De meest voorkomende vragen over het verwarmingsseizoen.
Inhoud Inhoudsopgave
2
dsopgave A B C D E
Vervanging Regeling en functie Stroom en spanning Drukbehoud Systeemcomponenten
pag. 6 pag. 10 pag. 16 pag. 18 pag. 20
3
Hoogrendementpomp Wilo-Stratos ECO. Tot 80 % stroombesparing voor een- en tweegezinswoningen.*
Vooral binnen de eigen vier muren ontpoppen zich vele alledaagse en huishoudelijke toestellen vaak als ware "stroomvreters", vooral dan als de jaarlijkse afrekening voor stroom en verwarming bij u in de bus valt. 4
Het diagram moet verduidelijken hoeveel stroom elk toestel gemiddeld per jaar verbruikt. Tot de koplopers wat betreft stroomverbruik behoren jammer genoeg altijd opnieuw verouderde, ongeregelde verwar-
*In vergelijking met ongeregelde verwarmingspompen.
mingspompen. Toch loont consequent anders denken op dat vlak de moeite – zowel voor het milieu alsook voor de eigen portemonnee: een eenvoudige vervanging door een geregelde hoogrendementpomp, zoals de
Wilo-Stratos ECO biedt een enorm besparingspotentieel tot 80% – zonder twijfel een investering die de moeite loont!
5
A Vervangen Welke voordelen biedt de Wilo-Stratos ECO in vergelijking met standaard of ongeregelde verwarmingspompen? De Wilo-Stratos ECO biedt hoogrendement ECM-technologie (Electronic Commutated Motor). Met tot 80% stroombesparing in vergelijking met standaard verwarmingspompen werkt zij bovendien bijzonder energiebesparend. Hierdoor is de Wilo-Stratos ECO het product van de toekomst wat betreft de "gebouwenenergiepas".
• De rode-knop-technologie garandeert bij de Wilo-Stratos ECO optimale bedienbaarheid • Alle functies kunnen met één knop gestuurd en geregeld worden: standverlaging en keuze van de instelwaarde 6
• De Wilo-Stratos ECO is een hoogrendement, elektronisch geregelde pomp met koppelingen en een minimaal opgenomen vermogen van slechts 5,8 watt • Snelaansluiting met veerklemmen voor een eenvoudige elektrische aansluiting
• Zelfs na de zomerpauze is het betrouwbaar opstarten voor de Wilo-Stratos ECO vanzelfsprekend, dit dankzij een nieuw concept
7
A Vervangen Welke producten kunnen door de Wilo-Stratos ECO vervangen worden? De Wilo-Stratos ECO in de een- en tweegezinswoning kan eenvoudigweg de verwarmingscirculatiepomp van bijna alle gangbare fabrikanten* vervangen, zoals b. v.: • Grundfos • KSB • Biral De specifieke productdata en vereiste inbouwlengtes in vergelijking met andere fabrikanten vindt u in de actuele Wilo-Stratos ECO productbrochure met typeoverzicht en in de Wilo vervangingsgids. Beide documenten kunt u via het internet op www.wilo.be gratis aanvragen.
nz-Pumpe Hocheffizie ECO. s Wilo-Strato Produktbro
schüre.
Wilo-Stratos ECO Typenübersicht Wilo
1''
Grundfos
KSB
Biral
Hocheffizienz-Pumpen
Baulänge [mm]
Elektr. geregelte Pumpen
Baulänge [mm]
Standard-Pumpen
Baulänge [mm]
Elektr. geregelte Pumpen
Baulänge [mm]
Standard-Pumpen
Baulänge [mm]
Elektr. geregelte Pumpen
Baulänge [mm]
Standard-Pumpen
Baulänge [mm]
Elektr. geregelte Pumpen
Baulänge [mm]
Standard-Pumpen
Stratos ECO 25/1-3
180
Star-E 25/1-3
180
Star-RS 25/2 Star-RS 25/4
180
Alpha Pro 25/40 Alpha+ 25/40 UPE 25-40
180
UPS 25-25 UPS 25-30 UPS 25-40
180
Riotronic S 25-40 Riotronic 25-40
180
Rio-C 25-25 Rio-C 25-40
180
MC 10-1 MC 12-1
180
M 10-1 M 12-1
Stratos ECO 25/1-3-130
130
Star-E 25/1-3-130
130
Star-RS 25/4-130
130
Alpha+ 25/40 130
130
UPS 25-40 130
130
Rio-C 25-40-130
130
M 10-3
Baulänge [mm]
180
130
Stratos ECO 25/1-5
180
Star-E 25/1-5 Star EP 25/1-5
180
Star-RS 25/6
180
Alpha Pro 25/60 Alpha+ 25/60 UPE 25-60
180
UPS 25-50 UPS 25-55 UPS 25-60
180
Rio-C 25-60
180
ME 12-1 ME 13-1
180
M 12-1 M 13-1
Stratos ECO 25/1-5 RG
180
Star-ZE 25/1-5
180
Star-RS 25/6-RG
180
Alpha+ 25/60 (B) UPE 25-60 (B)
180
UPS 25-50 (B) UPS 25-55 (B) UPS 25-60 (B)
180
Rio-C 25-60
180
ME 13-1 MC 12-1
180
M 12-1 M 13-1
180
Stratos ECO 25/1-5-130
130
Star-E 25/1-5-130
130
Star-RS 25/6-130
130
Alpha+ 25/60 130
130
UPS 25-50 130 UPS 25-60 130
130
Rio-C 25-60-130
130
ME 12-3 ME 13-3
130
M 12-3 M 13-3
130
Stratos ECO 30/1-3
180
Star-E 30/1-3
180
Star-RS 30/2 Star-RS 30/4
180
Alpha+ 32-40 UPE 32-40
180
UPS 32-25 UPS 32-30 UPS 32-40
180
Riotronic 30-40 Riotronic S 30-40
180
Rio-C 30-25 Rio-C 30-40
180
ME 12-2 MC 10-2
180
M 10-2
180
Stratos ECO 30/1-5
180
Star-E 30/1-5
180
Star-RS 30/6
180
Alpha+ 32-60 UPE 32-60
180
UPS 32-50 UPS 32-55 UPS 32-60
180
Riotronic 30-60 Riotronic S 30-40
180
Rio-C 30-60
180
ME 13-2 MC 12-2
180
M 12-2
180
Riotronic S 25-60 Riotronic 25-60
180
180
11/4 ''
Productbrochure Wilo-Stratos ECO
*WILO behoudt zich uitzonderingen voor.
8
B Regeling en functie Welke instellingen resp. functies kunnen met de rode-knop-technologie van de Wilo-Stratos ECO gekozen worden? Alle functies kunnen met deze knop ingesteld worden: daartoe behoren de regeling met of zonder geactiveerde automatische standverlaging (autopiloot) alsook de instelling of de keuze van de opvoerhoogte. Met welk regelingstype werkt de Wilo-Stratos ECO? De Stratos ECO werkt met het regelingstype ∆ p-v (drukverschil variabel). Dat betekent dat de elektronica de door de pomp in acht te nemen ingestelde drukverschilwaarde lineair tussen Hs en 1/2 Hs verandert.
Opvoerhoogte H [m]
De ingestelde drukverschilwaarde H neemt met het debiet Q af of toe.
nmax
nregel
HGewenste waarde
½ HGewenste waarde ⌬p-v
HGewenste waarde-min
Debiet Q [m3/h]
10
Welke regelingstypes bestaan er naast ∆ p-v? De meest voorkomende regelingstypes zijn in een overzicht weergegeven. Door bijkomende besturingen en regelapparaten kunnen bovendien een hele reeks bijkomende data verwerkt en overgedragen worden. Naast het regelingstype ∆ p-v zijn er bijkomend de volgende regelingstypes:
∆ p-c: drukverschil constant De elektronica houdt het door de pomp opgewekte drukverschil via het toegestane debietbereik constant op de ingestelde drukverschilwaarde Hs tot aan de maximale karakteristiek.
∆ p-cv: drukverschil constant/variabel In dit regelingstype houdt de elektronica het door de pomp opgewekte drukverschil tot een bepaald debiet op het ingestelde drukverschil (Hs 100 %). Daalt het debiet verder, dan verandert de elektronica het door de pomp in acht te nemen drukverschil lineair b. v. tussen Hs 100 % en Hs 75 %.
∆ p-T: temperatuurgeleide drukverschilregeling In dit regelingstype verandert de elektronica de door de pomp in acht te nemen ingestelde drukverschilwaarde conform de gemeten mediumtemperatuur. (meer informatie in de catalogus "Basisprincipes van de pomptechniek")
11
B Regeling en functie Welke functie heeft de modus automatische standverlaging (autopiloot)? De automatische standverlaging van de Wilo-Stratos ECO zorgt ervoor dat bij de reductie van de voorlooptemperatuur een lager constant toerental aangehouden wordt. Het energieverbruik van de pomp wordt zo met een optimale instelling tot het minimum gereduceerd.
Opvoerhoogte H [m]
Opmerking: De automatische standverlaging (autopiloot) mag alleen vrijgegeven worden als de hydraulische afregeling van de installatie uitgevoerd werd. (zie vraag op pagina 23 "Wat verstaat men onder hydraulische afregeling"?
⌬p-c HGewenste waarde
HGewenste waarde-min
Debiet Q [m3/h]
12
Welke instelbare modi bestaan er naast de automatische standverlaging (autopiloot)? De meest voorkomende modi zijn in een overzicht weergegeven. Door bijkomende besturingen en regelapparaten kunnen bovendien heel wat bijkomende data verwerkt en overgedragen worden. Er zijn nog de volgende modi: Constant toerental Deze modus staat bij elektronisch geregelde pompen vanaf een bepaald motorvermogen ter beschikking. Aan de elektronische module van de pomp wordt het toerental van de pomp op een constante waarde tussen nmin en nmax ingesteld. De modus constant toerental deactiveert de drukverschilregeling aan de module. DDC (Direct Digital Controls) en GA-integratie (integratie in de gebouwautomatisering) Bij deze modi krijgt de elektronica van de pomp zijn instelwaarde via het betreffende beheersysteem. De instelwaarde wordt via een vergelijking instelwaarde/werkelijke waarde door de gebouwautomatisering (GA) uitgevoerd en kan dan als analoog signaal 0-10 V/0-20 mA resp. 2-10 V/4-20 mA of als digitaal signaal (poort PLR of LON aan de pomp) doorgegeven worden. (meer informatie in de catalogus "Basisprincipes van de pomptechniek") 13
B Regeling en functie Hoe regelt de pomp? Als aanpassing aan het debiet van de thermostaat en regelventielen verandert het toerental van de pomp. Zo kan de pomp direct op de omgevingstemperatuurregeling reageren. Door het veranderen van het debiet verandert tegelijk het stroomverbruik van de pomp. De elektronica vergelijkt de ingestelde waarde (rode knop) met de werkelijke waarde. Daardoor wordt het "pomptoerental bijgeregeld". Regelkring van de pomp
Toerental stroom
Pomp
Regelaar
Spannings-/ frequentieverstelling
14
Instelwaarde opvoerhoogte
Hoe kan een geblokkeerde natloper opnieuw in gebruik genomen worden? Bij traditionele verwarmingspompen kan de deblokkeerschroef (midden typeplaatje) verwijderd en de pomp vrijgedraaid worden. Opgepast: Gelieve de veiligheidsvoorschriften van de betreffende inbouw- en gebruikshandleiding in acht te nemen.
De Wilo-Stratos ECO beschikt over een antiblokkeerfunctie, d.w.z. dat zij over een 3 keer hoger aanloopdraaimoment beschikt dan alle vorige verwarmingspompen. Zo wordt gegarandeerd dat zij ook bij de heringebruikname bij het begin van het verwarmingsseizoen zonder bijkomende service opstart.
15
C Stroom en spanning Wat betekenen de afkortingen EM en DM? EM = éénfasemotor (wisselstroom) DM = driefasenmotor (draaistroom) Kan een wisselstroompomp (230 V) ook op het draaistroomnet (400 V) aangesloten worden? Ja. Tussen een willekeurige fase (L1, L2 of L3) en de nulleider N bedraagt de spanning U = 230 V. Is er geen nulleider voorhanden, dan moet een nieuwe leiding met nulleider geplaatst worden. Opgepast: De elektrische aansluiting moet door een bij de plaatselijke energiemaatschappij erkende installateur of een elektrotechnicus conform de geldende VDE-voorschriften uitgevoerd worden.
16
Hoeveel stroom verbruikt de pomp bij 0-transport (verbruikers gesloten)? Het stroomverbruik van een pomp is principieel afhankelijk van het feit of het om een ongeregelde of een geregelde pomp gaat. Het verschil komt door de drukverschilregeling van de elektronisch geregelde pomp tot stand, omdat die in staat is de drukopbouw in het systeem tot het 0-transport te meten en overeenkomstig het toerental tot een minimum te regelen. Zo verbruikt b.v. een drukverschilgeregelde Wilo-Stratos ECO 25/1-5 tot 80% minder stroom dan een ongeregelde Wilo-Star-RS 25/6 (Wilo-Stratos ECO = 13 W vs. Wilo-Star-RS = 75 W).
17
D Drukbehoud Waarom zijn de hoogte van het gebouw en de opvoerhoogte niet identiek? Met de hoogte van het gebouw wordt binnen gesloten verwarmingssystemen geen rekening gehouden, omdat het pompvermogen zich niet aanpast aan de hoogte van het gebouw, maar aan de totale weerstand in het systeem (buislengte, buisdiameter, ventielen, ketel enz.). De opvoerhoogte (H) wordt door de totale weerstand in het systeem bepaald. Weerstanden worden opgegeven in pa (Pascal) of in mWk (meter waterkolom). Daarna wordt de instelwaarde van de pomp (b. v. 1-5 mWk) ingesteld (10.000 pa = ^ 1 mWk). Hoe kan de juiste voordruk voor het membraanexpansievat bepaald worden? Om de druk van het membraanexpansievat te kunnen bepalen, moet de statische hoogte gekend zijn. De statische hoogte is de maat tussen het midden van het membraanexpansievat en het hoogste punt van de verwarmingsinstallatie. De druk van het membraanexpansievat wordt als volgt bepaald: Componentendrukken Statische hoogte
Voordruk - MAG
0 tot 10 m
1,0 bar
10 tot 15 m
18
1,5 bar
Installatiedrukken Veiligheidsventiel
Vuldruk min.
Einddruk max.
2,5 bar
1,5 bar
2,0 bar
3,0 bar
1,5 bar
2,5 bar
3,0 bar
2,0 bar
2,5 bar
Wat gebeurt er als de voordruk in het membraanexpansievat niet juist ingesteld is? Als de membraanexpansievatvoordruk en de systeemdruk niet juist ingesteld en regelmatig gecontroleerd worden (minstens 1x per jaar), komt er lucht naar binnen door onderdruk en hierdoor ontstaan geluiden en corrosieprocessen in de installatie die tot het uitvallen van de pomp kunnen leiden. Dezelfde gevolgen heeft eveneens een te klein membraanexpansievat. Onderdruk moet vooral in uitschakel- en temperatuurverlagingsfasen absoluut uitgesloten worden.
Statische druk
Systeemdruk boven MAG - voordruk > 0,5 bar
MAG - voordruk
19
E Systeemcomponenten Waarom zijn vuilvangers in gesloten systemen belangrijk? Een vuilvanger dient om de scheiding van de vuilpartikels uit het verwarmingswater veilig te stellen. Het afzien van de reiniging van het verwarmingswater na de ingebruikname en tijdens het gebruik kan storingen en schade aan pomp, thermostaatventielen, terugstroomkleppen enz. veroorzaken.
SF
SF
20
Hoe kan de ophoping van lucht onder de zwaartekrachtrem verhinderd worden? Bij het inbouwen dient erop gelet te worden dat de zwaartekrachtrem aan de pompdrukzijde met een luchtsluis uitgerust is. Hierdoor wordt een mogelijke luchtophoping in de verwarmingscirculatiepomp vermeden. Is er geen luchtsluis voorhanden, dan kan er zich lucht onder de zwaartekrachtrem verzamelen en tot verwarmingsstoringen of het uitvallen van de pomp leiden. Hoe functioneren snelontluchters? Snelontluchters zorgen voor het automatisch afvoeren van de in de luchtafscheider, de luchtverzamelbak of in de Wilo ontluchtingspomp verzamelde gassen. Een perfecte werking is alleen bij juiste systeemdruk gegarandeerd, omdat die bij onderdruk snelbeluchters worden en lucht in de verwarmingsinstallatie trekken. Het is daarom aan te raden om beter onmiddellijk snelontluchters met luchtinlaatblokkering te gebruiken.
21
E Systeemcomponenten Waarom moet bij het inbouwen van een drukverschilgeregelde pomp het overstroomventiel buiten bedrijf gelegd worden? Bij pompen met vast toerental begrenst het overstroomventiel de stijgende pompdruk door het overstromen van het verwarmingswater tussen voor- en terugloop bij het sluiten van de thermostaatventielen. Overstroomventielen mogen niet met ∆-p-geregelde verwarmingspompen gecombineerd worden, omdat hun regelgedrag (∆ -p-afhankelijke vermogensaanpassing door toerentalverandering) elkaar kunnen storen of opheffen. Daarom moet bij het inbouwen van een drukverschilgeregelde pomp het overstroomventiel gedemonteerd of buiten bedrijf gelegd worden. Opmerking: Technische belangen van de radiator inzake veiligheid kunnen dit in de weg staan. Gelieve de voorschriften van de fabrikant in acht te nemen.
3
ÜV
2 1
22
4 5
Wat verstaat men onder hydraulische afregeling? De hydraulische afregeling is nodig om een zo geluidsarm en optimaal mogelijke warmteverdeling te bereiken. Tegelijk dient dit om een onder- of overvoorziening van de radiatoren te verhinderen. Opdat elke radiator van het optimale debiet en de juiste druk voorzien zou worden, is de inbouw van drukverschilregelaars, circuitcontroleventielen, thermostaat- en regelventielen met voorinstelling of instelbare terugloopschroefverbindingen aan te bevelen. De hydraulische afregeling moet zo uitgevoerd worden dat bij het reglementaire gebruik, b. v. ook na omgevingstemperatuurverlagingen of bij het stilleggen van de verwarming, alle warmteverbruikers naargelang hun warmtebehoefte van energie voorzien worden. Ondersteunend vindt u bijkomende ontwerphulp voor de hydraulische afregeling met de rekenlatten, die samen met Danfoss of Oventrop ontstaan zijn.
23
WILO nv Rusatiralaan 2 1083 Ganshoren Tel. 02/482.33.33 Fax. 02/482.33.30 www.wilo.be
[email protected]
Technische wijzigingen voorbehouden. Onze algemene lever-en handelsvoorwaarden zijn van toepassing (zie www.wilo.be) 11/2006/N