De NEDERRIJN 9 tot 12 mei 2013
De Nederrijn, een Nederlandse rivier en een Duitse streek De “Nederrijn” is geen geografisch strikt omlijnd gebied, met een eigen culturele of sociale geschiedenis. In Nederland is de Nederrijn een rivier, de tak van de Rijn die vanaf Angeren, net voor de afsplitsing van de IJssel bij Arnhem, de voortzetting vormt van het Pannerdensch Kanaal. Soms wordt dit kanaal eveneens tot de Nederrijn gerekend; de rivier begint dan bij de afsplitsing van de Waal, kort voor Pannerden. Vanaf Wijk bij Duurstede wordt de hoofdstroom Lek genoemd en de oude stroom Kromme Rijn. In Duitsland wordt de benedenloop van de rivier de Rijn in de laagvlakte vanaf Düsseldorf tot aan de Nederlandse grens bij Emmerik de Nederrijn genoemd. De term wordt in Duitsland ook gebruikt om de regio aan te duiden. In elk geval biedt de streek het ideale landschap voor een vakantie Je vindt er grote bosgebieden, idyllische meren, imponerende uiterwaarden en met veel liefde gerestaureerde en behouden dorpen en stadjes. 2.000 jaar geleden lag hier de Limes, de grens van het Romeinse Rijk met het land van de Germanen. De middeleeuwse legende met Lohengrin en de Zwaan zou hier ontstaan zijn. De bad- en kuuroorden verwelkomden er de hoge adel en zij die erbij wilden behoren. Steeds stroomt de Rijn met indrukwekkende majesteit doorheen het gebied. Allerlei veerponten verbinden de oevers en de dorpen. Trotse bruggen overspannen het machtige water. Als aan een snoer geregen, liggen oude steden uitnodigend te wachten op de rustige bezoeker en reiziger: Kalkar, Kleve, Rees, Emmerich, Schloss Moyland, Kranenburg. Wanneer de stroom Nederland bereikt, splits zij zich in de Waal die langs de hoge klif van Nijmegen draait. De andere tak splitst zich op zijn beurt in de Nieuwe Rijn en de IJssel. Hier rusten sinds de 14de eeuw de Hollandse IJsselstadjes, zoals Deventer en Zutphen.
Donderdag 9 mei: Deventer en Zutphen Deventer is een oude Hanzestad in Overijssel en ligt aan de Ijssel. Zij is een van de vijf oudste steden van Nederland en heeft een lange geschiedenis. De plaats staat al in 9de eeuwse bronnen van het bisdom Utrecht vermeld. De stad heeft het oudste stenen huis, het oudste wandelpark en met de Athenaeumbibliotheek ook de oudste wetenschappelijke bibliotheek van Nederland (na de Reformatie ontstond vanuit de Latijnse school het Athenaeum Illustre) Deze stad heeft een schilderachtige kade. Zij wordt terecht als een van de mooiste Nederlandse steden beschouwd: het stadhuis, de Lebuinis kerk, het Bergkwartier, het oudste stenen huis van Nederland, de authentieke winkel van Bussinck met de Deventerkoek uit de zestiende eeuw. Omwille van die Deventerkoek wordt ze ook wel de koekstad genoemd.
Lebuinus (Liaflin) naar wie de kerk genoemd is, stak in 768 de Ijssel over en stichtte er een kerkje (hij was overigens afkomstig van het Engelse Daventry, en volgens sommigen zou dit de oorsprong zijn van de naam van het stadje, al zijn er ook andere, oud-Saksische, verklaringen). Tussen 1000 en 1500 werd Deventer een bloeiende handelsplaats, die deel uitmaakte van het Hanzeverbond. Vooral in de 11e en 12e eeuw vormde het samen met Tiel een zeer belangrijke handelsplaats en havenstad. Deventer is ook de eerste (maar niet de laatste) plaats van onze reis die wat betekent in de religieuze geschiedenis. Deventer is immers de geboortestad van Geert Grote, de grondlegger van de “moderne devotie” in de tweede helft van de 15de eeuw. De moderne devotie (met als andere grote persoonlijkheid Thomas a Kempis) zou onder andere een grote invloed uitoefenen op Erasmus en was een belangrijke voedingsbodem voor het christelijk humanisme. Tot ongeveer 1500 was de stad het belangrijkste humanistische boekdrukcentrum van Noord-Europa. Tijdens de tweede wereldoorlog leed de stad onder verschillende bombardementen van geallieerden, waardoor ook het historische stadscentrum grote schade opliep. Ook Zutphen (een gemeente in Gelderland) is een Hanzestad die van een Germaanse nederzetting in 1000 uitgegroeid was tot een belangrijk machtscentrum. Het wapen van Zutphen draagt nog altijd het embleem van de Hanze: het ankerkruis op zilver. Tegenwoordig zijn in het centrum van Zutphen nog vele sporen te vinden van de middeleeuwse bloeitijd van de stad, zoals van de ommuring: de Drogenapstoren uit 1444, de Bourgonjetoren uit 1457, de Kruittoren van begin 14e eeuw, de Spaanse Poort (een barbacane-voorpoort van de oude Nieuwstadspoort uit 1537) en diverse waltorens aan de Bornhovestraat en Armenhage (13e eeuw). De middeleeuwse binnenstad van Zutphen herbergt achter de veelal jongere gevels een grote hoeveelheid bakstenen huizen uit de late Middeleeuwen. Vele tientallen dateren zelfs tot en met de kapconstructie van voor 1400. Er zijn drie middeleeuwse kerken. De Walburgiskerk werd gesticht en gebouwd als Romaanse kapittelkerk omstreeks 1050, verbouwd in romano-gotische Keulse stijl in 1200-1270, daarna vergroot in de 14e, 15e en vroege 16e eeuw tot een grote hallenkerk, een voorbeeld van rijke Nederrijnse gotiek. In de toren hangen zes klokken die nog altijd met de hand geluid worden. Bij de kerk hoort sinds 1561 de Librije, een bibliotheek met 750 oude folianten die vastgeketend zijn op eeuwenoude lectrijnen, lessenaars, om diefstal te voorkomen. De Librije is gesticht als een 'openbare'
bibliotheek voor welgestelde Zutphenaren, en bezit tegenwoordig een belangrijke collectie van voornamelijk 15e-17e-eeuwse boeken. De Broederenkerk is een grote vroeg-14e-eeuwse kloosterkerk van de Dominicaner orde (predikheren). De Broederenkerk is sinds 1983 in gebruik als openbare bibliotheek en is in recente jaren uitgebreid gerestaureerd. De Nieuwstadskerk huisvest nu de katholieke Sint Johannes de Doper, in de Middeleeuwen bekend als Onze Lieve Vrouwe op de Nieuwstad. Gesticht als parochiekerk omstreeks 1250 van de nieuwe stadsstichting.
Vrijdag 10 mei: het land van Kleve ’s Morgens staat er een rondrit door het Nederrijnse landschap op het programma, met bezoek aan Kranenburg en Kalkar. Na de middag: Kleve en het museum Koekkoek Kranenburg is een Duitse gemeente (in NoordrijnWestfalen) dichtbij de Nederlandse grens en Nijmegen. Het stadje werd in de 13de eeuw door de graven van Kleef gesticht. Kalkar bevindt zich eveneens in Kreis Kleve, iets ten oosten van Kranenburg.
Op het marktplein van Kalkar staat het raadhuis dat in historische stijl herbouwd is, omringd door vele huizen met historische gevels. Zeer bezienswaardig in Kalkar is St. Nicolaikerk. Deze kerk dateert uit 1409-1450 en bezit onder andere zeven retabels uit de late gotiek en de vroege renaissance Kleve werd rond 1020 gesticht als een graafschap. Later werd het een hertogdom. De kern van graafschap was de Zwanenburcht, die nu nog van op een rots over de Rijn uitkijkt. Toen de laatste hertog in 1609 stierf kwam de Zwanenburg aan Johan Sigismund toe, de markgraaf van Brandenburg. Zo werd Kleef naast Berlijn en Koningsbergen de derde residentiestad van Brandenburg. De naam Zwanenburcht ontstond pas in de Romantiek van de 19e eeuw. Zoals overigens ook Antwerpen neemt Kleve aan dat het verhaal van de Zwaanridder Lohengrin zich hier afspeelde. Daarnaast bezit Kleve prachtige tuinen (de Kleefse tuinen). Deze zijn oorpsronkelijk aangelegd door Johan Maurits van Nassau-Siegen, die er stadhouder was in de 17de eeuw. Hiervoor haalde hij de Nederlandse architect en kunstenaar Jacob Van Campen naar kleve.
Kleve is ook de stad van Anna van Kleef, die (kortstondig) de vierde vrouw was van Hendrik VIII. Barend Cornelis Koekkoek was een Nederlandse romantische landschapsschilder uit de 19de eeuw. En behoorde tot de Haagse school. Na het overlijden van de schilder verkocht de weduwe de gezinswoning. Na de tweede wereldoorlog fungeerde het gebouw tot 1960 als stadhuis. Nu is het een stedelijk museum, waarin de schilderwerken van Koekkoek worden ten toon gesteld. Het gebouw zelf is eveneens interessant. Naast het Museum Kurhaus Kleef en het kasteel Schwanenburg is het B.C. Koekkoek-huis een van de meest karakteristieke gebouwen in de stad. Sinds 2006 staat midden op de Koekkoekplatz een borstbeeld dat de kunstenaar uitbeeldt op 41-jarige leeftijd, op het hoogtepunt van zijn roem.
Zaterdag 11 mei: Xanten We blijven de hele dag in Xanten. ’s Voormiddags bezoeken we de middeleeuwse stad. Na de middag gaan we bij de Romeinen op bezoek. Xanten is immers de opvolger van de Romeinse stad ‘Colonia Ulpia Traiana’. Het archeologisch park ‘Colonia Ulpia Traiana’ brengt de Romeinse stad opnieuw tot leven met gereconstrueerde bouwwerken als de haventempel, het amfitheater en de herberg. Het amfitheater bood in de oudheid plaats voor 10.000 personen. De reconstructie werd voltooid in 1981. In het amfitheater worden thans jaarlijks de Xantener Sommerfestspiele georganiseerd. De Romeinse tempel waarvan men de funderingen heeft opgegraven, is gebouwd in Korinthische bouwstijl. Slechts een beperkt gedeelte van het bovengrondse bouwwerk is gereconstrueerd, hetgeen het dramatische effect van een herbouwde ruïne oproept. Het is niet bekend aan welke god het heiligdom is gewijd. Zijn naam (de haventempel) dankt het bouwwerk aan de locatie nabij de oude haven. De herberg had verschillende ruimtes zoals de keuken, een eetkamer, het badhuis, de woning, de slaapkamers, de gastenkamers en de cafetaria. Er is inderdaad ook een badgebouw, dat uit drie afdelingen bestond: Het tepidarium, caldarium en het frigidarium. Het frigidarium was een koud bad, het tepidarium een warm bad, en het caldarium
een heet bad. De baden werden opgewarmd door een grote oven (praefurnium) en het hypocaustum, de ruimte onder de vloer. Het hart van het middeleeuwse Xanten wordt gevormd door de St. Viktordom en het omringende klooster. De dom heeft zijn naam te danken aan Viktor van Xanten, een christelijk martelaar en lid van het Thebaanse Legioen die na een weigering om Romeinse afgoden te dienen, samen met 360 andere leden van het legioen in het amfitheater van het enkele kilometers ten zuidoosten van Xanten gelegen Birten, werd gemarteld en gedood Omwille van deze martelaren werd de plaats ‘ad Santos’ geheten, Xanten dus. De eerste steen van de dom werd in het jaar 1263 gelegd. De bouw duurde 281 jaar en werd met de wijding van de Heilige-Geest-kapel in het jaar 1544 afgesloten Op het hoogaltaar prijkt het met edelstenen bezette schrijn van Sint-Viktor. Daarnaast zijn er nog 24 altaren, de meeste ervan uit hout gesneden. De stichter van de Norbertijnen of de Premonstratenzers, Norbertus, is in Gennep geboren, maar was een tijd als kanunnik verbonden aan de Sint-Viktorsdom. Daarom noemt men hem naast Norbertus van Gennep ook (en vaker) Norbertus van Xanten. In het middeleeuwse stadscentrum vind je nog de Klever Tor, de Kriemhildmolen, het Gotische huis en andere historische gebouwen De Kriemhildmolen verwijst natuurlijk naar De Nibelungen. Siegfried van Xanten is de held van het epos die met Kriemhilde huwt en laffelijk door Hagen wordt vermoord.
Zondag 12 mei: Nijmegen, Grave en Ravenstein Ook Nijmegen was een Romeins oppidum en een Hanzestad. Deze stad, die hoofdzakelijk op de linkeroever van de Waal ligt, heeft een bijzonder rijk verleden. Het is de oudste stad van het huidige Nederland en vierde onlangs zijn 2000ste verjaardag. Onder de Romeinen was Nijmegen onderdeel van de Limes, de grens tussen het Romeinse Rijk en de verschillende zogenaamde Germaanse gebieden. De stad werd gevormd als handelsnederzetting naast het Romeinse castrum. Dit bood een voordeel omdat de markt daardoor door de legionairs beschermd kon worden en bovendien omdat de legionairs ook vele goederen nodig hadden, waar ze bovendien een goede prijs voor konden betalen, omdat ze een redelijk salaris ontvingen. De naam Nijmegen is dan ook afgeleid van de Latijnse aanduiding "Novio-magus", wat 'nieuwe markt' betekent In de Middeleeuwen werd de stad een aanzienlijk centrum. In 1155 liet Frederik Barbarossa zijn burcht het Valkhof voltooien. In 1248 kwam de stad in handen van de graven van Gelre. en werd zij spoedig de voornaamste van de vier Gelderse hoofdsteden en bovendien een
hanzestad. In 1543 kwam de stad echter, zoals ook de rest van Gelre, onder Habsburgs bestuur Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd Nijmegen een aantal malen belegerd. In 1585 werd Nijmegen door Alexander Farnese, de hertog van Parma, veroverd, waardoor de hervormden en protestanten hun net verworven rechten weer verloren. Tijdens het tweede Beleg van Nijmegen in 1591 werd Nijmegen door Prins Maurits heroverd. Later werd Nijmegen van 1672 tot 1674 bezet door de Fransen, maar de rust werd in 1678 weer hersteld door de vrede van Nijmegen waarmee de vrede tussen de Republiek der Nederlanden en Frankrijk werd besloten. Deze vrede hertekende Europa. Met deze vrede verloren wij zo grote delen van Frans-Vlaanderen aan Frankrijk. Deze geschiedenis heeft de stad tal van monumenten opgeleverd: een prachtige grote markt met het waaggebouw en het beeld van Mariken, de omgeving van de Sint-Stevenskerk met monumentale gebouwen, het Valkhof met de Barbarossaruïne, het Kronenburgerpark met de kruittoren,… En na de Zwaanridder (Kleve) en Siegfried (Xanten) ontmoeten we een derde persoon uit de Middeleeuwse literatuur: Mariken van Nijmegen. Grave is een vestigingstadje aan de Maas in de provincie Noord-Brabant. In 1233 kreeg het stadsrechten van de hertog van Brabant. Al snel was Grave de grootste plaats van het Land van Cuijk, en het bleef de enige versterkte plaats. De heren van Cuijk verbonden zich overigens afwisselend met de hertogen van Brabant en van Gelre, een belangrijke kwestie, omdat deze geregeld met elkaar in oorlog waren. Een deel van Grave is een beschermd dorpsgezicht. We vinden er ook nog overblijfselen van de vestigingswerken (de Hampoort en het Arsenaal bijvoorbeeld), Een ander vestigingsstadje aan de Maas is Ravenstein. Ravenstein heeft een prachtig historisch centrum met enkele bezienswaardige woonhuizen.
Ook het leerlooierijhuisje met stadstuin is bezienswaardig.