240 mm
190 mm
De werkschijf van 5 IBN Postbus 660 5400 AR Uden T 0413 33 44 55 F 0413 33 44 50 E
[email protected] I www.ibn.nl oktober 2012
Hoe werkt IBN?
190 mm
Hoe werkt IBN?
200 mm
De werkschijf van 5:
De werkschijf van 5 IBN brengt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk. Maar hoe doen we dat en waar moeten we allemaal rekening mee houden voordat iemand werkelijk geplaatst is? In dit document geven we antwoord op die vragen.
Voordat ze werkelijk gaan werken, zijn er verschillende stappen binnen IBN waar iedere medewerker mee te maken krijgt. Ook moet IBN rekening houden met een aantal (administratieve) procedures. De werkwijze van IBN kunnen we verdelen in de zogenoemde IBN werkschijf van 5. In deze werkschijf onderscheiden we de volgende stappen: - Werkvoorzieningschap - Rijkstaakstelling - Wachtlijstbeheer en MID - Re-integratieladder - P&ATC
P&ATC
Re-‐ integra:eladder
Werkvoorziening-‐ schap
Rijkstaakstelling
Wachtlijstbeheer en MID
Inleiding werkschijf van 5
Van thuis tot werk met een Wsw-indicatie Voor mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking is werken in een gewone baan soms niet mogelijk. Terwijl zij wel willen werken. Werken in de Sociale werkvoorziening (SW) kan dan een oplossing zijn. Daarvoor hebben ze wel een zogenoemde indicatie Wet sociale werkvoorziening (Wsw) nodig. Deze kunnen ze via het UWV vrijwillig aanvragen. Met een Wsw-indicatie is het mogelijk hulp te krijgen bij het zoeken naar werk. Er zijn grofweg drie manieren om vervolgens aan het werk te gaan: - Zij kunnen bij IBN (het SW-bedrijf) gaan werken. Zij gaan dan aan de slag bij één van de IBN-bedrijven IBN Productie, IBN Kwekerijen of IBN Facilitair. - Ze worden via het IBN-bedrijf IBN Arbeidsintegratie gedetacheerd bij een reguliere werkgever. - Of ze krijgen een contract bij een reguliere werkgever (geen arbeidsovereenkomst via IBN) en ze gaan via Begeleid werken aan de slag. Ze worden begeleid door consulenten (jobcoaches van IBN).
Elke gemeente in Nederland is zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening. Dit houdt in dat zij mensen met een SW-indicatie naar werk moeten begeleiden. In de regio van IBN zijn 12 gemeenten de samenwerking aangegaan. Zij hebben de opdracht in een zogeheten gemeenschappelijke regeling vastgelegd en ondergebracht bij het Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant. In het Algemeen Bestuur van het Werkvoorzieningschap zit van elke gemeente een vertegenwoordiger (wethouder/portefeuillehouder sociale zaken). Het Werkvoorzieningschap heeft vervolgens IBN de opdracht gegeven om de Wet uit te voeren en bepaalt voor IBN in grote lijnen hoe zij de Wsw moet uitvoeren. Dit wordt beschreven in de verordening uitvoering Wsw. Hierin is onder andere vastgelegd hoe IBN haar plaatsingbeleid (=hoe moeten we mensen plaatsen) moet uitvoeren.
2. Rijkstaakstelling IBN krijgt elk jaar vanuit de Rijksoverheid een taakstelling. In deze taakstelling is opgenomen hoeveel SE wij naar werk moeten begeleiden. Voor 2012 was dit 2661 SE. Deze totale taakstelling is een optelsom van de taakstellingen van de 12 gemeenten waar IBN voor werkt. Elke gemeente heeft dus zo zijn eigen taakstelling. Een SE staat voor Subsidiabele eenheden. Dit is iets anders dan een persoon of fte (=fulltime functie). Een SE is een SW-arbeidsplaats van 36 uur die gekoppeld wordt aan de handicapcode van de medewerker. Deze handicapcode is door het UWV bepaald bij de Wsw-indicatie van de medewerker. Er zijn twee handicapcodes: ernstig en matig. Een medewerker die een handicapcode ernstig heeft, vertegenwoordigt 1,25 SE. Een medewerker met een handicapcode matig vertegenwoordigt 1 SE. Hoe tellen plaatsingen mee bij het halen van de Rijkstaakstelling? De Rijkstaakstelling wordt per kalenderjaar vastgesteld. Wanneer iemand gedurende het kalenderjaar geplaatst wordt, is dat van invloed op de Rijkstaakstelling. Het is namelijk een gemiddelde over het hele jaar. Een medewerker die in januari geplaatst wordt, telt voor het volledige aantal van 12 maanden mee. Een persoon die in februari wordt geplaatst, telt voor de resterende 11 maanden mee. En een medewerker die in juni wordt geplaatst, telt voor 7 van de 12 maanden mee. Plaatsen we bijvoorbeeld iemand in juli, dan moeten we minimaal 2 mensen plaatsen, om 1 SE te halen. Ze tellen immers beiden maar voor 6 maanden mee (als ze allebei een fulltime dienstverband hebben, vaak is dit minder dus moeten we zelfs meer dan 2 mensen plaatsen om 1 SE te halen). Dus hoe later in het jaar medewerkers worden geplaatst, hoe meer mensen er geplaatst moeten worden om de Rijkstaakstelling te halen. Daarom is het van belang om in de eerste helft van het jaar al zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke Rijkstaakstelling uit te komen.
Subsidies IBN krijgt subsidies van de Rijksoverheid voor het aantal SE dat we in dienst hebben genomen. Deze subsidie wordt voor een klein deel gebruikt om mensen naar werk te begeleiden. Het grootste deel van de subsidie is echter loonkostensubsidie. Dit is een financiële vergoeding voor de verminderde inzetbaarheid van de medewerker. We krijgen alleen subsidie voor het aantal SE dat in de Rijkstaakstelling is vastgesteld. Als we dus meer mensen plaatsen, komt er niet meer subsidie beschikbaar. Wat gebeurt er als we de Rijkstaakstelling niet halen? Wanneer wij minder SE in dienst hebben dan in de Rijkstaakstelling is vastgesteld, dan heeft er een onderrealisatie plaatsgevonden. Voor elke SE die we minder plaatsen, moet het subsidiebedrag worden terugbetaald. Dit gebeurt via de gemeenten waar de onderrealisatie heeft plaatsgevonden. Er zijn dan natuurlijk ook geen personeelskosten gemaakt, we hebben immers ook niemand in dienst genomen. De gemeenten vinden het uiteraard van het grootste belang dat we de Rijkstaakstelling wel halen. Zij willen immers zoveel mogelijk mensen in de gemeenten naar werk te helpen. Hierdoor hoeven zij namelijk geen of minder uitkeringen te betalen (=schadelastbeperking). Naast het feit dat we misschien de subsidies moeten terugbetalen, is er nog een reden waarom het belangrijk is dat IBN haar taakstelling haalt. Juist door het halen van de Rijkstaakstelling laten we zien dat we de taak kunnen uitvoeren die onze opdrachtgevers (de 12 gemeenten) bij ons neer hebben gelegd. IBN kán mensen met een afstand naar werk begeleiden. Wat is overheveling van taakstelling tussen gemeenten? Tot nu toe hebben we het gehad over de totale Rijkstaakstelling. Dit is een optelsom van de taakstelling van onze 12 gemeenten. Tot 1 september van elk nieuw kalenderjaar is er een zogenaamd ‘bovenregionaal plaatsingsbeleid vanaf de wachtlijst’. Dit houdt het volgende in: als we in de ene gemeente meer mensen plaatsen dan voor die gemeente de bedoeling is, dan kunnen we dat administratief aan een andere gemeente toewijzen. We kunnen de taakstelling overhevelen. Dit doen we om onderrealisatie bij bepaalde gemeenten te voorkomen. Na 1 september van elk kalenderjaar mag dit niet meer. Het is dan ook belangrijk om vanaf augustus zeer goed in de gaten te houden of de taakstelling per gemeente gehaald gaat worden. Voorbeeld Oss heeft een taakstelling van het Rijk opgelegd gekregen van 799 SE. De verwachting is dat we 774 SE kunnen plaatsen. Dit zou betekenen dat we te weinig mensen plaatsen en we een onderrealisatie hebben van 25 SE. Echter Cuijk heeft een taakstelling van 266 SE. De verwachting bij deze gemeente is dat we 282 SE kunnen plaatsen. Dit betekent dat we meer mensen plaatsen en een overrealisatie van 16 SE hebben. Met de overheveling van taakstelling kunnen we de 16 SE die we in Oss niet kunnen invullen, overhevelen naar Cuijk. Oss heeft daardoor geen onderrealisatie van 25 SE maar 9 SE (25 SE - 16 SE = 9 SE). Dit kan per jaar maar eenmalig en moet voor 1 september worden gedaan. Daarom wordt er vanaf augustus sterk gestuurd op het behalen van taakstelling per gemeente.
2. Rijkstaakstelling
1. Opdracht Werkvoorzieningschap
210 mm
1. Opdracht Werkvoorzieningschap
200 mm
210 mm
3. Wachtlijstbeheer Mensen kunnen zich via het UWV aanmelden voor een SW-indicatie. Als deze is toegewezen komen ze op de wachtlijst van IBN. Op deze wachtlijst staan personen die willen werken. Als we van de Rijksoverheid voor 2661 SE subsidie krijgen, kunnen we ook maar 2661 SE naar werk begeleiden. Zonder een subsidie hebben we immers geen geld om hen naar werk te begeleiden en geen financiële compensatie voor de verminderde inzetbaarheid van de medewerker. Dit houdt concreet in dat mensen op de wachtlijst komen en moeten wachten tot we hen naar werk kunnen begeleiden. IBN Arbeidsintegratie is verantwoordelijk voor de wachtlijst, het beheer daarvan en het plaatsen van personen vanaf de wachtlijst naar werk. Wat gebeurt er als mensen op de wachtlijst staan? Van de kandidaten die op de wachtlijst staan willen we weten waar hun mogelijkheden liggen. Voor elke persoon op de wachtlijst wordt dan ook gekeken aan welke onderdelen van het assessmenttraject bij het P&ATC (onderdeel van IBN Arbeidsintegratie) zij moeten deelnemen. Het totale assessmenttraject bestaat uit de onderdelen: IBN Portfoliovragenlijst, de IBN Jobscan en de training Arbeidsmarktbewerking. Mogelijk dat hierna een periode volgt van werkervaring opdoen op één of meerdere leerwerkplekken. Een traject kan enkele weken tot enkele maanden duren. Tijdens het traject wordt gekeken wat iemand wel kan, maar ook welke ervaring hij al heeft en waar zijn interesses liggen. Afhankelijk van de vraag op de arbeidsmarkt en de mogelijkheden van de persoon, gaan de consulenten van IBN Arbeidsintegratie mensen naar werk bemiddelen.
220 mm
Kun je na einde dienstverband terug op de wachtlijst? Wanneer iemand uitstroomt uit een Wsw-dienstverband komt hij niet automatisch terug op de wachtlijst. Bij het einde van een dienstverband kan een (ex)medewerker aangeven of hij weer teruggeplaatst wil worden op de wachtlijst. De voormalige medewerker moet hier dan een formulier voor invullen dat bij het exitgesprek aan de medewerker wordt gegeven en moet nog aan de eisen van de Wsw voldoen. Hoe houden we de gemeenten op de hoogte? IBN Arbeidsintegratie zorgt elke maand voor een rapportage waarin de 12 gemeenten geïnformeerd worden over de wachtlijst. Specifiek over de beschikbaarheid van de personen naar werk en wanneer wij inschatten dat ze geplaatst kunnen worden. In juli 2012 stonden er 412 personen op de wachtlijst.
MID MID staat voor meetinstrument doeltreffendheid. Met het MID zorgen we ervoor dat we zo gelijkmatig mogelijk plaatsen. Als we iemand die kort op de wachtlijst staat snel plaatsen, moeten we daar iemand tegenover plaatsen die al langer op de wachtlijst staat en (om welke reden dan ook ) moeilijker plaatsbaar is. Voor VSO schoolverlaters (=leerlingen van het Voortgezet speciaal onderwijs) hebben we een voorrangsbeleid. Zij hebben recht op eerdere bemiddeling en plaatsing naar werk.
Kan iedereen van de wachtlijst naar werk worden begeleid? Niet iedereen van de wachtlijst wordt ook daadwerkelijk geplaatst in een dienstverband. Regelmatig komt het voor dat de klachten van personen erger worden en zij zich ziek melden. Of dat personen tijdens gesprekken met de consulent toch besluiten om niet in de Wsw te gaan werken. Hierbij kan het salaris dat zij gaan krijgen, in eerste instantie vaak het wettelijk minimumloon, een rol spelen. Er zijn mensen die daarom afzien van de wachtlijst.
Werk
3. Wachtlijstbeheer en MID
Vanuit de overheid zijn er geen subsidies beschikbaar voor de acties die ondernomen worden om mensen op werk voor te bereiden tijdens de wachtlijstperiode. De subsidie gaat pas in wanneer iemand aan het werk is en een arbeidsovereenkomst heeft.
220 mm
230 mm
4. Re-integratieladder Voor iedere kandidaat die van de wachtlijst komt geldt: ‘Begeleid werken tenzij…’ Het hoogst haalbare voor een kandidaat met een Wsw-indicatie is uitstroom naar reguliere arbeid. Daarna is dat Begeleid werken. Medewerkers krijgen dan een contract bij een externe werkgever, zijn daar in dienst en worden betaald volgens de daar geldende CAO. IBN compenseert de werkgever met een loonkostensubsidie. Als Begeleid werken niet mogelijk is binnen 5 jaar nadat iemand volgens werk begeleid is, dan wordt gekeken naar het volgende hoogst haalbare voor de kandidaat. Op de re-integratieladder staan de verschillende vormen van werk gerangschikt naar de zogenaamde afstand tot de arbeidsmarkt: 1. Regulier dienstverband 2. Begeleid werken bij een externe werkgever of één van de IBN-bedrijven 3. Detachering (=contract bij IBN en werkzaam bij een externe werkgever) 4. Werkzaam ‘buiten de muren van IBN’ (bv groepsdetacheringen of werken bij IBN Facilitair) 5. Werkzaam ‘binnen de muren van IBN’ (werkzaam bij bijvoorbeeld IBN Productie of DoQument Services van IBN Facilitair)
4. Re-integratieladder
Is de re-integratieladder leidend tijdens het ontwikkeltraject? Iedere medewerker krijgt de mogelijkheid om zich te ontwikkelen. Tijdens dit ontwikkeltraject blijft de re-integratieladder leidend. IBN zet zich in voor een zo goed mogelijke instroom vanaf de wachtlijst, maar ook voor doorstroom qua ontwikkeling en een hogere stap op de re-integratieladder. En natuurlijk mogelijke uitstroom uit de Wsw. Daarnaast heeft IBN vanuit het Werkvoorzieningschap ook de opdracht gekregen om schadelastbeperking voor de gemeenten te realiseren. Als immers meer mensen werken, gaan er meer mensen gedeeltelijk of volledig uit een uitkering. Door te streven naar het hoogst haalbare op de re-integratieladder worden er kosten voor uitkeringen voor de gemeenten bespaard. Dit noemen we schadelastbeperking.
230 mm
5. Participatie & Arbeidstrainingscentrum (P&ATC) Binnen Arbeidsintegratie zijn twee bedrijfsonderdelen: Detaflex en P&ATC. Het P&ATC zorgt ervoor dat IBN zicht heeft op de kandidaten die op de wachtlijst staan. Ook bereiden zij kandidaten, met onder andere trainingen, voor op werk.
240 mm
Observatiewerkplekken In het P&ATC zijn ook de observatiewerkplekken/leerwerkplekken ingericht met werk dat een lage productiedruk kent. Samen met de experts uit de bovengenoemde clusters brengt de praktijkbegeleider de kandidaten die deelnemen aan de observatiewerkplekken, goed in kaart. Hierdoor ontstaat een compleet beeld van de mogelijkheden van iedere kandidaat. Op deze manier kunnen we ervoor zorgen dat mensen zo goed en zo snel mogelijk naar de juiste werkplek worden geholpen.
Binnen het P&ATC wordt in 4 hoofdclusters gewerkt:
Herindicaties en monitoren ontwikkeltrajecten (H&O) Hier zijn H&O-consulenten en een kwaliteitscontroleur werkzaam. Zij schrijven herindicaties en handelen deze tijdig af. Ook volgen deze consulenten de ontwikkeltrajecten van SW-medewerkers tijdens de trajectperiode. Zij bewaken dat het ontwikkeltraject volgens de (CAO) afspraken wordt uitgevoerd en voldoet aan de eisen die in een herindicatierapport moeten staan. Je kunt hierbij denken aan stijging van de loonwaarde en/of werksterkte en hoe IBN de medewerker heeft begeleid en gestimuleerd om zijn loonwaarde te verhogen. Traject Plus Dit cluster bestaat uit consulenten Traject Plus en een Multidisciplinair Team (jurist/arts, kwaliteitscontroleur, Wet verbetering poortwachter specialist en een psycholoog). Onder Traject Plus vallen de trajecten die doorgaans meer energie en tijd kosten in begeleiding en aanpak. Het betreft trajecten voor: - Sociale Plaatsingen (=medewerkers die via IBN blijven werken, maar van wie hun niveau voor werk eigenlijk niet meer volledig voldoet) - Medewerkers voor wie een ondergrensaanvraag wordt gedaan (=medewerkers die geen werk meer kunnen verrichten binnen de eisen van de Wsw en meer tot hun recht komen in dagopvang) - Medewerkers die extra begeleiding nodig hebben. De Traject Plus consulenten zijn gespecialiseerd in het begeleiden van deze groep medewerkers. Een aanvraag voor toelating van een medewerker tot de Traject Plus groep gaat via het manager mens overleg. In dit overleg bespreken de managers mens van de bedrijven IBN Facilitair en IBN Productie de betreffende medewerker met de manager van het P&ATC. Zij vragen over het algemeen advies van het bovengenoemde Multidisciplinair Team. Vragen? Voor vragen kun je terecht bij het secretariaat van IBN Arbeidsintegratie. Zij zorgen ervoor dat jouw vraag zo snel mogelijk beantwoord wordt.
5. Participatie & Arbeidstrainingscentrum (P&ATC)
Intake, Diagnose en Plaatsing (IDP) Binnen dit cluster werken IDP-consulenten, een psycholoog, trainers en een testassistent. Zij zorgen voor wachtlijstbeheer en brengen de kandidaten van de wachtlijst in kaart. Vervolgens wordt bekeken welke richting de kandidaat het beste kan volgen: de training Arbeidsmarktbewerking, het Assessmentprogramma (Voorwerk) of directe bemiddeling.