Decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering (B.S.28.V.1999)
1
[HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN, DEFINITIES, DOELSTELLING AANSLUITING EN BIJDRAGEN] Afdeling 1. - Algemene bepalingen en definities [Afdeling 2. – Doelstelling, aansluiting en bijdragen]. HOOFDSTUK II. - TOEPASSINGSVOORWAARDEN EN PROCEDURE Afdeling 1. - Toepassingsvoorwaarden Afdeling 2. - Procedure HOOFDSTUK III. – ORGANISATIE Afdeling 2. - De Zorgkassen HOOFDSTUK IV. - TOEZICHT EN CONTROLE
[HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN, DEFINITIES, DOELSTELLING AANSLUITING EN BIJDRAGEN]2 Afdeling 1. - Algemene bepalingen en definities Art 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Art.1bis3. De bepalingen van dit decreet zijn van toepassing onverminderd de toepassing van de Europese regelgeving en de internationale verdragen.
1 Gewijzigd bij: Decr. 22.XII.1999 (B.S.30.XII.1999), inw.1.I.2000, Decr. 8.XII.2000(B.S.13.I.2001), inw.22.I.2001, Arrest Arbitragehof 13.III.2001(B.S.27.III.2001), Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001.), inw.18.V.2001, Decr. 20.XII.2002(B.S.31.XII.2002), inw.1.I.2003, Decr.30.IV.2004(B.S.9.VI.2004), inw.1.X.2001, Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005), Decr.25.XI.2005(B.S.12.I.2006), inw.1.X.2001, Decr.7.V.2004(B.S.8.VI.2004),inw.1.IV.2006, Decr. 23.XII.2005(B.S.30.XII.2005), inw.1.I.2006. 2 Het opschrift van Hoofdstuk I werd vervangen bij Decr.7.V.2004(B.S.8.VI.2004), art.15,2°. 3 Art.1bis, ingevoegd bij Decr.25.XI.2005(B.S.12.I.2006), art.2.
2
Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder : 1° niet-medische hulp- en dienstverlening : de hulp en bijstand verleend door derden aan een persoon met een verminderd vermogen tot zelfzorg in residentieel, semiresidentieel of ambulant verband; 2° verminderd zelfzorgvermogen : toestand van een persoon van wie de mogelijkheden tot zelfzorg zijn aangetast. Onder zelfzorg wordt verstaan : de beslissingen en de acties van een natuurlijke persoon in het dagelijkse leven met het oog op het voorzien in de eigen basisbehoeften, en de daarbij aansluitende activiteiten die voornamelijk betrekking hebben op de uitvoering van huishoudelijke activiteiten en de mogelijkheid om sociale contacten te leggen, zich te ontplooien en zich te oriënteren in tijd en ruimte; 3° gebruiker: iedere natuurlijke persoon die ten gevolge van een verminderd zelfzorgvermogen een beroep doet op niet-medische hulp- en dienstverlening; 4° voorziening : de voorziening die op een professionele basis een of meer vormen van niet-medische hulp- en dienstverlening verstrekt of organiseert; 5° professionele zorgverlener : de natuurlijke persoon die op een beroepsmatige basis niet-medische hulp- en dienstverlening verstrekt; 6° mantelzorger : [de meerderjarige natuurlijke persoon]4 die niet-beroepsmatig nietmedische hulp- en dienstverlening verstrekt; [7° wonen: ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters of in de vreemdelingenregisters van een gemeente]; 5 [8° Vlaams Zorgfonds : het intern verzelfstandigde agentschap opgericht bij decreet van 7 mei 2004 tot omvorming van het “Vlaams Zorgfonds” tot een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid en tot wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering];6 [9° verordening (EEG) nr. 1408/71: de verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, rekening houdende met artikel 90, 1, van de verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels]7.
4
In art. 2, 6°, werden de woorden "de natuurlijke persoon" vervangen door de woorden "de meerderjarige natuurlijke persoon" bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.2. 5 Art.2, 7°, ingevoegd bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.3. 6 Art.2,8° ingevoegd bij Decr.7.V.2004(B.S.8.VI.2004), art.15,1°. 7 Art.2, 9°, ingevoegd bij Decr.25.XI.2005(B.S.12.I.2006), art.3.
3
[Afdeling 2. – Doelstelling, aansluiting en bijdragen]8. Art. 3. De zorgverzekering geeft gebruikers, onder de voorwaarden van dit decreet en ten belope van een [maandelijks bedrag]9, recht op tenlastenemingen door een zorgkas van kosten voor niet-medische hulp- en dienstverlening. Art. 4. § 1. Elke persoon die binnen het Nederlandse taalgebied [woont]10, moet aangesloten zijn bij een krachtens dit decreet erkende zorgkas. Wie binnen de door de regering te bepalen termijn niet aangesloten is bij een erkende zorgkas, wordt ambtshalve aangesloten bij de door het Vlaams Zorgfonds opgerichte zorgkas. In dit geval wordt de betrokkene hiervan onmiddellijk en schriftelijk op de hoogte gebracht. Die aansluiting vervalt als de betrokkene alsnog aansluit bij een erkende zorgkas van zijn keuze. § 2. Elke persoon die binnen het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad [woont] 11, kan vrijwillig aansluiten bij een krachtens dit decreet erkende zorgkas. § 2bis 12. Elke persoon, bedoeld in § 1 en § 2, voor wie uit eigen recht, op grond van de aanwijzingsregels van verordening (EEG) nr. 1408/71, het socialezekerheidsstelsel van een andere lidstaat van de Europese Unie of van een andere staat die partij is bij de Europese Economische Ruimte van toepassing is, valt niet onder het toepassingsgebied van dit decreet. § 2ter 13. Elke persoon, die niet in België woont, en voor wie uit eigen recht, omwille van tewerkstelling in het Nederlandse taalgebied, op grond van de aanwijzingsregels van verordening (EEG) nr. 1408/71, het sociale-zekerheidsstelsel van België van toepassing is, moet aangesloten zijn bij een krachtens dit decreet erkende zorgkas. De bepalingen van dit decreet met betrekking tot de personen, bedoeld in § 1, zijn van overeenkomstige toepassing. Elke persoon, die niet in België woont, en voor wie uit eigen recht, omwille van tewerkstelling in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, op grond van de aanwijzingsregels van verordening (EEG) nr. 1408/71, het sociale-zekerheidsstelsel van België van toepassing is, kan vrijwillig aansluiten bij een krachtens dit decreet erkende zorgkas. De bepalingen van dit decreet met betrekking tot de personen, bedoeld in § 2, zijn van overeenkomstige toepassing. § 314. De regering bepaalt de nadere regels en de nadere voorwaarden inzake de aansluiting.
8
Het opschrift van afdeling 1 van Hoofdstuk I werd vervangen bij Decr.7.V.2004(B.S.8.VI.2004), art.15,3°. In artikel 3 werden de woorden "jaarlijks maximumbedrag" vervangen door de woorden "maandelijks bedrag"bij Decr. 20.XII.2002 Decr. 20.XII.2002 (B.S.31.XII.2002), art.40. 10 In artikel 4 werden de woorden "zijn woonplaats heeft" telkens vervangen door het woord "woont", bij Decr.18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.4. 11 In artikel 4 werden de woorden "zijn woonplaats heeft" telkens vervangen door het woord "woont", bij Decr.18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.4. 12 Art.2bis, ingevoegd bij Decr.30.IV.2004(B.S.9.VI.2004), art.2. 13 Art.2ter, ingevoegd bij Decr.30.IV.2004(B.S.9.VI.2004), art.3. 14 Art.4, §3, vervangen bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.5, §3. 9
4 § 415. Door de personen die aangesloten zijn bij een krachtens dit decreet erkende zorgkas zijn jaarlijks bijdragen verschuldigd. De regering bepaalt de wijze van vaststelling en de hoogte van de bijdragen op basis van parameters aangaande de draagkracht van de aangeslotenen. De regering kan de zorgkassen belasten met het innen van deze bijdragen, bestemd voor het Vlaams Zorgfonds. De regering bepaalt de nadere regels met betrekking tot het innen van de bijdragen. Ze bepaalt hoe de geïnde bijdragen worden doorgestort naar het Vlaams Zorgfonds of worden verrekend met de subsidie, bedoeld in artikel 17, eerste lid 1°.
15 Art.4,§4, ingevoegd bij Decr.7.V.2004(B.S.8.VI.2004), art.15,4°,b),zelf vervangen bij Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005),art.47,1°,[inw.1.IV.2006 (zie Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005),art.48,6°)].
5
HOOFDSTUK II. - TOEPASSINGSVOORWAARDEN EN PROCEDURE Afdeling 1. - Toepassingsvoorwaarden Art. 516. Om aanspraak te maken op tenlastenemingen door een zorgkas van de kosten van nietmedische hulp- en dienstverlening, moet de gebruiker aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° getroffen zijn door een langdurig ernstig verminderd zelfzorgvermogen; de regering bepaalt wat daaronder wordt verstaan; 2° aangesloten zijn bij een zorgkas; 3° op het ogenblik van de uitvoering van de tenlasteneming legaal verblijven in een lidstaat van de Europese Unie of in een staat die partij is bij de Europese Economische Ruimte; 4° in het lopende jaar geen tenlastenemingen volgens de bepalingen van dit decreet aanvragen bij een andere zorgkas; 5° gedurende ten minste vijf jaar, voorafgaand aan de aanvraag tot tenlasteneming, ononderbroken wonen in het Nederlandse taalgebied of het tweetalige gebied BrusselHoofdstad of ononderbroken sociaal verzekerd zijn in de lidstaten van de Europese Unie of in de staten die partij zijn bij de Europese Economische Ruimte; 6° voor de personen, bedoeld in artikel 4, § 2 en § 2ter, tweede lid, die, vanaf het ogenblik dat zij kunnen aansluiten, niet aansluiten bij een zorgkas binnen een door de regering te bepalen termijn, gedurende ten minste tien jaar, voorafgaand aan de aanvraag tot tenlasteneming, ononderbroken aangesloten zijn bij een erkende zorgkas of sociaal verzekerd zijn in andere lidstaten van de Europese Unie dan België of in staten, andere dan België, die partij zijn bij de Europese Economische Ruimte. De regering bepaalt terzake de nadere regels. Een persoon, bedoeld in artikel 4, § 1, blijft aangesloten bij zijn zorgkas met behoud van zijn rechten als hij verhuist naar het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, tenzij die persoon zijn aansluiting beëindigt. Een persoon, bedoeld in artikel 4, § 2ter, eerste lid, blijft aangesloten bij zijn zorgkas als hij onderworpen wordt aan de Belgische sociale zekerheid omwille van tewerkstelling in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, tenzij die persoon zijn aansluiting beëindigt. Een persoon, bedoeld in artikel 4, § 2, blijft aangesloten bij zijn zorgkas met behoud van zijn rechten als hij verhuist naar het Nederlandse taalgebied. Een persoon, bedoeld in artikel 4, § 2ter, tweede lid, blijft aangesloten bij zijn zorgkas met behoud van zijn rechten als hij onderworpen wordt aan de Belgische sociale zekerheid omwille van tewerkstelling in het Nederlandse taalgebied. De regering bepaalt terzake de nadere regels.
16 Art.5, gewijzigd bij de decreten van 18 mei 2001 en 30 april 2004, vervangen bij Decr.25.XI.2005(B.S.12.I.2006), art.4.
6
Art. 6. § 1. [De zorgkas neemt de kosten van niet-medische hulp- en dienstverlening ten laste]17 [De tenlasteneming betreft een forfaitaire tussenkomst in de kosten voor niet-medische hulp- en dienstverlening aan gebruikers die vanaf het ogenblik van het indienen van een aanvraag voor tenlasteneming voldoen aan een of meer van de volgende voorwaarden 1° in het thuismilieu verblijven ; 2° een beroep doen op een door de Vlaamse Regering erkende of een daarmee gelijkgestelde professionele zorgverlener of voorziening ; 3° in een door de Vlaamse Regering erkende of in een daarmee gelijkgestelde voorzieningverblijven. De regering bepaalt de nadere regels betreffende de toekenning, weigering, intrekking en schorsing van de erkenning, en van de gelijkstelling met een erkenning, van professionele zorgverleners en voorzieningen. De regering bepaalt tevens in welke gevallen aan een of aan meer van de in het tweede lid bedoelde voorwaarden moet worden voldaan] 18 . [De uitvoering van de tenlastenemingen wordt, in afwijking van artikel 10, eerste lid, met vier maanden opgeschort voor elk jaar dat een aangeslotene geheel of gedeeltelijk heeft nagelaten de verschuldigde bijdragen te betalen. De regering bepaalt volgens welke regels gebruikers die in een behartenswaardige toestand verkeren de niet betaalde bijdragen alsnog kunnen betalen, of geheel of gedeeltelijk kunnen worden vrijgesteld van betaling, waardoor die schorsingsperiode komt te vervallen]19 . De zorgkas kan geen andere voorwaarden dan die krachtens dit decreet verbinden aan de tenlastenemingen. [De regering bepaalt de nadere regels en voorwaarden met betrekking tot de tenlastenemingen en kan nadere regels en voorwaarden bepalen met betrekking tot de eventuele cumulatie van tenlastenemingen van kosten of prestaties voor verschillende zorgvormen. Zij kan inzonderheid nadere regels en voorwaarden bepalen die specifiek gelden voor gebruikers die wonen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad]20. § 2. De tenlastenemingen worden, volgens de regels en onder de voorwaarden die de regering vaststelt, geweigerd of verminderd, indien de gebruiker, krachtens andere [wettelijke of decretale] 21 bepalingen, aanspraak heeft op dekking van dezelfde kosten van niet-medische hulp- en dienstverlening als krachtens dit decreet. De gebruiker moet zijn aanspraak krachtens andere [wettelijke of decretale] 22 bepalingen doen gelden.
17
Art.6, §1, eerste lid, vervangen bij Decr. 20.XII.2002 (B.S.31.XII.2002), art.41. Art.6, §1, tweede en derde lid, ingevoegd bij Decr. 20.XII.2002 (B.S.31.XII.2002), art.42. 19 In art.6, §1 werd tussen het eerste lid en het tweede lid een lid toegevoegd bij Decr. 18.V.2001(B.S.28.VII.2001), art.7, 3°. 20 Art.6, §1, derde lid, vervangen bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.7, 4°. 21 In art.6, §2 werden de woorden " wettelijke, decretale of reglementaire " vervangen door de woorden"wettelijke of decretale" bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.7, 5°. 22 In art.6, §2 werden de woorden " wettelijke, decretale of reglementaire " vervangen door de woorden"wettelijke of decretale" bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.7, 5°. 18
7
Afdeling 2. - Procedure Art. 7 23 . De kosten van de niet-medische hulp- en dienstverlening aan een gebruiker worden ten laste genomen op aanvraag van de gebruiker of zijn vertegenwoordiger. De aanvraag, met inbegrip van de vaststelling krachtens artikel 9 van de ernst en duur van het verminderde zelfzorgvermogen, wordt ingediend bij de zorgkas waarbij de gebruiker is aangesloten, overeenkomstig artikel 4. De regering bepaalt de voorschriften waaraan de aanvraag moet voldoen Art. 8. § 1. De zorgkas onderzoekt de aanvragen en aanvaardt, wijzigt of verwerpt de vastgestelde ernst en duur van het verminderde zelfzorgvermogen. De zorgkas kan daarvoor bijkomende onderzoeken verrichten of laten verrichten. Op eigen verzoek wordt de gebruiker of zijn vertegenwoordiger gehoord door de zorgkas. De zorgkas beslist over de tenlastenemingen binnen een termijn van zestig dagen na indiening van de aanvraag. De beslissing moet, op straffe van nietigheid, met redenen worden omkleed. De regering stelt de nadere regels vast met betrekking tot de behandeling van de aanvraag. § 2 24 De zorgkas stelt het bedrag van de tenlastenemingen vast op basis van de ernst en de duur van het verminderde zelfzorgvermogen of op basis van de zorgvorm. De regering bepaalt de referentiebedragen § 3. De zorgkas kan de beslissing over de tenlastenemingen herzien, indien zich een wijziging voordoet in de toestand van de gebruiker. De regering regelt de herzieningsprocedure. § 4. [De gebruiker of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar aantekenen tegen de beslissing van de zorgkas] 25 . De regering regelt de bezwaarprocedure. Zij kan een multidisciplinair samengestelde bezwaarcommissie oprichten of bepalen wie het bezwaar behandelt.[De regering kan binnen die bezwaarcommissie meerdere kamers instellen] 26 In voorkomend geval bepaalt de regering de presentiegelden van de commissieleden. Art. 9. De ernst en de duur van het verminderde zelfzorgvermogen worden vastgesteld door daartoe door de regering, onder de door haar vastgestelde voorwaarden, gemachtigde [organisaties]27 voorzieningen, professionele zorgverleners of personen. De ernst en de duur van het verminderde zelfzorgvermogen worden vastgesteld aan de hand van een meetinstrument dat door de regering wordt vastgesteld. De regering bepaalt de wijze waarop de vaststelling van de ernst en duur van het verminderde zelfzorgvermogen wordt [uitgevoerd, herzien en gecontroleerd]28 .
23 Art.7, vervangen bij Decr. 20.XII.2002 (B.S.31.XII.2002), art.43. 24 Art.8, §2, vervangen bij Decr. 20.XII.2002 (B.S.31.XII.2002), art.44. 25 In art.8, §4 werd de eerste zin van het eerste lid "de gebruiker kan bezwaar aantekenen tegen de voorgenomen beslissing van de zorgkas" vervangen bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001.), art.9, 1°. 26 Aan het eerste lid van art. 8, §4 werd een zin toegevoegd bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001.), art.9, 2°. 27 In artikel 9, eerste lid, werd tussen de woorden "gemachtigde" en "voorzieningen" , het woord "organisaties, "ingevoegd, bij Decr. 20.XII.2002 (B.S.31.XII.2002), art.45. 28 In het tweede lid van artikel 9 werden de woorden "uitgevoerd en herzien" vervangen door de woorden "uitgevoerd, herzien en gecontroleerd", bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.10.
8
Art. 10. 29 § 1. De uitvoering van de tenlastenemingen gaat in vanaf de eerste dag [van de vierde maand die volgt] 30 op de datum waarop de aanvraag is ingediend. [Voor de personen, bedoeld in artikel 4, §2 en §2ter, tweede lid, wordt de uitvoering van de tenlastenemingen in afwijking van het eerste lid en, in voorkomend geval, onverminderd artikel 6, §1, vierde lid, met vier maanden opgeschort voor elk jaar dat zij, na de inwerkingtreding van artikel 4, §2 en §2ter, tweede lid, van dit decreet, vanaf het ogenblik dat zij kunnen aansluiten, hebben gewacht om zich aan te sluiten bij een zorgkas of de bijdragen te betalen. De regering bepaalt de nadere regels inzake die wachttijd]31. § 232. De tenlastenemingen worden door de zorgkas uitgevoerd. De regering bepaalt de voorwaarden en de wijze waarop. Art. 10bis 33 . De regering bepaalt de voorwaarden en de wijze waarop : 1° de in artikel 6, § 1, vierde lid, en artikel 10, § 1, tweede lid, bedoelde schorsingsperiode, wachttijd of beide, evenals de termijn, bedoeld in artikel 5, eerste lid, 6°, behouden blijven als een aangeslotene, na een onderbreking van zijn aansluiting, opnieuw onder de toepassing van artikel 4, § 1 of § 2ter, eerste lid, komt te vallen of in toepassing van artikel 4, § 2 of § 2ter, tweede lid, terug aansluit bij een zorgkas; 2° de jaren tijdens dewelke de personen, bedoeld in artikel 4, § 2 en § 2ter, tweede lid, zich niet vrijwillig hebben aangesloten bij een zorgkas worden in rekening gebracht voor het bepalen van de termijn, bedoeld in artikel 5, eerste lid, 6°, en de wachttijd, bedoeld in artikel 10, § 1, tweede lid, wanneer deze personen, na een onderbreking, opnieuw onder toepassing van artikel 4, § 1, § 2 of § 2ter, vallen.
29
Art.10, vervangen bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.11. In artikel 10, § 1, eerste lid, werden de woorden "van de maand die volgt" vervangen door de woorden " van de derde maand die volgt”, bij Decr. 20.XII.2002 (B.S.31.XII.2002), art.46 en werden de woorden " van de derde maand die volgt”, vervangen door de woorden " van de vierde maand die volgt”, bij Decr.23.XII.2005(B.S.30.XII.2005), art.82. 31 Art.10, §1, tweede lid, vervangen bij Decr.25.XI.2005(B.S.12.I.2006), art.5. 32 Art.10, §2, vervangen bij Decr. 20.XII.2002 (B.S.31.XII.2002), art.47. 33 Art.10bis, ingevoegd bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.12 en vervangen bij Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005), art.40, [inw.1.I.2006(Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005), art.48, 4°]. 30
9
HOOFDSTUK III. – ORGANISATIE Afdeling 1. […]34 Afdeling 2. - De Zorgkassen Art. 14. Een zorgkas kan door de volgende instanties worden opgericht : 1° ziekenfondsen, landsbonden van ziekenfondsen en maatschappijen van onderlinge bijstand, onderworpen aan de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, die actief zijn in het gehele territorium van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad; 2° de Kas der Geneeskundige Verzorging als bedoeld in artikel 6 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; 3° verzekeringsondernemingen die vallen onder toepassing van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, die actief zijn in het gehele territorium van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. De regering bepaalt wat wordt verstaan onder "actief zijn in het gehele territorium van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad". Het Vlaams Zorgfonds richt een zorgkas op.[ De door het Vlaams Zorgfonds op te richten zorgkas is, in afwijking van artikel 15, eerste lid, van rechtswege erkend] 35 . [De regering kan bepalen dat de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn één of meer door haar te bepalen taken van de door het Vlaams Zorgfonds op te richten zorgkas zullen uitvoeren. In voorkomend geval bepaalt de regering hiervoor de nadere modaliteiten] 36 .
34 Afdeling 1 van Hoofdstuk III, bestaande uit de artikelen 11 tot en met 13 werd opgeheven bij Decr.7.V.2004(B.S.8.VI.2004),art.15,6°. 35 Aan het laatste lid van art. 14 werd een zin toegevoegd bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.16, 1°. 36 Aan art. 14 werd een nieuw lid toegevoegd bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art. 16, 2°.
10
Art. 15. De regering erkent een zorgkas volgens de regels die zij bepaalt betreffende de toekenning, weigering, verlenging, intrekking en schorsing van de erkenning. Die regels zijn voor alle zorgkassen identiek. Om erkend te kunnen worden moet een zorgkas aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° opgericht worden als een privaatrechtelijke rechtspersoon die zijn opdrachten zonder winstoogmerk uitvoert en die ten aanzien van de in artikel 14 bepaalde instanties en ten aanzien van het Vlaams Zorgfonds volledig gescheiden wordt beheerd op het gebied van boekhouding en financiële middelen; 2° wegens haar organisatie beschouwd worden als uitsluitend behorend tot de Vlaamse Gemeenschap; 3° [elk verzoek tot aansluiting overeenkomstig artikel 4 aanvaarden, tenzij een wettelijke of decretale bepaling dit verhindert] 37; 4° elke aanvraag die geldig ingediend wordt, behandelen op de wijze bepaald in artikel 8, § 1, en derhalve een totaal verbod op risicoselectie in acht nemen; 5° geen andere activiteiten ontplooien dan vermeld in artikel 16,[tenzij die verwant zijn met de activiteiten in het kader van de Vlaamse zorgverzekering] 38; 6° noch rechtstreeks, noch zijdelings andere verzekeringen, tenlastenemingen, tussenkomsten, tegemoetkomingen of voordelen aanbieden of toekennen, die gekoppeld zijn aan de in artikel 4 bedoelde aansluiting of de, in artikel 16, eerste lid, bedoelde, tenlastenemingen. Art. 16. Een zorgkas heeft de volgende opdrachten : 1° zij onderzoekt de aanvragen en beslist over de tenlastenemingen overeenkomstig de bepalingen van artikel 8; 2° zij staat in voor de uitvoering van de tenlastenemingen overeenkomstig de bepalingen van artikel 10; 3°39 zij registreert de gegevens betreffende de aansluitingen, de aanvragen en de tenlastenemingen en legt die maandelijks voor aan het Vlaams Zorgfonds; 4° zij int in voorkomend geval, zoals bepaald in [artikel 4,§4]40, de bijdragen van de aangeslotenen; 5°41 zij beheert in voorkomend geval, zoals bepaald in artikel 17bis, haar financiële reserves. De regering bepaalt eenvormige regels met betrekking tot de controle op en de werking, de organisatie en het beheer van de zorgkassen.
37
Art. 15, 3° , vervangen bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.17, 1°. Aan art. 15, 5° werden enkele woorden toegevoegd bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.17, 2°. 39 Art.16, eerste lid, 3°, vervangen bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.18, 1°. 40 In artikel 16, eerste lid, 4°, werden de woorden “artikel 13” vervangen door “artikel 4, § 4” bij Decr.7.V.2004(B.S.8.VI.2004),art.15,8°. 41 Art.16, 5°, toegevoegd bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.18, 2°. 38
11
Art. 17. Een erkende zorgkas ontvangt een subsidie die jaarlijks door het Vlaams Zorgfonds wordt vastgesteld op basis van: 1° de som van de effectieve tenlastenemingen; 2°[…]42; [3° een forfaitair bedrag ter dekking van de administratieve kosten dat aan de hand van door de regering te bepalen criteria wordt vastgesteld]43. Een zorgkas is verantwoordelijk voor het financiële evenwicht tussen haar inkomsten en uitgaven. [De regering bepaalt de voorwaarden van de vaststelling, uitbetaling en terugvordering van de subsidies en van het financiële evenwicht]44 Art.17bis. 45 De regering kan de zorgkassen belasten met het financieel beheer van reserves volgens de door de regering te bepalen regels. Art. 18. De persoonsgegevens van de aangeslotenen worden door de zorgkassen en het Vlaams Zorgfonds aangewend met respect voor de persoonlijke levenssfeer van de aangeslotenen.
42
Art.17, eerste lid, 2°, gewijzigd bij het Decreet van 18 mei 2001 en opgeheven bij Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005), art.42, 1°[inw.1.X.2001 (Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005)), art. 48, 2°], 43 Art.17,eerste lid, 3°, vervangen bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.19, 2°. 44 Art.17, derde lid, vervangen bij Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005), art.42, 2°[inw.1.X.2001 (Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005)), art. 48, 2°], 45 Art.17bis, ingevoegd bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.20.
12
HOOFDSTUK IV. - TOEZICHT EN CONTROLE Art. 19. 46 De zorgkassen staan onder het toezicht en de controle van het Vlaams Zorgfonds en leggen jaarlijks een boekhoudkundig verslag van alle verrichtingen voor aan het Vlaams Zorgfonds volgens de, door de regering te bepalen, vormvereisten. Art. 20. 47 Het Vlaams Zorgfonds legt jaarlijks een boekhoudkundig verslag van alle verrichtingen voor aan de regering volgens de, door de regering te bepalen, vormvereisten. Art. 21. § 1. De regering legt jaarlijks en uiterlijk op 31 oktober de begroting van het Vlaams Zorgfonds voor het volgende jaar aan het Vlaams Parlement voor. § 2. De regering brengt jaarlijks vóór [30 september] 48 aan het Vlaams Parlement omstandig verslag uit over de inkomsten en uitgaven en de werking van het Vlaams Zorgfonds tijdens het afgelopen begrotingsjaar.
46
Art. 19, in werking getreden op 20 juli 2000 [B.Vl.Reg. 17.VII.2000 (B.S. 1.XI.2000), art.31]. Art. 20, in werking getreden op 1 juli 2000 [ B.Vl.Reg. 8.VI.2000 (B.S.26.X.2000), art.13]. 48 In artikel 21, § 2, werden de woorden « 30 juni » vervangen door de woorden « 30 september », bij Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005), art.43 [inw.1.I.2005 (Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005)), art. 48, 3°]. 47
13
HOOFDSTUK IVBIS – STRAFBEPALINGEN
49
Art.21bis 50. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 6, § 1, vierde lid, en artikel 10, § 1, tweede lid, wordt, rekening houdend met het openstaande saldo aan verschuldigde bijdragen vanaf 1 mei 2006, een administratieve geldboete opgelegd aan iedereen die aangesloten is bij een zorgkas en die drie, niet noodzakelijk opeenvolgende, keren de bijdrage, bedoeld in [artikel 4, §4]51, niet, slechts gedeeltelijk of laattijdig heeft betaald. Voor personen die op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de administratieve boete wordt opgelegd, gerechtigd zijn op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bedraagt de administratieve geldboete 100 euro. Voor alle andere personen bedraagt de administratieve geldboete 250 euro. Onverminderd de toepassing van het eerste lid, blijven de achterstallige bijdragen verschuldigd. § 2. De regering bepaalt de nadere regels voor het opleggen en het betalen van de administratieve geldboete. Ze wijst de ambtenaren aan die de geldboete kunnen opleggen. § 3. Indien de administratieve geldboete niet betaald wordt, wordt de geldboete, evenals de achterstallige bijdragen, bij dwangbevel ingevorderd. De regering wijst de ambtenaren aan die een dwangbevel kunnen geven en uitvoerbaar verklaren. Een dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot met bevel tot betaling. § 4. De vordering tot voldoening van de administratieve geldboete verjaart na verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de dag waarop ze is ontstaan. De verjaring wordt gestuit op de wijze en onder de voorwaarden, bepaald in artikel 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.
49
Hoofdstuk IVbis, ingevoerd bij Decr.8.XII.2000(B.S.13.I.2001), art.11. Art.21bis, “Art.21bis. Met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met een geldboete van zesentwintig frank tot tweeduizend frank of met één van die straffen alleen wordt gestraft, de persoon die aangesloten is bij een erkende zorgkas en die weigert de bijdrage, bedoeld in [artikel 4,§4] te betalen na daartoe tweemaal te zijn aangemaand.” vervangen bij Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005), art.44 [inw.1.5.2006(Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005)), art. 48, 5°]. 51 In artikel 21bis werden de woorden “artikel 13, eerste lid, 3°” vervangen door de woorden “artikel 4, § 4 bij Decr.7.V.2004(B.S.8.VI.2004),art.15,9°. 50
14
[HOOFDSTUK V. - SLOTBEPALINGEN ]
52
Art. 22. Artikel 6 van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 6. De tegemoetkoming van het Fonds wordt geweigerd of verminderd indien de persoon met een handicap op basis van andere wettelijke of reglementaire bepalingen aanspraak heeft op bijstand tot sociale integratie, tot dekking van dezelfde behoefte en op grond van dezelfde handicap als in toepassing van dit decreet, met uitzondering van de dekking die geregeld is in het kader van het decreet van [...] houdende de organisatie van de zorgverzekering. » Art. 2353. De Vlaamse Regering wordt gemachtigd om personeel ter beschikking te stellen van de zorgkas, bedoeld in artikel 14, derde lid Art. 23bis. 54 . De regering bepaalt de overgangsmaatregelen inzake de in artikel 5, eerste lid, 5° bepaalde termijn van wonen en inzake de in artikel 5, eerste lid, 6° bepaalde aansluitingstermijn. Art. 23ter. 55. In afwijking van artikel 13, vijfde lid, en uiterlijk tot 1 januari 2003, kan de regering de wijze van vaststelling en de hoogte van de in artikel 13, eerste lid, 3°, bedoelde bijdragen, bepalen op forfaitaire basis of op basis van door haar te bepalen parameters die los staan van de draagkracht van de aangeslotenen. De regering bepaalt volgens welke regels gebruikers die in een behartigenswaardige toestand verkeren de nietbetaalde, in het eerste lid bedoelde bijdragen alsnog kunnen betalen, of geheel of gedeeltelijk kunnen worden vrijgesteld van betaling, waardoor de in [artikel 6, vierde lid]56, bedoelde schorsingsperiode vervalt. Artikel 23quater 57. § 1. De personen, bedoeld in artikel 4, § 1, § 2 en § 2ter, kunnen de schorsing, bedoeld in artikel 6, § 1, vierde lid, en de wachttijd, bedoeld in artikel 10, § 1, tweede lid, regulariseren op voorwaarde dat : 1° zij de verschuldigde bijdragen alsnog volledig betalen uiterlijk 30 april 2006; 2° de schorsing, bedoeld in artikel 6, § 1, vierde lid, en de wachttijd, bedoeld in artikel 10, § 1, tweede lid, nog niet werden toegepast naar aanleiding van een aanvraag tot tenlasteneming. § 2. De termijn, bedoeld in artikel 5, eerste lid, 6°, kan slechts geregulariseerd worden voor zover de persoon, bedoeld in artikel 4, § 2 en § 2ter, tweede lid, vóór 30 juni 2003 een eerste aansluitingsbijdrage bij een zorgkas heeft betaald. § 3. De schorsing, bedoeld in artikel 6, § 1, vierde lid, en de wachttijd, bedoeld in artikel 10, § 1, tweede lid, die reeds werden toegepast naar aanleiding van een aanvraag tot tenlasteneming, kunnen slechts geregulariseerd worden voor zover de persoon, bedoeld in § l, vóór 30 juni 2003 een eerste aansluitingsbijdrage bij een zorgkas heeft betaald : § 4. De regering bepaalt de nadere regels met betrekking tot de regularisatie.
52
Het opschrift van Hoofdstuk V, vervangen bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.21. Art.23, vernietigd bij het arrest nr. 3312001 van het Arbitragehof van 13.III.2001(B.S.27.III.2001) en vervangen bij Decr.7.V.2004(B.S.8.VI.2004),art.15,10°. 54 Art.23bis, ingevoegd bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.22. 55 Art.23ter, ingevoegd bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.23. 56 In artikel 23ter, tweede lid, , ingevoegd bij decreet van 18 mei 2001, werden de woorden « artikel 6, § 1, tweede lid » vervangen door de woorden « artikel 6, § 1, vierde lid », bij Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005), art.45 [inw.18.V.2001 (Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005)), art. 48, 1°]. 57 Art. 23quater, ingevoegd bij Decr.24.VI.2005(B.S.24.VIII.2005), art.46. 53
15
Art. 24. De artikelen 1, 2, 11, 12, 13, eerste lid, 1° en 4°, 14, 15, 18 en 21 van dit decreet treden in werking op 1 januari 1999. [Voor elk van de overige bepalingen van dit decreet stelt de Vlaamse Regering de datum van inwerkingtreding vast].58 [De regering kan bepalen dat één of meer van de in het tweede lid bedoelde bepalingen, of onderdelen van die bepalingen, gefaseerd in werking treden. Zij kan die bepalingen of onderdelen ervan, tijdens door haar te bepalen periodes, afzonderlijk van toepassing verklaren op personen die behoren tot een door haar te bepalen leeftijdscategorie, gebruikers van een door haar te bepalen zorgvorm of gebruikers die een door haar te bepalen graad van zorgbehoevendheid vertonen]59 .
58 59
Art.24, tweede en derde lid vervangen bij Decr.22.XII.1999 (B.S. 30.XII.1999). Aan art.24, werd een derde lid toegevoegd bij Decr. 18.V.2001 (B.S.28.VII.2001), art.24.