DE RAAKLIJN KATERN:
jaargang 18, nr.93 Bijlage bij « ‘t Groene Waasland » nr.167, november 2010. (v.u. Firmin De Beleyr, Belsele)
1
Beste lezer, Met deze 93e katern krijgt u een mooi stukje erfgoed toegestuurd. “De Bezenkoek” is een begrip voor vele bewoners uit Puivelde, Belsele en omgeving. Met een jaar vertraging is uiteindelijk de brochure “wandel je wijs in de Bezenkoek” zo goed als afgewerkt. Hebben wij met deze brochure het warm water uitgevonden? Natuurlijk niet! Er zijn in het verleden zoveel waardevolle informatiebrochures opgesteld waaruit wij onze informatie haalden. We denken hierbij aan het Natuurleerpad “Den Bezenkoek” dat Willy Van Rompu i.s.m. het stadsbestuur heeft opgesteld. We denken aan de werken die Alfons De Belie heeft uitgebracht. We hebben ondersteuning gekregen vanwege de stadsarchivaris Piet Van Bouchaute en de permanente hulp vanwege de Amedee Verbruggenkring via Annemie Charlier, vanwege Natuurpunt via Staf Lerno en vanwege de dorpsraad en via de kernploeg van De Raaklijn. De Raaklijn probeert zo een impuls te geven aan de toeristische dienst van Sint-Niklaas dat er heel wat te beleven en te verkennen valt in Belsele. De brochure “De Bezenkoek” vormt samen met “De Mierennest” de voorbode op de volgende brochures: “Het Waterschoot”, “Belseledorp”, “De Gouden Leeuw”. Trage wegen vormen ook een bijzonder erfgoed in Belsele. Daarom organiseren we op maandag 29 november een speciale avond in het gemeentehuis. In onze reeks Belsele-taalerfgoed stellen wij de tweede reeks voor van vier “fladdereirs”. Tenslotte houden wij u op de hoogte van de opbouw van ons natuurpark “Den akker”. Wie in 2011 deze katern + het groene Waasland in zijn bus wil krijgen, kan gebruik maken van het overschrijvingsformulier en €10 overschrijven op naam van De Raaklijn 2011. Veel leesgenot! Firmin De Beleyr
2
Vleermuizenhotel in opbouw Een onderwaterlasser is niet onbekend. Wat te denken van een onderwatermetser ? Op den akker hebben we een “echte” leren kennen!
Dries en zijn maat Angelo kwamen zoals beloofd de laatste metselwerken doen in de ijskelder. Het verschil met de droge junimaand en de natte maanden erna was opvallend. Geen nood voor de vier andere waterratten Eddy, Jo, Dirk en Firmin. Het water werd uit de kelder gepompt en ondertussen werd er duchtig verder gegraven en gemetst. Voor vleermuizen is een kelder die onder water staat niet direct een probleem, maar dit niveau was toch wel iets te veel van het goede. Ondertussen hebben heel wat dieren hun intrek genomen in het natuurparkje dat nog in volle opbouw is. Padden, kikkers moesten even uitwijken voor de metselactiviteiten. In de bloemenweide waren de laatste weken honderden trekvogels waar te nemen. De groenling was met andere soorten massaal aanwezig. Wij zijn dus zeer hoopvol dat het natuurparkje zal krioelen van het leven! 3
Den Akker is mee opgenomen in de begroting van het milieujaarprogramma. De stad gaat ons project met € 2500 ondersteunen! Najaarswerken - ijskelder dichtleggen - ijskelder begraven en de toegangsdeuren plaatsen - graven van de poel - aanleggen talud kijkwand - plaatsen van de kijkwand - aanplantingen van struiken en bomen 4
WANDEL JE WIJS IN ... DE BEZENKOEK
5
Met deze brochure kan je een wandeling maken in de Bezenkoek en omgeving. Deze wandeling start aan de ‘Drie Linden”.
De Bezenkoek is een begrip in Belsele. Het kan verklaard worden als de locatie “de bezenkoek” en de omgeving “de bezenkoek”. Wanneer we de locatie “de bezenkoek” bekijken, is dit de plaatsbepaling van een vroegere herberg of afspanning. Wanneer we de omgeving “de bezenkoek” bekijken, dan bedoelen we een ruimer bos- en veldgebied met talrijke wandelwegen. Dit gebied ligt op een stuifzandrug. Op deze stuifzandrug ontwikkelde zich een heidegebied. Het gebied stond niet direct bekend om zijn vruchtbaarheid. Vlasakkers waren er wel. De vele bolle akkers werden beplant met voornamelijk naaldbomen en vormden de monotone dennenbossen. Het hout van deze bomen was bestemd voor de mijnbouw. Deze monotone bossen worden de laatste jaren geleidelijk omgevormd tot gevarieerde, streekeigen loofbossen. Toch zijn nog veel zaken uit het verleden herkenbaar. Daarbij is deze brochure een leidraad.
De wandelroute kan je vinden in het midden van dit boekje. Je wandelt langs plaatsen die in deze brochure besproken zijn.
We wensen je een wijze en leerrijke wandeling toe. 6
De Drie Linden Het café, herberg, afspanning of staminee “De Drie Linden” staat aan het begin van de vroegere Nieuwstraat en Eindestraat.
De Drie Linden was een afspanning. Er stond een voederbak voor paarden. De Eindestraat ligt rechts. De naam mag worden begrepen zoals ze is: “het einde van het dorp”. Nu is de Eindestraat een zijstraat en woonerf geworden ten opzichte van “Belseledorp”. De dreef links, die we nu kennen als “Belseledorp”, werd geleidelijk omgevormd tot een nieuwe hoofdstraat de “Lokersche baan”. Later heette ze “Nieuwstraat” en dit tot voor de fusie met Sint-Niklaas. Aangezien er in Sint-Niklaas ook een straat bestond met deze naam, werd de Nieuwstraat in Belsele omgedoopt tot “Belseledorp”. Op de foto is, op het einde van de Eindestraat, een parkinkom te zien. Het was het park van de familie Geerts.
7
De Eindestraat Vanuit de Eindestraat richting dorp kan je in één lijn tot het gemeentehuis kijken. Het vormde toen de hoofdas met het dorp. Op de plaats waar vroeger het park van de familie Geerts gelegen was, werd de gemeenteschool opgericht. Men ziet op de hoek het café “in d’Einde” met daaraan gekoppeld het “Schutterspaleis”. Van de Eindestraat tot voorbij de Kouter kon men terecht in: - café de Drie linden - café de Handboog - café de Scheerschool - café de Grote pint - café de Reynaert - café het Vosken - café de Zwarte gracht - café den Bezenkoek - café de Drei Schouwen Sommige cafés waren niet groter dan een huiskamer. Men tapte er het plaatselijke bier Wielemans of een “druppel”; dit kon een jenever of een eigen destillaat zijn van een of andere vrucht… Elk café en/of uitbater had zijn specialiteit. De stamgast zocht ze op, omdat men er kon kaarten, zingen, eten, kletsen of men in den hof kon bollen, men er kon schieten op een liggende of staande wip enz. … Elke wijkkermis of burenfeest speelde zich daar dan ook af. 8
Site “De Kouter” De site “De Kouter” is na een rijk verleden uitgegroeid tot een sociaal-culturele ontmoetingsplek. In het verleden was op deze site de gemeenteschool gevestigd. Oudere Belselenaars spreken nog van de “jongensschool”. Op de speelplaats van de vroegere gemeenteschool zijn de 6 oude klaslokalen omgebouwd. Deze drie ruimtes bieden onderdak aan de sportvereniging Budokwai, aan de Kunstacademie afd. beeldende kunsten. De derde ruimte wordt door de stad ter beschikking gesteld als een polyvalente zaal. De gebouwen aan de Koutermolenstraat werden tijdens de tweede oorlog door de bezetter gebouwd. Zij dienden als badplaats en onderzoekscentrum voor soldaten die naar het front trokken. Na de oorlog werden de gebouwen bij de gemeenteschool gevoegd.
We vinden er nu de muziekclub ’t Ey. Deze club werd in 1991 opgericht onder de naam ’t Eynde. In 2000 moest de vzw haar pand op de hoek van de Eindestraat verlaten. Ze vond dus onderdak in de gewezen basisschool van Belsele. 't Ey organiseert hier kleinschalige concerten in een steeds groeiende infrastructuur en met een niet aflatend streven naar kwaliteit. 9
Tegelijk met ’t Ey kreeg Oxfam Wereldwinkel een deel van de oude school in erfpacht van het stadsbestuur. Het gebouw werd gerenoveerd en omgebouwd tot winkel met erboven een vergaderzaal. De bouwdatum “1925” is aangebracht in de gevel. De wereldwinkel werd in 2000 officieel geopend.
Wanneer de gemeenteschool verhuisde naar de Gavermolenstraat, kreeg de vroegere directeurswoning een private bestemming. Dit gebouw vormt samen met ‘t Ey, de wereldwinkel, de oude klaslokalen en de oude speelplaats een mooie herinnering aan de vroegere gemeenteschool. 10
De spoorlijn Antwerpen – Gent. De eerste plannen voor deze spoorlijn nr. 59 Gent – Antwerpen dateren van 1841.De definitieve toezegging kwam er in 1845 en de eerste trein reed hier op 9 augustus 1847. Het was een private spoorweg voor passagiersvervoer. Het initiatief kwam van ingenieur Gustave De Ridder. In principe zouden er 5 treinen rijden per dag in elke richting. Er werd geopteerd voor een smalspoor van 1,10 m breed. Later werd deze spoorlijn door de NMBS overgenomen en op 1,5 m gebracht. Aangezien de eerste spoorwegen nagenoeg waterpas werden aangelegd omwille van de kleine duw en trekkracht van de locomotieven moest hier de bedding fel opgehoogd worden. Een tweede parallelspoor werd in 1893 en 1894 over de hele lijn Sint-Niklaas – Lokeren aangelegd. De elektrificatie gebeurde in 1970. Net voor de elektrificatie is hier nog een dieseltrein ontspoord en kwam in de weide naast de Belselebeek terecht.
De vallei van de Belselebeek is duidelijk te zien. De beek loopt onder de spoorweg verder naar Sinaai.
11
De Kouterwijk Ooit was “De Kouter” een apart gehucht in Belsele. De mensen die daar woonden, vormden een hechte gemeenschap. Iedereen kende iedereen en sprong voor elkaar in de bres. Het nadeel was dat iedereen ook alles wist over iedereen en dat er niet veel kon gebeuren zonder dat iedereen ervan op de hoogte was. De mensen van “De Kouter” waren meestal arbeiders. Zij werkten op ‘De Manta’ in Waasmunster, bij ‘Scheerders Van Kerkckhove’ in Sint-Niklaas of in ‘den bassin’ (dialect voor de dokken) in Antwerpen. Elke dag vertrokken de arbeiders te voet naar hun werk, soms al om 5 uur ’s morgens! Op “De Kouter” waren, zoals overal toen, veel cafés. Het meest bekende was café ‘De Zwarte Gracht’. Elke zondag was het daar schieting. Maandagavond was de vaste dag om te komen bollen. De 3de zondag van juni was het kermis in de wijk. Nu is die vervangen door de Reinaertloop.
De straten op “De Kouter” waren lange tijd niet geplaveid of verhard. De mensen gooiden hun kolenafval, in ’t dialect ‘schramouilie’, op straat. De meeste huisjes hadden ook geen toilet. De vrouwen zetten zich zomaar op straat om naar het toilet te gaan. Op “De Kouter” kon dit allemaal. 12
“De Kuil” zicht op de stuifzandrug Wanneer we de Cauterwegel ingaan, bemerken we na de bocht een open landschap. Het wordt “kuil” genoemd. Het is niets anders dan de vallei van de Ransbeek. Vanuit dit punt zie je de bosranden van het bosgebied ”Den Bezekoek”. Recht voor u akkers en weilanden omzoomd met knotwilgen die eigen zijn aan onze streek. Dit gebied geeft goed het reliëf weer dat door de eeuwen heen werd gevormd, een opgaande bodem van links naar rechts dat zijn hoogste punt of 22 m zal bereiken in de Mierennest. Deze stuifzandrug dat het hele bosgebied omvat - en verder loopt richting Puivelde en richting Mierenest - werd gevormd na de laatste ijstijd door opstuiving van fijn zand dat door eolische winden werd meegevoerd. Even verder komen we aan onze rechterzijde de Ransbeek tegen die hogerop ontspringt en zich een bedding heeft gegraven door die stuifzandrug. Op deze akkers kunnen we ook de meeste vogels waarnemen die hier in de buurt rondvliegen en voedsel komen zoeken. Kauwen, houtduiven, eenden, merels, kleine zangvogels maar ook de torenvalk en de buizerd zijn graaggeziene gasten. Ook eksters, gaaien en spechten vliegen heen en weer. De steenuil laat zich soms overdag zien en op de avond scheert de bosuil geruisloos over de akkers. In de vroege ochtend worden hier soms reeën en vossen gezien. Deze rustige vallei werd vroeger meerdere malen verstoord door het als crossgebied te gebruiken, maar net door de aanwezigheid van de broedende steenuil werd dit nu verboden. Via de Cauterwegel wandelen we richting Bezenkoek.
13
14
15
16
De Ransbeek We volgen de Cauterwegel. Bij de bosrand zien we voor het eerst de Ransbeek die verder het bosgebied invloeit. De Ransbeek lijkt eerder een smalle gracht met de afwatering in onze wandelrichting. Als we het knuppelpad naast de beek nemen, komen we in de Kouterstraat uit. We gaan even naar rechts, langsheen de slagboom en zien verder de Ransbeek onder de straat doorgaan om tussen de bossen uit ons zicht te verdwijnen. In de oever van de beekgracht bemerken we dubbelloof, toch wel een aparte varensoort. De beek heeft in dit bosgebied een verval van 10 m naar 8 m. Wij volgen de Kouterstraat verder noordwaarts en we slaan de eerste zijweg links in. Deze wegel hebben wij de Ransbeekwegel genoemd omdat we hier deze beek zullen oversteken. De beek loopt richting “Gouden leeuw” om verder in de Molenbeek uit te komen.
In de herfst kunnen wij hier langs de kant van het pad vele soorten paddenstoelen en zwammen waarnemen. Russula soorten, zwavelkoppen, vliegenzwammen, rimpelende melkzwammen enz. Bezoek maar eens de website van de Katholieke Hoge School Sint- Lieven die met hun leerlingen hier elk jaar inventarisaties doen: http://levendenatuur.kahosl.be/herfstexplor-opdr08.htm.
17
Afspanning “In den Bezenkoek” Door de aard van de bodem, droge en arme zandgrond, en door de ligging tussen de verschillende dorpen, is deze omgeving steeds arm geweest aan bewoning. De benutting van de grond is steeds gebeurd vanuit de omliggende woonkernen. Op de plaats van de riante villa stond hier vanouds het café “In den Bezenkoek”. Gekend als pleisterplaats tijdens een wandeling, bedevaart of een andere gelegenheid. Tijdens de week was het er uiteraard rustig, maar op zaterdag en zondag kon het er gezellig druk zijn rond de kaarters en de bolders. Buren die het café nog gekend hebben vertellen erover : “De waard had om de verlichtingsproblemen op te lossen een windmolen met dynamo. Bij windstilte werd er wel eens gesakkerd.” “In het café werd er geoefend met het luchtgeweer. De schietschijf hing boven het fornuis aan de schouw. Zelfs boven het hoofd van de waardin aan de kookpot werd verder geschoten.”
Herkomst volkse benaming Bezenkoek : - Bij de opening van de herberg kreeg iedere klant een “bezenkoek” (krentenkoek) - De naam zou ook afkomstig kunnen zijn van “Bezemhoek” : zoals de streek hier werd genoemd. Denk aan de bezems van brem.
18
De Boskapel. De Boskapel wordt reeds vernoemd in de 18e eeuw. Zij is toegewijd aan Onze Lieve Vrouw van Bijstand.
In 1789, onrustige tijden, ook in het Waasland, werd een kapel gebouwd ter vervanging van het simpele ‘Kloosterboomkapelletje’ “De kapel is herbauwd onder de lindeboom. De gewone belangstelling voor door de inwoners der de kapel groeide, tijdens en na gemeente Sinay, Belcele de eerste wereldoorlog, uit tot en Puivelde” ter een ware toeloop van de nagedachtenis der beomwonenden. vrijding van den oorlog Na het einde van wereldoorlog I 1914-1918 werd geijverd voor de nieuwbouw van een Gewijd den 8 september neogothische kapel, en in 1920 1920. werd onder dezelfde oude linde de huidige kapel gerealiseerd. Op de gedenksteen lezen we letterlijk: 19
Tijdens godvruchtige bezoeken werd de offerblok niet vergeten. Dat dit gul gebeurde, kan men afleiden uit de naijver die bestond tussen de diverse parochies over het recht de offerblok te ledigen. Feit is dat de kapel op grondgebied Belsele staat, en dat parochie Puivelde het offerblokrecht heeft. Na het vellen van de oude linde, waaraan steeds de offerblok hing, heeft de pastoor van Puivelde de offerblok aan de andere kant van de wegel geplaatst. Einde van de naijver. De kapel is omrand met gekandelaarde lindebomen. Overal in Belsele (en het Waasland) zijn talrijke kapellen en gebouwen te zien met Linden ervoor of er rond. De lindeboom werd bij de Kelten en de Germanen gezien als heilige boom: hij bood bescherming tegen heksen en geesten.
Bedeweg
Na een schenking in 1971 werd een nieuwe Bedeweg (8.000 m² bos) aangelegd. Bij de kerk van Puivelde lag eertijds het vertrekpunt van de bedevaarders naar de boskapel, waar Mariavereerders van Puivelde, Belsele en Sinaai ieder jaar op 8 september samenkwamen. De mensen volgden de kerkwegels : Vanuit Puivelde de Weduwe Voswegel, vanuit Belsele de Cauterwegel, en vanuit Sinaai de Belselewegel. Deze kerkwegels bestaan nog steeds. 20
Sinaaiwegel en Belselewegel Aan de Boskapel komen de kerkwegels Sinaaiwegel en Belselewegel samen. De Sinaaiwegel gaat vanuit de Kouterstraat naar de Boskapel. De Belselewegel begint aan de Boskapel en gaat naar Sinaai. Een kerkwegel is een wegel met een officieel en beschermd statuut. Zij zijn reeds te zien op oude kaarten en atlassen. Beide wegels zijn goed te herkennen op de kaart van de Oostenrijkse Nederlanden door graaf De Ferraris in 1777. De kerkwegels kregen hun statuut in de atlas der buurtwegen in 1841. (http://www.gisoost.be/ATLASBW/) Merkwaardig is wel dat de beide wegels hetzelfde nummer 33 hadden en beschouwd werden als één wegel.
Ligging van de huidige Boskapel. 21
Belselebeekwegel Vanaf de Boskapel kan je via de Sinaaiwegel terug naar de Kouterstraat naar Belsele of via de Belselewegel naar Sinaai. Bekijk de kaart in deze brochure en maak je keuze. Wij volgen nu de Belselewegel en komen aan het brugje over de Belselebeek. Hier kan je drie richtingen op: - rechts richting Burmstraat - rechtdoor richting Sinaaidorp - links richting Kouterstraat
Wij slaan links af en volgen de beek stroomopwaarts. De wegel was tot 2009 een typische zandwegel en is nu verhard. Vanuit deze wegel die we de Belselebeekwegel noemen, wandelen we richting Kouterstraat. Vanhieruit krijg je een open landschap te zien tot Sinaaidorp. De Beek ligt vrij diep ten opzichte van het wandelpad en schuurt zich nog steeds doorheen de stuifzandrug.
We steken opnieuw de Belselebeek over en volgen de wegel die omringd is met houtwallen en bosranden. Op het einde van de wegel kan je nog een grote Olm of Iep zien.
22
Koutermolenstraat De Belselebeek loopt via een duiker onder de Kouterstraat. Vanuit de Kouterstraat kan je via de Koutermolenstraat terugkeren naar het dorp. Deze smalle wegstrook bestaat uit gebroken stukken beton als wegdek. Deze weg was ook vroeger een stuifzandweg: in de winter modder en in de zomer mul zand waar je niet doorheen kon fietsen. Deze stukken beton zijn afkomstig uit oud vliegveld van Waasmunster. De Duitse bezetter had achter de Baverikstraat te Waasmunster op een hoog gelegen akker (29 m) een vliegveld aangelegd. Geruime tijd na de oorlog hebben werklieden en landbouwers de handen uit de mouwen gestoken om deze weg te verbeteren en aangezien men de startbanen van het oud vliegveld aan het uitbreken was, kwamen deze betonstukken goed van pas. Er moest zwaar gezwoegd worden, met paard en kar en zonder kraanmateriaal. De onregelmatige vorm van de stukken is te wijten van het ontbreken van modern materiaal, om de stukken te zagen.
Rechts van deze wegel loopt een landbouwdreef richting akkers. Daar loopt de Belselebeek en ligt de Kouterpoel. 23
BRONNEN: • Natuurleerpad “DEN BEZENKOEK”
Stadsbestuur van Sint-Niklaas m.m.v. W. Van rompu • STAD IN DE TIJD: acht historische studies over Sint-Niklaas, Belsele, Nieuwkerken en Sinaai. P. VAN BOUCHAUTE (red.), Stad Sint-Niklaas 2000. • ZO LEEFDE BELSELE. AMEDEE VEBRUGGENKRING 1973. • BELSELE IN OUDE FOTO’S. A. DE BELIE, Alea Producties, Eeklo 1992. • GROETEN UIT BELSELE. A. DE BELIE, Culturele kring Baudelo vzw, 2002. • Postkaarten. P. Vanbouchaute stadsarchivaris Sint-Niklaas • Luchtfoto’s. GIS-Vlaanderen.
WANDEL JE WIJS IN ... DE BEZENKOEK IS EEN REALISATIE VAN • De Raaklijn www.deraaklijn.be • Dorpsraad Belsele www.belsele.be/dorpsraad • Amedee Verbruggenkring Belsele www.verbruggenkring.be • Natuurpunt afdeling Zuid-Waasland
MET MEDEWERKING VAN • Stadsbestuur van Sint-Niklaas www.sint-niklaas.be
Editie 1, Belsele, november 2010.
24
Bijenhotels in opbouw De scholen van Sint-Niklaas zijn druk aan het bouwen aan bijenhotels in allerlei vormen. Ze zullen in december te zien zijn in de wandelgangen van het stadhuis. De mooiste creaties vallen in de prijzen! We duimen natuurlijk voor de creaties uit Belsele! Deze drie hotelletjes zijn reeds geleverd en ze zien er schitterend uit!
Je kan ook zelf een bijenhotelletje maken of eentje kopen voor €5: Dienst milieu, stadhuis. Zelf een bijenhotelletje maken ? http://www.bijenhelpdesk.nl/Biodiversiteitsjaar-2010/ 25
Belseelse vogels Taaldiversiteit in het jaar van de biodiversiteit. Moet kunnen, vonden we. Via natuurgids Marc Van Erck konden wij een tweede lijstje bemachtigen waarin de vogels in het “Baalseels” dialect benoemd werden. Marc heeft zijn gegevens op zijn beurt verkregen via Leon Smet. Leon Smet is een echte Belselenaar. Hij werd geboren in het Waterschoot. Met zijn oom zwierf hij vaak door de velden en de bossen. Hij leerde hem de zang van vogels kennen, waar nesten verborgen zaten, welke vogels je kon opeten, enz. De vogels kregen toen nog allemaal een dialectnaam. In de raaklijn katern nummer 92 werden al de eerste vier vogels voorgesteld. Hier volgen de volgende vier: Valduif (houtduif)
Blaa wintermus (heggemus)
Franse lijster (zanglijster)
Lieewerk (veldleeuwerik)
Oproep: Er zijn ook twee vogelnamen waarvan we de juiste Nederlandse naam nog niet kennen. Kan iemand ons zeggen welke soort juist wordt bedoeld met “gruns” en “treite” ?
26
Beleid trage wegen = traag wegenbeleid! Onlangs heeft het stadsbestuur een digitaal stratenplan uitgebracht met trage wegen! Nieuw stratenplan met trage wegen Heeft u zin in een verfrissende wandeling in uw omgeving? Het nieuwe stratenplan met aanduiding van de ‘trage wegen’ op heel het grondgebied helpt u op weg. Met dit openingszinnetje krijgt u een plan te zien waarbij nog niet de helft van de trage wegen van Belsele staan aangeduid. In het oud gemeentehuis van Belsele hangt een oude kaart met alle trage wegen er op aangeduid. Op 29 november om 20u belegt de Raaklijn met Trage wegen vzw een informatieve avond op het vlak van trage wegen. Plaats: Gemeentehuis Belsele
Omdat wij vinden dat 30 jaren trage behandeling en evenveel jaren correspondentie rond trage wegen genoeg is geweest, starten wij een werkgroep op rond dit belangrijk thema! U bent van harte welkom!
27
LIDMAATSCHAP 2011 Wie in 2011 deze katern + het groene Waasland in zijn bus wil krijgen, kan gebruik maken van het overschrijvingsformulier en €10 overschrijven op naam van De Raaklijn 2011.
U bent als lid altijd welkom op onze samenkomsten in 2010 De vergadering gaat maandelijks door in het zaaltje van de Klavers te Belsele om 20u. 29 november (gemeentehuis) en 20 december (Klavers)
De Raaklijn Vereniging voor de kwaliteit van de omgeving te Belsele. secretariaat : Kleemstraat 89, 9111 Belsele PCR : 000-1527999-55 Website: www.deraaklijn.be
28