkrijk' zal je leven vernieuwen, je zelfkennis verrijken, je eigener maken en meer beschikbaar voor anderen. Zal je op nieuwe gedachten brengen. Je zult op nooit eerder ervaren wijze door mensen gevoed en gekleed worden; en je zult behoefte krijgen aan meer vervulling - en misschien kom je met minder 'verzekeringen' toe. Huub Oosterhuis, toespraak gehouden tijdens de lieddag in 'de Brug' te Lier in februari 2003
1.5
Samen gedragen verantwoordelijkheid
1.5.1
Bijbeltekst
‘Bezoek van Jetro’ (Exodus 18, 13-27) 13
De volgende dag hield Mozes rechtszitting. Van 's ochtends tot 's avonds stonden er mensen om hem heen. 14Toen zijn schoonvader zag hoeveel werk het volk hem bezorgde zei hij: 'Is het niet nodig dat deze mensen je zo in beslag nemen? Waarom hou jij alléén zitting terwijl de mensen zich van 's ochtends tot 's avonds om je verdringen?' 15 Mozes antwoordde zijn schoonvader: 'De mensen komen naar mij toe om Gods uitspraak te vernemen. 16Als ze een geschil hebben komen ze bij mij, en ik moet uitspraak doen en hen op de hoogte stellen van Gods bepalingen en beslissingen.' 17 Zijn schoonvader zei: 'Toch doe je zo niet verstandig. 18Het is te vermoeiend, zowel voor jezelf als voor de mensen die staan te wachten. Het is te zwaar voor je; dit kun je alleen niet aan. 19Luister naar me, ik zal je een goede raad geven en God zal je bijstaan. Jij moet het volk vertegenwoordigen bij God en Hem de zaken voorleggen. 20Jij moet de mensen de bepalingen en wetten inprenten en hun leren welke weg zij moeten gaan en hoe zij moeten leven. 21Maar kies daarnaast uit het volk een aantal mannen die bekwaam zijn, godvrezend, betrouwbaar en onomkoopbaar. Stel die aan als leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig, en leiders over tien. 22Zij moeten steeds ter beschikking staan voor de rechstpraak. Iedere belangrijke zaak moeten ze aan jou voorleggen, in kleinere zaken kunnen ze zelf uitspraak doen. Het zal voor jou een verlichting betekenen als zij die last met je dragen. 23Als jij, met Gods instemming, zo te werk gaat, dan kun je het volhouden en gaan ook al die mensen tevreden naar huis.' 24 Mozes ging op de raad van zijn schoonvader in en regelde alles zoals deze had voorgesteld. 25Hij koos uit heel Israël bekwame mannen en stelde hen aan het hoofd van het volk: leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien. 26Zij stonden steeds ter beschikking voor
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
31
de rechtspraak van het volk. De belangrijke zaken legden ze voor aan Mozes; in kleinere deden ze zelf uitspraak. 27 Toen deed Mozes zijn schoonvader uitgeleide en hij keerde terug naar zijn land.
1.5.2
Commentaar
Exodus 18 vertelt ons hoe Mozes in de weer is van 's morgens tot 's avonds recht te spreken. Zijn schoonvader Jitro, een man met ervaring en bekommerd om zijn schoonzoon, wil hem goede raad geven. Hij heeft door dat een mens op tijd en stond rust en ontspanning nodig heeft. Hij is ervan overtuigd dat Mozes er aan dit helse tempo onderdoor zal gaan. Een mens moet nu eenmaal niet altijd alles willen doen. Het subsidiariteitsbeginsel mag dan wel een uitvinding zijn van de twintigste eeuw, het werd al eeuwen eerder toegepast. Durven delegeren heeft te maken met vertrouwen schenken aan anderen. Alleen mensen die denken dat ze altijd alles alleen moeten doen, willen niet geholpen worden. Na verloop van tijd zullen ze het vele werk toch niet meer aankunnen en zal het resultaat van hun inzet er kwalitatief onder lijden. Mozes was een groot leider. Hij wist de farao te overtuigen om zijn volk te laten vertrekken uit Egypte. Hij gaf nooit op. Na vele mislukkingen, ontgoochelingen en tegenkantingen slaagde hij uiteindelijk toch in zijn opzet. Ook tijdens de woestijntocht bleef hij de onbetwiste leider van zijn volk. Zijn gezag was groot en door niemand te evenaren. Zijn leiderschap bestond niet alleen in besturen, maar ook in het dienen van zijn volk. Van 's ochtends tot 's avonds besteedde hij zijn tijd aan rechtspreken. Men mocht bij hem komen aankloppen met grote en kleine zaken. Hij schoof niets op de lange baan. Aan iedereen gaf hij aandacht en tijd. Alleen had hij geen tijd meer voor zichzelf en op de duur ook niet meer voor God. Het bezoek van Jitro, zijn schoonvader, bracht daarin plots verandering. Als die hem zo de hele dag bezig ziet, voelt hij zich verplicht om zijn schoonzoon met goede raad te helpen. Hij maakt hem duidelijk dat hij zaken moet durven doorgeven aan andere bekwame leiders, zodat hij meer tijd kan steken in de meest belangrijke zaken. Jitro heeft zowel het welzijn van zijn schoonzoon als dat van het volk van Israël op het oog. Niet alleen de leider, maar ook het hele volk riskeert er onderdoor te gaan en te bezwijken. Dat Mozes de raad van Jitro onmiddellijk opvolgt, bewijst niet alleen dat hij eerbied heeft voor hem, maar geeft ook aan dat hij tot dieper inzicht is gekomen. En wellicht had hij al voelen aankomen dat het op de manier waarop hij bezig was niet meer verder kon. Samen gedragen verantwoordelijkheid zal voortaan geen ijdel woord meer zijn. Meerdere leiders zullen de bevoegdheden opnemen. Naar bekwaamheid worden ze uitgekozen om verantwoordelijk te zijn over duizend, honderd, vijftig, tien mensen. Alleen de allerbelangrijkste zaken en geschillen zal Mozes nog behandelen. Zo komt er voor hem meer tijd vrij voor denkwerk, studie en onderricht, maar ook voor God. Alles moet niet meer zo haastig. De zaken kunnen grondiger en dieper aangepakt worden. Endaar wordt iedereen beter van. Huub Gerits in 'Bijbel en Bezinning' (Centrum voor Arbeidspastoraal), 22 (2003), nr. 3
2
EN WIJ? ZELFBEVRAGING EN GETUIGENISSEN
2.1
Een werkinstrument
Om deze bundel zo dicht mogelijk bij de praktijk van het onderwijzen en opvoeden te laten aansluiten, voorzagen wij o.m. een onderdeeltje 'getuigenissen'. Getuigenissen 'van binnen de school' (zie punt 2.2). Daartoe stelden wij enkele richtvragen op. Deze vragen kunnen echter dienen als leidraad voor élke leraar die zich wil bezinnen over hoe hij 'omgaat' met (de) tijd, zowel binnen als buiten de lessen, ja zelfs in zijn persoonlijk leven. En waarom deze vragen - mits enige aanpassing - niet eens gebruiken voor een open gesprek onder collega's? Misschien leidt dit tot interessante vaststellingen en van daaruit tot nieuwe keuzes, persoonlijk en als groep? Immers, tijd is iets wat iedereen aanbelangt en … samen houden wij hem misschien beter in de hand?
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
32
−
Wanneer en hoe komt 'tijd' als objectief gegeven (dus in zijn kwantitatief aspect) ter sprake in mijn lessen? Hoe ervaar ik dit en hoe komt dit over/aan bij de leerlingen?
−
Besteed ik in mijn vak ook aandacht aan de beleving van (die) 'tijd' door de mens? Wanneer/hoe? Welk effect heeft dit op mezelf, op de leerlingen?
−
Komen er nog andere (belevings)aspecten van 'tijd', dan die in verband met mijn vak, naar voor in mijn bezig zijn met leerlingen in klas- of schoolverband? Welke? Wat doet mij dit? Wat doet hen dat?
−
Waarom ligt voor mijzelf de nadruk wat betreft 'tijd' in mijn professionele bezigheid: op 'kwaliteit' en/of op 'kwalitijd' (=kwantiteit?)? Waarom? Hoe uit zich dat? Ben ik hier gelukkig mee of zou ik het anders willen? Hoe dan?
−
En in de school in zijn geheel: hoe wordt daar naar mijn ervaring of aanvoelen omgegaan met tijd door de leerlingen, het personeel (onderwijzend, technisch, administratief, onderhoudspersoneel), de directie, het schoolbestuur? Wat valt mij hierbij op? Zie ik een evolutie op dat vlak? Hoe voel ik mij hierbij?
−
Als ik mezelf zie omgaan met 'tijd' in mijn persoonlijk en/of familiaal leven, wat merk ik dan? Wat denk ik - op enige afstand gezien - hierover, wat voel ik hierrond? Is dit anders bij mijn huisgenoten? Hoezo?
2.2 − −
Hoe beleef ik de tijd in mijn beroep? Waarop ligt voor mijzelf de nadruk wat betreft “tijd” in mijn professionele bezigheid: op “kwaliteit” en/of op “kwalitijd” (= kwantiteit ?)? Waarom? Hoe uit zich dat? Ben ik hier gelukkig mee of zou ik het anders willen? Hoe dan? En in de school in zijn geheel: hoe wordt daar naar mijn ervaring of aanvoelen omgegaan met tijd door de leerlingen, het personeel (onderwijzend, ondersteunend, technisch en onderhoudsperoneel), de directie, het schoolbestuur? Wat valt mij hierbij op? Zie ik een evolutie op dat vlak? Hoe voel ik mij hierbij? q
Als kunstenaar heb ik een enorme binding met de tijd waarin ik leef, ze is mijn voedingsbodem en tevens ook het "kijkvak" waarin het "beeld" kan zijn voor al degene die er tijd willen voor vrijmaken om er naar te kijken. De leerlingen "open" maken voor dat wat achter ons ligt, is de deur openmaken voor wat aandacht op alles wat onze hedendaagse cultuur te bieden heeft en dat is heel wat, tijd te kort zou ik zeggen. Ach, daar zit dan ook de grote moeilijkheid om uit te maken wat net de moeite is om wat tijd in te steken. Ook op school zelf wordt er constant aan je jas getrokken om aan een of ander project uw medewerking te verlenen, ook hier vaak de moeilijke keuze, doe ik het of doe ik het niet. Met mijn deeltijdse onderwijsbaan is het vaak moeilijk neen te zeggen tegen bepaalde projecten die op onze "actieve" school ingericht worden. Maar vaak ten koste van mijn eigen artistieke 'moeten', dat ook veel tijd van me vraagt. Kunst ontstaat niet zomaar. Vaak ook, gaan sommige collega's er ook vanuit dat je als deeltijds leerkracht wat meer tijd over hebt om je hier en daar voor in te zetten, en dat is in mijn geval echt niet waar. Koen Lemmens, leraar esthetica secundair onderwijs, Lommel q Ik probeer hoe langer hoe meer aandacht te besteden aan de beleving van tijd door de leerlingen. Ik laat hen meer dan vroeger verwoorden wat hun ervaringen zijn in verband met een onderwerp dat we bespreken, ik trek daar meer tijd voor uit dan vroeger het geval was. Het maakt dat de leerlingen en ikzelf een stuk meer van mekaars terrein leren kennen, maar ook dat in de ogen van rationalisten heel wat tijd 'verloren' gaat. Met andere woorden: je moet als leraar anders leren omgaan met de 'programmadruk' in het vak. Dit anders-bezig-zijn met tijd en met de leerlingen zorgt er wel voor dat mijn relatie met de leerlingen ook anders is dan vroeger: ze zijn opener, ze zijn communicatiever, ze zijn rapper bereikbaar, dan toch op de domeinen omtrent godsdienst… Ik zie ook gevolgen voor mezelf: ik probeer in mijn professionele bezigheid (zoals jullie dat deftig noemen) meer nadruk te leggen op kwaliteit, ik probeer de tijdsdruk minder te laten doorwegen.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
33
Daarvoor is het vak godsdienst eigenlijk een uitgelezen vak, vind ik. Laat de leraars wiskunde maar tegen hun programma 'vechten', voor mij telt wat een inspecteur ooit verklaarde: als ze maar serieus met een onderwerp bezig zijn… Op school denken de meeste mensen dus zo niet: de druk van het leerplan verhindert die gedachtegang erg sterk. En de directie loopt zichzelf voorbij in vergaderingen en meetings en gesprekken en bijeenkomsten… Tijd voor 'de mens', 'de leraar', 'de leerling' is er voor hen blijkbaar niet of steeds minder, want het is allemaal zo druk… En ik zie dit allemaal steeds erger worden, wat ik heel erg betreur. Gert Soens, leerkracht godsdienst 1ste graad, St.-Niklaas q Al fietsend overliep ik wat me in de school te wachten stond. Een brief schrijven voor de werkgroep leerstoornissen, dit tekstje maken en doormailen. Mijn lessen godsdienst in het derde jaar technisch en beroep over verzoening; hoe schuld van generatie op generatie wordt doorgegeven, hoe wonden van eeuwen geleden vandaag in Bosnië, in Kosovo, in Israël de blinde haat voeden. In het beroeps voorbereidend leerjaar had de lerares Nederlands het over de DOOD. De leerlingen kwamen met vragen over een gelovige visie op leven en dood. Alhoewel het niet echt op het programma staat, heb ik er even tijd voor gemaakt. We bekijken een aantal fragmentjes uit 'The Lion King'. Er komen in de film heel expliciet verschillende visies over leven na de dood aan bod. Verrassend hoeveel je kan doen als je fietst en geniet van een mooie ochtend. Toen ik in de school aankwam lag er een briefje van de directie in mijn bakje. Ik ben leerlingenbegeleider in de school en deze periode lijken de probleemsituaties zich wat op te hopen. Zowat elk moment dat ik in de school ben, moet ik benutten om het werk gedaan te krijgen. Soms zijn de lessen die ik geef rustpunten in een werkdag. Guy Van Laer, leerkracht BSO en leerlingbegeleider, Lier q Tijd maken voor leerlingen = kwaliteitsvolle tijdsbesteding Leerlingen die de leerstof niet zo snel begrijpen, leerlingen die een aantal lessen gemist hebben wegens ziekte worden tijdens de middagpauze bijgewerkt. Omdat ik raadgever ben van de Mini-onderneming op onze school, neem ik verschillende malen per week deel aan de vergaderingen van de MO. (buiten de lesuren/schooluren) Ik neem actief deel aan deze vergaderingen, niet door mijn mening op te leggen, maar door het geven van advies, voorstellen te formuleren, enz. Wekelijks help ik het financieel departement van de MO om de boekhouding correct te verwerken. Extra tijd maken voor de leerlingen buiten de lesuren/schooluren, wordt door de leerlingen zeker geapprecieerd. Dit komt ten goede aan de lessfeer/klassfeer en aan het wederzijds respect. Tijd in de school (personeel, directie) Het valt me tegenwoordig meer en meer op dat er vele vergaderingen (speeches) worden georganiseerd door de directie. De vele zinloze vergaderingen, klassenraden, vakwerkgroepen, directieraden, enz. nemen veel 'kwantitijd' in beslag, waarbij ik me echt niet goed voel. Daarbij komt dat in de meeste gevallen enkel de directie aan het woord is. Een goede babbel tijdens de lunchpauze met de directie of met collega's is over het algemeen veel efficiënter en verloopt in een aangename en ontspannen sfeer. Je hebt dan ook een echt gesprek: vraag en antwoord, meningen vergelijken, gedachten uitwisselen, enz. Ik maak graag tijd voor een goede vergadering met een gestructureerde dagorde waar iedereen zijn zegje krijgt! Tijd voor mezelf, op school en thuis Ik heb dikwijls het gevoel dat ik voor mezelf op school tijd tekort heb om: − het leerplan af te werken − te praten met collega's − te praten met leerlingen Als ik 's avonds naar huis rijd, heb ik de indruk dat ik me de hele dag heb gehaast, en toch niet alles heb kunnen doen wat ik wou doen! Els De Cock, leerkracht boekhouden, gehuwd en moeder van 2 kinderen, Vrasene.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
34
q Het was bloedheet op mijn bureau deze zomer en om de toestand "werkbaar" te houden, stonden mijn raam en deur op tocht. De school leek wel doods en stil. Ik reageerde zelfs niet op de schaarse voetstappen die ik in mijn gang hoorde, want ik had geen tijd. De telefoon rinkelde mij te regelmatig, lastige vragen werden gesteld waarop je dan liefst onmiddellijk een antwoord moest weten, inschrijvende leerkrachten wilden mijn raad en bijstand bij een problematische inschrijving, de opties van de leerlingen voor de verschillende afdelingen moesten worden ingevoerd in de computer, en elke avond stond mijn collega directeur in mijn bureau met de dwingende vraag of hij het aantal leerlingen per afdeling en optie kon hebben voor de samenzetting van de klassen en de verdeling van de opdrachten van de leraars. Een heksenketel zou ik zo zeggen … Ik had het geklop om mijn deur niet gehoord. Toen ik een zachte stem hoorde, draaide ik me onmiddellijk om en zag Sofie – één van onze leerkrachten – in de deuropening staan. "Ik weet het, je hebt geen tijd, maar kan ik je even spreken?" vroeg ze. Ik meende een aarzeling in haar stem te horen en ze leek me ietwat onzeker. Ik sloot mijn deur en ging naast haar zitten met de opmerking "vertel het me maar". Een futiliteit in verband met een geplande activiteit voor het schooljaar leek eigenlijk maar een uitvlucht of een aanleiding. Twijfelend, met af en toe een traan, vertelde ze me spontaan wat haar zo bezighield. Ze vertelde over de problemen thuis en was omzeggens vastbesloten haar relatie met haar man stop te zetten. Hij had het te druk, duwde al haar vragen en noden in een hoek en leefde maar haastig voort. Hij luisterde naar haar vragen maar hoorde ze niet. Hij keek naar haar maar zag haar niet. Sofie daarentegen wou een "hechte" relatie, een intense band waar spreken en luisteren prioritair zijn. Samen plannen maken, samen een toekomst opbouwen met een visie, "samen" leven. Ze zaten duidelijk elk op een ander spoor en praatten "over" elkaar heen. We hebben lang met elkaar gepraat. We hebben samen gezocht naar oplossingen en naar wat Sofie precies kon doen en zeggen om het haar man duidelijk te maken. Uiteindelijk zei ik haar dat men er alles moet aan gedaan hebben om een relatie te laten slagen. Alles … dan kan je je later ook niets verwijten. Dus zei ik haar … ga maar vlug aan 't werk want je ziet die man graag. Nu maanden later vroeg ik op de leraarskamer terloops "hoe gaat het met jou? Hoe gaat het met jullie?" "Heel erg goed" zei ze stralend, en ze fluisterde in mijn oor "bedankt". We hebben geen tijd. Wij vullen onze tijd met vergaderingen, taken, administratie … Dat is belangrijk maar essentieel is dat beetje tijd dat uiteindelijk een grote impact heeft op iemand. Een kort "intens" tijdsgebruik voor mensen (leerkrachten, leerlingen, vrienden) is van essentieel belang. Mensen komen altijd op de eerste plaats. Als ze aankloppen aan mijn deur, dan zet ik de klok stil en stap uit mijn "radarwerk" van beslommeringen. Tijd is ruimte, tijd is ongrijpbaar maar vliegt voorbij. Ik moet dus heel nauwkeurig kiezen aan wat, maar vooral aan wie ik mijn tijd besteed. Thérèse De Croock, Adjunct-directeur Humaniora O.-L.-Vrouw Presentatie, Sint-Niklaas q Ook een leraar aardrijkskunde is meer dan een vakleraar. Je kan meewerken aan projecten als Broederlijk Delen en Welzijnszorg op school. Je kan buiten de lesuren tijd maken voor de leerlingen en collega's. Zo is er in onze school een Emmaüsgroepje van een twintigtal leerlingen die eenmaal per week 's vrijdags samenkomen tijdens het uur middagpauze. Via gesprek en spel leren ze elkaar beter kennen. Ze leren je als participerend lid van de groep anders kennen dan tijdens de les. De twee weekends, één in het begin en één op het einde van het schooljaar, vormen de hoogtepunten. Ondanks de drukke weekkalender is tijd maken voor je collega's na een vergadering of je aanwezigheid op een huwelijksviering of uitvaart van een ouder of familielid of een bezoek aan een zieke collega erg belangrijk. Het geeft de polsslag weer van de schoolsfeer. Georges Tibau, leraar aardrijkskunde ASO, KCST 3de graad, Sint-Truiden q
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
35
Tijd maken is 'ja' zeggen en ook 'neen' zeggen. Tijd maken is kiezen. Een gesprek met een boze papa en een wenende mama van een intern die volop aan het puberen is, wordt onderbroken door het aanhoudend gerinkel van de telefoon op je bureau, het beginuur van (weer) een vergadering nadert, en een luide klop op de deur: "Meneer, dit gaat te ver, je moet eens luisteren …" Herkenbaar voor veel mensen uit de onderwijs- en opvoedingswereld. Er zijn zoveel grote en kleine dingen waarvoor je tijd probeert te maken. Zoveel vragen en noden waarop je 'ja' zegt en om daarvoor tijd te kunnen maken moet je ook nog leren 'nee' te zeggen tegen even veel andere vragen vanuit het werkveld, de parochie, het verenigingsleven. Kiezen dus … Kiezen om je directiekamer en je avond ter beschikking te stellen van een jongen die 18 wordt en zijn mede-internen wil tracteren, kiezen voor toch nog maar eens een gesprek met een jongen die het zichzelf, zijn medeleerlingen en zijn opvoeders knap lastig maakt, kiezen voor een kwinkslag of een babbel met enkele internen zonder problemen, kiezen voor het oprapen van papiertjes op de speelplaats, kiezen voor een weekendje in het Heuvelland met de collega's en hun gezin, kiezen voor het aanmoedigen van een beginnende en enthousiaste opvoeder die op zijn beurt 'uitgeprobeerd' wordt. Af en toe kies ik er ook voor om een kwartiertje alleen in de kapel te zitten, om tot rust te komen, te bidden. Of ga ik om 22 uur naar huis om mijn vrouw nog eens 'wakker' te zien. Of rook ik toch maar een sigaartje. Of weiger ik tijdens de middag te vergaderen: hoe kan je anders nog maaltijd houden? Of blijf ik gebedsdiensten en bezinningen voor de internen geen tijdverlies noemen. Want ook voor hen is het waardevol om af en toe even 'halt' te houden, zich vragen te stellen, tijd te maken om de levenskoers een beetje bij te stellen Eric De Waele, Internaat Klein Seminarie Hoogstraten q Mijn tijd mag jullie tijd zijn Ik heb altijd tijd. Ik heb nooit tijd. 'Mijn tijd mag jullie tijd zijn', zeg ik in mijzelf tegen de kinderen en zo ga ik naar mijn werk. Er zijn elke dag wel dingen die 's avonds best gedaan zijn (en soms is het me zelfs gelukt), maar meestal gaat mijn tijd naar wie of wat me voor de voeten loopt. 'Ik wil er zijn voor jullie'. Heel wat kinderen weten het en doen beroep op mijn tijd. Bent u er vanavond? Kan ik u vandaag nog zien?' zijn courante vragen. Kinderen spreken me spontaan aan als ik ergens in een groep kom. Mijn tijd bestaat vaak in het meeleven met hun wereld, in het geven van wat veiligheid en wat duidelijkheid. Er zit echter heel wat 'moeten' in mijn tijd. Ik mag op de eerste plaats geen mensen vergeten. Er zijn jongeren die minder opvallen en die zeker ook aandacht vragen. Er is de verplichte tijd die ik niet te kiezen heb: op deze bepaalde uren zijn er de maaltijden en die draaien op mij – op dat bepaald uur komen de internen binnen of keren ze terug van school. Er gaat tijd naar studiebegeleiding en analyse van rapporten. Er gaat tijd naar overleg met het opvoedend personeel en met het onderhoudspersoneel. Dat vind ik belangrijk. Zij zijn het waard. Mijn tijd voor hen is tijd voor hun wereld en tijd voor het geheel. Als de internen op school zijn, komt het programma dat vaak met hen te maken heeft: telefoons en afspraken met ouders, met hulpverleners, met mensen van de school. Omzendbrieven lezen en verwerken, brieven opstellen en verzenden, werkroosters opstellen en andere regelingen uitwerken, vergaderingen in verband met het internaat voorbereiden en leiden of bijwonen (in huis of buitenhuis), andere vergaderingen volgen, zieke kinderen opvangen, … de gekste klusjes eerst. Er kan nog een lange lijst ingevuld worden. Er zijn ook de rondleidingen met nieuwe internen. Eigenlijk kruipt daar erg veel tijd in. Elke dag zou al wat op mijn bureau binnenkomt, geordend moeten worden. Dat lukt haast nooit. Ik heb tijd nodig om in alle rust te kunnen nadenken over visie en aanpak. Die tijd is er vaak niet. Heel veel tijd boet ik in op mijn slaaptijd. Want er is natuurlijk ook nog de tijd met de mensen met wie ik mijn leven
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
36
koos. Naar hen gaat mijn tijd van 'tussendoor', met hen bid ik en met hen ben ik op woensdagavond en in het weekend samen. Om evenwicht te kunnen houden heb ik in de vakanties extra stille tijd nodig om stevig in mijzelf te kunnen wonen. Mieke Van Loock, Internaat Heilig-Grafinstituut Turnhout q Op mijn bureau hangt een klok met grote cijfers. Regelmatig hou ik deze wijzers in het oog. Soms kijk ik wat onopvallend op: is het al zo laat, ik moet nog zoveel dingen doen … Op mijn computer wordt de tijd digitaal aangegeven. De digitale cijfertjes veranderen veel te snel. In de hal vlak voor mijn bureau staat een statige antieke, eiken klok. De mooie wijzers wijzen naar het juiste uur. De gewichten die de klok laten draaien, dienen tijdig te worden opgetrokken. Anders valt ze stil. En ze valt regelmatig stil. Om de gewichten op te trekken maak ik niet altijd tijd … Ik draag een uurwerk van het merk 'Swatch'. Het uur wordt aangeduid met Romeinse cijfers. Ik weet niet precies hoeveel keer ik per dag naar mijn polshorloge kijk. Daarvoor gaat de tijd te snel. De schoolbel rinkelt. Ze geeft de lestijden en speeltijden aan. Doordat de dag door de schoolbel wordt geregeld, lijkt het of de tijd nog sneller vooruit gaat … Dominiek Hermans, Internaat Berthoutinstituut, Klein Seminarie Mechelen q Tijd … tijd … ? Druk … Druk – geen tijd … help ! De noodkreet van onze maatschappij! De noodkreet van mezelf. Vooral het laatste jaar, die nieuwe jobfunctie! Mijn dagen lijken te weinig uren te bevatten, help … Maar erger voor mezelf is dat juist door dat gebrek aan tijd er ook een gevoel van tekortschieten in dienstverlening, hulpverlening ontstaat. Ooit was het anders: als 'PMS'-veldwerker tussen de leerlingen, hun nood aanhoren, empatisch luisteren, schouderklopjes geven, met hen op zoek gaan naar de juiste invalswegen, de efficiënte handvatten aanreiken. Het leek wel of er geen 'tijd' bestond; juist die inzet voor jonge mensen met hun vragen en noden, gaf mij een gevoel van tijdloosheid, een rust, een tevredenheid en voldoening! Maar ook wij 'PMS' moesten mee evolueren met de tijd. Het CLB kwam, maar met het CLB kwamen ook de vele wetteksten, decreten, vergaderingen … tijdsgebrek! Wie wordt hier beter van? De leerling? … daar is minder tijd voor! De leerkracht? … die ziet de CLBveldwerker steeds minder! … de CLB-er? … die moet vergaderen en mooie theorieën verkondigen maar waar moeten we de tijd warme aandacht nog blijven halen?! Help … Geef ons er tijd voor! Monique Bytebier, Diensthoofd CLB Secundair Onderwijs, Sint-Niklaas
2.3
Tijd in mijn privéleven
Ik moet zeggen: wat gebruik van tijd betreft, leer ik heel wat van mijn echtgenote. Die heeft een filosofie ontwikkeld die nadruk legt op intensiteit, op bewust doormaken van…, op bezig zijn met… Meditatie en zelfontwikkeling (langs vrouwelijke paden) maken haar erg gevoelig voor kwaliteit van tijd-beleven en de huisgenoten 'delen van de brokken', uiteraard. Dat levert soms wel een conflict op, maar meestal is de confrontatie leerrijk en haal ik er ideeën uit, voor mezelf, voor de omgang met leerlingen en collega's, voor de lessen… Gert Soens, leerkracht godsdienst 1ste graad, St.-Niklaas q
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
37
Een van de mooiste momenten van elke werkdag is het halfuurtje fietsen naar de school. Ik laat dan de drukte van de ochtend achter. We hebben drie heel jonge kinderen en werken alle twee. Als dan het luier verversen, potjes wegdragen, eten geven, aankleden, naar de school en naar de onthaalmoeder brengen achter de rug is, komt er rust. Rust op de fiets. En vanmorgen was het mooi. De zon scheen, het leek verbazend zacht voor een ochtend zo vroeg op het jaar. Het viel me op dat de vogels heel luid zongen. Er zit lente in de lucht. Ik heb vanavond, vrijdag, nog het achtste lesuur in derde beroep metaal. Niet echt slechte gasten, maar het is een grote klas en het laatste, achtste uur van de week is niet het gemakkelijkst. Voor beroepsleerlingen gaat de tijd meestal voorbij zonder dat ze daar veel vat op willen hebben, maar vrijdag het achtste lesuur laat de vermoeidheid van de hele week zich gelden, en er is zicht op een weekend vol boeiende vrije tijd. Voor mij is er straks na die laatste les nog zo'n half uurtje fietsen en ik kom ontspannen thuis bij vrouw en kinderen. Guy Van Laer, leerkracht BSO en leerlingbegeleider, Lier q Toen ik enkele dagen terug even bij de krantenwinkel stopte, om wat lectuur op te nemen om de tijd wat te korten tijdens een treinreis richting Brussel, viel mijn oog op een foldertje van een of ander ministerie. "Neem de tijd om te leven. Het is uw goed recht. Een foto daar boven van een jonge vader die zijn kind met een teder gebaar onder zijn vest gestoken heeft. Dit was hij dan, de veel besproken nieuwe man, nu door de regering opgeroepen tijd te nemen voor kind en gezin. Een nobel gebaar, maar tevens ook een teken aan de wand dat we in 'tijdsnood' zitten. Ook voor mij is het soms zo, ook ik zit soms in tijdsnood, omdat ik met teveel dingen bezig wil zijn. Maar vaak kunnen al die zaken waarmee ik bezig ben maar verder bestaan als ik er mij voor blijf inzetten. En hier komen wij dan in het vaarwater van vrijwilligerswerk. Als christen kan ik niet om die vraag heen, kan ik moeilijk neen zeggen als er hulp gevraagd wordt, maar moet ik er mij ook constant voor behoeden dat ik er niet aan ten onder ga. Neem de tijd om tijd te schenken, staat op de binnenkant van de boven al aangehaalde folder nog vermeld; vandaag een opdracht, ik ben bang morgen een droom. Koen Lemmens, leerkracht esthetica secundair onderwijs, Lommel q He, He. De paasvakantie is net begonnen. De rush van werk en huishouden vertraagt. Even moet het allemaal niet zo dringend meer. Waar zijn we toch mee bezig? Waarom slagen mensen van andere culturen erin om met minder stress te leven, en wij niet? Al enkele jaren ben ik met deze vraag bezig. Mijn lichaam heeft duidelijke signalen gegeven. Ik moet meer tot mezelf komen, bewuster en meer ontspannen gaan leven. Grotere kinderen vragen meer organisatie in het huishouden: niet vergeten afspraken te maken, tijd nemen om de plannen van iedereen te overlopen bij het begin van het weekend… Lutgart De Bie, 44 jaar, gehuwd en moeder van 3 kinderen van 12 tot 17 jaar, docent milieu-exploratie aan de KHK, Departement Lerarenopleiding te Vorselaar q Op weg naar huis probeer ik 'af te kicken' van de drukte op school. Eenmaal thuis maak ik tijd (kwaliteit) om onze kinderen rustig op te vangen wanneer zij met hun verhalen van een drukke schooldag thuiskomen. We eten samen een kleinigheid alvorens het huiswerk wordt gemaakt, nagekeken en/of opgevraagd. Ondertussen maak ik het eten. Daar maak ik graag tijd voor, omdat ik het belangrijk vind om aangenaam en lekker te tafelen met het gezin. Wanneer mijn man, enkele uren later, thuiskomt begint het keukenwerk opnieuw, maar met evenveel plezier. Pas wanneer alles opgeruimd is, spelen we samen nog een spel, wordt er nog een boek gelezen, kijken we samen naar het nieuws of wordt de hele dag nog eens besproken. Daarna gaan de kinderen slapen. Voor mij staat er 's avonds meestal nog schoolwerk op het programma.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
38
In 't weekend wordt het schoolwerk volledig verbannen en staat het gezin en genieten centraal. Op die manier worden de batterijen weer opgeladen voor een nieuwe werkweek! Els De Cock, leerkracht boekhouden, gehuwd en moeder van 2 kinderen, Vrasene. q Ondergetekende staat op het punt te vertrekken naar studiedagen voor directies. Een van de sprekers zal het hebben over tijdmanagement. 26 directies willen leren hoe we onze tijd beter kunnen beheersen, wij willen terug meester worden over onze agenda. Voorwaar een verzakelijkte benadering van tijd, denk je. Je wilt zuinig omspringen met je tijd, je wilt dit schaarse goed zo woekerend mogelijk benaderen. Tijd is geld, tijd is geld, tijd is het (klater?)goud dat aan het einde van de regenboog klaarstaat na je pensioen, tijdens vakanties. Nu, vandaag is het iets wat je gefrustreerd achterna holt, in de hoop dat je het zult kunnen getemd krijgen. Tijdsmanager worden kan de indruk geven dat je de notie tijd als louter zakelijk gaat zien. Voor een schooldirecteur is er inderdaad nood aan functioneel omspringen met die tijd. Uiteraard is dat tenminste gedeeltelijk zo: je moet allerlei kunnen regelen, post doornemen, een financieel beleid voeren en de administratie doen draaien. Dat is nodig en gaat vaak ten koste van de reden waarom je echt in het onderwijs bent gestapt. Maar de echte reden waarom je naar grotere efficiëntie streeft, is je zucht naar "quality-time" die helaas kwantitatief te weinig aan bod komt. De tijd die je mensen kunt schenken, de tijd die je van mensen krijgt voor communicatie, de empathische momenten waarin geesten en zielen elkaar ontmoeten is de tijd die het belangrijkste is. Het is brandstof, warmte en beweging tegelijk. Precies het gebrek daaraan leidt tot frustratie. Je kunt er niet vaak genoeg een portie van krijgen, doodeenvoudig omdat je veel te veel tijd functioneel moet besteden. Vandaar de verzuchting die leidt tot ontmoetingen met een time-manager. PS: De tijdsmanager kwam niet opdagen door een ongevalletje in de file op de Brusselse Ring. Was hij te laat vertrokken? Freddy Cloet, directeur, humaniora O.-L.-V.-Presentatie, Sint-Niklaas q De zondag houd ik zoveel mogelijk werkvrij voor het gezin, om op familiebezoek te gaan en om in de parochie eucharistie te vieren. Tijd maken om te recupereren, om na te denken over zin en onzin of om een beetje menselijke warmte te geven, zorgen ervoor dat de tijd even stil staat midden alle drukte. Georges Tibau, leraar aardrijkskunde ASO, KCST 3de graad, Sint-Truiden q Geen bel, geen klok in de hal, geen wandklok aan de muur, soms ook geen polshorloge aan de arm. Leven op het ritme van de natuur, opstaan en gewekt worden met vogelgezang, door een klein raampje vanuit de caravan de zon zien schijnen, een eekhoorn zien wegspringen, een reiger klapwiekend zien opstijgen uit de vijver … Op ons klein buitenverblijf in de groene omgeving van Begijnendijk krijgt tijd een andere betekenis: de drukte valt weg, de rust komt in de plaats en de tijd krijgt eindelijk tijd … Dominiek Hermans, Internaat Berthoutinstituut, Klein Seminarie Mechelen q Tijd … we komen het allemaal tekort … we rennen er allemaal achteraan Onlangs hoorde ik een van mijn leerlingen opmerken dat zij het eerste lesuur van de maandag al denkt aan het laatste van de vrijdag want daarop volgt het weekend. Geen wonder dat wij nooit tijd lijken te
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
39
hebben, want we zijn blijkbaar altijd haastig op weg naar iets wat nog moet komen. De vraag is of we zo niet vergeten aandacht te hebben voor het nu waardoor we heel wat dreigen te missen. Het heeft voor mezelf lang geduurd vooraleer ik mij realiseerde hoe de toekomst altijd wel op een of andere manier de blik op het heden versluiert. Het is net alsof wij niet meer in staat zijn die steeds sneller voortrazende klok in ons hoofd af en toe eens stil te leggen. Soms denk ik er wel eens aan hoe het zou zijn om zonder klok een tijdje door te brengen op een plaats waar nagenoeg niemand woont, een klein eiland of zo. Ik vraag mij af of ik dan de ervaring zou kennen van over een zee van tijd te beschikken ofwel of ik er onrustig van zou worden. Wanneer ik lees over bv. wetenschappers die enkele eeuwen geleden hebben geleefd en geschreven, sta ik er dikwijls over verwonderd hoeveel die mensen in hun leven hebben bijeengeschreven. Waar haalden zij in Godsnaam de tijd vandaan, denk ik dan. En hoe zou hun tijdservaring geweest zijn… toch helemaal anders dan de onze. In hun wereld verliep alles traag en een deadline was nog onbekend. Welk een rust moet dat gebracht hebben, nog versterkt door het ontbreken van al die kunstmatige geluiden die onze zenuwen af en toe onder druk zetten. En toch moet er toen ook ongeduld geweest zijn, dat kan toch niet anders, want zo fundamenteel zijn de mensen toch niet veranderd… of wel? De traagheid en stilte van vroeger mogen verlokkelijk lijken, ze moeten soms toch ook verveling veroorzaakt hebben… zeker bij mensen die niets te doen hadden omdat ze anderen voor zich konden laten werken. Wanneer men romans leest uit de late 18de of begin 19de eeuw, van Jane Austen bv., valt het mij toch op dat er tussen de regels veel verveling schuilt: alle dagen hetzelfde stramien met een vaste indeling en steeds hetzelfde kleine kringetje van mensen waarmee men omgaat… spannend is anders. Maar rustig was het zeker. Teruggaan in de tijd kunnen we (helaas?) niet meer, maar eens goed nadenken over de vraag of we niet bezig zijn onszelf voorbij te lopen kunnen we wel. En wie rondom zich kijkt merkt dat het daarvoor de hoogste tijd is. Walter Lefever, leerkracht geschiedenis ASO/TSO 2de en 3de graad, Tremelo q
3
BESCHOUWINGEN OVER TIJD EN TIJDSBELEVING
Bidden volgens de klok Jullie zijn in ons land op vele verschillende plaatsen te gast geweest: een OCMW, het Vlaams Parlement, een kerkdienst, een landbouwbedrijf, een opvangcentrum voor vluchtelingen, een waterzuiveringsinstallatie, het gemeentebestuur van Herent, de politie, verschillende scholen, kerkhoven... Welke indrukken blijven jullie het sterkst bij? Ramiro: "Om te beginnen vind ik het moeilijk om veel te zeggen over mijn korte verblijf hier. Ik heb veel vragen. We hadden het net over geloof. Leeft dat nog echt hier? Is dit de fantastische kerk die ons altijd beloofd werd?" Manuel: "Alles moet hier zo snel gebeuren. Mensen bidden hier volgens de klok. De mis begint op een bepaald uur en is op de minuut gedaan. Gebeden staan op papier. Weten mensen anders soms niet wat bidden? Bij ons brengt de zondagsmis de zes werkdagen bij elkaar in een viering van eenheid, vreugde, ontmoeting en uitwisseling. Is dat hier anders? Voor ons is een mis een woord en wederwoord. Daar staat geen uur op. Bij een vorig bezoek aan België mochten we een kathedraal niet binnengaan omdat er net een dienst aan de gang was. Ik begrijp niet hoe je mensen de toegang kan weigeren tot het huis van God." Ramiro: "Ook het onderwijs wordt geregeerd door de klok. Als we een boeiend gesprek met de leerlingen voeren, wat bepaalt dan of het gesprek ruimte krijgt of niet? De inhoud van het gesprek of de bel? De bel! Dat zagen we in één van de scholen die we bezochten. Met de economie is het ook zo. Jullie hebben een eigenaardige manier van handel drijven met elkaar, een manier waar geen woorden meer aan te pas komen. Een prijs is een prijs. Er valt niets te onderhandelen, er valt nergens meer over te praten. Jullie kunnen kopen zonder contact te leggen met elkaar." Manuel: "Voor ons is de essentie van het leven dialogeren en praten met elkaar. We bezochten een landbouwbedrijf en zagen een eenzame boer en zijn tractor. Om landbouw te bedrijven hebben jullie geen dialoog meer nodig. Als wij bomen kappen, doen we dat met verschillende mensen samen. Daar
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
40
komt tegenwoordig ook wel verandering in: we hebben nu kettingzagen die lawaai maken. samenwerking komt er bij ons misschien op termijn ook door in het gedrang."
De
Interview van Ria Goris met Manuel Paau en Ramiro Tox, Maya-afstammelingen op bezoek in België in het kader van een samenwerkingsakkoord tussen Herent (bij Leuven) en vier Q'eqchi'dorpen in Alta Vera-Paz (Guatemala) in Tijdschrift voor Geestelijk Leven, 59 (2003) - 4 (juli-aug.) p. 391-393
Eeuwigheid in een seconde “Liefde duurt een eeuwigheid, in een seconde” (Herman van Veen) Het woord eeuwigheid roept bij veel mensen iets heel vreemds op, een soort altijddurend heden, maar dat is helemaal niet de ware betekenis van dat woord. In de bijbel geeft dat woord de bestaanswijze van God aan. Over eeuwigheid spreken heeft dan de bedoeling om de dragende grond van de werkelijkheid of de uiteindelijke zin ervan aan te duiden. Dat is overigens iets dat wij niet in onze greep hebben, want het geheim of het mysterie van het leven kunnen wij niet begrijpen of bevatten, hooguit met verwondering, dankbaarheid en met een huiverende lofprijzing benaderen, zoals de joodse traditie ons dat leert. Daar waar mensen proeven dat zij aan die eeuwigheid uiteindelijk raken of erdoor geraakt worden, nemen wij het woord in de mond. Daarom is het citaat uit een lied van Herman van Veen als motto boven deze beschouwing gezet. ... Alles overziende, de wijze waarop wij leven, zou ik een pleidooi willen houden voor een spiritualiteit van ‘staken’, om ons opnieuw te leren verhouden met het uiteindelijke, om in de tijd mensen te zijn die de eeuwigheid in hun hart dragen en zodoende waarachtige mensen worden die zich in de goede verhouding bevinden tegenover zichzelf, de werkelijkheid om ons heen, onze medemensen en de Bron van alle werkelijkheid die in ons wil stromen om ons vruchtbaar te maken. Mensen die weten van liefde… Toch maar weer het kind in ons toelaten? H. Jongerius in ‘De Heraut’ van juli/augustus 1998, p. 221 passim
Feesten op zondag Het feest brengt de tijd terug tot het essentiële, aangezien er op een waardige manier de band gelegd wordt tussen heden en verleden. Het ultieme feest is de religieuze cultus. Het religieuze feest is immers het in samenhorigheid vieren van de verzoening van de werkelijkheid met het mysterie van het betekenisvolle. In dit kader dient opnieuw de vraag gesteld of we de zondag niet opnieuw zijn volle betekenis van ‘rustdag’ dienen te geven. Terecht bepleiten L.Bouckaert en R. Ghesquière het herstel van de zondag als teken van gastvrijheid. (‘Zondag in een ouderloze samenleving’, in De Dijn, H., De zondag in de postmoderne cultuur, Leuven, Davidsfonds, 1994, p. 53). Daarvoor dient men van de drie volgende uitgangspunten te vertrekken: de tijd voor zichzelf, de maaltijd en de aandacht voor het woord. Tijd voor zichzelf betekent dat we een zekere gastvrijheid ten aanzien van onszelf moeten ontwikkelen en afstand moeten nemen van de dingen die ons voortdurend in beslag nemen. De maaltijd is het tweede moment om de ‘apartheid’ van de zondag te accentueren. Hoe eenvoudig ook, het eten kan altijd feestelijk zijn omdat we beschikken over de tijd, die ons de kans geeft bij elkaar te vertoeven als gasten die elkaar pas na lange tijd weerzien en nieuwsgierig zijn naar wat ze te vertellen hebben. Precies deze aandacht voor het woord en wederwoord is het derde typische moment van de gastvrije zondag. Welnu, de zelfervaring, de maaltijd en het woord van wederzijds vertrouwen vormen niet alleen het hart van de zondag in het gezin, maar ook het hart van de zondagsliturgie, waardoor we bevrijd kunnen worden van egocentrisme, consumptieverslaving en oeverloos gebabbel. Het is daar dat we opnieuw ervaren dat een rustdag een geschenk is en dat ons jachten en jagen alleen maar duidt op een arme tijdsbeleving; arm in tijd, niet in de zin van een tekort aan tijd, maar wel in de zin van een oppervlakkig
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
41
gebruik maken van de tijd. In die zin kan de zondag weer opnieuw de meest geïnspireerde dag van de week worden. M.Lambrechts in ‘De Heraut’ van november 1999, p. 344-346 passim
Het banket van het leven. Interview met Raimon Panikkar Niet alleen de Westerse cultuur maar de hele wereld beleeft een crisis? Ik geloof dat onze tijd een belangrijke rol te spelen heeft. Wij bereikten zowel geografisch als historisch gesproken de limieten van de mogelijkheden van de aarde. De uitdaging van onze tijd bestaat erin te verzamelen, te leren en te synthetiseren wat de voorbije 6000 tot 8000 jaar van de menselijke geschiedenis betekend hebben. Deze historische periode wordt gekenmerkt door de aanbidding van de tijd. De lineaire tijd. Wij moeten vooruitzien, wij moeten naar de toekomst toe werken. Burgers moeten grote landen opbouwen als het koninkrijk van de toekomst en van de komende generaties. Wij werken aan een betere toekomst. Dat is overspannen peptalk. Wat stelt u dan voor? Leven voor de toekomst heeft iets gewelddadigs in zich. Omwille van de toekomst zijn de verschrikkelijkste dingen gebeurd. Wij moeten werk maken van een cultuur van vrede. Een vredescultuur overstijgt het denken over de geschiedenis in termen van overwinnaars en slachtoffers. Wij beseffen voor het eerst dat concurrentieel denken zijn grenzen heeft, dat het niet vruchtbaar denken is. Het leidt niet tot het goede leven en tot vooruitgang. De tijd is geen pijl, zelfs geen cirkel. Meer en meer mensen beginnen te ontdekken dat rijkdom, macht, een grote beschaving of kennis niet in staat zijn om de wereld menselijker en gelukkiger te maken. Er is nog nooit zoveel lijden en onderdrukking geweest als in onze tijd. Geen tijd was onrechtvaardiger dan de onze. Wij moeten alle voorgaande wereldbeelden vernietigen. Wij moeten het lef hebben om te werken zonder een model. L. Verboven in 'De Vijgeboom', september 1997, p. 21
Neem de tijd. In balans in een jachtige wereld. Toen ik voor het eerst in Amerika kwam, werden slechts een paar beroepen beschouwd als beroepen met een hoog stressgehalte. Tegenwoordig kent iedereen stress. We schrijven ons in voor cursussen in stressvermindering, lezen er boeken en artikelen over, en kijken zelfs naar televisieprogramma's die ons adviseren hoe we de stress uit ons leven kunnen bannen. Als we dat echt konden, zouden we het leven zelf uitbannen. Het leven is nu eenmaal vol stress, en je moet er mee om kunnen gaan, maar niet door de stress uit te bannen. Het geheim van omgaan met stress is dat je jezelf stressbestendig maakt, en dát begint met het omlaag brengen van het jachtige tempo waarin je leeft. Ik heb in de loop van vele jaren ontdekt dat de eerste stap naar 'doelbewust leven' voor de meeste mensen inhoudt dat ze het kalmer aan gaan doen. Door kalmer aan te doen en greep op ons bewustzijn te krijgen, zijn we in staat iedere dag verstandige keuzes te maken: keuzes over hoe we onze tijd besteden, waar we onze liefde en onze middelen aan geven. Ik heb het niet alleen over het vermijden van de zogenaamde 'ratrace'. Ik heb het over een leven dat doordrongen is van een artistieke schoonheid die in de moderne beschaving bijna verdwenen is, maar die zeker binnen ieders bereik ligt. Veel hedendaagse ouders denken dat hun kinderen iets tekort komen wanneer ze geen waaier aan activiteiten hebben. Maar dat is simpelweg niet het geval. Kinderen komen iets tekort wanneer ze geen liefde en aandacht van hun ouders krijgen, ze komen iets tekort wanneer ze geen eten en frisse lucht krijgen, geen goede scholing en tijd om te spelen, maar ze missen heus maar heel weinig wanneer ze niet voortdurend op weg zijn van scouting naar voetbaltraining en van pianoles naar judo. Kinderen moeten, meer nog dan volwassenen, beschermd worden tegen de druk zich te moeten haasten. Wanneer we hun dag vullen met allerlei nastrevenswaardige zaken – vaak, uiteraard, ter vervulling van de verlangens uit onze eigen jeugd – leren we ze alleen maar net zo te haasten, haasten, haasten als wijzelf. Persoonlijke relaties vragen, uiteraard, niet alleen tijd, ze vragen 'tijd van hoge kwaliteit'. Dat geldt vooral voor relaties met kinderen, waar het er niet zozeer toe doet hoeveel uren we eraan besteden, dan wel hoeveel aandacht we geven, hoeveel liefde we tonen, in hoeverre we de wereld van het kind binnengaan in plaats van hem of haar mee te sleuren in de onze.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
42
Als we iets doen waar we met ons hoofd maar gedeeltelijk bij zijn, romen we slechts het bovenste laagje van het leven af. Niets kan echt bezinken, niets maakt werkelijk indruk. Dat leidt tot een leeg gevoel van binnen. Helaas is het juist die leegheid die ons ertoe brengt om ons nog meer vol te stoppen, in een wanhopige poging die leegte in ons hart te vullen. Terwijl we juist het tegenovergestelde moeten doen: rustig aan doen en helemaal in het hier en nu leven. Dan is elk moment vol. Eknath Easwaran (+ 1999) in 'Neem de tijd. In balans in een jachtige wereld', uitgeverij Ankh-Hermes bv, Deventer, 2001, Passim
Help, een tijdrover Tijdrovers zijn wezens die allerlei vormen kunnen aannemen, maar ze hebben allemaal hetzelfde doel: uw tijd stelen. In zijn boek ‘Kwalitijd’ ontmaskert Steven Poelmans de gevaarlijkste tijdrovers: op het eerste zicht lijken ze onschuldig en doodnormaal, maar eigenlijk zijn ze de parasieten van de tijd. De televisie De tv is een van de sluwste tijdrovers. Je zet haar op omdat je het nieuws wilt zien, en om 22 uur zit je nog voor de tv. De televisie bevat enkele van de typische eigenschappen waaraan je een tijdrover kunt herkennen: centraliteit en legitimiteit. De tv heeft een erg centrale plaats in de meeste woningen: je kunt er niet naast kijken, en vaak is de hele opstelling van de kamer en vooral van de zetels gericht op het kijken naar de tv. Als je in de zetel gaat zitten, ook al is het niet met de bedoeling tv te kijken, zie je opeens die tv staan waardoor de verleiding groot wordt om het toestel aan te zetten. Door de fysieke plaats die het inneemt in de ruimte, trekt het de aandacht naar zich toe, aandacht en tijd die we ook aan de mensen die in huis rondlopen hadden kunnen schenken. Meestal heb je ook wel een goede reden om tv te kijken: je wil het nieuws zien, bijvoorbeeld. Legitimiteit is een tweede eigenschap van een tijdrover: je hebt een goede reden om je bezig te houden met datgene waarmee je bezig bent. Wat van de tv zo een gevaarlijke tijdrover maakt, is de sitcom of het spelletje dat na het nieuws wordt vertoond. Je blijft gewoon de hele avond kijken, ook al was dat niet de bedoeling. De tv steelt zo op slinkse wijze veel meer van je tijd dan je kwijt wilde. Niet nee kunnen zeggen Ook andere mensen kunnen tijdrovers zijn. Iemand komt nog wat papieren op je bureau leggen en vraagt je of jij dat nog even kunt doen, en hup, je hebt een uur extra werk erbij en vrije tijd minder. Als je niet in staat bent om af en toe nee te zeggen tegen bepaalde personen, worden ze tijdrovers. Niet dat je een asociaal en lui mens moet worden, aldus Poelmans. Maar als je ja zegt tegen iemand, betekent dat je nee zegt tegen iemand anders. Wie langer werkt, heeft minder tijd voor zijn partner en kinderen. Niet alleen op het werk kunnen andere mensen je tijd roven, ook zogenaamde vrienden waar je eigenlijk niet veel aan hebt kunnen je tijd afnemen die je eigenlijk liever aan andere, voor jou meer waardevolle mensen had besteed. Spiegel en kleerkast Elke morgen sta je voor de spiegel, en elke morgen moet je kiezen welke kleren je wilt dragen. Een ochtendritueel waar soms meer tijd in kan kruipen dan je lief is. Het advies van Steven Poelmans is: weg met de rommel. Als je alle kleren uit je kast zou halen die je nooit meer draagt, maak je de keuze makkelijker. In een volle kleerkast duurt het langer voor je vindt wat je zoekt, en ook alle kleren die je niet meer draagt, neem je nog eens vast of bekijk je nog eens. Weg met de rommel in je leven, is een advies dat ook op andere gebieden geldt, aldus Poelmans. Wat is overbodig in je leven, aan welke rommel zou je liever geen tijd meer besteden? E-mails Vele mensen hebben de gewoonte om elke morgen hun e-mails te checken. Een slechte gewoonte, vindt Steven Poelmans. Want tussen je e-mails zit heel wat rommel en voor je het weet is het 12 uur voor je al je e-mails gezien en beantwoord hebt. De gewoonte om ’s morgens de post door te nemen, e-mails of de krant te lezen kan tijdrovend zijn. Je bent er vaak langer mee bezig dan je denkt, waardoor je later dan je wilde aan je echte werk kunt beginnen. Waarom niet tussen 16 en 17 uur je mails bekijken, wanneer je het meeste werk al hebt verzet, en je even de tijd hebt voor andere dingen. Steven Poelmans, psycholoog, in De Morgen (12.08.2004)
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
43
Onthaasten: grond onder de voeten krijgen De Franse auteur Gilbert Cesbron (°1913) schreef ooit: 'Gooi uw horloge weg: het geheim is niet stipt op tijd te zijn, maar geen ogenblik te verliezen! Eten, maar niet natafelen (…) Slapen? Nee, omvallen van de slaap. Geen enkele minuut laten voorbijgaan.' Cesbron was geen demagoog. Hij was een auteur met grote diepgang en voegde aan dit betoog onder andere ook toe: 'Geen enkel wezen aan je laten voorbijgaan zonder het te beminnen. (…) Want liefde en tijd, dat zijn de twee grote geheimen.' … Tijd en liefde We hebben veel en kunnen veel. Steeds beter uitgedachte uitrusting en middelen om een comfortabel dagelijks bestaan te leiden. En als je de propaganda wil geloven ligt voor iedereen de gepaste scholing en de geknipte job binnen zijn bereik, om zich daarmee te handhaven in een moderne maatschappij. Alle ingrediënten lijken dus voorhanden voor een haast volmaakte samenleving. Helaas, met de twee grote geheimen waarover Cesbron het had, loopt het steeds vaker mis. Wie heeft nog tijd? Ook met de beste bedoelingen lopen mensen zichzelf en anderen genadeloos voorbij. Want om een beetje van tel te blijven, hoef je behoorlijk wat activiteit aan de dag te leggen. Zo ons programma niet door anderen wordt ingevuld, programmeren we onszelf wel. Want dit moét en dat kan niet wachten. Na de job is er het thuiswerk. Er moét bijgeschoold, relaties onderhouden. Er moét engagement zijn. Er moét ook gereisd, ontspannen en gesport worden. Alles vraagt om planning en berekening. Om niet te spreken over de hele organisatie die in een gezin vandoen is, zodat ook de kinderen de eigen activiteitenkalender naar behoren kunnen afwerken. De dagen zitten overvol en de weken snellen zo voorbij, dat wij ons gevoel voor gratuïteit en het vermogen tot spontane, menselijke nabijheid steeds meer dreigen kwijt te raken. Niet te verwonderen dat de liefde, binnen een moderne samenleving het zwaar te verduren krijgt. Want liefde valt buiten elk programma. Ze ontstaat juist in de sfeer van het ontmoeten. Liefde waar geen tijd voor is of die de zegen van het rustig toeven niet kent, is niet bij machte te gedijen... Onthaasten is … dwars gaan liggen op alles wat mensen meesleept, waardoor vragen en bezinning niet meer aan de orde zijn. Onthaasten om hier en nu te zijn, in plaats van voort te draven in plannen en verre vooruitzichten. Onthaasten om grond onder de voeten te krijgen en de eigen wortels weer te voelen. Onthaasten om te zien hoe het morgen en avond wordt, hoe alles groeit en bloeit en op zijn tijd vruchten zal dragen. Onthaasten om op zoek te gaan naar de verborgen kracht van oude woorden en waarden, zoals gestaagheid, geleidelijkheid, deemoed, ontzegging en geduld. Onthaasten om behagen te scheppen in wat nergens toe moet dienen, bijvoorbeeld in schoonheid en aanwezigheid. Onthaasten om stilte op te zoeken en leegte te ondervinden en verrukt te staan over wat je in de schoot kan vallen. Onthaasten om je bewust te worden van de genade van de tijd die je gegeven is. En om, in de grootste ontvankelijkheid, misschien iets van de mystiek van de liefde gewaar te kunnen worden. 'Want liefde en tijd, dat zijn de twee grote geheimen …' Liefde die zin en inhoud geeft. Tijd die levenstijd is en gedeeld kan worden. Kris Gelaude in ‘Tussendoor’ (Brussels Catechesehuis), mei '02, p. 2-3
Wat de geest is? Ik zou het niet weten. Vanwaar uw interesse voor de wetenschap? "Pas toen ik op de universiteit zat, begon de fysica zelf mij ter interesseren. Want daar leerde ik over de relativiteitstheorie van Einstein en dat overdonderde me. Ik vond het fantastisch." Waarom? Wat overdonderde u dan zo? "Wel, relativiteit gaat over wat er gebeurt als je heel snel gaat. Eerst ontdek je dat het licht zich het snelst voortbeweegt, tegen 300.000 kilometer per seconde. Je kunt niet sneller gaan dan het licht, want hoe sneller je gaat, hoe zwaarder je wordt."
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
44
"Het tweede feit is dat, naarmate je sneller gaat, de tijd vertraagt. Als je naar een overvliegend ruimtetuig zou kijken, door de raampjes, en jou zou zien wat er daarbinnen gebeurt, dan zou je zien dat de klok aan de muur traag gaat. Je zou merken dat de polsslag van de astronaut traag is en dat zijn ademhaling traag gaat. De hersenfuncties van de astronaut verlopen traag, alles is vertraagd. En als het ruimtetuig de snelheid van het licht zou bereiken, zou alles tot stilstand komen. Ook het verouderingsproces." "De ruimte krimpt ook in. Naarmate het ruimtetuig sneller gaat, wordt het kleiner en kleiner. En de astronaut in het ruimtetuig wordt magerder en magerder. Hij voelt dat niet. De atomen in zijn lichaam worden kleiner en hebben minder plaats nodig. Hij merkt het niet, maar het gebeurt wel. Ik vind dat echt fascinerend. Ik dacht: 'Dit is geweldig. Ik word fysicus.' Hoe zit het met de tijd? De fysica verandert het begrip tijd. Maar in de godsdienst spreekt men ook over tijd. Hebben ze het over hetzelfde? "Dat is een heel interessante vraag. Ik zei daarnet al dat bij een relatieve beweging ruimte en tijd verschillen. Dat klinkt misschien heel chaotisch. Maar het betekent eigenlijk dat de realiteit niet bestaat uit een driedimensionale ruimte." "Driedimensionaal, dat is op en neer, voor- en achterwaarts en zijwaarts. Je kan je in drie richtingen verplaatsen. Tijd is een afzonderlijk gegeven. Alles wat in die ruimte gebeurt, ontwikkelt zich op de tijdas. Dat is het beeld dat we in gedachten hebben. Wel, Einstein zei dat dit verkeerd is. Dat tijd eigenlijk de vierde dimensie is. Dat is mijn beste voorstelling van de realiteit. Drie dimensies van ruimte en één van tijd, aan mekaar verbonden." Kun je een definitie van tijd geven? "Dat is het vreemde aan elementaire fysica. Het laat je inzien dat je eigenlijk niet weet waar je het over hebt. Tijd is iets wat je kan meten. Zolang we het hebben over hoe laat het nu is en hoelang we gepraat hebben, begrijpen we mekaar. Maar als je me vraagt: 'Wat is tijd nu precies?', moet ik je het antwoord schuldig blijven. De wetenschap heeft geen taal om dat uit te drukken." En ik dacht dat de wetenschap alles had. Nee dus. (…) De wetenschap heeft geen taal om uit te leggen wat de dingen zijn. De wetenschap is een taal van gedrag. Ik kan beschrijven hoe de tijd zich gedraagt, hoe de ruimte zich gedraagt, of partikels, of elektrische lading. Maar ik kan niet uitleggen wat de dingen zijn. En ik vind dat bijzonder interessant als je overgaat naar het domein van de theologie. Als mensen vragen: 'Maar wat is de geest nu eigenlijk? Je hebt het over de geest, maar wat is dat?' Dan zeg ik: 'Ik weet het niet.' Daar schaam ik mij niet om, want je kunt niets zeggen wat het op zich is. Als je de taal ontleedt, gaat ze altijd over gedrag, interacties. Nooit over wat dingen op zich zijn. Lucette Verboven in gesprek met Russell Stannard, KTRO-uitzending van 15 december 2002
Benedictijns tijdsmanagement: een gevulde agenda, maar nooit druk! Benedictijns werken houdt allereerst in dat de aandacht wordt afgewend van wat geweest is en nog komen moet en dat er gehoor gegeven wordt aan wat er nu gedaan moet worden. Het blikveld van de aandacht heeft zich begrensd tot het stukje tijd tussen beginnen en ophouden. Maar daar komt nog iets belangrijks bij. Zelfs wanneer het je met vasthoudende oefening lukt om het blikveld van je aandacht te beperken tot de taak die nu voor je ligt, dan is er toch weer de verleiding om vervolgens weer gericht te zijn op iets anders, namelijk het afhebben en gereed zijn van die taak. Daar lijkt op het eerste oog niets mis mee te zijn… Maar door tijdens het werk, de lectuur, zelfs de recreatie psychologisch vooral gericht te zijn op het 'afhebben' daarvan ligt de aandacht opnieuw niet daar waar die hoort te liggen: bij de fase van het werk waar ik nu mee bezig ben. Bovendien door tijdens het werken het gereedkomen als doel te zien (en dat is natuurlijk ook een doel), ligt de volledige aandacht niet alleen onvoldoende bij het werken zelf (wat het meest zou bijdragen aan de kwaliteit van het doel), maar voel je tijdsdruk en wordt het tempo hoger dan bij optimaal werken zou passen. Ook dat brengt werkverlies mee. Uit: W. Derkse, 'Een levensregel voor beginners. Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijkse leven', Lannoo, Tielt, 2000, 2de druk.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
45
Tijd en beeld De verschillende kenmerken en attributen van onze voorstelling van de tijd stammen dus uit verschillende contexten. Deze voorstellingen vinden we aanvankelijk vooral in de literatuur van de oudheid en laat-antieke wereld. De beeldende kunstenaar volgt op afstand de visionaire verteller. In de beeldende kunsten van de oudheid en laat-antieke tijd (4de en 5de eeuw) wordt de tijd verbeeld als het gunstige en vluchtige tijdstip (Kairos) of als scheppende eeuwigheid (Aion-Phanes), nog niet als de verdelger van mensen en dingen die hij schiep (kronos). In de literatuur vond de identificatie van tijd (Chronos) en Kronos al wel in de oudheid plaats, met als oudste document een tekst van Plutarchus (geb. 47 na Chr.). In de laat-antieke tijd treffen we de slang ook los van de figuur van Phanes aan als symbool van de tijd. De slang die in haar eigen staart bijt, verzinnebeeldt de allesomspannende en -dragende tijd en tevens het cyclische karakter ervan. Ook in de renaissance blijft de ontwikkeling van het beeld in de vorm van een boekillustratie nauw verbonden met de literatuur. Zo ontstaan interessante houtsneden in de diverse edities van een boek van Petrarca, 'Triomf van de tijd' (15de en 16de eeuw). In de renaissance worden in de oudheid gelegde verbindingen tussen Chronos en Kronos weer opgediept en nu ook op prenten en schilderijen uitgebeeld. We zien de tijd dan niet meer als een schone jongeling, maar als oude van dagen. De positieve beelden van dageraad en leven raken op de achtergrond of verdwijnen uit het zicht. De lugubere kanten van het Saturnusbeeld krijgen in de voorstelling van de tijd de overhand. De relatie van tijd met eeuwigheid (Aion) en het gunstige tijdstip (Kairos) dooft uit. Tijd wordt steeds meer de metgezel van de dood. In de renaissance wordt ook een nieuw nummer aan het repertoire toegevoegd, dat niet meer verdwijnen zal: de zandloper. De zandloper wordt als pars pro toto op zich al symbool van de tijd en daarom zelf voorzien van twee vleugels. In de moderne tijd worden weer nieuwe symbolen toegevoegd. Zonnewijzer en mechanische klok symboliseren het verstrijken van de tijd. Spiegel en muziekinstrument symboliseren het vluchtige van het leven, eindigheid en vergankelijkheid. Vadertje Tijd en zijn symbolen worden soms geheel verwisselbaar met dood (mors) en ijdelheid (vanitas). Met het aanbrengen van de eerste uurwerken aan stadhuis- en kerktorens, rond 1500, ontwikkelt zich een maatschappelijk proces, waarin tijdsberekening en tijdsbewustzijn op een heel andere manier dan in het verleden beleefd gaan worden. Een proces dat uiteindelijk leidt tot de individualisering van de tijdsbeleving door de massale productie van het polshorloge in de twintigste eeuw. De wijzers van de klok symboliseren voortaan de tijd. Jan van Lier en Jan Simons, 'Tijd in beeld' in Verbum, 1995, jg. 62, nr. 2
Achtergronden van de christelijke tijdrekening In veel culturen wordt de manier waarop men met de tijd omgaat fundamenteel getekend door de godsdienst. Dat is zo voor de tijdrekening, alleszins bij specifiek godsdienstige era’s als de christelijke, maar het manifesteert zich veel duidelijker nog in het domein van de kalender. In agrarische maatschappijen is de godsdienst ten nauwste verweven met landbouw en veeteelt, fundamentele activiteiten waarvan het verloop grotendeels bepaald wordt door de seizoenencyclus. Juist om vat te krijgen op die cyclus en er de talrijke zaai-, oogst- en vruchtbaarheidsfeesten aan te kunnen vasthaken, hebben mensen kalenders ontworpen. Ook wanneer zo’n’ agrarische maatschappij overstapt van een polytheïstische natuurreligie op een monotheïstische openbaringsgodsdienst, blijven vele van de nieuwe (of opnieuw geïnterpreteerde) feesten verbonden met de landbouw en de seizoenen, vooral op het niveau van het volksgeloof. Pas wanneer ze evolueert naar een (post-)industriële maatschappij als de onze, die veel minder afhankelijk is van de natuur en daarenboven nog sterk is geseculariseerd, zal in het feitelijk bewustzijn van de doorsnee mens de band tussen kalender en natuur, natuur en godsdienst en dus ook tussen kalender en godsdienst geleidelijk wegdeemsteren. Het is inderdaad opvallend hoe het verlies aan godsdienstig (tijds)besef in veel segmenten van de westerse samenleving blijkt samen te gaan met een verlies aan (gemeenschappelijk beleefd) tijdbesef zonder meer. De christelijke tijdrekening werd in 525 ontworpen door Dionysius Exiguus (‘de Kleine’), een monnik die van paus Johannes I de opdracht kreeg de paasdata vast te leggen voor de periode 532-626. De berekening van de christelijke paasdatum was een ingewikkelde aangelegenheid, die aanleiding had gegeven tot ernstige kerkelijke controversen. In 325 was door het concilie van Nicea beslist dat de
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
46
christelijke Pasen moest worden gevierd op de zondag na de volle maan vallend of onmiddellijk volgend op de lente-equinox. De meest betrouwbare paastabellen waarover Dionysius kon beschikken, kwamen uit Alexandrië, vanouds een centrum van astronomische wetenschap, en daar werkte men met de Diocletiaanse era. Nu was de vrome man niet te spreken over het feit dat hij – zoals hij het zelf uitdrukt – zijn paascycli moest verbinden aan de nagedachtenis van een goddeloos kerkvervolger. Daarom ontwierp hij een nieuwe jaartelling, te beginnen ‘vanaf de menswording van Onze Heer Jezus Christus’. De christelijke era kan dus worden gezien als een bijprodukt van Dionysius’ paastabellen. Hierbij liet hij het 248ste jaar van Diocletianus (grotendeels) samenvallen met het 532ste van Christus. Men weet heel precies hoe de nauwgezette geleerde bij zijn berekeningen te werk is gegaan en hoe het komt dat hij Christus’ geboorte enkele jaren te laat heeft gesitueerd. Maar daarop ingaan zou te ver leiden. Hans Hauben, ‘Een nieuw millennium tegemoet.’, in Kultuurleven, oktober 1996
De tijd is vriend en vijand. Zonder de tijd zijn we niets, hij is onze bedding. Met de tijd zijn we een zuchtje wind en voorbij. Tijd komt naar ons toe al weten wij niet vanwaar. Tijd is niet te bestendigen; hij blaast ons voort al weten wij niet waarheen. Wij kunnen geen stap zetten buiten de tijd en elke stap in de tijd knaagt aan ons bestaan. Alles draagt het merkteken van voorlopigheid en dus van historische bepaaldheid. Tjeu van Knippenberg, 'De tijd is vriend en vijand' in De Bazuin, 23 december 1994, p. 29-31
Het onmetelijke, stille, nooit rustende ding dat Tijd heet, rollend, voortsnellend, snel, stil, zoals een alles omhelzend oceaantij, waarop wij en het hele universum zwemmen als wasems, als verschijningen die zijn, en vervolgens niet zijn: dit is voor eeuwig letterlijk een mirakel; iets dat ons verstomt, want we hebben er geen woorden voor. Thomas Carlyle
Het is zeker waar wat de filosofie zegt, dat het leven achterwaarts moet worden begrepen. Maar dan vergeet men het andere principe, dat het voorwaarts moet worden geleefd. Een principe dat, hoe meer men er over nadenkt, precies leidt tot de conclusie dat het leven tenslotte nooit goed kan worden begrepen, juist doordat geen moment de complete stilte kan bekomen, nodig om zichzelf achterwaarts te oriënteren. Søren Kierkegaard De mensen zouden meer moeten gaan vissen. Vissen met de hengel natuurlijk. De man die zit te vissen aan een sloot of een kanaal, is de grote meester van de tijd. Hij geniet ervan, zoals hij geniet van de malse geur van het water, de bries die het riet doet wuiven, de wolken die als vastelanden voorbijschuiven aan de hemel en hij wacht tot een verheugend kringetje zich aftekent op het water rond zijn dansende dobber. Hij is de man die niet bezeten is door de tijd, maar die werkelijk de ‘tijd heeft’, en hem superieur domineert. De tijd is voor hem het rustig verloop van zijn vrijheid en de gouden maat van zijn genoegen. Hij vist niet ‘tegen de tijd’ zoals de wielrenners rijden ‘tegen het uurwerk’. Hij vist gewoon ‘zijn tijd’. De mensen moesten meer gaan vissen. Libert Vander Kerken Het wegvallen van het ritueel heeft de zondag zijn reliëf ontnomen. Het is nu een niksige dag, die niet voor werken in aanmerking komt (dat moet de dag daarop immers weer gebeuren) en niet voor de bloemetjes buiten te zetten (te dicht op de maandag). Wat overblijft is beschaafd plezier (winkelen, pretparken) en sport natuurlijk. Honderdduizenden zitten elke zondagmiddag op de tribune. Miljoenen luisteren naar 'Langs de lijn' en kijken naar 'Studio Sport'. De zondag, lange tijd een stijve, opgeprikte dag, beheerst door vormelijkheden, is volgelopen met hedonisme, maar er blijft iets wringen. Alsof de bedding van deze dag niet correspondeert met de inhoud ervan. Het plezier dat op zondag wordt nagejaagd heeft nooit die onbekommerde kwaliteit van de zaterdagse genoegens. Beatrijs Ritsema, 'De grote verveling' in Ons Erfdeel, 1998, jg. 41, nr. 3
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
47
Benedictus verwacht van de monnik dat hij, op het moment dat hij het signaal hoort voor het officie, alles waar hij mee bezig is, laat liggen en zich spoedt naar de plaats van het gebed. Dat leek mij in die beginjaren heel rigide. Ik ben van een generatie (1956) die met vrijheid is opgegroeid, zowel letterlijk als figuurlijk: alles moet kunnen en als je er (geen) zin in hebt dan doe je het gewoon, of niet. Het heeft me wel enige tijd gekost de positieve kant van dit zo omgaan met tijd te ontdekken, maar het is als 'vanzelf' gelukt, om maar niet van 'genade' te spreken. Dat is nu het benedictijns perspectief op tijd: ik laat de gewone klok-tijd los en stap in 'de innerlijke structuur voor een bewuste en verantwoorde levenswijze waarmee de stadia van de dag tegemoet worden getreden. Op die manier word ik niet langer door de tijd beheerst, geregeerd, maar kan ik door het 'nu' te beleven, in vrijheid met de tijd omgaan. Gert A.M. Derkse, 'Benedictijnse tijd: het nu anders beleven' in Verbum, 1999, jg. 66, nr. 7-8
De wijze waarop mensen de tijd beleven is afhankelijk van de situatie waarin zij zich bevinden, maar hangt daarnaast samen met de wijze waarop zij de werkelijkheid verstaan. In het moderne levensgevoel heeft de mens minder het gevoel in een 'eeuwig verband' te leven, maar meer in wat hen hier en nu overkomt. Tijdsbeleving en werkelijkheidsverstaan grijpen in elkaar. Werd vroeger de vooruitgang van de tijd gestructureerd door de kalender van het liturgisch jaar, nu is veeleer het schema van werken en vrije tijd bepalend. Het is daarbij een wereld van verschil of je leeft op het ritme van de gebedstijden in een klooster of op dat van de gebeden van de islamitische dag, waarbij tijd wordt vrijgemaakt voor God/Allah, of volgens de agenda van de moderne manager met als adagium 'tijd is geld'. Iemand die leeft in het besef dat het gaat om iets anders dan het tijdelijke en die ervan uitgaat dat hij na zijn leven op aarde zal worden opgenomen in een eeuwig leven, zal de tijd anders beleven dan iemand die 'alles uit het leven hier wil halen' en die van de ene naar de andere activiteit holt. Diny Geboers, 'Stilstaan bij de tijd' in Verbum, 1999, jg. 66, nr. 7-8
Een mooie benadering blijk ik die van Augustinus vinden. Al stamt ze van het jaar 400, ze schemert nog door in de standpunten van sommige moderne filosofen (zie J.J.A. Mooij). Augustinus komt tot de conclusie dat de tijden die bestaan, niet het verleden, het heden en de toekomst zijn, maar onze herinnering, onze waarneming en onze verwachting. Alle drie zijn het modaliteiten van het tegenwoordige. In zijn 'Belijdenissen' spreekt hij van 'de tegenwoordige herinnering van het verleden, de tegenwoordige aanschouwing van het tegenwoordige en de tegenwoordige verwachting van het toekomstige'. Dat is menselijk, daar kan ik bij: wat ik zie, is het nu; wat ik nog weet, is gisteren; wat ik zie aankomen, is morgen. Ik sta in het midden van dat bestek. Wat daarbuiten ligt, wil ik graag aanvaarden op basis van redenering en door het lezen van een boek als dat van Mooij. Hein de Belder, 'Die intrigerende tijd' in Tertio van 20 februari 2002
In plaats van het tijdsregime van de betaalde arbeid het overige leven te laten bepalen en beperken, richten tijdpioniers hun zingevingsschema's zo in dat de werktijd benaderd wordt vanuit de levenstijd. De betaalde arbeid is daarmee niet langer de overheersende zingevende instantie en het centrale middelpunt van het leven. Betaalde arbeid wordt niet afgewezen, maar de betekenis en de plaats ervan worden wel gerelativeerd. Omdat ze meer tijd willen hebben voor zichzelf, hebben de tijdpioniers hun voltijdse baan vrijwillig omgezet in een deeltijdbaan. Vanaf een bepaald minimumniveau aan inkomen levert tijd in hun ogen meer welvaart op dan geld. Als alternatief voor de maatschappij zonder tijd met haar pretentie van geldwelvaart ontwikkelen deze tijdpioniers een nieuwe levensstijl. Deze is gebaseerd op tijdwelvaart. Daarmee nemen deze arbeiders afstand van het idee dat ze met veel werk veel geld kunnen verdienen en daarmee goed kunnen leven. Ze doorbreken daarmee het heersende tijd-geld-dictaat en zetten zich af tegen het denkpatroon, het cultureel paradigma, van de arbeidsmaatschappij. Die maatschappij draait op het idee dat je status en macht verwerft met dingen die je kunt kopen. Tijdpioniers leggen daarentegen het accent op het hebben van tijd voor dingen die je
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
48
niet kunt kopen, zoals gewoon rustig wandelen op een doordeweekse middag of heerlijk in de schaduw een mooi boek lezen. Raf Janssen, 'Tijd voor onthaasting. De tegendynamiek van de langzaamheid' in Streven, 1994, jg. 61, nr. 3
Bepaalde mensen met een heel druk beroepsleven blijken het in de eerste dagen van hun jaarlijkse vakantie moeilijk te hebben om het drukke leven los te laten en over te stappen op vakantie. Ze moeten als het ware eerst afkicken van de werk-drug, van de sluipend groeiende behoefte om altijd maar druk bezig te zijn. Niet alleen de vrije tijd van de individuele mensen wordt getekend door wat ze meemaken in de arbeidstijd, de jachtige drukte van onze arbeidswereld straalt ook af op het ritme van de gehele samenleving. De drukte van het autoverkeer en de drukte bij het winkelen op zaterdag zijn maar enkele uitingen van het feit dat wij allemaal leven in een overdrukke maatschappij, die psychologisch gezien de ruimte beperkt om echt te kunnen genieten van de vrije tijd, om toe te komen aan creatieve vrijetijdsbesteding, om in de vrije tijd buiten alle prestatiedruk zijn leven vrij in te richten. Wellicht zouden we er menselijk bij winnen als we wat meer de tijd namen om ook nog de kroon op het werk te zetten, om in rust bewust te worden van het wonder dat door de inspanning tot stand is gekomen. Seppe Yperman, 'Vrije tijd: een tijd voor de vrije mens in Kultuurleven, januari 1993
Tot het wezen van de techniek behoort dus ook en zelfs voor alles een heel specifieke tijdsbeleving, heel anders dan mensen vroeger in een voor-technische wereld de tijd beleefden. Essentieel voor het bestaan en de functionering van de technische wereld is een uitermate rationele wijze van omgaan met de tijd, gekenmerkt door efficiëntie, economie en eenvormigheid. Als men er even over nadenkt, springen daarin drie dingen die ons nu niet meer opvallen bijzonder in het oog. Ten eerste, het overwinnen van de traagheid en de voortdurende poging tijd te winnen en tijd te sparen; ten tweede, de noodzaak de tijd zo nauwkeurig mogelijk te meten en vast te stellen en, ten derde, het zich strikt houden aan de vastgestelde tijd en de universeel aanvaarde tijdmaat en tijdsindeling. Voor deze drie dingen is de klok een wezenlijk instrument, misschien wel het meest wezenlijke instrument: de klok die niets produceert en geen energie opwekt maar alles regelt en organiseert en waardoor de technische wereld mogelijk wordt gemaakt, gedragen en in stand gehouden. Omdat de mens in de technische wereld een heel specifieke verhouding heeft tot de tijd, de tijd van leven die hem is toegemeten, heeft hij een heel specifieke verhouding tot zichzelf, tot zijn eigen zijn. Verhouding is misschien niet het juiste woord. Tijd is namelijk niet iets waartoe men zich verhoudt maar datgene wat elke verhouding mogelijk maakt. In ieder geval is het niet zo dat de mens in de technische wereld in beginsel dezelfde zou gebleven zijn en alleen maar een andere verhouding heeft gekregen tot de tijd. De mens zelf is grondig veranderd. Bovendien is het ook zo dat de mens weliswaar veranderd is maar dat de tijd in beginsel dezelfde is gebleven. De tijd zelf is in onze wereld een andere. Samuel Ijsseling, 'Techniek en tijdsbeleving. Een filosofische meditatie' in Kultuurleven, oktober 1996
Samen met de andere christelijke kerken vertegenwoordigt de katholieke Kerk in onze cultuur het 'eschatologisch perspectief' op de geschiedenis. Letterlijk betekent eschatologie 'leer van de laatste dingen': articulatie van de overtuiging dat de hele geschiedenis op weg is naar een einde dat een definitieve voleinding zal zijn. Dit is een religieuze inkleuring van het lineaire tijdsconcept, dat in de joodse religie juist op die manier ingang heeft gevonden. De lijn van het tijdsverloop wordt hier getekend en beleefd als een vector, gericht naar de toekomst van een voltooiing die door Gods belofte in het vooruitzicht wordt gesteld. Die vector van hoop doortrekt de bijbel van a tot z, van het scheppingsverhaal tot het Boek der Openbaringen. Het Credo, de christelijke geloofsbelijdenis, loopt uit op een 'expecto': 'Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van de komende tijd'. Karl Barth heeft dit samengevat in de bekende stelling: 'Een christendom dat niet geheel en al eschatologie is, heeft volstrekt niets te maken met Christus." Van dit apocalyptisch levensgevoel getuigen op een bijzondere manier ook de evangeliën. Het optreden van Jezus, zijn dood en verrijzenis hebben aan de geschiedenis haar definitieve wending gegeven. Jezus zelf heeft zijn prediking van het nabij komen van het rijk Gods verbonden met het einde van deze wereld. In de Apocalyps, het Boek der Openbaringen toegeschreven aan Johannes opnieuw een product van verzet en hoop, nu van christenen in hun benarde situatie binnen het
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
49
Romeinse Keizerrijk - wordt dit uitgedrukt in het bekende visioen van Gods definitieve ingrijpen dat de mensengeschiedenis afsluit: Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen. (…) En Hij die op de troon is gezeten sprak: Zie, Ik maak alles nieuw." (Apok. 21,1) Herman-Emiel Mertens, 'En toch hopen. De christelijke toekomstverwachting' in Kultuurleven, oktober 1996
Zonder verhalen zouden mensen als verdwaasden ronddolen in een wereld zonder enige samenhang. Er bestaan veel soorten verhalen. Zo is er het levensverhaal. Ieder mens heeft er één, maar naargelang de ervaringen hebben deze verhalen een verschillende stijl. Sommigen zien hun levensverhaal als een komedie, anderen als een tragedie, en nog anderen weer als iets anders. Al die verhalen worden bepaald door een tijdsfactor. Zo wordt in elk levensverhaal de tijd anders geduid. In die zin kan gesproken worden over 'verloren tijd of gewonnen tijd', 'boeiende tijd of vervelende tijd', 'tijd die stilstaat en tijd die voorbijvliegt', enz. Wat geldt voor de individuele levensverhalen is ook toepasselijk voor de collectieve geschiedenissen. Wanneer men de aandacht van jongeren wil vangen voor de tijd dan zal men dit moeten doen in combinatie met verhalen. Op die manier botst men op existentiële zinsvragen: Waar ben ik mee bezig? Ben ik mijn tijd niet aan het verliezen? Moet ik wel zo aan het verleden blijven vasthouden? Kan ik opnieuw beginnen? Leid ik een vervelend leven? Heb ik mijn leven zelf in handen of wordt het bepaald door het lot? Ben ik niet te veel bezig met de toekomst waardoor ik vergeet van nu te leven? A. Dobson, 'Bedenkingen omtrent de tijd' in Catechetische Service, juni 2000
Ik weet misschien beter dan jij hoe verschrikkelijk de situatie in onze wereld is. Ik heb dagelijks contact met de dingen die er gebeuren, met de echte slachtoffers van de wereld. En zelf kom ik voort uit dat milieu van lijders. Mijn optimisme spruit voort uit die context van verschrikking: ik sta niet te fluiten in het donker. Als christen weet je dat God toch het laatste woord heeft. En overigens heb ik in mijn leven een principe ontwikkeld dat me erg geholpen heeft: in negentig procent van je tijd gebeurt er nauwelijks iets, in tien procent van je tijd gebeurt er iets van betekenis. Maar wat je doet gedurende die negentig procent van je tijd, dat is enorm belangrijk om die tien procent van belang echt creatief te laten zijn. Philip Potter
Op het werk zit je geest in een vrij star patroon: meestal denk je enkel met je rechterhersenhelft. Om de negentig minuten moet je je linkerhersenhelft eens aanspreken. Droom even weg of maak een tekeningetje, dan kan je er het komende anderhalf uur beter tegen. Je baas hoeft dat niet te weten. Een andere mogelijkheid bestaat in douches en rustkamers op het werk. Zijn beste advies: 'Kies een goede baas'. Paul Wilson, 'Het grote boek van de rust op het werk'
Sociale maatregelen (om meer van het leven te genieten) kunnen nuttig zijn, maar een morele revolutie is belangrijker. Nu niemand nog naar priesters of politici luistert, moeten schrijvers hier het voorbeeld geven. Uiteindelijk moet ze aan de basis starten, in de gezinnen en in de scholen. De ouders en de leraars moeten het voorbeeld geven. Met affiches zal dat niet lukken. De moderne pedagogen zoeken middeltjes om kinderen met enkele trucjes op te voeden. Dat is onmogelijk: een kind vraagt nu eenmaal tijd. Voor essentiële dingen bestaan er geen kleine remedies. Ik vraag dat we wat langzamer aan zouden doen, dat we een rustiger ritme aannemen zodra iets schoons of goeds ons daartoe uitnodigt. We moeten onze ritmes beter afstemmen. Er ontsnapt ons te veel. Daarom is het af en toe verrijkend om zijn 'tijd te verliezen'. Dit is een soort morele revolutie. De 'traagheid' betekent niet traag bewegen, maar goed doen wat men te doen heeft, met gevoel en efficiëntie. Ik wantrouw mensen die me binnen het kwartier een warme maaltijd kunnen voorschotelen. Wie echt wil koken, neemt de tijd.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
50
Moet je iedereen afjagen om snel te gaan? Mits een efficiënte taakverdeling geraak je er ook en met minder woede-uitbarstingen, zieken en afwezigen. Als je het sociale netwerk bruskeert, eindig je als verliezer. Pierre Sansot, 'Lof der traagheid'
Wat timing zo ingewikkeld maakt (en verklaart waarom goede timing zo aangenaam is), is dat iedereen het weer anders wil. Het goede moment van de een is niet dat van de ander. Wat Henri passie noemt, noemt Suze haast, en de rust van Jan is de sloomheid van Piet. Een kwestie van temperament. Maar één ding is zeker: de mechanische tijd past bij niemand. De biologische (emotionele, culturele) klok heeft zijn eigen maat. Ileen Montijn, 'Over de tijd'
De huidige maatschappij kent geen rustpunten meer. Naarmate ik er langer over nadenk, lees en schrijf, wordt mijn conclusie stelliger dat we ziek worden doordat we geen rust meer hebben. Ieder mens heeft een goed functionerend stresssysteem. Maar wanneer we voortdurend in een staat van paraatheid zijn, werkt dat uiteindelijk niet meer. Uitputtingsziekten doen hun intrede. In mijn nieuwste boek breek ik een lans voor reinheid, rust en regelmaat. Vooral rust is belangrijker dan we ooit hebben gedacht - vooral voor mensen die met hun hersenen werken. Annegreet Van Bergen, 'De lessen van burn-out'
Het probleem in de westerse samenleving is dat haast alles gericht is op vulling in plaats van op vervulling. De manier waarop wij ons voeden, is daarvan maar één voorbeeld. Velen eten tot zij er zich niet meer fit bij voelen. Ook op andere vlakken is alles gericht op eenzijdig consumeren. Zo proberen we ons onvervulde hart en onze onvervulde geest tevreden te stellen. Dat laatste is een illusie. … In plaats van tot rust te komen, maken we van ons leven een 'gestreste' race naar het graf. We kunnen ook niet meer luisteren naar wat anderen te zeggen hebben. Waar vind je hier in het westen nog mensen die de tijd nemen om stil te zijn. Nochtans kun je in de stilte energie opdoen en je gedachten tot rust laten komen. Mansukh Patel
Televisie kijken? Na slapen en werken blijkt het zonder meer onze belangrijkste activiteit. Zowat ieder Vlaams gezin (98,5 procent) beschikt over een televisietoestel, sommigen (32 procent) zelfs over meerdere. 85 procent bezit een videorecorder, driekwart heeft een toestel met teletekst, elf procent heeft een abonnement op betaaltelevisie. Het is dus niet verwonderlijk dat de tv centraal staat in de vrijetijdsbesteding van de Vlaming. Lezen blijkt op één na de populairste vrijetijdsbesteding. Niet iedereen leest echter boeken. 53 procent van alle Vlamingen zet zelden of nooit een voet in de bibliotheek. Pascal Bovry, 'Opzij, opzij, opzij. Na slapen en werken, televisie kijken'
Pas wanneer ik afstand doe van het eenzame meesterschap over mijn leven, kan de tijd van mijn leven een zin krijgen die veel rijker is dan wat ik me op mijn eentje kon voorstellen of wat ikzelf van mijn leven wilde maken. Rudolf Bernet , 'Mijn vrije tijd van de ander'
Op momenten waarop knopen moeten worden doorgehakt, zoekt men het best naar de 'grootste gemene deler' bij alle medestanders. Zo komt men immers tot beslissingen met de voor-dat-moment beste kwaliteit én de meeste kans dat ze ook door de totaliteit van de groep gedragen zullen worden. Daartegenover staat dan wel dat rustiger momenten aangegrepen moeten worden om het gebied van overeenstemming te vergroten. Wanneer er geen beslissingsdruk bestaat, kunnen de verschillende argumenten voor of tegen het ene of andere standpunt op hun waarde geschat worden. Op dergelijke
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
51
momenten ligt de emotionele drempel om elkaars standpunten in overweging te nemen en op hun mogelijke meerwaarde te onderzoeken, ook een heel stuk lager. Dit laatste pleit eveneens voor een degelijker planning van de vergaderdata of nog voor een duidelijker onderscheid tussen de triptiek informeren, bespreken en beslissen. In onze vergadercultuur worden die al te gemakkelijk door elkaar gehaspeld, met desastreuze gevolgen: eindeloos uitdeinende, niet functionele vergaderingen, enz. To-the-point vergaderen is het enige middel om frustratie tegen te gaan, maar daarnaast moeten er ook momenten zijn waarop er flink kan worden doorgeboomd. De groeigerichtheid van scholen staat of valt met de bereidheid en de wil op deze dubbele manier samen te werken. Luk Bosman, Chico Detrez, Dirk Gombeir, 'Weerbaar zijn met tijd'
Wij hebben ervaringen van stilstaan en stilstand, van overgangen en keerpunten, van leegte en van vallen nodig om dieper en dieper in ons gewaar te worden dat we gedragen zijn. Dat betekent: dat niets tevergeefs hoeft te zijn, maar dat het mij dichter kan brengen bij de bron die mij leven doet, bij het 'wezen-in-mijzelf' dat mijn vertrouwen vraagt. Al zulke ervaringen - kleine en grote - zijn voor mij oefeningen in liefde en mededogen, want je moet liefde ontwikkelen om zo te leren omgaan met je zelf. Het zijn voor mij tegelijkertijd evenzovele vooroefeningen in sterven, in doodgaan. In die laatste overgang naar waar de ruimte helemaal leeg wordt en de werkelijkheid helemaal transparant. Ik kan het druk hebben. Maar als het te lang duurt dan protesteert mijn lijf en roept mij terug. Door stil te staan en los te laten, en vooral door toe te staan dat we stil vallen en dat we los dienen te laten, gebeurt waar het lied om vraagt: 'Wek mijn zachtheid weer. Geef mij terug de ogen van een kind, dat kan zien wat is en zich toevertrouwt, en het licht niet haat." Marijke Baken, 'Te druk om…'
Als je de tijd terug draait, draaien klokken achteruit, raakt iedereen de kluts kwijt. Als je de tijd terug draait, herhaalt alles zich en je bent weer klein. Als je de tijd terug draait, draaien klokken achteruit.
Toch hebben we onze keuzes gemaakt en maken we ze nog steeds. Wij mensen hebben voor snelheid gekozen en gedijen daarbij - meer dan we over het algemeen toegeven. Ons vermogen om snel te werken en snel te spelen geeft ons macht. We vinden het spannend. (…) Toch hebben we de gevolgen van die haast voor onze cultuur en voor ons dagelijks leven nog niet echt uitgezocht. We merken de versnelling van kunst en amusement nauwelijks op: het veranderde tempo van de media, van film tot televisiereclame, wat een veranderend tempo in onze geest weerspiegelt en veroorzaakt. Op de televisie en in ons emotionele leven moet alles onmiddellijk gebeuren: instantkoffie, ogenblikkelijke intimiteit, onmiddellijke herhalingen en kant-en-klare bevrediging. Opinieonderzoekers gebruiken bij politieke toespraken elektronische apparaten om meningen ter plaatse te kunnen peilen, nog voor ze volledig gevormd zijn. Zoals raketten leiden tot raketten met afzonderlijk zichtbare koppen, zo leiden fastfoodrestaurants tot nieuwe snelwegen. Als we tijd niet begrijpen, worden we er het slachtoffer van. 'Tijd is een vriendelijke godheid', zei Sophocles. Misschien was dat zo voor hem. Tegenwoordig is het een slavendrijver. James Gleick, ‘Steeds sneller’
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
52
4
FILMS OVER EN MET TIJD
4.1
Drie tijdsdimensies van film
Film heeft als modern medium een bijzondere relatie met tijd. Als de kunst van het bewegende beeld behoort de tijd zelf tot het wezen van de filmische kunst. Iedere film heeft een bepaalde duur en de toeschouwer dient tijd te nemen om de film te kunnen zien. Maar de verwevenheid tussen film en tijd gaat nog verder. Heel wat films, vooral die films waarvan de draagwijdte verder reikt dan het zuivere entertainment, thematiseren ook de tijd. Dat gebeurt op drie verschillende wijzen. Vooreerst is er de structurele relatie tussen film en herinnering. Films met een flashback horen hier thuis. Ze reflecteren over hoe personages niet alleen in de tijd leven, maar hoe ze ook aan de gegeven tijd een spirituele zin geven. Vandaar dat in heel wat films flashbacks voorkomen: aandacht hebben voor tijd houdt in dat de mens stil staat bij de herinnering. Zinvol omgaan met tijd verschijnt dan als het hoofdpersonage zich bezint over zijn levensweg op het kruispunt van verleden, heden en toekomst. In de hierna voorgestelde films vinden we de flashback vooral terug in The Road Home, Solaris en ook gedeeltelijk in Chocolat. Een tweede aspect van film en tijd, kunnen we de verstilde tijd noemen. Heel wat regisseurs die de filmkunst beoefenen, wenden een trage camerabeweging aan. Geen snelle en bruuske wendingen, geen flitsende montage, maar sequenties waarbij de regisseur de tijd neemt voor de beelden zelf. Concreet betreft het films die met een subjectieve en meditatieve camera werken. Ze nemen het standpunt in van het hoofdpersonage dat zelf de tijd neemt om na te denken en halt te houden bij dingen en gebeurtenissen die tijd vragen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de tijd van de seizoenen, of de tijd van het opgroeien. De camera neemt dan de verstilde blik van de personages over. De hierna vermelde films L’éternité et un jour, Father and Daughter en van Etre et Avoir vinden hier hun plaats. Een derde aspect van film en tijd is de tijdgeest. Film is een uitgelezen medium om de tijdgeest niet alleen te weerspiegelen, maar ook om die positief of kritisch te belichten. Films zijn immers ook tekenen van hun tijd. Film is dan ook een ideaal medium om hedendaagse aspecten van onze tijd op de voorgrond te plaatsen en om in dialoog met de filmbeelden, te reflecteren over de tijdgeest. In de hierna volgende films is Bend It Like Beckham daarvan een goed voorbeeld.
4.2
Films met tijd
We presenteren de films volgens moeilijkheidsgraad, van gemakkelijk en toegankelijk naar eerder veeleisend. Etre et Avoir De Franse regisseur Nicolas Philibert is filosoof van vorming. Hij werkte mee met grote cineasten als Alain Tanner, Claude Goretta, René Allio. Hij bouwde zich een stevige reputatie op als originele cineast van documentaires. Voor zijn Etre et Avoir ontving de regisseur in januari 2003 de Humanum-prijs van de Brusselse afdeling van de Beroepsbond van de Belgische Filmpers. De regisseur neemt de toeschouwer mee naar een kleine school in het Centraal-Massief met slechts één graadsklas en één onderwijzer in het laatste jaar voor zijn pensioen, meester Lopez. We volgen het verloop van een schooljaar chronologisch en volgens de seizoenen tot aan de laatste lesdag van meester Lopez die op pensioen gaat. In de winter speelt zich het leven in de klas vooral binnen af. In de winter valt in die streek veel sneeuw en worden de kinderen op gladde banen met de schoolbus afgehaald. We maken kennis met Olivier, Nathalie, Julien, Jojo, Marie tijdens verschillende lessen. Voor een meer gedetailleerde presentatie van deze film, zie: De Bleeckere, S., Leren Leven Met Beelden nr. 9 (2003), p. 18-19. In het zomernummer van CineMagie (nr. 243) verscheen een studie over deze prachtige film.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
53
Pay It Forward Deze recente Hollywoodfilm van de vrouwelijke regisseur Mimi Leder ent het thema van de goedheid en de vergeving op het spirituele thema van de tijd. Goed zijn verschijnt hier als een diepmenselijke wijze van omgaan met de tijd. Vergeving komt in diezelfde context in beeld als een bijzondere omgang met de verleden tijd en wel op zo’n manier dat in het heden de gesloten deur van de toekomst weer opengaat. De film vertelt het verhaal van de twaalfjarige Trevor. Hij woont met zijn moeder Arlene McKinney aan de rand van de casinostad Las Vegas. Het leven van de jongen verandert grondig wanneer leraar Eugene Simonet in zijn klas maatschappijleer aan Trevor en zijn medeleerlingen de volgende opdracht meegeeft: “Think of a idea to change our world and put it into action.” Van dan af begint voor Trevor en zijn moeder de tijd er helemaal anders uit te zien. Over deze toegankelijke film voor leerlingen vanaf de eerste graad, vindt de leerkracht een inhoudelijke en filmpedagogische presentatie in: De Bleeckere, S., Leren Leven Met Beelden nr. 8 (2002), p. 31-33.
Father and Daughter In deze kortfilm van Michael Dudok de Wit die in 2001 ermee de Oscar van de animatiefilm won en de Grand Prix van het animatiefestival Annecy 2001, neemt een vader zijn klein dochtertje per fiets mee naar een plek aan de oever van een groot meer. Op een dag vaart haar vader weg in een roeibootje en keert nooit meer terug. Het meisje groeit op, trouwt en wordt een oude vrouw. Telkens weer fietst ze naar dezelfde plek, welk weer het ook moge wezen. Op de dag dat ze, stokoud geworden, in het droge meer naar de resten van een vergaan bootje stapt, droomt ze van de terugkeer van haar vader. In deze filmparel is de spiritualiteit van de tijd zonder meer het centrale punt. Via een creatief en poëtisch spel van ritme evoceert de cineast de zin van de tijd in het leven van de mens. Dat leven verschijnt dan als een levensweg waarvan het mysterie over de dood heen reikt. Over deze kortfilm die wegens zijn poëzie in de eerste graad en wegens zijn diepgang in de derde graad kan worden vertoond, vindt de leerkracht een esthetische en inhoudelijke bespreking bij: De Bleeckere, S., Father and Daughter, in: CineMagie nr. 239 (zomer 2002).
Chocolat De Zweedse regisseur Lasse Hallström kreeg voor zijn film in 2001 vijf Oscarnominaties. Hallström is een geboren filmverteller. Op het einde van de jaren vijftig komt Vianne Rocher met haar dochtertje Anouk aan in het Franse stadje Lansquenet. Er staat een hevige noordenwind. De kerkdeur waait zelfs open, maar de burgermeester Comte de Reynaud houdt de deur gesloten. De wind van de chocolade die Vianne doorheen het stadje laat waaien, kan hij echter niet tegenhouden. Vianne opent haar chocolaterie Maya. Dat verandert het leven van de stadsbewoners die juist proberen de vastenperiode in acht te nemen. Toch zullen ze met Pasen samen feest kunnen vieren, dankzij
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
54
Vianne en met de goedkeuring van Comte de Reynaud. De film evoceert hier de spirituele betekenis van de tijd binnen een beeldende reflectie over de pastorale tijd bij uitstek van de christenen: de vastentijd die uitmondt in het hoogfeest van Pasen. Over deze sympathieke film met een grote dosis warme humor, vindt de leerkracht uitgebreide informatie, bij: De Bleeckere, S., Chocolat, in: CineMagie nr. 238 (lente 2002), p. 23-32.
The Road Home De Chinese regisseur Zhang Yimou ontving voor The Road Home te Berlijn 2000 de Grote Prijs van de Jury, de Zilveren Beer en de Prijs van de Oecumenische Jury. De film handelt over Luo Yusheng. Wanneer hij het bericht ontvangt dat zijn oude vader in het Noord-Chinese dorpje Sanhetun is gestorven, keert de zakenman Luo Yusheng terug naar zijn geboortedorp om er zijn vader te begraven. Die terugkeer wordt voor de man ook een terugkeer in de tijd, een terugkeer die erop eindigt dat Yusheng in plaats van zijn vader de kinderen van het dorp onderwijst. De Chinese titel Wo De Fu Qin Mu Qin betekent: “Mijn vader en moeder”. De flashback vindt in deze film zijn volle spirituele uitstraling. Aan deze sublieme film in zwart-wit en kleur, zeer geschikt voor de derde graad, besteedde CineMagie terecht ruime aandacht. Sartor, F.; Segers, J., The Road Home, in: CineMagie nr. 237 (winter 2001), p. 43-50.
Bend It Like Beckham Deze recente film is van de cineaste Gurinder Chadha. In haar film focust ze op de complexiteit die het gegeven van culturele identiteit krijgt in de huidige, westerse maatschappij waarin diverse etnische groepen zich een thuis zoeken. Concreet situeert ze haar nieuwe film in de Hounslow, West-Londen, waar zich de Punjab Sikhgemeenschap heeft gevestigd over nu al twee generaties. De film kende tegen alle verwachtingen in een groot succes in Engeland en hij ontving de publieksprijs op het Filmfestival van Locarno 2002. De film vertelt over Jess, een meisje van Indiase afkomst. Ze is achttien jaar en in tegenstelling tot ‘normale meisjes’ heeft ze één grote passie: voetballen. Haar voorbeeld is de voetballer David Beckham en ze ziet voor zichzelf een grootse toekomst als professioneel voetballer. Haar conservatieve en traditionele ouders kunnen zich daar helemaal niet in vinden en storen zich al aan de partijtjes voetbal die Jess in het park speelt. Haar moeder wil niets liever dan dat haar dochter gewoon een leuke man trouwt en leert hoe ze moet koken. Ondertussen heeft Jess kennisgemaakt met de blanke, Londense Jules die haar vraagt eens langs te komen bij het dameselftal, de Hounslow Harriers. Een begin van een hechte vriendschap die een zware crisis doorloopt. Van deze sympathieke film die een belangrijk eigentijds onderwerp in beeld brengt, verscheen een voorstelling in: De Bleeckere, S., Leren Leven Met Beelden nr. 9 (2003), p. 28-29.
Solaris De recente film van de Amerikaanse regisseur Steven Soderbergh is gebaseerd op de gelijknamige film van Andrei Tarkovski. Soderbergh gebruikt het genre van de sciencefiction niet om bijzondere effecten op het doek te schilderen, maar om op een boeiende manier het thema van herinnering uit te werken langs de spirituele lijn van de vergeving, zelfs over de grenzen van de dood heen. De psychiater Chris Kelvin wordt in het ruimteschip Prometheus geconfronteerd met een materialisatie van zijn overleden vrouw Rheya. Zij pleegde zelfmoord. Onder invloed van de werking van het kosmische fenomeen Solaris wordt voor Kelvin de tijd die hij op het ruimteschip doorbrengt, een intense periode van reflectie
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
55
en bezinning over zijn voorbije leven. Ofschoon hij van nature uit ongelovig is, begint hij te erkennen dat er toch zeer belangrijke levensdimensies zijn die hij in het verleden over het hoofd heeft gezien. In het zomernummer 2003 van CineMagie verscheen er een uitgebreid dossier met heel wat achtergrondinformatie en een grondige filmanalyse. Wie via deze film de nog meer spirituele films van de Russische grootmeester Andrei Tarkovski zelf wil ontdekken en ervaren, films waarin de meditatie over de tijd uitgroeit tot een eigentijdse spirituele en zelfs religieuze reis, kan voor informatie, visie en duiding terecht bij het boek: De Bleeckere, S., Tragiek Transcendentie en Triade. Beeldend denken nabij het oeuvre van Andrei Tarkovski. Hasselt, Men(S)tis, 1999 (www.menstis.be).
L’Eternité et un jour De Griekse cineast Theo Angelopoulos won met zijn film L’éternité et un jour in 1998 de Gouden Palm van Cannes. De titel alleen zegt duidelijk hoe in deze film de tijd zelf het hoofdpersonage is. Door het spanningsveld tussen van de ene kant ‘eeuwigheid’ en van de andere kant ‘een dag’ verkent de Griekse cineast de wereld van de spirituele beleving van de tijd. Hij brengt de schrijver Alexander en een naamloos Albanees jongetje in beeld. De eerste beleeft zijn laatste levensdag, de tweede is op de vlucht in Europa op zoek naar een nieuwe thuis. Beiden beleven de tijd op een ingrijpende, menselijke wijze. Mits een goede voorbereiding en inleiding, gevolgd door een nabespreking, kan deze film worden vertoond om het onderwijzend personeel zelf te introduceren in het pastorale thema van de tijd. Voor een situering van de film, zie: Boesten, J., Sartor, F., Mia Eoniotita Ke Mia Mera, in: CineMagie nr.229 (winter 1999), p.5-10.
4.3
Werken met films
Iedere film heeft zijn eigen beeldwereld. Het is dan ook van belang dat wie met één van deze films wil werken met een groep, hetzij leerlingen, hetzij collega’s, natuurlijk zelf eerst de film moet hebben gezien; desnoods tweemaal. Dan dient de begeleider zijn eigen visie te confronteren met een degelijke presentatie van de film en, indien ze beschikbaar is, een echte filmanalyse zoals die verschijnt in het enige Nederlandstalige studietijdschrift over film dat dergelijke analyse publiceert: CineMagie. Bij de hier gepresenteerde films zijn telkens bronnen die de begeleider daadwerkelijk ondersteunen. De vermelde studies kunnen worden aangevraagd op de redactie van CineMagie, Cellebroersstraat 16, bus 2,1000 Brussel. Tel.: 02 546 08 11 of via
[email protected] Om inhoudelijk en methodisch met film in het algemeen en met deze films in het bijzonder te werken, verwijzen we naar Leren Leven Met Beelden, een uitgave van KineScola en de Pedagogische Dienst voor Filmcultuur. Er verschenen reeds 9 nummers. In ieder nummer bevindt zich een schema voor een filmgesprek. Per film zijn er dan concrete tips en aandachtspunten. S. De Bleeckere, voorzitter van het Beleidsteam van de Pedagogische Dienst voor Filmcultuur Zie ook: − T. van den Berk, 'Mystagogie. Inwijding in het symbolisch bewustzijn.', Meinema, Zoetermeer, 2003; in het bijzonder 'Woorden wijden aan beelden: de didactiek van het filmgesprek' (p. 166-177) − W. Eggenkamps, 'Gebruik van film binnen de lessen godsdienst' in Catechetische Service, 2004, jg. 31, nr. 2 (maart)
4.4.
Jongeren en het Jezusverhaal in de tijd
Jongeren spreken graag over en denken vaak na over het begrip 'tijd', alleen al omdat tijd en ruimte belangrijke ervaringscategorieën zijn (cf. Immanuel Kant). Een leraar kan hier dankbaar op inspelen. Zo zijn studenten zonder meer geïnteresseerd in het begin en einde van de geschiedenis. Spreken over
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
56
het ontstaan (schepping) en de apocalyps boeien menig student, met daartussen uiteraard aandacht voor het heden. Drie grote thema's die de lessen kunnen bepalen zijn dus gelieerd aan het element tijd, met name het begin, het heden en het einde van onze particuliere en gezamenlijke geschiedenis. Je kan er in vele klassen van de derde graad over spreken. Op dit vlak is evangelisatie niet zo'n hachelijke onderneming bij jongeren die doorgaans ongeschoold zijn in het geloof. Even dient vermeld dat in en door de huidige ervaring van plaats en tijd de westerse theologie een enorme metamorfose heeft doorgemaakt. In de neo-scholastiek trachtte de theologie op kentheoretisch niveau universalia te vinden die voor alle plaatsen én alle tijden zouden gelden. Welnu, in de ervaring van mensen en dus ook van jongeren klopt dat niet en komt dat nooit zo uit. De mens voelt zich immers gesitueerd in de geschiedenis. Cultuurfilosoof Sylvain De Bleeckere heeft hier op ingespeeld door de filmkunst op het programma te zetten van de hedendaagse theologie. Heeft niet juist de filmkunst bij uitstek oog voor het gesitueerd en gecontextualiseerd zijn van ons mens-zijn? In zijn lezing n.a.v. de 85ste verjaardag van prof. Edward Schillebeecks sprak De Bleeckere over het thema 'Jezus uit beeld'! Inderdaad, vandaag is Jezus uit beeld, maar De Bleeckere toont deskundig en trefzeker aan hoe ondanks Jezus' afwezigheid er toch een heel eigen Jezusdynamiek in de filmkunst en daardoor ook in de huidige cultuur plaatsvindt. Jongeren verstaan dit als geen ander. Zo sluiten zij op een authentieke wijze aan bij het evangelie. Een mooi voorbeeld hiervan is m.i. de film 'The Green Mile' van Frank Darabont. In deze Petrusfilm ervaren de studenten wat het betekent aan iemand vertrouwen en geloof te schenken. Ofschoon de filmische tijd het jaar 1935 beoogt, begrepen de leerlingen de eigen Jezusdynamiek ervan: hoe een ten onrechte veroordeelde, zwarte man zich ook in de laatste dagen van zijn leven ten dienste van de medemens bleef stellen; hoe een cipier, Paul Edgecomb (de Petrusfiguur) stilaan maar zeker begon te vertrouwen in de (boven)menselijke gave van deze zwarte gevangene; hoe hij zijn medecipiers opriep en aanmoedigde om in vertrouwen de ten onrechte veroordeelde 'te volgen'. Er zijn natuurlijk heel wat betere artistieke films voor de derde graad en hoger onderwijs zoals 'L'humanité' (Bruno Dumont) en 'Breaking the Waves' (Lars Von Trier). Ik koos echter 'The Green Mile' omwille van de beginsituatie van leerlingen die weinig of geen religieuze opvoeding van thuis uit hebben meegekregen. In elk geval begrepen sommigen dat een cultuurhistorisch gesitueerd verhaal van een particuliere persoon, met name Jezus van Nazareth, een eigen dynamiek heeft losgemaakt die vandaag nog altijd krachtig in onze cultuur doorwerkt. En geeft deze ingeslagen weg aan de tweede evangelisatie niet de beste kans tot slagen, juist omdat de tijdservaring in al zijn aspecten au sérieux genomen wordt? Paul Jacobs, leraar godsdienst aan de Provinciale Secundaire Kunstschool te Hasselt en de Katholieke Kunstschool te Genk
5
TIJD IN / VOOR LITERATUUR
5.1
Volwassenen (non-fictie en fictie)
5.1.1.
Non fictie
Bronnen voor statistische gegevens: • www.statbel.fgov.be • www.vlaanderen.be (Vlaamse regionale indicatoren) • Ignace Glorieux, Kim Coppens, Suzana Koelet, Maarten Moens & Jessie Vandeweyer, Vlaanderen in uren en minuten: De tijdsbesteding van de Vlamingen in 480 tabellen, VUBPress, Richtprijs: 17,5 euro. De VUB onderzoekgroep TOR (Tempus omnia revelat) deed via een tijdsbudgetenquête onderzoek naar de tijdsbesteding van 1533 Vlamingen tussen 16 en 75 jaar. “Aan de hand van tijdsbestedingsboekjes werden de uren en minuten gespendeerd aan tal van activiteiten (154 in totaal) die te maken hebben met huishoudelijk werk, werk, opleiding en vorming, vrije tijd,… nauwkeurig geregistreerd. De CD-Rom 'Vlaanderen in uren en minuten' brengt al deze tijdsbestedingsgegevens in overzichtelijke tabellen samen, voorzien van de nodige technische uitleg om de gegevens correct te kunnen interpreteren.” Verdere inlichtingen: Ignace Glorieux - Onderzoeksgroep TOR - Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, 1050 Brussel - tel 02 629 22 80 – 02 629 20 24 - fax: 02 629 30 52 – E-mail:
[email protected] -
[email protected]
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
57
Artikels: • Patricia de Martelaere, 'Waar is de tijd?' uit: DS Magazine, 6 oktober 1995 • Dick Berents, 'Alles heeft zijn tijd' uit: Reflector, december 1993 • Jan Bor & Marnix Verplancke, 'De pijl van de tijd bestaat echt' uit: Filosofie magazine, april 1997 Catalogi: • Baudson, M. ... [et al] : De tijd : de vierde dimensie in de kunst. H.J.W. Becht's Uitgeversmaatschappij, 1984, 270 p., ill. (Uitg. t.g.v. de tentoonstelling, georganiseerd door de Vereniging voor Tentoonstellingen van het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel) met o.a. : Umberto Eco, 'De tijd van de kunst' • Lippincott Kristen red. Het verhaal van de tijd, met bijdragen van Umberto Eco, E.H. Gombrich ... [et al.] Schyt,1999, 304 p., ill. n.a.v. de tentoonstelling in Londen “The story of time”(National Maritime Museum). Het verhaal van de tijd combineert wetenschap en kunst om de geschiedenis van de tijd tot leven te brengen. In vijf hoofdstukken komen thema’s als de schepping, het meten, de voorstelling, de beleving en het einde van de tijd aan bod. Dit rijkgeïllustreerde boek is veel meer dan de catalogus van een tentoonstelling: door de bijdragen van de verschillende auteurs, specialisten in hun vakgebied, krijgt het een universeel karakter. Dankzij het uitgebreide register en een uitvoerige lijst suggesties voor verdere lectuur is het niet alleen een knap kijk- en leesboek maar ook een mooi startpunt voor een uitgebreide studie van het fenomeen tijd. • Tijd : Catalogus van De Grote Tijd Tentoonstelling / red.: A.J. Turner ; bijdragen: H.F. Bienfait ... [et al.] ; ed. H. Post. SDU 1990, 247 p., ill., bibliografie. In de catalogus van de “ De Grote Tijd tentoonstelling” die in de nieuwe kerk in Amsterdam gehouden werd in 1990 op initiatief van de stichting Tijd voor Tijd vind je verschillende interessante essays: Tijd in de natuur door H. F. Bienfait, Een scharnier in de tijd door Willem Dijkhuis; De oorsprong van de moderne tijd, van A.J. Turner en veel illustraties. Monografieën: • Borges Jorge Luis: De geschiedenis van de eeuwigheid en andere essays. De Bezige Bij, 1999, vert. uit het Spaans door Barber van de Pol 548 p. Bevat: De cultus van het boek (1952), De geschiedenis van de eeuwigheid (1966), Zeven avonden (1980). Borges is al zijn hele leven bezeten door het thema tijd. Mooie voorbeelden daarvan vind je in de drie essays -eigenlijk filosofische verhalen- in De geschiedenis van de eeuwigheid, waarin hij de begrippen eeuwigheid en oneindigheid in vraag stelt; later doet hij dat ook met het begrip tijd. • Calvino, Italo: 'Snelheid' uit: Zes memo's voor het volgende millennium, Bert Bakker, 1991. • Haakma, Suzette: Tijd en wetenschap. Prestige, 1999, 107 p. Tijd en wetenschap biedt een interdisciplinaire discussie over het thema 'tijd'. Zes bijdragen belichten de sociologische, psychologische, historische, biologische, geofysiologische en natuurkundige benadering van deze materie. De fysicus gaat "in zijn tijdsbeschrijvingen terug tot de oerknal, de geoloog tot het ontstaan van de eerste aardlagen en de bioloog tot het eerste organisme. De historicus overziet op zijn beurt slechts enkele millennia en de psycholoog gaat niet verder terug dan een mensenleven." Op een bevattelijke manier worden verschillende tijdschalen naast elkaar geplaatst, die vaak uit dezelfde concepten, methoden en theorieën voortspruiten. • Hawking, Stephen : Ruimte en Tijd, Het heelal, verleden en toekomst van ruimte en tijd. Bert Bakker, Amsterdam, 1997. Dit is de vertaling van de bestseller “A brief history of time” van Stephen Hawking. Hij schrijft zeer helder over de problemen van tijd en ruimte, het heelal (Waar komt het vandaan? Hoe is het ontstaan? Heeft het een einde?), zwarte gaten, kosmologie...met kleurenillustraties. • De Jonge, Huub [Red.] :Ons soort mensen : levensstijlen in Nederland. Sun, 1997. 317 p. In deze bundel buigt een aantal antropologen zich in samenwerking met historici over de betekenis van bepaalde, in de ogen van de auteurs, zeer Nederlandse gewoontes. Onder redactie van Huub de Jonge, hoofddocent economische antropologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen schreef Susanne Reitz de bijdrage"Heb je nog een gaatje? De betekenis van de agenda” over Nederlanders die altijd een agenda bij zich dragen. Verder ook bijdragen over het vaak terugkerende begrip 'gezellig', in de Nederlandse taal, over de altijd maar rondreizende Nederlander, en over verwantschap tussen mensen onderling. • Montijn, Ileen : Over de tijd. Contact, 1999, 110 p. Historica Ileen Montijn plaatst haar persoonlijke mijmeringen over tijd en geschiedenis duidelijk binnen het kader van de Benedictijnse dagindeling (van de metten, tot de completen) en legt
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
58
regelmatig de link naar christelijke waarden. Over de tijd werd uitgegeven ter gelegenheid van de Nederlandse Wetenschap en Techniekweek. • Rifkin, Jeremy: De grenzen van de tijd, de cruciale rol van tijd in ons leven. Balans, 1988. In de vertaling van Time wars probeert Rifkin de grote invloed van tijd in de organisatie van onze maatschappij, onze agenda en ons waardepatroon te beschrijven. Rifkin beschrijft hoe het gegeven tijd een grote rol speelt (voorbeeld: - fysiek en biologisch in het hoofdstuk 'Chronobiologie: het horloge van ons lichaam'). Tijd is tegelijk de taal van de hersenen en een instrument in de menselijke interactie. Tijd ligt - zo beweert hij - aan de basis van het ontstaan van cultuur.
5.1.2
Fictie
Veel fictieboeken hebben tijd als motief. Een buitenbeentje is volgende bundel over tijdsbeleving: • Clewing, Berthold: Zandlopers: verhalen en gedichten over tijdsbeleving uit alle windstreken, Novib,1999. De bijdragen in deze mooie bundel zijn erg leerrijk maar niet schools: door het persoonlijke vertelperspectief van de verschillende hoofdpersonages (een wereldreiziger, een inheems genezer, ….) worden tijdbeleving, tijdsgebonden rituelen in verschillende culturen duidelijk. Veel kleurenfoto’s en veel verschillende tekstsoorten: verhalen, rijmpjes, gedichten, zegswijzen… • Catharina Visser, De geest over het water. Verhalen langs de tijdlijn. Dabar-Luyten, 1993 Catharina Visser gaat zoekend binnen in de naden en kieren van gewone gebeurtenissen en botst telkens op het raadsel van schepping en vernietiging. Langs wat voor rode draden bewegen wij ons door de tijd? Als er een eerste zaad was, waar valt dan de laatste vrucht? Soms vloeien tijd en eeuwigheid ineen als vertrouwde minnaars. De schrijfster heeft er deze keer voor gekozen haar gedachten uit te drukken in verhalen en reiservaringen - een vorm waarin zij zich zeer goed thuis blijkt te voelen.
5.2
Kinderen en jongeren
5.2.1
Non fictie
•
• •
•
5.2.2 • • •
•
Bennett, Paul: De geschiedenis van de tijd. Ars Scribendi, 2000, 31 p., ill. (Corona gidsen). Deze Corona gids is leuk informatief overzicht van alles wat met tijd te maken heeft: de invloed van de tijd op dieren en mensen, de geschiedenis van de klok: van zonnewijzers tot atoomklokken; hoe zit het met onze kalenders; waarom kan je de tijd niet terugdraaien? is het mogelijk om in de tijd te reizen?... De vormgeving en illustraties zijn erg verzorgd. (11 +) Edmonds, William: Wat is tijd? De lantaarn, 1995, 46 p. Informatief prentenboek over de tijd, met index en inhoudsopgave. (10 +) Ganeri, Anita Van kaars tot quartzhorloge: het verhaal van tijd en tijdmeting. De Lantaarn, 1997, 30 p. Welke apparaten en manieren heeft de mens in de loop der tijden bedacht om de tijd te meten? Hoe leefden de mensen zonder klok? Met illustraties, tijdbalk en woordenlijst. (Vanaf 10 jaar) Musschoot, Dirk: Hoog tijd! Actieboek ter gelegenheid van de jeugdboekenweek 1995. VBVB, 1994, 26 p., ill. Een bonte mix van informatieve en verhalende stukjes rond het thema tijd. Met didactische info en opdrachten voor gebruik in de les. (8-12 jaar) Fictie Clewing, Berthold: Zandlopers: verhalen en gedichten over tijdsbeleving uit alle windstreken. Novib, 1999. Toelichting zie 5.1.2. Bernauw, Patrick Tijdsgewichten: werkboek met opdrachten van Paul de Witte gebonden met Guy Didelez Tijdsgedichten, Abimo, 1994, 53 p., een dubbelboek over magie en tijd. (11 +) Ende, Michael: Momo en de tijdspaarders, Lemniscaat, 1998. Momo heeft altijd tijd om te luisteren naar wat mensen haar komen vertellen, tot op een dag de tijdspaarders toeslaan. Iedereen wil plots tijd gaan sparen. Gelukkig slaagt Momo er in de tijd aan de mensen terug te geven. Een modern sprookje over tijd en geld. Maatschappijkritiek: hoe gaan we om met tijd, met vrije tijd en met stress? Een klassieker. (12+) Niewold, Selma [red]: Verhalen in nachtblauw. Ploegsma, 1994, 136 p., ill.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
59
Een bundel over de nacht met verhalen van bekende schrijvers (Joke van Leeuwen, Michael Ende, Tonke Dragt, Annie M.G. Schmidt, Astrid Lindgren). voor verschillende leeftijden. (van 5+ tot 10+) Thema tijdreizen : • Dragt,Tonke: Het geheim van de klokkenmaker, of De tijd zal het leren of De tijd zal je leren, Leopold, 1990, 101 p., ill. Tijdreizen zijn niet helemaal zonder risico, dat ondervindt een nieuwsgierige student als hij de klok-die-de-tijd-zelf-gevangen-houdt fout gebruikt. Knap opgebouwd boek over verschillende tijdsvelden en psychologie van de tijdsreizigers. (12+) • Dragt, Tonke: Zeeën van tijd: deel 1 aan de andere kant van de deur. Leopold,1992, 349 p. Sommige boeken doen je terecht komen aan de andere kant van de deur, ondervindt Otto. Fantasie en werkelijkheid en een snuifje filosofie het zit allemaal in dit een bijzondere boek over de betrekkelijkheid van tijd en ruimte. De uitvoering is erg knap: met fotocollages, handgeschreven aanwijzingen en een bijzondere lay-out. (13+) • Dragt, Tonke: De torens van februari: een (vooralsnog) anoniem dagboek, van leestekens en voetnoten voorzien door Tonke Dragt. Leopold, 1995, 189 p. Om de vier jaar (tijdens een schrikkeljaar) raakt wereld A wereld B. De twee werelden zijn elkaars spiegelbeeld. Via een formule is het mogelijk om van de ene wereld naar de andere te gaan. Je vergeet dan alles, tenzij je het opschrijft. Maar wat je schreef in wereld A zal je in wereld B niet meer begrijpen. Bovendien heb je maar even tijd, na een maand moet je weer terug , anders moet je vier jaar wachten. Het hoofdpersonage waagt het erop; wat er dan gebeurt lees je in dit spannende dagboek. Net als in het geheim van de klokkenmaker zijn de psychologische en metafysische aspecten van tijdreizen een belangrijk thema. (13 +) • Hagerup, Klaus: Het land achter de tijd. Lemniscaat, 1994, 136 p. Lise heeft het erg moeilijk na de dood van haar vriendin. Als zo kon zou ze de tijd stil zetten. Op een dag neemt een gier haar mee naar het land achter de tijd, waar de bewoners onderdrukt worden door tijdsbewakers. Lise zal proberen het tij te keren in een spannende race tegen de tijd. (12 +) Leesweb (voorheen: KCLB, Dienst voor leesbevordering), Louys Frarynlaan 75, bus 3, 2050 Antwerpen, tel. 03 272 21 46 - fax: 03 773 34 66 - e-mail:
[email protected]
6
TIJD IN / VOOR POEZIE
6.1
Poëzie van en voor jongeren
Uit: 'Veel te mooi om nog te kunnen zwijgen', Jeugd en Poëzie, Merchtem Toekomst Net als ik haar wil grijpen, glipt ze weer voorbij in een flits vang ik een glimp op trekken van haar gezicht vormen mijn dromen dag na dag Jammer, met de tijd tikken ook mijn dromen weg vragen rijzen in de fronsen van haar voorhoofd ontstaan nieuwe dromen
rimpels beploegen haar gezicht beelden worden heden verleden vragen blijven op het puntje van mijn tong want wie ze waar wanneer is weet ik niet maar elke dag opnieuw hef ik mijn hoofd op en is ze er weer niet meer
Marianne Van Remoortel,°1981, Sint-Niklaas, 13 jaar
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
60
Tijdverlies Lege koffiekopjes vertellen slokjes nieuws waar grote mensen met grote plannen askegeltjes opstapelden
tot huizenhoge idealen en van hun agenda bootjes vouwden voor elkaar Toen de tijd begon te dringen bliezen ze de zielen bol en lieten ze ze varen
Marianne Van Remoortel, °1981, Sint-Niklaas, 13 jaar
Afscheid Wanneer morgen de zon in het oosten je wakker maakt, zal ik er niet meer zijn. Ik zal zijn waar de regenboog de hemel raakt en waar de zee het diepst is. Ik zal zijn waar de vogels je fluitend doen ontwaken en waar de wolken je zacht in slaap wiegen. In een paradijs met onderaardse gewelven en een koepel van onzichtbaar satijn. In een wereld zonder honger of verdrukking, zonder nutteloos geweld. Een paradijselijke wereld, in alle eenvoud, daar zal ik zijn. Ik vertrek met de noorderzon, en kom niet meer terug. Christine Driesen, °1979, Beerse, 14 jaar
Tijdloos Ik rijg de dagen aan elkaar tot weken, maanden, jaren en als de tijd te houden was dan zou ik hem bewaren. Maar tijd is zo vergankelijk doet zelfs geluk bedaren wat moet ik trouwens zonder jou met weken, maanden, jaren? Inge Van Gestel, °1980, Oud-Turnhout, 15 jaar
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
61
(16 jaar [Dromen) van 16 jaar] Na elk burgerlijk goedgekeurd toekomstbeeld te hebben overwogen rest er mij niets meer dan de droogte.
te laten binnendringen in de eeuwige blindheid van mijn zestien jaar verlangen. Wat wil je later worden, kind? Gelukkig, moeder, gelukkig.
Te lange zonneschijn na kinderregen heeft mij gedwongen de melancholische ironie David Van den Hende, ° 1980, Merelbeke, 16 jaar
Schommel Tuin schuift in schaduw en gras voorbij, strekkende stilte die signaal is van wat mij aan woorden rest.
De symmetrie, beweging die wordt voortgezet tot in vage tijdloosheid, want wat is tijd:
meervoud van het moment waarop ik stilsta in het keerpunt. Veerle Breemeersch, Izegem, 16 jaar
°1980,
Ex-rups (vlinder met natte vleugels) Nu ik deze deur ben doorgegaan, is er geen tijd meer om echt thuis te komen. Er is te veel nieuwe wereld die geproefd, verslonden verteerd en geleefd moet worden.
Er is nog geen stilstand, geen zwijgen van de stroom. Ik heb nog geen evenwicht, wel al mijn draai gevonden.
Barbara Goethals, °1977, Evergem, 18 jaar
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
62
Crash We leven in de koude wachtkamer van de dood. Andere vreemden zijn even vertwijfeld en spreken met stomme tongen over hoe
zij denken dat het zal eindigen. En ook de tijd zal eens geweest zijn en al het andere geleden. Lang geleden.
Steven Vlaeyen, °1976, Oudenaarde, 19 jaar
Uit: Met veelvouden elkaar omsluiten. Bakermat Uitgevers, Mechelen, 2000, 125 blz
het potlood
vastgezogen
het potlood in mijn hand tekent een grillig patroon verdrijft de witte leegte van het onbeschreven blad
vastgezogen aan zijn computer
de lijnen van mijn leven kruisen die van jou en waar ze samenkomen ontstaat onze levensweg de gom is verbannen Liesbet Thys, Herentals, 13 jaar
doodt hij dag na dag de tijd. zijn talrijk gezin groeit met onbetaalde rekeningen. en zij wacht en weet hem niets meer op te dienen dan honger die hij gelukkig nog van het scherm kan wissen. Veerle Van den Broeck, Merchtem, 11 jaar
Origami Voorzichtig legde zij haar papieren droom naast zich neer in het gras. Toen ze wakker werd had hij er een bootje van gevouwen. Petra Thomas, Zoutleeuw, 16 jaar
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
63
Connemara
sinds je wegging
wat als ik dacht ik terwijl wat als ik jou niet geraapt niet geplukt had van het koude van het koude natte strand niet gedacht had ach hoe mooi
een schelpje als herinnering
sinds je wegging en alles waarvoor te leven viel met je mee nam heb ik wat je achter liet als een vuurvliegje in mijn gesloten handen bewaard en me met fluisterstem zachtjes herinneren aan wat liefde heet eigen gemaakt ik mag weer huilen van mezelf ik ben hard genoeg geweest toen je er nog was
Katrien Vanderbiest, Dworp, 14 jaar
Nana Ramael, Berchem, 15 jaar
wat als ik dacht ik terwijl
Kon ik toch maar even
wat je nu zegt
Kon ik toch maar even weten wat je voelde wat je dacht toen je daar zo diep in gedachten verzonken het plein overstak en de weg weg van mij opwandelde. Het leek alsof je stap een ogenblik aarzelde en jouw rede je voet dan toch maar neerzette, alsof je in een flits jouw hoofd naar me toedraaide maar je je herinnerde dat je niet meer om mocht kijken
wat je nu zegt, we worden langgerekt het spreken strekt tot woorden die een laatste keer het leven slijten er breekt wat
Yolente Roelens, Sint-Martens-Latem, 17 jaar
stilte, van twee mensen ook het meer dan eens gezindheid en dan weer barstigheid maar zeg je laat ons hernemen aan het kruispunt waar we nog hebben gestaan maar nu met veelvouden elkaar omsluiten, opnieuw verzamelen: samen zoals jij me invult met een kinderhandje en kleurt lieve god, zie hoe je met moeite binnen de lijntjes blijft Trygve Reynders, Merchtem, 20 jaar
Uit: Ruik je de bloemen in mijn woorden. Bakermat Uitgevers, Mechelen, 1999, 157 p.
het verleden het verleden laat ik in de schaduw van vage gedachten achter.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
in de verte zie ik iets van toekomst wuiven naar mij met een lichthandje. Josien De Brandt, Merchtem, 12 jaar
64
in een hoekje op zolder
als je geboren wordt als je geboren wordt is het net alsof je een potlood bent,
in een hoekje op zolder de kist met het heimwee naar toen de beer met de afgeknuffelde pluis
elk jaar word je geslepen zodat je korter wordt tot je uiteindelijk niets meer bent’, zei je altijd
de afgebladderde verf van mijn oude poppenhuis de pop met de weggespeelde ogen de zijden vlinders die reeds lang geleden uit mijn leven vlogen
werd jij dan te veel geslepen of was jouw potlood gewoon veel te kort?
tussen en rond het speelgoed de verhalen van toen, en ik nog kleuter het zware deksel met het verroeste slot en de verloren sleutel
Karlien Rybels, Mortsel, 12 jaar
Isabelle Vloeberghs, Wilrijjk, 12 jaar
Ver ooit zal je weggaan ver, heel ver en dan ga ik en zal je weerzien in die hemels-blauwe lucht ver, heel ver onder ons zijn zij die niet weten van ons tweede leven Sigrid De Backer, Merchtem, 12 jaar
Uit: Kruimels op de vloer. Bakermat Uitgevers, Mechelen, 1998, 127 blz.
mijn horizonten ik zal me het allemaal herinneren de straat met ’s zomers de geur van het pas gemaaide gras, van de wrijving tussen hand en steel door de steeds te zware kruiwagen. ik zal me het zeker herinneren het huis waar ik als kleine jongen later sterven wou. ’s winters dan wel, klem tussen open haard en zetel, tussen vlam en sprookjesboek.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
65
ik zal me alles herinneren. mensen die verdwenen in een huis dat groter werd, ik heb het nooit echt begrepen, de zon die zakt als in gezangen, zonder uur, zonder tijd. ik zal het me herinneren, maar nu nog niet. David Van den Hende, °1980, Merelbeke, 16 jaar
Karl-Marx-Allee, Ost-Berlin Zo herinner ik mijn lach bij hen en dan pas het verdwijnen van een wereld niet groter dan een handje opspattend plezier dat verder klinkt totdat de zon weer stilaan blauw wordt
Het blauw werd stilaan zon dus gingen wij in de hoge stenen schaduw op het bijeengevonden gras zitten kijken naar de kinderen die we vroeger speelden en nu ook hier tot vele knieën in diepzomer staan
Nele Decock, °1980, Kortrijk, 17 jaar
Perpetuum immobile Zitten is meer dan zomaar een toestand, zitten is een vorm van eeuwigheid, je gaat niet, je staat niet, je bent slechts en hier gebleven.
Je huivert wel als de tijd langs je been strijkt maar vangen doe je hem niet. Met iedere ademtocht blaas je hem telkens weer een leven verder.
Het zitten is grenzeloos en de stilte is van jou alleen. Barbara Goethals, Evergem, 17 jaar
°1977,
Soms leunen gedachten Soms leunen gedachten tegen het verleden aan. Als huizen. Sloop ik – bedelaar – de tijd Waar iemand zomert achter het raam bouw ik een toekomst uit. Laat het heden onbewoond. Gerenoveerde dromen spreken Frauke Pauwels, °1977, Meise, 18 jaar
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
66
onverwacht
Al mijn verleden bewaar ik
“ik voel me dubbel” zegt ze verlegen
Al mijn verleden bewaar ik in een oude doos, en verder weet ik er niets meer van. Hoe jij door je haren streek en dat vlekje op je tanden, daar weet ik niets meer van. En de tijd staat stil nu, de lucht is heet, hitsige vliegen lussen op rode steen. Ik zit op een stoep en kijk naar het spel, wolken wiegen voorbij, paren de dag aan de nacht, kneden zichzelf tot jouw vorm. De hemel zoemt van jouw afwezigheid en daar weet ik niets meer van dan enkel nog jouw sprookjes, ’s avonds voor het slapengaan.
haar gespannen huid buikt bol de tijd slaat snel om haar heen terwijl ze te vroeg ouder begint te worden Ann Muls, °1976, Brugge, 21 jaar
Sabien Jagers, °1975, Brasschaat, 17 jaar
geen grootmoediger je stem gaat als een klok door ruimte maar je nadruk ligt in stilte voor en na, jij bent: twee moeders meer, een kindertuin met glimlachende bloemen en handen zachter van verdriet weet nog hoe ik gulzig in het gras zat en me verslikte in het middaglicht want leven kwam uit alle hoeken op (sliep de dood?): als ik ooit weer kind word zit ik wat langer op je schoot Trygve Reynders, °1972, Merchtem, 23 jaar
oma In de hersenen van mijn grootmoeder ontbrak de tegenwoordige tijd. Haar verhalen leken op sprookjes die verwoordden wat er eens was. Ik vermoedde in haar gedachten méér dan er wellicht leefde. Ik geloofde dat haar hoofd haar lamme lichaam met geniale kennis compenseerde. In haar handen werd zelfs een breinaald groot. Zij verstond de kunst van het verlengen. Zij speelde negentig jaren met de kinderschoenen van de dood. Peter Goethals, °1971, Blankenberge, 25 jaar
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
67
6.2
Poëzie voor jongeren en volwassenen
Dum loquimur, fugerit invida aetas: carpe diem, quam minimum credula postero. Terwijl wij praten, ontvlucht de tijd ons leven treiterachtig. Geniet ten volle van de dag van heden en reken niet zeer op die van morgen! Horatius, Carmina I, 11 – vertaling van Anton van Wilderode
Tempus Praeterium Nihil Futurum Incertum Praesens Instabile Cave Ne Perdas Hoc tuum
Het verleden is niets, de toekomst onzeker, het heden onstandvastig. Zorg dat je dit moment niet vergooit: het is van jou
Inscriptie op de zonnewijzer in de Prinsenhoftuin van Groningen, 1731
Vivez, si m'en croyez, n'attendez à demain; Cueillez dès aujourd'hui les roses de la vie. Ronsard, slot van Ode à Hélène
In onmacht wachten en verwachten.
Ontsluiten mijn besloten huis voor een bevrijdend wij.
De tijd verdragen en tij en tegentij.
Gemeenzaam leven dragen. Jozef Van den Broeck
Geen tijd Volgend jaar vind ik wel tijd om vaker, vrouw, met jou te spreken; dan is ’t gedaan met het verwijt: je geeft zo zelden taal of teken.
Nu nog één jaar, dan neem ik tijd voor stilte, rust en meer bezinnen. Dan sta ik nooit meer in het krijt en kan naar hartelust beminnen.
Ja volgend jaar maak ik méér tijd voor jullie beiden, lieve kinderen! Je kunt vermoeden, hoe ’t mij spijt, dat zaken mij dat nu verhinderen.
Dan wordt het tof! Dan maak ik tijd ja, ook voor God… en voor de anderen! Dan ben ik elke spanning kwijt, heb wat geduld, het zal veranderen!
Nu moet ik dit en dan nog dat, ik zit met volgepropte uren! Geduld, m’n kinderen en m’n schat, het wachten zal niet blijven duren!
En ’t volgend jaar kreeg hij de tijd: Een hartinfarct… met jammerklachten. Toen kreeg hij ook nog d’ eeuwigheid… om op zijn vrouw en kroost te wachten! Albrecht Deleye
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
68
Tijd Dagen vliegen … vliegen … vliegen … 't is of alle klokken liegen maar het is de juiste tijd ben alweer een lente kwijt en we rammen door de zomer galopperen door het jaar gisteren liep ik nog door 't koren morgen sneeuwt het in m'n haar en altijd weer dat gulzige gezang 'hij leve lang … hij leve lang … hij leve lang'. Toon Hermans, 'Tijd'
Mijn huis zegt: "Verlaat me niet, hier toeft je verleden." En de weg zegt: "Kom, volg me, ik ben je toekomst." Tussen beide zeg ik: "Ik heb geen verleden en geen toekomst. Als ik hier blijf, is er in mijn blijven een gaan, en als ik vertrek, is mijn gaan een blijven. Enkel de liefde en de dood maken alles anders." Kahlil Gibran in "Zandkorrels en zeeschuim"
Tijd
Eeuwigheid
Denken, schrijven, zingen, werken de tijd, ik heb geen tijd hem op te merken als ik hem 's avonds wel eens tegenkom issie-al-om - issie-al-om
Mensen spreken bewogen over eeuwig leven, kijken onderwijl op hun horloge en zien dat het één minuut achterloopt Toon Hermans, Elke dag een treetje
Herfstdag Heer: 't is tijd. De zomer was heel prachtig leg uw schaduw op de zonne-uren laat uw wind nu gieren over de velden beveel de laatste vruchten nu te rijpen geef ze nog twee zuiderse dagen dwing ze naar hun volle rijpheid en jaag de laatste zoetheid in de zware wijn. Wie nog geen huis heeft, bouwt er zich geen meer wie nog alleen is, zal nog lang zo blijven zal waken, lezen, lange brieven schrijven en zal langs de dreven, her en der onrustig zwerven, als de blaren neerdwarrelen. Een gedicht van Rainer Maria Rilke (1875-1926) in Parijs geschreven
Nooit, nooit en nooit vind ik tevredenheid: de zon gaat onder, ik verspeelde tijd, de zon gaat op, en ik verspeel den tijd. Geen zonde geeft den mensch tevredenheid. J.W.F. Werumeus Buning
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
69
Mijn teder vers, voor jou een monument, zullen nog ongeboren ogen lezen, terwijl menige tong jouw naam nog kent als geen die ademhaalt er meer zal wezen. Mijn pen zal maken dat jij overleeft Zolang de mensheid mond en adem heeft. Shakespeare, 'sonnet 81', vertaling Peter Verstegen
Tijd de wijzers teruggedraaid kunnen worden naar af
hoe ver sta ik in de tijd van vage dromen toen ik de keuze had tussen de tijd voor jou en de tijd van mij
ik zal niet de dobbelstenen werpen naar het geluk
hoe ver sta ik van de tijd verwijderd
ik zal volgehouden danken voor de tijd
van het dranghekken dat mij omsluit
die mij verbindt met de kracht van de hoop
de tijdloze droom dat die ene kok teruggezet
die wij samen delen. Erik Lauwers, 2002
De ene dag zegt de ander mijn leven is een reis naar onbegrensde eeuwigheid. Eeuwigheid mijn hart wil aan je wennen ik ben in deze tijd niet thuis.
Mijn dagen zijn geteld. Er valt niet veel meer te verduren. Dit is mijn zekerheid en troost. Want wat ik in dit leven kreeg geschonken, in de glazen van mijn uren, in de schalen van mijn dagen, was minder ambrozijn dan alsem.
Dietrich Bonhoeffer
Clem Schouwenaars, Dronkenschap (1981)
Klok de klok loopt achter sinds ik haar al te gehaast heb opgedraaid ik koester de gestolen uren als mijn buit, maar weet dat ik mijzelf bedrieg de tijd wordt mij ontvreemd, hoe traag de klok ook tikt. Dick Ronner
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
70
De tijd De kern van alle dingen is stil en eindeloos. Alleen de dingen zingen. Ons lied is kort en broos. En donker zingt mijn bloed, van heimwee zwaar doorwogen. Ik zeil langs regenbogen Gods stilte tegemoet. Felix Timmermans
Wat men ook doet, de tijd verstrijkt. Al doet men niets, de tijd verstrijkt. Of men verarmt of zich verrijkt, Zich uitslooft of de zeilen strijkt. Al doet men kwaad, al doet men goed, ’t zij waakt of slaapt en niets vermoedt. Ja, waar men zich ook van ontdoet, Niet van de tijd, de tijd verstrijkt. Anthonie Donker
Nu Nu moeten wij aan veel meer traagheid wennen, aan liefde die verdween en aan wat nog resteert aan teerheid in wat najaarslucht en geur van dennen en aan hoe-het-kon-zijn-gedachten die je nooit verleert aan bijna-niets, en aan voortdurend 4 dezelfde muren en aan een belsignaal dat nooit weerklinkt, aan twintig keer per dag door ramen naar de verte turen en aan altijd jezelf met wie je ’s avonds drinkt en wat ik overhou is niets om weg te geven: wat ik nog ben, ben ik alleen voor mij. Herman De Coninck
Voor mekaar Vroeger hield ik alleen van je ogen. Nu ook van de kraaiepootjes ernaast. Zoals er in een oud woord als meedogen meer gaat dan in een nieuw. Vroeger was er alleen haast om te hebben wat je had, elke keer weer. Vroeger was er alleen maar nu. Nu is er ook toen. Er is meer om van te houden. Er zijn meer manieren om dat te doen. Zelfs nietsdoen is er daar één van. Gewoon bij mekaar zitten met een boek. Of niet bij mekaar, in ’t café om de hoek. Of mekaar een paar dagen niet zien en mekaar missen. Maar altijd mekaar, nu toch al bijna zeven jaar. Herman De Coninck
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
71
Foto Weemoed is een foto van voor 20 jaar. Familie, nog samen, nog gezond. Is toen. Met een lijst van nu errond. Het nu houdt het verleden bij elkaar. En omgekeerd. Want nu is maar even. Is opschrikken en vragen: waar waren we gebleven? Bij jou. In die dagen. Alles is ver. En de liefste dingen nog verder. Maar door het verleden wordt het bij elkaar gehouden, als schapen door een herder. Herman De Coninck
Moeder
Vader
Wat jij met de tijd doet is wat en ouwe grootmoedersklok ermee doet: twaalf uur slaan en daar alle tijd voor nemen. Jij bent de klok: de tijd gaat voorbij maar jij blijft. Jij wacht.
De dingen die voorbij zijn, blijven rustig verderleven, sereen, omdat ze niet meer zo akuut en niet meer slechts zo heel heel even moeten gebeuren van minuut tot minuut.
Wachten is wat een tuin overkomt onder sneeuw, een boomstam onder mos, hoop op betere tijden in de 19de eeuw, woorden in een gedicht. Want poëzie heeft te maken met het lang samen laten beschimmelen van dingen, het alcohol laten worden van druiven, het konfijten van feiten, het inmaken van woorden, in de kelder van jezelf. Herman De Coninck
Zo ging mijn vader, sinds hij stierf ook in mijn dromen al een paar keer dood, maar trager, er niet de tijd voor nemend, maar een eeuwigheid, en leeft hij toch nog verder, verder en wat vager. Hij zegt niks meer, hij is een sfeer, mijn vader, van ouwe woorden, het woord ‘altegader’, het woord ‘gelaat’ en ‘schoot’ (van ons gezin) en ‘schoon’. Zo rustig wil ik ook wel sterven, een keer of zes, zeven in de dromen van mijn zoon. Tot ik gewoon blijf leven. Herman De Coninck
Verzamelingen De tijd heeft twee verzamelingen: die van gedaan en nog te doen. Daartussen ligt het nu om wat te zingen en om een pad te vinden voor je schoen. De tijd heeft twee verzamelingen: die van geweest en wat de toekomst geeft.
Daartussen ligt het nu om op te springen en voelen dat je bent en denkt en leeft. De tijd heeft twee verzamelingen: die van vervulling en die van wens. Daartussen ligt het nu vol aarzelingen te kiezen blijft maar moeilijk voor een mens. Joke Verweerd
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
72
Ouderdom
Spoor in de tijd
Ik droomde dat het vroeger was jong, onschuldig, ongeschonden, mijn broer en ik, zo klein, we stonden tot onze knieën in het hoge gras.
Hoe kan ik weten dat een kus meer is dan een kus een weerslag van jouw wezen een document van tijd en plaats.
Intens gelukkig van het duin gegleden waarna je in de wolken las dat het een warme zeewind zomer was van haast een mensenleven lang geleden.
Jouw tijdgeest in een bierfles gevoed door ouders, naam en straat met mij als klinkers neergelegd waarover jij kan treden als langs jouw eigen lang verlept verleden.
Ontwaakt is ’t weer gewoon vandaag waar zou je ’t allemaal nog voor doen gedeprimeerd met zorgproblemen.
Ik speur en voel het heden niet als jij mij in het nu begraaft de gaten uit jouw kindertijd niet samen met mij dicht.
Het opstaan gaat oneindig traag, mijn broer gaat weldra met pensioen en ik moet zo mijn pillen nemen.
Ik wil het spoor verzachten en schuw de harde treden niet. Prikkeldraad nog in mijn hand.
Frank Heine, Meander: november 2001
Annet van de Bosch, Meander: juli 2001
Summer time De klok vooruit, de herinnering verbroken, zomertijd. nooit was het leven meer de moeite waard dan nu dag gulle dag. ik verwelkom je als de vriend die een uurtje achterliep. alleen door een winter raakten we elkaar kwijt maar nu ben je terug. in licht, warmte, kiemkracht, de brommende hommel op zoek naar honing bloemen trakteren, bomen schateren het uit, iedere nachtegaal fluit. Thomas Bosgaard, Meander: september 2001
Verleden tijd soms was alles eenvoudig als in de franse vervoegingen: het verleden le passé simple, de toekomst le futur simple, en ik nu nog altijd le plus-que-parfait. Herman de Coninck
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
73
Van verlangen Je zou wel willen dat de dood een man was. Tijd, zijn vriend, is uitgestuurd om je te halen. Warmte van zijn handen in je rug. Ontmoeting, oogcontact. Dat ze de wijn zien schokken in je glas, en hoe je schrikt van de scharlaken gloed. Ultiem theater. Maar tijd is: gaan. Maar dood is: stil gaan staan. Hoe je gezicht stukvalt op steen, hoe scherpe wielen door je schouders snijden: drama zonder regie, zonder publiek. Het laatste lied hoor je alleen: ‘waanzin, trompetten’. Schaduw op een muur. Gruis. Muziek. Anna Enquist
Trouw Meer dan ik het ooit heb gedaan, leef ik nu mee met de natuur, met zon en maan, weder en wind, al dingen die komen en gaan. Ik kreeg wel mijn tijd, maar geen duur van ’t leven, want als het begint, is ’t einde al goed te verstaan. Het tovert gulhartig iets voor waar ieder zijn gading in vindt, maar wat het ons schenkt is slechts schijn en het loopt zo vlug ervan door, als het ons niet langer bemint. Voor ‘k oud en versleten zal zijn, gaat spoedig zijn liefde teloor.
Wel trouw zijn de dag en de nacht, een zwaluw, die ieder jaar weer zijn nest aan een schuurbalk bewoont. Mijn eeuwig verlangen verwacht het hunkerend kind van weleer, dat toch, schier genezen, nu lacht. Naar ieder en al wat het ziet, de dingen die komen en gaan, als tranen, die niemand ooit zag, om liefde, die leek op verdriet, te schoon om te blijven bestaan, een groet tot de dag en de nacht, voor alles vergaat in het niet. André Demets
Operatie tijd
Tik! roept verbaasd de sekonde, ogenblikkelijk dood.
- Liefste, lacht de dag tot de nacht, nog 24 bijeen.
nog meer dan 50, gekt de minuut, wat doe ik al die tijd? nog 59, geeuwt het uur, en het ronkt wederom in.
Zeven dagjes, niets voor mij, zucht de nijvere week. Ben ik al bezig? stottert de maand, ik ben mijn kalender kwijt.
We moeten ons spoeden, spreekt de rei van 12, een jaar is gauw voorbij. Reeds de XXste sinds Bethleëm, mompelt mijn eigen eeuw. Willen wij samen sterven? Gauw heb ik maar ja geknikt, eeuwig is niet voor gesprek geschikt.
Karel Jonckheere
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
74
Middernacht Maar zij gonsde in mij met miljarden stem in de bovenste helft van mijn eeuwigheid
Met welk recht pikt de koekoek plots mijn niets vermoedend vandaag dood? Jawel het was een ééndagsvlieg zeepbel-vleugels en etterbuik.
en ik vulde de wereld. koekoeksklok uit Zwitserland?
Ben ik baas nog over eigen tijd is dat uw bergmeren neutraliteit?
Karel Jonckheere
Alles blijft Daar stond een muur die ik heb aangeraakt. De muur werd afgebroken. Van het puin werd verderop een fundament gemaakt. Ik plantte een fruitboom in mijn oude tuin.
Vijf eeuwen lang desnoods. De Spaanse griep landt ooit op Mars omdat ik heb gehoest.
Die werd geasfalteerd. Vijf meter diep houdt zich een wortelstronk nog grommend koest.
Er was een vriend aan wie ik heb geschreven, een rots waar ik mijn naam in heb gekerfd. Je bent een deel van alles bij je leven en alles blijft bestaan wanneer je sterft. Gerrit Komrij
Twintigste eeuw Dit was de eeuw van profiteurs en rampen, van mijnen, bommenwerpers, vitamines, van sellotape en concentratiekampen, van psychiaters, hansaplast, doctrines. Dit was de eeuw van radio’s en lampen, van loopgraaf, automaten, zenuwzieken, van advertenties en benzinedampen, van architecten, diepvries, statistieken.
De eeuw van beursaandelen en failliet, de eeuw van Tomahawk en Messerschmitt, de eeuw van aspirine en luisterlied, Van Jan en Klaas en Leen en Henk en Piet. De eeuw, kortom, van waan en massamoord. Veel viel er te genieten voor ons soort. Gerrit Komrij
Tijd Ik droomde, dat ik langzaam leefde… langzamer dan de oudste steen. Het was verschrikkelijk: om mij heen schoot alles op, schokte of beefde, wat stil lijkt? ‘k Zag de drang waarmee de bomen zich uit de aarde wrongen terwijl ze hees en hortend zongen; terwijl de jaargetijden vlogen verkleurende als regenbogen…
Ik zag de tremor van de zee, zijn zwellen en weer haastig slinken, zoals een grote keel kan drinken. En dag en nacht van korte duur vlammen en doven: flakkerend vuur. De wanhoop en welsprekendheid in de gebaren van de dingen, die anders star zijn, en hun dringen, hun ademloze, wrede strijd…
Hoe kon ik dat niet eerder weten, niet beter zien in vroeger tijd? Hoe moet ik het weer ooit vergeten? M. Vasalis
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
75
Bloeien niet ieder jaar de bloesems open? Bloeien niet ieder jaar de bloesems open? Vallen niet ieder jaar de vruchten af? Het leven is niets anders: groeien, hopen, en zo de weg gaan naar het graf. Maar juist op zulk een regelmaat der dingen bouwen wij dag aan dag ons evenwicht. Wij weten hoe, na eb, de vloed gaat springen, hoe duisternis wisselt met licht. En hoe zich ziekte en dood in ons voltrekken, gelijke wetten volgend, onverpoosd. Het kan een last zijn, geen daarvan te ontdekken, maar ernaar leven, is een troost. Herwig Hensen
Kalender Allengs gelatener naarmate je door de tijd wordt ingehaald, hecht je steeds minder aan de data waardoor je leven is bepaald. Het ene jaar is als het ander, en in een tijdloos ritueel plaats je de kaarsen in de stander en hebt aan elk verleden deel.
Je blik is van de grote dingen en van de wereld afgewend, omdat je in het meeste geringe het alomvattende herkent. De jaren volgen op elkander, je voelt hoe zonder onderscheid een eeuwigdurende kalender aeonen aan aeonen rijt.
Jean Pierre Rawie
De wolken Ik droeg nog kleine kleren, en ik lag lang-uit met moeder in de warme hei, de wolken schoven boven ons voorbij en moeder vroeg wat ‘k in de wolken zag. En ik riep: Scandinavië, en: eenden, daar gaat een dame, schapen met een herder. De wond’ren werden woord en dreven verder, maar ‘k zag dat moeder met een glimlach weende. Toen kwam de tijd dat ‘k niet naar boven keek, ofschoon de hemel vol van wolken hing, ik greep niet naar de vlucht van ’t vreemde ding dat met zijn schaduw langs mijn leven streek. Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide en wijst mij wat hij in de wolken ziet. Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet de verre wolken waarom moeder schreide. Martinus Nijhoff
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
76
Voorjaar hoe laat licht valt op je galaat in zomervroegte ben je niet gebleven
zoals je stappen in de sneeuw verbleken, het tuinhek niet meer kraakt het huis onwennig in zijn leegte staat zo ga ik mijn gedachten na
de tuin ligt overgroeid met schaduw eiken schragen een dun licht het is september en je hebt het niet gezien dat bomen vruchten dragen
de deur die niet meer opengaat en kamers zich vergeefs herinneren
R. Schunselaar, Meander, oktober 2000
Voorbij Voorbij, een leugenachtig woord dat tijd belooft die er niet is. ‘Voorbij’ komt altijd ergens na zoals na ons nu ik je mis.
En dan dat rare ‘bij’ erin. Voorbij is juist ver uit elkaar: de leegte tussen toen en nu tussen ik hier, jij daar. Hugo, Meander: september 2001
Ik denk nog veel aan jou Het is een magere troost dat alles moet verdwijnen en ik je hoe dan ook op een keer toch zou moeten missen, bijvoorbeeld door de dood Ik hou van je, al kunnen we waarschijnlijk niet meer worden wat we vroeger waren of dachten te zijn. Geen verhalen over afkeer, over waarzin of grote trouw: ik verlang naar toen terwijl ik ouder word. Ik denk nog veel aan jou. Tom Lanoye
Oud en nieuw Stel dat een fee op aarde neer zou dalen die met de tijd een loopje nemen kon Dan vroeg ik haar om generaal pardon, want graag zou ik het oude jaar herhalen. En als zij zulks welwillend zou bepalen, gekheid dat ik mezelf dan overwon en één jaar wijzer anders herbegon met nieuwe moed en nieuwe idealen.
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
Helaas ligt alles vast in de annalen. Het leven immers is een feuilleton, geschreven uit gemakzucht met carbon, verschijnend in steeds eendere kwartalen. Wij doen dezelfde dingen duizend malen en nooit is er iets nieuws onder de zon. Driek van Wissen
77
De tijd Wat is de zin van ons verblijf op aarde? Dat wij, eer wij voorgoed verloren gaan, kindren nalaten die een vrouw ons baarde, opdat de tijd zal kunnen voortbestaan. Want tijd zou niet bestaanbaar kunnen wezen zonder de schouders van een nageslacht waarop zij, van de draagkracht van ons wezen, wanneer wij sterven, over wordt gebracht. De tijd is ’s mensen bloei en zijn vergaan; zij is het meest gehaat en ’t meest aanbeden; ik had haar lief in ’t nog nabij verleden, ‘k zag met aan haar ontleende ogen aan. Nu haat ik haar als ergste vijandin, wijl gij er niet meer zijt die ik bemin. Bertus Aafjes
Herfst Ouder worden, naar elkander kijken, en de ogen afwenden van elkaar, naar de dagen en de jaren die verstrijken in het grijzer worden van het haar. Bang zijn voor de rimpels, voor de tijgerogen van de dood achter de gordijnen, waar de vlinders der verschrikking wonen, en de wagensporen van de herfst verdwijnen in de nevels, in de doodskou van het kreupelhout. Bang zijn voor het laatste najaarsgoud, voor de kamer, voor de spiegels en de wanden en elkanders blik ontwijken, onverzadigd neer te kijken langs de holle aders op het winterlandschap van uw handen. Pieter G. Buckinx, De zevende dag, 1961
Genesis Oud worden is het eindelijk vermogen ver af te zijn van plannen en getallen; een eindelijke verheldering van ogen voordat het donker van de nacht gaat vallen.
Het is een opengaan van vergezichten, een bijna van gehavendheid genezen; een aan de rand van tijdeloosheid wezen. Of in de avond gij de zee ziet lichten.
Het is, allengs, een onomstotelijk weten dat gij vernieuwd zult wezen en herschapen wanneer men van u schrijven zal: ‘ontslapen’. Wanneer uw naam op aarde is vergeten. Ida G.M. Gerhardt
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
78
de veilige deken van tijd genoeg later over een jaar naderhand is een vodje flanel geworden vol gaten nauwelijks om je aan te warmen het bedekt niet eens meer je tenen je knieën je buik het bedekt steeds minder de warmte van tijd genoeg overvloed aan jaren is gekrompen als tandvlees Trudy Verdaasdonk, Meander: februari 2001
Eb Ik trek mij terug en wacht. Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om. Ik ben een oceaan van wachten, waterdun omhuld door ’t ogenblik. Zuigende eb van het gemoed, dat de minuten trekt en dat de vloed diep in zijn duisternis bereidt. Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd? M. Vasalis
De sterren ranken rond mijn venster rein met de rozen saâm. Soms valt een bladje van hun kelken, en soms een genster van vuur, voorbij mijn raam. De rozen, ook de sterren, zullen eens verwelken. De rozen vragen niet veel tijd, de sterren bloeien wel een eeuwigheid; ook dat is slechts een splinter van den Tijd. En Tijd is slechts een schaar in ’s Heren hand, waarmede Hij de bloemen snoeit en snijdt, die Hij in d’heemlen en op aarde plant. Felix Timmermans, Adagio
De passage De toekomst zwijgt – maar luider tikt de tijd. Niets dan een scheermes is de oude eeuw. We wachten vreedzaam om vergetelheid, op een verlossing zonder pijn of schreeuw. Ik streel de hond die aan mijn voeten ligt. Hij lijkt meer op een lam dan op een leeuw. Hij wil niet verder, hij plooit zijn gezicht in een vermoeide, troosteloze geeuw. Steeds luider tikt het. En de tijd krijgt vorm. Ze wordt een zweep die knalt en ons bedreigt. We krimpen – maar te hevig is de storm die alles naar de nieuwe eeuw toehijgt. De tijd groeit in volume en snelheid, beide. Het mes wenkt ons. Het gunt ons geen respijt. ‘Kom mee’, zeg ik, ‘kom, wijk niet van mijn zijde. Wees mijn hond, tot in alle eeuwigheid.
Ik ren, dus ik ben We doen, we doen wie het langzaamst kan fietsen. We doen, we doen we het vlugst slapen kan. We doen, we doen wie het langzaamst kan niezen. Zo’n wedstrijd, zo’n wedstrijd, daar hou ik wel van. Heeft er iemand al gewonnen? Nee, we deden zo langzaam, ’t was nog niet begonnen! Karel Eykman
Gerrit Komrij
ZIN IN KWALI-TIJD - Achtergronddossier
79