De Opdrachten + Tijdschema’s Groep 7
De Klompenwaard
Tips voor begeleiders/ouders
• • • • • • • • • • • • • • • • •
De gidsen en/of ouders voeren de opdrachten naar eigen inzicht uit, de gegeven tekst is een suggestie! Ook het tijdschema ligt niet vast. Bespreek met elkaar welke opdrachten gedaan worden, waar en wanneer.
Lees de aan u toegewezen opdracht(en) van te voren goed door. Trek geschikte kleren en stevige schoenen of laarzen aan. Het belangrijkste doel van de veldles is de kinderen een fijne ervaring mee te geven. Ze kunnen van alles ontdekken en onderzoeken in de Klompenwaard. Bij de veldles maken de kinderen opdrachten en struinen door de wilde natuur. Ze hoeven niet keurig op de paden te blijven en mogen door de modder banjeren. Kennis is niet het belangrijkst, maar enthousiasme wel! Doe zelf mee en stimuleer de kinderen. De school deelt de klas in groepjes in. U begeleidt een groepje bij het uitvoeren van de activiteiten in de natuur. Bij aankomst houdt de natuurgids een korte inleiding en zal u verder vertellen wat u moet doen. Houdt niet te strak vast aan de opdrachten, als blijkt dat andere natuurverrassingen de aandacht van de kinderen trekken. Let op de tijd, het is niet erg als een opdracht niet helemaal ‘af’ is, de ervaring van de leerlingen staat centraal. Heb aandacht voor het werk en de ontdekkingen van de kinderen en stimuleer ze als dat nodig is. Draag zorg voor de materialen. De natuurgids heeft een mobiele telefoon (voor noodgevallen) en EHBO-materialen bij zich. Zet uw eigen mobieltje op de trilstand. Onthoud welke materialen u nodig heeft en let op of u de juiste en voldoende materialen meekrijgt. De extra opdracht is voor als een andere opdracht niet uitgevoerd kan worden of als er extra tijd is. Veel plezier!
De Klompenwaard
Tijdschema ochtend en locatie Tijd
Wat
Door
Ca.8:45
Aankomen verzamelplek Welkom en veiligheidsregels Lopen met opdracht
Ouders, leerkracht, gidsen
9:30
Uitleg op de lesplek
Gidsen
9:45
Opdrachten uitvoeren
Ouders
11:15
Opruimen en nabespreken
Kinderen, ouders, gidsen
11:30
Vertrek
Ouders, leerkracht
Verzamelplek : parkeerplaats Sterrenschans, pad naar fort Pannerden Lesplek groep 7: richting splitsingspunt, voorbij fort Pannerden
De Klompenwaard
Alle opdrachten + materialen groep 7 Opdracht
Materialen
1. Strandjutten
•
Uit zoekplatenset zoekplaat Aanspoelsels en zoekplaat Stenen
2. Stenen
• • •
Zoekplaat stenen uit set 6 Loepjes Emmer
3. Rivieren en schepen Alternatief:nevengeul maken (schepjes)
• • •
Uit zoekplatenset zoekplaten schepen en vlaggen 6 Verrekijkers Vondsetnlijst schepen en vlaggen
4. Eigen plek
• • •
6 Zandlopers 6 Natuurcapes 1 fluitje
5. Grote grazers
• • • •
Uit zoekplatenset zoekplaat koniks 6 Verrekijkers 6 Aankruisblad gedrag koniks 6 Potloden
6. Bloemen (voorjaar)
• • •
Uit zoekplatenset zoekplaten pionierplanten, planten (8b 2 stuks), rivierduinplanten, aparte planten 6 Bekers Thermosfles heet water
• • •
1 Zeefje 1 Lepel 6 blaadjes papier
6. Zaden en bessen (najaar)
• •
1 Stenenkist 6 Blinddoeken
De Klompenwaard • 1 Beker • •
6 Loepjes Uit zoekplatenset zoekplaat zaden en vruchten
Volgorde opdrachten alle groepjes Tijd
Bevers
Aalscholvers
Rivierprikken
Koniks
Doornappels
Grasmussen
9:40
Strandjutten
Eigen plek
Stenen
Grote grazers
Bloemen (vj) Zaden (nj)
Rivier en schepen
10:05
Eigen plek
Stenen
Grote grazers
Bloemen (vj) Zaden (nj)
Rivier en schepen
Strandjutten
10:30
Stenen
Grote grazers
Bloemen (vj) Zaden (nj)
Rivier en schepen
Strandjutten
Eigen plek
10:55
Grote grazers
Bloemen (vj) Zaden (nj)
Rivier en schepen
Strandjutten
Eigen plek
Stenen
De Klompenwaard
Activiteiten Bevers
Activiteiten Aalscholvers
Bevers Strandjutten
Aalscholvers
Eigen plek
Stenen
Stenen
Grote grazers
Grote grazers
Bloemen (vj) Zaden (nj)
Eigen plek
De Klompenwaard
Activiteiten Rivierprikken
Activiteiten Koniks
Rivierprikken
Koniks
Stenen
Grote grazers
Grote grazers
Bloemen (vj) Zaden (nj) Rivier en schepen Strandjutten
Bloemen (vj) Zaden (nj) Rivier en schepen
De Klompenwaard
Activiteiten Doornappels
Activiteiten Grasmussen
Doornappels
Grasmussen
Bloemen (vj) Zaden (nj) Rivier en schepen
Rivier en schepen Strandjutten
Strandjutten
Eigen plek
Eigen plek
Stenen
De Klompenwaard
Welkom en veiligheidsregels Laat de leerlingen in hun eigen groepje staan of op de grond zitten. ‘Welkom in de Klompenwaard! Wie is er weleens geweest?’ De gidsen stellen zich voor. ‘Een paar belangrijke regels voor de veiligheid: 1.Geen eten bij je, de koniks en koeien ruiken dat en komen er op af 2.Blijf op 25m afstand van koniks en koeien (laat zien wat 25 m is) 3.Ga niet op de kribben, dat is erg gevaarlijk’ • Geef de opdracht voor onderweg. Zie kaart ‘opdracht tijdens lopen’. • Deel de tasjes met klembord, vondstenlijst en potlood uit aan de groepsleiders. Deel de loepen uit. • • • •
De Klompenwaard
Opdracht tijdens lopen • Geef de leerlingen de opdracht: ‘Tijdens het lopen naar de lesplek kijken jullie om je heen. Er zijn veel bijzondere struiken. Daarin zitten veel bijzondere vogels. Bijvoorbeeld de kneu. Luister goed en kijk om je heen. Als je iets moois of bijzonders vindt, mag je het meenemen.’ • Zorg dat elke groepje verzameltas of -bakje heeft De Klompenwaard
Uitleg • Geef de tassen met materialen aan de ouders. Overleg waar de opdracht het beste kan plaatsvinden. • Bespreek de tijden met de ouders en de leerlingen, misschien moet er afgeweken worden van het tijdschema op papier. Ongeveer 20-25 minuten per opdracht. • ‘Je mag vondsten verzamelen en de tellijsten mee naar school nemen!’ • Uitleg van enkele lesmaterialen (b.v. verrekijker, loep) • ‘Doe voorzichtig met de dieren en de materialen. Ruim aan het eind samen alles op.’ • Deel de kaartjes met tijdschema’s van de opdrachten uit aan de groepsleiders. • Laat de leerlingen kijken wat hun eerste opdracht is en naar de juiste ouder gaan.
De Klompenwaard
Strandjutten
Nodig • Uit zoekplatenset zoekplaat Aanspoelsels en Stenen • Verzameltassen of -bakjes
Uitleg Inleiding • ‘De rivier beweegt altijd en neem heel veel mee. Er spoelt van alles aan, natuurlijke materialen zoals schelpen en hout, maar ook dingen van mensen. Heb je wel eens van het woord strandjutten gehoord? Dat betekent heel goed zoeken naar dingen die zijn aangespoeld. Soms vind je dan iets heel bijzonders.’ Opdracht • ‘We gaan strandjutten: alles verzamelen wat we zien. Doe het in de bak/tas.’ • ‘Straks gaan we het bekijken en uitzoeken.’ Nabespreken • Laat de leerlinge 10 minuten verzamelen en verzamel ze dan in een kring zittend op de grond. • ‘We hebben veel gevonden. Kijk op de zoekplaat om te kijken wat het is.’ • ‘Wat komt uit de natuur en wat is van mensen?’ Sorteer de materialen in deze 2 categorieën. • ‘Wat komt er van de schepen? Kijk maar eens hoeveel schepen er niet voorbij varen’ • ‘Zijn er dingen waarvan je niet weet wat het is?’ • ‘Wat is de mooiste vondst?’ • ‘Maak een mooi kunstwerk met de gevonden spullen.’ • ‘De dingen van mensen (het afval) nemen we mee, de rest mag blijven liggen.’ • ‘Je mag iets heel moois mee naar school nemen.’
De Klompenwaard
Nodig • • • •
Grote grazers
6 Verrekijkers Uit zoekplatenset zoekplaat gedrag konikpaarden 6 Aankruisblad gedrag koniks 6 Potloden
Uitleg
Inleiding • ‘Je hebt al gehoord dat hier paarden en rode geuzen zijn. Heb je ze al gezien?’ • ‘Weet je de veiligheidsregels nog? (geen eten bij je, 25m afstand blijven). Wat moet je nog meer niet doen? Niet schreeuwen of roepen of rennen. Loop rustig weg als ze zelf dichterbij komen.’ • ‘Konikpaarden doen van alles, kijk maar eens op deze plaat. Ze liggen of staan of rollen op hun rug, ze eten of vechten, gaan in het water of schuren tegen een boom. Ze poepen en plassen en hinniken.’ • Opdracht • We gaan eens goed kijken wat de konikpaarden allemaal doen. Als je wilt kun je het aankruisen op dit blad. • Is dit een harem, een hengstengroep of een pubergroep? • Deel de verrekijkers, aankruisbladen en potloden uit. • Hoe zien Rode Geuzen eruit? Zie je de koeien en stieren? Zijn er kalfjes? Moeders en dochters leven bij elkaar. Nabespreken • ‘Wat doen ze allemaal? Doen ze dingen samen of juist alleen? Wat doen de hengsten? Wat doen de merries?’ • ‘Wie is de leidhengst en de leidmerrie?’ (zie zoekplaat) • ‘Waarom zijn de konikpaarden hier eigenlijk?’ (De mensen hebben ze hier gebracht om te zorgen dat er hier geen bos gaat groeien. De konikpaarden zorgen ervoor dat er veel verschillende soorten natuur zijn langs de rivier.) • ‘Welke soorten natuur zie je hier?’ (bv weitjes, struiken, strand, bos enz.) • ‘Wie weet waarom we graag veel soorten natuur willen langs de rivier?’ (dan zijn er verschillende soorten planten en dieren, sommige dieren leven alleen in het bos, andere alleen in een weitje. Als je veel soorten natuur hebt, heb je veel verschillende soorten planten en dieren).’
De Klompenwaard
Aankruisblad gedrag koniks o o o o o o o o o o o
Snuiven Een ander dier trappen Naar jou kijken Afkoelen in het water het jong likken Aan een ander dier knabbelen Elkaar volgen Melk drinken bij de moeder Schuren tegen een boom Op de grond krabben Flemen (zie zoekplaat)
o o o o o o o o o o o
De Klompenwaard
Liggen Staan Lopen Rennen Op de rug rollen Grazen Vechten Drinken Poepen Plassen Hinniken
Nodig
• • •
Eigen plek
6 Zandlopers 6 natuurcapes 1 fluitje
Uitleg
Inleiding • ‘Kom je weleens helemaal alleen in de natuur?’ • ‘Wanneer zou je de meeste dieren zien en horen? Als je alleen bent en stil bent. Dat gaan we nu eens proberen!’ Opdracht • ‘Ik geef jullie allemaal een eigen plek. Elke plek is anders en elke plek is bijzonder. Daar ga je zitten. Ik geef je een zandloper, die draai je om.’ • Laat zien hoe de zandloper werkt. • ‘Je kijkt goed om je heen. Als de zandloper klaar is draai je hem nog eens om. De tweede keer ben je heel stil, en kijk je of de dieren dichterbij komen. Of je doet je ogen dicht en luistert naar de geluiden. Voel en ruik je omgeving. Daarna blijf je nog even zitten, totdat je mijn fluitje hoort. Dan loop je rustig naar mij toe.’ • ‘Als extra trucje om de dieren te foppen hebben we een natuurcape, zo val je veel minder op in de natuur.’ • Laat de kinderen de capes om doen en achterelkaar gaan staan. Jij loopt voorop en wijst steeds een plek aan voor een kind. Zorg dat de kinderen op voldoende afstand van elkaar zitten en steeds een andere kant op kijken. Fluit als je denkt/ziet dat bij iedereen de tijd om is. Nabespreken • ‘Wat heb je gezien of gehoord? Hoeveel verschillende vogels heb je gehoord? En gezien? Heb je vogels van de zoekplaten gezien?’ • ‘Was het spannend om alleen te zijn? Zou je dat vaker willen doen?’
De Klompenwaard
Nodig • • • • • •
Verzamelbak of -zak Uit zoekplatenset zoekplaat stenen 6 Loepjes 1 Stenenkist 6 Blinddoeken Emmer
Stenen
Uitleg
Inleiding • ‘Rivieren zijn altijd in beweging en hebben invloed op het landschap. De rivier is heel sterk en neemt stukken steen uit de bergen mee. Door het water breekt het in stukken en het zand schuurt de stukken mooi rond.’ Opdracht • ‘Verzamel de mooiste stenen in de bak/zak.’ Nabespreken • Laat de kinderen in een kring op de grond zitten en bekijk met elkaar de gevonden stenen. • ‘Herken je de stenen op de zoekplaat?’ • ‘Wat zijn de verschillen tussen de stenen’ (kleuren, vormen, enz.) • ‘Kies allemaal je allermooiste steen. Doe je ogen dicht en voel heel goed. Zou je je eigen steen op gevoel herkennen?’ • ‘Geef nu de steen aan mij. Doe een blinddoek om. Ik laat de stenen rond gaan. Jullie proberen met je ogen dicht je eigen steen te herkennen. Als je je steen herkent mag je hem vasthouden.’ • Laat de kinderen de blinddoek om doen en laat de stenen rondgaan (in een andere volgorde, zodat niet iedereen tegelijk zijn eigen steen heeft). • ‘Doe nu je blinddoek af, is het je eigen steen?’ • ‘Je mag je eigen steen mee naar school nemen. De andere stenen laten we hier’
De Klompenwaard
Rivier en schepen
Nodig • 6 Verrekijkers • Eigen tellijsten • Uit zoekplatenset zoekplaat schepen Uitleg Inleiding • De Waal is een belangrijke rivier voor Nederland. Weet je waarom? (transport van goederen met schepen, de Waal is een belangrijke scheepvaart route). • Hoe kun je zien waar een schip vandaan komt? (o.a. vlaggen van het land) • Wat voor soorten schepen zijn er. Bekijk met elkaar op de zoekplaat. • Wat zouden schepen vervoeren? (in containers kan van alles zitten, geen containers dan b.v. zand, grind, olie, granen, zout) Opdracht • ‘Ga eens zitten en kijk naar de schepen. Gebruik een verrekijker om meer te kunnen zien. • ‘Kruis aan op je vondstenlijst welke schepen je ziet en uit welke landen de schepen komen.’ Nabespreken • Waar komen de schepen vandaan? Wat vervoeren ze? • Wat gebeurd het met het water als er een schip langs vaart? • Waar gaan de schepen naartoe denk je? • Hebben de schepen invloed op de Klompenwaard? Hoe kun je dat zien (b.v. golfslag, afval op het strand, vervuiling van het water en omwoelen van de bodem: minder doorzichtig water)
De Klompenwaard
Nevengeul maken
Alternatief voor rivier en schepen Nodig • 6 schepjes Uitleg Inleiding De rivier stroomt de nevengeul in. Hoe komt dat? Opdracht Maak zelf een nevengeul. Lukt het om te zorgen dat er water in stroomt? Nabespreken Is het gelukt? Wanneer stroomt het water in de nevengeul? Hoe stroomt het eruit?
De Klompenwaard
Bloemen & planten
Nodig • • • •
Uit zoekplatenset zoekplaten planten Thermosfles heet water 6 Bekers Bakken of tasjes om te verzamelen
Uitleg
Inleiding • ‘In de natuur zijn veel planten. Wist je dat mensen heel veel aan planten hebben? Weet je een voorbeeld?’ (we eten groenten en fruit, medicijnen komt soms uit planten, we gebruiken hout van bomen, vroeger gebruikte boeren stekelige planten in plaats van prikkeldraad om de koeien binnen de wei te houden). • Er zijn ook giftige planten, bijvoorbeeld de doornappel (Laat plaatje zien of een echte plant en vertel dat kinderen er niet aan mogen komen!) Opdracht • ‘We gaan verschillende soorten planten zoeken. Planten om te eten en medicijn planten.’ – –
Planten om te eten: watermunt, brandnetel, dovenetel (bloemen), smeerwortel (bloemen) Medicijnplanten: tegen brandnetel: zuring, weegbree, hondsdraf
Laat deze planten op de zoekkaart zien. ‘Weet je hoe je brandnetels per blad kan plukken zonder geprikt te worden? Pluk vanaf de steel en aan de onderkant van een blad en beweeg langzaam. ‘ Probeer dit uit met de kinderen. • ‘Ga nu deze planten verzamelen’! • ‘Is er iemand geprikt door een brandnetel? Gelukkig hebben we de medicijnplanten. Wrijf een blaadje fijn op de zere plek.’ • Maak thee door in de bekers wat blaadjes watermunt en brandnetel, + wat dovenetel- en smeerwortelbloemen te doen en dan heet water erin te schenken. Laat een paar minuten trekken en afkoelen. • Laat de kinderen de thee zittend drinken. • Als er tijd over is: 1. Er zijn planten met een bijzondere naam. Waarom heten de planten zo? Bijvoorbeeld Zilverschoon en speerdistel. Laat de planten op de zoekkaart zien en laat de kinderen de planten zoeken. Weet je waarom de plant zo heet? 2. bloemen plukken, boeketje maken of bloemenkrans maken Nabespreken • ‘We hebben planten gegeten (nou ja gedronken) en als medicijn gebruikt. Wat kun je nog meer met planten en bloemen? (de planten kun je eten als groente, je gebruikt bloemen voor de gezelligheid in huis).’ • ‘Waarom hebben planten eigenlijk bloemen? (Zo maken ze nieuwe planten. Mensen maken baby’s, maar planten moeten ook nieuwe planten maken. In de bloem zitten speciale dingen: stampers en meeldraden (laat plaatje zien). De meeldraden maken stuifmeel. Als er stuifmeel op de stamper komt, groeit er in de stamper een zaadje. Dat is eigenlijk zoals een baby in de buik van een moeder. De bloem gaat dood maar het zaadje groeit groter. Het valt in de grond en er groeit een nieuwe plant uit!) • •
De Klompenwaard
stamper meeldraad
Bloem van de giftige doornappel
De meeldraad en de stamper in een bloem
De Klompenwaard
Nodig
Zaden & bessen
• Uit zoekplatenset zoekplaten zaden en vruchten • 1 Zeefje • 1 Lepel
• • • •
1 Beker Papier 6 Loepen Bakken of tassen om te verzamelen
Uitleg
Inleiding • ‘Eet je weleens bessen? (rode bessen, bosbessen, bramen, frambozen) Er zitten vaak pitjes in de bessen, wat zijn dat? (zaadjes waaruit een nieuw plant kan groeien) Er zijn veel bessen in de natuur. Vogels en vossen eten ook heel graag bessen. Wist je dat ze daarmee de natuur helpen? Ze poepen het zaadje weer uit en daar groeit dan een nieuwe plant!’ ‘Niet alleen uit bessen groeit een nieuwe plant. Er zijn heel veel andere zaden. Ken je er een paar? (paardebloempluis, kleefkruid,rozenbottels)’ Opdracht • ‘We gaan zaden en bessen verzamelen. Neem een tas of bak mee.’ • ‘Als de zaden en bessen verzameld zijn: bekijk de zoekplaat, welke zaden en bessen hebben we gevonden? Heb je ook plakzaden gevonden? Bekijk ze met een loep. Kun je zien waarom ze plakken? (ze hebben weerhaakjes: kleefkruid, klit, stekelnoot). De kleefzaden worden verspreid door paarden, koeien, andere dieren en mensen. Of door de rivier.’ • ‘Zijn er vlierbessen gevonden? Zo niet, ga dan nog eens op zoek.’ • ‘Doe de vlierbessen in het zeefje. Houd het zeefje boven de beker en duw met de lepel de bessen fijn zodat de ‘inkt’ eruit komt. Doe er een beetje water bij om het meer te maken. Doop een veer of een takje in de inkt en teken of schrijf iets!’ Nabespreken • ‘Waarom maakt een plant zaden en bessen?’(Om nieuwe planten te maken, uit het zaadje groeit ene nieuwe plant) • Hoe wordt een zaadje of bes eigenlijk gemaakt? (Planten maken bloemen. Stuifmeel van de meeldraden komt op de stamper. Daaruit groeit dan een zaadje of een bes. Een zaadje is eigenlijk hetzelfde wat een baby bij mensen is.)
De Klompenwaard
stamper
Vlierbessen
meeldraad
De meeldraad en de stamper in een bloem
De Klompenwaard
Nabespreken • • • • • •
‘Is alles opgeruimd? Bedankt!’ ‘Wat heb je meegemaakt? Wat is je meest bijzondere vondst?’ ‘Wat neem je mee naar school?’ ‘Wat ga je daar mee doen?’ ‘Wat zou je andere mensen of kinderen willen vertellen?’ ‘Ga eens vaker struinen langs de rivier en op zoek naar vondsten!’
De Klompenwaard
Stenen _________________ _________________ _________________ _________________ _________________ _________________ _________________ Bloemen of zaden _________________ _________________ _________________ _________________ _________________ _________________ _________________
Vondstenlijst Je naam______________
Iets anders _________________ _________________ _________________ _________________ _________________ _________________ _________________ _________________ _________________ _________________
Schepen Wat voor schip? O binnenvaartschip O Duwcombinatie O Schip Rijkswaterstaat O Sleepboot
O Containerschip O Olietanker O Gastanker O Loodsboot O Plezierjacht
Uit welke landen komen de schepen?
O
O
O
O
O
De Klompenwaard
O