december 2014
De Zeven Werelden van Techniek Beatrice Boots: “Met bèta kun je alle kanten op” KLM-piloot Nordin geeft gastles
Doekle Terpstra: “Vakmanschap is goud waard” Ishi: “Lassen lijkt me cool” Bedrijfsbezoek: Je eigen shampoo maken
www.forum.nl/kix (030) 297 43 21
Voorwoord
LEREN DOOR TE ERVAREN
Terwijl de arbeidsmarkt schreeuwt om vakkundig technisch personeel, groeit de jeugdwerkloosheid in een zorgwekkend tempo. Vanwege een gedeelde missie – deze mismatch tegengaan – besloten FORUM en Platform Bèta Techniek de handen ineen te slaan. Toegerust met de kennis en kunde van het succesvolle K!X-project, is op 1 januari 2014 een nieuw project van start gegaan: K!X & Techniek. Ruim 25 teams verspreid over Nederland nemen deel aan het project. Alhoewel de aftrap op iedere school in het hun vertrouwde klaslokaal plaatsvindt, staan de leerlingen gedurende het curriculum dat K!X & Techniek hun aanbiedt nieuwe en vaak verrassende inzichten te wachten. Aan de heersende beeldvorming waarin techniek veelal geassocieerd wordt met vieze werkzaamheden die voornamelijk voor mannen zijn weggelegd, wordt in de eerste bijeenkomst al getornd. De leerlingen dagen elkaar uit en gaan met elkaar in debat over de vraag in welke mate de techniek met onze samenleving verweven is en belangrijker: hoe hier als collectief en individu mee om te gaan? Na de nodige interactie in de klas, wordt het kennismakingstraject voortgezet, onder begeleiding van een ervaringsdeskundige. Alle teams maken kennis met gastdocenten, variërend van een piloot tot een kunststofdeskundige. Door de verschillende, maar zeer inspirerende verhalen van de gastdocenten, krijgen leerlingen de kans zich te spiegelen en vragen te stellen die normaal gesproken taboe zijn: “Hoeveel verdient u eigenlijk?” Degelijke kennismaking Een branche als techniek leent zich niet voor een puur theoretische uitleg. Nadat de leerlingen tijdens de gastlessen even aan de praktijk
hebben geroken, is het de hoogste tijd om buiten de muren van de klaslokalen op verkenningstocht te gaan. Tegen die tijd hebben de leerlingen al geleerd dat het terrein van de techniek immens breed is. Dit laat zich goed terugzien in de diversiteit aan bedrijfsbezoeken: van een 112-meldkamer en laboratoria tot één van de grootste wasserettes van Nederland. De mogelijkheden binnen de techniek lijken eindeloos, maar vakkennis is een belangrijke voorwaarde om binnen de techniek aan de slag te kunnen gaan. Het K!X & Techniek-project zou dan ook niet compleet zijn zonder een degelijke kennismaking met de technische onderwijswereld. Ook hier reikt de pluriformiteit ver: terwijl het bij de ene opleiding de computer is die centraal staat, draait het bij een andere opleiding allemaal om duurzaam bouwen. Na de nodige excursies, workshops en gastlessen, zijn de leerlingen klaar voor het sluitstuk van het project: het organiseren van een ouderavond. Als kersverse ambassadeurs voor de techniek, weten zij als geen ander hoe ze hun eigen ouders het beste kunnen laten zien wat zij tijdens hun avonturen hebben ontdekt: werken in de techniek is prachtig! Meereizen Met dit bescheiden voorwoord is lang geen recht gedaan aan de belevenissen van de teams van K!X & Techniek. We nodigen de lezers van dit bijzondere exemplaar van het K!X-magazine dan ook graag uit om verder te bladeren en al lezend en kijkend mee te reizen met onze K!X & Techniek-teams.
Jamal Chrifi, Rachida el Alami en Farida Yahyaoui blz 3
Inhoud Techniek zit in haarvaten samenleving - blz. 10
“Als je talent hebt voor bètavakken, kies dan een opleiding in die richting. Met bèta kun je namelijk alle kanten op”, betoogt Beatrice Boots van het Platform Bèta Techniek.
“Kapper is ook een technisch beroep” - blz. 12
Chayenna Hardenberg doet de kappersopleiding en heeft inmiddels een duidelijk beeld van haar toekomst: “Zonder diploma kun je geen baan krijgen.”
De Zeven Werelden van Techniek - blz. 14
De technische wereld, ook wel de bèta-wereld genoemd, is heel erg divers. Om het overzichtelijk te houden zijn alle beroepen en studies verdeeld over zeven werelden.
”Doe moeite als je iets wil bereiken” - blz. 16
Nordin El Moussadi is piloot bij de KLM en geeft een gastles over het vak ‘piloot’. Hij vraagt de leerlingen goed op te letten, want aan het einde van de les krijgen ze een test en de beste drie mogen een keer met hem meevliegen.
Stimulering van techniek vereist actie - blz. 20
Zeki Arslan pleit ervoor om meer migranten te verleiden een keuze voor techniek te maken zodat Nederland kan blijven meedoen in de internationale top.
Lekkende leiding kan ramp veroorzaken - blz. 22
Cofely is een technische dienstverlener die werkt voor de industrie, infrastructuur en utiliteitsmarkt. Een interessant bedrijf om te bezoeken dus. In de bus richting Cofely vragen leerlingen zich af of ze ook zelf iets mogen doen.
“Vakmanschap is goud waard” - blz. 24
Doekle Terpstra is voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool InHolland en aanjager van het Techniekpact. Hij vertelt gepassioneerd over de perspectieven van techniek.
Een toekomst door K!X - blz. 26
Bouchra Diana begeleidt twee klassen met in totaal 33 leerlingen met wie ze K!X en Techniek doet. “Door K!X krijgen ze een idee van de toekomst.”
Kansen voor kwetsbare jongeren liggen vooral in BBL-techniek - blz. 28
Jongeren en werk vinden. Een lastige combinatie als de economie even tegenzit. Onderwijsminster Jet Bussemaker vindt dat vooral de regionale samenwerking tussen onderwijs, bedrijven en overheden de kansen van jongeren op de arbeidsmarkt kan verbeteren.
Overzicht teams - blz. 31
Speciaal voor dit magazine zijn alle teams die meedoen aan K!X & Techniek op de foto gegaan.
blz
4
Colofon Een zaak van leven of dood - blz. 34 Techniek, en dan met name ICT, is cruciaal voor de brandweer en de ambulancedienst. Priscylla Beentjes is hoofd ICT en Facilitaire Zaken bij de Veiligheidsregio Kennemerland in Haarlem en legt uit dat informatievoorziening een steeds belangrijkere plaats inneemt.
“Lassen lijkt me cool” - blz. 36
K!X & Techniek Magazine is een uitgave van FORUM, Instituut voor Multiculturele Vraagstukken.
Ishi Diener doet de Technomavo op het Schiedamse Lentiz Life College.
Coördinatie en projectleiding
Ze is tweedejaars en heeft zojuist een K!X-les gehad over techniek. Ze
Zeki Arslan, Jamal Chrifi
houdt van lassen en gaat later zeker iets in de techniek doen.
Samenstelling, teksten en productie Marco Peper
Aan dit nummer werkten mee Rachida el Alami, Anneke Bainathsah, Arjaan Hijmans van den Bergh, Tanja Rambhadjan, Farida Yahyaoui
Je eigen shampoo maken - blz. 38
Fotografie Lilih Suhendra (Aylie Photography) en Mladen Pikulic
Het Amsterdamse bedrijf Chemtura is onderdeel van een wereldwijde onderneming die specialistische chemicaliën produceert. Leerlingen
Vormgeving en opmaak
van het Waterlant College gingen er op bedrijfsbezoek. Een impressie.
Vincent Bons, ontwerpstudio 1 plus 1
“ICT is kwestie van logisch denken” - blz. 40
Cover ICT College Utrecht door Lilih Suhendra
Om zich te oriënteren op een vervolgopleiding gaan de vmbo-scholen die meedoen aan het project K!X & Techniek op bezoek bij een mbo-instel-
Website
ling. Het Utrechtse Globe College bezocht de mbo-opleiding van het ICT
www.forum.nl/kix
College.
K!X & Techniek in beeld - blz. 42
© FORUM, november 2014
Om een impressie te geven van de variatie en omvang van K!X & Techniek hebben we een collage samengesteld. Soms zeggen beelden meer dan woorden.
K!X-module in praktijk - blz. 44 K!X is een aanvulling op wat scholen zelf al doen. Om te laten zien hoe de K!X-module in de praktijk werkt nemen we je mee naar een typische K!X & Techniek-les.
H!tech: meisjes in techniek - blz. 46 Waarom werken zo weinig meisjes in een technisch beroep? Techniek is namelijk leuk en spannend en heel geschikt voor meisjes. Met het pro-
Postbus 201 3500 AE Utrecht Telefoon (030) 297 43 21 www.forum.nl
K!X & Techniek is mede mogelijk gemaakt door het Platform Bèta Techniek.
ject H!tech inspireert FORUM meisjes voor techniek te kiezen.
blz 5
K!X & Techniek: een bijzondere aanpak om jongeren voor techniek te interesseren K!X & Techniek wordt als een bijzondere versie van het al jaren lopende project K!X uitgevoerd: een methodiek waarbij de zelfredzaamheid van jongeren wordt versterkt, zodat zij op termijn beter toegerust de arbeidsmarkt kunnen betreden. Het verbreden van het blikveld van jongeren is daarbij een belangrijk onderdeel. Vooral als het om de technische sector gaat, is het belang hiervan groot. Deze branche biedt immers interessante beroepsperspectieven, maar heeft tegelijkertijd te kampen met een negatief imago. K!X & Techniek speelt daarop in.
K!X & Techniek is een project van FORUM, Instituut voor Multiculturele Vraagstukken, in Utrecht en wordt mogelijk gemaakt door het Platform Bètatechniek. Met het project wordt de eenzijdige beeldvorming over techniek bijgesteld. Bovendien draagt het project bij aan het bewustwordingsproces van jongeren over de mogelijkheden van techniek. K!X & Techniek wordt landelijk ingezet en richt zich op jongeren van het vmbo-onderwijs. Met name de deelname van klassen met een multiculturele samenstelling wordt erg gestimuleerd. In teamverband ondernemen leerlingen verspreid over het schooljaar diverse beroepsoriënterende activiteiten. Voorlichtingsbijeenkomst studie- en beroepskeuze techniek Spelenderwijs en vanuit een interactieve basis wordt door K!X een blokuur verzorgd over studie- en beroepskeuzes in technisch perspectief. Hierbij blz
6
wordt zowel aan voorlichting, als aan persoonlijke keuze en motivatie van de leerlingen aandacht besteed. Tijdens deze bijeenkomst wordt een belangrijke eerste stap gezet in het nuanceren van de eenzijdige en negatieve beeldvorming over de techniek. Gastlessen van ervaringsdeskundigen Om de leerlingen inzicht te bieden in de vraag wat het betekent om een technisch beroep uit te oefenen, worden er gastlessen verzorgd door technische vaklieden. Alhoewel iedere gastles anders is, zijn er twee terugkerende elementen: interactie en een praktische opdracht. Bij het werven van gastdocenten wordt er zo veel mogelijk naar gestreefd om iemand in te zetten met wie de leerlingen zichzelf kunnen identificeren. Dit kan betekenen dat de voorkeur uitgaat naar iemand met een multi-etnische achtergrond of iemand die zelf op het beroepsonderwijs heeft gezeten. Ook
“Techniek is alles wat door mensen wordt gemaakt om de samenleving goed te laten functioneren.” (Docent)
wordt ingezet op het werven van vrouwelijke gastdocenten. De opvatting dat techniek niets voor vrouwen is, is binnen deze doelgroep namelijk sterk aanwezig. Bedrijfsbezoeken Nadat in de klas de basis is gelegd om de nieuwsgierigheid van de leerlingen voor de techniek te prikkelen, leren de leerlingen de praktische kant kennen. In de klas hebben ze zich tegen die tijd al georiënteerd op een specifieke technische sector en/of organisatie die ze interessant vinden. Tijdens de bezoeken wordt hun inzicht geboden in de verschillende technische functies binnen het bedrijf in kwestie. Daarbij steken de leerlingen – indien mogelijk – ook zelf de handen uit de mouwen. Zo kunnen zij aan den lijve ondervinden hoe het is om een technisch vakman te zijn. Schoolbezoeken aan technische (vervolg)opleidingen Naast een kennismaking met de
techniek, is het voor de leerlingen van belang om te weten welke stappen ze in hun schoolloopbaan kunnen ondernemen om in de toekomst gekwalificeerd te zijn voor een technisch beroep. Het bezoeken van een vervolgopleiding leent zich bij uitstek voor dit doel. Bovendien is een bezoek aan een technische opleiding een gelegenheid om het heersende beeld over technische vervolgopleidingen – saai en moeilijk – te weerleggen. Voorlichtingsavond voor ouders over de techniek Als sluitstuk van het project K!X & Techniek organiseren de leerlingen een voorlichtingsavond voor hun ouders. Op deze bijeenkomst worden de ouders geïnformeerd over de verschillende activiteiten die hun kinderen tijdens het project hebben ondernomen. Ook presenteren de leerlingen wat ze allemaal hebben geleerd over de techniek. Zo wordt het geleerde in bescheiden mate overgedragen op de ouders. Het belang van
een dergelijke bijeenkomst kan niet genoeg benadrukt worden. Het negatieve beeld van de techniek bereikt immers niet alleen een heleboel jongeren, maar ook ontzettend veel ouders. Als het gaat om het ambiëren van een technisch beroep, ontbreekt het veel jongeren ook aan motivatie en steun vanuit het thuisfront.
“Wat heeft melk nou met techniek te maken? Dat is toch puur natuur?” (Leerling)
blz 7
Presentatie voor ouders in Zwolle
Tijdens een voorlichtingsavond voor ouders van de examenklas TL4 van het Meander College in Zwolle waarbij ook leerlingen aanwezig waren, vertelde Rachida El Alami over het project K!X en Techniek. Rachida legt de grote groep aanwezige ouders uit dat binnen het project een oriëntatie op techniek plaatsvindt. Rachida: “Ik ga de leerlingen niet bekeren, de doelstelling is om het vaak negatieve beeld over techniek bij te stellen en de blik van leerlingen te verruimen.” Vervolgens luisteren ouders naar de uitleg over de lesmodulen, de gastlessen, bedrijfsbezoeken en het bezoek aan een vervolgopleiding. Rachida vertelt dat K!X veel interactieve onderdelen bevat waarbij het zelf
blz
8
ervaren voorop staat. “Ik hoop te bereiken dat leerlingen denken ‘hé, dat is anders dan ik had gedacht’. Barcelona Dat K!X een belangrijk onderdeel van het examenjaar is blijkt ook uit het feit dat de leerlingen tijdens hun excursie naar Barcelona een technologisch centrum gaan bezoeken. Vervolgens laat Rachida het filmpje zien over de Zeven Werelden Van Techniek. En ze sluit af met de slogan dat techniek helemaal zo gek nog niet is. André Blom van het Meandercollege licht toe dat de school het belangrijk vindt dat leerlingen een bredere horizon krijgen om keuzes voor een vervolgopleiding te maken. Dat is de reden dat het Meandercollege met K!X in zee is gegaan.
K!X toen en nu FORUM wilde in 2007 een nieuwe impuls geven aan de Promotieteams Allochtone Jongeren, die eind jaren negentig in het leven waren geroepen om te werken aan het verbeteren van de beeldvorming over allochtone jongeren, het vergroten van carrièrekansen, het verwezenlijken van ambities, het bevorderen van de interculturele dialoog, en persoonsvorming. Dit was de basis voor K!X. Vanaf 1997 zijn bij verschillende onderwijsinstellingen Promotieteams Allochtone Jongeren van start gegaan met als doel de beeldvorming rond allochtone jongeren te verbeteren en het vaak negatieve imago van allochtone jongeren in de samenleving te ontkrachten. De promotieteams waren vooral aan roc’s en hboinstellingen verbonden. De jongeren in de teams wilden op allerlei manieren mensen met maatschappelijke invloed voor hen winnen, om zichzelf en hun allochtone leeftijdsgenoten meer kansen te bieden. De teams werkten op verschillende terreinen. Er werd
overleg gepleegd met de schoolleiding om het schoolklimaat te verbeteren en allochtone studenten beter te begeleiden. Daarnaast waren werkgevers een belangrijke doelgroep: omdat de teams aan beroepsopleidingen verbonden waren, werd ook aan netwerken met het (lokale) bedrijfsleven veel aandacht besteed. Door hun activiteiten lieten de promotieteams zien hoeveel talent en enthousiasme er is onder allochtone jongeren. Op deze manier werd ook, heel concreet, gepleit voor meer stageplaatsen. Verder organiseerden de teams bijeenkomsten met groepen allochtone jongeren, en gaven ze voorlichting aan ouders over het belang van goed onderwijs. En de media werden benaderd om een positiever beeld te geven over allochtone jongeren. Een nieuwe naam Het project liep in 2002 formeel ten einde. Maar de belangstelling is altijd blijven bestaan. Zeki Arslan, grondlegger van de promotieteams, was ervan overtuigd dat het concept nog steeds goed zou kunnen werken bij de vraagstukken rond allochtone jongeren. Daarom
Klant centraal bij grafische vormgeving
moest er een paar jaar later een vervolg komen. Een groots vervolg: een Kleurrijke Impuls voor Kleurrijk Succes, ‘KIKS’ of ‘KIX’ om uiteindelijk te worden: K!X. Een nieuwe naam was gewenst om de sterke punten van de ‘oude’ promotieteams te kunnen voortzetten, terwijl tegelijkertijd voor een veel bredere opzet gekozen kon worden. De term ‘kleurrijk’ is gekozen omdat het niet alleen de bedoeling was een gevarieerdere samenstelling te hebben, maar vooral ook de samenwerking op allerlei fronten te bevorderen met mensen van verschillende achtergronden, kleurrijk dus. En er is gekozen voor de term ‘succes’ om de ambitie en potentie van deze nieuwe generatie op een positieve manier tot uitdrukking te brengen. Vanaf 2007 zijn in het hele land K!X-teams opgezet. Een project waaraan inmiddels duizenden jongeren hebben deelgenomen. De K!X-factor De basisgedachte achter de K!X-promotieteams, het verbeteren van de kansen voor allochtone jongeren, is actueler dan ooit. De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van de verhardingvan het maatschappelijke debat over de multiculturele
samenleving. Deze beeldvorming pakt slecht uit voor jongeren die aan hun toekomst willen werken. Ze kampen met een extra drempel. Daarbij komt dat jongeren, migrantenjongeren in het bijzonder, het nog altijd zwaar hebben op de arbeidsmarkt en daarom is het meer dan ooit belangrijk dat alle jongeren leren de mogelijkheden te zien en te benutten en zich op een positieve manier kunnen profileren. Bij K!X leren ze dat in een kleurrijke setting - dus migranten - en autochtone jongeren samen vóór een samenleving waarin diversiteit vanzelfsprekend is. Volgens Zeki Arslan is het nog steeds van essentieel belang om in de multiculturele generatie te investeren en de nadruk te leggen op motivatie, empowerment en een constructieve houding. En op het benutten van mogelijkheden. Zoals het exploreren van sectoren waar kansen liggen. De technische sector biedt jongeren een uitgelezen kans zich te ontwikkelen en te bouwen aan een mooie toekomst voor zichzelf en voor de samenleving als geheel. K!X draagt daaraan bij. Dat was toen al de doelstelling, en dat is het nog steeds.
De leerlingen van het Utrechts Globe College twijfelen in eerste instantie. Grafische vormgeving heeft toch helemaal niets met techniek te maken? De gastdocente vertelt de leerlingen waarom grafische vormgeving juist álles met techniek te maken heeft. “Je gebruikt de techniek om iets vorm te geven: een tijdschrift, een website, een krant, een flyer, enzovoort. Niets van dat alles kan gemaakt worden zonder techniek.” De les wordt gestart met een kijkje in de loopbaan van de gastdocente. Waarom ze voor grafische vormgeving heeft gekozen, vinden de leerlingen erg interessant. Zelf hebben ze er nooit aan gedacht om voor zo’n opleiding te kiezen, terwijl er in de klas wel degelijk ‘crea bea’s’ zitten. De vraag wat er centraal zou staan bij het beroep van DTP’er, wordt door de leerlingen vrij unaniem beantwoord: “Iets moois maken”. Daar vergissen de leerlingen zich in. Het is de klant die centraal staat. Dit betekent echter niet dat je klakkeloos moet doen wat de klant van je vraagt, want er is toch echt een DTP’er voor nodig om te weten hoe je een mooi eindresultaat kan krijgen. “Een sierlijk lettertype op de gevel van een ziekenhuis is natuurlijk niet gepast”, geeft de gastdocente aan. Hetzelfde geldt voor het gebruik van kleur in bepaalde situaties. De leerlingen snappen dat felle kleuren niet op een rouwkaart horen. Ook de positionering en de grootte
van letters en plaatjes is erg belangrijk. Voordat je aan de slag gaat met je creativiteit, is het dan ook erg belangrijk om je doel(groep) voor ogen te hebben en te houden. Strakke deadline en pitchen! Na de presentatie gaan de leerlingen zelf aan de slag met alle informatie: ze moeten een eigen logo ontwerpen en een ontwerp maken voor een webpagina die helemaal over henzelf gaat. Met kleurpotloden, stiften, lijm, gekleurd papier en een berg tijdschriften gaan de leerlingen van start. Ze werken hard door, want net als grafisch vormgevers, hebben ze een strakke deadline. Wanneer het ontwerp klaar is, begint de gastdocente met een belangrijk onderdeel van het beroep van grafisch vormgever: de leerlingen moeten hun idee verkopen aan de klant. De leerlingen met de mooiste ontwerpen worden naar voren geroepen om te pitchen. Dit blijkt voor sommige leerlingen nog het lastigste onderdeel: iets maken dat je zelf mooi vindt is één ding, maar de ander ervan overtuigen dat het mooi ís, is een heel andere tak van sport…
blz 9
Interview Beatrice Boots van Platform Bèta Techniek
“Techniek zit in de haarvaten van de samenleving” “Als je talent hebt voor bètavakken, kies dan een opleiding in die richting. Met bèta kun je namelijk alle kanten op”, betoogt Beatrice Boots, plaatsvervangend directeur van het Platform Bèta Techniek dat jongeren op het spoor wil zetten van de kansen en mogelijkheden van techniek. “Eén van de voornaamste redenen dat jongeren niet voor techniek kiezen is dat ze onvoldoende idee hebben van techniek en beroepen”, vertelt Beatrice Boots. “Onze organisatie werkt aan voorlichting hierover, zoals in het project K!X & Techniek. We willen jongeren kennis laten maken met techniek. En we willen ze laten zien dat techniek in alle sectoren zit. Kijk, ook in de zorg krijg je met techniek te maken. Techniek zit namelijk in de haarvaten van de samenleving. Daarom wil ik jonge mensen vertellen: als je talent hebt voor bètavakken, kies dan die kant. Met bèta kun je namelijk alle kanten op en daarom vind ik bètavakken zo belangrijk.”
blz
10
Ambitie De ambitie van het Platform Bèta Techniek is dat op termijn 40 procent van alle afgestudeerden (vmbo, havo, vwo, mbo, hbo en wo) een bètatechnische opleiding heeft genoten. Deze doelstelling is overgenomen door de topsectoren in het Masterplan Bèta en Technologie. Boots geeft als voorbeeld dat een kwart van de scholen met een iPad gaat werken. “Technologie krijgt overal een plaats. Dan is het slim en verstandig om bètavakken te kiezen. Plus, als je graag een baan wilt dan zijn er heel veel mogelijkheden in de techniek. Daar ontstaan steeds nieuwe banen.”
Het Platform Bèta Techniek heeft de afgelopen jaren een eigen strategie ontwikkeld. Er zijn vier zogenaamde ‘routes tot succes’ ontwikkeld. De strategie van het Platform kenmerkt zich door de volgende hoofdlijnen: • Onderwijsinstellingen staan altijd centraal. • Met elkaar bepalen de instellingen hun eigen ambitie. Het Platform Bèta Techniek ondersteunt instellingen in het realiseren van de ambities. • Instellingen worden, waar nodig, voorzien van relevante kennis en expertise. Op lokaal of projectniveau brengt het Platform relevante partijen bij elkaar of draagt contacten aan. • Om de ambities te realiseren worden er tussen de instellingen en het Platform prestatieafspraken gemaakt. De voortgang van de ambities wordt behandeld in intervisiegesprekken op basis van uitwisseling van ervaring en kennis. Knelpunten en problemen worden besproken. Oplossingen worden aangedragen, altijd samen met de instelling.
Vroegtijdig zaaien “Nog steeds bestaat er een standaard beeld over techniek”, licht Boots toe. “Het is vies, het is handwerk en het is laag betaald. Om dit beeld tegen te gaan hebben we de Zeven Werelden van Techniek gemaakt. In een beeldtaal die past bij jongeren vertellen we hoe techniek in alle sectoren een belangrijke plaats inneemt.” Het Platform Bèta Techniek hanteert een ‘ketenaanpak’. Er wordt geïnvesteerd in het basisonderwijs tot en met het hoger onderwijs. Boots daarover: “Door al in het primair onderwijs belangstelling voor techniek op te wekken, wordt de vijver van potentieel technisch talent groter. De arbeidsmarkt mag niet ontbreken en wordt bij alle programma’s betrokken.”
Scholen moeten beduidend meer aansluiten bij de technologie van nu vindt Boots. Bijvoorbeeld door ook 3D-printers te hebben. En ze moeten nog intensiever samenwerken met bedrijven en rolmodellen uit het bedrijfsleven inschakelen. “Zulke rolmodellen kunnen vertellen over wat hun werkweek nou werkelijk inhoudt. Het is niet alleen met één ding bezig zijn, maar ook overleggen, brainstormen, analyseren, presenteren en anderen overtuigen.” “Communicatieve en sociale vaardigheden zijn in die technische functies ook heel hard nodig. Dat kunnen de rolmodellen uitleggen. Bovendien zit je na een aantal jaren niet meer in je oorspronkelijke functie, maar krijg je er vaak ook leidinggevende taken bij. Je ontwikkelt je naar andere functies waarbij techniek alleen nog maar je basis is.”
Techniek is geen fuik “De kracht is om het met z’n allen te doen en elkaars belangen te dienen”, benadrukt Boots. De samenwerking tussen scholen, overheid en bedrijfsleven is cruciaal. “Van belang is vooral aan te sluiten op de werkelijkheid en daar is ook human capital voor nodig.” Het Platform Bèta Techniek heeft volgens Boots de functie van een regisseur. Het probeert scholen en bedrijven aan elkaar te koppelen, omdat daar de ontwikkeling van talent moet plaatsvinden. “Wat ik belangrijk vind, is dat jongeren aan de slag gaan met techniek in plaats van alleen maar erover geïnformeerd te worden.” “We willen iets toevoegen aan wat scholen zelf al doen. Zet jongeren in de actiemodus. Bijvoorbeeld door een workshop, doe meer naast het lezen van boeken. En nogmaals: techniek is geen fuik, je kan er alle kanten mee op.”
“Wat ik belangrijk vind, is dat jongeren aan de slag gaan met techniek in plaats van alleen maar erover geïnformeerd te worden.”
Missie Platform Bèta Techniek Nederland heeft een kennisgedreven economie. Het Platform Bèta Techniek draagt zorg voor een goede beschikbaarheid van bètatechnici. Zo levert het Platform een bijdrage aan de Nederlandse kenniseconomie. Technologie en economie vinden elkaar in het containerbegrip ‘kenniseconomie’. De kenniseconomie draait voor een groot gedeelte op bètakennis en technici. Daarom is het economische belang van een sterk en groot aanbod aan technisch en exact opgeleide jongeren groot. Vers talent met frisse ideeën waarborgt de concurrentiepositie van Nederland.
blz 11
Portret: Chayenna Hardenberg (15)
“Kapper is ook een technisch beroep” Chayenna Hardenberg doet de kappersopleiding aan het Calvijn met Junior College in Amsterdam. Ze moet nog twee jaar en heeft inmiddels een duidelijk beeld van haar toekomst en doet haar best: “Zonder diploma kun je geen baan krijgen.” “Ik vind het leuk om te krullen, te stylen en te verven. Ik ben graag met uiterlijk bezig. Het idee om deze opleiding te doen kwam pas toen ik het haar van mijn nichtje ging doen, een paar jaar geleden. Op de lagere school wilde ik altijd agent worden, maar kapper is veel leuker.“
Alles zit vol techniek Ik ken K!X van school. We kregen een magazine waarin je kunt lezen wat jongeren doen en leuk vinden. Dat magazine was van K!X. We krijgen informatie over techniek en wat je ermee kunt. Techniek heeft met alles te maken en kapper is ook een technisch beroep. Je moet namelijk werken met scharen en kammen en föhns: Dit is één en al techniek. Ik zit gelukkig op een goede school. Alle leraren doen ontzettend hun best om alle leerlingen te steunen. Als ik iets niet begrijp, willen ze mij heel graag helpen. Ik ga daarom altijd met plezier naar school. Je kan hier prettig leren, met hele leuke mensen om je heen.
Over vijftien jaar Als ik dertig ben, denk ik dat ik werk als kapper. Ik hoop dan dat ik goed voor mijn kinderen kan zorgen en dat ik ze kan stimuleren zodat ze hun best doen. Ik wil ze laten zien dat school heel belangrijk is, want je hebt een diploma nodig voor later. Anders kun je geen baan krijgen.
blz
12
“Op de lagere school wilde ik altijd agent worden, maar kapper is veel leuker.”
blz 13
De Zeven Werelden van Techniek De technische wereld,
over
ook wel de bèta-wereld
Dat kun je nalezen op de
genoemd, is heel erg
website betawerelden.nl.
divers. De ontwerper van
Daar vind je ook studenten
een mp3-speler doet heel
en professionals die vertel-
zeven
werelden.
iets anders dan een constructeur van een gigan-
len waarom ze nou juist deze studie of dat beroep
tische brug. Om het overzichtelijk te houden zijn
hebben gekozen. Check geregeld die site, want ze
alle technische beroepen en studies verdeeld
blijven continu mensen, nieuws en studies toevoegen.
Voeding & Gezondheid Door het slim kweken van groenten en fruit kunnen op de meest droge en onherbergzame plaatsen mensen toch hun eigen voedsel verbouwen. Maar dat gaat niet vanzelf en er zijn slimme techneuten voor nodig om de boeren hierbij te helpen. Op plaatsen waar genoeg voedsel is, moeten we de mensen juist tegen zichzelf beschermen. In de welvarende delen van de wereld wordt iedereen gemiddeld steeds dikker en de vraag is waar dit eindigt. Bedenk jij een snack die kinderen ontzettend lekker vinden, maar die ze niet dik maakt? Bekende bedrijven in deze wereld zijn: Ahold, DSM, Heineken en Unilever.
Creatief & Ontwerpen Door de groeiende kennis over nanotechnologieën kunnen we kenmerken van stoffen aanpassen naar onze eigen wensen. Er ontstaan zo materialen met ongekende eigenschappen: een onbreekbaar snowboard, kleding die zich aanpast aan het weer en balken die zichzelf na een aardbeving weer repareren. De ontwikkeling van de techniek zal het ontwerp van ieder product beïnvloeden. Voor de komende generaties gebruiksproducten wordt nu al de basis gelegd. Ga jij onze toekomst vormgeven? Bekende bedrijven in deze wereld zijn: AkzoNobel, Philips, KEMA en Corus Group.
blz
14
Geld & Handel Internet heeft de wereld zodanig veranderd dat grenzen vervagen. Deze ontwikkeling heeft nog geen 10 jaar geduurd! Alle ICT-systemen die de handel tegenwoordig begeleiden hebben niet alleen gevolgen voor grote bedrijven, maar ook voor jou als je bijvoorbeeld op internet een tweedehands spelcomputer koopt. Veiligheid, snelheid en gemak zijn hierbij ontzettend belangrijk en laten de wereld draaien. Ga jij hiervoor zorgen? Bekende bedrijven in deze wereld zijn: ABN AMRO, De Nederlandsche Bank, Equens en Fakton.
Menselijk Lichaam Deze wereld zorgt ervoor dat artsen steeds beter hun werk kunnen doen en dat ziektes als kanker en aids ooit kunnen worden overwonnen. De mens leeft daardoor steeds langer en gezonder! De technische wetenschap biedt hierbij de medische wetenschap ongekende mogelijkheden. Wil jij later met techniek de medische zorg verbeteren? Kijk dan eens rond in deze wereld. Bekende bedrijven in deze wereld zijn: Siemens, Philips Healthcare en VU Medisch Centrum.
Verkeer, Transport & Ruimte Onze samenleving is afhankelijk van vele netwerken. Naast wegen en spoorlijnen ligt er onder de grond ook een heel netwerk van riolering, glasvezel, metro’s en water-, elektriciteits- en gasleidingen. Allemaal bedoeld om de mens een fijne en schone leefomgeving te bieden. Het ontwerpen en bouwen van deze netwerken is een grote uitdaging. Zeker op plaatsen waar het nog niet zo goed geregeld is, zoals in Mexico-City of Mumbai.
Bedenk jij manieren om mensen een aangenaam leven in een bereikbare stad te geven? Bekende bedrijven in deze wereld zijn: Schiphol, Grontmij, Rijkswaterstaat en Royal Haskoning.
Wetenschap & Ontdekken Deze wereld leert ons elke keer weer hoe weinig we nog van onszelf, de aarde en het heelal weten. Wie is er niet nieuwsgierig naar wat er zich op de bodem van oceanen afspeelt of aan de rand van ons zonnestelsel? Of daarbuiten. Onderzoek is verkenning van het onbekende. Niet helemaal weten wat je zoekt, maar wel weten dat het antwoord meestal niet lang op zich laat wachten. Hoe meer we over onszelf en onze omgeving ontdekken, hoe beter we begrijpen dat er nog heel veel onbekend is. Ga jij ons daarin voor? Bekende bedrijven in deze wereld zijn: Shell, TNO en de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM).
Onze Planeet Deze wereld vormt de schakel tussen de mens en de omgeving waarin hij leeft, onze aarde. De aarde is daarbij zo bijzonder omdat we hier een overvloed aan water hebben. Water betekent niet alleen ‘leven’, het is door overstromingen ook één van onze grootste bedreigingen. Alleen door het water onder controle te krijgen, kunnen we Nederland blijven beschermen tegen de krachten ervan. Maar we kunnen het water ook gebruiken om energie op te wekken; samen met de zon en de wind kan water onze samenleving voorzien van duurzame energie, zodat we allemaal bijdragen aan een betere toekomst. Bekende bedrijven in deze wereld zijn: Nuon, Shell en ECN.
blz 15
Gastles piloot KLM op het Calvijn met Junior College
”Doe er moeite voor als je echt iets wil bereiken”
blz
16
Nordin El Moussadi (35) is piloot bij de KLM en geeft een gastles over luchtvaarttecniek en het vak ‘piloot’ aan derdejaars vmbo-leerlingen op het Amsterdamse Calvijn met Junior College. Hij vraagt de leerlingen goed op te letten, want aan het einde van de les krijgen ze een test en de beste drie mogen een keer met hem meevliegen. “Wauw, echt? Geen extra kosten? Man, ik wil een blaadje. Ik ga alles noteren!”
Iedereen is meteen enthousiast door de beloning die hun in het vooruitzicht wordt gesteld. Nordin vertelt dat ook zij piloot kunnen worden, want je kan ook via mbo Luchtvaarttechniek naar het luchtvaartcollege. “Piloot worden is echt niet alleen weg gelegd voor vwo’ers.” Behalve te vertellen over het vak piloot en hoe je dat kan worden, is een ander doel van zijn les ook om de leerlingen het nut van techniek in te laten zien.
Dát wil ik later worden
“Je zit nu op het vmbo en een belangrijke vraag voor jullie allemaal is, wat je hierna gaat doen. Bijvoorbeeld mbo in een technische richting, denk daar maar eens aan.”
“De eerste keer vliegen was een geweldige ervaring. Gelukkig heb ik een opa die een cateringbedrijf op het vliegveld heeft, dus ik kon tijdens mijn vakantie met hem meelopen. Toen ik al die vliegtuigen zag opstijgen en landen, dacht ik alleen maar ‘wow!’ Mijn opa kende veel piloten en hij nam me een keer mee naar de cockpit. Ik wilde niet weg uit die cockpit. Dat is wat ik later wil, dacht ik meteen. Piloot worden. Daar wil ik wél mijn best voor doen. Terug in Nederland werd ik ineens heel goed op school. Ik ver-
“Het vak piloot heeft zeventig procent met techniek te maken. Wiskunde en natuurkunde zijn daarbij heel belangrijk”, vertelt Nordin. Hij vraagt: “Wie van jullie wil piloot worden?” Een leerling antwoordt: “Ik misschien, want ik wil graag reizen”. Een andere leerling lacht en reageert: “Je kan niet eens fietsen.”
Veel leerlingen hebben zelf wel eens gevlogen, naar Turkije of Marokko. Eentje heeft nog nooit gevlogen want die heeft vliegangst. Nordin begint bij het begin: “Ik was acht of negen en het ging slecht op school. Ik deed mijn best niet en wilde misschien voetballer worden. Maar wat wil ik nou eigenlijk echt, dacht ik. Toen ging ik op mijn tiende op vakantie naar Marokko.”
blz 17
“Ik wilde graag leren want ik had een doel voor ogen en dat doel wilde ik halen.”
telde de meester dat ik piloot wilde worden en ik zei hem dat ik voortaan heel erg mijn best ging doen. Ik begon zelfs goed te worden in rekenen. Op de middelbare school werd ik zelfs goed in wis- en natuurkunde. Ik wilde graag leren want ik had een doel voor ogen en dat doel wilde ik halen. “
Iedereen lachte me uit “In de buurt lachte iedereen me uit. Het lukt je toch niet. Piloot worden is alleen weggelegd voor de elite, voor rijke en slimme mensen. Laat die droom maar varen.” Daar raakte Nordin nog gemotiveerder van. Ook al zou het hem niet lukken, hij kon het in ieder geval proberen. Na de middelbare school ging hij één jaar naar de TU in Delft en daarna meldde hij zich aan voor de Nationale Luchtvaartschool. “Ik werd na een hele zware selectie aangenomen op de Luchtvaartschool. Dat heb ik aan niemand verteld, want niemand geloofde in mij. Na tweeënhalf jaar was ik klaar met mijn opleiding. Ik was geslaagd met een
blz
18
acht! En nog steeds had ik het aan niemand verteld.” Nordin ging op zoek naar een baan en acht maanden later werd hij aangenomen bij de KLM. “Toen was ik écht piloot.”
Is dat je zoon? “Als je echt iets wil dan is er een kans. Je moet er heel veel moeite voor doen en je moet in jezelf blijven geloven. En zeker niet opgeven”, vertelt Nordin aan de muisstille klas, die geboeid luistert naar zijn verhaal en zich suf schrijft om die prijs te winnen. Zelfs toen hij was aangenomen, heeft hij het aan niemand verteld. Alleen zijn moeder wist het. “Mijn eerste vlucht was naar Barcelona met een Boeing 737. Zoals je ziet heb ik drie strepen op mijn uniform dat betekent dat ik de copiloot ben. De captain heeft vier strepen en hij is de baas in het vliegtuig.” “Ik moest dus met een captain mee voor mijn eerste vlucht. Toen we samen over het vliegveld liepen, kwam er ineens een cameraploeg van het RTL-
“In de buurt lachte iedereen me uit, het lukt je toch niet.”
reisprogramma Yorin Travel. Zij zonden in die tijd wekelijks een programma over de luchtvaart uit. En mijn eerste vlucht was het item van één van hun programma’s. De captain zei: ‘Maak je geen zorgen en doe gewoon wat je moet doen.’ Niet veel later werd het programma uitgezonden en mijn moeder was nog steeds de enige die wist dat ik piloot was geworden. Tijdens de uitzending werd ze door allemaal mensen gebeld: ‘Is dat je zoon? Hoe kan dat nou?’ ‘Ja dat is hem.’ ‘Waarom heb je dat nooit verteld?’ Dat was mooi om mee te maken. Ik genoot daarvan.” Een van de leerlingen steekt zijn vinger op en vraagt: “Toen heb je die anderen zeker wel allemaal uitgelachen?”. Nordin antwoordt: “Nee, zo ben ik niet.” Ondertussen hebben de leerlingen steeds meer blaadjes nodig om alles op te schrijven.
Eerste piloot was Marokkaan
nis van de luchtvaart. “Wisten jullie trouwens dat de allereerste piloot ooit een Marokkaan was? Abbas Ibn Finnas was een natuurkundige die in het jaar 872 een vleugel ontwierp en daarmee een vlucht maakte van twaalf seconden.” De eerste echte vlucht was in 1903 door de gebroeders Wright uit Ohio die een vliegtuig hadden gebouwd. Vervolgens gaat het over de techniek van het vliegen, over ‘lift’, snelheid, brandstof en wat er allemaal bij komt kijken om een vliegtuig te laten vliegen. Ook de tijd vliegt. De gastles is alweer bijna voorbij. Nordin deelt de testen uit. En de leerlingen maken die alsof hun leven ervan af hangt. Makkelijke vragen worden afgewisseld met moeilijke vragen zoals over de stelling van Pythagoras. Met het zweet op hun voorhoofd leveren de leerlingen hun testen in. Volgende week horen ze wie met Nordin mee mag vliegen…
Nordin gaat door met zijn les en vertelt ook over de geschiede-
blz 19
Zeki Arslan:
Stimulering van techniek vereist actie Nederland wil graag mee blijven doen in de internationale top, maar dat vraagt om voldoende vakbekwame technici. Want of het nu gaat om zorg, energievoorziening, bouw en industrie, ICT, voedselproductie of onze mainports: technologie is niet weg te denken. Waar halen we al die talenten vandaan? Zeki Arslan, onderwijsdeskundige van FORUM, pleit ervoor om meer migranten te verleiden een keuze voor techniek te maken. Dat gaat niet zonder slag of stoot. In de techniek liggen enorme kansen. Nederland als kennisland zal in toenemende mate afhankelijk zijn van techniek, zowel in productie als in diensten. Uit analyses van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) blijkt dat er op termijn jaarlijks 30.000 extra technici nodig zijn om in de groeiende behoefte aan technisch personeel te voorzien. Dat daar kansen liggen is evident, maar heeft iedereen ook gelijke kansen? Op dat punt dienen we in Nederland nog een hele slag te maken. Ook VNO-voorzitter Hans de Boer vestigt de aandacht op de maatschappelijke opdracht die we met z’n allen hebben als het gaat om integratie en emancipatie van álle bevolkingsgroepen. In zijn openingsrede van het academisch jaar 2014 aan de Vrije Universiteit van Amsterdam stelt De Boer: “De VU heeft mensen op de weg van wetenschap, creativiteit en succes kunnen brengen die anders verstoken bleven van ‘vorming’.” En hij vervolgt: “In dat licht is het interessant om te zien dat de huidige VU een groeiend aandeel van studenten heeft van diverse culturele afkomst. Samen met blz
20
de Erasmus Universiteit kent de Vrije Universiteit het hoogste aandeel van niet-westerse allochtone studenten, meer dan 20 procent, terwijl het gemiddelde op ongeveer 12 procent ligt.” Volgens De Boer is het voor universiteiten nog steeds een bijzondere opdracht om multiculturele studenten ook de beste kans te geven om na hun afstuderen zich volledig te ontplooien op de arbeidsmarkt en daardoor in de samenleving. Wat voor de universiteiten geldt, geldt evenzo, en wellicht zelfs meer, voor de niveaus daaronder. Zeker in het beroepsonderwijs is het de zaak dat iedereen, ongeacht de afkomst, een gelijke kans krijgt zijn of haar talent ten volle te ontwikkelen en ook te benutten. Dat laatste mag niet ontbreken, want een goede opleiding is prima, maar dan moet je wel aan een baan kunnen komen. Dat hoort bij de maatschappelijke opdracht die wij met z’n allen hebben.
Professionals aan zet De instroom van migrantenjongeren in de techniek is gelukkig op de agenda gezet. Bijvoorbeeld door projecten die meisjes voor techniek weten te interesse-
ren. De animo onder meisjes is inmiddels gegroeid, dus de inspanningen hebben effect, maar nog een bescheiden effect en we moeten ervoor waken dat het niet slechts tijdelijk is. Er is een enorme talentreserve bij migrantenkinderen die we structureel moeten verzilveren. Het dilemma is dat de gebrekkige instroom niet te maken heeft met de jongeren zelf, maar met de manier waarop we jongeren voorlichten en adviseren over vervolgopleidingen. Migrantenjongeren hebben nog steeds onvoldoende idee van de mogelijkheden in de techniek. We moeten daarom sleutelen aan de kennis en kunde van de professional die zich inzet om de instroom in techniek te promoten. Veel professionals beschikken niet over voldoende netwerken onder migrantengroepen en hebben onvoldoende kennis van de achterstanden waarmee zij kampen en de wijze waarop voor een beroepsrichting wordt gekozen. Migrantenjongeren en hun ouders denken namelijk vaak nog in traditionele kaders waarbij handel, administratie en zorg hoger worden gewaardeerd dan technisch vakmanschap. De kunst is om hen ervan te overtuigen dat techniek een alterna-
tieve en perspectiefvolle optie biedt. De vraag is dus: wat doen technische studies om deelnemers uit migrantengroepen te verleiden? Ze richten zich op de student in het algemeen, terwijl voor deze groepen gerichte werving en promotie nodig is. Zo’n werving vraagt actie, deskundigheid en doorzettingsvermogen.
Vroege interventies en omscholing Een effectieve manier is om gesprekken aan te gaan met ouders en kinderen. Ze al heel vroeg te laten oriënteren op mogelijkheden van techniek, bijvoorbeeld door voorlichtingsbijeenkomsten in verenigingsgebouwen en gebedshuizen. Betrek daar ook de jongeren zelf bij! Zeker jongeren die al voor een technische studie hebben gekozen of in de technische sector werkzaam zijn, kunnen optreden als rolmodellen en hun leeftijdgenoten enthousiasmeren en inspireren. Onderken ook dat migranten graag eigen ondernemingen willen en dat techniek daarbij veel perspectief biedt. Ambacht is macht. Niemand kan vakbekwaamheid van je afpakken: die kunde draag je voor altijd bij je. Investeringen zijn daarom van blijvende waarde.
Dus we dienen vooral ook ondernemingen in de technische sector te stimuleren in plaats van in de handel- en dienstensector. Een onderbelichte opleidingsroute is die van het Beroepsbegeleidend Leren (BBL): vier dagen in de week werken en één dag naar school. Ik ben van mening dat dit voor migrantenjongeren met ambachtelijke talenten een uitstekende route is om zich te bekwamen tot vakkundige medewerkers. Probleem is wel dat jongeren zelf een BBL-plek moeten vinden en daar wringt soms de schoen. Net als bij regulier werk, hebben migrantenjongeren onevenredig veel moeite een BBL-plek te vinden. Daar ligt een taak voor het bedrijfsleven en zijn koepels. Ze moeten de toegankelijkheid van BBL-plekken voor migranten vergroten. Bij de promotie van techniek kunnen we meteen een grote groep werkloze migrantenjongeren betrekken. Vaak zijn het jongeren die verkeerde schoolkeuzes hebben gemaakt in richtingen die qua imago wel scoren (zeker bij hun ouders), maar als het gaat om werkgelegenheid weinig kans bieden. Laten we hen stimuleren richting techniek. Techniek biedt mogelijkheden en daarin ligt de kans om deze jongeren te prikkelen zich te laten omscholen. Techniek zichtbaar maken vereist actie, deskundigheid en doorzettingsvermogen.
Internationalisering Ook internationale ondernemingen hebben behoefte aan technisch personeel. En het aantal ondernemingen dat internationaal opereert neemt toe door de mondialisering van de economie. Zo heeft Turkije een van de snelst groeiende economieën van Europa. Voor Nederlandse ondernemingen liggen er enorme mogelijkheden. Maar dan dien je wel de taal en de cultuur van dat land te kennen. Migrantenjongeren spreken vaak
“Ambacht is macht, niemand kan vakbekwaamheid van je afpakken.”
meer dan één taal en dat biedt mogelijkheden voor die ondernemingen. Benutting van die talenten hoort bij onze opdracht. Bovendien kunnen ondernemingen gezien de demografische ontwikkeling niet om migranten heen. In de vier grote steden zal in de toekomst de helft van de beroepsbevolking uit migranten bestaan. Om nog even terug te komen op Hans de Boer: in zijn rede zegt hij dat diversiteit ons voor uitdagingen stelt. “Het is veel gemakkelijker samen te werken met gelijkgestemden dan met andersgezinden. Dat vraagt ook om een nieuwe kijk op governance. Binnen de overheid en in bedrijven.” Dat klopt, en derhalve is actie, deskundigheid en doorzettingsvermogen vereist. Jongeren hun talent laten ontwikkelen en benutten: dat is de opdracht waar we voor staan om ervoor te zorgen dat Nederland ook in de toekomst meetelt. Als het gaat om concurrentiekracht, innovatie en wetenschappelijk onderzoek behoren we internationaal gezien nog steeds tot de top, ondanks de economische tegenwind. Die uitstekende positie hebben we te danken aan onze goed opgeleide beroepsbevolking. Het is een uitdaging om die positie te behouden en nog beter op te pakken.
blz 21
Bedrijfsbezoek aan Cofely Zaandam
Lekkende leiding kan enorme ramp veroorzaken Cofely is een technische dienstverlener die werkt voor de industrie, infrastructuur en utiliteitsmarkt. Vooral op het gebied van duurzaamheid is het een sterke speler op de markt. Voor K!X-leerlingen is Cofely dan ook hét bedrijf om te bezoeken als het gaat om bewustwording van de combinatie van techniek en duurzaamheid. In de bus richting Cofely zijn de leerlingen al erg nieuwsgierig en vragen ze zich af of ze ook zelf iets mogen doen. “Een rondje in een stalen plaat snijden? Ook daar is een handig apparaat voor.”
blz
22
De leerlingen worden ontvangen met een verfrissend drankje, een muffin en een welkomstwoord door een medewerker van Cofely. De toon is gezet: het wordt een gezellige, maar bovenal leerzame middag. Om ervoor te zorgen dat de leerlingen zich zo veel mogelijk kunnen identificeren met Cofely als organisatie, wordt de presentatie over de organisatie verzorgd door een stagiair van een mbo. De werkzaamheden en functies binnen Cofely blijken erg divers. In de woorden van de stagiair: “Van kabeltjes leggen tot het leiden van volledige projecten.” Na de presentatie zijn de leerlingen vooral benieuwd naar twee dingen: vindt hij zijn stage leuk en wat gaat hij na zijn opleiding doen? Het antwoord is bevredigend. De stage bevalt hem bijzonder goed en na zijn opleiding gaat hij doorstuderen: een ambitie die hij met een aantal leerlingen deelt.
Je moet best veel weten Luisteren is leuk, maar de handen uit de mouwen steken is vele malen leuker. Na de presentatie wordt de klas in drie groepjes opgedeeld om een ‘Cofely-Carrousel’ te doorlopen, een programma om met verschillende onderdelen van het bedrijf kennis te maken. De leerlingen beginnen met een belangrijke taak. Het mag natuurlijk niet gebeuren dat een leiding lekt. Dit kan een enorme natuurramp veroorzaken. De leerlingen worden daarom voor de uitdaging gesteld om gewapend met gereedschap en allerlei andere attributen een leiding hermetisch af te sluiten. Dit blijkt nog een hele klus. De leerlingen storten zich er met veel enthousiasme op, en met wat hulp hier en daar kunnen de leidingen de goedkeuring van de Cofely-medewerker wegdragen. Als deze taak erop zit, is er geen ruimte voor rust: ze moeten meteen door naar een quiz
waarin hun kennis van elektrische apparaten wordt getest. De leerlingen onderzoeken de apparaten nauwgezet en iedereen streeft ernaar om de meeste punten in de wacht te slepen. Dit onderdeel blijkt echter best lastig: “Je moet wel een heleboel weten om de vragen goed te beantwoorden.” Sommige antwoorden op het vel zijn best grappig, vinden de leerlingen. De fronsende blikken gaan soms dan ook gepaard met een schaterlach. Draadjes, knopjes en schakelaars Ook na de quiz zit het er nog niet op, want hoe zorg je er nou voor dat een lampje licht geeft of een alarm geluid maakt? Het maken van de juiste verbinding leren de leerlingen bij dit onderdeel. Zo gemakkelijk als het thuis is om allerlei technische apparaten aan het werk te zetten door simpelweg op een schakelaar te drukken, zoveel moeilijker is het bij Cofely. De leerlingen gaan met de draadjes, knopjes en schakelaars aan de slag. Een brandend
lampje of het luide geschel van een alarm gaat iedere keer weer gepaard met een luid gejoel van de leerlingen: een niet mis te verstaan teken dat ze geslaagd zijn in hun opzet. VEILIGHEID VOOROP Een kast die ervoor zorgt dat alle apparaten in het gebouw elektriciteit krijgen is erg handig; dat zijn de leerlingen roerend met elkaar eens. Voor het produceren van deze kasten moet er natuurlijk een plan liggen en misschien iets spannender dan het maken van een plan: er moet staal, kunststof en allerlei ander materiaal gebruiksklaar worden gemaakt. Voor het snijden van staal hebben ze bij Cofely iets dat op een enorme schaar lijkt. Als er gevraagd wordt wie er een stuk staal wil snijden, gaan alle vingers de lucht in. En een rondje in een stalen plaat snijden? Ook daar heeft Cofely een handig apparaat voor, maar dat mag pas bediend worden als er eerst aan de veiligheid is gedacht. De leerlingen worden uitgerust met
een bril en speciale veiligheidsschoenen. Na elkaar even te hebben uitgelachen gaan ze met veel enthousiasme aan de slag. Zo gek nog niet De voornaamste vraag aan het eind van de dag is natuurlijk of de leerlingen een toekomst bij Cofely zien zitten. Alhoewel sommigen niet na hoeven te denken en met ‘nee’ antwoorden, is een aantal leerlingen wel degelijk aan het denken gezet. Helemaal zeker weten ze het niet, maar een toekomst bij Cofely lijkt hun zo gek nog niet.
“Hoe zorg je er nou voor dat een lampje licht geeft of een alarm geluid maakt?”
blz 23
Interview Doekle Terpstra, aanjager Techniekpact
“Vakmanschap is goud waard” Doekle Terpstra (58) is voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool InHolland en aanjager van het Techniekpact, een samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid. Het pact heeft tot doel het tekort aan technisch personeel terug te dringen door de kwaliteit van het techniekonderwijs te verbeteren en meer jongeren voor techniek te interesseren. Terpstra vertelt gepassioneerd over de perspectieven van techniek en het voordeel dat je kunt hebben van allerlei bijbaantjes. Ik kom uit een gezin waar het volstrekt normaal was om naast school te werken. Gewoon je handen laten wapperen. We hadden toen nog geen mobiele telefoon, games, enzovoort om tijd aan te besteden. Ik werkte bij een boer op het land. Tot op de dag van vandaag koester ik dat ik dat heb mogen doen. Ik ervaar het als een enorme verrijking. Ik leerde over werkhouding, samenwerken en omgaan met machines en materialen. Het was voor mij een ontdekkingsreis. Ik pluk daar nu nog steeds te vruchten van. Ik heb echt leren werken en je mouwen opstropen. Deze werkhouding heeft mij ook gemotiveerd in mijn studie: ik heb leren doorzetten.
Algemeen vormend of beroepsgericht? Ik ben nog uit de tijd van de Mammoetwet. Alle kinderen moesten zo veel mogelijk algeblz
24
meen vormend worden opgeleid. En dat is fout, fout, fout. De één is namelijk veel geschikter voor beroepsonderwijs en de ander voor algemeen vormend onderwijs. Het gaat niet om de vermeende hiërarchie, namelijk dat leren hoger is dan doen. Het gaat om differentiatie: rekening houden met wat bij iemand past. Gelukkig zien we dat nu in en wordt het beroepsonderwijs in ere hersteld. Als je een beroep leert, heb je perspectief en kun je trots zijn op het moment dat je iets maakt. Ik voel me bijvoorbeeld altijd trots als ik zelf mijn schaatsen heb geslepen. Die trots op het handwerk lijken we wel eens een beetje verloren te hebben, maar de samenleving heeft behoefte aan meisjes en jongens die iets kunnen maken met hun handen. Vakmanschap is goud waard. In veel landen heeft vakmanschap een hogere
waardering dan in Nederland. Gelukkig is het ambacht nu weer in opmars en daar hebben we jonge mensen voor nodig. Dat is de reden dat ik de opdracht van het Techniekpact heb aanvaard.
Aansluiten bij belevingswereld Ouders spelen een belangrijke rol bij de keuzes die hun kinderen maken. Ze willen het beste voor hun kinderen en willen dat zij het beter hebben dan zijzelf. Maar wat is beter? Een havoër zonder perspectief is niet beter af dan een vmbo’er die lassen heeft geleerd. Die laatste heeft werk, kan trots zijn en doet er maatschappelijk toe. Dan ben je er als ouder toch ook trots op als je kind werk heeft? Ik zeg dan ook tegen ouders: sluit aan bij de belevingswereld van je kind, wees trots op het talent van je kind, welk talent dat ook is. Behalve ouders, spelen ook de scholen een belangrijke rol. Ze zouden meer voorlichting moeten geven en vertellen over de mogelijkheden en voordelen van techniek. Ook moeten ze meer aan promotie doen en duidelijk maken dat de keuze voor techniek een uitstekende keuze is. Via het beroepsonderwijs is de kans op werk aanzienlijk groter dan via het algemeen vormend onderwijs. We verspillen talent door kinderen naar algemeen onderwijs te sturen terwijl ze hier niet geschikt voor zijn. Je doet deze kinderen daarmee te kort. Je emancipeert het kind niet, zoals sommigen beweren, maar je frustreert het. Bovendien kan het kind zich altijd verder
ontwikkelen, ook vanuit het beroepsonderwijs.
Aansluiting onderwijsbedrijfsleven De ombuiging naar techniek, macro gezien, is lastig, maar ik zie het veranderen. We krijgen steeds meer studenten in de techniek en ook steeds meer meisjes. Ik zie het imago veranderen. Techniek van nu is niet als de techniek van vroeger. Techniek is niet meer alleen met je handen werken en vies worden, maar hitech en fantastisch om in te werken. Ik zie een grote beweging op de arbeidsmarkt ontstaan door innovatie. De industrie heeft goed opgeleide mensen nodig om hun producten te blijven vernieuwen en zit daarom te springen om mensen uit het beroepsonderwijs. We durven gelukkig weer te denken dat beroepsonderwijs ertoe doet. Het is van alle tijden dat werkveld en onderwijs onvoldoende op elkaar zijn afgestemd. Kan het beter? Ja. Moet het beter? Ja! Het bedrijfsleven levert nog te vaak een lippendienst. Het roept dat het onderwijs beter moet aansluiten, maar zelf kunnen ze nauwelijks meer en betere stages aanbieden. Daar moeten we wel kritisch op blijven. Ik ken een goed voorbeeld: de oude RDMwerf in Rotterdam. Studenten van vmbo, mbo, hbo en universiteit werken daar samen in één fysieke omgeving. Studenten coachen elkaar. Het gaat dan niet om niveaus of rangordes maar om taken. De ene taak is niet meer of minder dan de andere, maar anders. Het is prachtig om
te zien hoe leerlingen, studenten en bedrijfsleven elkaar vinden op de RDM Campus.
Geen onderscheid maken Een ander punt dat vaak wordt aangesneden betreft de positie van migrantenjongeren. Ik zeg eerlijk, ik ben niet van doelgroepenbeleid. ‘Migrant’ is een woord uit de oude doos. Voor mij bestaat deze categorie niet. Alle jongeren zitten immers in dezelfde categorie, namelijk een generatie met een enorme diversiteit. Ik wil in die diversiteit geen onderscheid maken. Ik wil alle groepen stimuleren op basis van ieders talent. Mij gaat het erom dat het menselijk kapitaal van al onze kinderen zich kan ontplooien. Als migrantenleerlingen moeilijker stages kunnen krijgen, moeten scholen dat aan werkgevers duidelijk maken. Niet omdat ze migrant zijn, maar omdat je leerlingen niet vanwege hun afkomst een stage mag weigeren.
Voorbeelden en helden Als je mij vraagt hoe ik een jongere op het vmbo kan overhalen om voor techniek te kiezen, dan vraag ik eerst: wat kan je, waar ben je goed in, en waar kom jij je bed voor uit? En ik vertel mijn eigen verhaal, van toen ik zelf dertien was en ik vroeg mijn bed uitstapte om te werken. Tegelijkertijd vertel ik dat ze het zelf moeten doen. Het is jouw eigen weg en luister naar mensen die jou daarbij kunnen helpen. Het is belangrijk voor jongeren om voorbeelden en helden te hebben, niet alleen voetballers, maar ook gewone mensen die met hart en ziel iets van hun leven en dat van anderen willen maken. Zij zijn de dragers van onze samenleving. Een dertienjarige heeft iemand nodig die je laat zien waar zijn passie en talent liggen. En ten slotte: durf ‘vuile handen’ te maken, dat helpt je voor de rest van je leven.
“Als je een beroep leert, heb je perspectief en kun je trots zijn op het moment dat je iets maakt.”
blz 25
Portret: Bouchra Diani, K!X-coördinator
“Als ik het kan, kunnen jullie het ook” Bouchra Diani werkt als groepsdocent op De Ambelt in Zwolle, een school voor voortgezet speciaal onderwijs. Daarnaast begeleidt ze twee klassen met in totaal 33 leerlingen waarmee ze K!X en Techniek doet. “Door K!X krijgen ze een idee van de toekomst.” Het leuke van K!X en Techniek voor mijn leerlingen is dat ze de kans krijgen om met techniek in aanraking te komen. Zeker voor leerlingen met (gedrags)beperkingen is de methode van K!X waarin het om ervaring in de praktijk gaat, heel passend en effectief. Jongeren denken bij techniek vaak aan bijvoorbeeld automonteur, loodgieter… Maar ook edelsmid en drukker zijn technische beroepen. Door K!X worden de ogen van mijn leerlingen geopend en krijgen ze een ander beeld, en denken: Hé, dat wil ik ook gaan doen. Bovendien biedt K!X de mogelijkheid om activiteiten te doen die ze normaal nooit doen, zoals een bedrijfsbezoek.
Twintig jaar geleden Wat ik vooral merk bij mijn leerlingen is dat ze zich belangrijk voelen als we met K!X bezig zijn. Ze voelen zich namelijk erkend als ze concreet met techniek aan de slag zijn. Dan zijn ze ontzettend enthousiast. Voor mij persoonlijk is het eveneens leuk om te doen omdat ik zelf ook in een soort K!X-team heb gezeten, ongeveer twintig jaar geleden. Ik kan me daarom goed verplaatsen in mijn leerlingen. K!X vergroot hun omgeving en ze krijgen een idee van de toekomst. Dat geeft ze kracht en maakt ze zelfverzekerd. Toen ik vroeger zelf in zo’n promotieteam zat, maakte dat me ook sterker en zelfverzekerder. Ik leerde in een droom te geloven en er iets mee te doen. Ik zeg tegen mijn leerlingen: “Ik ben net zo laag begonnen als jullie, en als ik het kan, kunnen jullie het ook”.
Gastles edelsmid Natuurlijk zullen ze nu niet allemaal de techniek in gaan. Maar we hebben ze wel wat nieuws laten zien. We hadden een gastles van een edelsmid waarin mijn leerlingen zelf sieraden gingen maken. Wat een enthousiasme! Binnenkort gaan we op bedrijfsbezoek en ze mogen zelf met ideeën komen. Ook dat is een manier om hun kracht naar boven te halen. Zo had ik vorig jaar een zeer autistische jongen in de klas die weinig durfde, maar tijdens een activiteit van K!X stelde hij wél een vraag aan een werkgever. Dat had niemand verwacht. Dat zijn de kleine dingen die eigenlijk heel groot zijn. “Het is me gelukt”, zei hij daarna. Hij was zó trots.
blz
26
“Het is me gelukt, zei hij daarna. Hij was zó trots.”
blz 27
blz
28
Kansen voor kwetsbare jongeren liggen vooral in BBLtechniek
In de arbeidsmarktregio Stedendriehoek Noordwest-Veluwe is behoefte aan meer instroom in de sector BBL-techniek. Er zijn nu al onvervulde vacatures in de technische sector. Maar de instroom van jongeren kan beter, zeker die van de kwetsbaardere jongeren op de arbeidsmarkt, zoals de niet-westerse allochtone jongeren, oudere werkzoekende jongeren in de leeftijd van 23-27 jaar. Zij zullen naar verwachting in de toekomst nodig zijn om alle arbeidsplaatsen te kunnen vervullen. In recent onderzoek van ITS, ‘Kansen voor allochtone BBL-ers in het MBO’ (2014) wordt geconstateerd dat de instroom van niet-westerse allochtone jongeren in de BBL achterblijft: het merendeel kiest voor een Beroepsopleidende Leerweg (BOL). Factoren die hierbij een rol spelen zijn o.a.: -d e wens om door te leren bij allochtone jongeren (wat alleen mogelijk is met BOL); - de invloed van ouders en rolmodellen; - de status; - een onjuist beroepsbeeld (geen ‘vieze handen willen maken’); - problemen met het vinden van een leerbaan (taalachterstanden, solliciteren).
Jongeren en werk vinden. Een lastige combinatie als de economie even tegenzit. Onderwijsminster Jet Bussemaker vindt dat vooral de regionale samenwerking tussen onderwijs, bedrijven en overheden de kansen van jongeren op de arbeidsmarkt kan verbeteren. Dat stelde ze tijdens een door FORUM georganiseerde paneldiscussie op het Apeldoornse ROC Aventus. Volgens Zeki Arslan is scholing het beste alternatief en moet de minister haar centjes vooral op de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) zetten. Daar immers liggen de kansen voor kwetsbare jongeren, zo blijkt uit een onderzoek dat FORUM heeft laten uitvoeren in de arbeidsmarktregio Stedendriehoek Noordwest-Veluwe.
Het leerwerkbedrijf speelt, volgens het onderzoek van ITS, een belangrijke rol bij het vergroten van de instroom van allochtone jongeren. Als daar leidinggevenden openstaan voor de kwaliteiten van de allochtone jongere, de klantenkring aansluit bij de BBL-er en/ of het bedrijf zelf een allochtone eigenaar heeft stimuleert dat de jongere om een BBL traject te gaan volgen.
Instroom en resultaten in de BBL Enkele opvallende punten met betrekking tot de instroom en resultaten in de BBL zijn: -H et forse aandeel aan instroom in BBL techniek ten opzichte van andere richtingen. Dit ligt in de Stedendriehoek hoger dan landelijk. - Relatief veel niet-westerse allochtonen komen terecht in BBL niveau 3 opleidingen. - Relatief veel niet-westerse allochtonen komen terecht in BBL techniek opleidingen. - Niet-westerse allochtonen in de Stedendriehoek zijn relatief succesvol in de BBL, met name op niveau 2 en specifiek in de techniekopleidingen op niveau 2.
Zijn er kansen voor werkloze kwetsbare jongeren in de BBL? Ja, er zijn kansen: -D e BBL staat landelijk onder druk vanwege de conjunctuur. De beschikbaarheid van leerwerkplaatsen en banen is beperkt. In de Stedendriehoek liggen echter kansen voor opgeleiden in de techniek, waaronder metaal, installatietechniek, elektrotechniek en werktuigbouw. Het zijn met name beroepen op niveau 3, maar ook op niveau 2 zijn er kansen voor instromers op het gebied van o.a. verspanen en installatietechniek. In de andere sectoren liggen er onder meer kansen op niveau 1-2 in de detailhandel: (aankomend) verkoopmedewerker, en in de logistiek (logistiek medewerker). - Deelname aan BBL-trajecten lijkt ook kansrijk voor niet-westerse allochtone jongeren. We zien in de Stedendriehoek dat er nu al veel instromen in de BBL techniek en daarin succesvol zijn. - Een kanttekening hierbij van de zijde van werkgevers is dat jonblz 29
geren wel aan bepaalde minimumeisen moeten voldoen. Belangrijk is onder meer het kunnen/leren nemen van verantwoordelijkheid en het werkproces niet verstoren. Ook is het gewenst dat ze zich zelf aanmelden met een goed verhaal en motivatie. -D e deelname van allochtone jongeren aan de BBL kan onder meer worden vergroot door maatregelen op het gebied van verwachtingsmanagement bij leerbedrijven en doelgroepgerichte ondersteuning (vanuit het mbo) bij het vinden van een leerbaan, zoals aangegeven in het eerder genoemde ‘Kansen voor allochtone BBLers in het mbo’. Van dit onderzoek heeft FORUM in november 2014 een factsheet uitgebracht waarvan we de belangrijkste aanbevelingen onderstaand weergeven.
Meer doelgroepgerichte ondersteuning in het mbo De gemiddelde mbo-deelnemer heeft veel behoefte aan structuur en begeleiding. Het is vaak moeilijk om te gaan met zelfstandig werken en met theoretische informatie. De huidige onderwijsstructuur van het mbo draagt vaak te weinig bij aan een veilige leeromgeving voor leerlingen die weinig zelfredzaam zijn. Kwetsbare mbo’ers lopen meer dan gemiddeld het risico problemen te ondervinden door de huidige onderwijsstructuur in het mbo. Het ontbreken van steun thuis is een belangrijke factor bij bijvoorbeeld niet-westerse allochtone mbo-ers. Ook spelen soms onderwijsachterstanden een rol. Dit vraagt om meer ondersteuning en begeleiding van deze groep. Zo kan uit onderzoek de voorzichtige conclusie getrokken worden dat mbo-instellingen niet specifiek rekening lijken te houden met het effect van een andere culturele achtergrond blz
30
op de problemen van mbo’ers. Mbo-instellingen vegen de problemen van niet-westerse allochtone jongeren op één hoop met de problematiek van veel (autochtone) mbo’ers in niveau 1 en 2 (problematische thuissituaties, gedragsproblematiek, psychische problemen, criminaliteit, en financiële en juridische problemen). De problematiek van niet-westerse allochtone jongeren heeft vaak een andere oorsprong dan van autochtone mbo’ers niveau 1 en 2. De ouders zijn bijvoorbeeld juist vaak wel betrokken, maar kunnen weinig steun bieden omdat ze geen kennis van de Nederlandse taal en van het onderwijssysteem hebben. Ook komen deze leerlingen vaak uit grote gezinnen, met een andere cultuur, en is er sprake van onderwijsachterstand. Een belangrijke stap bij ondersteuning door mbo-instellingen is dat meer gekeken wordt naar de oorzaken van de problematiek in plaats van naar de uitingsvorm van de problematiek.
Verwachtingsmanagement bij leerbedrijven Teleurstelling in het bedrijfsleven met mbo’ers (BBL en BOL) kan voorkomen worden indien mbo-instellingen bedrijven goed informeren over wat ze kunnen verwachten van deze jongeren, gezien hun niveau en leerjaar in het mbo. Vaak verwachten bedrijven van BBL’ers een voltijd werkkracht, maar meestal heeft de student juist nog veel begeleiding van het bedrijf nodig. Hiervoor zijn echter vaak geen tijd, ruimte en deskundigheid. Mbo-instellingen moeten leerlingen meer screenen op presentatie en (beroeps)houding om te voorkomen dat bedrijven teveel slechte voorbeelden krijgen. Ook dit kan een effectieve maatregel zijn om realistische verwachtingen bij bedrijven te wekken.
Meer steun vanuit het mbo bij het vinden van een leerbaan De BBL’er is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een leerbaan. Veel zicht op problemen bij het vinden van een leerbaan hebben mbo-instellingen dan ook niet. Voor kwetsbaren spelen waarschijnlijk extra problemen om zelfstandig een leerbaan te vinden, bijvoorbeeld vanwege het gebrek aan steun thuis voor de keuze van een BBL-traject en een gebrek aan rolmodellen, leeftijd of ziekte en handicap. Sommige mbo-instellingen bieden overigens wel ondersteuning als het echt niet lukt, maar het vragen van hulp is soms ook al een flinke barrière voor jongeren. Meer bewustzijn bij mboinstellingen dat de doelgroep specifieke problemen ondervindt bij begeleiding en onderwijsvormen en de keuze voor een BBLtraject, kan wellicht helpen bij het veranderen van de situatie. -M bo-instellingen: biedt doelgerichter ondersteuning aan (structuur en begeleiding). - Mbo-instellingen: biedt meer steun bij het vinden van een leerbaan (nu moet de student op eigen kracht een leerbaan zoeken).Verder zouden scholen betere contacten moeten onderhouden met bedrijven.
Aanbevelingen gericht het beïnvloeden van het keuzeproces Dit kan middels de volgende stimuleringsmaatregelen: -D e groep kan gestimuleerd worden tot het kiezen van een BBL-opleiding in plaats van een bol door meer informatie aan jongeren te verstrekken over kenmerken van het beroep en het beroepenveld. Zij moeten weten wat voor alternatieven er zijn naast een BOL-opleiding, zodat ze hun keuzemogelijkheid en kansen kunnen vergroten.
-D oor al in het vmbo bijbanen, stages en bedrijfsbezoeken te stimuleren, kan relatief gemakkelijk het beroepsbeeld van jongeren worden verbeterd. Ook is het zinvol om al tijdens de basisschool meer aandacht te geven aan het beroepsbeeld. - De jongeren kunnen beter voorbereid worden door scholen (betere intake) en door Kenniscentra. Scholen kunnen betere contacten onderhouden met bedrijven. - Kwetsbare jongeren werkervaring op laten doen (dit is belangrijk voor het kiezen van een opleiding en het vergroten van de kans op een stage, leerbaan en reguliere baan). - Hulp bij sollicitaties (bijvoorbeeld bij verwachtingsmanagement bij sollicitatieprocedures en vergroten van taalvaardigheid). - Meer actie vanuit de eigen netwerken en de omgeving waarin de jongeren zich bevinden is gewenst. Zelforganisaties, jongerencentra en belangengroepen kunnen hierin een belangrijke rol spelen. - Ouders meer betrekken bij keuze en het doorbreken van het negatieve beeld van BBL. Dit laatste geldt vooral voor niet-westerse allochtone ouders waar bijvoorbeeld de bouw bekend staat als vies en zwaar werk.
Een overzicht van de diverse K!X & Techniek-teams in Calvijn met Junior College team 1 // Amsterdam
2014.
Calvijn met Junior College team 3 // Amsterdam
Waterlant College team 1 // Amsterdam
Waterlant College team 3 // Amsterdam
SG Panta Rhei team 1 // Amstelveen
Calvijn met Junior College team 2 // Amsterdam
Waterlant College team 2 // Amsterdam
SG Panta Rhei team 2 // Amstelveen
blz 31
blz
Hofstad Heldring team 1 // Den Haag
Hofstad Heldring team 2 // Den Haag
Corbulo College Den Haag
Nordwin College team 1 // Heerenveen
Nordwin College team 2 // Heerenveen
Nordwin College team 3 // Heerenveen
Nordwin College team 4 // Heerenveen
Friesland College team 1 // Leeuwarden
32
Maris College Bohemen Den Haag
Friesland College team 2 // Leeuwarden
Lentiz Life College team 1 // Schiedam
Meander College team 2 // Zwolle
Lentiz Life College team 2 // Schiedam
Globe College team 1 // Utrecht
Globe College team 2 // Utrecht
POUWER team 1 // Utrecht
POUWER team 2 // Utrecht
Meander College team 1 // Zwolle
De Ambelt team 1 // Zwolle
De Ambelt team 2 // Zwolle
blz 33
Interview werkgever
Een zaak van leven of dood Techniek, en dan met name ICT, is cruciaal voor de brandweer en de ambulancedienst. Priscylla Beentjes is hoofd ICT en Facilitaire Zaken bij de Veiligheidsregio Kennemerland in Haarlem, de overkoepelende organisatie voor de GGD en de Brandweer Kennemerland. Daarnaast behoren ook het
Meld-, Informatieen Coördinatiecentrum Kennemerland (MICK), het
Veiligheidsbureau
Kennemerland
en
ondersteunende afdelingen bij deze organisatie. “Informatievoorziening neemt een steeds belangrijkere plaats in bij ons werk”, vertelt Beentjes.
blz
34
“Het blijft natuurlijk vooral mensenwerk om hulp te verlenen, maar de laatste vijf jaar ligt de focus ook op ICT.”
Er komt ook veel techniek aan te pas bij calamiteiten en ongevallen. “We verrichten allerlei metingen”, licht Beentjes toe. “We kunnen al snel een analyse doen van je bloedgroep, zodat als je bij het ziekenhuis komt, alles is voorbereid op jouw komst en ze precies weten wat er aan de hand is. Het kan echt een zaak van leven of dood zijn in ons werk. Daarom maken we gebruik van geavanceerde apparatuur.”
een melding en dat de ambulances en brandweerwagens er niet zomaar staan. Ze mogen natuurlijk niet in de weg lopen. Ze gingen keurig aan de kant toen er daadwerkelijk uitgerukt moest worden. Dat maakte echt indruk op ze. We hebben een serieus vak en ik ben blij dat de jongeren het werkbezoek serieus benaderden. Aan het einde van het bezoek kreeg ik van alle jongeren een hand. Dat is erg attent.”
Werkbezoek K!X “ICT zit overal”, legt Priscylla Beentjes uit. “In de meldkamer, de ambulances en de brandweerwagens. Bijvoorbeeld als het gaat om actuele verkeersinformatie. Bereikbaarheid bij ongevallen is natuurlijk belangrijk. Maar ook als het gaat om een melding. Als je 112 belt gaat het bericht meteen naar de auto en terwijl je verder praat wordt er steeds informatie doorgegeven.”
Voorkomen beter dan genezen Niet alleen in acute situaties is ICT van belang. De voorbereiding op rampen en crises staat hoog in het vaandel bij de Veiligheidsregio Kennemerland. Beentjes: “Preventie is essentieel. We wisselen veel informatie uit met bijvoorbeeld gemeenten en politie. Zo kunnen we ontwikkelingen in kaart brengen en daarop inspelen. We analyseren verschillende regio’s en buurten. Als ergens relatief veel branden zijn, houden we een rookmelderactie. Of we gaan extra voorlichting geven over brandveiligheid van huizen. Uiteindelijk blijft het natuurlijk vooral mensenwerk om hulp te verlenen maar de laatste vijf jaar ligt de focus ook op ICT. We doen alles om de veiligheid en gezondheid te waarborgen. En we willen voorkomen dat tegenvallers rampen of crises worden.”
Jongeren van K!X & Techniek zijn onlangs op werkbezoek geweest bij de Veiligheidsregio Kennemerland. Ze hebben een kijkje mogen nemen in het hart van de organisatie: de meldkamer. Ook hebben ze uitleg gekregen over de ambulances en wat er allemaal aan boord is om ter plekke hulp te verlenen. Beentjes is nog steeds enthousiast over dat bezoek. “We hebben ze iets kunnen laten zien over werk dat ze niet kennen. Misschien brengt het ze wel op ideeën voor de toekomst als ze keuzes maken over wat ze later willen worden. Ik vond het vooral fascinerend om te zien waar jongeren belangstelling voor hebben. Dat zijn toch vooral de zwaardere gevallen. Zo vroeg een jongen: ‘Wat doet u als iemand vermoord is?’ Dat zijn natuurlijk de uitzonderingsgevallen. Vaak gaat het juist om minder ernstige situaties zoals een verkeersongeluk of een dier in nood. Wat me opvalt is dat jongeren zeer geïnteresseerd zijn en veel vragen stellen. ”
Plotseling uitrukken Het werkbezoek was een serieuze aangelegenheid, want er kan zomaar een melding komen en dan moet snel uitgerukt worden. Dat gebeurde dan ook plotseling. Beentjes: “We hebben de jongeren vooraf verteld dat ze te maken kunnen krijgen met
Meldkamer Het Meld-, Informatie- en Coördinatiecentrum Kennemerland (MICK) is de gemeenschappelijke meldkamer van de Veiligheidsregio Kennemerland. De meldkamers van ambulance, brandweer, politie en het Service Centrum van de politie zijn hier ondergebracht. Bij het Service Centrum komen alle telefonische vragen binnen vanuit de regio via het landelijk telefoonnummer 0900-8844. De meldkamer wordt 24 uur per dag 7 dagen per week bemand door speciaal opgeleide centralisten. Centralisten nemen (spoedeisende) vragen aan van uitvoerende diensten, burgers en instanties. De meldkamer is uitgerust met speciaal ontwikkelde computersystemen en technologie. Centralisten achterhalen de exacte (hulp)vraag en/of situatie, beoordelen de urgentie en registreren deze in de daarvoor bestemde systemen. Moderne communicatienetwerken zorgen ervoor dat de meldkamer altijd direct in verbinding staat met de hulpverlener op straat.
Brandweer Brandweer Kennemerland is een regionaal korps en heeft brandweerposten in de tien gemeenten in de Veiligheidsregio Kennemerland. De Brandweer bestrijdt branden en probeert branden te voorkomen, onder andere door controles en het geven van voorlichting. Ook verleent de Brandweer hulp bij ongevallen en worden metingen verricht bij incidenten met gevaarlijke stoffen.
GGD GGD Kennemerland bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid van de ruim half miljoen inwoners van Veiligheidsregio Kennemerland. De GGD staat 24 uur per dag, 7 dagen per week klaar voor de burgers. De sector Ambulancezorg van GGD Kennemerland en de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) zijn beide essentiële schakels binnen de regionale ambulancezorg van Kennemerland. De ambulancezorg wordt geleverd door gespecialiseerde verpleegkundigen, chauffeurs en centralisten. Deze zeer hoogwaardige zorg omvat het hele proces van een melding tot en met de overdracht van een patiënt in een ziekenhuis. Ambulancezorg Kennemerland beschikt over acht ambulances, vier ambulancefietsen en twee ambulancemotoren.
blz 35
Portret: Ishi Diener (13)
“Lassen lijkt me cool” Ishi doet de Technomavo op het Schiedamse Lentiz Life College. Ze is tweedejaars en heeft zojuist een K!X-les gehad over techniek waarin de klas allerlei proefjes heeft gedaan. Ishi houdt van lassen en gaat later zeker iets in de techniek doen. We hebben uitleg gekregen over de Zeven Werelden Van Techniek. Voor mij was daar niet zoveel nieuws bij. Ik ben toch al geïnteresseerd in techniek. Ik heb voor de Technomavo gekozen omdat ik graag met m’n handen bezig ben, ik hou niet zo van alleen maar theorie. Mijn voorkeur gaat uit naar lassen, dat lijkt me gewoon cool. Ik ben een van de weinige meisjes die zoiets wil. Mijn omgeving reageert er leuk op en mijn ouders zijn er positief over.
Lassen in vrije tijd In mijn vrije tijd ga ik wel eens met een vriend mee die ook hier op school zit en bezig is met zijn las-examen. Dan vragen we aan de docent of we even mogen lassen. Meestal mag dat wel. Hierna wil ik naar het mbo, in ieder geval iets in de techniek. Niet alleen omdat er veel banen in zijn, maar vooral omdat ik het leuk vind. Techniek is heel uitgebreid, en het is niet alleen met je handen werken, zoals sommigen denken, er komt ook theorie bij kijken.
Verhuizen naar Duitsland Als ik dertig ben hoop ik een mooi huis te hebben, voldoende geld en veel dieren zoals honden en zo. Zeker ook een papegaai, die vind ik echt leuk. Misschien woon ik dan niet meer in Nederland maar in Duitsland, waar ik veel familie heb wonen. En het landschap daar is prachtig.
blz
36
“Techniek is heel uitgebreid, en het is niet alleen met je handen werken.”
blz 37
Bedrijfsbezoek Chemtura
Allemaal je eigen shampoo maken
Chemtura, een chemisch bedrijf in Amsterdam, is onderdeel van een wereldwijde onderneming die specialistische chemicaliën produceert. Het staat genoteerd aan de New York Stock Exchange en Euronext Parijs (CHMT) en heeft een leidende positie in verschillende markten. Het bedrijf zorgt voor de chemie die andere producten duurzamer, veiliger, schoner en efficiënter maakt en levert aan belangrijke sectoren, zoals transport, energie, elektronica en landbouw. Leerlingen van het Waterlant College gingen er op bedrijfsbezoek. Een impressie.
blz
38
“Als je de studie voor procesoperator doet, ben je meteen na je studie verzekerd van een baan”
Chemtura klinkt de leerlingen als een avontuur in de oren en dat blijkt het ook te zijn. Het vinden van het bedrijf op het immense industrieterrein in Amsterdam is al een hele uitdaging. Gewapend met hun paspoort zitten de leerlingen in de bus, zich afvragend waarom het nodig is om je paspoort mee te nemen. Bij aankomst verlaat de bewaker even zijn post om te controleren of iedereen die op zijn lijst staat, ook netjes in de bus zit. En de paspoorten? Die zijn nodig om precies te weten wie er wanneer op het terrein van Chemtura is. Dat is niet voor niets: op een plek waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, is veiligheid belangrijk.
Niet iedereen mag hier komen Op het hoofdkantoor van Chemtura aangekomen, worden de leerlingen door een medewerker en een stagiair in de bedrijfskantine ontvangen. Ze krijgen eerst
de veiligheidsfilm van het bedrijf te zien. Het is een officiële veiligheidsfilm die iedereen die zich op het terrein begeeft te zien krijgt. De hele middag krijgt hierdoor een officieel karakter. “We zijn echt op een plek waar niet iedereen zomaar mag komen”, fluistert één van de leerlingen tijdens de film. Na de film krijgen de leerlingen een presentatie over de bestrijdingsmiddelen die Chemtura produceert en in welke beroepen je daarvan gebruik maakt. Ook wordt stilgestaan bij de schaarste binnen bepaalde beroepen. “Als je de studie voor procesoperator doet, ben je meteen na je studie verzekerd van een baan”, zegt de medewerker veelbetekenend.
Beste shampoo van de klas? Na de presentatie worden de handen uit de mouwen gestoken. De leerlingen begeven zich
naar een laboratorium waar allerlei stofjes en attributen zoals pipetjes, maatbekers en flesjes op de werkbank staan. Gewapend met een aanwijzingenblad beginnen de leerlingen aan hun missie: de beste shampoo van de klas maken. Dat is nog een hele uitdaging, want als er ook maar iets misgaat bij het afmeten, is de shampoo al gauw te dik of juist te vloeibaar.
Gaat het de eerste keer mis? Dat is helemaal niet erg, want ook een laborant maakt weleens een foutje. Nadat sommige leerlingen een herkansing hebben gekregen, komen de geurende en kleurrijke flesjes overal tevoorschijn. Het is de leerlingen gelukt! Ze hebben allemaal een flesje shampoo en belangrijker: ze hebben het zonder uitzondering naar hun zin gehad in het laboratorium.
Korte mouwen uit den boze Als alles weer opgeruimd is, vertelt de medewerker van Chemtura dat het ontzettend belangrijk is dat iedere bezoeker zich aan de veiligheidsvoorschriften houdt: ook de leerlingen. Iedereen moet een veiligheidshelm op en veiligheidsschoenen aan. De leerlingen met korte mouwen moeten ook een veiligheidsjas aan. Dit levert wat gegrinnik op, maar uiteindelijk zijn ze klaar voor een rondleiding over het terrein van Chemtura. Het terrein is groot en overal zijn grote zilverkleurige tonnen en lange, brede leidingen te zien. “Waar is dat voor?” en “Wat gebeurt er daar?” zijn veel gestelde vragen. Onder het vertellen en antwoorden begeleidt de medewerker van Chemtura de leerlingen langs het gehele productieproces van bestrijdingsmiddelen. Ze genieten, én steken er veel van op.
blz 39
K!X-team ICT College ontvangt Globe College
“ICT is kwestie van logisch denken”
Om zich te oriënteren op een vervolgopleiding gaan de vmbo-scholen die meedoen aan het project K!X & Techniek op bezoek bij een vervolgopleiding. Een vmbo-klas van het Utrechtse Globe College bezoekt de mbo-opleiding van het ICT College in Utrecht.
blz
40
Het is druk in het klaslokaal. Leerlingen van het Globe College zitten in de schoolbanken, terwijl zes jongens van het ICT College als docenten optreden. Ze geven een presentatie over hun opleiding en de vakken die ze volgen: Nederlands, Engels, Cisco, maar ook burgerschap. En natuurlijk is er veel aandacht voor software en hardware. Daarnaast voeren ze per jaar acht ICT-projecten uit. Bijvoorbeeld een website maken in een groepje. Eigenlijk is dat wel het leukste, vertellen de jongens, omdat je dan bezig bent met wat je later ook gaat doen.
Moeilijke opleiding? Of de opleiding moeilijk is, vraagt een van de leerlingen. “Nee, het is eigenlijk gewoon een kwestie van logisch denken.” Een andere leerling vraagt waar je later kunt werken. “Je kan later
werken op een helpdesk of op een ICT-afdeling als medewerker ICT-beheer. Wij willen doorstromen in de ICT.” Een van de jongens van het ICT College vertelt hoe hij tot zijn keuze voor deze opleiding is gekomen: “Ik vond games en computers uit elkaar halen wel leuk en daarom ben ik deze richting gaan doen.”.
Praktijk is leerzaam Na de presentatie gaan de leerlingen van het Globe College in kleine groepjes aan de slag. De studenten van het ICT College leggen uit wat de onderdelen van een computer zijn en welke functie ze hebben. Bij het zien van de uit elkaar gehaalde computers worden de vmbo’ers enthousiast en vuren ze hun vragen af op de ICT-studenten. Deze praktijkvorm blijkt zeer leerzaam te zijn.
Yassin El Blachit (21) en Mark Bos (17) doen beiden mbo niveau 3 op het ICT College en zijn twee van de studenten die aan de vmbo’ers van het Globe College vertellen over hun opleiding. Yassin: “Altijd je laptop bij je!” “Ik wist eigenlijk niet wat ik wilde gaan studeren. Thuis was ik veel bezig met gamen en wat ik allemaal met de computer kon doen. Daarom ben ik begonnen met ICT niveau 2, waarin je best veel met je handen moet werken. Nu ben ik doorgestroomd naar niveau 3, waarin minder praktijk zit en ik meer moet leren uit boeken. Hierna wil ik naar niveau 4. Ik vind het leuk om uitleg te geven over mijn opleiding en het mooiste aan ICT vind ik dat je altijd je laptop bij je hebt.”
Mark: “ICT door mijn opa” “Vroeger was ik altijd al bezig met computers. Mijn opa verzamelde computers en ik was vaak bij hem. Op het vmbo wilde ik altijd al iets technisch doen en door mijn opa is het ICT geworden. Ik heb geen concreet beeld van wat ik wil worden. Iets met management of beheer bij een bedrijf. Sowieso wil ik doorstromen naar niveau 4. Ik heb ook ambitie voor het hbo, maar ik wil eerst kijken of dat haalbaar is. Ik vind het leuk om deze presentatie te doen en vooral om de jongeren iets te vertellen wat ze misschien nog niet wisten. Zo worden ze in ieder geval een ervaring rijker. De wereld moderniseert. ICT speelt daar een grote rol in, dus er zijn veel ICT’ers nodig. Het is niet alleen leuk maar je kunt er ook goed mee verdienen.”
blz 41
K!X & Techniek in beeld De scholen die hebben deelgenomen aan het project K!X & Techniek hebben veel ondernomen. We kunnen niet van alle werkbezoeken, gastlessen en andere activiteiten verslag doen, maar om een impressie te geven van de variatie en omvang van K!X & Techniek hebben we een collage samengesteld. Soms zeggen beelden meer dan woorden…
blz
42
blz 43
Lesmodule K!X & Techniek
Enthousiaste kennismaking met techniek K!X is een uniek concept waarbij leerlingen geactiveerd worden om zelf activiteiten te bedenken en uit te voeren. Hiermee is K!X een aanvulling op wat scholen zelf al doen. Om te laten zien hoe de K!X-module in de praktijk werkt nemen we je mee naar een typische K!X & Techniek-les…
Dat er over techniek de nodige vooroordelen bestaan blijkt meteen aan het begin van de les die leerlingen van het Maris College Bohemen krijgen. Een echte uitdaging dus om de vooringenomenheid bij deze klas weg te nemen. Zoals gebruikelijk begint na de introductie het discussiegedeelte. Van de circa twintig leerlingen zijn slechts twee leerlingen van mening dat werken binnen de techniek vies en zwaar is. De rest is zich er goed van bewust dat er weliswaar vieze en zware beroepen binnen de techniek bestaan, maar dat dit zeker niet voor alle beroepen geldt. Zo wordt terecht het voorbeeld van een architect aangehaald of iemand die zich met computers bezighoudt. De argumenten van het grootste deel van de klas lijken de twee leerlingen te overreden. Ze zijn opeens niet meer zo zeker van hun zaak. blz
44
‘Niets voor meisjes’ Dat techniek niets voor meisjes is, vindt het grootste gedeelte van de klas onzin: “Meisjes kunnen toch ook wel vies en zwaar werk aan” en “Er zijn genoeg technische beroepen die geschikt zijn voor meisjes, zoals architect”, vindt het gros. De leerlingen die techniek niets voor meisjes vinden zijn weliswaar in de minderheid, maar toch nog aardig in aantal. Volgens hen zou werken binnen de techniek fysiek te zwaar zijn voor meisjes. Of de meisjes dan wel geschikt zijn voor de ‘light-techniek’? “Dat wel, maar dat is geen echte techniek.” “Vind jij dat of is dat zo?”, vraagt een andere leerling scherp. Een binnensmonds gemompel volgt: de discussie over meisjes lijkt hiermee te zijn gewonnen door degenen die techniek wel iest voor meisjes vinden.
Of techniek net zo belangrijk moet worden als taal en rekenen leidt tot veel verdeeldheid. Terwijl de ene helft vindt dat dit belangrijk is om een degelijke keus te kunnen maken, vindt de andere helft dat je een leerling geen vak verplicht moet stellen dat hij of zij niet leuk vindt. Taal en rekenen heb je altijd wel nodig, techniek niet, is een ander breed gedragen argument. Een gedeeltelijke verplichting voor bijvoorbeeld één jaar? Daar kan het grootste gedeelte van de klas zich wel in vinden.
Alles is techniek Wanneer de leerlingen in het volgende onderdeel worden uitgedaagd om iets te benoemen dat niets met techniek te maken heeft, blijken ze hier de grootste moeite mee te hebben. Zowel de mandarijn, als de bloem, als het slapen, als alle andere benoemde voorwerpen en activiteiten worden moeiteloos door medeleerlingen van tafel geveegd. Ze kunnen er niet omheen: “Alles is techniek!”, wordt er gemompeld. Dit wordt eveneens bevestigd in het filmpje dat – te oordelen naar het gegrinnik tussendoor – zowel grappig, als leerzaam is.
Zeven Werelden Bij de uiteenzetting van de Zeven Werelden (zie elders in dit magazine, red.) luisteren de leerlingen, wetende dat er een quiz met prijs volgt, nauwgezet. Bij het zien van het filmpje dat hierop volgt zijn ze erg verbaasd over het feit dat ook laboranten tot de technici gerekend worden. Na het stukje theorie en het filmpje is daar dan eindelijk het moment om met de quiz van start te gaan. De leerlingen doen geconcentreerd mee en tonen zich bijzonder competitief. Een goed antwoord gaat gepaard met het nodige gejuich en wanneer de tussenstand halverwege bekend wordt gemaakt, worden alle zeilen bijgezet. Het ongeduld om de juiste antwoorden te zien is groot. Wanneer de
zevende en tevens laatste vraag is beantwoord, blijken er twee winnaars te zijn. Deze worden naar voren geroepen voor de beslissende vraag: hoeveel studenten studeren er in Nederland af in een technische opleiding? Alhoewel beide antwoorden (35 procent en 45 procent) erg afwijken van de werkelijke 10 procent, mag de leerling met het laagste percentage zich de ‘techniekdeskundige’ van de klas noemen en zijn prijs in ontvangst nemen. Met een brede glimlach en onder een luid applaus wordt hem zijn prijs overhandigd. Aan het eind van de les kiezen alle leerlingen een kaartje dat één van de Zeven Werelden vertegenwoordigd. Gewapend met dat kaartje krijgen ze de opdracht om na te denken over een interessante functie en een interessant bedrijf binnen de gekozen wereld. Dit onder meer in het kader van een toekomstig bedrijfsbezoek. Met deze huiswerkopdracht en een dankwoord voor hun enthousiaste deelname aan de module, wordt de les afgesloten.
Twijfel weggenomen Na de afsluiting van de les wordt geëvalueerd met de docent. Deze geeft aan aangenaam verrast te zijn. Omdat de leerlingen allemaal gekozen hebben voor de richting Handel en Economie, had hij veel weerstand uit de groep verwacht: “De lesmodule is echter zo leuk verpakt, dat ze enthousiast meededen.” Ook de aanpak van de medewerker van FORUM wordt gecomplimenteerd: “Goed ingespeeld op de groepsdynamiek en aan storend gedrag een positieve draai weten te geven.” De aanvankelijke twijfel over de vraag of deze leerlingen het wel zouden zien zitten om kennis te maken met de techniek, is weggenomen: met veel enthousiasme en nieuwsgierigheid wordt uitgekeken naar de verdere activiteiten.
Wat maakt K!X & Techniek zo bijzonder? De vier Unique Selling Points van K!X: 1. Jongeren laten uitgaan van hun eigen kracht • Door de verantwoordelijkheid voor het studeren bij de studenten zelf te leggen en ze zelfstandig te laten werken aan activiteiten leren ze op school inzicht te krijgen in hun toekomstmogelijkheden en daarmee zal hun betrokkenheid en inzet toenemen. • K!X vergroot de ouderbetrokkenheid op scholen, door studenten zelf in te zetten en een rol te geven op de ouderavonden. 2. Het investeren in vaardigheden en het verbeteren van softskills • Door de inzet van herkenbare trainers en begeleiders met een gemeenschappelijke culturele, sociale of studieachtergrond (en met een bijbehorend netwerk) kunnen de leerlingen zich identificeren en zullen ze beter leren. Ook omdat de trainers en begeleiders zich laagdrempelig opstellen. • In K!X krijgen studenten weinig theorie en ligt de nadruk op de praktijk, buiten de formele setting van de klas. 3. Verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt • De K!X-methodiek is maatwerk: er wordt zowel uitgegaan van de interesse van de leerlingen als van de regionale mogelijkheden. • Studenten maken contact en doen ervaring op met de tekortsectoren, zoals Techniek, Groen en Zorg. • K!X brengt jongeren van verschillende leeftijden en niveaus sneller in contact met bedrijven en potentiële werkgevers/ stageplekken: hun netwerken worden groter en hun beroepsoriëntatie gerichter. • K!X werkt aan een positieve beeldvorming bij studenten ten opzichte van werkgevers en andersom. Door middel van presentaties laten jongeren een positief beeld van zichzelf zien en oefenen zij ook meteen (nieuwe en) verborgen talenten en persoonlijke vaardigheden, wat vaak aangeduid wordt als ‘het beste uit jezelf halen’. 4. Borgen van de methodiek binnen het onderwijs • K!X-teams worden een jaar lang begeleid waardoor er goed gewerkt kan worden aan het ontwikkelen van de softskills (de sociale vaardigheden) en de werknemersvaardigheden. • De methode heeft zich bewezen als inspirerend en motiverend voor de studenten. • De methodiek is makkelijk overdraagbaar aan docenten en studenten en dus goed te implementeren in het schoolcurriculum. • De methodiek kan budgetneutraal ingezet worden, als gebruik wordt gemaakt van de ureninzet van de docent die al is vrijgesteld voor loopbaanoriëntatie (LOB)/Leren LLB/talentleren/etc.
blz 45
H!tech: meisjes in techniek Waarom werken zo weinig meisjes in een technisch beroep? Is techniek te moeilijk voor meisjes? Of word je er heel erg vies van? Niks van dat alles! Techniek is leuk en spannend en heel geschikt voor meisjes. Met het project H!tech inspireert FORUM meisjes voor techniek te kiezen. H!tech, meisjes in techniek, is een project voor meisjes in de leeftijd van 10-14 jaar en hun ouders. Het project wil een bijdrage leveren aan een positieve beeldvorming over technische beroepen. FORUM ontwikkelde daartoe een animatiefilm én een magazine over techniek voor meisjes.
Animatie over de diversiteit van techniek In de film van tweeënhalve minuut ontdekt een meisje dat er meer technische beroepen bestaan dan zij dacht. Meisjes kunnen na een technische opleiding bijvoorbeeld gaan werken in een laboratorium of een apotheek, in een bouwkundig ontwerpstudio of in de ICT. De animatiefilm is te zien op de website van FORUM: www.forum.nl/ hitech blz
46
Magazine met rolmodellen Een journaliste interviewde tien meisjes die een technische opleiding doen en vroeg hun naar hun motivatie en doorzettingsvermogen. Een fotografe legde een beeld van ieder meisjes in de opleidingsituatie vast. De portretten van deze rolmodellen zijn samengebracht in een eenmalig magazine voor meisjes in de leeftijd van 10-14 jaar en hun ouders. De meisjes in dit magazine hopen dat andere meisjes hen volgen. Want hoe meer meisjes een technische opleiding kiezen, hoe minder techniek een ‘jongensding’ blijft. Want het is waar, op veel van die technische opleidingen zitten nog steeds meer jongens dan meisjes.
Misschien ben jij het meisje dat daar verandering in gaat brengen! En met een technisch diploma op zak kun je heel gemakkelijk een leuke baan vinden. En met een goede baan ziet je toekomst er veel beter uit. Je weet vast niet precies welke technische beroepen er allemaal bestaan. Het zijn er te veel om op te noemen. Werken in een laboratorium bijvoorbeeld, om medicijnen te maken. Of een uitvinding bedenken waarmee mensen in arme landen ook elektriciteit kunnen krijgen. Ga je misschien een slim computerprogramma ontwerpen, een nieuwe game of een app bijvoorbeeld?
xxx
FORUM is een onafhankelijk kennisinstituut op het terrein van multiculturele vraagstukken vanuit het perspectief van de democratische rechtsstaat, sociale cohesie en gedeeld burgerschap. FORUM vergaart kennis op het brede terrein van integratie, stelt deze beschikbaar en zet de kennis om in praktisch toepasbare methoden en producten. www.forum.nl
FORUM is een onafhankelijk kenVoor meeropinformatie: nisinstituut het terrein van mulFORUM (030) 297 43 21 vanuit ticulturele vraagstukken www.kixteams.nl het perspectief van de democratische rechtsstaat, sociale cohesie K!Xgedeeld wordtburgerschap. mede mogelijk en FORUM gemaakt door hethetministerie vergaart kennis op brede tervanvan Sociale Zakenstelt endeze Werkrein integratie, begelegenheid schikbaar en zet de kennis om in praktisch toepasbare methoden © 2014 FORUM en producten.
blz
48