venster op de wereld VENSTER OP DE WERELD
“De motorsportwereld is Race-ingenieur Massimo Bottiglieri MSc is
BRUSSEL. Sinds de opkomst van de auto heeft de mens de kracht en de snelheid van het voertuig aan competitie onderworpen. Met de jaren kreeg de strijd om de beste en snelste auto een sportetiket van wereldformaat. Autosport is ontspanning, die rijvaardigheid van de mens en kracht van de wagen vordert en bevordert. Het resulteerde in big business. Voor wie er professioneel mee omgaat, is het een mooie en al met al veilige sport. En het is de basis voor de hoogtechnologische ontwikkelingen van de auto's van vandaag. ! Van onze hoofdredacteur Ing. Massimo Bottiglieri MSc
Italië is de bakermat van het racen. Rond 1900 werd er al volop op het autocircuit van Bologna geracet, waar de legendarische Italiaan Enzo Ferrari de microbe voor het autoracen te pakken kreeg, toen hij als twaalfjarige knaap met zijn vader een wedstrijd bijwoonde. De meest gerenommeerde ontwerpers en constructeurs van racewagens en dure sportwagens vindt men in Italië. Maar de microbe van de autosport sloeg ook over naar het Verenigd Koninkrijk, waar de universiteit van Cranfield met een opleiding in motorsport en in motorsportmanagement begon, de eerste in zijn soort in Europa. Racewagens worden in categorieën of formules ingedeeld waarvan Formule 1 de hoogste klasse is. De gigantische budgetten haalt de sport uit sponsoring en publieke belangstelling. De autosport bracht heel wat ronkende namen van piloten voort: Fangio, Prost, Lauda, Ickx, Schumacher, Senna. Vandaag wordt het GP-wereldkampioenschap gedomineerd door rijders als Lewis Hamilton, Fernando Alonso en Felipe Massa. Ook de constructeurs krijgen in het WK-GP een rangschikking. Formuleraces worden op het scherp van de snee gereden. Racewagens worden bij elke wedstrijd
I-mag
8
vernuftig afgesteld. Niets wordt aan het toeval overgelaten. De wekenlange voorbereiding van een race en het proefrijden zijn een hele onderneming. Het management wordt tot in de puntjes uitgekiend. De race-ingenieurs zijn de spilfiguren, maar ze zijn in België zeer zeldzaam.
"Een ingenieur moet oplossingen aanreiken voor problemen en geen problemen scheppen." Ing. Massimo Bottiglieri MSc is er een van en droomt van Formule 1. Hij nam ons mee door de boeiende wereld van de motorsport en de unieke universitaire studies voor motorsportingenieur en -manager.
Passie Massimo Bottiglieri (° Etterbeek, 1984) is een gedreven industrieel ingenieur met een uitgesproken liefde voor techniek en motorsport. De Belgo-Italiaan spreekt en schrijft vlot Nederlands, Frans, Engels en Italiaans, maar praat ook behoorlijk Spaans en Duits. Zijn grootouders zijn uit de ZuidItaliaanse regio Calabria afkomstig. Zijn
NOVEMBER 2007
vader is in Schaarbeek geboren. Zijn moeder komt uit Vilvoorde. “Mijn moeder is een Vlaamse”, zegt Massimo ietwat nadrukkelijk. “Thuis spreken we Nederlands, Frans en Italiaans. Met mijn vriendin spreek ik soms wel eens Spaans en een paar woordjes Portugees.” Zijn voornaam doet me een link leggen. Massimo betekent immers maximum. “Het is een typisch Italiaanse voornaam”, verduidelijkt hij. “Bottiglieri betekent flessenmaker. Vermoedelijk heeft mijn familienaam een verwantschap met de vele flessenmakers in de streek waaruit mijn grootouders afkomstig zijn. Zelf ben ik er nooit geweest, ik ga altijd naar Venetië met vakantie.” Wat ironisch voegt hij er aan toe dat Italianen vaak 'maximo's' zijn. “Toch degenen met wie ik bij Ferrari heb gewerkt. Aan het hoofd van een departement staat soms een Massimo, een 'maximo' en dat is ook al eens letterlijk bedoeld (lacht hartelijk). “Mijn voornaam is toepasselijk op mijn dagelijkse doen en laten. Ik tracht altijd het maximum te halen uit alles wat ik onderneem. Ik wil altijd winnen, net zoals in een autorace. Ik wil me ook steeds van anderen discreet onderscheiden en differentiëren, zonder daarom op te vallen of in de kijker te wil-
VENSTER OP DE WERELD
mijn passie!” begeesterd door motoren en racewagens
Wagens uit de F430 GT 3 / Challenge
len lopen. Zo zit ik niet in elkaar. Maar ik heb ook een drang om te vernieuwen. Voor routinewerk bedank ik. Als race-ingenieur werk ik in een heel specifieke wereld, waar iedereen de beste wil zijn. Dat geeft het team vleugels en het is een impuls voor de vooruitgang. Niets is erger dan ter plaatse te blijven trappelen. Dodend is het zeuren en jammeren over iets, bijvoorbeeld omdat het niet direct meezit. Een ingenieur moet oplossingen aanreiken voor problemen en geen problemen scheppen. Minder dan één promille slaagt erin om tot de top van de racewereld door te dringen in het gebied waar hard wordt geknokt en uitdagingen worden aangegaan. Zoiets geeft adrenaline en zuurstof. De bovenlaag trachten te bereiken betekent nog niet dat men de aangename kanten van het leven moet verdringen of verwaarlozen. Let op: ik ben geen workaholic. Een race-ingenieur kan aangenaam werk combineren met ontspanning.”
Studies Collega Massimo Bottiglieri ging naar de middelbare technisch school in het KITO in Vilvoorde waar hij industriële wetenschappen volgde. Hij studeerde in 2006
met grootste onderscheiding af aan de Erasmus-hogeschool in Brussel als industrieel ingenieur elektromechanica (master) met specialisatie vervoertechnieken. Hij won de VIK-prijs waar hij trots op is en werd laureaat van zijn jaar. Hij begint nu zelf aan de Vrije Universiteit Brussel te doctoreren in samenwerking met de Erasmus-hogeschool Brussel.
“Toen ik 13 was, werkte ik tijdens de vakantie in de garage van mijn vader in Evere. Hij herstelde, onderhield en verkocht Italiaanse automerken. Elke vakantie keek ik ernaar uit om daar veel te leren en te beleven. Ik leerde de auto-onderdelen kennen, een motor herstellen en correct afstellen of nog fouten opsporen, kortom de praktijk. Mijn dada was omgaan
Cranfield University Cranfield University is een postgraduaat privé-universiteit met ruim 4.100 studenten. 4.000 van hen volgen een postgraduaatopleiding voor een MSc of PhD. Op het vlak van onderzoek staat de universiteit in de topvijf van de universiteiten van het Verenigd Koninkrijk, samen met die van Oxford, Cambridge, Imperial College Londen en University College Londen. Cranfield University werd in 1946 opgericht als een 'College of aeronautics' van de Royal Air Force. In 1969 werd de school omgedoopt tot 'The Cranfield Institute of Technology'. Ze kreeg het universitair statuut en mocht daardoor haar eigen graden en diploma's uitreiken. Enkele jaren later werd het een privé-universiteit voor postgraduaatopleidingen. De universiteit wordt gefinancierd met eigen middelen, die uit onderzoek en sponsoring van privépersonen en belangrijke bedrijven voortkomen. Inzake praktische opleiding en wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten bekleedt de universiteit in het Verenigd Koninkrijk een unieke plaats. Voor haar luchtvaartopleiding heeft ze een eigen luchthaven: Cranfield Airport. NL
NOVEMBER 2007
9
I-mag
VENSTER OP DE WERELD
F40
met klanten. Een garage ademt iets magisch. Er hangt een specifieke geur: een mengeling van oliegeur en metaal, van dynamiek en werkijver. Het geluid van draaiende en startende motoren of van gereedschappen zijn een 'symfonie' voor het oor. Ik hou ook van het contact met de mensen. Omgaan met mensen van alle rang en stand leert men niet op school. Het heeft me mee gevormd. Daarvoor zijn vakantiejobs heel interessant.”
"Toen ik 13 was, werkte ik tijdens de vakantie in de garage van mijn vader in Evere. Hij herstelde, onderhield en verkocht Italiaanse automerken. Elke vakantie keek ik ernaar uit om mijn vader in de garage te helpen."
Cranfield University
voor een goede manager en dat wil ik worden. Mijn passie voor de motorsport dreef me naar race-ingenieur en motorsportmanager. Daarom ging ik studeren aan de universiteit van Cranfield voor MSc in 'Motorsport engineering and management', een postgraduaat van 12 maanden, waarbij zowel de theoretische als de praktische vorming van een motorsportingenieur en -manager uitgebreid wordt aangeleerd." "De 'School of applied sciences' van de universiteit heeft een reputatie. Voor mijn MSc zat ik in een internationale klas met studenten van over de hele wereld. Na preselectie - op basis van curriculum, referenties, kennis van het Engels en ervaring in de motorsport - bleven er van de 3.000 kandidaten een 200 over. Na een interview mochten er maar 20 aan het academisch jaar beginnen en ik was er één van. De cursussen in Cranfield zijn samengesteld uit pakketten theorie en praktijk. Er komt veel individueel en groepswerk aan te pas.”
Veelomvattende taak Een race-ingenieur geeft de mecaniciens advies over technische aspecten en over de uitrusting van de wagen, zoals veren, dempers, wieluitlijning of benzineverbruik en hij is verantwoordelijk voor de set-up van de racewagen en het management. “Als er tijdens de race iets misloopt met de wagen, dan draait de race-ingenieur daar meestal voor op. De set-up gaat over het geheel van de wagen, ook over de banden, een vitaal onderdeel van de racewagen. Daar bestaan dikke boeken over en details mogen nooit over het hoofd worden gezien, want ze bepalen mee de snelheid van de auto. Ik hou me ook met de data-acquisitie van raceauto's bezig, een tool om zowel de auto als de piloot te verbeteren. Via allerlei ingebouwde sensoren stoppen we het rijgedrag van de auto in een computer. De gegevens worden daarna grafisch uitgelezen en met de piloot besproken. Een diploma van motorsportingenieur helpt je een antwoord te formu-
“Internationalisering is mijn ding. Om erkend te worden heeft men diploma's en veel mensenkennis nodig. Dat is de basis
Formule 1 Formule 1 is de hoogste klasse in de autosportwedstrijden. De 'Fédération International de l'Automobile' (FIA) organiseert wedstrijden in verschillende landen die punten voor het wereldkampioenschap kunnen opleveren. De Brit Bernie Ecclestone bezit de commerciële rechten van de Formule 1. Het eerste wereldkampioenschap Formule 1, de 'Pau Grand Prix', werd in 1950 gereden. Fangio won met een Maserati. Onze landgenoot Jacky Ickx won tussen 1968 en 1979 acht keer een Grand Prix met een Ferrari. Thierry Boutsen won tussen 1983 en 1993 drie GP's. De Duitser Michael Schumacher won met een Ferrari zes keer de Grote Prijs van België: één keer meer dan Ayrton Senna. In 2001 brak Schumachter het record van 51 GP-overwinningen van Alain Prost. De Fin Kimi Raikkonen werd op 20 oktober met een Ferrari wereldkampioen Formule 1. NL
Renault van Thierry Boutsen Energy Racing I-mag
10
NOVEMBER 2007
VENSTER OP DE WERELD
leren op de vraag waarom iets niet of minder goed werkt en het is een instrument om onhebbelijkheden te voorkomen of te verbeteren.”
Francorchamps "Tijdens de 24 uren van Francorchamps sliep ik amper tien minuten. Op allerlei beeldschermen volgden we nauwlettend de koers en noteerden we wanneer de raceauto moest tanken, wanneer de banden moesten worden vervangen, enz. Ik ben dikwijls bij buitenlandse races betrokken. Ik heb op de mooiste en meest mythische omlopen van Europa mogen werken. Onder meer door mijn talenkennis, mijn enthousiasme en mijn technische kennis kon ik op vrij korte termijn een grote vooruitgang boeken in de zeer gesloten wereld van de motorsport. Ik begon tijdens de Ferrari Challenge Trofeo Pirelli Europe in 2006 waar ik race-ingenieur was van het Ferrari Francorchamps Motors Antwerp-team van Guy Fawe.
"Na preselectie - op basis van curriculum, kennis van het Engels en ervaring in de motorsport - bleven er van de 3.000 kandidaten een 200 over. Zowat 20 mochten aan het academisch jaar beginnen en ik was er één van." De Ferrari F430 Challenge bezorgde mij in die periode een hoop contacten en vrienden. Toen leerde ik trouwens ook werken met verschillende soorten software voor racedata-acquisitie. Ik gebruik die programma's altijd als extra hulpmiddel om bij elke race de auto's op punt te stellen. Het commentaar van de piloot is nog altijd primordiaal om het gedrag van een racewagen te verbeteren. Dankzij de gegevens kan ik ook de piloot op zijn 'fouten' wijzen
en zo de tijden naar beneden halen. Motorsport is mijn passie en ik heb er mijn job van gemaakt. Toen ik als kind met mijn vader naar een race ging kijken, had ik de tranen in mijn ogen van geluk. Dat klinkt misschien belachelijk, maar veel jongetjes maken hetzelfde mee, als ze de eerste keer een race zien. Let er eens op hoeveel jongens vandaag op hun computer racen.”
Leren en dromen “Ik wil verder studeren: leren, leren en nog eens leren. Maar ik wil ook wat van het leven genieten. Soms droom ik ervan om zelf racepiloot te worden, maar dat is momenteel onbetaalbaar. Ik heb al vaak achter het stuur van een Ferrari gezeten, maar nooit om te racen. Daarvoor heeft men een racelicentie nodig en zo'n licentie halen zit er voorlopig niet in. Een piloot kan zijn racewagen ook huren, maar ook dat is duur. Laat me er maar wat van dromen om piloot te worden. Daar doe ik trouwens niemand kwaad mee. Hebt u ooit met een Ferrari gereden? Vriend, dat moet u eens doen. Dat geeft een intense voldoening. Dan proeft u de hoogstaande technologische evolutie van de autosport. Niet zozeer de snelheid van de auto geeft me een kick, wel het accelereren en het rijgedrag. Voor een Ferrari, topklasse in de motorsport en de autowereld, is dat fenomenaal: snelheden van 320 km per uur en hoger. Maar zo snel heb ik nog niet gereden.”
Doctoreren Dit academiejaar begint collega Massimo Bottiglieri aan de VUB aan zijn doctoraat in composietmaterialen, een belangrijk materiaal in de motorsport. Zijn voorkeur voor composietmaterialen ontstond tijdens zijn eindwerk als industrieel ingenieur. Met zijn graad van 'master of science' aan de Cranfield-universiteit kan hij in ons land rechtstreeks doctoreren. We vroegen hem om een vergelijking te maken tussen het studieniveau van industrieel ingenieur en dat voor een MSc als postgraduaatopleiding in Cranfield of als MSc in het algemeen in het Verenigd Koninkrijk.
"Soms droom ik ervan om zelf racepiloot te worden, maar dat is onbetaalbaar. Ik heb al vaak achter het stuur van een Ferrari gezeten, maar nooit om te racen." “Het studieniveau van industrieel ingenieur in Vlaanderen ligt hoog genoeg om een MSc in Engeland te behalen. In Engeland is men 'engineer' na een bacheloropleiding van drie jaar. Het examensysteem is ook praktisch hetzelfde als bij ons. De volledige opleidingsduur voor mijn MSc bedraagt voltijds 12 maanden en wordt verdeeld in drie onderdelen. De zogenaamde 'taught modules' (theorie) omvatten 40% van de opleiding, bestaan-
Zolder-Francorchamps In 1963 vond de officiële opening van het circuit van Zolder plaats. Een jaar later werd in Zolder de eerste Formule 2-race gereden. Na enkele dodelijke ongevallen in de jaren zestig en aanhoudende protesten van piloten werd in Spa-Francorchamps in 1970 voorlopig de laatste GP gereden. In 1972 verhuisde de Grote Prijs van België naar het splinternieuwe circuit van Nijvel en een jaar later werd hij in Zolder georganiseerd. In 1974 was het opnieuw de beurt aan Nijvel. Daarna bleef de GP Formule 1 op het circuit van Zolder tot hij in 1983 terugkeerde naar Francorchamps. Niet zonder problemen, want de F1-wagens reden het pas aangelegde asfalt aan flarden. Zolder organiseerde in 1984 voor de laatste keer de GP. Sindsdien wordt hij in Francorchamps gereden. Pas in 2000 werd het circuit van Francorchamps een permanent afgesloten racecircuit. Voordien bestond het voor zowat de helft uit gewone rijkswegen, die enkel tijdens de wedstrijddagen voor het gewone verkeer waren afgesloten. Na een afwezigheid van twee jaar verkenden de Formule 1-teams begin juli voor het eerst het vernieuwde parcours. Francorchamps heeft een overeenkomst voor de organisatie van de GP van België Formule 1 tot 2010. Veel piloten vinden Francorchamps met zijn authenticiteit en zijn natuurlijke glooiingen 's werelds mooiste circuit. NL
Clio Cup France NOVEMBER 2007
11
I-mag
VENSTER OP DE WERELD
de uit 10 modules, 20% gaat naar groepsprojecten en 40% is voor de individuele thesis voorzien. Aan de VUB kan ik rechtstreeks doctoren op basis van mijn MSc in Cranfield, niet op basis van mijn diploma van industrieel ingenieur.”
Toekomstperspectieven "Ik ben geen dagdromer, maar een realist. Ooit hoop ik als race-ingenieur voor een
Formule 1-team aan de slag te mogen gaan, liefst nog voor de Scuderia Ferrari. Als ingenieur voor de hoogste raceklasse werken is een hogere trap van voldoening. Ik zou ook deel willen uitmaken van een R&D-team in de composietmaterialen voor de motorsport. Op mijn verlanglijstje staat ook een eigen zaak, bijvoorbeeld in composieten of in de automobielwereld. Maar prioriteit geef ik aan het behalen van mijn doctoraat, terwijl ik verder een paar
races doe. Op die manier blijf ik mij uitleven in de boeiende wereld van de motorsport."
Tekst: Ing. Noel LAGAST MSc Foto's: Ing. Massimo BOTTIGLIERI MSc
Ferrari: vader en zonen Het automerk Ferrari ontleent zijn naam aan de Italiaanse autobouwer en racer Enzo Anselmo Ferrari (° Modena 1898). Als 21-jarige begon hij te racen. Op zijn 22ste ging hij als testpiloot bij het raceteam van Alfa Romeo aan de slag. In 1929 richtte Enzo 'Scuderia' (renstal) Ferrari op, waarmee hij het fabrieksteam van Alfa Romeo leidde. Na de geboorte van zijn eerste zoon Alfredo in 1932 stopte Enzo met racen. Alfredo overleed in 1956 en ging de geschiedenis in als Dino, een naam die Enzo als postuum eerbetoon gaf aan de door Ferrari gebouwde auto met V6-motoren. Enzo Ferrari verliet na een weinig succesvolle periode het team van Alfa Romeo in 1939. Hij begon in Modena zelf auto's te bouwen, maar om juridische redenen onder een andere naam. De Duitsers verboden hem om tijdens de Tweede Wereldoorlog auto's te ontwikkelen en te bouwen. In de plaats maakte hij wapens voor het Italiaans leger. In 1945 begon men aan het ontwerp van wat de eerste echte Ferrari-auto moest worden. Twee jaar later was de beroemde Ferrari 125 S klaar. Toen in 1950 de eerste Formule 1-wedstrijd werd gereden bond Enzo de strijd aan met Alfa Romeo. Een jaar later versloeg hij in de GP van Engeland Alfa Romeo. In 1952 stopte Alfa Romeo met het GP-racen en nam Enzo Ferrari de fakkel opnieuw over van het Alfa Romeo-team. De Ferrarifabriek, annex museum (Galleria Ferrari) en Fiorano-testcircuit bevinden zich nog steeds in Modena, met ook Lamborghini en Maserati een belangrijk autocentrum. Enzo bleef algemeen directeur van Ferrari tot 1971. De huidige president van Ferrari én van Fiat is markies Luca Cordero di Montezemolo (° Bologna 1947), de vroegere assistent van Enzo. Piero Ferrari, tweede zoon van Enzo, is vicevoorzitter. Ferrari produceert circa 4.000 auto's per jaar en is sinds 1974 voor 85% in handen van Fiat en voor een klein deel in die van Piero Ferrari. Aan de ontwikkeling van een nieuw type wagen werken meer dan 200 ingenieurs. Enzo Ferrari stierf in 1988 op 90-jarige leeftijd.
Ferrari Racing Days
Ferrari Enzo in Silverstone
Ferrari 250 GTO
I-mag
NL
12
NOVEMBER 2007