Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Datawerkboek De Staat van Veiligheid en Rechtvaardigheid in Nederland
Versie 22 april 2015 Bijgewerkt KvB / MK
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Veiligheid
Ruimte
Minder misdrijven en overtredingen, en groter veiligheidsgevoel
Ruimte voor persoonlijke en zakelijke relaties
-Pagina 5-
Rechtsstatelijkheid Kwaliteit van de rechtsstaat -Pagina 35-
-Pagina 17-
Veerkracht Adequate weerbaarheid tegen Branden, Rampen, Aanslagen -Pagina 27-
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Inhoud Vooraf.............................................................................................................................................................................................................4 Veiligheid ........................................................................................................................................................................................................5 Hoeveelheid High-impact Crime ......................................................................................................................................................................7 Onveiligheidsgevoel ......................................................................................................................................................................................9 Percentage slachtoffers van criminaliteit onder burgers en bedrijven ................................................................................................................. 11 Slachtoffers van moord en doodslag.............................................................................................................................................................. 13 Aantal mishandelde kinderen ....................................................................................................................................................................... 15 Ruimte voor Relaties....................................................................................................................................................................................... 17 Voortslepende conflicten .............................................................................................................................................................................. 19 Vrede met uitkomst van conflict ................................................................................................................................................................... 21 Vertrouwen in het rechtssysteem.................................................................................................................................................................. 23 Algemene tevredenheid justitiabelen ............................................................................................................................................................. 25 Veerkracht .................................................................................................................................................................................................... 27 Aantal slachtoffers van rampen en aanslagen ................................................................................................................................................. 29 Doden en gewonden door brand ................................................................................................................................................................... 31 Totale maatschappelijke kosten van branden en ontwrichtende natuurverschijnselen .......................................................................................... 33 Rechtsstatelijkheid ......................................................................................................................................................................................... 35 Corruptie ................................................................................................................................................................................................... 37 Aantal onschuldigen in de cel ....................................................................................................................................................................... 39 Bescherming tegen de overheid .................................................................................................................................................................... 41 Persvrijheid................................................................................................................................................................................................ 43 Potentiële indicatoren en/of verbeteringen......................................................................................................................................................... 45 Bijlage: format voor invoer nieuwe indicator ...................................................................................................................................................... 53
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Vooraf Dit datawerkboek bevat een selectie van de gegevens die verzameld zijn ten behoeve van het ontwikkelen van een prototype voor een “Staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, zoals gepresenteerd in K.W.H. van Beek en M.M. Kommer, De staat van veiligheid en rechtvaardigheid. In: Nederlands Juristenblad, 2015 afl. 16, pp. 1056 – 1064. Het is “onderhanden werk”. Dat is eigen aan het feit dat veel van de gegevens tijdreeksen zijn, en dus met enige regelmaat aangevuld worden. Maar het is vooral eigen aan het feit dat het gaat om een prototype: er moet nog fors aan geschaafd worden, en misschien wordt het uiteindelijke resultaat wel helemaal anders. Aan de lezers van dit datawerkboek daarom de oproep om commentaar te leveren, en vooral gebruik te maken van het format voor het aanleveren van nieuwe indicatoren.
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Veiligheid Minder misdrijven en overtredingen, en groter veiligheidsgevoel
Indicatoren: Hoeveelheid High-Impact Crime Onveiligheidsgevoel Slachtoffers van criminaliteit onder burgers en bedrijven Slachtoffers van moord en doodslag Aantal mishandelde kinderen
Veiligheid
5
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
6
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Hoeveelheid High-impact Crime Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
7
Hoeveelheid HighImpact Crime
High-Impact Crime (HIC) is de meest in het oog springende categorie criminaliteit waarvan we minder willen. De aangiftebereidheid is hoog, dus zullen aangiftes een adequaat beeld schetsen van de werkelijke hoeveelheid HIC in de samenleving. Minder is beter. Aantal meldingen bij politie van High-impact Crime in Nederland per 1.000 Nederlanders 2005 – heden CBS-statline. HIC bestaat uit de componenten: Openlijk geweld tegen persoon Mishandeling Bedreiging Straatroof Diefstal/inbraak uit woning Overval Terwijl de (relatieve) hoeveelheid criminaliteit in totaal afneemt tussen 2005 en 2013, blijft de (relatieve) hoeveelheid HIC betrekkelijk constant
Onveiligheidsgevoel
Percentage slachtoffers onder burgers en bedrijven
Slachtoffers van moord en doodslag
Aantal mishandelde kinderen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015 Hoeveelheid High-Impact Crime, absoluut en per 1.000 inwoners, per jaar (2005 – 2013) Soort misdrijf Perioden Misdrijven, totaal Openlijk geweld tegen persoon Mishandeling Bedreiging Straatroof Diefstal/inbraak uit woning Overval
Geregistreerde misdrijven, aantal 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011* 2012* 2013* 1.348.285 1.311.770 1.303.835 1.277.775 1.254.480 1.194.275 1.194.355 1.140.430 1.088.265 6.465 6.500 6.635 6.180 6.960 6.970 6.420 5.540 4.670 67.060 69.185 71.570 69.005 65.690 60.280 59.425 56.650 52.135 35.500 34.790 35.080 34.000 35.400 33.505 33.400 33.095 31.510 12.360 11.025 10.065 8.910 8.390 8.190 8.405 8.015 7.035 69.625 71.735 68.080 70.770 74.135 82.520 88.955 91.760 87.480 2.315 1.965 2.235 2.610 3.065 2.755 2.500 2.120 1.665 193.325
totaal HIC
Soort misdrijf Perioden Misdrijven, totaal Openlijk geweld tegen persoon Mishandeling Bedreiging Straatroof Diefstal/inbraak uit woning Overval
195.200
191.475
193.640
194.220
199.105
197.180
184.495
2009 76,1 0,4 4,0 2,1 0,5 4,5 0,2
2010 72,1 0,4 3,6 2,0 0,5 5,0 0,2
2011* 71,7 0,4 3,6 2,0 0,5 5,3 0,1
2012* 68,2 0,3 3,4 2,0 0,5 5,5 0,1
2013* 64,9 0,3 3,1 1,9 0,4 5,2 0,1
11,7
11,7
11,9
11,8
11,0
Geregistreerde misdrijven, per 1.000 inwoners 2005 2006 2007 2008 82,7 80,3 79,7 77,9 0,4 0,4 0,4 0,4 4,1 4,2 4,4 4,2 2,2 2,1 2,1 2,1 0,8 0,7 0,6 0,5 4,3 4,4 4,2 4,3 0,1 0,1 0,1 0,2 11,9
totaal HIC
193.665
11,9
11,8
11,7
*De cijfers over 2011 t.m. 2013 zijn voorlopig
8
Hoeveelheid HighImpact Crime
Onveiligheidsgevoel
Percentage slachtoffers onder burgers en bedrijven
Slachtoffers van moord en doodslag
Aantal mishandelde kinderen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Onveiligheidsgevoel Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
9
Hoeveelheid HighImpact Crime
Een veilige samenleving betekent dat mensen veilig zijn én zich veilig voelen. Op allebei streeft VenJ voortdurend naar verbetering. Minder onveiligheidsgevoelens is beter. Perceptie van geënquêteerde burgers: hoe veilig ieder zich voelt 1999 – heden; jaarlijks CBS Statline (databron: POLS, VMR, IVM, VM) Let op trendbreuken Deze statistiek bestaat uit 4 verwante slachtofferenquêtes die in tijd elkaar opvolgen (respectievelijk: POLS basisvragen, Veiligheidsmonitor Rijk, Integrale Veiligheidsmonitor, Veiligheidsmonitor). Tussen de verschillende monitors hebben we te maken met methodebreuken (en trendbreuken). In 2012 is de IVM vragenlijst aangepast en is het aantal geënquêteerden verhoogd van 25.000 naar 65.000 (de hierdoor ontstane VM is daarmee ook representatief voor afzonderlijke gemeentes). De gestelde vraag in iedere monitor is: Veiligheidsmonitor (VM; 2012-heden: “Voelt u zich wel eens onveilig?” (ja/nee/geen antwoord) “Voelt u zich vaak, soms of zelden onveilig?” (vaak/soms/zelden/geen antwoord) Integrale Veiligheidsmonitor (IVM; 2008-2012): “Voelt u zich wel eens onveilig?” (ja/nee) “Voelt u zich vaak, soms of zelden onveilig?” (vaak/soms/zelden/weet niet) Veiligheidsmonitor Rijk (VMR; 2005-2008): “Voelt u zich wel eens onveilig?” (ja/nee) “Voelt u zich vaak, soms of zelden onveilig?” (vaak/soms/zelden) Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS 1999 -2004): “Voelt u zich wel eens onveilig?” (ja/nee) “Voelt u zich vaak, soms of zelden onveilig?” (vaak/soms/zelden) In 2012 voelde 36,6% van de Nederlandse bevolking zich wel eens onveilig. Over de breedte van de tijdreeks (1999 – 2012) lijkt er een stijging te zijn in het aantal Nederlanders die ‘zich wel eens onveilig’ voelen. Dit duidt op een verslechtering van de veiligheidsperceptie.
Onveiligheidsgevoel
Percentage slachtoffers onder burgers en bedrijven
Slachtoffers van moord en doodslag
Aantal mishandelde kinderen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015 Onveiligheidsgevoelens in de bevolking, per jaar (2012 – 2014) Jaar
2012
2013
2014
Voelt zich wel eens onveilig
36,6
36,7
35,9
1,8
1,9
1,8
+0,3%
-2,2%
Voelt zich vaak onveilig Verandering
Bron: Veiligheidsmonitor, CBS Statline
Onveiligheidsgevoelens in de bevolking, per jaar (Indexcijfers 2005 – 2014) Jaar
Index
Verandering
2005
100
2006
87,8
-12%
2007
80,8
-8%
2008
78,1
-3%
2009
79,2
1%
2010
80,8
2%
2011
77,5
-4%
2012
75,8
-2%
2013
76,0
0%
2014
74,4
-2%
Bron: CBS e.a. Criminaliteit en Rechtshandhaving 2013, Boom, Den Haag, 2014, blz. 349
10
Hoeveelheid HighImpact Crime
Onveiligheidsgevoel
Percentage slachtoffers onder burgers en bedrijven
Slachtoffers van moord en doodslag
Aantal mishandelde kinderen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Percentage slachtoffers van criminaliteit onder burgers en bedrijven Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden
Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
11
Hoeveelheid HighImpact Crime
Dit is de beste meting van de totale hoeveelheid slachtoffers van criminaliteit in Nederland. Minder is beter. Het percentage burgers en bedrijven die in een enquête aangeven (minimaal 1 keer) slachtoffer te zijn geworden van een delict in het betreffende jaar 2004 – 2012; jaarlijks CBS Statline (Veiligheidsmonitor, Integrale Veiligheidsmonitor, Veiligheidsmonitor Rijk) en Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven Tussen 2004 en 2005 is er een trendbreuk in de data door de overgang van POLS op VMR. Om voor het aantal slachtoffers onder burgers de data van de VM, IVM en de VMR met elkaar te kunnen vergelijken zijn de uitkomsten van de verschillende monitors met een omrekenmodel omgerekend naar de VM meetwijze. Deze omrekenfactoren staan vermeld in Veiligheidsmonitor 2012 publicatie. De Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven heeft data vanaf 2004 tot en met 2010. Slachtofferschap van burgers en slachtofferschap van bedrijven worden door verschillende monitors gemeten. Daarnaast is de monitor voor burgers tussen 2004 en 2012 tweemaal herzien, waardoor er methodebreuken in de data zijn ontstaan. Door middel van het toepassen van de omrekenfactor tussen de verschillende modellen, is het percentage slachtoffers onder burgers in de periode 2005- 2012 toch vergelijkbaar. De 3 monitors die burgerslachtofferschap meten zijn: Veiligheidsmonitor (VM; 2012), Integrale Veiligheidsmonitor (IVM; 2008-2011) en Veiligheidsmonitor Rijk (VMR; 2005-2008). In 2012 is het aantal geënquêteerden voor de burgermonitor verhoogd van 25.000 naar 65.000 (daarmee wordt de monitor (Veiligheidsmonitor) ook representatief voor afzonderlijke gemeentes). De monitor die het percentage slachtoffers onder bedrijven meet is de Monitor Criminaliteit en Bedrijfsleven. In 2010 zijn in totaal 30.000 bedrijven op vestigingsniveau telefonisch ondervraagd over hun criminaliteits- en veiligheidssituatie gedurende de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. In 2012 gaf 1 op de 5 Nederlandse burgers aan slachtoffer te zijn van criminaliteit. In 2010 gaf 31% van alle bedrijven aan slachtoffer te zijn van criminaliteit. De trend van zowel het percentage slachtoffers bij bedrijven, als het percentage slachtoffers bij burgers is dalend. Dit duidt op een verbetering van de veiligheid voor zowel burger als bedrijven.
Onveiligheidsgevoel
Percentage slachtoffers onder burgers en bedrijven
Slachtoffers van moord en doodslag
Aantal mishandelde kinderen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Slachtofferschap onder burgers, Indexcijfer, 2005 - 2013
Index
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
100
94,6
89,7
77,5
79,8
75,5
74
72,1
71,8
-5%
-5%
-14%
3%
-5%
-2%
-3%
-0,4%
verandering
CBS e.a. Criminaliteit en Rechtshandhaving 2013, Boom, Den Haag, 2014, blz. 339
Slachtofferschap onder bedrijven, totaal aantal (2004-2010)
Overgenomen uit: Monitor criminaliteit bedrijfsleven 2013, WODC, 2011 (p. 5)
12
Hoeveelheid HighImpact Crime
Onveiligheidsgevoel
Percentage slachtoffers onder burgers en bedrijven
Slachtoffers van moord en doodslag
Aantal mishandelde kinderen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Slachtoffers van moord en doodslag Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron
Bijzonderheden
Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
13
Hoeveelheid HighImpact Crime
Moord en doodslag kan gezien worden als het topje van de ijsberg van zowel sociaal als crimineel geweld en is daarom een aansprekende signaalindicator voor totale criminaliteit. Bovendien is deze van alle misdaadstatistieken de langst lopende, zodat de ontwikkeling op lange termijn goed zichtbaar wordt. Minder is beter. Het aantal keer dat artsen (per 1.000.000 personen) melding maken van niet-natuurlijke dood (NND) als gevolg van moord of doodslag in (Europees) Nederland. (1969 -) 1997 – heden; jaarlijks CBS Infoservice en CBS Statline CBS Infoservice: NND data inclusief niet-Nederlandse ingezetenen is via de infoservice opgevraagd (deze dataset staat niet op Statline) CBS Statline: 'Gezondheid en Welzijn' > 'Geboorte en sterfte' > 'Doodsoorzaken' > 'Doodsoorzaken; korte lijst' Er zijn veel bronnen die een poging doen om slachtoffers van moord en doodslag te meten. Belangrijkste kernbronnen zijn, Artsen-data (NND statistieken), politierapportages, nieuwsberichten (zoals jaarlijkse uitgave van Elsevier). Alles afwegend blijkt de ‘NND statistiek inclusief niet-Nederlands ingezetenen’ de beste dataset voor deze indicator. Prof. Nieuwbeerta (Leiden Univ.) heeft alle bronnen op een rij gezet en probeert de meest accuraat mogelijke berekening te maken. Af en toe (ongeveer 1x in de 5 jaar) komt hij met deze cijfers naar buiten. Nuancering van de data: doordat medici in de loop der jaren succesvoller zijn geworden in het behandelen van gewonde personen, overlijden in verhouding tegenwoordig minder mensen aan o.a. schot- en steekwonden dan vroeger. De plots in deze grafiek geven twee varianten van de Niet-Natuurlijke Dood (NND) statistiek, beide afkomstig van CBS. -De plot (rode verticale balken) die van 1997-2011 loopt is de NND statistiek met alle personen die bij CBS geregistreerd staan als moord/doodslag en waarbij de pleeglocatie Nederland is (d.w.z. excl. Caribisch gebied, incl. niet-Nederlands ingezetenen). Deze data is per email opgevraagd bij CBS. -De andere plot (blauwe lijn plot) die van 1950-heden loopt, is de NND statistiek (Beldo-lijst) zoals die op CBS Statline staat (d.w.z. excl. Caribisch gebied en met alleen Nederlands ingezetenen –GBA) In 2013 zijn er 145 Nederlands ingezetenen overleden door moord of doodslag. Al fluctueert de statistiek per jaar enigszins, er is sinds 2002 een daling van het aantal slachtoffers door moord en doodslag. Dit duidt op een verbetering van de veiligheid, maar we zijn nog lang niet gedaald naar het niveau van de jaren vijftig of zestig van de 20ste eeuw.
Onveiligheidsgevoel
Percentage slachtoffers onder burgers en bedrijven
Slachtoffers van moord en doodslag
Aantal mishandelde kinderen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015 Overledenen als gevolg van moord of doodslag, absolute aantallen en relatief, 1996 - 2013 Perioden
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013*
Totaal aantal slachtoffers moord en doodslag
239
237
208
230
223
264
224
244
223
196
159
164
176
173
157
169
162
145
Slachtoffers moord en doodslag, per mln van gemiddelde bevolking (rode balkjes in de grafiek)
15,4
15,2
13,2
14,5
14
16,5
13,9
15
13,7
12
9,7
10
10,7
10,5
9,4
10,1
9,7
8,6
* Voorlopige cijfers
14
Hoeveelheid HighImpact Crime
Onveiligheidsgevoel
Percentage slachtoffers onder burgers en bedrijven
Slachtoffers van moord en doodslag
Aantal mishandelde kinderen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Aantal mishandelde kinderen Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
15
Hoeveelheid HighImpact Crime
Kindermishandeling brengt verhoudingsgewijs enorme maatschappelijke kosten met zich, die zich vaak over generaties uitstrekken. Bovendien speelt kindermishandeling zich voornamelijk af op de plek die voor mensen juist het meest veilig zouden moeten zijn. Minder mishandelde kinderen is beter. Als proxy voor het aantal mishandelde kinderen hanteren we het aantal scholieren (12-17jr) per 1.000 dat in enquêtevragen aangeeft slachtoffer te zijn geworden van mishandeling. 2005 en 2010 (dus tot nu toe twee metingen) Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen NPM-2010 (en SOM-2006 en NPM-2006; data van beide rapporten is opgenomen in NPM-2010 rapport) door Leiden Attachment Research Program en TNO Child Binnenkomt verschijnt de uitkomst van een nieuwe meting naar kindermishandling. Het aantal mishandelde kinderen wordt in de grafiek weergegeven door de uitkomsten van de Scholierenstudie mishandeling (12-17jr) als maatstaf te nemen. Deze scholierenstudie is twee keer uitgevoerd, in 2005 en 2010 en beide worden beschreven in het rapport ‘De tweede Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen’ (NPM2010). In NPM-2010 worden drie databronnen besproken: meldingen van de informanten, AMK-meldingen en wat scholieren over zichzelf rapporteren. Omdat we zo min mogelijk statistieken willen visualiseren die afhankelijk zijn van het functioneren van instituties, is de scholierenstudie de beste optie. De informanten en AMK-meldingen zijn onderhevig aan o.a. meldbereidheid van mensen (slachtoffers en professionals). Kanttekening is dat de scholierenstudie geen kinderen betreft die jonger dan 12 jaar zijn. De grafiek toont twee prevalenties (mishandelingen per 1.000) uit de scholierenstudie: het aantal mishandelingen dat de scholier ooit heeft ervaren en het aantal mishandelingen dat in het betreffende jaar is voorgekomen. In zowel 2006 als 2010 deden ca. 1.900 respondenten mee. In 2010 was bijna 20% van de scholieren slachtoffer van kindermishandeling. Ook al is het op basis van twee metingen niet mogelijk een harde uitspraak te doen over de ontwikkeling van het aantal kindermishandelingen, er is sprake van een lichte daling t.o.v. 2005.
Onveiligheidsgevoel
Percentage slachtoffers onder burgers en bedrijven
Slachtoffers van moord en doodslag
Aantal mishandelde kinderen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Prevalentie (per 1000) Kindermishandeling
Scholierenstudie Mishandeling (12-17 jr) 400 350 300 250 200 150 100 50 0
373
346 Totaal mishandelingen ooit
195
187 Totaal mishandelingen in betreffend jaar
2005
2010
jaar
16
Hoeveelheid HighImpact Crime
Onveiligheidsgevoel
Percentage slachtoffers onder burgers en bedrijven
Slachtoffers van moord en doodslag
Aantal mishandelde kinderen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Ruimte voor Relaties Ruimte voor persoonlijke en zakelijke relaties
Indicatoren: Voortslepende conflicten Vrede met uitkomst van conflict Vertrouwen in het Rechtssysteem Algemene tevredenheid justitiabelen
Ruimte voor Relaties
17
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
18
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Voortslepende conflicten Waarom deze indicator Wat meten we
Tijdframe Bron Bijzonderheden Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
19
Conflicten horen bij een dynamische samenleving. Conflicten waar mensen niet uitkomen (al dan niet met behulp van anderen of uiteindelijk via geschilbeslechting door de rechter) geven een signaal over het conflictvoorkomend en oplossend vermogen van de samenleving. Minder voortslepende conflicten is beter. Het percentage geënquêteerden dat aangeeft dat hun niet-triviaal (en in principe juridiseerbaar) probleem nog voortsleept. ‘Voortslepende niet-triviale problemen’ worden gedefinieerd als: problemen waarvoor de betrokkene wel actie heeft ondernomen om ze op te lossen of te beslechten, waarvan het geschiloplossingstraject niet langer duurde dan 5 jaar en waarvan het traject als afgesloten kan worden beschouwd (c.q. betrokkene is geen verder actie voornemens) maar niet tot oplossing / beslechting heeft geleid. Deze statistiek is uitgedrukt in: 1) het totaal aantal niet-triviale problemen omgerekend voor heel NL 2) het percentage mensen (van de NL bevolking 18jr en ouder) en het gemiddeld aantal problemen per persoon 1998-2002 en 2004-2008 (dus tot nu toe twee metingen, respectievelijk in 2003 en 2009) WODC (Geschilbeslechtingsdelta 2003 en 2009) Het percentage geënquêteerden met voortslepende problemen omgerekend naar aantallen inwoners van Nederland is een schatting (de berekening is niet door het WODC uitgevoerd, en niet wetenschappelijk bevestigd). In de geschilbeslechtingsdelta wordt het percentage genoemd van het aantal problemen dat nog voortduurt (volgens bovenstaande definitie). De geschilbeslechtingsdelta maakt gebruik van twee enquêtes: de Screeningsenquête en Probleemoplossingenquête. Met behulp van gegevens uit deze twee enquêtes kan het percentage omgerekend worden naar ‘het totaal aantal problemen in Nederland die nog voortduren’, ‘het aantal Nederlanders dat problemen heeft die nog voortduren’ en ‘het aantal voortdurende problemen gemiddeld per persoon die zo’n probleem heeft’. In 2003 zijn voor de Screeningsenquête en Probleemoplossingsenquête respectievelijk ca. 3.500 en 1.900 personen geënquêteerd. In 2009 waren dat er 5.200 en 2.200. In de periode 2004 – 2008 was 12% van de niet-triviale problemen die Nederlanders ervoeren voortslepend; deze waren na 5 jaar actie ondernemen nog steeds niet opgelost. Dit zijn omgerekend circa 1,2 miljoen voortslepende problemen. Grafiek 1) laat zien dat het aantal ‘voortslepende niet-triviale problemen’ is gedaald. In grafiek 2) is te zien dat tussen 1998 en 2008 het percentage Nederlanders met voortslepende problemen is gedaald, maar dat tegelijkertijd het gemiddeld aantal problemen ‘per persoon met een probleem’ is gestegen. Dit duidt op een verbetering van het probleemvoorkomend / -oplossend effect van de rechtsstaat, maar het laat ook zien dat de ‘voortslepende problemen’ zich zijn gaan concentreren bij een beperktere ‘probleemgroep’.
Aantal problemen waar mensen niet uitkomen
Tevredenheid over afdoening van conflict
Vertrouwen in het Rechtssysteem
Algemene tevredenheid justitiabelen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Geschat totaalaantal voortslepende niet-triviale problemen
Percentage Nederlanders met voortdurende niet-triviale problemen en gemiddeld aantal problemen per Nederlander met een voortdurend niet-triviaal probleem
20
Aantal problemen waar mensen niet uitkomen
Tevredenheid over afdoening van conflict
Vertrouwen in het Rechtssysteem
Algemene tevredenheid justitiabelen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Vrede met uitkomst van conflict Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
21
Dat conflicten worden opgelost of beslecht is één, maar kunnen mensen ook vrede hebben met de uitkomst? Deze indicator kijkt naar de inhoud, de indicator ‘algemene tevredenheid’ kijkt ook naar het proces. Meer is beter. De mate waarin respondenten aangeven dat de (uiteindelijke) hoofddoelstelling bij het aanpakken van het probleem is bereikt. 1998-2002 en 2004-2008 (dus tot nu toe twee metingen, respectievelijk in 2003 en 2009) WODC (Geschilbeslechtingsdelta 2003 en 2009) Deze statistiek omvat alle mogelijke manieren om het probleem aan te pakken, zoals hulp van een deskundige of een officiële juridische procedure starten. Uitgangspunt van de enquêtes was de vraag of de respondent te maken hadden met lastige problemen of conflicten. In de geschilbeslechtingsdelta wordt de mate aangegeven waarin respondenten (uit de Probleemoplossingsenquête) aangeven dat ze hun (uiteindelijke) hoofddoelstelling bij het aanpakken van het probleem hebben bereikt. De respondenten kunnen kiezen uit 3 mogelijkheden: ‘Ja, geheel of deels’, ‘Nee’ en ‘Te vroeg om te zeggen’. De gevisualiseerde data betreffen niet-triviale problemen die in de afgelopen 5 jaar plaats gevonden hebben en waarvan het geschiloplossingstraject afgesloten kan worden beschouwd. De Probleemoplossingsenquête kent voor 2003 en 2009 respectievelijk, ca.1.900 en 2.300 respondenten. In de periode 2004 – 2008 gaf 76% van de justitiabelen aan dat bij het aan pakken van hun probleem hun hoofddoelstelling (geheel of deels) was bereikt. Ten opzichte van 1998 - 2002 is dit aantal gestegen. Dit duidt erop dat mensen beter in staat zijn conflicten zodanig op te lossen dat zij vrede kunnen hebben met de uitkomst.
Aantal problemen waar mensen niet uitkomen
Tevredenheid over afdoening van conflict
Vertrouwen in het Rechtssysteem
Algemene tevredenheid justitiabelen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Is de (uiteindelijke) hoofddoelstelling bij het aanpakken van het probleem bereikt? 100 90 80
Procent
70 60
Nee
50
te vroeg om te zeggen Ja, geheel of deels
40 30 20 10 0 1998-2002
2004-2008 Jaren
22
Aantal problemen waar mensen niet uitkomen
Tevredenheid over afdoening van conflict
Vertrouwen in het Rechtssysteem
Algemene tevredenheid justitiabelen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Vertrouwen in het rechtssysteem Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
23
Het rechtssysteem is arbiter, maar heeft ook een voor afschaduwende werking. Vertrouwen in het rechtssysteem betekent dat mensen in hun onderling verkeer daarop kunnen anticiperen en naar letter en geest van de wet kunnen handelen zonder dat daarop hoeft te worden gecorrigeerd. Meer vertrouwen is beter. Uitkomsten van een Europese enquête onder Nederlanders waarin aangegeven wordt in welke mate zij geneigd zijn het Nederlandse rechtssysteem te vertrouwen. 1998 – heden; zonder vaste frequentie, ca. 1 keer per jaar European Commission Public Opinion Archives http://ec.europa.eu/public_opinion/cf/index.cfm?lang=en Tussen 2010 en 2014 niet opgenomen In de Eurobarometer enquêtemeting in Europa is de vraag opgenomen: “Ik wil u nu een vraag stellen over het vertrouwen dat u heeft in bepaalde instellingen. Zegt u mij voor elk van de volgende instellingen of u er eerder wel vertrouwen of eerder geen vertrouwen in heeft.” De relevante instelling voor deze indicator is: “justitie / het rechtssysteem”. Bijna elk jaar wordt deze Eurobarometer gehouden, soms wordt er een jaar overgeslagen. De meting eind 2010 had ca. 1000 (NL) respondenten en werd uitgevoerd door TNS NIPO. In november 2010 gaf 65% van de Nederlanders aan vertrouwen te hebben in het Nederlandse rechtssysteem. De trend van het vertrouwen in het Nederlandse rechtssysteem laat een lichte stijging zien. Kennelijk verbetert het vertrouwen van de Nederlandse bevolking in het Nederlandse rechtssysteem.
Aantal problemen waar mensen niet uitkomen
Tevredenheid over afdoening van conflict
Vertrouwen in het Rechtssysteem
Algemene tevredenheid justitiabelen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Percentage respondenten dat eerder wel resp. eerder geen vertrouwen in het rechtssysteem heeft
24
Enquête
eerder wel vertrouwen
eerder geen vertrouwen
Weet niet
nov-03
43
50
7
okt-04
38
57
4
14%
jun-05
33
65
2
14%
okt-05
37
60
3
-8%
apr-06
35
62
3
3%
sep-06
37
60
3
-3%
okt-07
31
67
2
12%
apr-08
33
63
4
-6%
okt-08
32
66
2
5%
jun-09
34
64
2
-3%
nov-09
46
51
3
-20%
nov-10
32
65
3
27%
nov-14
28
69
3
6%
Aantal problemen waar mensen niet uitkomen
Verandering t.o.v. vorige
Tevredenheid over afdoening van conflict
Bron: Eurobarometer
Vertrouwen in het Rechtssysteem
Algemene tevredenheid justitiabelen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Algemene tevredenheid justitiabelen Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden
Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
25
Deze indicator is een aanvulling op ‘voortslepende conflicten’ en ‘vrede met de uitkomst’ en kijkt naar tevredenheid met het proces. Meer is beter. De gemiddelde algemene tevredenheid (van burgers en bedrijven) over de bejegening (in brede zin) gedurende procedures bij rechtbanken en Ggrechtshoven voor de deelnemende gerechten. 2001-2014 (cijfers voor 2010 ontbreken) Jaarverslagen Raad voor de Rechtspraak (Klantwaarderingsonderzoeken) 2014: Klantwaardering Rechtspraak 2014, Regioplan, 2015 Justitiabelen (of rechtzoekenden) zijn verdachten, gedaagden, verweerders en/of de eisers (en kunnen zowel burgers als afgevaardigden van een bedrijf zijn). Kanttekening bij deze indicator is de manier waarop deze indicator gemeten wordt. De justitiabelen worden nml. direct na afloop van de zitting bevraagd. Hierdoor is de kans groot dat voornamelijk de rol van de rechter, en niet de kwaliteit van het systeem / de procedure, wordt gemeten. Beter zou zijn als de tevredenheid na afloop van het hele proces gemeten zou worden, of in de periode voorafgaand aan ‘het aan je lot overgelaten worden’. De Raad voor de Rechtspraak laat regelmatig een klantwaarderingsonderzoek van gerechten en rechtbanken uitbrengen. Door middel van klantwaarderingsonderzoeken wordt de kwaliteit van rechtspraak jaarlijks bij een deel van de gerechten gemeten, waarbij alle sectoren worden betrokken. Ieder jaar wisselt de mix van gerechten waarvan de kwaliteit gemeten wordt. Het rapport ‘Een ogenblik geduld alstublieft’ beschrijft de klantwaardering over een periode van vier jaar: 2001-2004 (omdat in het jaarverslag van 2004 nog uitgegaan werd van een periode van vier jaar). Als antwoord op de relevante enquêtevraag kunnen de justitiabelen kiezen uit 4 mogelijke antwoorden: ‘(zeer) tevreden’, ‘neutraal’, ‘(zeer) ontevreden’ en ‘weet niet / n.v.t.’. In 2014 gaf 84% van de justitiabelen (i.e. burgers en bedrijven) aan (zeer) tevreden te zijn met de rechtbank / het gerechtshof waarmee ze te maken hadden gehad. De tevredenheid van justitiabelen over de rechtspraak kent sinds 2001 een stijgende lijn. Deze ontwikkeling is in de laatste jaren aan het stagneren. De grafiek geeft aan dat de algemene tevredenheid over de rechtspraak verbetert. Of de tevredenheid een plafond heeft bereikt, of dat er misschien zelfs sprake is van een ombuiging naar een negatieve ontwikkeling is nog niet duidelijk.
Aantal problemen waar mensen niet uitkomen
Tevredenheid over afdoening van conflict
Vertrouwen in het Rechtssysteem
Algemene tevredenheid justitiabelen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Percentage respondenten dat (zeer) tevreden is Jaar
% (zeer) tevreden
2001
66
2002
66
2003
66
2004
66
2005
79
2006
79
2007
80
2008
80
2009
80
2010 2011
81
2012
81
2014
84
Bron: Jaarverslagen Raad voor de Rechtspraak (Klantwaarderingsonderzoeken), 2014: Klantwaardering Rechtspraak 2014, Regioplan, 2015
26
Aantal problemen waar mensen niet uitkomen
Tevredenheid over afdoening van conflict
Vertrouwen in het Rechtssysteem
Algemene tevredenheid justitiabelen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Veerkracht Weerbaarheid tegen rampen, branden en aanslagen
Indicatoren: Aantal slachtoffers van rampen en aanslagen Doden en gewonden door brand Totale maatschappelijke kosten van branden en ontwrichtende natuurverschijnselen
Veerkracht
27
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
28
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Aantal slachtoffers van rampen en aanslagen Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden
Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
29
We willen geen rampen en aanslagen, en als ze toch plaatsvinden, willen we zo min mogelijk slachtoffers. De makkelijkste manier om te bezien of we daar in slagen, is het meten van het aantal dodelijke slachtoffers. Minder is beter. Aantal dodelijke slachtoffers (per 1.000.000 personen) door rampen en aanslagen op (Europees) Nederlands grondgebied. 1990 - heden; jaarlijks (verder terug gaan in de tijd is mogelijk) http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Nederlandse_rampen#21e_eeuw en http://nl.wikipedia.org/wiki/Terrorisme_in_Nederland Gewonden worden niet in deze statistiek mee genomen omdat er in de rampen en aanslagen data geen duidelijk afbakening is van het begrip ‘gewonde’, zodoende is het niet mogelijk een consistent beeld te krijgen van de gewonden door aanslagen en rampen Feitelijkheid van Wikipedia data dient geverifieerd te worden. NL'se doden buiten NL grondgebied zijn niet opgenomen in het tabel. Dit zou wel kunnen, zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_rampen_buiten_Nederland_met_Nederlandse_dodelijke_slachtoffers Deze indicator geeft per jaar de som van het aantal doden door rampen en het aantal doden door aanslagen in Nederland. De definitie van aanslag is een misdrijf met als doel een persoon van status te vermoorden. De pleger streeft een hoge doel na met de misdrijf, zoals een politiek of ideologisch doel. Als het doelwit geen specifiek persoon is, is er sprake van een terreuraanslag. De definitie van een ramp is overgenomen uit Wet Veiligheidsregio’s (zie http://www.nctv.nl/onderwerpen/nv/nazorgtegemoetkomingen/). De data uit de Wikipediapagina over rampen, neemt geen rampen mee waar geplande intentie in het spel is. In deze statistiek zijn rampen met geplande intentie (maar zonder hoger doel) wel mee genomen (zoals schietpartij in Alphen 2009). Tussen 2007 en 2012 zijn er 17 dodelijke slachtoffers gevallen door rampen en aanslagen (tijdens drie calamiteiten). Uit de grafiek is op te maken dat het aantal dodelijke slachtoffers (per 1.000.000) per ramp of aanslag daalt en het totaal aantal dodelijke slachtoffers per 5 jaar ook daalt. Ondanks de het incidentele karakter van rampen en aanslagen is tussen 1990 en 2012 een verbetering te zien in de veiligheid.
Aantal slachtoffers van rampen en aanslagen
Doden en gewonden door brand
Totale maatschappelijke kosten van branden en ontwrichtende natuurverschijnselen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Aantallen doden als gevolg van aanslagen en rampen jaar
aanslagen
rampen
totaal
1990
2
25
27
1991
7
7
1992
48
48
1994
9
9
1995
0
0
1996
66
66
per 1.000.000 Bijzonderheden 1,812932 (Mislukte) aanslag IRA Roermond; Zeer zware Zuiderstorm (17 doden); Kettingbotsing door dichte mist Breda (27 gewonden, 8 doden) 0,466356 Explosie en brand opslagtank DSM Chemicals (7 doden) 3,172715 Bijlmerramp (26 gewonden, 43 doden); Treinramp Hoofddorp door ontsporing (33 gewonden, 5 doden)
1993
0 0,586625 Kettingbotsing op A67 (6 doden); KLM Cityhopper naast de baan Schiphol (21 gewonden, 3 doden) 0 Evacuatie Rivierenland ivm dreiging dijkdoorbraken (ca 250.000 mensen) 4,259713 Herculesramp (34 doden); Dakotaramp (32 doden)
1997
0
1998
0
1999
32
32
2,030457 Legionellaramp Westfriese Flora (32 doden)
2000
23
23
1,449823 Vuurwerkexplosie Enschede (ca. 950 gewonden, 23 doden)
14
14
0,875712 Cafebrand Volendam (180 gewonden, 14 doden)
2001 2002
1
2003 2004 2005
1 0
1
1 11
0,062093 Pim Fortuyn
0 11
0 Kadebreuk bij Wilnis (evacuatie ca. 1.500 personen). [Zwaar autoongeluk 6 doden; Instorten steiger koeltoren Amercentrale 5 doden] 0,061508 Theo van Gogh 0,674598 Brand in Schiphol cellencomplex
2006
0
0
2007
0
0
2008
0
2009
9
2010
9 0
2011
7
7
2012
1
1
2013
0 0,545918 Turkish Airlines (86 gewonden, 9 doden) 0 0,420269 Schietpartij Alphen ad Rijn (6 doden, 1 zelfmoord, 17 gewonden) [Eigen aanvulling: http://nl.wikipedia.org/wiki/Schietpartij_Alphen_aan_den_Rijn] 0,059773 Treinongeval Amsterdam Westerpark (117 gewonden, 1 dode)
0
0
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Nederlandse_rampen#21e_eeuw en http://nl.wikipedia.org/wiki/Terrorisme_in_Nederland
30
Aantal slachtoffers van rampen en aanslagen
Doden en gewonden door brand
Totale maatschappelijke kosten van branden en ontwrichtende natuurverschijnselen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Doden en gewonden door brand Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden Beschrijving
Rampen en aanslagen (vorige indicator) komen gelukkig zo weinig voor, dat die reeks aanvulling behoeft met een meer alledaagse statistiek: doden en gewonden door brand. Minder is beter. Aantal doden en het aantal gewonden door branden in (Europees) Nederland per 1.000.000 Nederlanders 1985 – heden; jaarlijks NB: in de grafiek zijn de cijfers t.m. 2011 opgenomen. CBS Statline (Brandweerstatistiek) Met behulp van de Brandweerstatistiek (op Statline; in de Brandweer Jaarverslagen staan gedetailleerdere datasets) is het aantal doden en gewonden door branden in Nederland gevisualiseerd. In deze statistiek zijn ook slachtoffers onder brandweerpersoneel meegenomen.
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
In 2011 waren er 63 doden en 882 gewonden door branden in Nederland. Het aantal doden door brand heeft sinds 1989 een dalende trend. De trend van het aantal gewonden door brand steeg tot 2000 en is sindsdien dalend. Dit duidt erop dat de weerbaarheid tegen branden verbetert.
31
Aantal slachtoffers van rampen en aanslagen
Doden en gewonden door brand
Totale maatschappelijke kosten van branden en ontwrichtende natuurverschijnselen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
32
Aantal slachtoffers van rampen en aanslagen
Doden en gewonden door brand
Totale maatschappelijke kosten van branden en ontwrichtende natuurverschijnselen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Totale maatschappelijke kosten van branden en ontwrichtende natuurverschijnselen Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden
Beschrijving Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
33
Naast slachtoffers van rampen en branden, kunnen we ook kijken naar materiële schade door branden en wat officieel heet natuurevenementen. Minder is beter. De bruto geboekte schade voor de branche ‘Brand en andere schaden’ door verzekeraars. 1985 – (1995) – heden; jaarlijks DNB (en Verzekerd van Cijfers, een uitgave van Verbond van Verzekeraars) De Branche ‘Brand en andere zaken’ heeft een veel ruimere omschrijving dan de definitie van brand in de Brandweerstatistiek (vandaar ook het verschil in schadebedrag). DNB beheert de databron en heeft data van 1995 - heden. ‘Branden en andere schaden’ wordt in de grafiek (door DNB sinds 2007) opgesplitst in ‘Branden en natuurevenementen’ en ‘Andere schade aan zaken’. DNB definieert deze twee als: Brand- en natuurevenementen = schaden aan zaken (met uitzondering van schaden, begrepen onder de branches Voertuigcasco, Casco rollend spoorwegmateriaal, Luchtvaarttuigcasco, Casco zee- en binnenschepen en Vervoerde zaken), wanneer deze zijn veroorzaakt door brand, ontploffing, storm of andere natuurevenementen (met uitzondering van hagel en vorst), kernenergie of aardverzakking. Andere schaden aan zaken = schaden aan zaken (met uitzondering van schaden, begrepen onder de branches branches Voertuigcasco, Casco rollend spoorwegmateriaal, Luchtvaarttuigcasco, Casco zee- en binnenschepen en Vervoerde zaken), wanneer deze zijn veroorzaakt door hagel of vorst, alsmede door alle overige evenementen die niet reeds zijn begrepen onder de branche Brand- en natuurevenementen. Ook besxchikbaar is de directe financiële schade door brand (op basis van de Brandweerstatistiek, CBS Statline) In de tabel wordt de door verzekeraars totaal bruto geboekte schade voor branche ‘Brand en andere schaden’ weergegeven (absoluut en gecorrigeerd voor inflatie, index jaar 2013) In 2012 was de totale bruto geboekte schade voor brand en ontwrichtende natuurverschijnselen door verzekeraars ca. 2 miljard euro. De trendlijnen van plots ‘bruto geboekte schade voor Brand en Ontwrichtende natuurverschijnselen door verzekeraars’ en ‘directe financiële schade door brand (Brandweerstatistiek)’ hebben een (gelijke) positieve inclinatie, wat duidt op een groei van de schade door brand en ontwrichtende natuurverschijnselen sinds 1985. Metend vanaf 2003 zien we een daling van de ‘directie financiële schade door brand’. Deze daling is ook terug te zien in de grafiek van het ‘totaal aantal branden in Nederland’. Dit duidt erop dat de bescherming tegen branden verbetert.
Aantal slachtoffers van rampen en aanslagen
Doden en gewonden door brand
Totale maatschappelijke kosten van branden en ontwrichtende natuurverschijnselen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Door verzekeraars totaal bruto geboekte schade voor branche ‘Brand en andere schaden’ weergegeven (absoluut en gecorrigeerd voor inflatie, indexjaar 2013)
Jaar
Consumentenprijsindex, 2013=100
Geboekte schaden, bruto
idem in prijzen 2013
idem 2013=100
1996 1997
70 71
1231 1402
1760 1962
84 93
1998
73
1534
2105
100
1999
74
1488
1998
95
2000
76
1859
2440
116
2001
79
1823
2297
109
2002
82
1776
2166
103
2003
84
1864
2227
106
2004
85
1812
2138
102
2005
86
1535
1781
85
2006
87
1620
1858
89
2007
89
1996
2253
107
2008
91
2006
2210
105
2009
92
2074
2258
108
2010
93
2037
2190
104
2011
95
2195
2305
110
2012
98
2048
2099
100
2013
100
2099
2099
100
Bron: De Nederlandse Bank
34
Aantal slachtoffers van rampen en aanslagen
Doden en gewonden door brand
Totale maatschappelijke kosten van branden en ontwrichtende natuurverschijnselen
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Rechtsstatelijkheid Kwaliteit van de rechtsstaat
Indicatoren: Corruptie Aantal onschuldigen in de cel Bescherming tegen de overheid Persvrijheid
Rechtsstatelijkheid
35
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
36
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Corruptie Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden
Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
Corruptie 37
De staat en zijn vertegenwoordigers dienen zichzelf aan de wet te houden. Corruptie is een uiting van de mate waarin dit daadwerkelijk slaagt. Minder corruptie (in dit geval een hogere score) is beter. Het gemiddelde van vijf corruptiemetingen uit de jaarlijkse Global Competitiveness Index (van het World Economic Forum). (NB: tot 2011 bestond het gemiddelde uit vier series metingen) 2006 – heden; jaarlijks Global Competitiveness Index (data platform); http://www.weforum.org/issues/competitiveness-0/gci2012-data-platform/ Data voor deze indicator wordt verzameld d.m.v. het World Economic Forum’s Executive Opinion Survey. In 2010 zijn voor Nederland 87 respondenten geraadpleegd (waarvan 99% online enquêtes). In 142 landen worden 14.000 respondenten jaarlijks bevraagd. Tussen 2009/2010 en 2010/2011 is er sprake van een trendbreuk. Dit komt doordat pas in het rapport van 2010/2011 de serie ‘1.05 Irregular payments and bribes’ wordt meegenomen. Deze indicator bestaat uit het gemiddelde van 5 corruptie georiënteerde indexen uit de jaarlijkse Global Competitieve Index. Ze vallen onder ´Basic requirements´> ‘Pillar 1: Institutions’ > ‘1A: Public institutions’ Serie 1.03: Diversion of public funds; In your country, how common is diversion of public funds to companies, individuals, or groups due to corruption? [1 = very common; 7 = never occurs] Serie 1.04: Public trust in politicians; How would you rate the level of public trust in the ethical standards of politicians in your country? [1 = very low; 7 = very high] Serie 1.05: Irregular payments and bribes; Average score across the five components of the following Executive Opinion Survey question: In your country, how common is it for firms to make undocumented extra payments or bribes connected with (a) imports and exports; (b) public utilities; (c) annual tax payments; (d) awarding of public contracts and licenses; (e) obtaining favorable judicial decisions. In each case, the answer ranges from 1 (very common) to 7 (never occurs). Serie 1.06: Judicial independence; To what extent is the judiciary in your country independent from influences of members of government, citizens, or firms? [1 = heavily influenced; 7 = entirely independent] Serie 1.07: Favoritism in decisions of government officials; To what extent do government officials in your country show favoritism to well-connected firms and individuals when deciding upon policies and contracts? [1 = always show favoritism; 7 = never show favoritism] In 2013/2014 stond Nederland op de 8ste positie van minst corrupte landen ter wereld. De reeks laat enige schommeling zien, maar de trend van corruptie in Nederland lijkt overwegend constant. Tussen 2012/2013 en 2013/2014 daalt Nederland twee plaatsten op de ranglijst en daalt ook de indexwaarde licht. Dit duidt erop dat de (gepercepieerde) corruptie in Nederland licht is toegenomen. NB: de gemiddelde ranking van de OECD-landen in 2013/2014 is 39.
Aantal onschuldigen in de cel
Bescherming van bedrijven tegen de overheid
Persvrijheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Corruptie in Nederland, als indexcijfer en plaats op de ranglijst van minst corrupte landen, per jaar (2006-2007 – 2014-2015) Periode
Gemiddelde score
Verschil t.o.v. voorgaande jaar
Gemiddelde plaats op de ranglijst
5%
6,5
2006-2007
5,6
2007-2008
5,8
7
2008-2009
5,9
2%
8
2009-2010
5,7
-3%
8,75
2010-2011
5,7
-1%
11
2011-2012
5,7
1%
9,2
2012-2013
5,8
1%
7,4
2013-2014
5,7
-2%
9,2
2014-2015
5,6
-1%
Bron: Global Competitiveness Index
Corruptie 38
Aantal onschuldigen in de cel
Bescherming van bedrijven tegen de overheid
Persvrijheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Aantal onschuldigen in de cel Waarom deze indicator
Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden
Beschrijving
Criminaliteit bestrijden (indicatoren van aspect veiligheid) betekent onvermijdelijk dat soms mensen worden vastgezet van wie later blijkt dat ze onschuldig waren. Maar – all else being equal – minder mensen onschuldig in de cel is beter. Mensen hun vrijheid ontnemen, is een van de zwaarste maatregelen die de staat kan nemen. Het aantal mensen dat onschuldig in de cel belandt, is een maatstaf voor zorgvuldigheid van het strafrechtsysteem. Het aantal toegekende verzoeken voor schadevergoeding wegens onterechte hechtenis. 1994 – heden; jaarlijks CBS Statline Een voormalige verdachte komt aanmerking voor een schadevergoeding wegens onterechte hechtenis als hij of zij in verzekering is gesteld en/of in voorlopige hechtenis is genomen, en achteraf wordt vastgesteld dat dat niet terecht was. NB: dit betekent niet dat politie of OM onrechtmatig hebben gehandeld. Een verdachte kan in het kader van een strafrechtelijk onderzoek op goede gronden in verzekering worden gesteld, of zelfs in voorlopige hechtenis worden genomen, zonder dat het tot een veroordeling komt. Dat kan bijvoorbeeld wanneer iemand voldoet aan een signalement en kort na een incident (bijv. een overval) in de omgeving daarvan wordt aangetroffen, zonder dat die persoon een verklaring of alibi heeft. Nader onderzoek kan vervolgens uitwijzen dat de aanvankelijke verdenking niet kan worden onderbouwd. Dat kan tot schadevergoeding leiden, maar dat betekent niet dat politie en OM met de kennis van toen een verkeerde beslissing hebben genomen. De tabel toont het aantal toegekende verzoeken van ex-gedetineerden die onterecht in verzekering of hechtenis hebben gezeten.
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
39
Corruptie
Aantal onschuldigen in de cel
Bescherming tegen de overheid
Persvrijheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Aantallen toegekende verzoeken tot schadevergoeding wegens onterechte hechtenis
40
Jaar
Aantal
1990
451
1991
461
1992
594
1993
537
1994
643
1995
635
1996
744
1997
960
1998
1109
1999
1279
2000
1679
2001
1644
2002
1420
2003
1517
2004
1874
2005
2065
2006
2476
2007
2730
2008
3482
2009
3697
2010
3773
2011
4237
2012
4783
2013
4552
Corruptie
Aantal onschuldigen in de cel
Bescherming tegen de overheid
Persvrijheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Bescherming tegen de overheid Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden
Beschrijving
Staat op basis van laatst beschikbare gegevens
41
Corruptie
Kan je overheidsmaatregelen aanvechten? Een van de weinige indicatoren die hier iets over zegt, is deze enquête onder bedrijven. De in enquêtes gemeten efficiëntie van het Nederlandse systeem om overheidsbeslissingen en/of regelgeving te betwisten. 2009 – heden; jaarlijks Global Competitiveness Index (data platform); http://www.weforum.org/issues/competitiveness-0/gci2012-data-platform/ In de Global Competitive Index (World Economic Forum) wordt jaarlijks de “Efficiency of Legal framework in challenging government and/or regulations [1 = extremely inefficient; 7= highly efficient]” voor (o.a.) Nederland gemeten. Data voor deze indicator wordt verzameld d.m.v. het World Economic Forums Executive Opinion Survey. In 2010 zijn voor Nederland 87 respondenten geraadpleegd (waarvan 99% online enquêtes). Voor het totaal van 142 landen worden 14.000 respondenten jaarlijks bevraagd. Nederland scoort over de gehele periode boven de 5 op een schaal van 1 tot 7 (waarbij 7 de beste score is). Daarmee wordt het Nederlandse systeem als redelijk efficiënt beoordeeld. Op basis van de score kan ook een rangschikking worden gemaakt. In 2013/2014 stond Nederland op de vijfde plaats van landen die voor bedrijven een efficiënt regelgevingskader hadden om overheidsbeslissingen en/of regelgeving te betwisten. De gemiddelde ranking van alle OECD-landen was in dat jaar positie 47. Zowel de index als de ranking laten een verbetering voor Nederland zien van de efficiëntie van bedrijven om overheidsmaatregelen aan te vechten voor de periode 2010 tot 2013. Tussen 2013 en 2014 is er een lichte terugval zichtbaar. In vergelijking met de gemiddelde indexscore en plaats op de ranglijst van de OECD landen gezamenlijk, doet Nederland het goed. Immers waar de OECD-landen voor de periode 2009 tot 2014 een verslechtering laten zien, gaat het in Nederland juist beter.
Aantal onschuldigen in de cel
Bescherming tegen de overheid
Persvrijheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015 Efficientie van het Nederlandse systeem om overheidsbeslissingen en/of regelgeving te betwisten (door bedrijven), per jaar (2009-2010 – 2014-2015) jaar
Score*
2009-2010
5,1
2010-2011
5,1
2011-2012
5,3
2012-2013
5,6
2013-2014
5,5
2014-2015
5,2
*score loopt van 1 tot 7; 7 is best Bron: Global Competitive Index (World Economic Forum)
42
Corruptie
Aantal onschuldigen in de cel
Bescherming tegen de overheid
Persvrijheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Persvrijheid Waarom deze indicator Wat meten we Tijdframe Bron Bijzonderheden
Beschrijving
43
Corruptie
Mag je de overheid kritiseren? Leven mensen in het besef dat ze dit mogen? Deze indicator is de beste en langstlopende op dit gebied. De geënquêteerde mate van persvrijheid in Nederland uitgedrukt in een score van 0 (volledige persvrijheid) tot 115,5 (geen persvrijheid) en een ranking ten opzichte van 178 andere landen. 2002 – heden (in 2011 vond er geen meting plaats en is het score schema veranderd van 0-115.5 punten tot (-10)-142 punten). Reporters without Borders http://en.rsf.org/ (of http://en.wikipedia.org/wiki/Press_Freedom_Index) In zowel 2013 als in 2011 is de score van de Press Freedom Index gewijzigd (om een grotere discrepantie in de score te krijgen bij de landen die de lijst aanvoerden), zodoende kent de data van die jaren trendbreuken. Tot 2011 liep de score van 0 (meest persvrij) tot 115.5 (minst persvrij). In 2011-2012 liep de score van -10 (meest persvrij) tot 142 (minst persvrij). Om de scores vóór 2011 en ná 2011 met elkaar in een grafiek te kunnen vergelijken is de score van 2011-2012 aangepast op het score schema van voor 2011 (uitgaand van een lineaire verhouding [nieuwe score = (oude score + 10) * 115.5/152]). Vanaf 2013 wordt de score van Press Freedom Index opnieuw op een andere manier uitgedrukt, namelijk van 0 (meest persvrij) tot 100 (minst persvrij). Zodoende ziet u twee trend breuken: een tussen 2010 en 2011-2012 en een tussen 2011-2012 en 2013. De Ranking is wel voor alle jaren vergelijkbaar. Deze indicator is een weergave van de Press Freedom Index van Reporters Without Borders. Reporters Without Borders enquêteert jaarlijks, onder 18 freedom of expression NGO’s (verdeeld over de 5 relevante continenten), de mate van persvrijheid die journalisten, nieuwsorganisaties en cybercitizens (netizens) hebben en de mate waarin de overheid persvrijheid respecteert. Het gaat om in totaal 150 correspondenten in alle 5 continenten waar de Press Freedom Index meting van doet (ongeveer 180 landen). (Het gaat hier expliciet niet om de kwaliteit van de journalistiek of mensenrechten schendingen). In 2013 stond Nederland op de tweede positie van landen met de meeste persvrijheid. De daling van de Nederlandse index tussen 2010 en 2013 is vooral toe te schrijven aan een andere manier van meten (i.e. trendbreuk) in zowel 2011 en 2013. Tussen 2006 en 2010 laat de grafiek een daling zien in de Nederlandse rang en index voor persvrijheid. Dit is terug te leiden naar enkele incidenten tussen de Nederlandse journalisten en de overheid in die periode. De huidige positie op de ranglijst indiceert dat Nederland tot de top van de wereld behoort wat betreft persvrijheid (De VS staan in 2013 op plaats 32).
Aantal onschuldigen in de cel
Bescherming tegen de overheid
Persvrijheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
44
Corruptie
Aantal onschuldigen in de cel
Bescherming tegen de overheid
Persvrijheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Potentiële indicatoren en/of verbeteringen Hieronder worden indicatoren benoemd die mogelijk geschikt zijn om toegevoegd te worden aan de basisset, maar die op dit moment (om verscheidene redenen) niet bruikbaar zijn. De potentiele indicatoren zijn gerangschikt per domein.
45
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Veiligheid – Minder misdrijven en overtredingen, en een groter veiligheidsgevoel Veiligheidsindex Inmiddels beschikbaar, maar nog niet op bruikbaarheid beoordeeld
Waarom deze indicator Zou de meeste indicatoren van het aspect veiligheid kunnen samenbrengen in één. Wat meten we Nationale geïndexeerde criminaliteitsstatistieken en overlast ontwikkelingen (onveiligheidsgevoelens is al in een aparte indicator meegenomen) Tijdframe 2005-heden; jaarlijks Bron WODC Bijzonderheden – Beschrijving
Totale maatschappelijke schade door criminaliteit Beschikbare data niet volledig
Waarom deze indicator zou de beste weergave zijn van de totale criminaliteit in Nederland. Wat meten we Het geschat aantal euro dat in heel Nederland wordt uitgeven aan schade(-beperking) door criminaliteit. Tijdframe 2006 en 2010 – heden (vanaf 2010 waarschijnlijk jaarlijks) Bron Criminaliteit en Rechtshandhaving rapportage -WODC Bijzonderheden Beschrijving In de C&R publicaties (WODC) van 2007 (deze beschrijft 2006), 2010 en 2011 wordt een aanzet gedaan om de Totale maatschappelijke schade door criminaliteit in kaart te brengen. Componenten van schade zijn: Overheid, Huishoudens (c.q. materiële schade, medische kosten n.a.v. slachtofferschap door criminaliteit en emotionele/fysieke schade), Bedrijfsleven (iIndirecte en directe schade) en faillissement fraude. De kosten voor veiligheidszorg en overheidsuitgaven zijn betrekkelijk gemakkelijk te meten, schade is echter moeilijker te meten. Obstakels wat betreft deze indicator zijn: aanwezige foutmarges bij het meten (o.a. door gebrek aan recente statistieken), niet alle benodigde data is verkrijgbaar (bijv. data van private-instanties zijn niet altijd openbaar).
Veiligheid 46
Ruimte voor relaties
Veerkracht
Rechtsstatelijkheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Mate waarin mensen denken dat misdaad loont Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Deze indicator geeft een indruk van de mate waarin de samenleving zich weet te weren tegen criminaliteit. Zowel in morele zin (zo doen we dat hier) als in praktische zin (sociale controle cq strafrecht). Minder is beter. Een kernindicator voor ervaren rechtvaardigheid. Bron ?
Aantal mensen dat (iemand kent die) denkt dat hij boven de wet staat. Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Deze indicator zou een indruk geven van de mate waarin criminaliteit voorkomt die door de overheid moeilijk wordt gezien; minder is beter Bron ?
Aantal mensen dat hun vrijheidsstraf ontloopt Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Complement van de indicator ‘onschuldigen in de cel’ Bijzonderheden Wellicht toevoegen: aantal mensen bij wie dagvaarding niet betekend kan worden. Bron ?
Slachtoffertevredenheid over hulp na een misdrijf Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Indicator van succes slachtofferzorg. Meer is beter. Bron ?
Veiligheid 47
Ruimte voor relaties
Veerkracht
Rechtsstatelijkheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Ruimte voor Relaties – Ruimte voor persoonlijke en zakelijke relaties Doorlooptijden Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Het is een indicatie voor de kwaliteit voor de rechtspraak. Kortere doorlooptijden is in principe beter. Bron Jaarverslag RvdR Opmerking Er is nog discusse mogelijk over de vraag onder welke omstandigheden inderdad beter zijn.
Totaal van juridische kosten Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Juridische kosten zijn transactiekosten, minder is beter. Het totaal van juridische kosten kan worden geschat door de totale inzet van juridische dienstverlening minus de export van juridische dienstverlening te nemen. Bron ?
Verwachting dat je bij de rechter je gelijk kunt halen als je een conflict hebt met een leverancier, klant, buur, familie- of gezinslid, de overheid. Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Het is een maat voor de gepercipieerde rechtvaardigheid (in de zin van toegang tot het recht, rechtsgelijkheid etc. Bron ?
48
Veiligheid
Ruimte voor relaties
Veerkracht
Rechtsstatelijkheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Veerkracht – Adequate bescherming tegen branden, rampen en aanslagen Weerbaarheidsmonitor Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Indicator van de weerbaarheid van de samenleving – zou de indicatoren onder ‘veerkracht’ kunnen samennemen en vervangen. Bijzonderheden Min VenJ is op zoek naar een meetinstrument voor Weerbaarheid. Beschrijving De monitor zou een indicator moeten geven hoe weerbaar Nederlanders zijn tegen rampen / aanslagen. Zowel de component ‘voorbereid zijn op een calamiteit’ als de ‘veerkracht’ zou gemeten worden
Terreurdreiging Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Dreiging kan gezien worden als een voorstadium van aanslagen. Minder is beter. Wat meten we het Dreigingsbeeld Terreur Nederland (DTN) Bijzonderheden Het dreigingsbeeld wordt uitgedrukt in slechts 4 niveaus (te weten: minimaal, beperkt, substantieel en kritiek). DTN is daardoor niet specifiek genoeg als indicator en is daarnaast gebaseerd op geheime bronnen en daarom niet specifieker te maken.
Tijd voordat vitale infrastructuur weer beschikbaar is na uitval Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Indicator van veerkracht na een calamiteit. Ook als de elektriciteit uitvalt, hopen we dat dit snel weer werkt. Beschikbaarheid van de vitale infrastructuur is van groot belang voor veerkracht van een land. -
Tevredenheid van slachtoffers over hulp van crisisrespons Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Indicator van succes hulpdiensten. Meer is beter. -
Vertrouwen van burgers in hulp bij aanslagen of rampen Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Als paranoia index -
49
Veiligheid
Ruimte
Veerkracht
Rechtsstatelijkheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Rechtsstatelijkheid – Kwaliteit van de rechtsstaat Onterechte veroordelingen Geen tijdreeks mogelijk
Waarom deze indicator Zou inzicht geven in de eerbiedigng van rechtsstatelijke normen t.a.v de strafrechtspleging Bron ? Bijzonderheden Een mogelijke maat is het aantal adviezen tot onderzoek (ten opzichte van het aantal ingediende zaken) door de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken. Echter, de CEAS is opgeheven toen per 1 oktober 2012 de Wet Hervorming herziening ten voordele in werking trad. Overigens geldt dat naast de vier zaken waarvan op grond van het oordeel van de Ceas gesproken kan worden van onterechte veroordeling, er een aantal veroordelingen is ten aanzien waarvan over de feiten blijkens specifiek wetenschappelijk onderzoek vragen zijn blijven bestaan: circa 4 zaken uit de jaren 1980, circa 7 uit de jaren ‘90 en nog 3 uit de jaren ‘00. Men zou ook nog kunnen denken aan de circa 60 (doorgaans kleinere) zaken die in 5 jaar tijd tot herziening leidden.
Afwezigheid van willekeur Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Zou in één klap het hele domein van zowel veiligheid als rechtvaardigheid bestrijken.
Nederlandse bijdrage aan de internationale rechtsorde Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Art. 90 Gw legt de regering een taak op. Wat meten we Het aantal rechtshulpverzoeken dat Nederland krijgt en op hoeveel verzoeken wij een antwoord hebben. Rechtshulpverzoeken hebben volgens mij een veel beperktere scope dan art 90 Gw
Gevoel dat we in een vrij land leven Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Voorstel voor een overall indicator
50
Veiligheid
Ruimte
Veerkracht
Rechtsstatelijkheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
Aantal schrijnende gevallen in asielbeleid Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator De mate waarin de overheid in staat is asielzoekers humaan op te vangen en zorg over te dragen tijdens de voortgang van hun procedure is een indicator voor de rechtstatelijke kwaliteit. Minder schrijnende gevallen is beter. Bron ?
Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer Geen tijdreeks mogelijk
Waarom deze indicator Deze ontbreekt nog bij het aspect rechtsstatelijke kwaliteit. Wat meten we De geënquêteerde mate of het recht op leven en veiligheid van personen effectief zeker gesteld is. Bron World Justice Project - Rule of Law 2011 subindex 4.6 – General Population Poll (zie ‘Measuring the Rule of Law.pdf’ p.45) Bijzonderheden Deze databron is niet bruikbaar om een tijdreeks te maken. Een reactie van het WJP legt uit waarom: While expert data is collected on an annual basis, raw General Population Poll data is only collected every three years in each country. In 2013, we will poll the Netherlands again. With regards to time series data, we are unable to provide such information at this time. This is for two reasons. First, normalized country scores are measured relative to one another, and since 31 new countries were added in 2012, the previous years’ normalized scores are not comparable over time. Secondly, as already mentioned, GPP data is collected every three years in each country and we have only made one wave of data collection in the Netherlands. Starting in 2013, time-series datasets will become available.” Beschrijving Deze indicator wordt gemeten in de Rule of Law Index (van het World Justice Project). De Rule of Law Index wordt gevoed door twee databronnen: de General Population Poll en de Qualified Respondent’s Questionanaires. In de General Population Poll worden geënquêteerden voor een specifiek land elke 3 jaar bevraagd over het onderwerp ´ The right to life and security of the person is effectively guaranteed´. Dit onderwerp is de bron voor de MRK indicator ‘Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer’. De General Population Poll (GPP) meet (in elk van de 66) elke drie jaar onder 1000 (burger) respondenten in de 3 grootste steden in het land (voor NL: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag) ca. 70 perceptie-vragen en ca. 10 ervaringsvragen over de Rule of Law in het land. NB: Naast de GPP gebruikt de Rule of Law Index dus ook de Qualified Respondent’s Questionaire (QRQ). Dit is een jaarlijkse enquête onder professionals en is bedoeld als een expert aanvulling op de GPP.
Mate van beschikbaarheid van overheidsinformatie Nog geen geschikte meetresultaten voorhanden
Waarom deze indicator Transparantie van de overheid. Bron ?
51
Veiligheid
Ruimte
Veerkracht
Rechtsstatelijkheid
Datawerkboek “De staat van veiligheid en rechtvaardigheid in Nederland”, versie 22 april 2015
52
Veiligheid
Ruimte
Veerkracht
Rechtsstatelijkheid
Bijlage: format voor invoer nieuwe indicator
Uw naam: E-mail:
Invoer nieuwe indicator Waarom deze indicator
Wat meten we
Tijdframe
Bron & Contactpersoon
Bijzonderheden
Beschrijving
Svp zenden aan
[email protected] of
[email protected]
.............................................................................................................
................................................................................................................
Mobiel nr:
..........................................................................................................