De Noordsvaarder in de 24 uurs van 2009 Na twee keer de 24 uurs met ons toenmalig schip “Waddenjoffer” een Schokker te hebben gezeild werd het dit jaar de tweede keer met ons huidige schip de “Noordsvaarder” een Noordkaper 31 Cabin. Ik zag er weer naar uit. De Noordkaper zeilt minder zwaar dan de Schokker en ook is er ruimte voor een extra bemanningslid, vier in plaats van drie. Voor vier man was de kuip van de 9.84 mtr Schokker te klein en in de Cabin gaat dat prima, zo leerde de ervaring me al in 2008. Vast bemanningslid is mijn broer Joop. Zeilen leerde we samen in onze Vaurien op het Alkmaardermeer en varen doen we nog steeds graag samen. De derde en nu ook vierde man wisselt per deelname. Graag heb ik zoonlief Huib mee maar het moet hem wel uitkomen. Dit jaar niet, hij gokte op een wedstrijdschip en bleek verkeerd te hebben gegokt, hij verbeet zich dan ook op de wal. Het werden dit jaar buurman Klaas en vriend Rob. De laatste twee kunnen wel zeilen maar doen het niet veel. Joop daarentegen heeft naast mijn fokkenmaat te zijn geweest, hij klaagt er nog over, jaren gecharterd met zijn klipper “Lauwerszee” op het wad en IJsselmeer, dat zit dus wel snor. We starten standaard vanuit Medemblik. Dat is makkelijk want het is onze thuishaven. Elk jaar hebben we wilde plannen om een goede positie uit te zoeken en vandaar te starten. Elk jaar weer kiezen we voor het gemak van een start uit de thuishaven. Doelstelling van het evenement is; veel mijlen maken in 24 uur en als dat over het wad kan, ja dan graag. Met de Schokker is het ons uiteindelijk nooit gelukt. Het waaide te hard of uit de verkeerde hoek. In 2008 was het mogelijk maar waren we niet voorzien van een reddingsvlot en dat is wel vereist. Dit jaar kon het mogelijk wel. Ja, zelfs ook buiten de eilanden om want; gunstig tij, vier man aan boord, allemaal gemotiveerd, een schipper en zijn directe maat met voldoende ervaring, alle veiligheidsvoorzieningen aanwezig, een schip waarmee al twee keer naar Denemarken was gevaren, kortom waarom niet. Alleen maar een klein stukje wind tegen stroom van den Oever naar de onderste punt van Texel. Maar alvorens gelijk in het verhaal van 2009 te stappen eerst nog even wat wetenswaardigheden over de 24 uurs zeilrace. Het is één van de grootste zeilevenementen voor kajuitjachten in europa en wordt georganiseerd door „de vereniging van kustzeilers Nederland‟, www.kustzeilers.nl Zij doen dat al 45 jaar en zeer professioneel. Er is een wedstrijd en toertocht die veelal in de laatste week van augustus wordt verzeild. De start is op vrijdagavond en
kan vanuit zeventien locaties. Deze startplaatsen zijn vrij te kiezen, één ligt ook aan de Waddenzee, Den Helder. De finish voor alle schepen, wedstrijd en toer is in Medemblik tussen het 23e en 24e uur gerekend vanaf de start. Meestal zijn dat tussen de 725 en 800 schepen. Je begrijpt dat de organisatie niet zonder een goede voorbereiding kan, waarbij de altijd prima ondersteuning van de gemeente Medemblik zeer welkom is. Ook de gezamenlijk havendiensten en meesters van deze watersportgemeente alsmede de waterpolitie en reddingsbrigades dragen daar hun steentje aan bij. Grandioos voor de deelnemers zijn de laatste rakken die even buiten de kust van Medemblijk worden gevaren. Let wel tussen de 700 en 800 schepen die hun laatste mijlen proberen te verzamelen nog voor het laatste rak naar de finish. De intocht in Medemblik is niet minder spectaculair. Niet in de laatste plaats voor de vele bezoekers, familie, vrienden enz. op het havenhoofd en in de oude haven. Maar het moet gezegd, ik ben altijd weer blij als ik de rust van de vertrouwde eigen ligplaats in het Regattacenter kan opzoeken. Vrijdagmiddag 21 augustus 16.00 uur. Het provianderen samen met Rob is gedaan. We geven alles een plek aan boord en voeren de voorbereiding uit voor het vertrek. Startnummer bevestigen, de gele vlag [van de startgroep] in de achterstag hangen. Ik maak de organisatie van de route op orde, hetgeen bestaat uit het invullen van het start en route formulier, sorteren van de benodigde groene en rode stickers met de barcodes. Deze stickers, met de nummers van de te bezeilen boeien, moeten op het routeformulier worden geplakt bij het ronden van de boeien. Altijd weer een secuur werkje. De niet strikt noodzakelijk zaken als vouwfietsen e.d. gaan van boord en een laatste dek en lijnen check maakt dat de spanning er al aardig in komt. Als de bemanning om 17.00 uur compleet is houden we het kleine palaver. Het schippers moment, waarbij de verdeling van de wachten, de taken en verantwoordelijkheden wordt besproken. De warme maaltijd om 17.30 gaat er goed in. De standaard groepsfoto om 18.10 en om 18.15 uur gaan de lijnen los waarbij de achterblijvers ons bemoedigende woorden toeroepen.
Buiten trekken we eerst nog een paar oefenbaantjes. Standaard bij de start in Medemblijk is ook de burgemeester op het water. Vanuit een rib van de
reddingsbrigade deelt hij pakjes soep of zoals dit jaar blikken met heerlijke Medemblikker koeken uit. Het formulier met de te noteren startnummers van twee andere schepen ligt klaar, taakje van Rob. De top drie kleuren verlichting gaat aan [voorschrift], taakje van de schipper. Er wordt gegijpt, door de wind gemanoeuvreerd, fokkeboom klaar gelegd, om ruimte gevraagd, om ruimte geroepen, harder om ruimte geroepen en dan met souplesse gaan we met pakweg 20 andere schepen over de startlijn, direct de fokkeboom erin en op weg naar de verplichte eerste boei de WP6. We zijn mooi weg, lopen voor de wind al ruim zes knopen en toch kan de boom nog verder uit worden geschoven, taakje voor de oude fokkenmaat, kom op Joop, kom op verder uit dat ding. En dan op weg naar de WP6. Allemachtig wat lopen we hard zeg. Maar ondertussen, wat gaan we daarna doen, hoe is de wind, Ja West, dat weet ik ook wel. Wat denk je kunnen we naar den Oever Cees, kunnen we over het wad of kunnen we buitenom, dat zou wel gaaf zijn. Ik weet het niet jongens. Er staat een stevige bries. Ja, maar die zakt toch meestal wel in ‟s avonds. Ja, meestal wel ja, maar windguru geeft de meeste wind voor het wad en als dat meer is dan nu, nou hallo zeg. Stroom tegen wind over Marsdiep, Gat van de Stier in, in het donker en geen maan. Uh, beste mannen effe nog hoor, niet nu. Eerst naar de KR A dan de LC5, dan richting den Oever de WV12 en dan zien we wel verder. Effe niet pushen nu, en wie wil er koffie?
Na de eerste verplichte boei is het vrij kiezen hoe je je route vaart, zij het dat er strenge regels zijn aan hoe de boeien worden gerond. Regels over het aantal keer dat je die ene boei mag ronden, regels hoe je je reis vervolgt na het ronden van de boei, want je mag immers je lijn niet kruisen. Het gaat te ver om de regelgeving hier uit te leggen, bovendien gun ik éénieder die de komende 24 uurs meedoet de spanning van het uitstippelen van de juiste route het correct plakken van de stickers.
We gaan goed en na de spanning van de start en de eerste bak koffie genieten we van de langzaam invallende duisternis. Nog voor we bij de WV 12 aankomen heb ik het besluit genomen om naar buiten te gaan bij den Oever. Er wordt met name door Klaas en Ron enthousiast gereageerd. Zij hebben nog nimmer op zee gezeild. Het tij gaat om even na 23.00 uur naar buiten lopen. De wind is afgenomen en blijft West hetgeen zeker onder Texel en ik ben daar nog niet geweest, een aardige wind tegen stroom zal geven.
Als we aanvaren op de sluis is het pikdonker. We schutten met een redelijk gevulde sluis [zes schepen] vlot naar buiten. Dat schutten levert als het snel gaat extra mijlen op. Bij de berekening van de gevaren mijlen worden namelijk extra mijlen toegekend voor het verwachte tijdverlies vanwege schutten
. We zetten zeil op het laatste moment en proberen zo, met nog wat gang van de net uitgezette motor, snel de stroom op te pikken er is namelijk niet veel wind. Althans op het IJsselmeer en in de sluiskom. Maar dan blijkt dat Windguru het goed had. We lopen lekker de geul door naar de M15. Maar ja, echt hoog met een Noordkaper dat lukt niet zo goed, we moeten al snel een slag maken. Er staat niet in de reglementen dat we op het wad binnen de tonnen moeten varen. We zoeken op de dieptemeter en Geonavplotter de randen van de geul op. En als het water na verloop wat breder wordt blijkt dat we de overige jachten goed volgen door de grote slagen die we kunnen maken. We varen met vol tuig. De kotterfok is wat hoger gezet om vanuit de kuip goed zicht te hebben. De wind begint nu toch wel aardig door te zetten en de helling die we maken is ook behoorlijk. Omdat we buiten de tonnenlijn varen is bij het kruisen geen goed zicht op de blinde tonnen die tussen de verlichte tonnen liggen. Bovendien zien we op de plotter van allerlei, maar we zien het niet voorbij komen. Het is dan ook pikdonker want en dat wisten we, er is geen maan. Rob werpt zich op om voorop te gaan zitten. Stoer want er komt inmiddels flink water over.
We lopen als een trein en zijn op weg naar de M15 vandaar kunnen we grote slagen maken naar de T6-VH1 vlak onder Texel. Maar dan, we liggen over bakboord als we aan de rand van de geul komen. Schuin voor ons zeilt een ander schip. Opletten dus, Rob brult dat ze overstag zijn gegaan. We naderen ze snel, Joop stuurt de kop scherp op de wind. Moet lukken, maar ze worden met stroom mee, toch snel onze kant uitgezet. Geen punt hij moet vallen. Maar ja, dat doet ie niet. Val dan af man mompelt Joop. Maar kennelijk hebben ze problemen met de manoeuvre want ze letten absoluut niet op ons. Vallen [#%$@&^] maar ja, ze zien en horen ons niet en dan opeens, ja hoor ze zien ons en direct ruimte, ruimte. Ja hallo ruimte, ruimte?? ^&*)(%$$##%^& Vallen jullie, Rob brult “we halen het niet”. Overstag nu, NU SNEL. We draaien, de fokken komen bak, we draaien sneller, vallen door naar de andere kant, dat gaat goed en op een paar meter duiken ze in het stikdonker achter ons langs. Oeps dat ging maar net goed. Maar wij hebben de grootste moeite om de fokken weer in het gareel te krijgen. Met wat ruimere wind over stuurboord weer door, fokken in orde!! Nee nog niet, kom op draaien aan die lieren, draaien kom op. We hebben weer koers. Oké vervelend, gaat het weer, ja het gaat. Rob, [nog voorop], gaat het, ja, maar het was wel krap. Ja Rob, dat weten we. Onder ons ligt er weer één en over bakboord, heb je die gezien. Zie je zijn licht dansen. Ja, we zien hem. Wat doet ie, gaat ie voorlangs. Ik weet het niet. Ik zie geen voortgang. Het is nog te ver. We zeilen door, we zeilen hard door de nacht het is inmiddels 1.30 uur. Hé jongens hij komt dichterbij hoor, Ja oké, maar gaat ie voor ons langs of achter ons langs, Rob. Hij ligt stil. Het lijkt verdomme wel of ie stil ligt. We gaan er recht op af, midscheeps. D‟r langs, d‟r langs brult Rob. Dan gaat er een lamp aan in de kuip van het andere jacht. Geschrokken kijken een paar gezichten onze kant op. We kunnen alleen nog maar achterlangs. Afvallen, afvallen brult Rob. Ik zie Joop de helmstok met alle kracht naar zich toe trekken. Maar er komt te weinig beweging. De stroom werkt niet mee. Klaas staat als verstijfd tegen de roef voor zich uit te kijken. Rob weer brult vallen, vallen, het gaat fout, vallen. Ik geef Klaas een roei opzij en gooi de grootschoot los. Dan, er komt grip op het roer, we wijken snel af en duiken er onderdoor, op werkelijk geen halve meter. Allemachtig, moet dat zo, hoe kan dat nu. Oké mannen afvallen, even de ruimte zoeken en uitblazen. Een paar minuten nemen we de tijd om van de schrik te bekomen. De kotterfok klappert, de schoten zijn vast geslagen. Rob komt terug van het voordek en ik ga naar voren om de zaak op te nemen en uit de knoop te halen. Joop steekt het schip weer wat in de wind, we zitten buiten de betonning en gaan overstag om de draad weer op te pakken. En dan, boef en we liggen stil in een smorende beweging. Wat is dat? Vast? Welnee, veel te diep. Ik kijk over de voorpunt naar beneden en zie een dikke zwarte rubberen buis. We zijn tegen/in een mosselinstallatie gevaren, ook dat nog. Afvallen, voor de wind terug. We varen langs de buis vrij en steken weer op. We komen weer op gang. Als ik vooruit kijk zie ik in de verte een zee van licht, de vaste wal van Den Helder. Wat een gedoe zeg verdorie een mossel installatie, boef weer die smorende beweging. Wel @%$#*&^afvallen, weer in een mossel installatie. De laatste dit keer. We moeten er om lachen maar kijken elkaar wel aan met een blik van, het IJsselmeer was ook wel aardig geweest. Als we weer op koers liggen gaan we best lekker, terug gaan doen we nu niet meer. We maken de nog twee slagen naar de T6-VH1 gaan zuid naar de T5-MH2 en worden dan richting de zuid kardinaal
S14-MG17 tussen de plaat Noorderhaaks en Texel met de stroom de Noordzee opgespuwd. Keer op keer komt over de marifoon de centrale meldpost van Den Helder door. Ze waarschuwen schepen dat ze de mosselpercelen in varen, sukkels. 03.00 uur. We gaan buitenom. De wind is goed ik schat krap 4 Bft. En van steile golven hebben we geen last. De stroom jaagt ons met forse gang richting de ton MG. Nog voordat we daar zijn liggen Rob en Joop in hun kooi en varen Klaas en ik door richting de EG en de ZS1, de uiterton Zuiderstortemelk van Vlieland. De wind zakt er goeddeels uit en we zien het langzaam licht worden. Koffie, krentenbol met kaas. Nog een keer koffie, zachtjes kletsen, andere zeilers spotten, kortom rust aan boord.
De golfslag is lang en met de weinige wind die half en soms van achter inkomt betekent dat schommelen. We zetten de halfwinder erop maar dat geeft niet veel verbetering. Onder het schommelen klapt hij in en uit, weg maar weer dat ding. Er staat te weinig druk op. De voortgang die we maken is vanwege een beetje wind en stroom. De tij berekening die we maakten komt goed uit want boven Vlieland bij de ZS1 begint de stroom ons weer naar binnen te drukken. De zon komt prachtig op tussen Terschelling en Vlieland, om 08.00 uur zeilen we rustig langs de VL 1.
Joop en Rob nemen ons over, Klaas gaat gelijk zijn kooi in en ik maak voor Joop en Rob brood met gebakken ei. Het is kalm weer en het wordt snel warmer als ook ik ga slapen. Tegen 11.00 uur is de bemanning weer voltallig aan dek. We liggen inmiddels tussen de BS6 en de kop van de Pollendam en zeilen met een kalm windje heerlijk met de stroom mee. Het leven is mooi. Van de P9-BO44 voor Harlingen is de B08 bij Kornwerd niet in één keer bezeild. We kunnen met opkomend water aardige hoekjes
afsteken waar anderen dat niet aandurven. Als we zuid west uit op de sluis aanvaren moeten we een paar slagen maken. Gelukkig neemt de wind ook toe dat maakt dat het laatste stukje naar de sluis vlot gaat. Om 12.30 uur komen we bij de sluis aan. Maar dan. Wat een boten, allemachtig er leggen zeker wel drie sluiskolken vol aan schepen voor ons. Hoe kan dat nu, zenuwachtig draaien de wedstrijdschepen rond. Er wordt gevloekt, de spanning is voelbaar. Dat voorspelt niet veel goeds als de brug zo gaat draaien. We horen over de marifoon een wedstrijdschip de sluis oproepen met de vraag wanneer er gedraaid wordt. Onverstoorbaar komt het antwoord, “zodra de monteur er is, mijnheer”. Zodra de monteur er is???? Hoezo monteur?? Nou kijk mijnheer er is een auto tegen de slagboom gereden en nu is‟tie krom. De monteur kan er pas echt goed naar kijken als de boom weer naar beneden gaat, dus wachten we op de monteur en dan gaan we draaien. Tja en dat u erdoor wilt en dat u haast hebt dat snap ik, maar u zult toch nog effe moeten wachten. We meren af naast een groot motorjacht. Kont in de wind naar de kant en vast aan de eerst niet zo aardige Duitse eigenaar. Hij vind het maar niks die drukte, doet nors en is van mening dat we maar moeten vertrekken. We doen uiterst gezellig want we willen toch wel graag voor hem de sluis in. We vertellen hem wat er aan de hand is met de brug en waarom het zo druk is, dat er een zeilwedstrijd is waaraan ook wij meedoen. Koek maal, wier haben auch ein nummer in die reling, wier sind dee eilanden herum gefahren. Enfin zijn vrouw voorzag problemen bij het invaren van de sluis dus ze bleven wel liggen. Tja en toen klonk er gerinkel, en er zakte een geheel geknikte slagboom naar beneden. Los, los kom op, varen. Het was inmiddels 13.15. Twee man voor, één achter stuurman ook paraat. Fenders klaar opvaren maar. Ik schipperde [letterlijk en figuurlijk] de Noordsvaarder zonder opzij of achteruit, met blik vooruit dus midden in het gweld van opvarende schepen mee naar binnen. De kleine sluis kwam leeg, “jachten eerst de kleine sluis invaren” schalde het door de sluiskom. Jachten “eerst” zei me genoeg. De grote sluis liep leeg. Bij de kleine sluis onstond gedrang hij raakte vol er werd afgestopt, gekeerd. Een charter voor me, kont houden van de charter en meevaren de grote sluis in. Verdomd het lukte. Maar krap was het wel, helemaal volgestouwd. 14.00 we zijn erdoor. De wind zit west-zuid-west , Medemblik is bezeild. Op naar de VF7. Zon, wind, goeie wind, prachtig. Van de VF7 naar de VF-A en dan rekenen, of beter koers inzetten in de plotter; VF-A , VF-B terug VF-A dan WV12, WP6, WV19WP2 en dan naar binnen. Nee, te ver het moet korter. Opnieuw, Cees wat gaan we doen we komen bij de VF-A. Oké hoe lopen hard lopen we. Zes knopen soms erboven, goeie wind dus. Mooi, VFA dan VF-B dan weer terug VF-A, WV19-WP2 en naar binnen moet net kunnen. Oké, doen we. We kunnen het halen, we gaan goed, we kunnen over 2008 heen. Toen 108.75 mijl in 24 uur. Dat moet lukken we komen op dik 120 mijl. Maar waar blijft die wind, waar draait ie heen. We haalden het niet. De wind zakte in. We zagen steeds meer groene vlaggen om ons heen, vlaggen van de na ons gestarte groep. Een enkele gele vlag nog maar, ook. Later binnen komen mag maar dat kost strafmijlen. De wind zakt nog verder
weg, de loop gaat er helemaal uit. Langzaam dringt tot me door dat ik mijn hand overspeelt heb. We finishen meer dan een uur te laat en dat betekent, DNF Did Not Finish. Geen uitslag, niet opgenomen in de analen, geen berekening van de gezeilde mijlen, wat een drama. Al die stickers voor niks geplakt. Verdorie, maar oké, wel het formulier inleveren bij de oude visafslag, kom op sportief zijn. En dan de vraag die nooit zal worden beantwoord. Waren het er meer dan in 2008. Ja absoluut, maar nee niet binnen de tijd. Joh, Cees wat maakt dat nou uit, we hebben prachtig gevaren, man wat was het gaaf. We hebben op zee gezeild. Ja, leuk voor Rob en Klaas, fijn zeg maar er is geen uitslag. Verdorie DNF achter je naam, bah dat wil je niet. Kortom het duurde nog een week voordat die kater langzaam wegebde. Maar nu eind Augustus 2010, de 46e versie van de 24 uurs zeilrace. Wat staat is de uitslag van 2008
De te verbeteren afstand is 108.75 mijl in 24 uur. Welke Noordkaper eigenaar voelt zich uitgedaagd, of wil en dat is waar het om gaat een fantastisch evenement in alle gezelligheid zeilen met zijn eigen schip en een stel leuke gasten aan boord Eén ding is zeker, de Noordsvaarder zeilt hem weer. De bemanning is al geselecteerd. We denken er over om buitenom te gaan, ook beraden we ons al over de startplaats. Met Zuidoosten wind is Hindelopen geweldig, kunnen we ook het zuidelijk deel een keer op. Twee keer sluis en geen last van wegverkeer, ja dat gaan we doen. Wij gaan. Wie gaat er nog meer ? Heb je vragen, wil je meer weten? Cees Schilp
[email protected]