Maandag 24 oktober Gedurende de nacht had het regelmatig stevig geregend en bij het opstaan zag de hemel niet echt vrolijk uit. Voor vertrek stroom afkoppelen, het hulpstuk netjes inleveren om Fred’s rijbewijs(borg) weer terug te krijgen en toen wilden we nog even de sani-routine doen, niet echt noodzakelijk, maar toch. Bij het sani-punt stond echter een file dus zijn we maar vertrokken. De route voerde door de grote stad Montpellier, om deze te doorkruisen hadden we een half uurtje nodig. Dit kwam mede omdat de navi af en toe de draad kwijt was en zelfs begon te stotteren. Toen we de stad eenmaal hadden verlaten zagen we weer een grote verandering in het landschap. Het werd bergachtig en ook verschenen er weer mooi gekleurde loofbomen. Het wilde ons maar niet lukken om alle namen van de inmiddels doorkruiste departementen te onthouden. Onderweg nog even een stop bij een Intermarché voor proviand en tanken maar het tankstation was tijdelijk niet bereikbaar. Fred keek ook nog even of er accu's te koop waren, de soort die wij zochten hadden ze niet. Inmiddels verrichten de ruitenwisser continudienst en werd het de rest van de dag geen minuut meer droog. We gebruikten de brunch op een parkeerplaats, mooi gelegen maar de regen belette ons om de omgeving wat nader te verkennen. In Ganges vonden we een werkende pomp bij de Intermarché en gooide de tank tot de nok toe vol. Na ruim 3 uur rijden vonden we ons uitgezochte plekje in een piepklein dorpje, Arre, dat we in onze atlas niet konden terugvinden. We leerden van een infobord dat we diagonaal door de Cevenne aan het rijden waren. Gelukkig wist de navi het dorpje wel te vinden. Onderweg reden we door veel kleine dorpjes die ons duidelijk maakten waarom veel bekende kunstschilders hier geïnspireerd raakten. Arre, leuke gratis plek met sanizuil in een erg mooie omgeving maar de pijpestelen weerhielden ons om hiervan te gaan genieten. De hele verdere dag luisterden we aandachtig naar het gekletter op het camperdak en hoopten dat de volgende dag wat beter zou zijn. We realiseerden ons ook dat we tot dan toe erg geboft hadden met het weer, oktober kan best wel vervelend doen! Ook deze dag hadden de camera’s vrij-af en lagen we vroeg te bed. Dinsdag 25 oktober Bij het opstaan regende het niet meer konstant en zagen we zelfs wat blauwe vlekken aan de hemel. Nog even de toiletcassette leegmaken en toen verder door de Cevenne. Een indrukwekkend middengebergte met heel veel kleurschakeringen in het landschap. De wegen waren goed tot uitstekend en er was weinig verkeer op de weg zodat lekker het eigen tempo konden tuffen. We stegen uiteindelijk tot ongeveer 850 meter om daarna, na een lange afdaling, aan te komen bij een Point of Vieuw. Stoppen dus en waaaaaaw!, wat een schitterend uitzicht over het dal! In de diepte de stad Millau en in de verte het zeer indrukwekkende viaduct dat het hoogste viaduct van Europa is. De snel(tol)weg naar oa Spanje gaat hieroverheen. We kwamen ogen tekort.
De parkeerplaats bij het Point of Vieuw
Uitzicht over Millau
Het indrukwekkende viaduct van Millau
Inmiddels kwam er ook steeds meer blauw aan de hemel en liet de zon zich regelmatig zien. Voor de brunch had Els als verrassing lekkere tosti’s gemaakt, die gingen er wel in. We vervolgden de afdaling, opweg naar onze standplaats in Millau toen Fred opeens vrij stevig op de rem ging: Hij zag een camperbedrijf. Rap naar binnen en vragen naar een accu. De zeer vriendelijke verkoper sprak goed engels en gaf goede adviezen. We gingen met een nieuwe accu naar buiten. € 145,= armer maar op deze accu stonden de specificaties die we zochten. De verkoper vertelde ook nog dat de oude accu van een verkeerd type was en dat daardoor de problemen ontstaan waren. Hij was verbaasd dat deze nog zo lang zijn werk had gedaan. Op de functionele, gratis camperplaats in Millau ging Fred gelijk aan de slag om de accu in te bouwen, een klus die eigenlijk best meeviel. De komende dagen zou het spannend worden of het probleem nu echt opgelost was maar we hadden er wel vertrouwen in. Inmiddels kwam er ook steeds meer blauw aan de hemel en liet de zon zich regelmatig zien. Voor de brunch had Els als verrassing lekkere tosti’s gemaakt, die gingen er wel in. We vervolgden de afdaling, opweg naar onze standplaats in Millau toen Fred opeens vrij stevig op de rem ging: Hij zag een camperbedrijf. Rap naar binnen en vragen naar een accu. De zeer vriendelijke verkoper sprak goed engels en gaf goede adviezen. We gingen met een nieuwe accu naar buiten. € 145,= armer maar op deze accu stonden de specificaties die we zochten. De verkoper vertelde ook nog dat de oude accu van een verkeerd type was en dat daardoor de problemen ontstaan waren. Hij was verbaasd dat deze nog zo lang zijn werk had gedaan. Op de functionele, gratis camperplaats in Millau ging Fred gelijk aan de slag om de accu in te bouwen, een klus die eigenlijk best meeviel. De komende dagen zou het spannend worden of het probleem nu echt opgelost was maar we hadden er wel vertrouwen in. Na dit technisch intermezzo gingen we aan de wandel om Millau te verkennen. Een erg mooie stad met een mooie oude kern, iets waar we wel van houden. Bij het toeristenburo informeerden we hoever het was naar de Gorge de Tarn en of dit per fiets te doen was. Zou toch een lastige en vermoedelijk zware klus worden en in de verkregen folder zagen we dat er voor de gorge entree geheven werd, Ruim € 40,= voor ons beiden. Dat is toch weer een halve tank diesel dus zagen we er maar vanaf. Na een korte camper-koffiepauze werd er weer gewandeld, nu langs de oever van de Tarn. Alweer mooi! Bij een supermarkt werd nog wat bikkesement ingeslagen en toen weer terug naar onze mobiele home. De controlelampjes brandde nog allemaal, dat zag er goed uit! Els ging nog even lekker lui liggen lezen en Fred aan foto’s en verslag, in afwachting van de duisternis. Het menu voor de avond: Koteletjes, tuinbonen en aardappeltjes. Helemaal niet verkeerd! Internet zat niet in de lucht dus maar even naar Debby en Peter gebeld dat de accuproblemen wel opgelost zouden zijn. We waren er nog niet helemaal uit of we nog ’n dag in Millau zouden blijven: Dat zien we morgen dan wel weer!
Het stadswapen
De gratis maar krap bemeten camperplaats, er was weinig ruimte om te manouvreren. Gelukkig stonden wij aan de achterzijde vrij, waardoor we goed weg konden rijden
Zomaar een karaktervol pleintje
Woensdag 26 oktober Wat een genot! Toen we opstonden was het erg koud in de camper maar gelukkig konden we, vanwege de nieuwe accu, nu wel de verwarming even aanzetten. We overlegden nog heel even of we verder zouden gaan, dit werd ‘Ja’. Els had in de folders een plaats ontdekt met een middeleeuwse kern en overblijfselen van een strategisch gelegen burcht: Sévérac-le-Chateau. Via kennelijk splinternieuwe wegen werd dit plaatsje bereikt. En of het de moeite van een stop waard was!
We waanden ons echt eeuwen in het verleden. Via keienstraatjes tussen prachtige oude huizen en huisjes door klauterden we naar de kasteelruïne. Niet alleen de bouwsels en de ruïne waren prachtig, ook het uitzicht rondom was magnefiek. Ruim anderhalf uur slenderden en klauterden we tussen al dit moois. Toen we de camper weer aan het werk wilden zetten weigerde deze dienst……… Gelukkig hadden we tijdens één van de vorige trips dit probleem ook al eens gehad en leerde de truc met het spraybusje Quickstart. Even de luchtslang los, twee korte pufjes en de camper liep weer. Pfffffff! We vervolgden onze tour met bestemming Air de Campingcar Rodez. Deze was (tijdelijk?) niet bereikbaar vanwege wegopbreking. Toen maar een parkeerplaats opgezocht en een uur door alweer een mooie KLIMstad gemaakt.
Cathedrale Notre Dame
Camper stond bij een andere kerk….
CP Rignac
Binnen wandelafstand
Vooral de Cathedrale Notre Dame maakte indruk. Niet alleen de buitenzijde was indrukwekkend, ook de binnenkant imponeerde, niet alleen door de grootheid maar vooral door het zeer rijke interieur. Jammer dat het machtige orgel stilzweeg…. Opvallend waren de wat merkwaardig afstekende ramen, deze waren voor een groot deel vervangen door werk van hedendaagse glaskunstenaars. Na deze culturele onderbreking verlieten we de grote stad met bijbehorende verkeersdrukte om naar het 25 km verderop gelegen mini-stadje Rignac te rijden waar volgens onze documentatie een camperplaats lag. Inderdaad. De sanizuil had herfstvakantie maar dit was gelukkig geen beletsel. Ook geen stroom, maar ook dat was geen probleem (meer…..) Ook geen kassa, kassier of parkeerautomaat. Dat we de hele dag strakblauwe hemel hadden moet natuurlijk ook vermeld worden. We wandelden door het nabij gelegen parkje en deden een rondje stadje. Aardig, maar weinig fotogeniek. Een uitzondering vormde een apart beeld van een paard, samengesteld uit oud ijzer. Na een uur vonden onze benen dat ze wel genoeg geklommen hadden. Lekker nagenieten in de camper en rustig in de avond glijden……….
Ook een aardig plekje
Het Oud-ijzeren paard
Donderdag 27 oktober. Toen we ontwaakten uit een goede nachtrust was er een redelijk stevige wind en wisselden wolken en zon elkaar af. Om de camper aan de praat te krijgen kwamen er weer twee pufjes quickstartspray aan te pas. We reden een stukje terug omdat Els op de kaart en in het voorbijrijden borden had gezien die verwezen naar Belcastel. Hier scheen ook weer een mooie burcht te liggen. Een mooi stukje landschap berg-op berg-af voerde ons naar dit prachtig gelegen dorpje dat dezelfde naam droeg: Belcastel. Wat een beauty! De mooie burcht torende boven de schilderachtige huisjes en het riviertje de Ayeyron. Snel de camper parkeren en aan de wandel. Een kunstschilder moet gek worden van dit prachtig decor, nog versterkt door volle herfstkleuren. Een bord verwees naar de ruïne van een fort uit de vijfde eeuw, dat moesten we natuurlijk ook even meepikken. In de klim naar de ruïne heeft Els lichte rugklachten gekregen van het voortdurend bukken om tamme kastanjes en walnoten te rapen…. Ruim tweeënhalf uur brachten we in dit paradijsje op aarde door. Terug bij de camper: Alweer puf-puf. Dit vonden we echt niet meer leuk.
We zetten koers naar Bouillac waar een leuke camperplaats beloofd werd. Het navisysteem had een erg onbezonnen bui! Ze stuurde ons, kennelijk met de bedoeling om een stuk af te snijden via wegen en weggetjes die je als normale camperaar nooit zou rijden. Ons geluk was dat we slechts één tegenligger tegenkwamen. Deze kon, voetje voor voetje, gepasseerd worden. Ook zaten er een aantal erg krap bemeten haarspeldbochten in. Kortom, Fred is behoorlijk behendig met de camper maar nu was het peentjes zweten. De laatste hindernis, een erg smalle brug, werd genomen en toen stonden we, nog een beetje nabibberend, op de leuke camperplaats aan de rivier de Lot. Na de brunch maakten we een lange wandeling langs de oever van de Lot waar Fred einelijk 3 ijsvogels heeft gezien. Deze waren te rap voor de camera, helaas. Tijdens de wandeling was het voor Els weer druk: Walnoten en kastanjes rapen. Terug bij de camper Tuurde en frunnikte Fred nog eens onder de motorkap om te kijken of hij met zijn beperkte kennis iets kon ontdekken. Tevergeefs. Op aandringen van Els dan toch maar de ANWB gebeld en na enig doorschakelen leek het erop dat men ons wilde laten ophalen met een dépannage-voertuig. Fred legde uit dat dit waarschijnlijk wat overdreven was want, eenmaal aan de praat gepuft, liep de camper goed. En….: Naast de CP lag notabene een grote garage. Hier had Fred al de oude accu afgegeven en vastgesteld dat de twee aanwezigen absoluut geen woord over de franse grens spraken en ook weinig communicatief. De ANWB zou een deskundige langssturen maar hadden geen idee wanneer want ze moesten eerst op zoek. Geen echt probleem want we stonden best aardig. In afwachting wat er zou gaan gebeuren zijn we de avond doorgeleuterd en lekker gaan slapen.
Vrijdag 28 oktober Gedurende de nacht had het regelmatig geregend en de ochtend kwam, qua daglicht, maar moeizaam op gang. We ontbeten, Els was een hoepelbrood gaan kopen, altijd zo’n kaarsrechte baguette gaat tenslotte ook vervelen. Na het ontbijt de tweede kan koffie gezet en omdat ANWB zich nog niet gemeld had zijn we nog maar eens gaan bellen. Men vertelde dat men, met moeite, een bedrijf gevonden had met ANWB-contract en deze zou over een half uurtje bij ons zijn. Okee, een half uur werd bijna een uur maar wie maalt daarom?! Er verscheen een depannage-voertuig maar niet in oplegger uitvoering. De bijbehorende man meldde zich in vloeind Frans, sprak ook geen andere taal maar volledig bereid met armen en benen te communiceren. Hij begreep zelfs Fred’s semi-verwarde Frans en wist het probleem vrij nauwkeurig te lokaliseren. Werk voor ’n garage. We overlegden en kwamen overeen dat we achter hem aan zouden rijden, ruim 50 km, terug naar Rodez. De man (’n goede 60-plusser) gaf een erg integere indruk, vandaar ons besluit. In de garage aangekomen werd eerst een middagpauze gehouden, anderhalf uur wachten. De 60-plusser had inmiddels de fout ontdekt: Een kabelbreuk die de voorgloeipunten voedt. De uitgeruste monteur ging, overwegend onder de camper liggend, aan het meten en sleutelen en na een uur draaide hij triomfantelijk het contact aan en liet de motor, zonder pufjes!!, starten. Dit werd na 10 minuten nog eens herhaald: Perfect! Op het kantoor diverse handtekeningen onder formulieren zetten tbv de ANWB, € 45,= kosten (plus € 5,= tip voor de werkers) afrekenen en we konden opgelucht onze reis vervolgen. Opweg naar de volgende pleisterplaats Figeac. Deze route voerde weer langs Bouillac maar deze keer haalde de navi geen fratsen uit. In de late namiddag namen we ons plekje op de camperplek in, niet ideaal, erg druk verkeer, maar de stad bleek na een korte verkenning weer erg mooi. Hoe donkerder het werd, hoe harder de regendruppels op het camperdak. Goed weer om weer bij te werken aan de laptop en lekker te lezen. Zaterdag 29 oktober Toen Fred opstond, tegen achten, was het nog donker maar de regen was voorbij. We hadden gelezen dat er vandaag markt zou zijn, bovendien wilden we wat foto’s maken, dit was er nog niet van gekomen. Vlug even koffie en toen de stad in. Gaandeweg deze toer worden we toch steeds meer francofiel. Wat heeft dit land veel moois te bieden! Ook Figeac was weer een museumstad. Dat er in dit soort steden en dorpen geklauterd moet worden neem je graag voor lief. Dat er markt was werkte sfeerverhogend. Altijd leuk om rond te kijken en vooral de kleinschalige kraampjes met streekproducten te besnuffelen.
Air de campingcar Figeac
De Halle met de markt
Aan het einde van onze rondgang kochten we nog even lekker vers brood en toen vertrokken we naar Rocamadour, een tegen en in de rotsen gebouwde stad die we al eerder bezochten en grote indruk had gemaakt. We wisten dat er ook een camping was waar we voor nog geen tientje konden staan, all-in. Vrij zeldzaam, een goedkope camping en dan ook nog open deze tijd van het jaar! Onderweg peuzelden we op een mooi plekje aan ons ontbijt. Toen we op de camping stonden, Ferme Branche, even betalen en alles wat opgeladen moest worden aan de stroom gehangen. Hierna de fietsen van het rek omdat het naar de rotsstad toch nog een stevige tippel was en we wisten van de vorige keer dat er stevig geklauterd moest worden om al het moois in Rocamadour te bekijken. Niet alleen de stad is indrukwekkend, ook het omliggende landschap is erg mooi. Tot in de namiddag vermaakten we ons daar om daarna terug te keren naar de camper voor koffie en om uit te rusten van de stevige wandelexercitie. Het weer was deze dag acceptabel, droog maar bewolkt, tegen de avond verscheen er wat blauw aan de hemel. Els maakte dankbaar gebruik van de campingdouche, vooral om haar haardos weer eens degelijk te wassen. De avond? De gebruikelijke gang van zaken: Eten maken en oppeuzelen, foto’s en verslag bijwerken, de volgende etappe uitzoeken en dan, moe maar alweer erg voldaan in de koffer.
Eén der statieën van de Kruisweg De route van de Kruisweg
Wordt vervolgd op Vervolg 2 Trip oktober 2011