De toenemende vervlechting tussen werk en privé
Randstad arbeidsmarktstudie 2009
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 1
De toenemende vervlechting tussen werk en privé
1. Inleiding …………….…………………………………………………………………………………
3
2. Methodologie ………………………………………………………………………………………..
4
3. In welke mate lopen werk en privé door elkaar? ……………………………….
4
4. Aan het werk in de privé-sfeer ………..…………………………………………………..
9
5. Hoeveel uren werkt men gemiddeld in de privé-sfeer? ………………………
11
6. Welke taken worden gedaan? ……………………………………………………………..
12
7. Waarom werkt men in de privé-sfeer? …………………………………………………
13
8. Vindt men het storend om thuis of in de privé-sfeer te werken ………….
14
na de kantooruren?
9. Het regelen van privé-zaken tijdens de werkuren? …………………………….
15
10. Welke privé-zaken worden geregeld tijden de werkuren? ………………..
15
11. Belangrijkste conclusies ………………………………………………………………………
17
12. Slotbedenking ………………………………………………………………………………………
18
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 2
1. Inleiding Dat werk heel belangrijk is in een mensenleven zullen weinigen betwisten. Werk dient in de eerste plaats om een inkomen te verwerven om menswaardig te kunnen leven. Maar werk heeft nog heel wat andere functies: het biedt mogelijkheden tot zelfrealisatie, het structureert ons leven, het biedt ons een kans om een bijdrage te leveren aan de samenleving, het zorgt voor sociale contacten, het zorgt voor status en het vult onze identiteit voor een belangrijk deel in (Jahoda, 1971). Vorig jaar publiceerde de populaire denker Alain de Botton het boek ‘Ode aan de arbeid’ waar hij dieper ingaat op de opmerkelijke vaststelling dat werk, naast liefde, de belangrijkste factor is die zin kan geven aan ons bestaan (De Botton, 2008). In een reeks studies wil Randstad aandacht besteden aan de meer verborgen aspecten van werk. Twee jaar geleden zag een studie het levenslicht waarin werd ingegaan op één van de belangrijke functies van werk: de mogelijkheid tot het ontwikkelen van sociale contacten. Uit de studie bleek dat er in zeer veel gevallen sprake is van een warme werkplek. Op het werk wordt niet alleen over werk in strikte zin gepraat maar komen ook veel persoonlijke zaken uit de privésfeer aan bod. Meer dan de helft van alle werknemers biedt steun aan collega’s bij privéproblemen. Er ontwikkelen zich heel wat vriendschappelijke en zelfs liefdesrelaties. Veel werkplekken verwijzen, door een persoonlijke aankleding, naar de privé-sfeer. Buiten de werktijd trekken werkcollega’s verrassend veel met elkaar op. De helft van alle werknemers komt bij collega’s in de privé-woning. Dat werknemers ophouden mens te zijn op het werk en dat ze door werkgevers behandeld worden als robotten die enkel moeten produceren werd in deze studie heel duidelijk weerlegd (Randstad, 2007). De nieuwe studie van Randstad bouwt verder op de inzichten van de vorige. Een belangrijke rode draad in die studie was dat het privé-leven sterk aanwezig is op het werk. In de nieuwe studie wordt dit gegeven verder uitgewerkt. Het privé-leven is nl. niet alleen sterk aanwezig op het werk - door de technologische mogelijkheden is dit nu wellicht meer dan ooit het geval - het omgekeerde is ook waar. Het werk doet meer en meer zijn intrede in de privé-sfeer. In de Engelse taal is hiervoor al een nieuw woord bedacht: weisure time (een samenvoeging van work en leisure). Het gaat daarbij niet alleen om de meer klassieke vormen van thuiswerk. Het kaderlid die ‘s avonds op de blackberry nog enkele e-mails beantwoordt zal zich in een wetenschappelijk onderzoek wellicht niet outen als een thuiswerker. In deze nieuwe studie willen we meer zicht krijgen op deze feitelijke situatie. Welke rol speelt het betaalde werk in de privé-tijd (dus buiten de traditionele werkuren) en welke privé-activiteiten vinden plaats op de werkplek zijn de centrale vragen. Deze studie gaat dus in essentie niet over thuis- of telewerk in de traditionele zin d.w.z. over het thuis of in een satellietkantoor werken tijdens de kantooruren. Met deze studie wil Randstad de thematiek van een goede balans tussen werk en privé verbreden. Meestal wordt daarbij uitgegaan van twee aparte levenssferen. Tot op heden werd relatief weinig aandacht besteed aan het elkaar wederzijds binnendringen van beide levenssferen. Met deze studie wordt een tipje van de sluier opgelicht. Twee vragen staan centraal. In welke mate is er inderdaad sprake van het elkaar wederzijds binnendringen van werk- en privé-sfeer en hoe percipiëren de werknemers deze evolutie. Zoals steeds is het de bedoeling om de problematiek in de breedte te schetsen.
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 3
2. Methodologie De studie vond plaats bij 2000 respondenten. Voor dit onderzoek werden enkel bedienden en kaderleden bevraagd, geen arbeiders. Daarmee wordt niet gesuggereerd dat de problematiek bij arbeiders niet speelt. Wel is dit bij deze categorie minder uitgesproken. Meer dan bij bedienden en kaderleden vormen werk en privé-leven bij arbeiders duidelijk aparte levenssferen.
3. In welke mate lopen werk en privé-leven door elkaar? Aan de 2000 respondenten werd vooreerst algemeen gevraagd in welke mate privé en professioneel leven met elkaar verstrengeld zijn. Voor 60% is er sprake van eerder aparte levenssferen. Zij geven een score van hooguit 4 op een schaal van 10 waarbij 1 staat voor volledige scheiding en 10 voor volledige vervlechting. Bij bijna één op vier werknemers is er sprake van een volledige scheiding (score 1). Voor 40% is er wel sprake van een duidelijke verstrengeling. Zij geven een score van minstens 5 op een schaal van 10. Voor één op acht werknemers lopen werk en privé sterk door elkaar met scores van 8 of meer. Deze resultaten maken meteen duidelijk dat het door elkaar lopen van werk en privé op vrij grote schaal voorkomt, maar ook weer niet moet veralgemeend worden. Er zijn in deze wel vrij grote verschillen tussen de kaderleden, de hogere bedienden en de gewone bedienden. Bij deze laatste groep is werk en privé bij slechts één op drie nogal sterk met elkaar vervlochten, bij hogere bedienden is dit de helft en bij de kaderleden 60%. Ook bij kaderleden is er dus een vrij grote groep (40%) waarbij werk en privé-leven nog steeds vrij sterk van elkaar zijn gescheiden. Bij slechts 7% is deze scheiding echter volledig (score 1). Bij gewone bedienden loopt dit op tot 28%. Grafiek 1: In welke mate lopen werk en privé door elkaar? Verschil tussen gewone bediende, hogere bediende en kaderlid. (score op schaal van 10) 10 0 % 90% 80%
4 1% 50 %
70 %
60% 68%
60% 50 % 34%
40% 33%
30% 2 7% 23%
20%
2 5%
10 %
16 %
13 %
9%
Totaal
Gewone bediende
0%
8-10
Hogere bediende
5-7
1 = volledig gescheiden
Kaderlid
1-4
10 = sterk verweven
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 4
Er zijn aanwijzingen dat het door elkaar lopen van werk en privé toeneemt met de leeftijd. Naarmate mensen carrière maken in het bedrijf is het voorspelbaar dat werk en privé meer en meer door elkaar beginnen lopen. Naar het einde van de loopbaan zou dit dan weer kunnen afnemen. Dit wordt bevestigd door onze gegevens maar het verband blijft vrij zwak. Jongeren onder de 25 jaar scoren een gemiddelde van 3,7. Na 25 loopt dit op tot 4,1. De hoogste score wordt gehaald door de groep tussen 30 en 40 jaar (4,2). Nadien daalt de score weer tot 3,9 voor de 50 plussers. Het door elkaar lopen van werk en privé is voor een bepaalde groep werknemers blijkbaar een gegeven dat zich vrijwel meteen in de loopbaan manifesteert. Even opmerkelijk is dat er geen groot noemenswaardig verschil is tussen mannen en vrouwen. Men zou zich kunnen voorstellen dat vrouwen de privé-sfeer wat meer afschermen tegenover het werk. Vrouwen vinden een goede afstemming tussen werk en privé nl. belangrijker dan mannen. De cijfers bevestigen dit, maar het verschil is klein. Vrouwen scoren gemiddeld 3,8 en mannen 4,2 (op een schaal van 10). Dit verschil verdwijnt trouwens volledig als we rekening houden met het feit dat mannen proportioneel meer als kaderlid werken dan vrouwen. Bij de gewone bedienden merken we wat dit aspect betreft geen verschil tussen mannen en vrouwen. Bij kaderleden en hogere bedienden is het verschil minimaal en statistisch niet meer relevant. Tabel 1: In welke mate lopen werk en privé door elkaar? Verschil tussen mannen en vrouwen bij gewone bedienden. Index
Man
Vrouw
1-4
67%
68%
5-7
24%
23%
8-10
9%
9%
1 = helemaal niet
10 = volledig
Een relatief groot verschil vinden we tussen voltijdse en deeltijdse medewerkers. Bij deeltijdse medewerkers loopt werk en privé minder door elkaar dan bij voltijders (resp. 3,5 en 4,2). Dat medewerkers die regelmatig thuis werken tijdens de kantooruren meer rapporteren dat werk en privé door elkaar loopt is ook logisch (5,8 t.o.v. 3,4).
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 5
Grafiek 2: In welke mate lopen werk en privé door elkaar? Verschillen tussen doelgroepen. (score op schaal van 10)
100% 90%
31%
80% 70%
60%
63%
58%
57%
62%
63%
58%
63%
60%
68%
58%
71%
50%
41%
8-10
16%
12%
14%
14%
12%
9% Deeltijds
28%
5-7
1 = volledig gescheiden
22% 14%
8%
28% Thuiswerk
23%
Geen thuiswerk
25%
Voltijds
0%
28%
Vrouw
11%
12%
22%
Man
13%
25-29 jaar
10%
27%
50 jaar of meer
27%
40–49 jaar
30%
27%
20%
30–39 jaar
26%
18-24 jaar
30%
Totaal
40%
1-4
10 = sterk verweven
Trendwatchers hebben snel de neiging om een bepaald opmerkelijk fenomeen meteen tot nieuwe trend te bombarderen. Het steeds meer door elkaar lopen van werk en privé zou zo gemakkelijk als trend kunnen worden beschouwd. Maar is dit wel zo? Om dit te kunnen staven zouden we moeten kunnen vergelijken met enkele jaren geleden. Dit is niet mogelijk omdat er over dit fenomeen geen vroegere studies bekend zijn, laat staan dat ze vergelijkbaar zouden zijn met de huidige studie. Om hierop toch enig zicht te krijgen werd aan de respondenten de vraag gesteld of werk en privé nu meer of minder door elkaar lopen dan 5 jaar geleden. De resultaten zijn opnieuw vrij opmerkelijk. Bij kaderleden en hogere bedienden is er inderdaad sprake van een stijging maar deze is niet spectaculair. 36% van de kaderleden rapporteert een stijging maar daar staat tegenover dat 22% een daling noteert. Ongeveer dezelfde verhouding vinden we bij de hogere bedienden. Bij de gewone bedienden is er echter geen sprake van een stijging de voorbije 5 jaar. Eén op vier noteert een stijging, maar een fractie meer noteert een daling. De toenemende vervlechting tussen werk en privé doet zich het meest voor bij de leeftijdscategorie tussen 30 en 39 jaar. Bij 33% is er sprake van een stijging, bij 25% van een daling. Er is in deze zeker ook sprake van een loopbaanfenomeen. Tussen de 30 en 39 jaar komt de loopbaan in een stroomversnelling. Dit leidt er toe dat er ook meer in de privé-sfeer wordt gewerkt. Conclusie: er is inderdaad sprake van een toenemende vervlechting van werk en privé, maar de toename is niet spectaculair en blijft beperkt tot de hogere profielen.
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 6
Grafiek 3: In welke mate is dit meer/minder dan 5 jaar geleden?
100% 90%
26%
28%
23%
22%
41%
42%
36%
36%
80% 70% 60% 50%
46%
49%
40% 30% 20%
28%
24%
10%
meer
idem
Kaderlid
Hogere bediende
Totaal
Gewone bediende
0%
minder
De vervlechting tussen werk en privé is een duidelijk vast te stellen fenomeen. Een nog belangrijkere vraag is hoe de respondenten dit zelf evalueren. Om hierop zicht te krijgen werd gevraagd of privé en werk op een vlotte manier kan worden gecombineerd. Respondenten konden dit evalueren door een score te geven van 1 tot 10. Hoe hoger de score hoe positiever deze vervlechting wordt geëvalueerd. De gemiddelde score van 7,1 spreekt boekdelen. Voor de helft van alle respondenten verloopt dit zeer vlot (een score van minimum 8 op 10). Voor één op drie is dit al iets moeizamer maar is de balans nog steeds positief. Voor 15% is er sprake van een moeilijke combinatie (score 1 tot 4). Al bij al geven deze resultaten aan dat het met de globale combinatie van privé en werk wel meevalt. Opmerkelijk is dat deze conclusie opgaat voor alle doelgroepen. Zo zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen niet relevant. Qua leeftijd merken we op dat de groep tussen de 30 en 40 jaar een iets lagere score (6,8) haalt dan de jongeren en de ouderen. Bij de kaderleden is er sprake van een iets moeilijkere balans, maar ook hier is het globale balans positief met een gemiddelde score van 6,9. Het meest opmerkelijke resultaat is dat werknemers die thuiswerken tijdens normale kantooruren minder positief scoren dan werknemers die dit niet doen (resp. 6,7 en 7,2). Werknemers die meerdere keren per week thuiswerken scoren nog lager (6,4) dan zij die dit zeer occasioneel doen. De reden is dat degenen die ook al in de normale kantooruren thuis werken sowieso werk en privé meer door elkaar zien lopen. Naast vele baten brengt dit blijkbaar ook kosten met zich mee. Deze globaal positieve resultaten bevestigen ander onderzoek waaruit blijkt dat de grote meerderheid van de werknemers werk en privé op een redelijk vlotte manier kunnen combineren. Onderzoek van de Sociaal Economische Raad Vlaanderen (SERV) heeft uitgewezen dat slechts 11% van de werknemers de afstemming werk en privé als problematisch bestempelen (SERV, 2009). Dit cijfer ligt nog onder het resultaat van dit onderzoek, maar dit is vermoedelijk te verklaren vanuit het feit dat in het SERV-onderzoek ook arbeiders werden meegenomen.
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 7
Een belangrijke vraag die zich opdringt is of het sterk door elkaar lopen van werk en privé samenhangt met het vlot kunnen combineren van werk en privé. De hypothese luidt dan dat werknemers bij wie werk en privé sterk door elkaar lopen het ook moeilijker hebben om werk en privé te combineren. Dat blijkt ook uit de resultaten. Bij degenen waar werk en privé slechts in beperkte mate door elkaar lopen (score 1-4 op schaal van 10) heeft slechts 11% aan dat werk en privé moeilijk kan gecombineerd worden. Bij degenen waar werk en privé sterk door elkaar lopen (score 8-10 op schaal van 10) is dit 28%. Daartegenover staat dat ook voor de groep waar werk en privé sterk door elkaar loopt twee derde van de werknemers vindt dat werk en privé redelijk (5-7) tot zeer vlot (8-10) kan worden gecombineerd. Het sterk door elkaar lopen van werk en privé betekent niet automatisch dat werk en privé niet vlot kunnen gecombineerd worden. De eindconclusie luidt dat het door elkaar lopen van werk en privé een goede afstemming tussen werk en privé in bepaalde gevallen onder druk kan zetten, maar dat dit zeker geen algemeen gegeven is.
Tabel 2: Hangt het sterk door elkaar lopen van werk en privé samen met het vlot combineren van werk en privé?
1 = niet te combineren 1 = niet verweven
10 = goed te combineren 10 = sterk verweven
De respondenten zijn alles bij elkaar genomen ook positief over het bedrijf waar ze werken tenminste voor wat dit aspect betreft. Ze zijn van mening dat het bedrijf waar ze werken voldoende doet om werk en privé-leven te combineren en geven een gemiddelde scoren van 6,5. Slechts één op vijf werknemers geeft het eigen bedrijf een onvoldoende in deze (een score van minder dan 5 op 10). Iets meer dan 40% is zeer tevreden met scores van minimaal 8. Opnieuw stellen we weinig verschillen vast tussen de doelgroepen. Werknemers uit de nonprofit stellen zich in deze iets kritischer op met een score van 6,1. Hetzelfde geldt voor werknemers die regelmatig thuiswerken (6,2). Zoals kan worden verwacht is er een zeer duidelijk verband tussen het niet vlot kunnen combineren tussen werk en privé en de tevredenheid over het bedrijf wat dit aspect betreft. Als men werk en privé niet goed kan combineren dan wordt de oorzaak daar hoofdzakelijk voor bij het bedrijf gelegd.
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 8
Tabel 3: Doet uw bedrijf voldoende zodat u werk en privé-leven op een vlotte manier kan combineren?
1 = bedrijf doet weinig 1 = geen vlotte combinatie
10 = bedrijf doet veel 10 = héél vlotte combinatie
4. Aan het werk in de privé-sfeer Tot nu toe werd over de (toenemende) vervlechting van werk en privé in algemene termen gesproken. De vraag duikt onmiddellijk op wat dit in de praktijk precies betekent? Er is een groot verschil tussen degene die occasioneel eens een é-mailtje verstuurt ‘s avonds voor t.v. en iemand die nog enkele uren werkt aan een rapport. In het onderzoek werd gepoogd hier enige klaarheid in te brengen. Vooreerst werd nagegaan over welke technische hulpmiddelen de respondenten thuis beschikken.
Tabel 4: Over welke technische hulpmiddelen beschikken de respondenten thuis? Ja (privé)
Ja (van bedrijf of betaald door bedrijf)
GSM zonder connectie naar bedrijfsmail
67%
10%
GSM met connectie naar bedrijfsmail
7%
8%
Huistelefoon
61%
3%
Portabel PC zonder toegang (thuis) tot bedrijfsmail
30%
3%
Portabel PC met toegang (thuis) tot bedrijfsmail
17%
10%
Portabel PC met volledige toegang (thuis) tot alle werksystemen (echte werkplek)
8%
8%
Vaste PC thuis zonder toegang tot bedrijfsmail
39%
2%
Vaste PC thuis met toegang tot bedrijfsmail
18%
3%
Vaste PC thuis met volledige toegang tot alle werksystemen (echte werkplek)
8%
2%
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 9
Globaal genomen beschikken respondenten over verschillende technische hulpmiddelen die het werken thuis vergemakkelijken en stimuleren. Wie thuis niet beschikt over laptop of vaste computer of een mobiele telefoon met connectie naar de bedrijfsmail is simpelweg niet in de mogelijkheid om e-mails van thuis uit of in de privé-tijd te versturen. De GSM zonder connectie met de bedrijfsmail (78%) is samen met de huistelefoon (64%) het meest verspreide technische hulpmiddel die de respondenten bezitten. Deze worden echter slechts in weinig gevallen betaald door het bedrijf wat in combinatie met de niet-connectie met de bedrijfsmail doet vermoeden dat ze niet zeer veel voor professionele doeleinden gebruikt worden. Na de GSM en de huistelefoon volgen de portable (33%) of de vaste computer (40%) zonder connectie met de bedrijfsmail. Ook deze hulpmiddelen zijn zelden bezit van het bedrijf of worden door deze betaald wat opnieuw doet vermoeden dat ze weinig voor professionele doeleinden worden ingezet. Technische hulpmiddelen die duidelijk wel voor beroepsdoeleinden worden ingezet komen duidelijk minder voor. Meest voorkomend is de portabel met toegang tot de bedrijfsmail (27%). In slechts 40% van de gevallen wordt deze portabel door het bedrijf betaald. Een vaste computer met toegang tot de bedrijfsmail komt voor bij 21% van de respondenten. In slechts één op zeven gevallen is deze door het bedrijf betaald. Minder voorkomend is de mobiele telefoon met connectie naar de bedrijfsmail (15%). In de helft van de gevallen wordt deze door het bedrijf betaald. Echte werkplekken zijn nog zeldzamer. Het gaat dan om een portable (15%) of een vaste computer (9%) met toegang tot alle werksystemen die men op het werk gebruikt. Ook deze systemen worden niet altijd door het bedrijf betaald. Bij de portabel is dat in 50% van de gevallen, bij de vaste computer is dat slechts in 20% van de gevallen. Als de verschillende hulpmiddelen bij elkaar worden opgeteld stellen we vast dat net niet de helft van de werknemers op één of andere manier aangesloten is op de e-mail van het bedrijf. Bij kaderleden is dit 74%, bij degenen die regelmatig thuis werken tijdens de kantooruren 77%. Bedrijven blijken globaal genomen niet zeer scheutig om de kosten van deze middelen op zich te nemen. Alleen bij de portabel met toegang tot alle werksystemen is dit zo in de helft van de gevallen.
Tabel 5: Hoeveel % heeft thuis ten minste toegang tot bedrijfsmail? Totaal
48%
Gewone bediende
37%
Hogere bediende
62%
Kaderlid
74%
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 10
5. Hoeveel uren werkt men gemiddeld in de privé-sfeer? Iets meer dan de helft van de werknemers werkt nooit of bijna nooit (minder dan één uur op weekbasis) in de privé-sfeer buiten de werkuren. Een kleine helft doet dit dus wel. Daartegenover staat dan weer dat dit meestal beperkt is. Bij zo’n 20% gaat het om maximum 3 uur per week. Bij 16% gaat het om meer dan 6 uur per week wat neerkomt op gemiddeld meer dan één uur per dag.
Tabel 6: Hoeveel uren werkt men in de privé-sfeer? Week
Weekend
Vakantie/week
54%
71%
78%
8%
8%
6%
2-3 uur
14%
10%
6%
4-5 uur
9%
7%
3%
6-10 uur
10%
3%
3%
> 10 uur
6%
1%
3%
Niet of minder dan een uur
1 uur
De verschillen tussen de doelgroepen liggen voor de hand. Mannen werken meer uren buiten de kantooruren en in de privé-sfeer dan vrouwen, maar het verschil is vrij beperkt en is bijna volledig terug te voeren tot verschillen in beroepsgroepen. Jongeren werken ook minder in de privé-sfeer buiten de kantooruren dan gemiddeld. Het meest aantal uren wordt geklopt door de groep tussen de 30 en de 50 jaar. Nadien neemt het werken in de privé-sfeer in intensiteit weer wat af. Dit heeft minder te maken met de specificiteit van generaties dan met de opbouw van traditionele loopbanen waar het hoogtepunt zich inderdaad manifesteert tussen de 30 en de 50 jaar. Een groot verschil merken we tussen de functies. Kaderleden werken veel meer buiten de kantooruren in de privé-sfeer dan hogere bedienden. Met 71% kunnen we zelfs stellen dat werken in de privé-sfeer de norm is bij deze beroepscategorie. Hogere bedienden werken op hun beurt veel meer in de privé-sfeer dan gewone bedienden. Maar zelfs bij deze laatste groep is er bijna 40% die zeer geregeld in de privé-sfeer thuis werken. Het grootste verschil stellen we vast tussen de groep werknemers die ook thuiswerken tijdens de traditionele kantooruren. Wie thuis werkt tijdens de kantooruren doet dit in de meerderheid van de gevallen ook daarbuiten (80%). Bij de groep die niet thuis werkt daalt dit percentage naar 35%. Werknemers die de beschikking hebben over hulpmiddelen die toegang geven tot de bedrijfsmail gebruiken deze in één op drie gevallen niet. In dit onderzoek maakten we voor wat het werken in de privé-sfeer buiten de werktijd betreft een onderscheid tussen de week, het weekend en de vakanties. De voor de hand liggende hypothese luidt dat er meer tijdens de week dan tijdens het weekend wordt gewerkt en het minst tijdens de vakanties. Dat blijkt ook uit de resultaten. Hoewel de vrije tijd van het weekend duidelijk meer als vrije tijd wordt ingevuld is toch nog bijna één derde van de werknemers ook regelmatig (meer dan 1 uur per weekend) aan de slag. Voor de grote meerderheid is dit maximum 2 à 3 uur.
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 11
Zo’n 12% van alle werknemers werkt gemiddeld meer dan 3 uur per weekend. De verschillen tussen de doelgroepen lopen vrij synchroon. Het zijn mannen, de groep tussen 30 en 50 en kaderleden die het meest tijdens het weekend werken. Tijdens vakanties is nog altijd 1 op 5 van de werknemers regelmatig (minstens één uur per week) aan het werk. Voor de helft daarvan gaat het om maximum 2 uur per week. Voor kaderleden is dit geen uitzonderlijke situatie. Iets meer dan 40% werkt regelmatig tijdens de vakanties. Interessant is dat de traditionele verschillen tussen de leeftijdsgroepen hier niet terug komen. De globale conclusie is dat het werken in de privé-sfeer buiten de werktijden eigenlijk vrij veel voorkomt. Maar in de meeste gevallen blijft dit beperkt tot hooguit enkele uren per week of in het weekend. Hier mag niet vergeten worden dat overuren ook gewoon op het bedrijf zelf kunnen plaatsvinden. Het gemiddeld aantal overuren ligt dus hoger dan hetgeen in dit rapport wordt weergegeven. Het werken in de privé-sfeer buiten de werkuren gebeurt uiteraard vooral thuis. Maar ook elders wordt er gewerkt. Een kwart van de werknemers die meer dan 1 uur per week in de privé-sfeer werken geven aan dat ze ook op andere plaatsen werken (b.v. tijdens het wachten terwijl de kinderen sporten).
6. Welke taken worden gedaan? Het is belangrijk om weten welke taken er nu precies worden uitgevoerd in de privé-sfeer buiten de kantooruren. Een algemene vraag of het om specifieke zaken gaat of alle werkzaamheden die geen directe contacten met collega’s vereisen levert een gemengd beeld op. In de helft van de gevallen gaat het om heel specifieke werkzaamheden, in de andere helft komen in principe alle werkzaamheden in aanmerking. Een overzicht van de specifieke zaken die worden gedaan levert het volgende beeld op.
Tabel 7: Welke werkzaamheden worden in de privé-sfeer gedaan? % die dit doen Mail nakijken
65%
Rapporten en documenten lezen
57%
Taken voorbereiden voor de dag erna
52%
Bellen met collega's
49%
Zoeken op het internet
45%
Allerlei kleinere, organisatorische zaken doen
43%
Rapporten of memo's maken
37%
Presentaties maken
32%
De meest uitgevoerde taak is het nalezen van de mail. Op de tweede plaats staat het lezen van rapporten of documenten. Dan volgen het voorbereiden van allerlei zaken voor de volgende dag en het bellen met collega’s. Het maken van presentaties, rapporten of memo’s komt het minst voor. De nadruk ligt dus op lichtere taken. arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 12
7. Waarom werkt men in de privé-sfeer? Het belangrijkste argument om in de privé-sfeer te werken buiten de kantooruren is meteen een belangrijk argument voor thuis- of telewerk in het algemeen. Het is de rust die men blijkbaar niet op kantoor aantreft die werknemers in de privé-sfeer ook aan de slag doen gaan buiten de werkuren. Het ongestoord kunnen werken is blijkbaar voor veel werknemers een behoefte waaraan niet altijd voldaan wordt op kantoor. De tweede reden is negatiever van aard en wijst op een tekort aan tijd voor het vereiste werk. Reden nummer drie wijst dan weer op de bevlogenheid van veel werknemers. Omdat ze mee willen zijn met alles zien ze er niet tegen op om ook in de privé-sfeer te werken. De volgende reden is dan weer negatiever. Men doet het omdat men ertoe verplicht wordt. Hier is duidelijk geen sprake van vrije keuze. Het bewust door elkaar laten lopen van werk en privé als een soort alternatieve levensstijl wordt het minst vernoemd. Het gaat echter niet om een marginaal fenomeen. In het Engels heeft men het over de ‘weisure lifestyle’. Samengevat kunnen we spreken van een duale realiteit. Het werken in de privé-sfeer buiten de kantooruren wordt zowel positief als negatief geduid. Heel wat werknemers zien het als iets wat hen door het bedrijf wordt opgelegd. Een minstens even grote groep doet het uit inhoudelijke betrokkenheid met de job en het bedrijf en uit bevlogenheid. De toenemende vervlechting van werk en privé heeft ontegensprekelijk te maken met de grotere nadruk in de managementsystemen van input naar output. Zolang managementsystemen vooral op input gebaseerd waren, was er minder nood om werk mee te nemen naar huis en om ook in het weekend of zelfs op vakantie te werken. Nu meer en meer werknemers vooral op output worden beoordeeld, is men natuurlijk nooit klaar. Output kan nu éénmaal overal en altijd geleverd worden.
Tabel 8: Welke redenen heeft men om in de privé-sfeer te werken % die reden opgeven Omdat ik dan rustig alles kan doornemen zonder gestoord te worden
57%
Omdat ik tijd te kort heb
55%
Omdat ik altijd met alles bij wil zijn
45%
Omdat ik ertoe verplicht word in de job die ik doe
38%
Omdat ik dit doe uit loyaliteit voor het bedrijf
34%
Omdat dit best aansluit bij mijn levensstijl (privé-zaken tijdens werkuren en omgekeerd)
23%
Omdat het een soort verslaving is (ik kan niet zonder)
11%
Andere
7%
Het onderscheid tussen bedienden, hogere bedienden en kaders leert dat gewone bedienden weliswaar minder in de privé-sfeer werken maar als ze dit doen hiertoe ook meer naar eigen zeggen verplicht worden. Kaderleden benadrukken meer dan gemiddeld het tekort aan tijd en de rust van het werken in de privé-tijd.
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 13
Tabel 9: Waarom werkt men in de privé-sfeer? Scores per doelgroep. Gewone bediende
Hogere bediende
Kaderlid
Omdat ik tijd te kort heb
49%
55%
68%
Omdat ik dan rustig alles kan doornemen zonder gestoord te worden
56%
53%
65%
Omdat ik ertoe verplicht word in de job die ik doe
39%
40%
34%
Omdat ik altijd met alles bij wil zijn
47%
43%
44%
Omdat ik dit doe uit loyaliteit voor het bedrijf
34%
37%
33%
Omdat dit best aansluit bij mijn levensstijl (privé-zaken tijdens werkuren en omgekeerd)
21%
24%
26%
Omdat het een soort verslaving is (ik kan niet zonder)
11%
15%
7%
8%
6%
4%
Andere
8. Vindt men het storend om thuis of in de privé-sfeer te werken na de kantooruren? 42% van de respondenten vindt het storend tot heel storend om thuis of in de privé-sfeer te werken buiten de kantooruren. Het gaat echter dikwijls om werknemers die bijna nooit in dergelijke omstandigheden werken. Bij degenen die minstens 3 uur per week thuis of in de privé-sfeer werken vindt nog 30% dit storend tot heel storend. Het meest kritisch zijn dus degenen die het nooit (moeten) doen.
Tabel 10: Is het storend om in de privé-sfeer te werken? # uren a/h werk Helemaal niet storend
Niet erg storend
Storend
Erg storend
0-1 uur
14%
28%
25%
32%
1-2 uur
12%
51%
27%
10%
3-5 uur
14%
59%
22%
5%
meer
18%
52%
23%
7%
totaal
15%
42%
24%
19%
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 14
9. Het regelen van privé-zaken tijdens de werkuren? De vervlechting van werk en privé betekent niet alleen dat werknemers in de privé-sfeer aan het werk zijn maar ook dat op het werk tijdens de kantooruren privé-zaken worden afgehandeld. Er zijn meer werknemers die privé-zaken regelen tijdens de werkuren dan dat er werknemers zijn die in de privé-sfeer werken. Ongeveer de helft van alle werknemers werkt wel eens in de privé-sfeer buiten de kantooruren. Daartegenover staat dat 72% van de werknemers wel eens privé-zaken regelen tijdens de werkuren. Dit aandeel kan echter overschat zijn omdat sommige respondenten deze activiteiten misschien tijdens pauzes uitvoeren. Opmerkelijk is dat er wel degelijk een samenhang is tussen de beide fenomenen. Kaderleden werken meer in de privé-sfeer buiten de kantooruren maar regelen ook meer privé-zaken tijdens de werkuren (81%). Hetzelfde geldt voor mensen die ook tijdens de kantooruren thuis werken en voor de leeftijdscategorie 30-39 jaar. Hier is dus wellicht sprake van een ruil. Tegenover werken in de privé-tijd staat de mogelijkheid om tijdens de kantooruren iets privé te regelen. Bedrijven die een meer restrictieve politiek willen voeren inzake het afhandelen van privé-zaken tijdens het werk doen er goed aan oog te hebben voor deze informele ruil. Het onoordeelkundig beperken van deze privé-activiteiten kan tot gevolg hebben dat de betrokkenen ook minder of helemaal niet meer in de privé-sfeer willen werken.
10. Welke privé-zaken worden geregeld tijden de werkuren? Het plegen van privé-telefoontjes wordt door het grootste aantal werknemers gedaan, gevolgd door het nakijken van privé é-mail. Surfen op het internet en het regelen van privé-problemen volgen in de rij. Als we rekening houden met de duur van de activiteiten komen de surfactiviteiten op de eerste plaats. Volgens de respondenten worden er ook privé-reizen georganiseerd, gesport en gewinkeld tijdens de werkuren. We vermoeden echter dat het activiteiten zijn die minstens gedeeltelijk ook tijdens de pauzes plaatsvinden. Werknemers die gemiddeld meer dan 2 uur per week in de privé-sfeer werken blijken meer dan gemiddeld voor privé-doeleinden te surfen tijdens de kantooruren. Pikant detail: van de werknemers die thuis of in de privé-sfeer nooit iets doen voor het werk blijkt 10% zich meer dan 2 uur per week bezig te houden met privé-zaken tijdens de werkuren. Misschien kan hier een verband worden gelegd met het recent beschreven bore-out syndroom (Rothlin, 2009)? Bore-out is een vorm van stress die voortvloeit uit chronische verveling, onderbevraging en een gebrek aan uitdaging op het werk. Zo’n 15% van de bedienden zouden met dit syndroom te maken hebben.
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 15
Tabel 11: welke privé-zaken worden geregeld tijdens de werkuren? % die dit doen 68% 63% 50% 49% 28% 19% 19% 10% 10% 8% 5%
Privé telefoneren Privé-mail nakijken/sturen Surfen op internet Privé-problemen regelen Zaken voor uw hobby's Winkelen (boodschappen) Reizen organiseren Huishoudelijke taken Chatten Sporten Andere
Grafiek 4: Wat kan of moet het bedrijf doen om werk en privé beter te combineren?
Glijdende werkuren
23%
8%
7%
Zorgen dat het workload niet te hoog is (dat alles tijdens de werkuren kan gedaan worden)
23%
8%
6%
21%
Thuiswerk (tijdens de werkuren) toelaten/promoten
Middelen voorzien om thuis te kunnen werken
Zorgen dat de meetings/seminaries niet buiten de werkuren ('s avonds/weekend) plaatsvinden
Meer deeltijdsformules
0%
1st keuze
5%
16%
8%
11% 9%
6%
6% 6%
7%
5% 5% 10%
2 0%
2e keuze
30 %
40 %
50%
3e keuze
Hoewel glijdende uren aan belang winnen zijn er nog steeds heel wat werknemers die er op dit ogenblik geen beroep op kunnen doen. Het invoeren van glijdende werkuren is voor werknemers nog steeds de belangrijkste maatregel die het bedrijf kan invoeren om werk en privé in het algemeen beter te combineren. 38% van de respondenten duiden deze maatregel aan. Even belangrijk is het beperken van de workload. Dit is logisch in het licht van de vorige bevindingen waaruit blijkt dat heel wat werknemers in de privé-sfeer werken omdat ze het werk niet gedaan krijgen in de normale tijd. Daarnaast pleit maar liefst één derde van de werknemers om thuis te kunnen werken tijdens de werkuren. Ook niet onbelangrijk is het grote aandeel werknemers die behoefte hebben aan meer werkmiddelen om thuis te werken. Eerder rapporteerden we reeds dat in veel gevallen werkmiddelen die thuis worden gebruikt om werk te verrichten niet worden betaald door het bedrijf. Tenslotte wordt door 25% van de werknemers gepleit om seminaries of vergaderingen niet buiten de werkuren te laten plaatsvinden. arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 16
11. Belangrijkste conclusies •
Voor meer dan de helft van de werknemers (60%) vormen werk en privé duidelijk aparte levenssferen. Voor 40% is dit niet zo. Voor die groep is er sprake van een redelijk sterke vervlechting tussen werk en privé. Het door elkaar lopen van werk en privé komt op grote schaal voor maar moet zeker niet veralgemeend worden. Zelfs bij de kaderleden is er een groep van 40% waarbij werk en privé redelijk sterk afgescheiden zijn van elkaar.
•
Er is sprake van een toenemende vervlechting tussen werk en privé. Dit blijft echter beperkt tot de hogere bedienden en de kaderleden. Bij de gewone bedienden wordt dit niet vastgesteld. Ook in de leeftijdsgroep 30-39 jaar is er sprake van een toenemende vervlechting. Het gaat in deze gedeeltelijk om een loopbaanfenomeen.
•
De respondenten evalueren de combinatie tussen werk en privé positief. Voor 15% is er sprake van een moeilijke combinatie. Het is opnieuw de groep tussen 30 en 39 jaar die iets lager scoort maar ook bij deze doelgroep is de absolute score nog steeds positief. Ook kaderleden laten een iets mindere score optekenen. Werknemers waarbij werk en privé sterk door elkaar lopen (score van minimaal 8 op 10) geven in meer gevallen (28%) aan dat werk en privé moeilijk kan gecombineerd worden.
•
Respondenten beschikken in grote getale over technische middelen waarbij in de privé sfeer kan worden gewerkt (gsm, laptop, vaste computer, …). Als de verschillende middelen bij elkaar worden opgeteld blijkt dat net niet de helft van de werknemers van thuis uit aangesloten is op de bedrijfsmail. Bedrijven blijken globaal genomen niet zeer scheutig om tussen te komen in de kosten van deze technische middelen.
•
Iets meer dan de helft van de werknemers werkt nooit of bijna nooit thuis of in de privésfeer buiten de werkuren. Een kleine helft doet dit wel. Bij 20% gaat het om maximum 3 uur per week. Bij één op zes gaat het gemiddeld om meer dan één uur per werkdag. Bij kaderleden is het thuis of in de privé-sfeer werken bijna de norm met 71%. Bij degenen die thuiswerken tijdens de kantooruren blijkt 80% ook buiten de kantooruren thuis te werken. Er wordt minder tijdens het weekend dan ‘s avonds na de kantooruren gewerkt. Een op drie werknemers is meer dan één uur per weekend aan het werk. Tijdens vakanties wordt nog eens minder gewerkt dan tijdens weekends. Het aandeel werkenden (minimaal 1 uur per week) daalt naar 20%. Bij kaderleden blijft nog 40% aan de slag zij het beperkt in de tijd.
•
Bij het werken in de privé-sfeer gaat het om lichtere taken. Het gaat in de meeste gevallen om nalezen van é-mail, gevolgd door het nalezen van rapporten of documenten, voorbereiden van vergaderingen en telefoneren.
•
Er zijn meerdere redenen waarom werknemers ook in de privé-sfeer aan de slag gaan buiten de kantooruren. Soms gaat het om een verplichting door het bedrijf of gebrek aan tijd tijdens de kantooruren. Maar het kan ook gaan om de rust die men in de privé sfeer aantreft. Belangrijk zijn ook de betrokkenheid met de job en het bedrijf. Er spelen dus zowel positieve als negatieve elementen mee. Gewone bedienden leggen meer nadruk op de verplichting door het bedrijf. De overgang van input naar output in de managementsystemen speelt in deze een belangrijke rol.
•
42% van de werknemers vindt het storend tot heel storend om in de privé-sfeer te (moeten) werken. Hieronder vinden we heel wat werknemers die nooit in de privé-sfeer werken. Bij degenen die minstens 3 uur per week in de privé-sfeer werken vindt nog 30% dit storend tot heel storend.
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 17
•
Naast het werken in de privé-sfeer kunnen er ook privé-zaken op het werk worden uitgevoerd. Ongeveer de helft van alle werknemers werkt wel eens in de privé-sfeer buiten de kantooruren. Daartegenover staat dat 72% wel eens privé-zaken regelen tijdens de werkuren. Er is duidelijk sprake van een ruil. Werknemers die gemiddeld meer dan twee uur per week in de privé-sfeer werken blijken meer dan gemiddeld privé-zaken te regelen tijdens de werkuren. Bedrijven die privé-activiteiten tijdens het werk aan banden willen leggen houden hier best rekening mee. Voor sommige werknemers is er geen sprake van ruil. Van zij die nooit in de privé-sfeer werken is er 10% die wekelijks meer dan twee uur bezig zijn met privé-zaken op het werk. Misschien is hier een link te leggen met het recent beschreven bore-out syndroom?
•
Surfen op internet voor privé-doeleinden tijdens de kantooruren wordt het meest gedaan. Daarna volgen het plegen van privé-telefoontjes en het regelen van privéproblemen.
12. Slotbedenking De verstrengeling van werk en privé is een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Heel nieuw is het echter niet. Voor de meeste zelfstandigen is er altijd al een sterke verstrengeling geweest tussen werk en privé. Bij werknemers is het wel redelijk nieuw. Uit bovenstaande analyse komt duidelijk naar voor dat het niet om een éénduidig fenomeen gaat. Er zijn aanwijzingen dat het fenomeen aan belang wint bij hogere bedienden en kaderleden. Bij gewone bedienden is dit niet het geval. Maar ook bij kaderleden en hogere bedienden zijn er heel wat betrokkenen die werk en privé sterk van elkaar blijven scheiden. Dit wijst er al op dat hier gedeeltelijk sprake is van een eigen keuze. Dat wordt ook duidelijk als we de redenen bekijken die de respondenten opgeven waarom ze in de privé-sfeer werken buiten de traditionele kantooruren. Enerzijds is er sprake van een sterke betrokkenheid met de job en het bedrijf. Er zijn nog nooit zoveel boeiende en uitdagende jobs geweest. Anderzijds wijst men op toenemende werkdruk en het gebrek aan rust op de werkplek. Uiteraard zijn er ook de technologische ontwikkelingen die het nu éénmaal gemakkelijker maken om gelijk waar en wanneer te werken. Voor zowel bedrijven als werknemers is het belangrijk om de ontwikkelingen goed in het oog te houden. Er zijn grenzen aan wat men van medewerkers kan vragen. Het probleem is dat deze tussen individuen heel sterk kunnen verschillen. Misschien moeten in deze ook duidelijkere afspraken worden gemaakt tussen werkgever en werknemer. Ook maatschappelijk is het fenomeen belangrijk. De Amerikaanse socioloog Dalton Conley van de New York University (en bedenker van de term weisure time) waarschuwt voor het teloorgaan van de private sfeer. Deze sfeer hebben we uiteindelijk nodig om volledig onszelf te kunnen zijn. Weinigen zullen betwisten dat we onze identiteit best niet volledig met ons werk laten samenvallen.
Referenties Rothlin, P., e.a. (2009) Bore-out, Het Spectrum De Botton, A.., (2008), Ode aan de arbeid, Atlas Jahoda, M. e.a. (1971) The Sociography of an unemployed Community, Chicago Aldine SERV, (2009), Wat maakt werk werkbaar, informatiedossier, Brussel Randstad, (2007), De andere kant van werk: de werkplek anders bekeken, Brussel
arbeidsmarktstudie Randstad 2009 ‘De toenemende vervlechting tussen werk en privé 18