1.1 de industrie
De fabriekshal Allergrootst
Aantreffen
De voorraad
De aanhanger Het industrieterrein Afleveren Overnemen De delfstof
Industrieterrein
Een industrieterrein is een plaats waar veel fabrieken bij elkaar staan.
De fabriekshal Een fabriekshal is een grote ruimte in een fabriek. Deze fabriekshal kan je vinden in bedrijven waar met machines producten gemaakt worden.
De aanhanger Een aanhanger is een wagen of kar die achter een auto kan worden gehangen.
Allergrootste Allergrootste betekent het grootst van allemaal. Groot Groter Grootst Allergrootst
De delfstof
Een delfstof is een stof die uit de grond wordt gehaald om er iets van te maken. Zout en olie zijn delfstoffen.
Afleveren “Ik kom deze doosjes afleveren”, zegt de mevrouw op de fiets. Afleveren is een ander woord voor bezorgen.
De voorraad Dat zijn de spullen die bewaard worden om ze later te gebruiken en er iets van te maken OF om ze later te verkopen.
Overnemen Een man vraagt: “zal ik het overnemen?” Daarmee bedoelt hij: “Zal ik het van je aanpakken?” of “Zal ik jouw werk doen?”. Overnemen betekent hier: iets aanpakken zodat de ander het los kan laten, of verder gaan met het werk van een ander, zodat die kan ophouden.
Aantreffen
Aantreffen wil zeggen: ergens komen en daar iets of iemand vinden.
De fabriekshal Allergrootst
Aantreffen
De voorraad
De aanhanger Het industrieterrein Afleveren Overnemen De delfstof
1.2 fietsen maken
De inrichting
De kostprijs De winst
Opbergen
De pin
De werkplaats
Een lesje leren
Bazig
Plaatsen
De werkplaats Een werkplaats is een ruimte waar dingen worden gemaakt. In een werkplaats ligt gereedschap en soms staan er machines.
De inrichting De werkplaats is op een bepaalde manier ingedeeld; dat noemen we de inrichting. Alle spullen staan op een bepaalde plaats, de werkplaats is ingericht om er handig te kunnen werken.
Een pin
Een pin is een klein metalen of houten staafje waarmee je iets vastmaakt.
Opbergen Het meisje ruimt de spullen op. Als je iets bergt of opbergt dan ruim je het op.
Geplaatst
Als je iets plaatst, dan geef je het een plaats. Plaatsen is iets ergens neerzetten of neerleggen. Hier wordt een raam geplaatst.
Een lesje leren De leerling-fietsenmaker heeft de fietsen hard tegen elkaar geplaatst. Een paar fietsen zijn kapot. De fietsenmaker is boos en zegt: “Ik zal je een lesje leren.” Hij bedoelt hiermee dat de leerling moet begrijpen dat hij dit niet meer op die manier moet doen. Dat moet hij inzien. De man zal hem een lesje leren.
Bazig
Van iemand die de baas wil spelen, zeg je dat hij bazig is.
Kostprijs De kostprijs is het geld dat je hebt moeten betalen om iets te kopen of te maken.
Winst
Winst heb je als je iets verkoopt voor meer geld dan dat je zelf betaald heb.
De inrichting
De kostprijs De winst
Opbergen
De pin
De werkplaats
Een lesje leren
Bazig
Plaatsen
1.3 werk zoeken
De informatiebalie
Een informatiebalie is een toonbank of tafel. Bij de toonbank, de balie, kun je informatie krijgen.
Overhandigen Overhandigen betekent hetzelfde als geven.
Nu je weet dat overhandigen hetzelfde betekent als geven, wie kan mij dan een blaadje overhandigen?
Een baan
Het werk dat je doet om geld te verdienen. Kun je voorbeelden van een baan geven?
Het salaris Op het grote formulier staat het woord salaris. Het salaris is het geld dat je verdient met werken. Loon is een ander woord voor salaris.
De belasting
Op het grote formulier staat ook het woord de belasting. Iedereen die werkt betaalt een deel van het salaris aan de regering. Dat noemen we belasting. De regering doet veel verschillende dingen met dat geld. Van belastinggeld worden wegen aangelegd, scholen en ziekenhuizen gebouwd en er wordt geld gegeven aan mensen die zelf niet kunnen werken.
Amper Een man zoekt een baan waarin hij met computers kan werken; er zijn maar weinig banen in. Er zijn amper banen op het gebied van computers. Amper betekent bijna niet of nauwelijks.
Eromheen De persoon loopt om het rek heen. Hij of zij loopt eromheen.
Als volgt De medewerker zegt: “U moet het als volgt invullen”. Als volgt is een ander woord voor zo.
1.4 de giga
Een reclamefolder
Een blaadje met daarin reclame heet een reclamefolder. Iemand maakt reclame met de bedoeling dat anderen de producten kopen.
Bederven Deze kaas kun je lang bewaren; hij zal niet vlug bederven.
Deze kaas bederft niet vlug, hij gaat niet vlug rotten of schimmelen.
Aanbod
Er is een groot aanbod in chocola. Er zijn veel soorten chocola te krijgen.
Beschikbaar Veel soorten fruit en groenten zijn altijd beschikbaar. Iets is beschikbaar als je het kunt hebben of gebruiken.
Bezorgen
Bezorgen is een ander woord voor ergens naartoe brengen. Als je bij de Giga een wasmachine koopt, wordt die naar je huis gebracht. Afleveren betekent hetzelfde als bezorgen.
Onderhoud Onderhoud betekent voor iets zorgen zodat het goed blijft.
Aan sommige apparaten hoef je niks te doen, ze blijven het ook zonder onderhoud goed doen.
Showroom Een showroom is een ruimte waar dingen, bijvoorbeeld auto’s worden tentoongesteld.
Showroom is een Engels woord; letterlijk betekent het toonkamer.
Concurrentie
Als twee bedrijven hetzelfde product maken, zijn zij concurrenten. Zij proberen hetzelfde te verkopen. Vaak zie je dat door de concurrentie producten steeds goedkoper worden.
1.5 Bijzondere mode
Kan ik u helpen?
De collectie
Aanraden
Aangenaam
Beeldig Enig
De keuze
Aandragen
Collectie De winkel heeft een grote collectie kleding. Collectie is een ander woord voor verzameling.
Ook een verzameling dingen die je spaart, noem je een collectie.
Enig / Beeldig
Een vrouw past een nieuwe jurk. Een andere mevrouw zegt er iets over: “Wat een enige jurk. Hij staat u beeldig.” Zij bedoelt met deze woorden dat ze de jurk erg mooi vind. Een enige jurk, dat is een heel leuke jurk, ook wel een schattige jurk. Hij staat u beeldig, hij staat u prachtig, schattig.
“Kan ik u helpen?” Verkopers zeggen vaak: “Kan ik u helpen?” Dat betekent: “kan ik iets voor u doen of hebt u vragen over wat u wilt kopen?”
Een keuze De verkoopster zegt: “kan ik u helpen?”. Er wordt dan bedoeld: kan ik u helpen bij het maken van een keuze.
Als je kiest maak je een keuze, je zoekt dan iets uit twee of meer dingen of mensen.
Aanraden De mevrouw vraagt aan de verkoopster: “Welke jas kan ik het beste kopen? Welke jas raadt u mij aan?” Als je iemand iets aanraadt, dan vertel je de ander wat hij of zij het beste kan doen.
Aandragen
De verkoopster laat de mevrouw verschillende sjaals zien. Zij draagt ideeën aan over sjaals die mooi bij de jas passen. Ideeën aandragen betekent ideeën naar voren brengen.
Aangenaam De stof voelt aangenaam aan. De stof voelt prettig of lekker aan.
Een knuffelbeer is lekker zacht. Hij voelt aangenaam aan.
Kan ik u helpen?
De collectie
Aanraden
Aangenaam
Beeldig Enig
De keuze
Aandragen
1.6 Garage Jansen
Het aanplakbiljet Als het ware Overbrengen
De slagzin De kwaliteit Afdrukken De merknaam
De service
Aanplakbiljet Een aanplakbiljet is een vel papier, met informatie of reclame, dat op muren geplakt wordt.
Een poster en een aanplakbiljet zijn hetzelfde.
De slagzin Een slagzin is een korte, mooi bedachte zin waarmee reclame gemaakt wordt.
Weet iemand een slagzin die je vaak hoort bij een bepaalde reclame?
De merknaam Een merknaam is de naam die een fabrikant geeft aan de producten die hij maakt.
Welke merken ken je?
Afgedrukt Afdrukken is net zoiets als kopiëren.
Kun je nu uitleggen wat afdrukken is?
Als het ware Op het papier staat een slagzin: “De Mega Super is als het ware je beste vriend.” Als het ware geeft aan waarmee je iets kunt vergelijken, alsof. De auto wordt vergeleken met een vriend, alsof een auto een vriend kan zijn.
De kwaliteit
De kwaliteit zegt iets over de waarde van voorwerpen: spullen van goede kwaliteit zijn goed, ze gaan niet gauw kapot.
De service
Als een garage of winkel goede service geeft, worden de klanten goed geholpen. Bijvoorbeeld: Bij een garage wordt de auto meteen gemaakt en de klant hoeft soms niet te betalen.
Overbrengen Overbrengen is iets of iemand naar een andere plaats brengen, maar hier gaat het om het brengen van infoformatie van het blad naar de lezer: het overbrengen van informatie.
Zouden de foto’s en de tekst op het informatieblad de boodschap goed overbrengen?
Het aanplakbiljet Als het ware Overbrengen
De slagzin De kwaliteit Afdrukken De merknaam
De service