De Rotterdamse marktbezoeker Resultaten uit de Omnibusenquête 2011
De Rotterdamse marktbezoeker Resultaten uit de Omnibusenquête 2011
G.H. van der Wilt Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 31 mei 2011 In opdracht van Stadstoezicht (STZ) en het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR)
© Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: G.H. van der Wilt Project: 11-3449
Adres: Blaak 34, 3011 TA Rotterdam Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam Telefoon: (010) 267 15 00 Telefax:(010) 267 15 01 E-mail:
[email protected] Website:www.cos.rotterdam.nl
2
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
INHOUD
Samenvattende beschouwing
5
1
Inleiding
9
1.1 1.2
9 9
2
3
4
5
De enquête Opbouw van de rapportage
De Rotterdamse marktbezoeker kwantitatief
11
2.1 2.2
11 13
Bezoekfrequentie Rotterdamse markten Schatting totale marktbezoek
De Rotterdamse marktbezoeker kwalitatief
15
3.1 3.2
15 17
Achtergrondkenmerken marktbezoekers Achtergrondkenmerken en redenen niet-bezoekers
Bezoek aan de grotere Rotterdamse weekmarkten uitgelicht
19
4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3 4.4
19 19 20 20 20 21 22 23 24
Redenen en motieven marktbezoek Voor welke producten komt men naar de markt? Wat zijn de motieven voor marktbezoek? Oordeel over de markten Rapportcijfers markten Waardering naar aspecten Aantrekkelijkheid markten Veiligheid Combinatie marktbezoek en andere bezigheden
Bestedingspatroon marktbezoekers
25
5.1 5.2 5.3
25 28 28
Algemeen bestedingspatroon Bestedingen naar klasse en per product Relatie aantrekkelijkheid markt en bestedingspatroon
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
3
4
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
Samenvattende beschouwing Deze rapportage doet verslag van het jaarlijkse onderzoek naar het marktbezoek van Rotterdammers aan de grotere weekmarkten in Rotterdam. Aan de hand van diverse vragen die zijn gesteld in de Omnibusenquête die het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) in het voorjaar van 2011 heeft gehouden, is onder meer gekeken welke markten men het afgelopen jaar heeft bezocht, wat de achtergrondkenmerken zijn van de marktbezoekers, waarvoor en waarom men de markten bezocht en hoeveel men tijdens het marktbezoek heeft uitgegeven. Meerderheid Rotterdammers bezoekt Centrummarkt Bijna tweederde van de Rotterdammers heeft in de afgelopen twaalf maanden de Centrummarkt op de Binnenrotte wel eens bezocht. De overige weekmarkten waar naar gevraagd is (op het Afrikaanderplein, het Grote Visserijplein en in Hoogvliet) worden ook bezocht, maar niet door een meerderheid van de Rotterdammers: maximaal 30% van de Rotterdammers heeft één van deze drie markten in de afgelopen twaalf maanden wel eens bezocht. Overige markten in Rotterdam zijn in de afgelopen twaalf maanden door ruim één op de drie Rotterdammers bezocht. De markt op de Binnenrotte en de markt op het Afrikaanderplein zijn door de meeste Rotterdammers bezocht op de zaterdag, de doordeweekse marktdag (respectievelijk op dinsdag en op woensdag) is minder bezocht. Bij de markt op het Grote Visserijplein is dat verschil in bezoek tussen de zaterdag en de doordeweekse marktdag (donderdag) nauwelijks aanwezig. Daling marktbezoek zet door Alle Rotterdamse markten zijn in de afgelopen twaalf maanden in meer of mindere mate bezocht. Het meeste bezoek was incidenteel (een paar keer per jaar) of geregeld (één of meer keer per maand). Maximaal 6% van de Rotterdammers bezocht één van de markten frequent (één of meer keer per week). Op basis van deze bezoekfrequenties zijn schattingen gemaakt van het totaal aantal marktbezoeken. Deze schattingen variëren in de minimumvariant van ongeveer 750.000 bezoeken per jaar aan de markt in Hoogvliet tot bijna 3,8 miljoen bezoeken per jaar aan de Centrummarkt op de Binnenrotte. In de maximumvariant varieert het aantal bezoeken van ongeveer 1,3 miljoen bezoeken per jaar aan de markt in Hoogvliet tot ongeveer 6,7 miljoen bezoeken per jaar aan de Centrummarkt op de Binnenrotte. Het totaal aantal bezoeken door inwoners van Rotterdam aan alle Rotterdamse markten in de afgelopen twaalf maanden ligt tussen de 10,8 miljoen en 18,8 miljoen. Ten opzichte van 2010 is sprake van een daling van bijna 700.000 bezoeken in de minimumvariant tot iets meer dan een miljoen in de maximumvariant. Daarmee is voor het tweede achtereenvolgende jaar sprake van een daling van het marktbezoek door Rotterdammers. Marktbezoek door mensen van buiten Rotterdam is in deze berekeningen niet meegenomen. Marktbezoek? Dan ook naar de winkel Een kwart van de Rotterdamse marktbezoekers zegt puur en alleen voor de markt te komen en het bezoek aan de markt niet te combineren met andere activiteiten. De overige marktbezoekers geven aan hun bezoek aan de markt wél te combineren met andere
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
5
activiteiten. Bezoek aan winkels in de buurt van de markt is de meest gebezigde andere activiteit: 62% zegt zijn of haar marktbezoek te combineren met een bezoek aan winkels. De combinatie marktbezoek en cultuur- of evenementenbezoek wordt door ongeveer één op de vijfentwintig marktbezoekers genoemd. Ongeveer één op de tien marktbezoekers gaat naast het bezoek aan de markt ook langs bij familie, vrienden, de bibliotheek of een horecagelegenheid. Naar de markt voor voedingsmiddelen… 80% van de Rotterdammers komt naar de markt om daar voedingsmiddelen (groenten, fruit, vis, vlees, brood, kaas) te kopen. Daarnaast geeft een kwart van de marktbezoekers aan naar de markt te komen voor artikelen voor huis en tuin en zegt nog eens één op de vijf marktbezoekers naar de markt te komen voor kleding en textiel. Minder dan 10% van de marktbezoekers zegt te komen voor gebruikte goederen of hobbyartikelen. … en voor de prijs en gezelligheid Als belangrijkste motief om naar de markt te komen noemen de marktbezoekers de prijs en de gezelligheid op de markt. Daarnaast speelt toeval een grote rol: een kwart van de marktbezoekers komt er toevallig, omdat de markt op hun looproute ligt. Nog een motief is het bijzondere aanbod op de markten; dit wordt door bijna één op de vijf marktbezoekers genoemd. Waardering voor de markten iets lager De waardering voor de markten is het afgelopen jaar gedaald. Alleen het rapportcijfer voor de Centrummarkt (6,9) is gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar. De rapportcijfers voor de markt op het Afrikaanderplein (6,4, was 6,6), de markt op het Grote Visserijplein (6,2, was 6,5) en de markt in Hoogvliet (5,7, was 6,4) zijn allen gedaald. Van een achttal afzonderlijke aspecten waar naar gevraagd is, worden de voorzieningen op de markten als enige door een meerderheid van de marktbezoekers slecht beoordeeld: 62% van de marktbezoekers vindt de voorzieningen op de markten matig tot slecht. De meeste waardering is er voor de openingstijden van de markten en de kwaliteit van het aanbod. Ten opzichte van 2010 zijn er twee aspecten beter beoordeeld (de ruimte van de looppaden en de veiligheid); de overige zes aspecten zijn iets slechter beoordeeld. Rotterdamse markten steeds veiliger … In de beleving van de Rotterdammers (ook diegenen die geen markt hebben bezocht) worden de markten in Rotterdam steeds veiliger. 65% vindt de markt nu geen onveilige plek. Dit percentage is sinds 2008 met 9% gestegen. Ondanks de gestegen veiligheidsbeleving is er nog steeds een substantieel deel van de Rotterdammers dat de markt wél een onveilige plek vindt. De belangrijkste reden hiervoor is de (veronderstelde) aanwezigheid van zakkenrollers op de markten, maar ook de drukte op de markten zorgt bij veel mensen voor een gevoel van onveiligheid. … maar ze kunnen nog wel aantrekkelijker 28% van de Rotterdamse marktbezoekers vindt de markten aantrekkelijk genoeg. Manieren om de markt aantrekkelijker te maken zijn onder meer een ruimere opzet, meer variatie in het aanbod, meer en betere voorzieningen en meer horeca- en zitgelegenheden. 6
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
Ook crisis op de markt? Rotterdammers gaven tijdens hun laatste bezoek aan de markt gemiddeld 23,70 euro uit. Ten opzichte van 2010 is dat een daling van gemiddeld 1,80 euro. Dat betekent dat Rotterdammers voor het tweede achtereenvolgende jaar minder zijn gaan uitgeven op de markt. Op basis van het totaal aantal marktbezoeken aan alle Rotterdamse markten per jaar zou het totale bestedingsbedrag uitkomen tussen de € 256 miljoen (minimumvariant) en € 445 miljoen (maximumvariant) op jaarbasis. Bij deze berekening zijn marktbezoekers die van buiten Rotterdam komen niet meegeteld. Het werkelijke bestedingsbedrag zal daardoor hoger uitvallen.
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
7
8
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
1
Inleiding
Op verzoek van diverse afdelingen en diensten van de gemeente Rotterdam voert het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) jaarlijks in februari een Omnibusenquête uit onder Rotterdammers van 16 tot 85 jaar. Op verzoek van de dienst Stadstoezicht (STZ) en het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) is in de Omnibusenquête van 2011 een aantal vragen opgenomen over de belangrijkste weekmarkten in Rotterdam. De voorliggende rapportage handelt over de beantwoording van deze vragen, waarbij ook vergelijkingen worden gemaakt met de resultaten uit eerdere Omnibusenquêtes over dit onderwerp.
1.1
De enquête
Zoals gezegd, stammen de gegevens voor dit onderzoek uit de in februari en maart 2011 gehouden Omnibusenquête. De enquête is dit jaar opgesplitst in drie vragenlijsten: een aantal onderwerpen kwam slechts op de zogenoemde A-lijst aan de orde, een aantal alleen op de Blijst, een aantal alleen op de C-lijst, en sommige op meerdere lijsten. De vragenlijsten van de enquête zijn op basis van drie aselecte steekproeven verspreid onder drie keer 3.600 inwoners van Rotterdam. De respons bedroeg voor de A-lijst 35% (1.263 respondenten), voor de B-lijst 37% (1.314 respondenten) en voor de C-lijst eveneens 37% (1.328 respondenten); in totaal 36%. Daarmee is de respons twee procentpunt lager dan vorig jaar. Voor zo ver op verifieerbare kenmerken valt na te gaan, is echter ook dit jaar de respons op de Omnibusenquête voldoende representatief voor de totale Rotterdamse bevolking van 16 tot 85 jaar, al zijn mannen, Rotterdammers onder de 45 jaar en allochtonen ondervertegenwoordigd. In voorgaande jaren was dit echter niet veel anders, zodat uitkomsten nog steeds goed vergeleken kunnen worden met uitkomsten uit eerdere Omnibusenquêtes. Op zich is de representativiteit ook belangrijker dan de omvang van de respons, die natuurlijk nog altijd groot genoeg is om uitspraken te kunnen doen. Lees hier meer over in bijlage II. De vragen waarover deze rapportage handelt, stonden in de C-lijst.
1.2
Opbouw van de rapportage
Deze rapportage is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt gekeken naar de bezoekfrequentie van Rotterdammers aan Rotterdamse markten en op welke dag men meestal de markt bezoekt. Aan de hand van de bezoekfrequentie wordt per markt een schatting gemaakt van het totaal aantal bezoeken dat het afgelopen jaar aan deze markten is gebracht. Hoofdstuk 3 bevat per markt een algemene profielschets van de bezoekers en gaat kort in op de achtergrondkenmerken en de redenen van niet-bezoekers. In hoofdstuk 4 wordt het bezoek aan de markten verder uitgewerkt. Gekeken wordt waarvoor en waarom men naar de markt komt, of men de markt aantrekkelijk en veilig vindt, hoe de markten gewaardeerd worden en of men het bezoek aan de markt wel eens combineert met een ander bezoek of bezigheid. In het vijfde hoofdstuk tenslotte wordt ingegaan op het bestedingspatroon van de Rotterdamse marktbezoeker tijdens zijn of haar laatste bezoek aan de markt. Behalve naar het werkelijke bedrag wordt ook gekeken aan welke producten men het meeste heeft uigegeven.
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
9
Deze rapportage kent tevens zeven bijlagen. Bijlage I bevat een lijst met alle opdrachtgevers van de Omnibusenquête 2011 en een overzicht van hun vragen in de verschillende vragenlijsten. In bijlage II worden de respons en representativiteit van de Omnibusenquête 2011 besproken aan de hand van de achtergrondkenmerken van de respondenten. In bijlage III wordt een korte toelichting gegeven op de statistische interpretatie van de in deze rapportage weergegeven percentages en over de significantie van verschillen. De boodschap uit deze bijlage moge zijn, dat in het algemeen verschillen of afwijkingen van 1- à 2% niet als verschillen mogen worden beschouwd, maar evengoed door het toevalskarakter van de steekproef kunnen zijn veroorzaakt. Als bijvoorbeeld iets het ene jaar 14% was, en het volgende jaar 15%, dan is daarmee dus nog geen toename aangetoond. In bijlage IV zijn de in deze rapportage behandelde vragen letterlijk uit de vragenlijst overgenomen. In bijlage V zijn de achtergrondkenmerken van bezoekers en niet-bezoekers van de Rotterdamse markten verder uitgesplitst naar etniciteit. In bijlage VI staat per markt een overzicht van het totaal aantal geschatte bezoekers over het afgelopen jaar in zowel de minimum- als de maximumvariant, uitgesplitst naar incidentele, geregelde en frequente bezoekers. Bijlage VII tenslotte geeft een overzicht van alle marktdagen in Rotterdam. Tot slot van deze indeling zij er op gewezen, dat overal waar in deze rapportage gesproken wordt over ‘de Rotterdammers’, de Rotterdammers van 16 tot 85 jaar bedoeld worden. Op 1 januari 2011 waren dat er 490.524 (van de in totaal 610.412). Voor zij er wellicht ten overvloede op gewezen, dat de Omnibusenquête een personenenquête is, zodat de hier gepresenteerde uitkomsten in eerste instantie gelden voor personen, en niet voor huishoudens. Met andere woorden: als een bepaald percentage Rotterdammers iets vindt of heeft, dan zegt dat nog niets over het precieze percentage Rotterdamse huishoudens dat dat vindt of heeft.
10
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
2
De Rotterdamse marktbezoeker kwantitatief
In dit hoofdstuk wordt gekeken hoe vaak en wanneer de Rotterdamse markten worden bezocht. Daarbij wordt een uitsplitsing gemaakt naar vier grotere markten en een categorie ‘andere markt in Rotterdam’. Aan de hand van de bezoekfrequentie wordt vervolgens per markt een schatting gemaakt van het totaal aantal bezoekers gedurende het hele jaar. Waar mogelijk worden de cijfers vergeleken met voorgaande jaren.
2.1
Bezoekfrequentie Rotterdamse markten
In de Omnibusenquête van 2011 is voor een viertal markten (plus een categorie ‘andere markt in Rotterdam’) gevraagd hoe vaak men in de afgelopen twaalf maanden (wat grotendeels neerkomt op 2010) op deze markt heeft gewinkeld. De bezoekfrequentie bestaat uit vier categorieën: • • • •
frequent marktbezoek (één of meer keer per week) geregeld marktbezoek (één of meer keer per maand) incidenteel marktbezoek (een paar keer per jaar) zelden of nooit
Figuur 2.1 op de volgende pagina geeft de bezoekfrequentie van de markten weer. Net als in voorgaande jaren is de Centrummarkt op de Binnenrotte de enige markt in Rotterdam die door een meerderheid van de Rotterdammers wel eens is bezocht in de afgelopen twaalf maanden: 38% incidenteel, 20% geregeld en 6% frequent. De markt in Hoogvliet is de minst bezochte markt: 88% van de Rotterdammers heeft deze markt de afgelopen twaalf maanden zelden tot nooit bezocht. Frequente bezoekers kent deze markt nauwelijks; Rotterdammers die de markt in Hoogvliet bezoeken doen dat incidenteel of geregeld. Ook de markten op het Afrikaanderplein en het Grote Visserijplein worden door het grootste deel van de Rotterdammers (minstens 70%) zelden tot nooit bezocht. Ten opzichte van 2010 is het percentage Rotterdammers dat de markten zelden of nooit heeft bezocht vrijwel gelijk gebleven. Ook de verdeling tussen frequente, geregelde en incidentele marktbezoekers is nauwelijks veranderd. De ligging van de markten heeft grote invloed op de mate van bezoek aan de markten. In het volgende hoofdstuk zal hier op basis van achtergrondkenmerken van de marktbezoekers verder op worden ingegaan. Daarbij moet worden opgemerkt dat de percentages, vooral die van de markten op het Afrikaanderplein en het Grote Visserijplein, betrekking hebben op kleine absolute aantallen. Toeval kan hierdoor een grote rol spelen; deze percentages zijn daarom vooral indicatief van aard.
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
11
Figuur 2.1
Bezoekfrequentie Rotterdamse markten in 2011
Binnenrotte
Afrikaanderplein
6%
20%
5%
7%
Grote Visserijplein 4% 5%
markt Hoogvliet
4%
andere markt
6%
0%
38%
36%
18%
70%
9%
83%
7%
88%
13%
10%
20%
18%
63%
30%
40%
frequent
geregeld
50%
60%
incidenteel
70%
80%
90%
100%
zelden / nooit
Uit figuur 2.1 blijkt duidelijk dat alle Rotterdamse markten de afgelopen twaalf maanden in meer of mindere mate zijn bezocht. Op de vraag welke markt men het meest heeft bezocht, antwoordt 41% de Centrummarkt op de Binnenrotte het meest te hebben bezocht, 12% de markt op het Afrikaanderplein, 5% de markt op het Grote Visserijplein, 6% de markt in Hoogvliet en 18% een andere markt in Rotterdam. De overige 19% heeft aan de afgelopen twaalf maanden op geen van deze markten te zijn geweest. Ten opzichte van vorig jaar is het percentage Rotterdammers dat aangeeft de Centrummarkt het meest te hebben bezocht met 5%-punt gestegen; verder zijn er geen grote verschillen. In navolging van de vraag welke markt men het meest bezocht heeft, is ook gevraagd op welke dag men meestal naar deze markt ging. Dit is weergegeven in figuur 2.2. De drie grote markten hebben twee marktdagen per week. Behalve de zaterdag is dat voor de Centrummarkt de dinsdag, voor het Afrikaanderplein de woensdag en voor het Grote Visserijplein de donderdag. De zaterdag is voor alle drie de markten de best bezochte dag. Bij de Centrummarkt en de markt op het Afrikaanderplein is het verschil tussen de zaterdag en de doordeweekse marktdag groot. De markt op het Grote Visserijplein trekt daarentegen op donderdag ongeveer net zoveel bezoekers als op zaterdag. De markt in Hoogvliet is er alleen op donderdag. Van de Rotterdammers die aan hebben gegeven deze markt de afgelopen twaalf maanden het meest te hebben bezocht, geeft 96% aan de markt ook op donderdag te bezoeken. Rotterdammers die hebben aangegeven tijdens de afgelopen twaalf maanden het meest een andere dan de vier genoemde markten te hebben bezocht, bezochten die markt(en) meestal op vrijdag. Opmerkelijk is dat tussen de 4- en 6% van de Rotterdammers aangeeft de markt meestal bezocht te hebben dat de betreffende markt er helemaal niet staat.
12
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
Figuur 2.2
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
2.2
Bezoekdagen meest bezochte markt (de marktdagen zijn groen gearceerd) Centrummarkt 0% 23% 1% 1% 1% 71% 3%
Afrikaanderplein Grote Visserijplein 0% 0% 2% 4% 35% 0% 1% 47% 1% 0% 61% 49% 0% 0%
Hoogvliet 0% 1% 0% 96% 0% 3% 0%
andere markt 0% 7% 21% 10% 53% 10% 0%
Schatting totale marktbezoek
Op basis van de bezoekfrequentie van de Rotterdamse markten is een schatting gemaakt van het totaal aantal bezoeken tijdens de afgelopen twaalf maanden. De schatting bestaat uit een minimum- en maximumvariant. Daarbij zijn de gegeven globale antwoorden van de respondenten over hun bezoekfrequentie vertaald naar een concreet aantal binnen de marges van de antwoordbeschrijving. Theoretisch is op basis van de gegeven antwoorden een absoluut minimum en een absoluut maximum te berekenen. Dit zou echter leiden tot erg grote marges. In figuur 2.3 zijn daarom de uitgangspunten voor meer realistische varianten weergegeven. Figuur 2.3
Uitgangspunten voor een schatting van het aantal bezoeken per jaar van Rotterdammers aan Rotterdamse markten in 2011 Aantal bezoeken in
Aantal bezoeken in
minimumvariant
maximumvariant
0 keer
0 keer
Zelden of nooit Een paar keer per jaar
2 keer
4 keer
Eén of meer keer per maand
18 keer
36 keer
Eén of meer keer per week
52 keer
78 keer
Op basis van de uitgangspunten zoals die in figuur 2.3 zijn opgenomen, is per markt het totaal aantal bezoeken over het afgelopen jaar berekend. De aantallen moeten worden gelezen als een soort bandbreedte. Zoals in figuur 2.4 te zien is, varieert het aantal bezoeken in de minimumvariant van ongeveer 750.000 bezoeken aan de markt in Hoogvliet tot bijna 3,8 miljoen bezoeken aan de Centrummarkt op de Binnenrotte. In de maximumvariant varieert het aantal bezoeken van ongeveer 1,3 miljoen aan de markt in Hoogvliet tot ongeveer 6,7 miljoen aan de Centrummarkt. Het totaal aantal bezoeken aan alle Rotterdamse markten door Rotterdammers gedurende de afgelopen twaalf maanden ligt ongeveer tussen de 10,8 en 18,8 miljoen. In bijlage IV is per markt een overzicht opgenomen van het totaal aantal incidentele, geregelde en frequente bezoeken in zowel de minimum- als de maximumvariant.
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
13
Figuur 2.4
Schatting van het aantal bezoeken per jaar van Rotterdammers aan Rotterdamse (week)markten in 2011 Aantal bezoeken per jaar
Centrummarkt Binnenrotte Markt Afrikaanderplein Markt Grote Visserijplein Markt Hoogvliet Andere markt in Rotterdam Totaal alle markten 2011 Totaal 2010 Totaal 2009 Totaal 2008
Minimumvariant
maximumvariant
3.776.318 1.966.564 1.401.644 753.954 2.921.270 10.819.750 11.509.368 12.868.528 11.021.816
6.736.028 3.352.886 2.348.652 1.328.612 5.022.656 18.788.834 19.832.334 22.019.797 19.073.990
Ten opzichte van 2010 is er een lichte daling te zien van het totaal aantal marktbezoeken. In de minimumvariant is sprake van een daling van bijna 700.000 bezoeken, in de maximumvariant is sprake van een daling van iets meer dan een miljoen bezoeken. Daarmee is nu voor het tweede achtereenvolgende jaar sprake van een daling van het totaal aantal marktbezoeken in Rotterdam door Rotterdammers. Uiteraard veranderen al deze getallen wanneer de aannamen die aan beide varianten ten grondslag liggen worden gewijzigd.
14
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
3
De Rotterdamse marktbezoeker kwalitatief
In dit hoofdstuk wordt een profiel opgesteld van de Rotterdamse bezoekers en niet-bezoekers van de Rotterdamse markten, op basis van de Omnibusenquête. Allereerst zal worden ingegaan op de achtergrondkenmerken van de bezoekers. Daarna komt de herkomst (deelgemeente) aan de orde en vervolgens kijken we naar de achtergrondkenmerken en de redenen van niet-bezoekers.
3.1
Achtergrondkenmerken marktbezoekers
In figuur 3.1 op de volgende pagina zijn per markt de achtergrondkenmerken opgenomen van degenen die hebben gezegd de betreffende markt wel eens bezocht te hebben in de afgelopen twaalf maanden. Als referentie zijn in de laatste kolom de achtergrondkenmerken van alle respondenten opgenomen. De Centrummarkt werd, in vergelijking met 2010, de afgelopen twaalf maanden relatief gezien meer bezocht door alleenstaanden en door autochtonen, en minder door paren met kind(eren) en niet-westerse allochtonen. Door de oogwimpers bekeken blijft het profiel van de bezoekers van de Centrummarkt het meest overeenkomen met het profiel van alle Rotterdammers. De afgelopen jaren was op de markt op het Afrikaanderplein sprake van een daling van het aantal bezoekers met een middelbare of hogere opleiding. Die daling is in 2011 tot stilstand gekomen. Ten opzichte van 2010 is sprake van een relatieve stijging van het aantal bezoeken door alleenstaanden, hoger opgeleiden, sociale minima en autochtonen. Het bezoekersprofiel van de markt op het Grote Visserijplein lijkt, net als in 2009, in grote lijnen op dat van de markt op het Afrikaanderplein. Het grootste verschil is terug te zien bij de etniciteit van de bezoekers: de markt op het Grote Visserijplein trekt veel meer allochtonen dan de markt op het Afrikaanderplein. Daarnaast is het opleidingsniveau van de bezoekers van de markt op het Grote Visserijplein hoger dan dat van de bezoekers van de markt op het Afrikaanderplein. Op de markt in Hoogvliet en op andere markten in Rotterdam komen meer autochtonen dan op de drie eerder genoemde markten. Daarnaast is op andere markten in Rotterdam het verschil tussen mannen en vrouwen groter en komen er, vooral ten opzichte van de markten op het Afrikaanderplein en het Grote Visserijplein meer bezoekers met een bovenmodaal inkomen. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat marktbezoek onder alle lagen van de Rotterdamse bevolking voorkomt. Zie voor een compleet overzicht van de bezoekersprofielen per markt figuur 3.1 op de volgende pagina1.
1
In bijlage IV is een verder uitsplitsing gemaakt van de achtergrondkenmerken van de bezoekers en niet-bezoekers
van de Rotterdamse markten: voor zowel autochtonen als allochtonen is gekeken naar geslacht, leeftijd in 3 klassen en huishoudensinkomen in 2 klassen.
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
15
Figuur 3.1
Profiel marktbezoekers naar markt, 2011
Geslacht: man vrouw Leeftijd: 16 – 24 jaar 25 – 44 jaar 45 – 64 jaar 65 – 75 jaar 76 – 85 jaar Gezinssamenstelling: alleenstaand (echt)paar zonder kind(eren) paar met kind(eren) eenoudergezin student op kamers/inwonend anders Sociaal-econ. situatie: studerend betaald werk werkzaam in huishouden uitkering gepensioneerd onbekend Hoogst voltooide opleiding: laag of geen midden hoog Huishoudensinkomen: sociale minima minimum tot modaal modaal tot 2x modaal meer dan 2x modaal Etniciteit: autochtoon westerse allochtoon niet-westerse allochtoon totaal
Centrum markt
Markt Afrikaanderplein
Markt Grote Visserijplein
Markt Hoogvliet
Andere markt in Rotterdam
Alle respondenten
43% 58%
46% 54%
48% 53%
46% 54%
38% 62%
46% 54%
11% 38% 35% 11% 4%
11% 36% 39% 10% 5%
9% 37% 40% 10% 4%
8% 22% 50% 14% 7%
9% 30% 38% 15% 9%
11% 33% 36% 13% 7%
24% 40% 26% 7% 2% 2%
24% 29% 31% 12% 1% 3%
22% 28% 35% 9% 2% 3%
18% 36% 36% 7% 1% 3%
21% 40% 30% 6% 1% 2%
24% 38% 28% 6% 2% 2%
5% 53% 11% 11% 16% 3%
3% 42% 13% 20% 16% 7%
2% 44% 14% 20% 14% 6%
1% 46% 14% 14% 20% 6%
3% 43% 15% 10% 24% 5%
5% 49% 11% 11% 20% 5%
33% 22% 45%
51% 22% 26%
44% 25% 31%
52% 25% 24%
40% 26% 34%
38% 21% 41%
26% 22% 32% 20%
42% 26% 23% 9%
38% 29% 25% 8%
22% 23% 40% 16%
26% 25% 31% 18%
25% 23% 32% 20%
66% 11% 23% 100%
48% 9% 44% 100%
34% 11% 55% 100%
73% 7% 19% 100%
72% 10% 18% 100%
69% 9% 22% 100%
In figuur 3.2 op de volgende pagina is de herkomst van de marktbezoekers per markt weergegeven. Voor de vier grotere markten is het percentage bezoekers uit de eigen deelgemeente gearceerd. Wederom is als referentie een kolom opgenomen, met de herkomst van alle respondenten. De meeste bezoekers van de Centrummarkt komen, relatief gezien, uit Delfshaven (14%), Prins Alexander (13%) en Noord (12%). In totaal komt 68% van de bezoekers van de Centrummarkt uit Rotterdam Noord, een daling van 6%-punt ten opzichte van 2010, wat betekent dat de Centrummarkt de afgelopen twaalf maanden vaker is bezocht door Rotterdammers uit Rotterdam Zuid. De markt op het Afrikaanderplein kent daarentegen een bezoekersprofiel wat voor het grootste gedeelte (73%) bestaat uit inwoners van Rotterdam Zuid. Bijna één op de drie bezoekers woont in de deelgemeente waar deze markt gehouden wordt, Feijenoord. Ten opzichte van 2010 (21%) is de markt daarmee weer meer lokaal georiënteerd geraakt. De markten op het Grote Visserijplein en in Hoogvliet zijn nog meer lokaal georiënteerd dan de markt op het Afrikaanderplein: 45% van de bezoekers van de markt op het Grote Visserijplein 16
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
woont in Delfshaven en 58% van de bezoekers van de markt in Hoogvliet woont in Hoogvliet. Het grootste deel van de bezoekers van andere markten in Rotterdam komt, net als in voorgaande jaren, uit Prins Alexander. Het is daarom erg aannemelijk dat tenminste één van die andere markten in deze deelgemeente ligt (bv. de markt in Ommoord op woensdag of de vrijdagse Alexanderpoldermarkt). Zie bijlage X voor een compleet overzicht van markten in Rotterdam. Figuur 3.2
Herkomst marktbezoekers naar markt, 2011
Deelgemeente: Stadscentrum Delfshaven Overschie Noord Hillegersberg-Schiebroek Kralingen-Crooswijk Prins Alexander Feijenoord IJsselmonde Charlois Pernis Hoogvliet Hoek van Holland Rozenburg totaal
3.2
Centrum markt
Markt Afrikaanderplein
Markt Grote Visserijplein
Markt Hoogvliet
Andere markt in Rotterdam
Alle respondenten
9% 14% 2% 12% 7% 10% 13% 9% 9% 8% 1% 4% 1% 1% 100%
2% 7% 1% 4% 3% 5% 5% 29% 15% 20% 1% 6% 0% 2% 100%
6% 45% 7% 6% 7% 4% 6% 5% 5% 5% 0% 3% 0% 1% 100%
1% 4% 0% 0% 1% 3% 2% 5% 4% 8% 7% 58% 1% 8% 100%
2% 7% 5% 4% 12% 4% 27% 9% 12% 12% 1% 2% 1% 4% 100%
6% 11% 3% 9% 7% 7% 15% 11% 10% 9% 1% 7% 1% 3% 100%
Achtergrondkenmerken en redenen niet-bezoekers
Behalve naar de achtergrondkenmerken van de Rotterdammers die in de afgelopen twaalf maanden wel eens een markt in Rotterdam hebben bezocht, is ook gekeken naar de achtergrondkenmerken van de Rotterdammers die in de afgelopen twaalf maanden geen markt in Rotterdam hebben bezocht. Het geslacht, de sociaal-economische situatie, het opleidingsniveau, het inkomen en de etniciteit zijn hier onderscheidende factoren in. Zo is 61% van de niet-bezoekers man, heeft 57% een betaalde baan, is 48% hoog opgeleid, heeft 63% een bovenmodaal inkomen en is 83% autochtoon. Vervolgens is ook gevraagd waarom men in de afgelopen twaalf maanden geen van de markten heeft bezocht (figuur 3.3). Een op de vijf niet-bezoekers noemt de drukte op de markten als reden om geen markten te bezoeken. Daarnaast geeft 12% aan de markten niet te kennen en ze daarom dus niet te bezoeken. Voor 10% van de niet-bezoekers is de bereikbaarheid de reden om geen markten te bezoeken. Ten opzichte van 2010 zijn deze percentages niet heel erg veranderd. Wel veranderd is het percentage dat aangeeft vanwege de veiligheid niet naar de markten te komen. In 2010 was dit nog 10%, nu is dat gedaald naar 4%. De openingstijden zijn daarentegen voor meer mensen een reden geworden om geen markten te bezoeken (gestegen van 5% naar 9%). De kwaliteit van het aanbod en de geringe variatie in het aanbod hebben slechts een bescheiden invloed als het gaat om het niet bezoeken van markten. Bijna tweederde noemt een andere reden voor het niet bezoeken van de markten. Veel mensen geven aan geen behoefte of geen tijd te hebben om de markt te bezoeken, of door de De Rotterdamse marktbezoeker 2011
17
hoge leeftijd of gezondheidsproblemen niet in staat zijn een markt te bezoeken. Daarnaast is afstand voor veel mensen een reden om geen markten te bezoeken en ook geven veel mensen aan de boodschappen ‘gewoon’ in de winkel te doen. Maar ook ‘ik eet geen fruit’ en ‘ik manage de inkopen niet’ zijn genoemde redenen om geen markten te bezoeken. Figuur 3.3
Redenen om geen markten te bezoeken
vanwege de drukte ik ken de markten niet vanwege de veiligheid vanwege de bereikbaarheid vanwege de kwaliteit van het aanbod vanwege de openingstijden vanwege de geringe variatie in het aanbod vanwege de prijs anders
2010 24% 13% 10% 10% 7% 5% 3% 2% 55%
2011 21% 12% 4% 10% 5% 9% 2% 0% 63%
* percentages tellen op tot meer dan 100%, omdat de respondenten meerdere antwoorden konden geven
18
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
4
Bezoek aan de grotere Rotterdamse weekmarkten uitgelicht
In dit hoofdstuk worden de bezoeken aan de grotere weekmarkten van Rotterdam verder uitgewerkt. Waarvoor en waarom komt men naar de verschillende markten, hoe worden de markten gewaardeerd, kan de markt nog aantrekkelijker worden gemaakt, vindt men de markt een onveilige plek en combineert men marktbezoek wel eens met andere bezoeken of bezigheden? Aangezien niet bekend is welke markten men met ‘andere Rotterdamse markten’ bedoeld, beperken we ons vanaf hier verder tot de vier bij naam genoemde markten. De resultaten die in dit hoofdstuk worden besproken, hebben betrekking op de totaalkolommen van de figuren. De uitsplitsingen naar meest bezochte markt hebben in veel gevallen betrekking op geringe absolute aantallen. Op basis van deze aantallen kunnen geen betrouwbare conclusies worden getrokken. De resultaten per markt zijn vooral bedoeld als indicatie.
4.1
Redenen en motieven marktbezoek
In voorgaande rapportages over het bezoek van Rotterdammers aan Rotterdamse markten werd gevraagd waarom men naar de markt kwam. Sinds de Omnibusenquête van 2008 is deze vraag opgesplitst in twee aparte vragen: waarvoor komt men naar de markt (producten) en waarom komt men naar de markt (motieven). Door deze uitsplitsing is het inzicht in het wat en waarom van het marktbezoek sinds 2008 groter dan in de daaraan voorafgaande jaren; een vergelijking met die voorafgaande jaren is hierdoor echter niet meer mogelijk. De antwoorden zijn gerelateerd aan de vraag welk van de markten men in de afgelopen twaalf maanden het meest heeft bezocht.
4.1.1
Voor welke producten komt men naar de markt?
De Rotterdammers is gevraagd waarvoor ze naar de markt komen. De indeling die voor deze vraag is gehanteerd wordt ook door de marktbranche gebruikt. Uit figuur 4.1 blijkt dat een ruime meerderheid van de marktbezoekers naar de markt komt voor voedingsmiddelen, zoals groente, fruit, vis, vlees, brood en kaas. Ook voor artikelen voor huis en tuin en kleding en textiel komen veel Rotterdammers naar de verschillende markten. Voor gebruikte goederen en hobbyartikelen komt gemiddeld maximaal 6% van de marktbezoekers naar de markt. Figuur 4.1
Waarvoor komt men naar de markt?
-voedingsmiddelen -artikelen voor huis en tuin -kleding en textiel -gebruikte goederen -hobbyartikelen -anders
Centrummarkt 77% 31% 20% 5% 5% 12%
Markt Afrikaanderplein 84% 15% 27% 3% 6% 9%
Markt Grote Visserijplein 84% 13% 26% 1% 4% 9%
Markt Hoogvliet 76% 23% 23% 1% 13% 13%
Totaal 79% 26% 21% 3% 6% 11%
* percentages tellen op tot meer dan 100%, omdat de respondenten meerdere antwoorden konden geven
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
19
4.1.2
Wat zijn de motieven voor marktbezoek?
Behalve de vraag waarvoor men naar de markt komt, is ook weer gevraagd waarom men naar de markt komt. Het beeld dat hieruit naar voren komt is niet anders dan in voorgaande jaren: de belangrijkste reden voor marktbezoek is de prijs (genoemd door 47%). Daarnaast noemt meer dan een kwart van de marktbezoekers (ook) de gezelligheid en het toeval (markt ligt op de looproute) als belangrijke reden voor bezoek aan de markt. Het bijzondere aanbod en de kwaliteit van de aangeboden producten wordt door één op de zeven á acht mensen genoemd; de persoonlijke benadering is voor minder dan één op de tien bezoekers een belangrijke reden om naar de markt te gaan. Figuur 4.2
Waarom komt men naar de markt?
-voor de prijs -voor de gezelligheid -toevallig, markt ligt op mijn looproute -voor het bijzondere aanbod -voor de kwaliteit -voor de persoonlijke benadering -anders
Centrummarkt 51% 37% 24% 22% 11% 5% 8%
Markt Afrikaanderplein 50% 25% 33% 17% 10% 8% 13%
Markt Grote Visserijplein 48% 32% 38% 9% 16% 9% 9%
Markt Hoogvliet 35% 39% 32% 7% 7% 9% 7%
Totaal 47% 35% 27% 17% 12% 8% 9%
* percentages tellen op tot meer dan 100%, omdat de respondenten meerdere antwoorden konden geven
4.2
Oordeel over de markten
De Rotterdammers is op verschillende manieren gevraagd de markt(en) die ze bezoeken te beoordelen. Als eerste is per markt gevraagd een rapportcijfer te geven, als men deze markt in de afgelopen twaalf maanden wel eens bezocht heeft (4.2.1). Vervolgens is voor de markt die men het meest heeft bezocht gevraagd een achttal aspecten te beoordelen (4.2.2). Tenslotte is de Rotterdammers nog gevraagd of de markt, die ze het meest bezocht hebben, aantrekkelijker gemaakt kan worden (4.2.3) en of ze de markt een onveilige plek vinden (4.3).
4.2.1
Rapportcijfers markten
In figuur 4.3 staan de rapportcijfers voor de markten. Ten opzichte van 2010 is het rapportcijfer voor de Centrummarkt met een 6,9 gelijk gebleven. De rapportcijfers van de andere markten zijn gedaald: de markt op het Afrikaanderplein gaat van een 6,6 naar een 6,4, de markt op het Grote Visserijplein van een 6,5 naar een 6,2 en de markt in Hoogvliet van een 6,4 naar een 5,7. De markt in Hoogvliet is daarmee de enige markt die lager dan een 6 scoort. Figuur 4.3
Rapportcijfers Rotterdamse markten, 2005 tot en met 2011
-Centrummarkt -Markt Afrikaanderplein -Markt Grote Visserijplein -Markt Hoogvliet
20
2005 7,0 6,7 7,0 -
2006 7,1 6,9 7,2 -
2007 7,0 7,0 6,9 -
2008 7,0 6,2 6,0 6,3
2009 7,1 6,5 6,3 6,9
2010 6,9 6,6 6,5 6,4
2011 6,9 6,4 6,2 5,7
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
4.2.2
Waardering naar aspecten
Behalve een algemeen rapportcijfer is de respondenten ook gevraagd te reageren op een achttal specifiek aspecten, zoals kwaliteit van het aanbod, opstelling van de kramen, voorzieningen en openingstijden (figuur 4.4). De openingstijden van de markten worden, door alle marktbezoekers, het beste beoordeeld: 92% vindt deze redelijk tot goed. De kwaliteit van het aanbod wordt door precies 90% van de marktbezoekers als redelijk tot goed beoordeeld. De variatie in het aanbod (84%), de opstelling van de kramen (84%) en de veiligheid (81%) worden door minstens 80% van de marktbezoekers als redelijk tot goed beoordeeld. Ook de ruimte van de looppaden en de gezelligheid worden door een ruime meerderheid van de marktbezoekers als redelijk tot goed beoordeeld (beide 74%). De voorzieningen worden echter, als enige aspect, vrij slecht beoordeeld: ‘slechts’ 38% van de marktbezoekers beoordeelt deze als redelijk tot goed, tegenover 62% van de marktbezoekers die de voorzieningen als matig tot slecht beoordeelt. Vergeleken met 2010 zijn twee aspecten procentueel beter beoordeeld (ruimte van de looppaden en veiligheid) en zijn de overige zes aspecten procentueel slechter beoordeeld. De marge zijn daarbij echter zeer klein (maximaal + of – 3%-punt). Zie figuur 4.4 op de volgende pagina voor een compleet overzicht.
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
21
Figuur 4.4
Waardering verschillende kenmerken per markt, 2011
Kwaliteit aanbod: -goed -redelijk -matig -slecht Variatie aanbod: -goed -redelijk -matig -slecht Opstelling kramen: -goed -redelijk -matig -slecht Ruimte looppaden: -goed -redelijk -matig -slecht Voorzieningen: -goed -redelijk -matig -slecht Gezelligheid: -goed -redelijk -matig -slecht Veiligheid: -goed -redelijk -matig -slecht Openingstijden: -goed -redelijk -matig -slecht
4.2.3
Centrummarkt
Markt Afrikaanderplein
Markt Grote Visserijplein
Markt Hoogvliet
Totaal
48% 44% 8% 1%
34% 52% 13% 0%
43% 48% 9% 0%
25% 58% 16% 2%
44% 46% 10% 1%
55% 35% 10% 1%
43% 40% 12% 5%
41% 44% 12% 3%
22% 43% 32% 3%
45% 39% 14% 3%
45% 40% 14% 2%
47% 40% 11% 3%
53% 39% 7% 2%
39% 43% 17% 2%
44% 40% 14% 2%
29% 39% 26% 6%
41% 34% 21% 4%
44% 38% 9% 9%
40% 42% 17% 2%
38% 36% 21% 5%
9% 28% 42% 21%
22% 32% 30% 15%
8% 34% 30% 28%
8% 23% 25% 44%
11% 27% 37% 25%
34% 41% 21% 4%
34% 40% 20% 7%
41% 44% 11% 3%
30% 41% 24% 5%
33% 41% 21% 5%
31% 51% 15% 3%
27% 39% 25% 9%
30% 44% 21% 5%
31% 57% 9% 3%
35% 46% 15% 4%
63% 30% 6% 0%
62% 34% 4% 0%
58% 39% 3% 0%
56% 38% 6% 0%
61% 31% 7% 1%
Aantrekkelijkheid markten
De derde manier waarop de Rotterdammers is gevraagd of de markt die ze het meeste bezocht hebben te beoordelen is aan de hand van de vraag of die markt nog aantrekkelijker gemaakt kan worden (figuur 4.5). Volgens 28% van de marktbezoekers is de markt al voldoende aantrekkelijk en kan/hoeft deze dus niet nog aantrekkelijker gemaakt worden. Bijna één op de drie marktbezoekers vindt dat de markt aantrekkelijker gemaakt kan worden door de markt ruimer op te zetten. Ook meer variatie in het aanbod is volgens veel marktbezoekers (28%) een manier om de markt nog aantrekkelijker te maken. Daarnaast noemt ongeveer één op de vijf marktbezoekers meer en betere voorzieningen, meer horeca- en zitgelegenheden en een betere uitstraling van de marktkramen als punten om de markt aantrekkelijker te maken. Andere punten om de markt aantrekkelijker te maken worden door maximaal één op de zeven marktbezoekers genoemd. 22
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
Figuur 4.5
Zou de markt nog aantrekkelijker gemaakt kunnen worden?
22% 43% 22% 25% 23%
Markt Afrikaanderplein 30% 27% 22% 21% 18%
Markt Grote Visserijplein 33% 31% 22% 22% 15%
Markt Hoogvliet 26% 12% 46% 26% 19%
Totaal 28% 31% 28% 22% 19%
18%
30%
15%
15%
18%
19% 16%
19% 27%
12% 22%
13% 7%
16% 15%
19%
7%
12%
9%
14%
6% 3% 8%
4% 6% 9%
8% 12% 9%
19% 4% 12%
9% 4% 9%
Centrum markt -nee, is al voldoende aantrekkelijk -ja, door ruimere opzet van de markt -ja, door meer variatie in het aanbod -ja, door meer en betere voorzieningen -ja, door meer horeca- en zitgelegenheden -ja, door de uitstraling van de marktkramen te verbeteren -ja, door een betere kwaliteit van het aanbod -ja, door de markt veiliger te maken -ja, door de markten ’s middags/’s avonds open te stellen -ja, door meer standwerkers -ja, door een betere bereikbaarheid -ja, door … anders
* percentages tellen op tot meer dan 100%, omdat de respondenten meerdere antwoorden konden geven
Het is opvallend dat slechts 22% van de marktbezoekers vindt dat de markt aantrekkelijker gemaakt kan worden door meer en betere voorzieningen, terwijl 62% van de marktbezoekers de voorzieningen op de markt als matig tot slecht beoordeeld. Blijkbaar stoort men zich wel aan het voorzieningenniveau op het moment dat men een markt bezoekt, maar wordt dit voorzieningenniveau niet vaak meegenomen in de overweging hoe de markt aantrekkelijker gemaakt zou kunnen worden.
4.3
Veiligheid
De vraag of men de markt een onveilige plek vindt, is aan alle Rotterdammers gesteld, dus ook aan de Rotterdammers die eerder hebben aangegeven geen markt te hebben bezocht in de afgelopen twaalf maanden. Tweederde van de Rotterdammers vindt de markt geen onveilige plek (figuur 3.6). De overige 35% vindt de markt wel een onveilige plek. De veiligheidsbeleving van Rotterdammers over de markt is sinds 2008, toen deze vraag voor het eerst werd gesteld, aan het stijgen. In 2008 vond 44% van de Rotterdammers de markt nog een onveilige plek, in 2009 was dat 43%, in 2010 39% en nu dus 35%. Figuur 4.6
-nee -ja totaal
Vindt u de markt een onveilige plek?
Centrummarkt 61% 39% 100%
Markt Afrikaanderplein 51% 49% 100%
Markt Grote Visserijplein 59% 41% 100%
Markt Hoogvliet 71% 29% 100%
Totaal 65% 35% 100%
* resultaten per markt hebben betrekking op kleine absolute aantallen en zijn vooral indicatief van aard
De belangrijkste reden om de markt een onveilige plek te vinden is en blijft de aanwezigheid van zakkenrollers op de markt. Dit is onafhankelijk van welke markt men bezocht heeft. Daarna is drukte op de markten de meest genoemde reden om de markt als onveilig te beschouwen. Ten opzichte van 2010 is het percentage respondenten dat drukte noemt met 5%-punt toegenomen. Ongeveer één op de twintig respondenten noemt opdringerige De Rotterdamse marktbezoeker 2011
23
verkooptechnieken, de aanwezigheid van politie en toezichthouders of andere redenen om zich op de markt onveilig te voelen. Zie tabel 4.7 voor een overzicht. Figuur 4.7
Waardoor vindt u de markt een onveilige plek?
-door zakkenrollers -door de drukte -door opdringerige verkooptechnieken -de aanwezigheid van politie en toezichthouders op de markt geeft mij een onveilig gevoel -door een andere reden
Centrummarkt 69% 51% 2%
Markt Afrikaanderplein 79% 49% 7%
Markt Grote Visserijplein 79% 36% 7%
Markt Hoogvliet 73% 48% 4%
Totaal 70% 49% 4%
3%
7%
18%
4%
4%
2%
3%
7%
4%
4%
* percentages tellen op tot meer dan 100%, omdat de respondenten meerdere antwoorden konden geven ** resultaten per markt hebben betrekking op kleine absolute aantallen en zijn vooral indicatief van aard
4.4
Combinatie marktbezoek en andere bezigheden
Een kwart van de marktbezoekers geeft aan puur en alleen voor de markt te komen, en het bezoek niet te combineren met andere bezigheden, zoals het doen van boodschappen of het bezoeken van evenementen. Een meerderheid van de marktbezoekers combineert marktbezoek dus wel met andere bezigheden; vooral met winkelbezoek in de buurt van de markt. Ongeveer één op de vijfentwintig marktbezoekers combineert het bezoek aan de markt met cultuurbezoek of evenementen in de buurt van de markt, iets meer dan één op de tien marktbezoekers combineert marktbezoek wel eens met andere bezigheden. Het gaat hier vooral dan om een bezoek aan de bibliotheek, bezoek aan vrienden of familie of om bezoek aan horecagelegenheid. Figuur 4.8 Combineert u uw marktbezoek ook wel eens met andere bezoeken of bezigheden?
-nee, ik kom altijd alleen voor de markt -nee, ik ga voor, tijdens of na mijn werk wel eens naar de markt -ja, met winkelbezoek in de buurt -ja, met cultuurbezoek in de buurt -ja, met evenementen in de buurt -ja, met andere bezoeken in de buurt
Centrum markt 19%
Markt Afrikaanderplein 59%
Markt Grote Visserijplein 33%
Markt Hoogvliet 4%
Totaal 25%
4%
4%
6%
3%
4%
68% 7% 5% 13%
29% 2% 2% 10%
48% 3% 8% 15%
89% 0% 1% 10%
62% 5% 4% 12%
* percentages tellen op tot meer dan 100%, omdat de respondenten meerdere antwoorden konden geven ** resultaten per markt hebben betrekking op kleine absolute aantallen en zijn vooral indicatief van aard
24
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
5
Bestedingspatroon marktbezoekers
In de Omnibusenquête is gevraagd hoeveel de Rotterdammers bij benadering hebben uitgegeven tijdens hun laatste bezoek aan de markt. In dit hoofdstuk zal eerst een algemeen beeld van de uitgaven geschetst worden, waarna verder zal worden ingezoomd op de bestedingen naar klassen en per product. Evenals in hoofdstuk 4 worden hier de resultaten uit de totaalkolommen besproken. De uitsplitsingen naar markt hebben in de meeste gevallen betrekking op geringe absolute aantallen. Op basis van deze aantallen kunnen geen betrouwbare conclusies worden getrokken. De resultaten per markt zijn vooral bedoeld als indicatie.
5.1
Algemeen bestedingspatroon
De Rotterdammers is, voor het vierde achtereenvolgende jaar, gevraagd hoeveel ze bij benadering tijdens hun laatste marktbezoek hebben uitgegeven. 98% van de Rotterdammers noemt een bedrag (ver) onder de 100 euro; 2% noemt een bedrag van 100 euro of meer. Het hoogst genoemde bedrag was 250 euro. Bij de berekeningen voor de rest van dit hoofdstuk is uitgegaan van bedragen tot een maximum van 100 euro, zodat de uitschieters naar boven het beeld niet kunnen vertekenen. Het gemiddelde bedrag dat Rotterdammers tijdens hun laatste bezoek aan de markt hebben uitgegeven komt uit op 23,70 euro. Ten opzichte van 2010 zijn de Rotterdammers gemiddeld 1,80 euro minder uit gaan geven op de markt. Daarmee komt het gemiddelde bestede bedrag op het laagste punt sinds deze vraag in 2008 voor het eerst aan de marktbezoekers is gesteld. Zie figuur 5.1 voor de ontwikkeling sinds 2008. Figuur 5.1
Gemiddelde uitgave tijdens het laatste marktbezoek, 2008 - 2011
€ 27,00 € 26,50 € 26,00 € 25,50 € 25,00 € 24,50 € 24,00 € 23,50 € 23,00 2008
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
2009
2010
2011
25
In de figuren 5.2 t/m 5.4 zijn, weergegeven naar achtergrondkenmerken van de marktbezoekers, in ‘spinnenwebben’ de gemiddelde bedragen opgenomen die men tijdens het laatste marktbezoek heeft uitgegeven. De rode (onderbroken) lijn stelt het gemiddelde bedrag voor dat alle Rotterdammers tijdens hun laatste bezoek aan de markt hebben uitgegeven, de blauwe (ononderbroken) lijn geeft het gemiddelde bedrag naar achtergrondkenmerk weer. De gemiddelde uitgaven zijn vooral indicatief; in veel gevallen gaat het om een klein aantal respondenten. In figuur 5.2 is te zien dat mannen tijdens het laatste bezoek gemiddeld net iets meer uitgaven dan vrouwen. Naar leeftijd bezien gaven Rotterdammers tussen de 25 en 44 jaar gemiddeld het meeste uit tijdens het laatste marktbezoek. Jongere en oudere Rotterdammers gaven minstens 5 euro minder uit dan gemiddeld. Naar etniciteit is te zien dat autochtonen met een gemiddelde besteding van net geen 20 euro niet alleen onder het totale gemiddelde zitten, maar ook (ver) onder het gemiddelde van westerse allochtonen (28 euro) en niet-westerse allochtonen (33 euro). Naar huishoudenssamenstelling bezien gaven alleenstaanden met minste uit en (één ouder-)gezinnen met kinderen het meest. Figuur 5.2
Gemiddelde besteding tijdens laatste marktbezoek naar geslacht, leeftijd, etniciteit en huishoudenssamenstelling één ouder met thuisw onend(e) kind(eren)
(echt)paar met thuisw onend(e) kind(eren)
man 35,0
vrouw
30,0 25,0
16 t/m 24 jaar
20,0 15,0
2 volw assenen, geen thuisw onend(e) kind(eren)
10,0
25 t/m 44 jaar
5,0 0,0
ik w oon alleen
45 t/m 64 jaar
niet-w esterse allochtoon
65 t/m 75 jaar
w esterse allochtoon
76 jaar en ouder autochtoon
Figuur 5.3 laat de gemiddelde besteding zien naar sociaal-economische positie, opleidingsniveau en huishoudensinkomen. Studenten/scholieren en gepensioneerden gaven minstens 3,50 euro minder uit dan gemiddeld. Ook Rotterdammers werkzaam in het huishouden, lager en hoger opgeleiden en Rotterdammers met een minimum tot twee keer modaal inkomen gaven (iets) minder uit dan gemiddeld. Rotterdammers met een betaalde baan of met een uitkering, middelbaar opgeleiden, sociale minima en Rotterdammers met een meer dan twee keer modaal inkomen gaven (iets) meer uit dan gemiddeld. Rotterdammers met een uitkering schieten er naar boven uit: zij geven ongeveer 6 euro meer uit dan gemiddeld. 26
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
Figuur 5.3
Gemiddelde besteding tijdens laatste marktbezoek naar sociaal-economische positie, opleidingsniveau en huishoudensinkomen student/scholier 35,0 meer dan 2x modaal
30,0
betaalde baan
25,0 modaal tot 2x modaal
20,0
w erzaam in huishouden
15,0 10,0 5,0 minimum tot modaal
uitkering
0,0
sociale minima
gepensioneerd
hoger opgeleid
lager opgeleid middelbaar opgeleid
Het laatste spinnenweb (figuur 5.4) laat de gemiddelde besteding tijdens het laatste marktbezoek zien naar de deelgemeente waarin men woont. De bewoners van zes deelgemeenten gaven tijdens hun laatste bezoek aan de markt meer uit dan de gemiddelde Rotterdammer. Het gaat om bewoners van Delfshaven (€ 25,20), Overschie (€ 30,40), Hillegersberg-Schiebroek en Feijenoord (€ 24,90), IJsselmonde (€ 24,30) en Charlois (€ 27,50). Figuur 5.4
Gemiddelde besteding tijdens laatste marktbezoek naar deelgemeente dg Rozenburg
Rotterdam Centrum 35,0
dg Delfshaven
30,0 dg Hoek van Holland
25,0
dg Overschie
20,0 15,0 10,0
dg Pernis
dg Noord
5,0 0,0 dg Hillegersb
dg Hoogvliet
dg Kralingen-Croos
dg Charlois
dg IJsselmonde
dg Prins Alexander dg Feijenoord
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
27
5.2
Bestedingen naar klasse en per product
In figuur 5.5 zijn de bedragen die men tijdens het laatste marktbezoek heeft uitgegeven weergegeven in klassen. De meeste marktbezoekers (35%) gaven tijdens hun laatste marktbezoek tussen de 11 en 20 euro uit. 26% gaf maximaal 10 euro uit, 9% tussen de 21 en 25 euro, 26% tussen de 26 en 50 euro en 4% tussen de 51 en 100 euro. Gemiddeld werd er tijdens het laatste marktbezoek, zoals eerder al aangegeven, € 23,70 uitgegeven. Figuur 5.5
Bestedingen tijdens het laatste marktbezoek, per markt Centrummarkt 26% 39% 7% 24% 4% € 23,55
-t/m 10 euro -11 t/m 20 euro -21 t/m 25 euro -26 t/m 50 euro -51 t/m 100 euro gemiddelde
Markt Afrikaanderplein 22% 33% 8% 28% 10% € 27,85
Markt Grote Visserijplein 18% 25% 12% 42% 3% € 28,55
Markt Hoogvliet 33% 37% 8% 19% 3% € 21,75
Totaal 26% 35% 9% 26% 4% €23,70
* resultaten per markt hebben betrekking op kleine absolute aantallen en zijn vooral indicatief van aard
In figuur 5.6 is gekeken aan welk soort producten men tijdens het laatste bezoek het meest heeft uitgegeven. Tussen haakjes staat het gemiddelde bedrag dat aan deze producten is besteed. Net als voorgaande jaren hebben, gemiddeld genomen, de meeste bezoekers tijdens hun laatste bezoek aan de markt het meeste uitgegeven aan voedingsmiddelen (60%), gevolgd door artikelen voor huis en tuin (15%), kleding en textiel (13%), hobbyartikelen en ‘andere’ artikelen (beide 5%) en gebruikte goederen (1%). Het beeld dat uit figuur 5.6 naar voren komt is slechts een hele grove indicatie; in de meeste gevallen gaat het om kleine aantallen, in enkele gevallen zelfs om niet meer dan 5 waarnemingen. Op basis van deze waarnemingen kunnen dan ook geen betrouwbare conclusies worden getrokken over de bestedingen per productgroep. Figuur 5.6
-voedingsmiddelen -kleding en textiel -artikelen voor huis en tuin -hobbyartikelen -gebruikte goederen -anders
Aan welk soort producten heeft u tijdens uw laatste bezoek aan de markt het meest uitgegeven? Centrummarkt 59% (€ 23,30) 12% (€ 32,60) 19% (€ 21,90)
Markt Afrikaanderplein 64% (€ 28,20) 16% (€ 33,70) 6% (€ 16,85)
Markt Grote Visserijplein 72% (€ 29,35) 18% (€ 34,55) 3% (€ 15,00)
Markt Hoogvliet 51% (€ 19,70) 15% (€ 33,00) 14% (€ 31,65)
Totaal 60% (€ 24,35) 13% (€ 33,10) 15% (€ 22,20)
4% (€ 20,85) 2% (€ 28,35) 4% (€ 12,45)
7% (€ 25,90) 1% (€ 40,00) 6% (€ 19,85)
2% (€ 12,00)
12% (€ 10,35)
5% (€ 10,00)
8% (€ 13,50)
5% (€ 19,50) 1% (€ 29,50) 5% (€ 13,85)
* resultaten per markt hebben betrekking op kleine absolute aantallen en zijn vooral indicatief van aard
5.3
Relatie aantrekkelijkheid markt en bestedingspatroon
Waar de marktbezoekers eerder is gevraagd of de markt nog aantrekkelijker gemaakt zou kunnen worden, is met betrekking tot de bestedingen op de markt nog gevraagd of men meer zou gaan besteden als de markt aantrekkelijker wordt gemaakt (figuur 5.7).
28
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
Iets meer dan één op de vijf marktbezoekers heeft aangegeven dat hij of zij inderdaad meer op de markt zou gaan besteden als deze aantrekkelijker wordt gemaakt. Nog eens 53% geeft aan misschien meer te gaan besteden op een aantrekkelijkere markt. 17% geeft aan niet meer te gaan besteden, ook al wordt de markt aantrekkelijker, en 8% weet het niet. Het is dus lonend om de aantrekkelijkheid van de markten te vergroten. Immers, driekwart van de marktbezoekers zal in dat geval beslist of wellicht meer op de markt gaan uitgeven. Figuur 5.7
-ja -misschien -nee -weet niet totaal
Zou u meer gaan besteden als de markt aantrekkelijker wordt gemaakt? Centrummarkt 25% 52% 16% 7% 100%
Markt Afrikaanderplein 20% 57% 13% 10% 100%
Markt Grote Visserijplein 19% 61% 13% 6% 100%
Markt Hoogvliet 14% 55% 21% 10% 100%
Totaal 22% 53% 17% 8% 100%
* resultaten per markt hebben betrekking op kleine absolute aantallen en zijn vooral indicatief van aard
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
29
30
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
Bijlagen
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
31
32
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
BIJLAGE I
OPDRACHTGEVERS OMNIBUSENQUETE 2011
Aan de Omnibusenquête deelgenomen: 1.
2.
3. 4.
5.
6. 7.
8.
9.
10. 11. 12. 13. 14. 15.
2011
hebben
de
volgende
instanties
als
opdrachtgever
de Bestuursdienst met een vraag naar de belangrijkste problemen in Rotterdam (A-, B- én C-lijst, ieder vraag 7), over het imago van de stad (A-lijst, vraag 72 en 73) en over de economische crisis (C-lijst, vraag 77 tot en met 81); Roteb met vragen over of men de buurt en Rotterdam schoon vindt (A-lijst, vraag 8 tot en met 10), over afvalinzameling en hun dienstverlening (B-lijst, vraag 30 tot en met 35) en over wat men zelf doet om de stad schoon te houden (C-lijst, vraag 44 tot en met 51); de Afdeling Verkeer en Vervoer van de dS+V met vragen over het bezit en gebruik van vervoermiddelen (A-lijst, vraag 11 tot en met 26); de dienst Publiekszaken Rotterdam met vragen over het centrale telefoonnummer van de gemeente (A-lijst, vraag 27 en 28; C-lijst, vraag 70 tot en met 76), over contacten met de Stadswinkels en de deelgemeenten (B-lijst, vraag 22 tot en met 29), over manieren van contact met de gemeente (B-lijst, vraag 36 en 37), over de website www.rotterdam.nl (Blijst, vraag 50 tot en met 59), over de dienstverlening van de gemeente in het algemeen (B-lijst, vraag 62), over ‘sociale media’ (C-lijst, vraag 36 tot en met 38) en over klachten voor of over de gemeente (C-lijst, vraag 58 tot en met 64); de Afdeling Wonen van de dS+V met vragen over de verkoop van huurwoningen (A-lijst, vraag 29 tot en met 34), over het onderhoud van de woning (A-lijst, vraag 48 tot en met 58), over energiebesparende maatregelen (A-lijst, vraag 59 tot en met 62), over de woonomgeving (C-lijst, vraag 8 tot en met 11) en over burenoverlast (C-lijst, vraag 13 tot en met 15); de businessunit Communicatiediensten van de Servicedienst met vragen over de Stadskrant (A-lijst, vraag 35 tot en met 38); de DCMR Milieudienst Rijnmond met vragen over geluid en stilte (A-lijst, vraag 39 tot en met 47), over het klimaat (A-lijst, vraag 63 tot en met 70), over milieu en leefbaarheid (Blijst, vraag 16 tot en met 21), over het kweken van groente en fruit in de eigen tuin (B-lijst, vraag 49) en over de bescherming van het milieu (B-lijst, vraag 66 tot en met 71); de GGD Rotterdam-Rijnmond met vragen over de ‘Zichtbare Schakels’ (A-lijst, vraag 71), over drugs en alcohol (B-lijst, vraag 48) en over gezondheidszorg en zwangerschap (Clijst, vraag 52 tot en met 54); de Afdeling Beheer Buitenruimte van de Dienst Gemeentewerken met vragen over omleidingsroutes bij wegwerkzaamheden (A-lijst, vraag 74 en 75) en over het onderhoud van de buurt (B-lijst, vraag 8 tot en met 11); RADAR met vragen over discriminatie (A-lijst, vraag 76 tot en met 79); het Bureau ‘Opzoomer Mee’ met vragen over Opzoomeren (B-lijst, vraag 12 en 13; C-lijst, vraag 12); het Museum Rotterdam met vragen over musea in Rotterdam (B-lijst, vraag 14 en 15); de Bibliotheek Rotterdam met vragen over bezoek aan de bibliotheek (B-lijst, vraag 38 tot en met 47); de Afdeling Regie Werk en Inkomen van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid met vragen over de Rotterdamse Sociale Dienst (B-lijst, vraag 60 en 61); de Rekenkamer Rotterdam met vragen over de Rekenkamer Rotterdam (B-lijst, vraag 63 en 64; C-lijst, vraag 68 en 69);
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
33
16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Museum Boijmans Van Beuningen met vragen over Museum Boijmans Van Beuningen (C-lijst, vraag 16 tot en met 19); Stadstoezicht en het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam met vragen over markten in Rotterdam (C-lijst, vraag 20 tot en met 32); de deelgemeente Charlois met vragen over het Zuiderpark (C-lijst, vraag 33 tot en met 35); het Programmabureau van de dS+V met vragen over de openbare ruimte in de binnenstad van Rotterdam (C-lijst, vraag 39 tot en met 41); Bureau Integriteit van de Bestuursdienst met vragen over de ambtenaren van de gemeente Rotterdam (C-lijst, vraag 42 en 43); de dienst Sport en Recreatie over Olympische Spelen in Rotterdam (C-lijst, vraag 55 tot en met 57); de SKVR met vragen over de SKVR (C-lijst, vraag 65 tot en met 67).
(En de vraag over internet (Vragenlijst A, vraag 80) en de vraag over sport (Vragenlijst B, vraag 65) waren voor eigen rekening.)
34
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
BIJLAGE II
ACHTERGRONDKENMERKEN VAN DE RESPONDENTEN
Als gevolg van het grote aantal opdrachtgevers aan, en onderwerpen in de Omnibusenquête is de enquête dit jaar opgesplitst in drie vragenlijsten: een aantal onderwerpen kwam slechts op de zogenoemde A-lijst aan de orde, een aantal alleen op de B-lijst, een aantal alleen op de Clijst, en sommige op meerdere lijsten. Zoals gezegd bedroeg de respons voor de A-lijst 35% (1.263 respondenten), voor de B-lijst 37% (1.314 respondenten) en voor de C-lijst eveneens 37% (1.328 respondenten); in totaal 36%. Daarmee is de respons weer twee procentpunt lager dan vorig jaar. Bij deze responspercentages moet worden bedacht, dat ieder formulier dat om welke reden dan ook niet ingevuld is geretourneerd tot de non-respons is gerekend; dus ook formulieren voor mensen die inmiddels niet meer bereikbaar zijn door bijvoorbeeld verhuizing of overlijden. Veel onderzoeksbureaus tellen zulke mislukte contacten niet mee bij de bepaling van het responspercentage. Al met al is een respons zoals hierboven weergegeven nog steeds niet slecht voor schriftelijke enquêtes in een stad als Rotterdam; het CBS kampt bijvoorbeeld bij haar landelijke enquêtes in de grote steden met een slechtere en selectievere respons, en overal kampen markt- en opinieonderzoeksbureaus met een dalende responsbereidheid! Op zich is de representativiteit ook belangrijker dan de omvang van de respons, die natuurlijk nog altijd groot genoeg is om uitspraken te kunnen doen. In deze bijlage wordt aan de hand van een aantal algemene persoonskenmerken de representativiteit van de uiteindelijke netto steekproef (de respons) besproken. Daartoe worden kenmerken van de respondenten vergeleken met die van de totale Rotterdamse bevolking van 16 tot 85 jaar.
II.1
Geslacht en leeftijd
In figuur II.1 staat de verdeling van de respondenten van de Omnibusenquête 2011 en van de Rotterdamse bevolking naar geslacht en naar leeftijd begin 2011. Traditiegetrouw blijken vrouwen en Rotterdammers vanaf 45 jaar over-, en mannen en Rotterdammers onder de 45 jaar ondervertegenwoordigd.
Figuur II.1
Verdeling van de respondenten en van de totale bevolking in Rotterdam van 16 tot 85 jaar naar geslacht en naar leeftijd.
Geslacht: Man Vrouw Respons Leeftijd: 16 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 tot 85 jaar Respons
A-lijst
B-lijst
C-lijst
Totaal
44% 56% 1.263 13% 32% 34% 21% 1.263
44% 56% 1.313 12% 30% 36% 23% 1.314
46% 54% 1.327 11% 33% 36% 20% 1.326
45% 55% 3.903 12% 32% 35% 21% 3.903
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
Rotterdam op 1-1-’11 49% 51% 490.524 16% 38% 31% 15% 490.524
35
Nadere analyse van de respons per leeftijd leert, dat die het slechtst is bij de jongeren: 26% in de leeftijdscategorie tot 25 jaar. Vervolgens loopt de respons langzaam op tot zo’n 50% boven de 65 jaar; al daalt de respons op een gegeven moment wel weer met de leeftijd. Zie figuur II.2.
Figuur II.2
Respons op de (totale) Omnibusenquête 2011 naar leeftijd. Respons, aantal (linker as)
170
70%
Respons, percentage (rechter as)
160
Responspercentage trendlijn
150
60%
140 130 50%
120 110 100
40%
90 80 30%
70 60 50
20%
40 30 10%
20 10 0 80
75
70
65
60
55
50
45
40
35
30
25
20
0% leeftijd
II.2
Etniciteit
Figuur II.3 geeft de verdeling van de respondenten en van de Rotterdamse bevolking van 16 tot 85 jaar naar etniciteit.
Figuur II.3
Verdeling van de respondenten en van de totale bevolking in Rotterdam van 16 tot 85 jaar naar etniciteit.
Surinamers Antillianen/Arubanen Kaapverdianen Turken Marokkanen Overig niet-westers Niet-westers Nederlanders Overig EU Overig westers Respons
36
A-lijst
B-lijst
C-lijst
Totaal
6% 2% 2% 5% 4% 5% 24%
6% 2% 2% 5% 5% 4% 23%
6% 2% 1% 4% 4% 4% 21%
6% 2% 2% 5% 4% 4% 23%
Rotterdam op 1-1-’11 9% 3% 3% 7% 5% 7% 34%
67% 5% 4% 1.263
69% 4% 4% 1.314
69% 5% 4% 1.326
68% 5% 4% 3.903
54% 7% 5% 490.524
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
Autochtonen (“Nederlanders”) zijn oververtegenwoordigd, en de meeste allochtone groeperingen zijn als vanouds ondervertegenwoordigd. De afwijkingen zijn vergelijkbaar met die van vorige jaren.
II.3
Deelgemeente
Figuur II.4 geeft tenslotte de verdelingen naar deelgemeente. De spreiding van de respondenten over de deelgemeenten is uitstekend, en zelfs beter dan in voorgaande jaren.
Figuur II.4
Verdeling van de respondenten en van de totale bevolking in Rotterdam van 16 tot 85 jaar naar deelgemeente.
Rotterdam Centrum Delfshaven Overschie Noord Hillegersberg-Schiebroek Kralingen-Crooswijk Feijenoord IJsselmonde Pernis Prins Alexander Charlois Hoogvliet Hoek van Holland Rozenburg Respons
II.4
A-lijst
B-lijst
C-lijst
Totaal
5% 11% 2% 10% 8% 8% 11% 11% 1% 14% 9% 5% 2% 2% 1.241
7% 10% 3% 8% 7% 8% 10% 9% 1% 17% 9% 5% 2% 3% 1.298
6% 12% 3% 9% 7% 7% 11% 10% 1% 15% 9% 7% 1% 3% 1.303
6% 11% 2% 9% 8% 8% 11% 10% 1% 15% 9% 6% 2% 3% 3.842
Rotterdam op 1-1-’11 5% 12% 3% 9% 7% 8% 12% 9% 1% 15% 10% 6% 2% 2% 490.524
Conclusie
Net als in eerdere jaren en in andere enquêtes, zijn sommige bevolkingsgroepen, en met name mannen, Rotterdammers onder de 45 jaar en allochtonen, ondervertegenwoordigd in deze Omnibusenquête. Niettemin is de respons nog altijd acceptabel; kwantitatief zowel als kwalitatief. De ondervertegenwoordiging van allochtone groeperingen is vergelijkbaar met die van vorig jaar. De respons van mannen blijft nog steeds achter bij die van vrouwen. Dit verschil wordt, ook al traditiegetrouw, voor een deel veroorzaakt doordat kennelijk méér mannen de vragenlijst door een vrouwelijke huisgenoot laten invullen dan andersom1. Deze relatieve tevredenheid over de representativiteit naar controleerbare kenmerken neemt niet weg, dat natuurlijk nog steeds wel een zekere selectiviteit in de respons van de Omnibusenquête bestaat. Dit selectieve karakter van de respons lijkt met name ook terug te vinden in het traditiegetrouw waarschijnlijk toch wel iets te lage aandeel respondenten dat zegt een minimuminkomen te hebben, en het al even traditiegetrouw waarschijnlijk toch wel iets te hoge aandeel respondenten dat zegt een boven-modaal huishoudensinkomen te hebben (ook onder allochtonen): gevreesd moet worden dat daarmee toch een wat te rooskleurig beeld wordt gesuggereerd.
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
37
Voor de selectiviteit van de respons op enquêtes kan een aantal verklaringen worden bedacht, die impliceren dat een oplossing van deze problematiek niet zo simpel is. Zo zijn frequent verhuizende mensen (letterlijk) moeilijk te achterhalen, evenals mensen die niet wonen op het adres waar ze door het GBA (de Bevolkingsadministratie) geacht worden te wonen. Dit impliceert in een aantal opzichten ook een selectiviteit. Daarnaast valt niet te vermijden, dat ondanks de moeite die gedaan wordt om de vragen in de enquête zo begrijpelijk mogelijk te formuleren - dergelijke vragenlijsten voor een aantal mensen toch te hoog gegrepen zijn; met name voor mensen die de Nederlandse taal slecht beheersen. En tenslotte moet ook gevreesd worden, dat de grote stad een aantal inwoners heeft die steeds minder ontvankelijk zijn voor vormen van maatschappelijke participatie zoals het deelnemen aan een gemeentelijke enquête. In dat opzicht is wellicht ook een vergelijking te trekken met de selectieve opkomst bij verkiezingen. Al met al moet worden geconcludeerd, dat de Omnibusenquête een zekere mate van selectiviteit in zijn respons kent, die voor een belangrijk deel moeilijk tot niet te voorkomen is, en waarmee bij de interpretatie van resultaten rekening moet worden gehouden. De mate waarin deze selectiviteit uitkomsten beïnvloedt, moet echter ook niet overschat worden. Zo valt eenvoudig na te rekenen, dat als bijvoorbeeld 50% van de Nederlanders iets vindt, en 25% van de allochtonen, hiervoor in een Vragenlijst van de Omnibusenquête voor de totale Rotterdamse bevolking zo’n 42% zal worden gemeten, terwijl dit 39% had moeten zijn. Een dergelijk verschil ligt in de orde van grootte van de betrouwbaarheidsmarge van de Omnibusenquête (zie bijlage III), en is dan ook meestal niet significant. (Bovendien is het in zo’n geval wellicht interessanter te weten dat autochtonen en allochtonen kennelijk zo sterk verschillen, dan hoeveel het totale gemiddelde precies bedraagt...)
Noten 1.
38
Van de 3.905 respondenten in de totale Omnibusenquête 2011 hadden er 111 ingevuld een vrouw te zijn terwijl de vragenlijst aan een man was gestuurd, en 60 een man te zijn terwijl de vragenlijst aan een vrouw was gestuurd.
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
BIJLAGE III
III.1
DE BETEKENIS VAN DE PERCENTAGES; SIGNIFICANTIE
Percentages
In rapportages staan de uitkomsten meestal in percentagevorm weergegeven. Dit is gedaan omdat percentages in populaties van verschillende grootte (bijvoorbeeld: de steekproef versus heel Rotterdam) onderling gemakkelijker te vergelijken zijn dan aantallen. Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie, dat schatting en werkelijke waarde ten gevolge van het toeval kunnen afwijken. (Daarnaast zijn ook afwijkingen mogelijk ten gevolge van andere zaken dan het toeval, zoals onder- en oververtegenwoordigingen van bepaalde categorieën respondenten, bijvoorbeeld door selectieve non-respons.) Deze mogelijke afwijkingen ten gevolge van het toeval kunnen worden uitgedrukt in statistische betrouwbaarheidsmarges. Gangbaar hierbij is een uitdrukking in 95%-betrouwbaarheidsmarges. De 95%-betrouwbaarheidsmarge bij een steekproefpercentage en een steekproefgrootte geeft aan, hoe groot de afwijking van de geschatte waarde met de werkelijke waarde zou kunnen zijn ten gevolge van het toeval. De betekenis van zo'n marge is, dat, indien de steekproef en de meting vele malen zouden worden herhaald, en steeds een 95%-betrouwbaarheidsmarge zou worden bepaald, de werkelijke waarde zich in 95 van de 100 gevallen binnen de betrouwbaarheidsmarge zal bevinden. Een betrouwbaarheidsmarge (dus: de onnauwkeurigheid) is kleiner naarmate de steekproef groter is, maar verschilt ook met het gemeten percentage: percentages van rond de 50% hebben de grootste onnauwkeurigheid, en hoe verder het percentage van de 50% af zit, hoe kleiner de onnauwkeurigheid1. Dit betekent in het bijzonder ook, dat bij heel kleine percentages die zijn veroorzaakt door één of twee respondenten nog sprake kan zijn van een toevalstreffer, maar dat dit niet kan worden gezegd als het wat meer respondenten betreft. De volgende tabel geeft voor in steekproeven of delen daarvan gemeten percentages de betrouwbaarheidsmarges voor een meting van 50% (dus voor het ongunstigste geval), en ter illustratie ook voor een meting van 10- of 90%. Figuur III.1
De 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.
Bij een (deel-)steekproefomvang van: 50 100 150 200 250 500 1.263 (volledige Omnibusenquête A) 1.314 (volledige Omnibusenquête B) 1.328 (volledige Omnibusenquête C) 3.905 (volledige Omnibusenquête)
is 10% eigenlijk: 10% ± 8% 10% ± 6% 10% ± 5% 10% ± 4% 10% ± 4% 10% ± 3% 10% ± 2% 10% ± 2% 10% ± 2% 10% ± 1%
is 50% eigenlijk: 50% ± 14% 50% ± 10% 50% ± 8% 50% ± 7% 50% ± 6% 50% ± 4% 50% ± 3% 50% ± 3% 50% ± 3% 50% ± 1%
is 90% eigenlijk: 90% ± 8% 90% ± 6% 90% ± 5% 90% ± 4% 90% ± 4% 90% ± 3% 90% ± 2% 90% ± 2% 90% ± 2% 90% ± 1%
Voorbeeld: als in een steekproef(-deel) van 500 ondervraagden 50% een bepaald antwoord geeft, moet dit gelezen worden als 50% ± 4%, ofwel 46- à 54 procent. Bij kleinere of grotere gemeten percentages wordt deze marge kleiner.
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
39
III.2
Vergelijkingen
Ook bij de vergelijking van percentages of verdelingen (bijvoorbeeld: tussen mannen en vrouwen, of tussen dit jaar en vorig jaar) is het mogelijk dat een gemeten verschil slechts veroorzaakt is door het toevalskarakter van de steekproef of steekproeven. Het gemeten verschil heet in dat geval niet ‘significant’. Voor de bepaling of het verschil tussen twee gemeten percentages groot genoeg is om significant te zijn, bestaan wiskundige technieken: de zogeheten χ2-toets (‘chi-kwadraattoets’). In het algemeen kan gesteld worden, dat de grens tussen ‘significant’ en ‘niet-significant’ wat kleiner is dan het totaal van de beide betrouwbaarheidsmarges. Voorbeeld: iets is niet aantoonbaar toegenomen als het vorig jaar volgens de Omnibusenquête 50% was en dit jaar 53%. Een stijging van 10- naar 13% daarentegen is wél significant. In onderstaande tabel zijn de marges aangegeven waarbinnen verschillen niet significant zijn in drie gevallen: bij vergelijking van de uitkomsten voor twee deelgroepen van elk 250 respondenten, van twee uitkomsten voor de deelgroepen van elk 750 respondenten en van twee uitkomsten voor twee deelgroepen van elk 1.250 respondenten (een ongeveer volledige Omnibusenquête-respons). Voor vergelijking van percentages voor deelgroepen van verschillende omvang gelden weer andere marges: van de uitkomsten van een χ2-toets is geen eenvoudig leesbaar en interpreteerbaar totaaloverzicht te geven2. Figuur III.2
De 95%-betrouwbaarheidsmarges voor het verschil tussen twee gemeten percentages in drie gevallen.
Bij een (deel-)steekproefomvang van in beide gevallen: verschilt 10% niet significant van verschilt 20% niet significant van verschilt 30% niet significant van verschilt 40% niet significant van verschilt 50% niet significant van verschilt 60% niet significant van verschilt 70% niet significant van verschilt 80% niet significant van verschilt 90% niet significant van
250 respondenten
750 respondenten
5,4% t/m 15,8% 13,5% t/m 27,4% 22,3% t/m 38,3% 31,6% t/m 48,7% 41,3% t/m 58,7% 51,3% t/m 68,4% 61,7% t/m 77,7% 72,6% t/m 86,5% 84,2% t/m 94,6%
7,2% t/m 13,2% 16,2% t/m 24,1% 25,5% t/m 34,7% 35,1% t/m 45,0% 45,0% t/m 55,0% 55,0% t/m 64,9% 65,3% t/m 74,5% 75,9% t/m 83,8% 86,8% t/m 92,8%
1.250 respondenten (volledige respons) 7,8% t/m 12,4% 17,0% t/m 23,2% 26,5% t/m 33,6% 36,2% t/m 43,8% 46,1% t/m 53,9% 56,2% t/m 63,8% 66,4% t/m 73,5% 76,8% t/m 83,0% 87,6% t/m 92,2%
Voorbeeld: (links halverwege:) als voor een deelgroep van 250 respondenten een percentage 50% wordt gemeten, dan verschillen andere groepen van zo’n grootte significant van die deelgroep als daarvoor minder dan 41,3% of méér dan 58,7% is gemeten. Bij kleinere of grotere gemeten percentages wordt deze marge kleiner. Voor vergelijking van percentages voor deelgroepen van verschillende omvang gelden altijd weer andere marges: van 2 de uitkomsten van een χ -toets is geen eenvoudig leesbaar en interpreteerbaar totaaloverzicht te geven.
In het algemeen moge de boodschap zijn, dat in het algemeen gemeten verschillen van 1- tot 4%-punt niet als verschillen mogen worden beschouwd, maar evengoed door het toevalskarakter van de steekproeven kunnen zijn veroorzaakt.
III.3
Gemiddelden
Ook om te bepalen of het verschil tussen twee gemeten gemiddelden (bijvoorbeeld het verschil tussen twee rapportcijfers) significant is of slechts veroorzaakt is door het toevalskarakter van de steekproeven, kan een t-toets worden verricht. Hoewel ook hier het precieze resultaat van geval tot geval verschilt, en met name ook afhangt van de gemeten waarden en de spreiding 40
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
rond de gemiddelden, geldt in de praktijk in het algemeen, dat verschillen in rapportcijfers van 0,2 en hoger significant zijn3. (Bij een meting over een deel van de steekproef - bijvoorbeeld: over alleen de Rotterdamse mannen - ligt deze grens hoger.)
Noten 1.
Bij het berekenen van de betrouwbaarheidsmarge bij percentages kan worden uitgegaan van de volgende benaderende formule: absolute 95%-betrouwbaarheidsmarge bij p% = 1,96 x √p(100-p) / √(n-1), waarbij n de omvang van de (deel-) steekproef is. Een gemeten percentage van 50% in de A-lijst van de Omnibusenquête 2011 heeft dus een betrouwbaarheidsmarge van 1,96 x √(50x50) / √1.336 = 2,7%. Evenzo heeft een gemeten percentage van 1% een betrouwbaarheidsmarge van 1,96 x √(1x99) / √1.336 = 0,5%. Bij alleen de 635 mannen in de A-lijst heeft een gemeten percentage van 50% evenwel een betrouwbaarheidsmarge van 1,96 x √(50x50) / √634 = 3,9%, en is bij een gemeten percentage van 1% de betrouwbaarheidsmarge 1,96 x √(1x99) / √634 = 0,8%.
2.
Voor de liefhebber: Als de gemeten aantallen van een verdeling in een steekproef van omvang n1 worden aangegeven met n11, ..., n1k, en die in een andere steekproef van omvang n2 met n21, ..., n2k, dan dienen we de twee steekproeven tezamen te beschouwen, en bedragen de gemiddelde verwachtingen per steekproef e1i = pi x n1 respectievelijk e2i = pi x n2, waarbij de percentages pi = (n1i+n2i) / (n1+n2) de procentuele verdeling in de gezamenlijke steekproef weergeven. We kunnen nu een waarde voor de toetsingsgrootheid 2 2 χ = Σ {(gemeten aantal - verwachte aantal) / (verwachte aantal)} 2 bepalen door voor iedere groep de bijdrage {(gemeten aantal - verwacht aantal) / (verwacht aantal)} te berekenen: 2 2 2 χ = Σ {(n1i-e1i) / e1i} + Σ {(n2i-e2i) / e2i}. 2 Deze χ dient met (k-1) vrijheidsgraden te worden getoetst aan de hand van significantiegrenzen. (Doorgaans: 2 voor een betrouwbaarheid van 95%.) Er is een significant verschil als χ groter is dan zo’n significantiegrens.
3.
Voor de liefhebber: Als de gemeten gemiddelden worden aangegeven met m1 respectievelijk m2, de bijbehorende gemeten standaarddeviaties met s1 respectievelijk s2 en de steekproefomvangen met n1 respectievelijk n2, dan is het verschil (m2-m1) met 95% zekerheid significant als t = |m2-m1| / (sx√(1/n1+1/n2)) > 1,96 waarbij 2 2 2 s = ((n1-1)xs1 +(n2-1)xs2 ) / (n1+n2-2). Als we eenvoudhalve mogen veronderstellen dat beide steekproefomvangen even groot zijn (zeg: n1 = n2 = n), dan is deze toetsingsformule te vereenvoudigen tot 2 2 t = |m2-m1| x √n / √(s1 +s2 ) > 1,96.
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
41
42
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
BIJLAGE IV
DE VRAGEN UIT DE VRAGENLIJST
(nummering zoals in de vragenlijst) De volgende vragen gaan over markten in Rotterdam. 20.
Hoeveel keer heeft u in de afgelopen 12 maanden op onderstaande markten gewinkeld? En wilt u, als u de markt wel eens heeft bezocht, vervolgens met een rapportcijfer van 1 tot en met 10 aangeven wat u vindt van die markt? (1 = heel laag; 10 = heel hoog) nooit
a b c d e
21.
Cijfer
Centrummarkt op de Binnenrotte (dinsdag, zaterdag en/of zondag) markt Afrikaanderplein (woensdag, zaterdag) markt Grote Visserijplein (donderdag, zaterdag) markt Hoogvliet (donderdag) een andere markt in Rotterdam
Welke van deze markten heeft u in de afgelopen twaalf maanden het meest bezocht? Centrummarkt op de Binnenrotte markt Afrikaanderplein markt Grote Visserijplein markt Hoogvliet een andere markt in Rotterdam ik ben de afgelopen 12 maanden op geen van deze markten geweest
22.
een paar keer één of meer één of meer per jaar keer per keer per week maand
=> Ga door naar vraag 0
Op welke dag ging u meestal naar deze markt? (slechts één dag aankruisen!) maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag => Ga door naar vraag 24
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
43
23.
Waarom bent u de afgelopen 12 maanden op geen van deze markten geweest? (Meerdere antwoorden mogelijk!) vanwege de veiligheid vanwege de prijs vanwege de geringe variatie in het aanbod vanwege de kwaliteit van het aanbod vanwege de openingstijden vanwege de bereikbaarheid vanwege de drukte ik ken de markten niet anders, namelijk:
=> Ga door naar vraag 32 24.
Waarvoor komt u vooral naar deze markt? (Maximaal 2 antwoorden aankruisen!) voedingsmiddelen, zoals groenten, fruit, vis, vlees, brood, kaas kleding en textiel artikelen voor huis en tuin, zoals bloemen, planten, doe-het-zelfartikelen en dierbenodigdheden hobby-artikelen, zoals sportartikelen, speelgoed, boeken, tijdschriften, audio en telecom gebruikte goederen, zoals kleding en meubelen anders, namelijk
25.
Waarom komt u vooral naar deze markt? (Meerdere antwoorden mogelijk!) voor de prijs voor het bijzondere aanbod voor de kwaliteit voor de gezelligheid voor de persoonlijke benadering op de markt toevallig, de markt ligt op mijn looproute anders, namelijk
44
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
26.
Wat vindt u van deze markt? goed a b c d e f g h
27.
redelijk
matig
slecht
kwaliteit van het aanbod variatie in het aanbod (assortiment) opstelling van de kramen ruimte van de looppaden voorzieningen zoals toiletten, pinmogelijkheden, horeca, … gezelligheid om te verblijven en/of boodschappen te doen veiligheid openingstijden
Kunt u zeggen hoeveel u zelf tijdens uw laatste bezoek aan deze markt ongeveer heeft uitgegeven? euro
28.
Aan welke soort producten heeft u toen het meest uitgegeven? voedingsmiddelen, zoals groenten, fruit, vis, vlees, brood, kaas kleding en textiel artikelen voor huis en tuin, zoals bloemen, planten, doe-het-zelfartikelen en dierbenodigdheden hobby-artikelen, zoals sportartikelen, speelgoed, boeken, tijdschriften, audio en telecom gebruikte goederen, zoals kleding en meubelen anders
29.
Zou deze markt naar uw mening nog aantrekkelijker gemaakt kunnen worden? (Meerdere antwoorden mogelijk!) nee, is al voldoende aantrekkelijk ja, door een ruimere opzet van de markt (bredere paden / hogere kramen) ja, door de markt veiliger te maken ja, door meer variatie in het aanbod (assortiment) ja, door een betere kwaliteit van het aanbod ja, door de uitstraling van de marktkramen te verbeteren ja, door meer horecagelegenheden en zitgelegenheden bij de markt ja, door meer en betere voorzieningen (toiletten, kinderopvang, ...) ja, door de markten ’s middags en ’s avonds open te stellen ja, door meer standwerkers ja, door een betere bereikbaarheid ja, door
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
45
30.
Zou u meer gaan besteden op deze markt als deze markt aantrekkelijker gemaakt wordt? ja misschien nee weet niet
31.
Combineert u uw bezoek aan de markt ook wel eens met andere bezoeken of bezigheden in de buurt van de markt? (Meerdere antwoorden mogelijk!) nee, ik kom altijd alleen voor de markt nee, ik ga voor, tijdens of na mijn werk wel eens naar de markt ja, ik combineer het marktbezoek soms met evenementen in de buurt ja, ik combineer het marktbezoek soms met winkelbezoek in de buurt ja, ik combineer het marktbezoek soms met cultuurbezoek in de buurt ja, ik combineer het marktbezoek soms met andere bezoeken in de buurt, namelijk
32.
Vindt u de markt een onveilige plek? (Meerdere antwoorden mogelijk!) nee ja, door de drukte ja, door zakkenrollers ja, door opdringerige verkooptechnieken ja, de aanwezigheid van politie en toezichthouders op de markt geeft mij een onveilig gevoel ja, door
46
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
BIJLAGE V
UITSPLITSING ACHTERGRONDKENMERKEN BEZOEKERS EN NIET-BEZOEKERS VAN ROTTERDAMSE MARKTEN
Autochtonen Centrum markt
Markt Afrikaander plein
Markt Grote Visserijplein
Markt Hoogvliet
Andere markt in Rotterdam
Geen markt bezocht
Alle respondenten
man
43%
44%
44%
43%
37%
61%
46%
vrouw
57%
56%
56%
57%
63%
39%
54%
Geslacht:
Leeftijd*: jong
10%
10%
7%
7%
8%
11%
10%
middelbaar
69%
65%
62%
71%
62%
68%
64%
oud
21%
25%
31%
22%
30%
21%
26%
43%
63%
62%
37%
46%
34%
42%
Hh-inkomen: tot modaal bovenmodaal
57%
37%
38%
63%
54%
66%
58%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Centrum markt
Markt Afrikaander plein
Markt Grote Visserijplein
Markt Hoogvliet
Andere markt in Rotterdam
Geen markt bezocht
Alle respondenten
man
42%
47%
49%
55%
41%
63%
47%
vrouw
58%
53%
51%
45%
59%
37%
53%
totaal
Allochtonen
Geslacht:
Leeftijd*: jong
12%
12%
10%
12%
9%
33%
15%
middelbaar
82%
84%
85%
73%
83%
60%
77%
5%
5%
5%
15%
8%
7%
8%
oud Hh-inkomen: tot modaal
57%
72%
69%
67%
65%
51%
61%
bovenmodaal
43%
28%
31%
33%
35%
49%
39%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
totaal
Leeftijd: Jong Middelbaar Oud
t/m 24 jaar 25 t/m 64 jaar 65 t/m 84 jaar
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
47
48
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
BIJLAGE VI
SCHATTING TOTALE MARKTBEZOEK PER MARKT UITGEBREIDE TABEL
Bezoekers aan de Centrummarkt op de Binnenrotte Aantal bezoeken per jaar -incidenteel (een paar keer per jaar) -geregeld (één of meer keer per maand) -frequent (één of meer keer per week) totaal
minimumvariant
maximumvariant
372.748 1.770.354 1.633.216 3.776.318
745.496 3.540.708 2.449.824 6.736.028
Bezoekers aan de markt op het Afrikaanderplein Aantal bezoeken per jaar -incidenteel (een paar keer per jaar) -geregeld (één of meer keer per maand) -frequent (één of meer keer per week) totaal
minimumvariant
maximumvariant
179.428 626.652 1.160.484 1.966.564
358.856 1.253.304 1.740.726 3.352.886
Bezoekers aan de markt op het Grote Visserijplein Aantal bezoeken per jaar -incidenteel (een paar keer per jaar) -geregeld (één of meer keer per maand) -frequent (één of meer keer per week) totaal
minimumvariant
maximumvariant
86.508 405.864 909.272 1.401.644
173.016 811.728 1.363.908 2.348.652
Bezoekers aan de markt in Hoogvliet Aantal bezoeken per jaar -incidenteel (een paar keer per jaar) -geregeld (één of meer keer per maand) -frequent (één of meer keer per week) totaal
minimumvariant
maximumvariant
64.360 331.002 358.592 753.954
128.720 662.004 537.888 1.328.612
Bezoekers aan andere Rotterdamse markten Aantal bezoeken per jaar -incidenteel (een paar keer per jaar) -geregeld (één of meer keer per maand) -frequent (één of meer keer per week) totaal
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
minimumvariant
maximumvariant
177.814 1.103.688 1.639.768 2.921.270
355.628 2.207.376 2.459.652 5.022.656
49
50
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
BIJLAGE VII
MARKTDAGEN IN ROTTERDAM
Dag
Plaats
Tijd
Maandag Dinsdag
geen markt Binnenrotte Centrummarkt Boekenmarkt Wijdekerkstraat Biologische markt Eendrachtsplein Hoek van Holland Afrikaanderplein Rotterdam-Zuid Ommoord Rozenburg Hoogvliet IJsselmonde Visserijplein Rotterdam-West Alexanderpolder Schiebroek Overschie Asterlo Zuidwijk Binnenrotte Centrummarkt Afrikaanderplein Rotterdam-Zuid Boekenmarkt Wijdekerkstraat Visserijplein Rotterdam-West Zondagsmarkt 3 april tot en met 25 september
8.00 tot 17.30 uur 9.30 tot 16.00 uur 8.00 tot 13.00 uur 8.00 tot 13.00 uur 8.00 tot 17.30 uur 8.00 tot 17.30 uur 9.00 tot 16.00 uur 8.00 tot 17.30 uur 8.00 tot 17.30 uur 8.00 tot 17.30 uur 8.00 tot 17.30 uur 8.00 tot 17.30 uur 8.00 tot 17.30 uur 8.00 tot 17.30 uur 8.00 tot 17.00 uur 8.00 tot 17.00 uur 9.00 tot 16.00 uur 8.00 tot 17.00 uur 12.00 tot 17.00 uur
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Bron: http://www.rotterdam.nl/markten
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
51
52
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
Publicatieoverzicht COS Titel rapport (uitgave)
jaar
Algemeen Staat van Rotterdam 2010 Feitenkaart Omnibusenquête 2010 Kerncijfers & trends Rotterdam 2009 Binnenstadsmonitor 2009 - De staat van de Rotterdamse binnenstad Aandachtsgebieden in beeld 2007 Monitor Prins Alexander 2007 Feijenoord in beeld
2010 2010 2009 2009 2008 2008 2007
Arbeid en Inkomen Feitenkaart Inkomensgegevens Roterdam en regio 2008 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam op deelgemeente- en buurtniveau 2008 Monitor lage inkomens Westland 2010 Feitenkaart Rotterdamse kantorenmarkt per 1 januari 2010 Monitor Lage inkomens Delft 2010 De Rotterdamse marktbezoeker 2010 Monitor bedrijventerreinen stadsregio Rotterdam 2010 Rotterdam voor afgestudeerden. Binding van afgestudeerde bestuurskundigen met Rotterdam
2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2008
Communicatie en klanttevredenheid Communiceren met bedrijven - Rotterdam Centraal tweemeting 2010 Communiceren met omwonenden - Rotterdam Centraal tweemeting 2010 Communiceren met reizigers - Rotterdam Centraal tweemeting 2010 Rotterdammers over de gemeentelijke dienstverlening 2010 Lezersonderzoek 65 Magazine Evaluatie pilot klantgericht werken in het Haven- en Industriegebied Klanttevredenheid Team Horeca & Evenementen Waardering dienstverlening parkeren 2008 Kijk- en Luisteronderzoek SLOR 2008 Rotterdammers over bouwoverlast in het centrum van Rotterdam. Resultaten uit de Omnibusenquête 2008 Het digitaal bewonerspanel Prins Alexander over het evenementenbeleid Het digitaal bewonerspanel Prins Alexander over de deelgemeentegids Tevredenheidsmeting Feijenoord 2007
2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2009 2009 2008 2008 2008 2007
Demografie Feitenkaart Bevolkingsmonitor 1e kwartaal 2011 Bevolkingsprognose Rotterdam 2010-2025 Feitenkaart Prognose huishoudens 2025
2011 2009 2008
Kunst en cultuur Cultuur in de buurt (zes delen) Cultuurdeelname van Rotterdammers 2009 Cultuurdeelname in Rozenburg Cultuurparticipatie in deelgemeenten Ruimte voor creativiteit. Onderzoek naar de bedrijfshuisvestingsvraag van creatieve ondernemers in Rotterdam Belangstelling voor opera in Rotterdam 2008. Resultaten uit de Omnibusenquête 2008
2011 2010 2010 2009 2008 2008
Leefbaarheid en Veiligheid Monitor CO2-uitstoot woningen Rotterdam 2011 Rotterdammers over het milieu 2009. Resultaten uit de Omnibusenquête 2009 Energieverbruik door Rotterdamse huishoudens 2004 Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen. Nulmeting 2007 Monitor hot spots Rotterdam, vijfde meting (2007) Rotterdammers over singels, sloten en vijvers. Resultaten uit de Omnibusenquêtes 2002 - 2007 Effectmeting overlast Oude Noorden
2011 2009 2009 2008 2007 2007 2007
Onderwijs VVE-monitor Rotterdam 2009, 4de meting Leerlingprognoses Primair Onderwijs Rotterdam 2007-2022
2010 2008
Politiek en bestuur Analyse gemeenteraadsverkiezingen 2010 Analyse opkomst gemeenteraadsverkiezingen 2010 Rotterdammers over burgerparticipatie 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Feitenkaart Het oordeel van Rotterdammers over het gemeentebestuur voorjaar 2007
2010 2010 2007 2007
De Rotterdamse marktbezoeker 2011
53
Publicatieoverzicht COS (vervolg) Titel rapport (uitgave)
jaar
Ruimtelijke ordening en verkeer Evaluatie participatieaanpak fysieke projecten Inrichting omgeving van metrostations Analyses mobiliteit Rotterdam Rotterdammers over de buitenruimte Rotterdammers over het verkeer 2010. Resultaten uit de Omnibusenquête 2010 Mobiliteit in Rotterdam, de stadsregio en Nederland 2004-2008 Bezoek en waardering wijkparken Rotterdam Vervolgenquête Fiets in de metro. Evaluatie van de pilot 'Fiets in de metro in de daluren' Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006 Mobiliteit in Rotterdam, de stadsregio en Nederland 2004-2007 Tevredenheidsonderzoek Evenementenparkeerregeling 2007 Rotterdammers over het openbaar vervoer 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007
2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2009 2008 2008 2007 2007
Sociaal beleid Tijdsbesteding van Rotterdamse ouderen Feitenkaart Participatie en Burgerschap 2009 Wijkmonitor Overschie 2008 Jonge moeders in Rotterdam. Stand van zaken 2008 Werken bij Roteb
2010 2010 2009 2008 2008
Vrijetijdsbesteding Recreatief stadsbezoek door Rotterdammers 2003 - 2009 Rotterdammers in hun vrije tijd, 2010 Feitenkaart Rotterdammers in hun vrije tijd, 2010 Imago Rotterdamse Festivals Rotterdamse jongeren in hun vrije tijd 2009-2010 Quickscan Clubcircuit Rotterdam Bezoekersenquête Midden-Delflanddag 2010 Mantelzorgers in Rotterdam 2007 - 2009 Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2009. Resultaten uit de Vrijetijdsomnibusenquête 2009 Evenementen in Hoek van Holland 2009 Op zoek naar een verklaringsmodel voor vrijwilligerswerk Quickscan Rotterdamse jongeren in hun vrije tijd, 2007 Nadere analyses vrijwilligerswerk in Rotterdam Vrijwilligers(organisaties) in Hoogvliet. Meningen en behoeften
2011 2011 2011 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2009 2009 2009 2009 2008
Welzijn en Volksgezondheid Maatschappelijke opvang in Rotterdam Subsidiëring van welzijnsinstellingen door deelgemeenten en gemeentelijke diensten in Rotterdam, 2007
2008 2007
Wonen Woonwensen van thuiswonende jongeren in Hoogvliet, 2011 Kans van Slagen. Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam. 2010 kwartaal 3 Monitor aanbodmodel Rotterdam 2009 Monitor woningbouwafspraken stadsregio Rotterdam 2009 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009 Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2009 Komen en Gaan. Selectieve migratie in Rotterdam in 2009. Feitenkaart Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2007 Evaluatie Huisvestingsvergunning Rotterdam, juli 2006 - juli 2009 Woonruimteverdeling Voorne-Putten en Rozenburg juli 2008 - juli 2009 Woningbehoefte stadsregio Rotterdam 2010 - 2020 Kansen op de Schiedamse woningmarkt 2007
2011 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2009 2009 2008
Overig Economische Statistiek Feijenoord 2010 Deelresultaten Your World Bekendheid Your World Quick scan objectgebonden vergunningen
2010 2010 2009 2007
Bovenstaand overzicht is een greep uit het publicatie-aanbod van het Centrum voor Onderzoek en Statistiek. Een compleet publicatie-overzicht is te raadplegen op het Internet: www.cos.rotterdam.nl
54
De Rotterdamse marktbezoeker 2011