10 x KATHOLIEKE STAD 01. Sint Janskathedraal, Torenstraat 02. Marienburg, Sint Janssingel 03. Capucijnerklooster, Willeboissingel 04. Sint Cathrien, Kruisbroedershof 05. Orangerie, Sint Josephstraat 06. Emmaplein en Bethelkerk 07. Gebedsruimte Hinthamerbolwerk 08. St. Salvator, Schaarhuisplein 09. Begraafplaats Groenendaal 10. Kerk van Engelen 11. Kerkje Boshoven De kracht van stijlloosheid (bron: 10XDENBOSCH - Olv Klijn en Joks Jansen) De architectonische resultaten van de Bossche binnenstadsvernieuwing hebben in de Nederlandse ontwerperswereld weinig aandacht getrokken, omdat bij de herinrichting van de binnenstad nadrukkelijk aansluiting is gezocht bij de traditionele middelen en vormentaal van de Bossche School. Er werd geenszins de behoefte gevoeld om ‘moderne’ oplossingen te verzinnen, mede gezien de slechte ervaringen hiermee in de naoorlogse periode. Hoewel de keus van de Bossche politiek en architecten destijds niet werd begrepen, omdat de meeste ontwerpers zich nog ten volle richtten op het modernisme als dominante ‘stijl’, met een afwijzing van het verleden als gevolg, bestaat er vandaag de dag meer waardering voor een behoedzame aanpak. Het modernisme is niet langer ‘heilig’ in het ontwerpdiscours. Onder de vlag van het ‘kritisch regionalisme’ wordt door diverse architectuurtheoretici een koerswijziging bepleit om tot een humane, kwalitatief goede en duurzame architectuur te komen. Niet voor niets mogen zulke uiteenlopende architecten zoals Bob van Reeth, Jacques de Brouwer, Marie José van Hee en Rafael Moneo op toenemende belangstelling verheugen. Tegen deze achtergrond is – in retrospectief – een herwaardering van dit gebouwd erfgoed mogelijk. In tegenstelling tot veel postmoderne architectuur die medio jaren tachtig in Den Bosch werd gebouwd, blijken de panden van de Bossche School, zowel die uit de eerste naoorlogse periode, als ten tijde van de binnenstadsreconstructie in de jaren zeventig, bestand tegen de tijd. Hoewel niet opvallend aanwezig in het stadsbeeld tonen ze met hun nadruk op goede maatverhoudingen, sober materiaalgebruik en continuïteit een zekere stijlloosheid, die krachtig genoeg blijkt om opgenomen te worden in de canon van de Bossche stadsontwikkeling. Juist vanwege de toepassing van de ‘universalistische’ maatverhoudingen van het plastisch getal blijkt veel Bossche-Schoolarchitectuur ook op een andere manier duurzaam. In tegenstelling tot de neogotische kerken uit de negentiende en vroeg-twintigste eeuw of de traditionalistische kerken van de Delftse School lenen de kerkgebouwen van de Bossche School zich bijvoorbeeld goed voor hergebruik. Zonder de architectuur aan te tasten, kunnen de kerkruimten worden benut als vergaderzaal, gehoorzaal, dorpshuis, oefenruimte of tentoonstellingsruimte. Het is in de praktijk goed mogelijk om van deze kerkgebouwen kleinere ruimten af te scheiden, met behoud van de architectonische waarde. Dit is bijvoorbeeld te zien bij de voormalige Laurentiuskerk te Rosmalen, naar een ontwerp uit 1965 van Nico van der Laan, W. Hansen en H. van Hal. In dit kubistische, bakstenen gebouw met opvallende dakopbouw is nu een dansschool gevestigd. Desondanks komen sloop en vernieuwbouw van (met name) de vroege werken uit deze architectuurstroming nog altijd voor, zeker nu steeds minder kerken voor de eredienst worden gebruikt en het bisdom van Den Bosch geen voorstander is van een andere bestemming. Verschillende kerken van de eerdergenoemde Jan de Jong, Jan van der Laan, Julian Kirch en andere Bossche-Schoolarchitecten zijn recent onder de sloophamer terechtgekomen of dreigen dat lot alsnog te ondergaan. En hoewel architectuur en stedenbouwhistorici en lokale monumentenzorgers – onder aansporing van het door het ministerie van O C&W aangekondigde deltaplan voor het behoud van kerken – in toenemende mate pleiten voor behoud van dit jonge erfgoed, heeft het nog niet tot veel weerklank bij (Bossche) burgers geleid. Hier toont zich waarschijnlijk de spanning tussen de prachtige verstilde gebouwen van de Bossche School enerzijds en de vaak dwingende, Spartaanse materialisering die bij de meeste burgers allesbehalve warme gevoelens van ‘kleur en poëzie’ oproept. Wellicht kunnen architecten en erfgoedbewakers in dit verband lering trekken uit de lotgevallen van het Mariabeeld in de Onze Lieve Vrouwekapel. Bijvoorbeeld door ervoor zorgen dat de gebouwen in de toekomst worden omringd door ‘een zee van groen en bloemen’.
Sint Janskathedraal, Torenstraat
1
Sint Jan (bron: Bossche Encyclopedie) Architect: diverse Functie: Kerk Bouwjaar: 1210 - nu
De Sint-Jan is een van de mooiste monumenten van ons land. En een van de weinige ‘levende’ monumenten: een kerkgebouw met een prominente plaats in het religieuze leven van vele mensen. Op deze site vindt u informatie over de SintJan. Haar historie, de feiten, de toren, het interieur, de verhalen en de restauratie. De Sint-Jan is een van de mooiste monumenten van ons land. En een van de weinige ‘levende’ monumenten: een kerkgebouw met een prominente plaats in het religieuze leven van vele mensen.
Buiten de stadsmuren, op een terrein ‘de Pepers’ genaamd, beginnen de Bosschenaren met de bouw van de (eerste) Sint Jan, een bakstenen kerkje in romaanse stijl. Het terrein (atrium) is eigendom van de hertog. Het eerste gedeelte is bestemd voor de kerk. De huidige Sint Jan staat nog op deze plaats. Het tweede gedeelte doet dienst als vrijthof; er wordt recht gesproken en de poorters komen er samen bij belangrijke aangelegenheden. De Sint Jan doet nog geen dienst als parochiekerk. Zij is volkomen ondergeschikt aan de San Salvator te Orthen.
Marienburg, Sint Janssingel
2
Klooster Mariënburg (bron: Bossche Encyclopedie) 1910 R.K. Kweekschool ‘Mariënburg’ voor onderwijzeressen 1936 R.K. Huishoud- en Industrieschool 1948 Mariënburg Moederhuis 1960 R.K. Huishoud- en Industrieschool 1965 Klooster Mariënburg De kweekschool voor onderwijzeressen, behorend bij de Sociëteit van “Mariënburg” van de “Zusters van het Gezelschap Jezus, Maria en Jozef”, is gelegen aan de oostelijke zijde van de Sint Janssingel, waar het gebouw aansluit op de zuidelijke zijde van het klooster. Al sinds het einde van de negentiende eeuw was er een kweekschool voor onderwijzeressen in het Mariënburgklooster gehuisvest. Deze onderwijzeressenopleiding trok vooral leerlingen uit de regio rondom ‘s-Hertogenbosch. In 1925 werd de kweekschool met internaat in een daartoe bestemde nieuwbouw ondergebracht.
Dit schoolgebouw, dat is opgetrokken in een eigentijdse variant van de in het klooster toegepaste neo-Gotische vormentaal, werd ontworpen door architect Ch. Estourgie. De school, die later de Pedagogische Academie huisvestte, heeft inwendig enige wijzigingen in de dispositie en een gedeeltelijke modernisering ondergaan. De kweekschool behorend bij het kloostercomplex “Mariënburg” is van algemeen belang. De kweekschool bezit cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een geestelijke en sociaal-economische ontwikkeling. Het schoolgebouw vormt een illustratie van de ontwikkelingen die zich in het onderwijs rond 1900 voordeden en de belangrijke rol die de katholieke congregaties in ‘s-Hertogenbosch hebben gespeeld. De kweekschool is voorts van belang vanwege het bouwtype, een bij een klooster behorende kweekschool met internaat. De kweekschool heeft architectuurhistorische waarde vanwege de stijl, een versoberde variant van de bij het klooster toegepaste neogotische stijl, vanwege de bijzondere detaillering, met name rondom de voormalige hoofdingang, het trappenhuis en de centrale gangen. Voorts is de kweekschool van belang vanwege de plaats die het schoolgebouw inneemt binnen het oeuvre van architect Ch. Estourgie. De kweekschool is van belang als uitdrukking van een stedenbouwkundige ontwikkeling: het vormt een illustratie van de ruimtelijke ontwikkeling en de schaalvergroting aan de rand van de oorspronkelijke middeleeuwse stad vanaf het einde van de negentiende eeuw. De kweekschool bezit ensemblewaarde vanwege de bijzondere situering, verbonden met de ontwikkeling van de stad na de opheffing van de vestingstatus en vanwege het belang van het schoolgebouw voor het aanzien van de historische binnenstad. Tot slot is de kweekschool goeddeels gaaf bewaard gebleven en hierdoor een zeldzaam voorbeeld van de katholieke component in de ontwikkeling van de hoofdplaats van het bisdom ‘s-Hertogenbosch.
Capucijnerklooster, Willeboissingel
3
Van der Does de Willeboissingel 12 Iin een nis in de gevel van het Capucijnerklooster.Natuursteen 45 x 165 cm.Datering 1947-1948.Vervaardigd door Pater Urbanus J.B. Westerwoudt
Afgebeeld is de H. Franciscus in pij met kap, met een kruis in de hand. Het beeld is van dezelfde maker als het Christusbeeld in een nis van de Capucijnerkerk. Bron: Beeldhouwkunst in de open lucht in ‘s-Hertogenbosch, blz
Sint Cathrien, Kruisbroedershof
4
Sint Catharina-kerk Lokatie: Kruisbroedershof 4 Architect: J. Spuyt Functie: Kerk Bouwjaar: 1533 bouw kloosterkerk, 1842 bouw nieuwe kerk (architect: J. de Kroon), 1916 bouw huidige kerk met behoud oude koor De Sint Catharina-kerk is een koepelkerk, gebasseerd op een verbouwing van een negentiene eeuwse kruiskerk (in ‘waterstaatstijl’) met behoud van het zestiende eeuwse koor dat over de Binnendieze is gebouwd. De kerk heeft een centrale ruimite met diagonaal gerichte zijkapellen en een betonnen koepelgewelf, waarboven een achtkantig tentdak is te vinden, uitlopend in een opengewerkte lantaart. De kerk vormt een belangrijke schakel in de vernieuwing van de Nederlandse kerkbouw in het begin van de twintigste eeuw.
Orangerie, Sint Josephstraat 15
5
Sint Josefkerk (bron: Bossche Encyclopedie) Lokatie: Sint Josephstraat 15 Architect: A van Veggel Functie: Kerk Bouwjaar: 1859- 1971 Architect A. van Veggel bouwde de kerk in 1859. Bossche kunstenaars als Th. Hermsen maakten de schilderijen voor deze Redemptoristenkerk. Beeldhouwer Hendrik van der Geld vervaardigde de houten communiebanken en de preekstoel met zijn vele beelden.Bron: Kloosters en Kloosterlingen rondom de Sint Jan.
In de loop van de tweede helft van de 19e eeuw vestigden zich weer kloosterorden in de stad als gevolg van de herleving van het katholicisme. Aan de Tweede Nieuwstraat, thans Sint Josephstraat, vestigden zich de paters Redemptoristen. Op 5 december 1859 werd de kerk, gewijd aan Sint Jozef maar in de volksmond ‘paterskerk’ geheten, in gebruik genomen. Het gebouw werd als een van de eerste opgetrokken in neo-gothische stijl. Rechts van de kerk het kloostercomplex. Op de voorgrond is thans het Kardinaal van Rossumplein. Bron: ‘s-Hertogenbosch De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 In 1971 werd de laatste mis opgedragen.
Emmaplein en Bethelkerk
6
Emmaplein / Kempenlandstraat Lokatie: Emmaplein 6-17 / Kempenlandstraat 2-12 Architect: H.W. Valk Functie: Woningen Bouwjaar: 1922 Dit project is een vroeg voorbeeld van gewapende betonbouw met bakstenen bekleding. Kenmerkend zijn de smallen driehoekige ramen van de trappenhuizen, die doorlopen in de wit gestucte dakopbouwtjes. Het metselwerl is voorzien van subtiele detailleringen. Hendruk kValk heeft enige jaren in Amsterdam gewoond. Dit verklaart wellicht de verwantschap met de architectuur van de Amsterdamse school
Gebedsruimte, Hinthamerbolwerk
7
gebedsruimte
San Salvator, Schaarhuisplein
8
San Salvatorkerk Lokatie: St. Rochusstraat Architect: H.W. en P.W. de Graaf Functie: Kerk Bouwjaar: 1955 - 1956 De huidige San Salvator is een voorbeeld van de cursus kerkelijke architectuur, die in de jaren 1953 tot 1956 in Den Bosch onder leiding van Nico van der Laan werd gegeven. Ze heeft stijlkenmerken van de Bossche School en van de NeoRomaanse architectuur. De kerk is gebouwd rond het altaar als middelpunt. De vrijstaande klokkentoren is geinspireerd op de Campanile, zoals deze ondermeer bij Italiaanse kerken veelvuldig voorkomt. In de schetsmquette is de toren nog een het hoofdgebouw verbonden, maar in de definitieve opzet is voor een vrijstaande plaats gekozen. Het boven de entree eengebrachte Christusbeeld is van de beeldhouwer Frans van den Burg.
Begraafplaats Groenendaal, Herven 1
9
Begraafplaats Groenendaal
Aangelegd vanaf 1856 op een deel van het terrein van Fort Orthen, rechts van de grindweg van ‘s-Hertogenbosch naar Crèvecoeur. Op 29 april 1858 wordt de begraafplaats Orthen voor 4/5 uitgegevenaan het kerkbestuur van de St. Jan en voor 1/5 aan de Protestantse gemeenschap.De begraafplaats wordt op 5 mei 1858 gebruik genomen met de begrafenis vanJohannes van Groenendaal. In 1978 wordt de begraafplaats naar hem vernoemd.Centraal in het noordwestelijke gedeelte bevindt zich een naar ontwerp van L.C.Hezenmans in Neo-Gotische vormen opgetrokken bisschopsKAPEL uit 1882 waaronderzich de crypte van de bisschoppen van ‘s-Hertogenbosch bevindt (onderdeel I). Iets ten oosten hiervan is een klein lijkenhuis, tegenwoordig dienstgebouw (onderdeel II) gelegen dat in 1872in Neo-Romaanse vormen is opgetrokken. De belangrijkste grafmonumenten (onderdeelIII-XXV), waaronder die van vele notabele families, bevinden zich in hetnoordwestelijke deel van de begraafplaats en zijn veelal gesitueerd in dedirecte nabijheid van de bisschopskapel in de sectie 21. Hiervan worden er 23 beschermd. De meeste bevinden zich in de nabijheid van de kapel en vormen eenkwalitatief en typologisch hoogwaardige staalkaart van laat-negentiende- en vroegtwintigste-eeuwse grafsculptuur. Ze onderscheiden zich door een hoge artistiekewaarde en/of de bijzondere historische betekenis van de begravenen. Degrafmonumenten zijn veelal opgetrokken in een Neo-Gotische of Eclectischestijl.
Op het complex bevinden zich verder enkele apart aangelegde begraafplaatsenvoor: oorlogsslachtoffers (Oorlogsgravenstichting), de Zusters van de H.Carolus Borromeus, de Zusters dochters van Jezus, Maria en Jozef, de Zustersvan Liefde en de Zusters Carmelitessen. De begraafplaats wordt sinds 1978beheerd door de Stichting Solamen, die in hetzelfde jaar aan de noordzijde vanhet terrein een kantoor en aula heeft laten bouwen. In 1984 wordt een urnenveldin gebruik genomen. Sinds enkele jaren verplaatst de stichting de bijzonderegrafmonumenten van graven die elders op de begraafplaats geruimd zijn naar desectie 25 ten westen van de kapel om ze daar verder te onderhouden.
Begraafplaats Groenendaal, Herven 1
9
Begraafplaats Groenendaal
Omschrijving. De begraafplaats bestaat uit een groot aantal planmatig aangelegde vakken enstrekt zich uit over een terrein dat aan drie zijden door wegen omgeven wordt.Aan de zuidzijde is dit de Zandzuigerstraat; aan de westzijde Orthen en aan denoordzijde de Fort Orthenlaan en Herven. Aan de oostelijke zijde grenst debegraafplaats aan het terrein van de pedagogische academie. De aanleg isparkachtig waarbij er gebruik is gemaakt van het enigszins geaccidenteerdeverloop van het terrein. Op het terrein bevindt zich een weelderige vegetatiemet grotendeels nog de monumentale beplanting bestaande uit onder meer beuken,esdoorns, acacia’s linden en populieren. De beplanting dateert uit de periode1930-1960. De begraafplaats is in de loop der jaren steeds in oostelijke enzuidelijke richting uitgebreid. Op het terrein is de spaarzame bebouwinggespreid aangebracht met een concentratie aan de noordzijde en enkelelosstaande fragmenten op de oudere gedeelten van de aanleg. In 1986 had hetterrein een totale oppervlakte van ruim 11 ha.
Waardering. Het complex is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde alsbijzondere uitdrukking van een sociale en geestelijke ontwikkeling, in hetbijzonder de ontwikkeling van de katholieke grafcultuur, het is tevens vanbelang als illustratie van de typologische ontwikkeling van het grafmonument.Het complex heeft kunsthistorisch belang vanwege de aanwezigheid van werken vandiverse beeldhouwers en architecten onder wie L.C. Hezenmans en H.C. Dobbe. Hetcomplex heeft ensemblewaarden vanwege de onderlinge cultuurhistorische,architectuurhistorisc he en typologische samenhang van de verschillendeonderdelen en de historisch ruimtelijke relatie met de aanwezigegroenvoorzieningen. Het is gaaf bewaard gebleven en typologisch zeldzaam. Bron: Rijksdienst voor de Monumentenzorg Op begraafplaats Orthen organiseert het BAI in 2009 een interessante publieksprijsvraag: Ontwerp een Ossuarium.
Kerk van Engelen, Graaf van Solmsweg
10
Kerk van Engelen
Uit het oudste document waarin Engelen met name wordt genoemd blijkt, dat er in het jaar 815 al mensen woonden. Van de parochie Engelen weten we dat in 1285 de Abdij van Berne het pastoraat krijgt en dat sindsdien de Norbertijnen (de ‘Witheren’) de bediening hebben. Vóór die tijd moet hier ook al iets van een geloofsgemeenschap zijn geweest, want in 1147 heeft er al een kerkje gestaan
Aan het einde van de 15e eeuw wordt in Engelen een kruiskerk. gebouwd, die in 1587 is verwoest. De absis (het priesterkoor) is sinds de reformatie in protestantse handen en wordt nu door de hervormde kerkgemeenschap gebruikt. Van 1610 tot 1797 heeft Engelen geen zelfstandige parochie gehad, maar gingen de gelovigen in Bokhoven en later in Orthen naar de kerk. In 1797 wordt de parochie Engelen weer opgericht en is sindsdien een zelfstandige parochie gebleven. De in 1830 gebouwde kerk was na 100 jaar gebruik bouwvallig geworden. Daarom werd in 1933 de huidige kerk gebouwd. De kerk heeft als patroonheilige St. Lambertus, die in het jaar 625 in Maastricht werd geboren en veel in deze omgeving heeft gewerkt. Op 17 september 705 werd hij gedood. Hij is begraven in Luik, België. Engelen heeft nu ongeveer 3000 inwoners. Gezien de bestaande en nog geplande bouwactiviteiten zal dit aantal zeker nog toenemen. Ongeveer 1700 inwoners behoren tot deze parochie gemeenschap
Kerk van Bokhoven, Graaf Engelbertstraat
11
Kerk van Bokhoven (Bossche Encyclopedie)
In 1839 telde het ten noorden van ‘s-Hertogenbosch aan de Maas gelegen dorpje Bokhoven zo’n 220 inwoners. Het belangrijkste gebouw was deaan St. Antonius Abt gewijde kerk, die in 1369 tot zelfstandige parochiekerkwas verheven en waarover de abdij van Berne van oudsher het patronaatsrechtbezat. Een norbertijn van Berne oefende de zielzorg uit in Bokhoven. - Het oudste gedeelte van de huidige kerk dateert uit het begin van de 15e eeuw. Hetlaatgotische, eenbeukige schip werd kort na de dorpsbrand van 1498 opgetrokken.Omstreeks 1610 werd de kerk verbouwd. Engelbert van Immerseel, sinds 1570 baronvan Bokhoven, verleende financiële steun voor vergroting van het koor entoevoeging van dwarsarmen. - Het graafschap Bokhoven bleef in de 17e en 18eeeuw op politiek en religieus gebied autonoom ten opzichte van de NederlandseRepubliek en vormde daarin een katholieke enclave. - Na de komst van een nieuwepastoor in 1835 onderging de bouwvallig geworden kerk een grootscheepserestauratie en vernieuwing. - Tot aan de Tweede Wereldoorlog stond er eenstenen Corneliusaltaar in de rechter zijbeuk. Hierop stond, op een houtenopbouw waarin de grote reliekhouder stond, het bruinhouten Corneliusbeeld, aanweerszijden van het beeld waren neobarokke vitrinekasten met votiefgeschenkengehangen. Boven het beeld was nog een hemel van doek aangebracht. Voor hetaltaar stond een grote kaarsenbak. Dit altaar was tot 1944 de eigenlijkecultuslocatie. - Vanwege de toename van het aantal bedevaartgangers is in 1930op het kerkhof, tegen het koor aan de noordzijde van de kerk, eenopenluchtkapel (overkapping) voor missen met veel deelnemers gebouwd. Bij derestauratie van de kerk van na de oorlog is deze weggelaten. - In 1944 werdende torenspits en een groot deel van het schip in stukken geschoten. Eeneenvoudige noodkerk (momenteel woonhuis) werd naast de kerk aan de zuidzijdevan de pastorietuin gebouwd. Tegen de noordwand werd een nieuwe openluchtkapelgebouwd, waar nog jaarlijks in september bij goed weer bedevaartmissen worden gehouden. - De restauratie van de middeleeuwse kerk vond tussen 1947 en 1950 plaats. Het Corneliusaltaar in de zijbeuk werd daarbij niet hersteld, er kwam een biechtstoel voor in de plaats. Sindsdien is de verering in september tijdelijkin de doop- of sacramentskapel, links van de ingang van de kerk, gesitueerd. In die maand wordt de inrichting daarvan aangepast: het ‘bruine’ Corneliusbeeld wordt er naar overgebracht en geplaatst tegen de achtergrond van blauw doek,temidden van de eveneens overgebrachte kasten met votiefgeschenken, dereliekhouder en de processiestaven. Bron: Meertens Instituut
Kerk van Bokhoven, Graaf Engelbertstraat
11
Kerk van Bokhoven (Bossche Encyclopedie)
De kerk van de H. Antonius Abt in Bokhoven is ouder dan gedacht. Onderzoek van het hout boven het schip en het koor van de kerk leverdevoor het eerst een exacte datering van de kap op. Hieruit blijkt dat deze in1531 werden gebouwd, terwijl men tot nu toe uitging van een datering van rond1610. Bron: Boschtion Redactie, 7 april 2004 Het kerkje van Bokhoven, waarvan de historie terug gaat tot circa 1530.