H e
Haarlemse druk. De zegels van de 2 emissie werden tot eind 1866 in Utrecht en daarna in Haarlem gedrukt. Er zijn minimale verschillen te zien. Vandaar dat bij deze emissie wordt gesproken van Utrechtse en Haarlemse druk.
Haltestempels. Vóór 1871 was de afstand bepalend voor het te betalen port. Daarom werd op de stations op de poststukken aangegeven waar het stuk werd gepost. Hier Velp op de lijn Arnhem-Oldenzaal. We noemen deze stempels haltestempels. Ook na 1871 werden deze stempels nog veel gebruikt.
Halfambtelijke spoorwegbriefkaart. Een particulier postwaarde stuk. Normale briefkaarten werden voorzien van een eigen bedrukking. In dit geval door de Nederlandsche Spoorwegen. Middels deze kaarten werd de aankomst van goederen aan belanghebbenden vermeld. De datum van afstempeling was belangrijk, daar afhankelijk van de tijd, bewaarloon moest worden betaald. Er zijn veel van dit soort briefkaarten uitgegeven en deze worden door specialisten verzameld.
Handrolstempel. In gebruik sinds 1927 voor de afstempeling van pakjes, enz. Kenmerkend is het dagtekeningstempel met (meestal) 6 golflijnen. Een enkele maal werd dit stempel ook gebruikt om vellen postzegels die uit de circulatie werden genomen te ontwaarden.
De Lekbode
117
april 2009
De Lekbode
118
april 2009
Handelsreklame. Als je er oog voor hebt zie je soms directe of indirecte reclame op postzegels en/of stempels. U ziet enige voorbeelden. Er zijn hiervan leuke verzamelingen op te zetten. Let vooral op frankeermachine-stempels.
Hangend Haar. Populaire benaming voor de zegels van de emissie 1891 waarop prinses Wilhelmina is afgebeeld met lang loshangend haar.
Harrison papier. Fosforescerend papier, geleverd door de firma Harrissons & Sons te Engeland. Onder de U.V. lamp licht de beeldzijde wit op en na.
Hasler. Een frankeerstempel machine van Zwitsers fabrikaat. In gebruik sinds 1929. Frankeermachinestempels kunnen in een thema verzameling een interessante aanvulling zijn.
Herdenkingszegels. Benaming voor zegels, uitgegeven ter gelegenheid van een herdenking, herinnering, sterfdag van een historische persoon, enz. Een oeverloos verzamelgebied.
De Lekbode
119
april 2009
De Lekbode
120
april 2009
Herdenkingsstemp el. Benaming voor velerlei stempels die ter gelegenheid van een of andere herdenking tijdelijk worden gebruikt.
Herinneringskaart. Benaming voor een gelegenheidsstuk voorzien van een bijzonder stempel en soms enige informatie. Er is op dit gebied veel te vinden. Soms leuk in een verzameling maar de filatelistische waarde is niet altijd in overeenstemming met de prijs.
Helikopterpost. Per helikopter verzonden post. Het betreft hier meestal gelegenheidsvluchten.
Hoekroltanding. Een speciale tanding uitgegeven van 1930-1933 voor gebruik in postzegelautomaten. Veel van deze zegels zijn echt gebruikt moeilijk te vinden en kostbaar.
De Lekbode
121
april 2009
De Lekbode
122
april 2009
Hoekstempel. De zegel is alleen op een hoek door een gedeelte van het stempel geraakt. Soms mooi dat het zegelbeeld goed te zien is maar stempelverzamelaars willen liefst het hele stempel zien. De waarde van b.v. kleinrondstempels op zegel wordt bepaald door de volledigheid van het stempel.
d`Hollande. Een grensstempel op brieven van Holland naar Parijs. Het stempel werd in Frankrijk geplaatst. Het diende als controle voor de portberekening en eventuele retour zending. U ziet een brief uit 1807 verzonden van Amsterdam naar Bordeaux.
Hoekstuk. Benaming voor een zegel uit de hoek van het vel met aan twee zijden nog de velrand. Betreft het een blok dan spreekt men van een hoekblok. Een bedrukking op de velrand geeft soms enige meerwaarde.
Hotelpost. Benaming voor uit grote hotels verzonden post en voorzien van een eigen poststempel. Soms had het hotel zelfs een eigen postagentschap. U ziet een stempel van het Kurhaus in Scheveningen uit 1926. Holland Amerika Lijn. Vanaf 1946 werden aan boord van de schepen van de H.A.L. eigen officiële poststempels gebruikt voor de te verzenden post. Zodra het schip in een haven kwam werden de poststukken overgedragen aan de post ter plaatse die voor verdere verzending zorgde. Meestal betreft het hier gelegenheidsstukken.
De Lekbode
123
april 2009
De Lekbode
124
april 2009
Houtsnede. Gebruikt bij de eerste luchtpostzegels in 1921. De afbeelding van de zegels werd in houtblokjes gekerfd. Houtsnede is/werd weinig gebruikt daar je hiermede geen scherp beeld kunt drukken. Hulppostkantoor. Benaming voor een postkantoor met beperkte dienstverlening, gevestigd in een kleine plaats. Hier een (lang) stempel van het hulppostkantoor St. Maartensdijk. Een dergelijk kantoor mocht niet zelf een post-stuk ontwaarden. Dit gebeurde in het postkantoor Tholen. De vlek rechtsonder 8a in het stempel kan mogelijk een kenmerk zijn van vroege machinale stempeling. Hulpuitgifte. Als gevolg van tariefswijziging of gebrek aan bepaalde waarden werden soms zegels van een opdruk voorzien en als hulpzegel gebruikt. De getoonde zegels werden in 1919 uitgegeven in verband met een tariefswijziging die zegels van 40 en 60 cent nodig maakten. Met opdrukzegels is een interessante filatelistische verzameling op te zetten. Tegenwoordig worden nog maar zelden zegels van een opdruk voorzien. Nieuwe zegels drukken is voordeliger en makkelijker. HVBHLM. Links onder op deze giro enveloppe staan de letters HVBHLM. Dit betekent dat deze enveloppe in het huis van bewaring te Haarlem door aldaar verblijvende gevangenen werd vervaardigd. Niet direct filatelistisch maar wel een leuke wetenswaardigheid.
De Lekbode
125
april 2009