1 Paasmaandag, 25 april, 23u45, lokale tijd Albuquerque, Belgische tijd 8u meer. Eindelijk een bed (!), na 24u onderweg te zijn en sinds het opstijgen te Zaventem 22u reistijd achter de rug te hebben. Om “waw” van te zeggen. En toch, wanneer ik na een vrij korte, maar toch recuperende nachtrust deze ochtend door het raam naar een half bewolkte hemel kijk met flarden blauwe lucht en schitterende zon, besef ik dat ik in Albuquerque ben en zeg ik opnieuw “waw”. Het is de moeite waard om hier te zijn en fantastisch hoe je binnen de normen van de huidige transportmogelijkheden zo 'snel' op een andere plek van de wereld kan zijn, zonder kleerscheuren. Ik logeer in het gasthuis van een koppel dat de Desert Mirror, een Zhen Boeddistisch meditatiecentrum in een rustige residentiewijk, uitbaat. Joe en 'Russ', het koppel, organiseren regelmatig Zhen workshops en sit ins. 'Russ' heet eigenlijk Debbie (geïnspireerd van D. Reynolds, actrice). Ze legt me bij onze eerste kennismaking deze ochtend uit, dat talrijke ouders hun dochter in de jaren '50-'60 deze naam gaven. Op school moest men met zo veel Debbies uiteindelijk voor de goede orde aan elke 'Debbie' een bijnaam geven. Russ was de hare. Hoe is mijn reis naar Albuquerque eigenlijk verlopen? In 't kort vrij goed, zonder echte hindernissen. Het moeilijkste was het gebrek aan beenruimte in het vliegtuig. Dat liet zich vooral tijdens de laatste uren van de tweede vlucht, Atlanta – Albuquerque, voelen. Je zoekt om de 5 minuten een andere houding die dan weer niet de gepaste blijkt en ondanks alles geraak je toch voor korte tijd in een diepe slaap. Die vervoert je vervolgens in andere, vaak uitvergrote dimensies van zintuiglijke indrukken. Ik flits voor het gebruik van de tegenwoordige tijd van dit relaas terug naar het punt, waar ik samen met Rita nog een ontbijt in de luchthaven van Zaventem neem, voor me te begeven naar de eerste controle: Na een innig afscheid wuiven we elkaar uit tot ik mijn liefde niet meer kan zien vanuit de zg. tax free zone. Eigenlijk passeer ik hier de tweede controle, daar aan de check-in desks van delta airlines zelf heeft een correcte, maar de met poker face uitgeruste security dame me eerst al aan de gebruikelijke ondervraging (“is dit uw bagage, heeft u deze zelf gepakt, is er iets verdachts ingestopt, is de bagage ergens onbewaakt blijven liggen ...?”) onderworpen en een 'securityzegeltje' op mijn paspoort gekleefd. In Disneyland oefent het personeel zich in de permanente universele glimlach, in de luchthavens oefenen de VS security verantwoordelijken zich in het onvermurwbare, humor- en emotieloze gezicht. Goeie job, ze slagen er elke keer in. Rita laat zich al bij Delta tweemaal vermanen, de ene keer omdat ze in de lijn staat van de 'incheckers', alsof ze met mij op reis gaat. De andere keer, omdat ze een foto van mij neemt in dezelfde wachtlijn. “No pictures, no phones allowed”, klinkt het me nog in de oren bij onze aankomst in New York, vorig jaar. De korte nachtrust, het afscheid van Rita, de drukte rond de volgende
2 veiligheidscan doet mijn hart wat overmatig kloppen onder mijn borstbeen. Gelukkig transformeert de gevarieerde, bonte kledij van vooral Amerikaanse Afrovrouwen dit gebeuren tot een extra spektakel. Hun kleurrijke kleren kondigen als het ware een feestelijke activiteit aan, wat mogelijke opwindingen in een luchthaven draaglijker maakt. Hier en daar geniet ik van authentieke 'Tom & Jerry ' 'big mama'-types. Mijn leren jekker – die me bij mijn 'Indiana Jones adventurer' persoonswissel helpt - begint me intussen wat te warm te worden. Goed dat ik wat kan afkoelen door hem verplicht uit te doen samen met mijn schoenen. Op mijn kousevoeten loop ik de scanner door en verzamel in één beweging mijn ontmantelde handbagage. Ik denk nog aan het belang van de vraag bij de check-in, of ik mijn valies mocht afsluiten met een slotje. “Doe dit beter niet, mijnheer”, antwoordde de steward. “Indien het niet de speciaal gecertifieerde veiligheidsslotjes zijn, scheuren de veiligheidsmensen de ritsluiting zo open met een gewone pen”, demonstreerde hij met zijn pen. Goed ik was overtuigd en heb afgezien van het sluiten van mijn valies. In het vliegtuig – het staat nog aan de grond – maken de passagiers een gemengd publiek uit. Europeanen en blijkbaar voornamelijk Amerikanen zorgen voor het gebabbel en ietwat nerveuze gelach. Ik heb de indruk dat sommige onder hen, door duidelijk te tonen dat ze er zijn, hun angst voor het vliegen verbergen. Bij het opstijgen neemt meestal dit soort gelach van 'uitbundige' mensen af. Af en toe breekt de superheldere stem van de Nederlandse stewardess door het Amerikaans door. Ik tref het uitstekend wat mijn zitplaats betreft. Het is in een middenrij van drie aan de gang en naast mij zijn de overige twee seats vrij. In mijn perifeer zicht merk ik evenwel dat er kapers op de kust liggen, die aan het beraadslagen zijn, om één van die begeerde plaatsen in te nemen. Ik beleef een binnenpret bij deze observatie. Links diagonaal tegenover mij vindt er een kleine schermmutseling plaats. Een passagier had de plaats van een koppel ingenomen en zich daar al vrij comfortabel geïnstalleerd. Een stewardess brengt het evenwel snel en diplomatisch in orde. Zowel het koppel als de ene passagier behandelen elkaar met respect, waardoor het incident zeer snel wegebt. Captain Orlando, niet de Caraïbische kaper hoop ik, heet iedereen welkom en kondigt om 10u24 aan, dat we binnenkort gaan opstijgen. We krijgen een veiligheidsfilm voorgeschoteld met een pin-up stewardess die met een full smile en zwoele latex lippen uitlegt hoe je het veiligst uit een neerstortend vliegtuig kan ontsnappen. Hoe ze het doet, ik weet het niet. Haar glimlach blijft constant symmetrisch en parallel uitgemeten over haar beide,uitgesproken jukbenen, terwijl haar ogen niets aan hun homogene blauwe schittering verliezen. Perfect. Nu hoor ik de vliegtuigmotoren tot een hoger toerental komen. Het luchttoevoersysteem blaast met kracht zijn adem uit. Het vliegtuig verandert even in een tonnenzware vrachtwagen die log voortbeweegt. Met steeds luider
3 loeiende turbines zet het vliegtuig zich in een rechte lijn op de airstrip om op te stijgen. Om 10u48 is het zover en onttrekt het zich aan de zwaartekracht van Zaventem. Zijn neus doorklieft het luchtruim en de motoren gieren en fluiten. We zijn in de lucht en zullen binnen een negental uren in Atlanta landen. Wanneer zullen we ons eindelijk zoals met de Star Trek transporter kunnen secondesnel dematerialiseren en hermaterialiseren van de ene naar de andere plek in de wereld? Het zal nog efkes duren, denk ik. Nou goed, die negen uren vul ik op met het uitlezen van een 400 paginatellende gids over de traditionele Chinese geneeskunde, het doornemen van een binnenkort geplande Qi gong cursus en het vervolgen van mijn reisverslag van onze reis naar Amerika en Canada, vorig jaar. Ja, in mijn schrijversdimensie vertoef ik daar nog steeds in NY en geraak er maar niet uit: de musical 'Adam's family' en de airco worden de komende te beschrijven thema's. Mijn maag vul ik intussen op met wat kip en rijst, een kaassandwich met een Ceasar's salad and vinaigrette sauce, een flesje rode wijn gevolgd door water, water en nog eens water. Peanuts en crackers worden gevolgd door peanuts en crackers. Het smaakt me wel allemaal. Soms sluit ik mijn ogen en mediteer ik. Bij momenten ervaar ik hierdoor een psychedelische gevoelssfeer vermengd met het homogene motorengesuis, het cocktailgeroezemoes en het reeds bekende nerveuze en opgefokte jolijt van sommige medepassagiers. De geluiden van bagagekleppen, die mensen toeslaan, schokken soms onverwachts door mijn hart. De luchtstroom en temperatuur van de regelmatig voorbijsnellende stewardessen word ik gewaar. Mijn schoenen zijn uit. Ik maak het mijn voeten comfortabel. Na verloop van tijd lopen mensen heen weer door de gangen of leggen ze een gezondheidscircuit af, om hun bloeddoorstroming te bevorderen. Anderen demonstreren – in mijn ogen - wat egoïsme en klappen hun zetel tot het maximum achteruit, zodat ik bijna hun hoofd op mijn schoot heb liggen. De vraag is alleen waar ikzelf met mijn benen en lijf heenmoet. Een uur en een half voor de landing in Atlanta krijgen we nog een lekkere kaaspizza te eten. We vullen ook onze 'immigratiepapieren' in. Sommige vragen hierin verhullen virussen als Kreutzfeld-Jacob, zeker wanneer gevraagd wordt of je vaak bij runderen je tijd doorbrengt. 20u21, 14u21 lokale tijd landen we in Atlanta. Van boven lijkt het groen van Atlanta op de bosrijke gebieden van het Limburgse, maar zodra je de skyline aan de horizont ziet opkomen, weet je dat je in een Amerikaanse stad aankomt. In Atlanta breng ik ongeveer een uur door met het aanschuiven aan de 'migration custom' posten. Het is een reuzegrote hub-luchthaven die haar reizigers van de ene naar de andere terminal vervoert met een gesloten metronetwerk. Indrukwekkend hoe dit op wieltjes loopt met zoveel door en langs elkaar lopende mensen met hun bagage achter of voor zich. Hier krijg ik soms visioenflitsen à la Metropolis van Fritz Lang. Ik
installeer
me
comfortabel
aan
een
desk
van
één
van
de
zovele
4 burgersnackbars. Daar vind ik electriciteit voor mijn portable en misschien een kostenloze wifiverbinding met internet. Wifi is er wel, maar uitsluitend voor informatie over de luchthaven. Dat laatste is natuurlijk handig, daar ik direct zicht heb op het verloop van de vluchten. Ik betaal uiteindelijk op deze airport website per credit card een uur vrije internetverbinding voor ongeveer 4 dollar en moeiteloze skype met Rita. Leuk is dat, pure science fiction zoals in Star Trek: een haarscherpe videocommunicatie, duizenden kilometers ver over de grote plas vanuit je portable. Wegens het omringende lawaai dien ik wel mijn oor aan de luidspreker te zetten, om Rita duidelijk te begrijpen. Hierbij zorg ik ervoor dat ze natuurlijk niet alleen mijn oor te zien krijgt. Met de ingebouwde webcam toon ik haar de luchthavenomgeving en de mensen her en der, lopend, smullend en bellend. Om 19u20, Atlanta tijd, wordt het opnieuw drukker en drukker, zo druk dat we niet onmiddellijk opstijgen naar ABQ. We wachten nog minstens een uur en op weg maakt het vliegtuig een preventieve omweg wegens een stormzone boven Texas. Bovendien krijg ik hier nog extra 2 uren timezone te verwerken, zodat de nieuwe aankomsttijd voor Albuquerque (=ABQ) 22u, eigenlijke Atlantatijd middernacht, wordt. In ABQ loopt de bagageverhandeling vrij traag en het wordt gauw 22u30, lokale tijd, alvorens ik me naar de autoverhuring kan begeven. De luchthavenhal is gekenmerkt door fraaie tekeningen, symbolieken en architectuur van de Indianen. Amazing! Vroeger werden ze als volksgroep haast volledig uitgedund, waarbij men alles deed om hun tradities en cultuur uit te roeien. Nu blijkt hun cultuur, tradities en identiteit te herleven. De healer Wowoka, die gewelddadig aan zijn einde kwam in Wounded Knee, had voorspeld dat op een bepaald moment de kinderen van de 'white man' de wijze van de Indianen zullen overnemen ... Een shuttle brengt verschillende passagiers enkele mijlen verder van de luchthaven naar de hub van de autoverhuurbedrijven. Kort daarna rijd ik met een knalrode wagen naar mijn bestemming in de stad en schreeuw ik bedankend, “halleluja” tot de kosmos voor de uitvinding van de GPS. Na 24u reizen zou ik geen hersenen meer hebben om de weg in het donker te vinden, noch de kracht om een landkaart te lezen. “Let's get some more optimism here”, moedigt de Han Solo-stem van de GPS me aan. We zijn nu terug bij mijn eerste schrijven beland. Dinsdag 26 april 2011: Door het raam zie en hoor ik de wind blazen. De zon priemt af en toe door. Voor mijn ontbijt maak ik eerst een kleine, verfrissende wandeling. Kwestie van mijn lichaam gezond kennis te laten maken met het klimaat, de plaats en het lokale ritme. Het is vrij koud en ik ben blij mijn leren jekker en multifunctionele sjaalbandana aan te hebben. Met behulp van eerder in Atlanta in de GPS ingebrachte toeristische adressen plan ik vandaag om op een rustig ritme de omgeving te verkennen: bijvoorbeeld, het Pueblo museum, het petroglyfenpark, de oude stad, en de
5 buurt van 'the Pitt' aan de universiteit. De GPS blijft een zeer nuttig en functioneel, praktisch hulpmiddel. Op basis van opgezochte toeristische informatie kan ik immers zo mogelijke routes uitstippelen zonder me er echt aan te binden. Ik kan 'in' het moment zelf, in functie van de heersende goesting, de beschikbare tijd en energie op een te bezoeken plaats afstemmen. Ik doe eerst de Boca Negra Canyon aan, een nationaal monument en beschermd park waarin je op zoek kan gaan naar petroglyphen: in zwarte vulkaanrotsen aangebrachte , vaak sjamanistische, symbolen en tekeningen. Ze dateren zowel van voor onze telling als voornamelijk van 1300 n.C en later. De petroglyphen zijn zowel van Indiaanse als Mexicaanse origine, d.w.z. ook van de tijd van de eerste Spanjaarden die in hun honger naar het gele metaal op zoek waren naar El Dorado. De huidige natives beschouwen het gebied als sacrale grond, waar de spirits onder vorm van wind en stofwolken toezicht houden op de bezoekers. Er wordt immers meer beschermd dan vroeger toen de lokale natives, de pueblo Indianen, de Apaches, de Zuni, de Mescalero's, de Cochiti, en de Navaho hier vrij in de omgeving leefden. Men beraamt het aantal petroglyphen op meer dan 20.000 en bestraft ontvreemding, beschadiging en zelfs verstoring van de plaatselijke rotsenbiotoop. Men weze verwittigd bij het betreden van deze gronden. De oceaan stroomde hier vroeger, blijkbaar. Schelpmateriaal, dat ook bij het vervaardigen van juwelen en siervoorwerpen wordt gebruikt, vind je hier in overvloed. Nou als ik wind en stofwolken vermeld, kan ik verzekeren dat de spirits vandaag hun beste nummer geven. De wind is zoals in de films van het wilde westen waar je best een bandana/sjaal (goed dat ik die gekocht heb in een Oostende army surpluswinkel) voor je mond houdt, om de dosis knarsende zandkorrels tussen je mond te beperken. Kleine zandstormpjes zie je in de lokale canyons aan je voorbij blazen, haast razen, terwijl de wind je probeert van je voeten te halen. De rotstekeningen zijn indrukwekkend. Ik zit hier nog met passend schoeisel in het zand, op kiezelbodem en tussen de steile en scherpe rotsen te lopen. De oorspronkelijke kunstenaars zullen er wel niet zo bij gelopen hebben ... De sterke wind nodigt me vaak uit tot een evenwichtsoefening. Ik rijd vervolgens naar het nabijgelegen Indian Pueblo Museum waar je zowel van lekkere, lokale (native) specialiteiten kan genieten in de 'Pueblo Harvest Café' als van geschiedenis, kunst en traditionele dansen. In een heel boeiende giftshop kan eveneens je inzicht over de vroegere en de huidige 'natives' verruimen. Ik kom in eerste instantie voor de historische fototentoonstelling 'Indivisible Natives' die over een vrij genegeerd deel van het bestaan van de Indianen gaat, namelijk over het feit dat naast de zogenaamde whites, blacks en natives ook Afronatives bestaan met behoorlijk wat 'Indianen'roots. Ze leefden kortgeleden in een soort schemerzone, waarbij Amerika rassen duidelijk afgebakend wil zien, geen mix toelaten in de perceptie van mensen. De Afronatives durfden lang niet, of konden niet voor hun oorsprong uitkomen. De maatschappij liet het niet echt toe en stond niet open voor schemerzones van ethnische aard. “Wanneer zal men uiteindelijk ophouden het bestaan, de identiteit van de andere te controleren uit macht, zonder enig oog voor
6 respect?”, luidt een rhetorische vraag op één van de themaposters. Dit verwijst ook naar mij, niemand bezit noch controleert me. Ik beschouw, wat vroegere managers van me zegden, “je bent 'impulsief” en een “élément incontrolable” als een kwaliteit, als een voorwaarde om met een free spirit te leven en datzelfde leven te verkennen. Om met een free spirit datzelfde leven te verruimen en verrijken met ervaringen, 'kennis' en ontmoetingen. Word ik in die free spirit geraakt, dan zet men mij in een geestelijk reservaat. Daar zou ik dan moeten leven volgens de 'goede' en 'verwachte' normen binnenin een tunnelvisie. Een tunnelvisie leidt tot de dood, omdat je je gedraagt naar verwachtingen en concepten van een ander.. Zet me dan in een doos. Wat me ook treft is de mening van één van de in een videoreportage geïnterviewde Afronatives, een oudere vrouw, namelijk: “Ik durfde er vroeger niet voor uitkomen, maar ik heb native roots, ik kan en wil ze niet ontkennen. Van zodra ik de drums hoor, word ik ernaar toe getrokken en begint mijn bloed op te borrelen, om mee te dansen en te trappen op de grond”. Ik kan me daar zeker in vinden..., ongetwijfeld wat de aantrekkingskracht en het opborrelen van mijn bloed betreft. In de Pueblo Harvest Café degusteer ik eerst een 'Cochiti Cobb', een salade met kalkoen, avocado, tomaten en een zachte chilisaus. Met grote interesse proef ik een heel fijn, lekker rood en donkerkleurig, mondvullend bier, 'Mable Red'. Ik heb hiervoor mijn ID moeten tonen, want ze twijfelden of ik wel 18 was?! Wat een compliment :-). Als dessert kan ik het niet nalaten een smeuïge Brownie met amandelnootjes te snoepen. Eén zoals alleen de Amerikanen kunnen maken, hoewel in het taarten/koffiehuisje van Oostende ... mmmm! De porties zijn redelijk 'big', maar het valt mee. Toch blijf ik verwonderd kijken naar wat sommige gasten kunnen binnenwerken. De verwarming in mijn kamer springt af en toe aan, want tijdens de nacht kan het hier vrij koud worden, ik denk zo wat 6 graden. In de loop van de ochtend en dag warmt het dan weer op, tot vlot 20°. Vandaag, 27/04/11, plan ik een andere canyon, de Rinconada waar ik op een vulkaan – en zandbodem een hike trail van een 2-tal uur plan. Naar het peublocenter keer ik terug om een net gekochte dvd om te wisselen. De aangekochte dvd was zeer broos en barstte onmiddellijk bij het verwijderen. Ja, ik heb daar wat non-Hollywoodiaanse Indianenfilms en -documentaires gekocht. Een native vendor, een prachtige Indiaanse man, gaf me hierbij raad . Hij had wel, zoals ik, soms moeite om op de namen van filmtitels of acteurs te komen, zoals Thunderheart met ... ?? (lap) of Dances with Wolves met ... “Ja”, benadrukte ik, “de hoofdrolspeler die op een bepaald moment een golfterrein in de Black Hills wou bouwen en hierdoor veel tumult bij zijn Indianenvrienden veroorzaakte...” “Oh”, zei hij, “zeg dan “the White Man”, Kevin Kostner. Wat eigenlijk gebeurd was, is dat hij beweerde dat hij door de Lakota-natie geadopteerd was, terwijl hij enkel door een familie opgenomen was.” We lachten er eens goed om. Humor op zijn native's. Pas wel op voor de dvd-regiocode. Ik zal ze enkel kunnen spelen op een met
7 deze code geprogrammeerde player of een vrije, ongecodeerde uit China. Gelukkig heb ik er thuis zo één. In het centrum wil ik na mijn hike trail dans en muziek van de 'Yellow Bird Apache Dancers' genieten. Als er tijd overblijft -ik realiseer me dat ik pas een reistijd van ongeveer 24u achter de rug heb - zoek ik gebeurlijk nog de Sandia Pueblo Village op, één van de 19 in de buurt van ABQ en Santa Fé. Daar leven nog steeds de oorsponkelijke bewoners van deze regio, de Pueblo Indianen, die destijds met zowel de Spaanse, Mexicaanse als Amerikaanse overheersing/kolonialisering te maken kregen. De 'adobe'-architectuur is hier typisch in Albuquerque, zonder de route 66 te vergeten. ABQ heeft naar het schijnt recentelijk miljoenen geïnvesteerd om hier aan de route 66 terug haar neonlite glorie te bezorgen. De bezoekenswaardige plaatsen van ABQ bevinden zich praktisch allemaal in een actieradiusbereik van 20 mijl. Daarbuiten is het maximum een uur rijden zonder te veel inspanning, bij ons naar zee rijden. Dan kan je nog de hoofdstad Santa Fé of het natuurpark, de 'Tent Rocks', bereiken. Buiten zie ik nu blauwe lucht en een oranjerode gloed aan de horizont, wat, naar mijn gevoel, een vrij mooie dag aankondigt. Ondanks mogelijke planningen, neem ik steeds de tijd om 's ochtends mezelf een ruim ontbijt te serveren en vervolgens te mediteren in de meditatieruimte van het Zen centrum, vlak naast het gastenverblijf. Wat een luxe! Begrijp volkomen dat dit een absoluut persoonlijke waardering is. Daarna wil ik me steeds met zin en enthousiasme op mijn Indiana Eagleheart Spirit toeleggen, om te ervaren en te leren. O ja, in de nacht had ik een vreemde, onwezenlijke ervaring: De wind sloeg met fluitende toon tegen de binnenste zonneluiken van mijn slaapkamer en ik hoorde precies wat gebabbel. Op de wand van mijn slaapkamer, gelegen aan de oostkant, tekenden zich grillige schaduwen af. Ze namen af en toe de vorm aan van 'Kokopelli', geestesdanser en muzikant. Buiten ging het bewegingslicht aan dat de duistere nacht van 4u30 plots verhelderde.. Soms leken de schaduwen op slangen die schichtig uithaalden, andere momenten zelfs op iemand die met een bezem reinigende, repitieve bewegingen maakte ... Was ik nu getuige van een sacraal ritueel gewijd aan de wereld waar de schaduwen heersen? Geen idee! Ik trachtte toch de oorsprong van de schaduwen te plaatsen, maar slaagde er niet echt in. De boomtakken en bladeren van buiten volgden een ander patroon dan hen. Pas later leken de vreemde schaduwen over te gaan in die van de bomen. Weird! Ik besef nu nog beter dat ik in oorsponkelijk 'native country' verblijf, per definitie 'spiritual grounds', ook al lijkt ABQ op een volgebouwde, Amerikaanse stad. Weet wel dat ABQ ook bekend staat voor haar 'ghost stories' en 'ghost tours'. Ik tref Russ in de tuin naar aanleiding van een e-mail. Ze bedankt me dat ik de eerste dag om sleutels van de guesthouse en tuindeur had gevraagd. Er was
8 immers een dronken, Indiaan zonder uitnodiging op bezoek geweest in de tuin. Hij wou blijkbaar zijn roes uitslapen in de Zen meditatieruimte. Ze heeft met hem gepraat, wat te eten gegeven en hem in alle kalmte terug naar buiten begeleid. Hahaa, deze Indiaan ligt aan de oosprong van de schaduwen van afgelopen nacht, denk ik. Maar nee, ze vertelt me dat dit de nacht eerder gebeurd was (?). Het kon ook haar man geweest zijn die wel eens vroeg opstaat om de Zen ruimte te betreden ... Ik zoek verder geen verklaring, maar de schaduwen zullen me bijblijven. De interpretatie is aan wie het persé wil uitzoeken. “Hey, are you a pilot”, krijg ik af en toe te horen. Mijn leren jekker, kaki hemd, exploratorbroek, blauwe cap en (ongetwijfeld, mijn houding :-), grapje ) dragen daartoe bij. In de Rinconada canyon krijg je bij de vleet, bijna om de 5 lavarotsen, duidelijk en minder duidelijke petroglyphen te zien. Ze staan je toe te kijken en je kan je vragen wie de toeschouwer is. Ik spits mijn blik eerst op één petroglyph toe, registreer de norm hiervan en zorg vervolgens dat ik met de net gevormde perceptiefilter de andere rotsen bekijk. Mijn fototoestel klikt de ene na de andere foto vast op zijn SD-card. De extra telelens komt goed van pas, wel wat wennen om de camera stil te houden, want sommige rotsafbeeldingen situeren zich vrij hoog op moeilijker te bereiken terrein. De wind blaast minder hart, hoewel soms een mini zandwolkje je kan verrassen. Wind spirits begeleiden me en plots hoor ik in de verte in de wind het janken van een coyote. Het gejank herhaalt zich verschillende keren en hoe ver ik ook kijk, ik zie nergens iets dat zelfs maar op een hond zou lijken. Toch hoor ik het janken opnieuw terwijl de wind in mijn buurt blijft blazen. Dan niets meer en de wind is gaan liggen. In de verte bewonder ik de lijnen van een hoogplateau. Regelmatig waait een bol droog prairiegras wervelend voorbij. De bodem lijkt begroeid met in het wild groeiende thym, een natuurlijk antibioticum. Ik vergewis me ervan door enkele blaadjes tussen mijn duim en wijsvinger te wrijven en snuif de vrijgekomen geur op. Ja, ja, het is thym. Er zouden eveneens ratelslangen op de loer kunnen liggen. Daarom let ik extra op, wanneer ik tussen dicht bij elkaar gelegen rotsen wandel. Net loopt een Afro met zonnebril me voorbij. Met rugzak jogt hij aan een behoorlijk ritme de hike trail af, terwijl zweetparels op zijn voorhoofd in de zonnestralen schitteren. Ik draai me , zowel naar links als naar rechts, in een panoramische beweging om het unieke karakter van het landschap in mij op te nemen: Indien je de aanwezige electriciteitspalen en hun kabels samen met de nieuwbouwresidenties zou wegwissen, bevind je jezelf terug in het oorspronkelijk landschap van voor de verovering van het westen. Even rustig ademen, adem vasthouden en de ogen de kost geven. Ik voel de wind en zonnestralen op mijn gezicht als energieën prikkelen. Ik snuif de geuren op van dit toch vrij dorre landschap. Hoed af, als je ziet dat er hier mensen überhaupt leven. Op het einde van de hike tref ik twee electrotechnici die van plan zijn zo'n massieve electropalen te beklimmen. De palen zijn gemakkelijk 10 tot misschien 20 meter hoog. Ik wens hen een behouden klim toe.
9 Terwijl er vlak bi,j waar ik verblijf een Presbyteriaanse (Trinity) Drievuldigheidskerk is, ligt op de weg naar ABQ university een behoorlijk Islamitisch centrum. Onlangs heb ik een Islamiet zien voobij wandelen in volledige witte, traditionele kledij met lange zwarte baard. Hij liep er traditioneler bij dan in België. Donderdag 28 april 2011 Ik neem me voor om te voet naar de universiteit te gaan en te checken hoe en waar ik me kan parkeren, waar ik mijn ingangskaarten kan afhalen, zowel voor Miss Indian World in het hard Rock Casino als voor de Pow Wow in de overdekte sportarena “the Pit”. Te voet is een ander ritme en geeft me gelegenheid om de omgeving weer op een andere manier te zien, of in andere omstandigheden mensen te ontmoeten. Ik moet helaas zeggen dat er weinig mensen voor de voeten als transportmiddel kiezen. Er wordt eerder gekozen voor de auto, de bus, de fiets en ... de skateboard. Ik teken een wegplan uit op basis van de GPS en stel vast dat ik ongeveer een 3,5 km afstand te wandelen heb. Dat valt mee. Het is zonnig, eigenlijk voor de eerste keer vrij 'normaal' weer. Achter mij lopen, denk ik, twee Indiaanse vrouwen, maar achteraf blijken ze Chinees te zijn, zodra hun taalklanken me vertrouwelijk in de oren klinken. Voor ik op weg was naar de universiteit, ving ik op internet op dat een zware twister tornado gedurende ongeveer 300 km vernietigend door Alabama raasde en vooral het zenuwcentrum van Tuscaloosa had geraakt. Alle hulpdiensten hadden zelf hulp van buitenaf nodig, verklaarde de staatsgouverneur, omdat al het rijdend noodmateriaal, communicatie- en verzorgingsfaciliteiten in hun hart geraakt waren. 167 twister tornado's hebben sinds kort vooral de zuidelijke staten getroffen. De beelden van de wervelende slurf die grote delen van zware trucks, daken van buildings van de grond tilt en met kracht projecteert zijn indrukwekkend en apocalyptisch. Is de mayavoorspelling aan het werken hier? 2012 is volgend jaar. Wanneer je de lokale mensen hier over en weer hoort, is het klimaat hier even onstabiel als in België de laatste weken, te hete of te koude pieken voor de tijd van het jaar. Ze verontschuldigen zich bij de toeristen over het onstabiele en variabele weer, alsof ik een weerpakket heb gekocht, weliswaar met een “no refund close, if it doesn't work out as expected”. Het is boeiend een wereld te verkennen op het ritme van een wandeling. Je kiest welke richting je wilt uitkijken, waar je wilt stoppen, wat je wilt ruiken – een overwelmende geur van over het voetpad hangende seringetakken –, wie je wilt groeten of van je wie zo maar een groet ontvangt – een oude hippe man met een lange witte baard op een fiets die me lachend toewuift –, welke shop je nieuwsgierigheid stimuleert – een goor erotisch ogend tankstation met een oude cadillac of buick begrafeniswagen die 'sexy things and other unsignificant stuff ' verkoopt.. Verbazend welke verschillende werelden je voorbijstapt op zo'n korte afstand.
10 Wat me ook opvalt is dat de medische wereld hier geld verdient met alles en nog wat. Zolang je maar een witte kiel draagt en een Dr. of Phd in je titel vermeldt, heb ik de indruk. Bijvoorbeeld, ik zie reclame voor een sector die zeker nog in België officiëler kan aangeboord worden:het chirurgisch, dermatologisch effectief en respectvol verwijderen van sinds kort ongewenste tatoeages. Hoe ze het doen weet ik niet, maar ze maken misschien plaats om nieuwe tattoos te kerven in de opperhuid. Crazy! Nu, de zogenaamde alternatieve helingsector krijgt hier evenveel 'businesskansen' en mag tevens levensgrote publiciteitsborden langs de avenues en highways opvullen met helende, geld aantrekkende boodschappen. Het geluk en de gezondheid met een grote G zijn overal te koop en pakklaar consomeerbaar. Naar de cosmos toe en de spirits spreek ik de wens uit interessante ontmoetingen te hebben. Mensen om om mee te praten en van gedachten te wisselen. Ik waardeer sowieso edele stilte, maar een gezonde, verrijkende babbel met een man of vrouw mag er ook af. Ik sta open voor wat op mijn weg zou komen. “Hey, look guys, he comes from far away. He travelled a long way to get here and attend the pow wow. He is from Berlin – Belgium, Berlin, what 's in a name? Distance? -”, roept een Texaan aan het loket van 'will call'. Will call is het loket in een prefab, lees, kantoor van het bouwwerftype waar je pregeregistreerde betalingen en boekingen van ingangskaarten kan ophalen. De Texaan Chubbard is bereid me na de pow wow gathering of Nations enkele extra affiches toe te sturen, gratis. Ik ben blij, zo kan ik er een extra twee of drie aan vriend-sympathisanten uitdelen. Op de terugweg kom ik een Duitser tegen uit München. Hij is met zijn vrouw werkzaam in de alternatief, energetisch helende branche. We wisselen enkele ervaringen in het Duits uit en waarderen wederzijds de synchroniciteit dat twee 'verwanten' elkaar ontmoeten op deze plek van de aarde. Bijna aangekomen aan mijn verblijf, de Zendo Mirror Guesthouse in de Silver Avenue, doet een Indiaanse vrouw, een eind veertig- of begin vijftigster , mij teken. Ze is redelijk aantrekkelijk en gekleed in jeans en een donkerblauwe sweather. Ik loop naar haar toe, want ik wil horen wat ze mij te zeggn heeft. Misschien is zij mijn 'interrelated relation' – zoals uitgedrukt in de Lakota begroeting 'Mitakue Oyasin' – die me meer dieptegang zal geven in de perceptie van 'natives'. Ze begroet me en: “Can you spare 1 dollar. I've to take the bus and have no money. It's far away”. Ik wil zeker een behoeftige helpen, man of vrouw, van welke origine ook en tast in mijn zakken naar een dollarbiljet. Dan blijkt dat een soort korte termijn buskaart 2 dollar kost. Ik blijf in mijn contactmakende stemming en geef haar 2 dollar ... “ Do wanna date?”, vraagt ze mij. Ik begrijp haar, maar vraag haar toch nog even te herhalen. Is dit hoe de cosmos mijn wens beantwoord? Ik had het misschien precieser moeten formuleren. Be careful what you wish for, hey. “Well it's my birthday, we can celebrate it together ... Do you wanna date (do you want a date, in goed Engels)”? 20 dollars.
11 “No sorry, thank you. But anyway, congratulations with your birthday”, antwoord ik haar. Ze kijkt wat teleurgesteld, maar herpakt zich gauw en zegt dat ik een 'sweet person' ben. Ik kijk uit naar deze avond in het plaatselijk Hard Rock Casino, waar de traditionele Miss Indian zal verkozen worden op basis van de kennis van haar eigen roots en natuurlijk présence. Badpakken komen er niet bij te pas, heb ik opgevangen. Gelukkig! Ik ben echt benieuwd hoe 25 Misses Indian zich gaan profileren. Ik kies deze namiddag om wat rustig in mijn logies te verblijven, wat te rusten en ook verder mijn indrukken en ervaringen neer te pennen. De lucht oogt nog steeds zeer blauw en een aangename warmte van ongeveer 20 graden werkt ontspannend op me in. De bloemenrijke tuin van het Mirror & Desert Zendo centrum dragen hiertoe extra bij. Het is hier fijn. In vol vertrouwen mag ik over de hele guesthouse beschikken, mijn eigen ontbijt of zelfs warm eten klaarmaken – als ik me geroepen voel – en er vrij in rond lopen alsof het mijn eigen huis is. Het voelt ook als thuis aan momenteel. De uitbaters kruis ik nauwelijks, tenzij ik hen absoluut iets te vragen heb. En dat respecteer ik. In sommige B&B's word je soms te regelmatig bezocht door de uitbaters, wellicht hun manier om je wat in het oog te houden. Hier, compleet Zen. Vrij, wederzijds respect van stilte, gaan en terugkomen wanneer je wilt, wat je bezoekintenties ook mogen zijn. “Zoek het zelf uit”, ervaar ik als een avontuurlijke stimulans tot ontdekking. De 'Miss Indian World Pageant' show begint officieel om 19u, maar de deuren gaan al om 18u open. Het ligt buiten de stad langs de motorway, maar vrij dichtbij. Indien het verkeer meevalt – hier rijdt het praktisch steeds vrij vlot en zelfs stressloos – ben ik er op een half uur. Indien het verkeer door werken wat zou tegenvallen, eerder misschien een uurtje rekenen, op het gemak. Ik neem graag voldoende tijd om in Zen-stemming van dit verblijf in Albuquerque verder te genieten. Misschien nog even skypen met mijn vrouwtje, het is nu ongeveer 22u in België. Dan eventjes rusten of mediteren, voor ik me voor de eerste keer tussen honderden 'Indianen' meng. Omstreeks 17u vertrek ik met mijn knalrode Chevy – in dit geval, een economisch spin off-model van het vroegere Koreaanse Hyundai – naar de motorway. De vorig jaar in New York aangekochte Tom Tom GPS doet goed zijn dienst en wijst me op basis van zijn recent geactualiseerde kaarten de goeie richting uit. In België zet ik er opnieuw de Benelux op, maar hier functioneert hij opperbest in 'Indian Country'. Voor de fun verwittigt Han Solo van Star Wars mij af en toe voor naderende, vijandige schepen “keep on track ... I cann't hold them off for ever ...”, die met voorbijgierende razende snelheid mijn autootje willen grillen met laserstralen. Chewie (Chewbacca), de wookie, schreeuwt regelmatig zijn onrust uit en dient door Han gekalmeerd te worden. We blijven in het goede en veilige gezelschap van mijn avontuurlijke begeleiders en volgen de aangegeven koers door het indrukwekkende landschap van ruime, dorre vlakten met schrale begroeiing en oude bergen met canyon look. Het verkeer op de motorway begint te vertragen, wat ik
12 vreemd vind. Zou dit mijn eerste file zijn, rijden ze allemaal naar het Casino? Ik kijk rond op de 4-vakken rijweg, die zich langzaam aan volledig vult, en bespeur nergens enige vorm van opwinding. Ik grijp een energy chocolate bar, bijt er een stuk af en laat mijn smaakpapillen hun proevend werk doen. “This is part of my pow wow stay, what the heck. Let's enjoy everything and see it as a full experience”, moedig ik me zelf aan. Ik ben vroeg genoeg vertrokken en heb tijd zat. Verderop verklaart een wegversmalling wegens werken de verkeersvertraging. Eens deze voorbij vlot de autostroom terug aan een gemiddelde van 60 miles/h. “Take the next exit, keep right and don't get cocky ... a wookie don't like to be upset ... keep right ... don't get cocky”, hoor ik in de luidspreker van de GPS. Ik volg zijn instructies op terwijl ik hoor Han Solo tussen geklaag en zelffelicitaties zeggen: “Don't every one thank me at once ... Yeah, from time to time I even amaze myself”. Ik gun hem zijn felicitatie en GPS kwaliteiten en nader het Casino met “you have reached your destination”. Triomfantelijke muziek van Star Wars geeft er een extra dieptegang aan, zeker aan het woord 'destination', bestemming ... Ik kom aan op een reuzenparking met lichtborden. Overal zijn er wagens geparkeerd en andere stromen toe. Ik ben zeker niet de eerste en zoek temidden van de andere voertuigen een gepaste plaats. Eén die ik deze avond na de show gemakkelijk zou terugvinden. Na uitgestapt te zijn, kijk ik goed rond en registreer verschillende herkenningspunten zoals een reclame lichtbord, een kolossale hummer, de rij waarin mijn roodje staat, enz., om de parkeerplaats te situeren. Verschillende mensen, voornamelijk Natives zijn op weg naar het Casino. Waar is het casino? Indirect verlichte, borrelende fonteinen wijzen me klaarblijkelijk de weg. Ik zie in de nabije verte paleisachtig gebouw opdoemen op een heuvel. Onder een groot zonnewerend 'grand entrée en welcome' afdak worden auto's van hun inzittenden of bagage verlost door een 'piccolo' of een 'valet'. Dit lijkt me eerder het hotelgedeelte. Ik begeef me in elk geval in die richting, maar merk dat er talrijke 'Indianen' een zeer breed zebrapad oversteken, om links af te wijken naar een andere inkomhal. Daar moet ik zijn! Daar waar zowel jong als oud zich vrij koortsachtig en onverwijld naartoe bewegen. Het weer is schitterend en voorspelt een mooie, zachte avond met weinig wind. Vanop de parking bewonder ik de verlaten vlakten, hier en daar doorkruist met wegen. Wis even de wegen weg en je staat in authentiek, onaangeroerd en inspirerend natuurgebied. De andere inkomhal geeft blijkbaar uit op het middengedeelte van het echte speelcasino. Ik loop langs tal van soorten gokmachines bemand met hun spelers, die ik bewust negeer, omdat ik in eerste instantie gekomen ben voor de Miss Indian World show. Verderop is de hoofdingang naar de showruimte. Lange rijen schuiven reeds aan om ter plaatse nog een ingangsticket te bemachtigen. Met mijn vooraf betaald en geboekt ticket geraak ik moeiteloos binnen in de spektakelzaal. Er is plaats genoeg. Hoewel, ik kijk toch snel uit naar een passende plaats om wat te kunnen fotograferen, maar ook om vooral zowel de stemming, de show als ook het wezen van de toeschouwers mee te krijgen. Het podium is al feestelijk verlicht met blauw spotlicht en projecties
13 van native symbolen op opgehangen wanddoeken. Er wordt precies nog materiaal voor een muziekgroep in gereedheid gebracht, spots en kabels bijgesteld. Steeds meer mensen beginnen te zaal te bevolken: vrienden, familie en kennissen uit, meen ik, verwante, andere stammen en naties uit Albuquerque, maar ook uit andere staten en windrichtingen begroeten elkaar hartelijk op deze 28ste jaarlijkse bijeenkomst. Van tijd tot tijd spot ik een oudere native, een man met een heel warmmenselijke en verwelkomende uitstraling. Hij zou best één van diezelfde, bekende 'Indianen' kunnen zijn die de Hollywood filmindustrie steeds weer kiest, omdat ze aan hun stereotypen over de 'noble savage' beantwoorden. Desondanks blijft de man mijn aandacht eisen. Hij groet talrijke mensen en wordt zelf vaak begroet. Iemand van betekenis binnen de Indianengemeenschap in Albuquerque? Ik zet me neer naast een familie met drie meisjes en twee jongens. Ik voel dat ze me wat geïntrigeerd bekijken, maar verder niets. Ik draag mijn smaragdgroene turtel halssnoer en een kleurrijk hemd met haast Indiaanse symbolen. Het past binnen deze omgeving in elk geval, want kleuren en al hun schakeringen in divers mogelijke variaties op kledij, hoofddeksel met en zonder veren of opsmuk zijn wel een typerend element van de wereld waarin ze leven. Het straalt kracht uit. Wat me eveneens opvalt en waar ik me goed bij voel, is de aanwezigheid van ongedwongen jolijt, plezier en fun met humor. Vanuit alle hoeken hoor je gelach, kinderen pret maken, jongeren en ouderen met elkaar hartelijk en respectvol omgaan. Het is hun event, hun gelegenheid om iedereen van de familie te tonen dat ze er zijn en als volk een identiteit, cultuur en stevige roots hebben. Een enorme sfeer van socialising heerst er en zelfs personen als ik, buitenlander, toerist, non-native, voelen zich welkom. Ik kijk rondom me heen en zie hoe steeds meer de resterende plaatsen bezet geraken. Het begin van de show om 19u nadert, het podium staat klaar en een bekende Native presentator en Canadese Native anchor woman bereiden zich voor op hun taak om deze 28ste Miss Indian World op zijn best aaneen te praten. Onderlinge grapjes tussendoor zullen per definitie deel uitmaken van het programma. Mannen zijn even talrijk en krachtig aanwezig. Dit wordt een fijn evenement. Nadat een stem in de luidsprekers het begin van de show aankondigt, breekt een spontaan gejuich, applaus en gejoel uit bij het opkomen van de presentatoren. Vooral wanneer ze het publiek met overtuiging toeroepen: “ We have survived, the indian native has survived!” Deze boodschap is van enorme bewuste betekenis en doordringende kracht, van zodra je maar beseft dat de eerste bewoners van Amerika sinds 1492, de ontdekking van Amerika door Columbus, in de meeste gevallen net aan genocide ontsnapt zijn. Tot het einde van de 19de eeuw toe! Als ik al de kracht hiervan voel, zullen zij het zeker beseffen wat die boodschap inhoudt. En het onrecht gebeurt nog op subtiele manier waarbij het niet respecteren van gesloten akkoorden, hoe oud ook, steeds als rode draad terugkomt. Vreselijke, mensonwaardige details kan je in een belangrijke, 'correct' historische archief terugvinden, nl. in het naslagwerk als “Bury my heart at wounded knee” door Dee Brown.
14 In elk geval, de show breekt los met een Native die een mix van reggae en Indiaans ritme op de toeschouwers afstuurt. Dansmuziek kruipt in de benen en ik zie weinig mensen stil zitten op hun stoel. Ze leven zich uit. Er wordt herinnerd aan het feit dat Jimmy Hendriks altijd prat ging op zijn deels native afkomst (Cree of Blackfoot). Ik zit als één van de weinige non-indians mee te genieten van het spektakel. Af en toe kijkt een klein meisje ietwat berispend naar me toe, zodra mijn reflexcamera klikkend afgaat. Foto's zijn gelukkig toegelaten, filmen niet. Ik voel me wat onwennig. Na een spetterende en overweldigend krachtige dans van Azteekafstammelingen, zowel mannen als vrouwen, rijk uitgedost met heel lange veren van, denk ik, paradijsvogels, enz. worden 25 jonge vrouwen als mogelijke kandidaat Miss Indian World op applaus en jubelend gefluit – ik fluit goed mee – onthaald door het publiek. Een jury, die vooraan zit, bestaande uit voorname personen uit de native wereld, zullen de jonge kandidates evalueren en beoordelen. Uit alle hoeken van de VSA en Canada komen deze vertegenwoordigsters van hun respectievelijke natie. In het publiek zitten ook veel jonge en oudere gekroonde indiaanse princessen die hun verwante 'krijgsters' ondersteunend toejuichen: Van Ojibwe tot Cree, van Blackfoot tot Crow, van Cheyenne tot Shoshone, van Sioux tot Navaho, van ... tot ... gaat een hele presentatie door waarbij elke vertegenwoordigster samen met familie of andere leden van de stam een eigen authentiek gegeven van hun gemeenschap voorstellen, uitbeelden, spelen, zingen ... Ze wijzen o.a. op het behoud en het integreren van hun traditionele waarden in het hedendaagse leven. De organisatie van de show en de GON pow wow wil vooral ook in deze moeilijkere, economische tijden deze jonge, veelbelovende – vaak vrij geschoolde en opgeleide – vrouwen een ruggesteun geven. Om van hun leven iets te maken, maar ook om als vrouw binnen en vanuit de native gemeenschap een stimulerende en voorbeeldgevende rol te spelen. De vrouw die op het einde van de GON pow wow, op zaterdag 30 april uitgeroepen zal worden tot Miss Indian World 2011, zal een aardige prijzenpot en een reis naar Las Vegas winnen, maar zal vooral alle Indiaanse naties mogen vertegenwoordigen t.o.v. alle generaties. Uiteindelijk zal zij tonen aan de buitenwereld dat de great nations er bewust en alom zijn. Op een vrij korte tijd komen elk van de 25 jonge vrouwen in hun traditionele outfit aan bod en slepen ze vaak het publiek mee in hun storytelling, hun spirituele chant tot de spirits of mother earth, hun drumspel, hun grapjes, hun religieuze dans of zelfs in hun atletische proeven. De atletiek betreft voornamelijk de Inuït vertegenwoordigster uit Alaska. Er heerst een enorme vrouwenkracht in de zaal en dit is voor mij zeer authentiek: uit aloude roots gegroeide 'women's lib', waarbij het belang van de verantwoordelijkheid van de vrouw als essentiele bouwsteen van de gemeenschap duidelijk wordt gedemonstreerd. Het is een zeer gevarieerd, voor mij ook, etnologisch schouwspel. Veel 'Misses' hebben te kampen met plankenkoorts. Sommige spreken
15 daardoor te snel, anderen schieten soms in een nerveuze lach en verliezen de connectie met wat ze te vertellen hebben. Ze worden in elk geval zowel door de presentatoren, het publiek als ook door de Miss Indian World 2010 aangemoedigd en geprezen voor hun durf, om voor zo een grote zaal op te treden en hun vrouw te staan. Ze doen allen hun best, dat staat buiten twijfel. Omstreeks 22u00 wordt de show afgesloten met een laatste parade van de 25 kandidates in vol ornaat en gezelschap van hun familie en begeleiders. Ze worden een laatste keer op een luid en wild enthousiast gejuich onthaald. Ik blijf nog wat zitten, terwijl ieder opstaat en de zaal verlaat. Ik wil de indrukken laten bezinken en de aangevoelde energieën rustig plaatsen. Mij blijven bij: de kandidate die 'op de zuster van Winnetou, “No-Tshi”, uit de oude Duitse Karl May films gelijkt – ook een liefdevolle jeugdherinnering uit mijn stripverhalentijd -, maar ook de kandidate uit de Inuït (“eskimo”)natie. De ene had een zeer bewuste presentatie, zelfzeker en wist assertief waarvoor ze stond. De andere blonk uit in atletische proeven – een bal, op slechts een halve meter van en boven jou, in één stabiele beweging met de tip van je voet raken, zonder maar je evenwicht te verliezen. Ze was een stuk kleiner dan haar medestreefsters, maar toonde ook dat ze buiten die proeven een duidelijk evenwicht beheerste in haar kijk op het leven. Bravo! Nu wil ik me toch eens begeven naar de wereld van het gokken, dat ik ervoor heb genegeerd. Ik neem me voor aan geen enkel toestel te komen, maar wil vooral het klank- en lichtspel op mij laten afkomen en erin onderduiken. Terwijl ik me morgen op de eerste pow wow dag een kijk en ervaring van een totaal andere natuur zal gunnen, surf ik hier op licht-, klank-, kleur- en menselijke impulsen af. Zoals je van Japanse speelhuizen, de bekende 'pachinkoya's' gewoon zou zijn, word ik hier bij het wandelen door het speelcasino overrompeld door toeters, belletjes, spotjes in alle kleuren van de regenboog, rinkelende muntjes, digitale fortuinwielen, gokmachines die er als 3-D pc games uitzien, mensen met een blik op oneindig, geïnstalleerd in haast sportauto, kuipvormige, lederen zetels om comfortabel genoeg te spelen en geld te verbruiken. Ik wandel langzaam door deze haast hallucinant verlokkelijke ruimte door en neem de tijd om de hele zintuiglijke dynamiek in mij op te nemen. Zonder waardeoordeel, gewoon als bezoeker. Elk lichtje, elke gimmick, elke electronisch, visuele stunt, elke glitter ... komen op mij over als identificeerbare, toch merkzaam prikkelende consumptietentakeltjes die je meevoeren op een lange 'reis', ... als je het toestaat. Even powerful als de Miss Indian World show, maar van een totaal andere wereld. Machtig! Het faire van dit alles is, dat zowel non-indians als 'indians' hier zich amuseren – met welk gevolg ook. Ik bespeur geen enkele vorm van elitarisme zoals je dat in Belgische casino's zou vinden.Zekerheidshalve lopen er voldoende veiligheidsverantwoordelijken rond, die ervoor zorgen dat het vertoeven in het casino aangenaam blijft. Eet- en drankgelegenheid van de klassieke, Amerikaanse 'Big' en 'mega'-voedingsketens zijn ook allen vertegenwoordigd. Dat laatste kan je aan de lichaamsomvang van sommige bezoekers van alle leeftijden zien. Ik tref mensen in een rolstoel, maar ook zelfs 'gokkers' die met draineerbuisjes in hun neus hun zwaar lijf meetornen naar een volgende spelmachine. Eventjes denk ik aan sommige schilderwerken van James Ensor,
16 of Hieronymus Bosch, waar mensen op vrij chaotische en vervormde wijze worden voorgesteld. Ik heb gelezen dat de casino's in de reservaatgebieden in vele gevallen vaak één van de belangrijkste bronnen van inkomsten, werkgelegenheid en economie vertegenwoordigen voor de plaatselijke, native gemeenschappen. Inkomsten die hen helpen om scholen op te richten, sociale opvangnetten voor de minder bedeelden, studiebeurzen voor een opleiding ... Ik heb ook gelezen dat enkele republikeinse senatoren op een vooringenomen, vaak indiaans onrespectvolle en puriteins, geïnspireerde wijze bepaalde reservaten het recht wil ontzeggen een casino op hun grondgebied op te starten, omdat ze zg. door de federale regering in alles voorzien worden sinds ze naar reservaten gedeporteerd werden. Dit laatste is zeker nog onderwerp en aanleiding voor heftige discussies. Ik snuif voor de laatste keer de casinosfeer op, kruis nog enkele van de kanditates op mijn weg naar buiten en trek langs de groen en turkoois oplichtende fonteinen naar mijn roodje. Na een laatste blik op het Hard Rock Casino Palace and Hotel, op één van de lichtborden die het optreden van Stephen Marley, de zoon van wijlen Bob, op zondag 1 mei aankondigt, op de in de duistere nacht oplichtende zwaailichten van politievoertuigen geeft Han Solo met geschreeuw van Chewie de richting aan naar 'huis', “don't get cocky ... and I cann't hold them off forever ... .” “Go for your destination ... may the pow wow spirit be with you, Carlos Eagleheart”, vul ik zelf aan in goed vertrouwen. Morgen begint de eerste Gathering of Nations pow wow in the Pit van Albuquerque University en ik wil er bij zijn vanaf het begin, 10u. A-how! Vrijdag 29 april 2011 De nacht is rustig. Er zijn geen schaduwen die me met een bezoek verereren en buiten blijft het windstil. De bladeren zwijgen. De tuin van het Zen centrum ademt kalmte uit en nodigt me uit om te gaan slapen. Omstreeks 7u30 sta ik met vol enthousiasme op. Eerst wil ik nog wat mediteren in de daarvoor bestemde zaal van het centrum en vervolgens me een stevig ontbijt bereiden om met kracht en inzicht aan de pow wow deel te nemen, weliswaar als toeschouwer in eerste instantie. Ik kijk ernaar uit. Ik herinner me dat ik in België had overwogen mijn Indiaanse lederen 'trappers vest' mee te nemen om tijdens de pow wow aan te doen. Ik heb voor iets minder opvallends gekozen, mijn blauwe cap met 'native' vermeld achteraan en vooraan een geborduurde mandala. Ik trek mijn smaragdgroene turtleamulet aan, deel van mezelf, en voel me zo klaar. Han Solo brengt me recht op het goede pad naar de Chavez Avenue waar de New Mexico University van Albuquerque ligt en the Pit duizenden natives opwacht. Dicht bij de pow wow arena kan je voor 5 dollar limietloos de hele dag parkeren. De meeste parkings zijn nog vrij verlaten en er is keuze te over om mijn rode chevy/daewoo te stallen. Alvorens de auto af te sluiten, neem ik
17 mijn rugzak eruit waar ik mijn fototoestel, een extra lens, een fles water, een energy bar, een banaan en oranje steken heb. Kwestie van te overleven, hé. Zal ik de eerste dag natives ontmoeten om van gedachten te wisselen of kies ik voor onderdompeling in de indrukken, klanken en kleuren van het komende schouwspel? Ik kies om te laten verrassen en het te nemen zoals het komt. Aan de ticketloketten, vlakbij de hoofdingang van de Pit, zie ik vele mensen nog aanschuiven. Mensen die waarschijnlijk net in de ochtend of gisterenavond laat zijn toegekomen. Het is nog vrij kalm en het is maar pas 10u15. Officieel is het programma nauwelijks begonnen en kan je eigenlijk vrij comfortabel binnenstappen. Zelfs de brede lanen die met Chavez kruisen tonen heel weinig verkeer. Zowel binnen en buiten de grote inkomhall staan mensen met een zwarte broek en gele t-shirt, Landmark Event Staff people. Zij controleren je op een geldig polsbandje, mogelijke wapens en alcohol in je reiszak/rugzak. Ze voeren hun werk vriendelijk en correct uit. Eens je binnen bent is de weg volledig vrij. Het doet me wat denken aan een 'CON', de 'conventions', de plaatsen van grote bijeenkomsten, waar duizenden fans van, bijvoorbeeld, Star Trek, naartoe trekken. Enkele standjes in de inkomhal prijzen de pow wow catalogus en andere pow wow regalia aan. Er is een heel vrijblijvende atmosfeer. Je kan kijken naar wat ze te bieden hebben, zonder dat je halsstarrig aangemoedigd wordt iets te kopen. Dat staat me aan. Ik koop een extra programmamagazine met de allures van een wereldtijdschrif en blader die door. Dit wordt mijn werkexemplaar, het andere van mijn 'will call'pakket hou ik als memorabilium. Er zullen vandaag en morgen parallel op 2 verschillende plaatsen optredens te zien zijn, begrijp ik goed: enerzijds, de tradionele pow wow binnen in de overdekte arena, anderzijds, het moderne artiestenluik, Stage 49, buiten, waar zowel de eettenten met traditionele en lokale specialeiten, als de grote 'indian traders' tent ingericht zijn. Een heel precies tijdschema toont waarvan je getuige kan zijn de twee komende dagen. Het ziet ernaar uit dat ik niet op twee plaatsen tegelijkertijd aanwezig zal kunnen zijn. Ik zal best mijn tijd volgens prioriteit indelen en vandaag aftasten in welke mate ik traditionele met hedendaagse native muziek en dans wil afwisselen. In het pow wow magazine vind je eveneens boeiende illustraties met uitleg over de oorsprong van dit gebeuren. The Pitt is eigenlijk een mega basketball arena waar je met duizenden kan zitten. Meerdere trappen vanuit meerdere richtingen leiden naar de 'put', het speelterrein zelf. Boven, rond de arena-omtrek, leiden wandelgangen me langs gebruikelijke drank- en eetstands, maar ook langs eerste traderskraampjes. Ik richt mijn ogen heel koel hierop, vermits ik in eerste instantie me op het pow wow event wil toespitsen. Weliswaar volstaat zelfs een koele blik als voorsmaak van welk walhalla aan indiaanse artikelen in de grote traderstent verlokkelijk staat te wachten. Juwelen, mocassins, drums, fluiten, fluiten, traditionele kledij, veren in alle kleuren, accessoires voor pow wow kledij, maskers, tijdschriften, posters, t-shirts, ... zullen spoedig mijn belangstelling prikkelen. Met het vooruitzicht morgen wat aan te schaffen – ik wil mijn pijlen pas later afschieten -, loop ik meerdere keren nog rond. Beneden verloopt alles
18 nog vrij kalm. Kabels worden nog verbonden met een centraal podium van waaruit waarschijnlijk het hele gebeuren zal gepresenteerd en ingesproken worden. Er zijn nog vele zitplaatsen vrij en ik probeer van boven te zien, waar ik me het beste kan installeren om goed zicht te hebben en leuke foto's te kunnen trekken. Vier grote videoschermen bieden de toeschouwer de mogelijkheid zelfs van de verste plaats de optredens van dichtbij te zien. Het lijkt allemaal heel professioneel ingericht. Ik verkies evenwel de pow wow zo veel mogelijk van dicht bij te zien. Daarom ben ik er zo vroeg, om een strategische plaats te kunnen uitkiezen. Momenteel is dat nog mogelijk, hoewel hier en daar al meerdere zits met dekens bedekt zijn. Deze zijn bezet blijkbaar en ik ga er ook van uit dat dit per definitie het feest is van de 'first native American', waardoor ik me naar hun houding schik. Ik overzie nog even de hele arenaruimte en voel het grootse dat op komst is. Voorzien van mijn rugzak met drank, wat snacks en fototoestel met standaarden telelens, begeef ik me uiteindelijk naar een plaats dicht bij de arenavloer en het centrale podium van de ceremoniemeester. Hoog genoeg om toch nog een zeker panoramisch zicht te hebben en niet enkel voeten, benen of hoofden te zien. Hoewel, in het kader van een pow wow kunnen zelfs die verschillende lichaamsonderdelen ook heel interessant getooid zijn. Ik installeer me, trek mijn leren jekker uit – het is aangenaam warm –, hou mijn fototoestel klaar en wacht af. Verras me, pow wow! Terwijl ik afwacht, geef ik mijn ogen en oren de kost natuurlijk. De eerste verrassing is al dat er een vrij gezette, in groen geklede jonge vrouw klassieke aria's zingt en die doorheen de arena met het nog weinig talrijke publiek laat weerklinken. Ik kijk wat op daar ik dergelijke zangkunst niet op een pow wow verwacht. De artieste doet het wel heel goed en het toont duidelijk aan dat de hedendaagse 'native' op vele gebieden zijn 'vrouwtje' staat en mee evolueert. Ik vind het fijn en op mij komt het over als een boodschap van “we kunnen meer dan alleen dansen, zingen en drummen in traditionele kledij; we overstijgen zo onze kracht ...” Er beginnen wat meer mensen binnen te komen en ik zit goed. Ik zie, zoals in het Casino bij het Miss Indian World, toeschouwers en deelnemers van alle leeftijden. De eerste deelnemers onderscheiden zich door hun outfit die ze al half dragen, of door grote valiezen of tassen die ze meesleuren. Vaak zijn ze vergezeld van hun hele familie, of misschien zelfs clan. Ik heb er het gissen naar. Eén ding weet ik goed, veel mensen zijn en voelen zich bij een pow wow betrokken, zowel als deelnemers en als organisatoren. Ik realiseer me niet direct dat de pow wow pas goed zal beginnen tegen de middag, het moment van de plechtige opening met de 'Grand Entry' of 'Grand Entree'. Ik ben immers momenteel een pow wow groentje en wil bijleren. Na de ariazangeres kondigt de omroeper een bekende 'native' basketbalspeler aan. Deze nodigt jonge mensen uit het publiek uit, om snel enkele behendigheidskunstjes met de bal aan te leren: een bal op één vinger laten tollen of van de ene arm langs je schouders op de andere arm laten overbollen.
19 Ja, niet alleen ariazangeressen, maar ook sporters die vrij goed scoren. In een tijdschrift had ik een artikel gelezen over het feit dat sommige stammen vroeger vrij bekend waren voor hun snelle lopers. Zij overbrugden zekere afstanden in de kortste tijd en konden zo belangrijke boodschappen snel aan verder afgelegen gemeenschappen meedelen. Vroeger kregen de natives nauwelijks kans om als atleet aan de bak te komen. Nu herontdekt men vroegere sportdisciplines en wil men ze nieuw leven inblazen door jongeren in te zetten in het kader van universiteitsbeurzen. Het lijkt wel effect te hebben, de balsport kent immers grotendeels zijn oorsprong bij de Indiaanse volkeren. Terwijl de basketballer zich van zijn beste entertainende rol toont met bijval van de toeschouwers, bereidt zich een Yaqui voor om samen met zijn muziekgroep jazz, jazzfunk en klassieke, religieus geïnspireerde songs te brengen met 'Indian flavor'. Dit presenteert zich als een gelegenheid om kennis te maken met één facet van de hedendaagse Indiaan. Eens alle electro- en geluidskabels met instrumenten en luidsprekers verbonden zijn, verrast de Yaqui, voorzien van een Stevie Wonder zonnebril, enthousiast met kleurrijke en aangename guitaar- en stemklanken. Zijn repertoire reikt van Samba Pati tot ene klassieke 'Ave Maria' op zijn jazzies. Indiaanse fluit klinkt af en toe in de achtergrond als afronding... Ik kijk rondom me heen in de arena en de zitplaatsen raken steeds voller met toeschouwers en deelnemers. Het uur van de Grand Entree nadert. Het is bijna middag en voor mij beginnen op de voorste rijen zich koppenprofielen te vormen. Ook non-Indians, toeschouwers, fotografen ... zoeken zich een ideale plaats uit. Mijn blik verkent regelmatig de bewegingsruimte en het gezichtsveld, nodig om straks op fotojacht te gaan. Op een bepaald moment komt een zekere beroepsfotgraaf - hij ziet er zo uit volgens het aantal specifieke lensen dat hij draagt - naar me toe: “ Ken jij de regels van toepassing inzake het fotograferen?” In mijn hoofd springen al de zg. officiële regels op van mijn 'pow wow boekje': toelating vragen om te fotograferen, eerst vooraf vragen en misschien betalen voor een foto, op de dansarena mag je je niet begeven zonder speciale toelating (die had hij evenmin als ik); stelt hij die vraag aan mij, zie ik er zo 'professioneel' uit ...? “I don't know”, antwoord ik hem, “you have to ask to the officials in the arena”, voeg ik er nog aan toe. Ik blijf braaf op mijn plaats staan. Hij volgt mijn advies op en wendt zich tot een 'official' met gele t-shirt. Dit is mijn eerste pow wow en blijkbaar wil ik uit een zeker, misschien misplaatst, 'overdreven' respect de regels toepassen, terwijl de sympathiek ogende en vriendelijke man met witte haren wellicht zijn doel zal halen: zo dicht mogelijk foto's van de levendige en krachtige 'indianen' spirit kunnen vastleggen. Ik blijf de omgeving van de arena bewonderen en observeren. De menigte blijft aanzwellen en mijn gevoel zegt me dat het begin van de pow wow zich steeds meer op een voor mij indrukwekkende manier gaat aankondigen. Hoe noemen ze het ook weer? “The Grand Entrance, the Grand Entree, the Grand Entry”, al naargelang van je taalvoorkeur. So what the heck! Ik heb hier 24u reistijd voor over gehad om de “Grote Opkomst” van de '(Noord)Amerikaanse Indianen' mee te maken. Enigszins de helden van mijn 'Karl May,
20 Willy Vandersteen-avonturen of de hoofdrolspelers van mijn 'cowboy en Indiaantje spelen ' met 'B-Britains' Indianen, Cowboy's en 7th Cavalry 'speelgoedmannekes'. De vraag die dan bij me oprijst is, “hoe zo gebrand willen zijn om de 'Indiaan' beter en grondiger te willen begrijpen, na er zoveel in je fantasieverhalen gedood te hebben. Is dit een fantasie of een voortdurende, 'archetypische' en dwangmatige herinnering aan het onrecht dat de 'first american natives' hebben ondergaan? Door het toedoen van de blanke die naar de nieuwe, veelbelovende toekomst van de nieuwe wereld hunkerde? Die hunkerende blanke uit het oosten, die dan nog het onbekende Amerikaanse Westen wou veroveren, kwam trouwens van de oude wereld? Hoe kan je dan het vooruitstrevende karakter van een zg. nieuwe wereld beschouwen? Steeds meer kleuren van regalia, veren en traditionele outfits beginnen de rijen zitplaatsen in de arena te vullen. Ik ben totnogtoe weinig op de hoogte van wat hun verschillende uitrustingen voorstellen en kies ervoor om me bij elke aanblik te laten verrassen. Ik zie meerdere, meestal vrij zwaarlijvige mannen in groep met redelijk grote troms naar het centrum van de arena toegaan. Ze dragen de trommels met twee of op hun rug en sleuren ook opklapstoeltjes mee. In elke hoek van de arena installeert zich een groep mannen met trommel en hun stoeltjes. Zij zijn waarschijnlijk de zg. pow wow drummers en singers, die deze dans- en zangbijeenkomst van een kloppend hart gaan voorzien gedurende twee volle dagen. Zij maken alleszins een deel van mijn motivatie uit, om naar de 'greatest & biggest pow wow gathering of nations' te komen. Ik zou haast denken dat ze elk een windrichting vertegenwoordigen en dat de arena het medicijnwiel is. Buiten enkele uitzonderingen draagt de meerderheid drummers losse kledij, jeans, gym's, t-shirts, al dan niet voorzien van een 'native american' boodschap of afbeelding. Hun opengeklapte stoeltjes zijn echter niet echt aangepast aan hun lichaamsvolume en toch houden ze de neergezeten drummer op zijn plaats. Waw!! Ik neem met de zoom enkele fotoshots. Ze zitten vrij ver van waar ik zit, toch geeft het me een goed gevoel dat ze ook op één of andere manier familie, een gezin of vrienden hebben, want regelmatig wordt naar de gsm gegrepen. De arena zit nu echt nokvol. Op de bovenverdieping zijn traders volop bezig van de aandacht van potentiële kopers te genieten en prijzen ze hun waren aan. De grote videoschermen lichten op met reklameboodschappen. De arenaen de ceremoniemeester maken zich klaar. Ze dragen allebei een zwarte hoed met vlakke randen en staan klaar om de 'grand entrée' te lanceren. Ze opereren vanuit een centrale desk waarin alle officials het hele hebben en houden van de pow wow gebeurtenis, al dan niet electronisch ondersteund, overzien. Het lijkt me een ware hi-tech power control head quarters, waarbij de techniciteit ervan verschuild gaat achter traditioneel Indiaanse sterren- of kruisvormige symbolen en kleuren van Albuquerque, New Mexico. “This the unique world's place to be, the greatest pow wow gathering of nations in Albuquerque, 2011! Welcome to you all!!”, weergalmt het plots door
21 de micro van de omroeper – één van de mannen met de zwarte hoed. “Dit is het”, zeg ik me zelf. Nu gaat het losbreken! Ik ben klaar voor het andere deel waarvoor ik gekomen ben en waarvoor ik zowel spaargeld en 24u reizen heen voor over gehad heb: de 'grand entrance', het debuut van de 'gathering' waarbij vertegenwoordigers van stammen en naties dansend en zingend de kracht en trots van hun volk en cultuur gaan manifesteren in vol ornaat, in volle aanwezigheid en bewust zijn. Laten we hopen dat ik dit zelf niet te ruim overschat, beïnvloed door mijn verwachtingen en zekere voorliefde voor al wat met 'indianen', eigentijds of historisch, te maken heeft... Ik observeer opnieuw de drummers en merk dat ze bijzondere drumsticks met zich meedragen. Ik zie niet de klassieke houten exemplaren, maar lange, buigzame metalen sticks die met leder in verschillende kleuren en uitgesneden franjes bekleed zijn. De buigzaamheid ervan laat waarschijnlijk toe elke slag nog extra te laten naveren, waardoor minder slagkracht dient gebruikt te worden door elke drummer afzonderlijk. Ik gis maar wat ... Een gedachte speelt door mijn hoofd: ik zou het fijn vinden dat er er ergens een 'pow wow drum school' of zo zou bestaan, waar je in alle respect voor de Indiaanse cultuur en tradities de technische kneepjes aangeleerd krijgt. Wie weet. Bij gelegenheid wil me wel enkele van die bijzondere drumsticks aanschaffen, ik zie er toch enkele kerels mee los rondlopen alsof het om koopwaar handelt. Ze verkopen eveneens cd's van hun optredens. De drummers bereiden zich voor? Eén van de hoofdorganisatoren stopt bij elke drumgroep om tabak in de vier windrichtingen op de pow wow drum te gooien. Zowel de spelers als trommels worden eveneens 'gezegend' met 'smudging', heilige, rokende kruiden die hen beschermen. Eén van mijn beste en vroegere schoolvrienden, Eric, zou hier met zijn zwaarlijvigheid weinig opvallen onder de drummers. Ze zijn het praktisch allemaal. Hun slagkracht zal daardoor wel betekenisvol zijn. De 'Grote Entree' kondigt zich aan, je kan de groeiende spanning bij de mensen en toeschouwers voelen. Ik hoor vreemd genoeg nog iets anders kloppen, glimlach ik innerlijk. Ja, mijn jongenshart klopt voor al die mooie Indiaanse princessen die met een soort kroon, kleurrijke kledij en sierraden mijn ogen strelen. “Laat ons dansen met velen”, klinkt het in de arena. “We dansen om moeder aarde te helen en te masseren. Hoe meer we zijn, hoe harder we trommelen, hoe beter we haar helende krachten stimuleren ... Mother Earth, watch for my sons and daughters, watch for their lifes ... The moment the eagle will be free, a new world will start ... Laat onze benen niet rusten ... We are all visioners, dreamers as long as we live and dream, this world will be able to regain its balance again ...” Allen staan we op uit respect voor de eigen hymne, niet het Amerikaanse volkslied, maar een eigen oud lied dat als inzegening voor de eerste pow wows diende en de eerste dansers in de arena aankondigt. De eerste dansers zijn eigenlijk de 'ouden', de chiefs waarvan één de eer heeft leiding te geven met zijn 'eaglestaff', gevolgd door vlaggen met eigen pow wow symbool en de US
22 of A 'Stars & Stripes”. De deelneemsters van de 'Miss Indian World' volgen pronkend in hun typische natieklederdracht achter de powwow chief en de hoofddansers. Het is in het begin nog een klein groepje dat in de arena opkomt. Als je rondkijkt, zie je weliswaar van alle trappen, uit alle vier windrichtingen steeds grotere menigte dansers zich verzamelen om dit kleine groepje te vervoegen. De omroeper roept de verschillende aanwezige naties, stammen en clans op, om zich naar de arena te begeven, “Cree, Soshone, Yakima, Pueblo, Lakota,... come to the Arena!” De vier drumgroepen slaan het ritme aan van dit oude lied en nodigen uit tot het openen van de Grand Entree. Ik zit vrij dicht bij reuzen van luidsprekers die het ritme van de slagen in de hele grote ruimte doen gonzen en door je hele lichaam en geest trillen. Ik kan moeilijk stil blijven en besef dat dit later mijn vaste focus bij het fotograferen zal beïnvloeden. De ritmische trillingsgolven, de met voeten op de grond stampende dansers, zowel beweeglijk als sierlijk, de kleurrijke verscheidenheid van kledij en regalia, de hele atmosfeer van mega-kracht ... zijn overweldigend. Naarmate de groep dansers van alle leeftijden, zowel vrouwen, mannen, adolescenten, tieners, kinderen, peuters en zelfs door hun vader of moeder gedragen babies overgaan in de menigte en vervolgens in een massa mensen, vormt zich één organisch vormende entiteit van Indianenbewustzijn en energie. Franjes, pluimen, mensen, kleuren, getrommel en gezang slepen iedereen en mij mee. Soms lijkt het wel een klank-, kleuren- en bewegingstherapie in één symbiose. Opmerkelijk is dat ik tussen de zg. stereotyp uitziende Indianen, ook bijna 'blanken', maar ook Afro-Amerikanen zie meedansen in traditionele kledij. Vreemd op het eerste gezicht, zeker wat de Afro's betreft - later zal het me duidelijker worden -. De Grote Entree wordt steeds indrukwekkender. De dansers verhogen op de kadans van de drummers hun ritme. Zonder enig teken van vermoedheid doen ze voort en het lijkt me bij momenten wel een reklamefilmpje voor een nieuw energiedrankje van 'Red Bull'. Vrouwen en mannen dansen met evenveel trots, overtuiging en inzet. Ze zijn hier in de arena, die het medicijnwiel vertegenwoordigt, elkaars gelijke. Zoals de dag ervoor in het casino voel ik dezelfde sfeer van samenhorigheid, plezier, wederzijds respect en humor aan. Competitie is blijkbaar niet de eerste drijfveer van deze bijeenkomst, hoewel er wel behoorlijke geldprijzen te winnen zijn. Jong en oud komen samen, “for the sake of the nation”, vertrouwt er een Indiaanse toeschouwer mij toe. Terwijl jonge kinderen zich amuseren en lachend plezier maken in de arena, begeleide peuters voorzichtig, maar toch vastberaden hun eerste dansstappen wagen, merk je enigszins een duidelijk verschil in de dansstijlen van mannen en vrouwen: de vrouwen kanaliseren hun kracht voornamelijk in statig- en sierlijkheid, de mannen uiten het sterk in pure krijgerskracht. In elk geval dien je over een goede hartconditie te beschikken, denk ik. Oude oma's en opa's, de zg. “old wicked bulls”, onderscheiden zich immers met evenveel brio. De arena loopt echt vol nu en de arenatrappen blijven bevolkt met dansers die hun dansgenoten willen vervoegen. Het wordt moeilijker om te ostentatief en met grote uitzwaaiende bewegingen verder te dansen. Een kleinere dansruimte maakt dat het dansen zich haast herleidt tot een ter plaatse ritmisch stappen. Mijn oren suizen van de drums – ik zit ook in de buurt van de luidsprekers – terwijl hun ritme en trillingen zich een plaats zoeken in mijn auditief geheugen.
23 Op een bepaald moment komt de Grand Entree tot stilte. Wat een stilte zonder de opjagende kadans van de droms. Nù hoor je de massa dansers ademen, en hoor je haast hun hart kloppen. Sommigen lachen, anderen recupereren, de enen bewonderen zich weer al grappend onder vrienden, zodra één van de officiële camera's hen op de grote videoschermen projecteert. Er heerst een feestelijke hilariteit. Een plaatselijke ouderling houdt een gebedsrede, eerst in de plaatselijke moedertaal, 'Pueblo' en vervolgens in het Engels. Het gaat voornamelijk over zegeningen die voor de aarde, de Indianennaties, de familie, het gezin, de medemens bestemd zijn, waarbij nadruk wordt gelegd op wederzijds respect en liefde. Zowel toeschouwers als deelnemers in de arena juichen zijn gebed instemmend toe met “Hooow!” Even is er een pauze om de gelegenheid te geven de arena leeg te maken voor het eerste wedstrijddansen. Alom aanwezige juryleden zullen de deelnemers in verschillende selectiefasen beoordelen en punten toewijzen, eventueel op weg naar de finale selectie voor een bepaalde dans- of zang/drumdiscipline: Vanuit mijn plaats heb ik het visueel genoegen langs mijn trapkant, maar ook langs de andere trappen ontelbare Grand Entree deelnemers terug te zien gaan naar hun zitplaatsen, bij hun gezin, familie, vrienden, waar vaak verschillende generaties bij horen. De GON PowPow van Albuquerque is absoluut authentiek wat inzet en overtuiging van mensen betreft. Daar kan je van op aan. Klein tot groot worden warm gemaakt en gehouden om aan deze bijeenkomst deel te nemen, om bewust te zijn van hun cultuur, tradities en volkskracht. Als toeschouwer is het voor mij een eer om hiervan getuige te mogen zijn en de kracht van het Indiaanse volk over hele generaties heen te mogen delen. De ronde met de arend, the eagle, het algemene totemdier van alle Indianen in Noord-Amerika, de boodschapper van de spirits en hun volkstrots, is nu voorzien. Toeschouwers en deelnemers blijven rechtstaan. Een man met een 'bald eagle' op zijn arm komt in de arena. De arend betekent voor de Indianen nog meer dan de stars en stripes. In elke windrichting houdt de man stil en laat hij de arend zijn vleugels openklappen tot groot gejuich en bewonderend geroep van de Indianen. Dit markeert één van de grootste momenten. Later zullen vele Indianen zich in de traders tent samen met deze arend en een levensgrote poster van de Grand Canyon op foto laten vastleggen. In het begin neem ik wat geïntimideerd, respectvol afstand van de Indianen en hun activiteiten, om beter te kunnen observeren, maar ook om voor mij te zien in welke mate op een 'blanke' gereageerd wordt in hun midden. Er valt mij niets speciaals op. Ik beslis later in de dag van plaats te veranderen. Naarmate ik me steeds meer tussen de deelnemers en toeschouwers meng, valt mijn eerder voorgenomen afstand weg en merk ik dat ik meer en meer omringd ben door buffalo's. Ik laat me volledig opgaan in kleurrijke, wapperende, unieke veertooien en outfits; in jonge mannen en 'wicked bulls' die er als pauwen uitzien; in vrouwen die er in hun beste buckskin en in hun met belletjes en parels versierde mocassin schoenen en laarzen rondlopen – vaak werk van generaties -; in fris gekleurde
24 sjaals en schilden met mozaïeken van spiegeltjes; in het hartkloppende en benen trimmende gezang en gedrum van de pow wow singers. De omgeving is bezig me op te slorpen, alsof ik me tot de diepte van de zeebodem laat zinken, om weerstand los te laten en me compleet te laten assimileren: “Resistance is futile”, zou een Borg drone zeggen in Star Trek, glimlach ik innerlijk. Ik laat alle afstand varen, hoewel ik wil blijven genieten en open staan voor wat mijn zintuigen me zullen toesturen om te beleven. Weechaah! Weechaah!, schreeuw ik luidop bij het toejuichen van een eerste competitieronde van grass dancers. Heel meeslepend en hun laatste dansstap moet synchroon eindigen met de laatste slag van de drum! Doe het maar na ... Eén van de vrouwendansen, de Jingle dress dance, is een meesterwerk op het vlak van tenen, voeten- en beenwerk, zonder daarbij het evenwicht uit ogen te verliezen. Het staat heel dicht bij het gracieuze van de Ierse Jig dance. Huppelende benen, voeten die met de tip van de tenen de grond elegant aanroeren, terwijl de danseres zelf met haar lichaam flexibel en stijlvol in evenwicht blijft. Tussen een serie dansen in wordt op een bepaald moment pauze genomen om een groot deken in de arena op te spreiden. Bij de toeschouwers volgt een geroezemoes en kort daarop worden talrijke, educatieve boeken over de hele oppervlakte van het deken neergelegd. Kinderen jubelen wanneer omgeroepen wordt dat ze elk een set boeken kunnen ophalen. In een mum van tijd vult het deken zich met kinderen en worden alle boekensets verdeeld. Wanneer het deken leeg achterblijft, krijgt elke toeschouwer de gelegenheid om een donatie in cash te doen voor projecten in de zorg- en sociale sector. Obesitas, suiker- en leverziekten ... drukken zeer sterk op de levensverwachting van de Indianen. Ik profiteer van de gelegenheid en spring de treden af om gauw een gift neer te leggen. Wie met de overtuiging leeft van de athletisch ogende Indianen, moet ik teleurstellen. Er zijn er zeker, zoals een Pawnee uit Washington – een natie in het verleden ooit gedeporteerd zoals de meesten – die ik voor 10 dollar mag fotograferen. Hij ziet er uit als een Indiaan zoals je je echt de nobele savage verbeeldt. Hij vertelt me dat hij gewoonweg gezond, gedoseerd eet, zonder zelfs aan body workouts te doen. Een echte atleet met een rijzige gestalte is hij, recht uit een illustratieboek gestapt. Heel contrasterend met een andere groep die duidelijk met zware en slepende zwaarlijvigheid te maken heeft. De pow wow drum zangers zelf tellen vooral zware mensen. Sommige hebben haast een dubbele stoel nodig om zich te ondersteunen. Ook tussen de dansers merk ik obese mensen. Toch respectvol hoed af! Ze doen immers gedurende twee dagen mee tot in de late uren en vallen regelmatig op door hun kwikke dansstijl, desondanks. Aan het einde van dit verslag geef ik graag een extra overzicht van het soort dansen en gebeurtenissen die je kan vinden op een pow wow ground. Het zijn overweldigende en aantrekkelijke dansen, waarbij ik me steeds dien in te houden om me niet met een schreeuw en een ritmisch bewegend lichaam in de arena te storten. Mijn Afrikaanse geboorteroots zullen er wel wat mee te
25 maken hebben. Hoe blij en opgetogen ben ik, eens de omroepmeester mensen uit het publiek uitnodigt om mee te doen bij de Inter Tribal dance. Dit is een dans waar iedereen mag meedoen, andere Indianen van andere clans, gemeenschappen of stam, maar ook blanken. We worden immers dan ook als een tribe beschouwd. Mijn geluk, ik kan nu ook moeder aarde masseren ... als therapeut Chinese massage! Tevreden draag ik mijn smaragdgroene schildpad amulet, mijn cap met een geweven mandala-afbeelding en mijn t-shirt met een arend en the slogan “Indian free Spirit”. Zo voel ik het ook aan. Vrije geest, vrije mens.Rustig en voet per voet heffend op het drumritme en gezang dans ik mee tussen een hondertal anderen. Ik voel me goed en in connectie met de heersende trillingen, bewegingen en kleuren. De drum dringt je geest en lichaam binnen. Het vibreert door alle cellen en gelaagdheden doorheen, mentaal of lichamelijk, om als het ware orde op zaken te stellen ... Een andere dansgelegenheid voor non-indians naast de 'inter-tribal' is de Smoke Dance. Ik kan je verzekeren, als je van dansen houdt en je wil tussen de Indianen dansen temidden van de arena ... gewoonweg doen. De 'smoke dance' komt oorsponkelijk uit de Canadese regio van de Ojibwe. Er wordt per overlevering verteld dat de dansvorm gegroeid is uit de volgende gebeurtenis: Bij het opslaan van een kamp worden vuren gemaakt, binnen en buiten de typische woonhutten. Zodra de wind de rook blijft binnenblazen en er zich zowel buiten als binnen dichte rookwolken vormen, roept het dorpshoofd de jongeren samen om doormiddel van een wervelende en haast frenetische benendans de wolken op te lossen. Een plezier om als toeschouwer mee te dansen, heel revitaliserend daar je volledig omringd bent door jonge, frisse energie. De dans begint zacht en langzaam, aangespoord door een zingende handdrummer die het ritme bepaalt. Er wordt steeds sneller gedanst tot men zijn oriëntatie in de snelheid verliest. O ja, op een bepaald moment krijgen de Azteekse dansers die ook in het Casino hun beste kunnen mochten tonen, in de arena de gelegenheid om een traditionele dans op te voeren. Een zeehoorn weergalmt in alle richtingen over de hoofden van de toeschouwers en dansers heen. In schril contrast met de vrijwel compleet geklede Noord-Amerikaanse Indianen, zijn de mannen hier, buiten de danseressen, vrij schraal gekleed en vallen hun gespierde, stevig gebouwde lichamen, atletische armen en benen sterk op. Wat atletisch uiterlijk betreft doen de vrouwen evenwel niet onder. Terwijl ik de nagalm van de hoorn nog hoor, drumt één van de 'stamhoofden' op een haast Afrikaans ogende drom een jachtig ritme. Nadien barst de dans in een explosief dynamisme uit. In wijzerzin dansen de Azteken regelmatig op hun as draaiend met hun lange, sierlijke verentooien van paradijsvogels. Ze spreiden hun benen en armen ritmisch uiteen. Het is een vervoerende dans die je in je verbeelding meetrekt naar de Amazone en de door het oerwoud overwoekerde ruïnes van oeroude beschavingen. Hier kan je reizen op het ritme en dans, zover je inleef- en verbeeldingsvermogen toelaten. In vergelijking met de Noord-Amerikaanse Indianendansen spelen de vrouwen hier een even actieve en strijdvaardige dansrol als de mannen. Ze dansen allebei met een red bull energie en
26 bestendigen in het bijna lustvolle karakter van de dans hun onderlinge verwantschap op gelijke voet. O ja, nog goed om te weten: Indien tijdens de verschillende pow wow dansen een veer van één van de verentooien zou vallen, wordt de pow wow voor korte tijd stilgezet. Het vallen van een veer wijst immers op het overlijden van een krijger uit het midden van de gemeenschap. De krijger wordt tijdens die pauze geëerd en ieder staat recht om respect te betuigen. Wat ook dan gedaan wordt, men gooit frisbees in de lucht om de overledene te herdenken en men vraagt, “tell us a story” aan de overledene. Vervolgens zetten de powwow dansers en danseressen hun dans opnieuw met bovennatuurlijke kracht verder. “Amazing en awesome!”, hoe ze het volhouden. Graag wijd ik later wat uit over ontmoetingen die ik heb gehad tijdens mijn verblijf in Albuquerque. Hierbij heb ik mijn focus voornamelijk toegespitst op de GON en de 'American Indians ('AI'), een naam die het vaakst door hen verkozen wordt. Voor mij zijn dergelijke reis en verblijf ook immers een middel om mijn blik te verruimen op de mensenwereld; om al dan niet in te gaan op door de cosmos aangeboden ontmoetingen; om mijn blikveld te vernieuwen; om een tunnelvisie op de wereld te vermijden en eveneens om inspiratie op te doen op muzikaal en artistiek vlak. Dit zijn de dingen waarvoor ik het doe. Soms is het weliswaar een ietsiebietsie 'frustrerend' – heel zwaar uitgedrukt – dat ik in de rol van de observator/toeschouwer blijf, terwijl ik niets liever zou doen dan echt deel te nemen en er volle 100% deel uit van te maken. De innerlijke band die ik hierbij voel, kan of mag ik door omstandigheden en/of uit cultureel of etnisch respect niet ten volle uiten. Daar blijf ik dan wat op mijn 'ontdekkersen zintuiglijke ervaringshonger' zitten. Liever zou ik bijvoorbeeld met een Indiaan contact kunnen leggen om 'ingewijd' te worden in de drum- en zangtechnieken van de pow wow. Of zelfs kunnen logeren als alternatieve B&B bij een Indiaanse familie, om hen zo nog beter te leren kunnen en aan te voelen hoe ze functioneren in de huidige samenleving. Ik realiseer me dat dit allemaal vrij moeilijk ligt omwille van de te grote en meestal vernietigende en weinig respectvolle houding van de blanke t.o.v. hun cultuur, tradities en levensgewoonten. “We survived!”, hoor ik ze nog trots roepen in het casino. Het komt erop neer dit zo te houden en waarschijnlijk de invloed van de 'blanke' deze keer erbuiten te houden, hoe goed zijn intentie ook is. Ooit zei één van de beroemdste Indiaanse vrijheidsstrijders Geronimo, “al vanaf het moment dat je hem (de blanke) toelaat je aan te spreken, je met je naam te noemen, in te gaan op zijn activiteiten, heb je je eigenheid verloren en is hij jouw (cultureel, spiritueel, traditioneel, mentaal) systeem ongeoorloofd binnengedrongen, om het te verstoren en uiteindelijk te vernielen.” Ik denk dat vele Amerikaanse Indianen dit indachtig zijn en daarom wel eens oorlog en brand schreeuwen, zodra een westerling hun cultuur nadoet, of herleidt tot een vlot werkende business van de nostalgische, nobele wilde. Ik mag wel authentieke interesse tonen, maar uiteindelijk wil ik ook met hen samen kunnen dansen of drummen op de bijpassende liederen. Wat dat laatste betreft, improviseer ik hier ook graag vanuit mijn buik en ziel. Net voor het
27 genocidaire gebeuren van Wounded Knee, zei één van de belangrijkste Indiaanse wijzen, Wowoka, tot zijn volgelingen van de White Buffalo Spirit dans, dat de blanken met hopen uit de lucht zullen vallen als doden, maar – zo bleek later – dat er een tijd zal komen dat de blanke de levenswijze van de Indiaan zal aanleren en toepassen als de meest aangewezene. Waar schuilt de bedreiging? In de Pueblo Center heb ik bijvoorbeeld uitgekeken naar workshops, zoals ze bij ons zouden organiseren, initiatie pow wow drumming and singing of grass dancing ... Geen spoor ervan. Nou, wat andere ontmoetingen betreft, niet per sé in chronologische volgorde: In het begin van de eerste Pow Wow dag knoopt een Mexicaanse vrouw met haar kinderen – eigenlijk was ze de oppas - een gesprek aan. Het is haar eerste keer en deze keer wil ze toch de kans te baat nemen. Gedurende de twee Pow Wow dagen tref ik regelmatig een Afro-Amerikaanse met haar zoon aan. Ze heet Kamita en ze wil eveneens van de gelegenheid gebruik maken om meer van dit gebeuren te weten te komen. Verschillende dagmomenten delen we gelijke plaatsen in de tribune en juichen we samen de verschillende danscompetities met enthousiasme toe. Na de eerste GON dag, de 28ste april 2011, echt op het laatste van het laatste moment, zeer laat in de nacht (Indian time), stel ik vast dat ik nog geen 'native' face to face ontmoet heb, hoewel... Ik verlaat het sportcomplex the Pitt op weg naar de parking. Het is vrij rustig op straat en de meeste bezoekers en dansers vertrekken per auto. Ik stap twee Indianen voorbij en merk dat mijn auto praktisch alleen staat. Ergens krijg ik een voorgevoel dat één van die twee voetgangers me iets gaan vragen. Inderdaad: “Excuse me, are you by car, can you give us a lift? We're tired and a lift would be welcome ...”, zeggen ze. Voor mij is dit een kans om Indianen te helpen en misschien meer te weten te komen. Ik antwoord positief op de vraag en dat ik genoeg tijd en plaats heb. Zij vertellen me dat ze veiligheidsleden zijn van de GON staf. Eén van hen heet Ralph en is een Pueblo Indiaan van de plaatselijke Lagunastam. Nadat ik zijn collega aan een bushalte in het centrum van ABQ afzet, voer ik hem als laatste naar zijn adres. Ralph is vader van 3 kinderen en zijn vrouw is in verwachting van een 4de Ik wissel wat verder van gedachten met hem en aan zijn huisdeur zegt hij me: “Karel, doe me teken, indien je hulp of raad nodig hebt morgen. Bless you.” Ik ben blij hem van dienst geweest te zijn en hoop hem terug te zien de volgende GON Pow Wow dag. De volgende dag, 29 april, komt Ralph me in de arena persoonlijk groeten en herhaalt nog eens dat ik op hem beroep kan doen, indien ik iets nodig heb. Ik voel me vereerd als een kind, maar ook als een kind wil ik uit de zg. beleefdheidsovertuiging “ik wil mensen in hun verantwoordelijkheid en werk niet storen en lastig vallen” niet op zijn aanbod ingaan. Ik realiseer me later dat ik hier kansen heb gemist. Ik neem tijdens het verdere verloop van de dans- en drumcompetities foto's van hem in actie en hoop hem deze nacht terug een lift te kunnen geven. Ik zou dan mailadressen kunnen ruilen, om hem de foto's toe te sturen. Bij de officiële afsluiting van de GON door de hoofddansers, de chef met de
28 adelaarsstaf en de stafleden van de organisatie in de arena, kan ik hem helaas nergens meer spotten. Jammer ... Nu bij die afsluiting speel ik zonder te willen een uitzonderlijke en ongeplande rol. Zoals al vermeld, is het dan zeer laat, bijna 4u in de nacht – het officieel programmaschema duidt aan omstreeks middernacht, ja 'indian time' –. Een Indiaan uit het intussen reeds sterk beperkte toeschouwerspubliek vertelt me dat deze officiële afsluiting ook als een soort intertribal beschouwd wordt. Meer moet ik niet horen, in mijn vol – later blijkt - blind enthousiasme spring ik naar beneden en ren ijlings naar de arena om erbij te zijn. Ik volg de deelnemers en dans opgewekt mee. Ik zie de deelnemers dan handen schudden met de hoofddanser, de hoofd 'jingle dress' danseres en de chef. Ongeremd kom ik als laatste aan bod en druk even gretig de handen. Plots realiseer ik me dat ik er officieel gezien niet bij hoor en dat ze ondanks hun verraste blikken en extra handdrukken, me gewoon accepteren zonder er een graat in te zien. Ik kijk om me heen en stel eveneens vast dat ik nog de enige opgetogen blanke ben. Dit is ongetwijfeld een demonstratie van Indiaanse humor van de betreffende toeschouwer, die me wijsmaakte dat het een intertribal dans was. Toch is het uniek, ik heb het maar gedaan, de GON 2011 mee afgesloten. Weechaah! Stuur ik hen morgen een mail om te verontschuldigen voor de intrusie? Ik denk nog even terug aan Ralph, één van de veiligheidsverantwoordelijken. Nadat ik hem een lift gegeven heb, visualiseer ik me een ontmoeting met een Indiaan in traditionele klederdracht, waarbij ik de gelegenheid krijg hem vragen te stellen over zijn achtergrond, zijn regalia, zijn motivering om deel te nemen aan de GON, etc. Kan je je voorstellen wat er me de volgende dag, dag 2 van de pow wow overkomt: Op de parking, op weg naar de hoofdingang van the Pitt tref ik een prachtig, traditioneel geklede Shoshone Indiaan. 'Spotted Eagle', zo heet hij, draagt een circulaire verentooi op zijn hoofd, zoals dat van de elitaire krijgers, de 'Dog soldiers'. Zijn voornaamste outfit was in bleekblauw met talrijke, handgemaakte ornamenten. Ik vraag hem vriendelijk of ik hem enkele vragen mocht stellen. “Natuurlijk, ga je gang.” Ik ben blij. Hij vertelt me ongeremd over het feit dat hij specifieke regalia ter ere van zijn grootouders draagt. Zijn grootmoeder was overleden, toen hij nog zeer jong was. Hij benadrukt dat hij door te dansen in contact met hun spirits komt en hen zo het nodige respect betuigt als hun nakomeling. Hij heeft meer dan 1000 mijl gereden om naar de GON te komen en mist zelfs hierdoor een voetbalwedstrijd van zijn zoon. Interessant genoeg benadrukt hij dat het ongetwijfeld de bedoeling van de cosmos is dat we elkaars pad kruisen om met elkaar praten: “Who knows what our future is? ... What counts is the now, the fact we meet each other and exchange thoughts ... It was meant to happen.” Hij vertrouwt me eveneens toe dat het Indiaans zingen niet noodzakelijkerwijs een tekst omvat. De zg. gezongen teksten kunnen eenvoudigweg klanken zijn die uit het hart en de spirit opwellen. Zolang je je maar één voelt met de klankwoorden en het gevoel die ermee gepaard gaan, is je gezang authentiek en gericht tot de spirits. Het heeft weinig zin authentiek Indiaanse woorden aan te leren, waarmee je je niet verbonden voelt. Het is de betekenis die jij aan de woordklanken geeft, die belangrijk en uniek is. Achteraf kan je er steeds jouw woorden aan toevoegen. Wat hij me daar meedeelt is een zekere bevrijding
29 voor mij: ik kan immers in mijn 'Indiaanse' zang- en muziekcreaties blijven vrijuit op mijn ingegeven inspiratie afgaan zonder per sé authenticiteit van oorsprong te moeten bewijzen. Wat een ruimte aan creativiteit geeft dit me. Ik voel me vereerd en dank hem. Met zijn toelating neem ik nog enkele foto's van hem en noteer zijn adres om ze later toe te sturen. Ik wandel verder met hem samen naar de hoofdingang toe en verlies hem achteraf uit het oog. Mijn fotolens vat hem nog eens tijdens één van de traditionele dansen bij een tussenselectie en de Grand Entry van dag 2. Unieke ontmoeting ... De tweede dag vertoef ik regelmatiger buiten in de traders tent of loop ik tussen de eetkraampjes en het podium waar regelmatig 'moderne' Indiaanse muziekartiesten optreden. Ik ga op de boord van een stoep zitten, genieten van de zon, de blauwe hemel, de dynamiek en het kleurrijke van de bezoekers. Je kan Indianen zien in hedendaagse klederdracht die in gezelschap van traditioneel met verentooi aangeklede volksgenoten staan aan te schuiven bij een plaatselijk ijsboerke. O ja, ze houden van zoet en van lekkers. De eetkraampjes hebben genoeg te doen, bieden Indiaanse en Mexicaanse specialiteiten aan, alles in megaformaat met diverse soorten sauzen en specerijen. Deze keer probeer ik een locale specialiteit, nl. 'curled fries', gekrulde frieten. Ik pik rustig één exemplaar uit het pakje gewriemelde soortgenoten, overladen met tacosaus. Mijn pikvingers zien er niet uit en regelmatig lek ik ze af. Het smaakt wel lekker. Op een bepaald moment komt een ietwat kreupele Indiaan naast me zitten en begint te praten over zichzelf: Hij is een Cherokee en leeft in één van de reservaten in de buurt, kent armoede daar en komt steeds elk jaar terug naar de GON Pow Wow. Hij vindt hier immers hoop en nieuwe levensenergie, vooral ook door mensen te ontmoeten, om 't even wie. Daar kan hij zich aan optrekken. Voor hem is elke ontmoeting een ontdekking en ik kan me daar best in vinden, zeg ik hem. Wanneer hij me wil verlaten, merk ik dat hij vrij veel moeilijkheden heeft om op te staan. Ik wil hem ondersteunen, wat hij afwijst. Hij vertrouwt me dan toe dat hij aids heeft, maar op zijn eigen benen wil staan, zo lang mogelijk. Hij staat op en stapt naar andere mensen toe. Ik heb het gevoel dat ik op één of ander manier hier de gelegenheid krijg de 'Indiaanse gemeenschap' in een breder perspectief met diverse gezichten te zien. Ik ben dankbaar en vind dit uituizonderlijk. Ben ik tijdens mijn verblijf immers ook niet op zoek naar achtergrondinformatie over de Indianen? Ik werk mijn laatste gekrulde friet naar binnen en stap richting podium, het zg. Stage 69. Een zangeres, Shirley Morning Sun, begint net met haar repertoire. Zijzelf ,haar stem, liedjesteksten en de begeleidende muziek hebben vat op me. De muziek is een mix van traditionele Indiaanse drum en moderne rocking ritmes, waarbij het Indiaanse karakter bewaard blijft. De teksten prijzen wijsheid en liefde aan met connectie naar de onderlinge betrokkenheid van iederen op deze aardbol, ongeacht zijn ras, cultuur en herkomst. Haar repertoire klinkt heel goed en kan vlot meegezongen worden. Ze komt in haar liedjes aan bod als moeder met verantwoordelijkheden en noemt zich bijvoorbeeld, “I am a warrior taking a stand ... .” Dit verwijst niet per sé naar klassieke oorlog, maar ook naar het bewuste zijn van de positie als vrouw binnen een gemeenschap, bijvoorbeeld. De muziekband mag er ook zijn, een
30 smeltkroes van rassen waaronder haar man, de drummer in tradionele outfit en spirituele kleuren op zijn gezicht, een Afro-Amerikaanse en blanke elektrische gitarist. Zijzelf speelt zowel akoustische gitaar als Indiaanse fluit. De kracht van de groep is opmerkelijk. Ze volzet in haar performance met overtuiging en kracht. Machtig om ze bezig te zien en te horen, ondanks de hard waaiende, stoffige vlaktewind die de plastiek zeildoeken van het podium wil afrukken. Haar eerste CD maakt nu deel uit van mijn collectie. Ik ontvlucht de wind en ga terug binnen in de Pitt. Alleen al voor de verkoopkraampjes binnen kan je uitsluitend de 2 GON dagen benutten om ze allemaal één voor één in detail te bezichtigen, gebeurlijk wat te kopen, maar ook om van gedachten te wisselen met de uitbaters. Sommigen besteden er tijd aan, anderen verkiezen zeer verkoopgericht te zijn. En dan spreek ik nog niet van de grote traders tent buiten. Er is heel wat te bewonderen. Breng de volgende keer grotere valiezen mee, hoor ik een stemmetje als binnenpretje toeroepen. Nou de eerste dag herinner ik me heel levendig hoe ik op een zeer gastvrije glimlach verwelkomd werd door een jonge Indiaanse vrouw aan een binnenkraam met juwelen en sieraden. Ik waardeerde haar verwelkoming en keerde die terug als wijze van bedanking. Ik flaneer langs de kraampjes terwijl ik van bovenuit de arena de lopende danscompetities, de in elkaar overlopende kleurenfranjes, de ritmische bewegingen op de alles overweldigend gonzende drum in het oog hou. Ik loop zo meerdere keren de omtrek van de arena rond en verlies zelfs een beetje het 'noorden'. In elk geval heb ik van hieruit de gelegenheid om een vrij, beschikbare zitplaats – waar geen handdoeken of kledij op liggen – uit te zoeken. Niet te dicht bij de giga-luidsprekers, daar ik toch enigszins mijn trommelvliezen wat wil beschermen tegen het versterkte effect van de drums. De tweede dag blijven de drummers en het gezang in mijn binnenoren doortrillen, zelfs wanneer ik me niet in hun directe buurt bevind. Het is alsof ik mijn eigen privé pow wow heb in mijn hoofd. Ik hoor zelfs sinds kort steeds beter de boventonen van elk geluid in de omgeving. De boventonen van banden, van motoren, van mensen hun stem ... en kan hieruit zelfs een melodie weven. Ik kan wel zeggen dat de pow wow iets in me heeft losgemaakt ... Op mijn nieuwe zitplaats komt er opnieuw – de vorige dag heb ik hem ook al 'gespot' - een vreemde, maar toch bijzondere man naar me toe. Hij is traditioneel gekleed, heeft een volledig, glimmend kaal hoofd en glimlacht met gulle ogen naar ieder die hij begroet. Hij drukt de hand zonder onderscheid van ras, leeftijd en uiterlijk, en vraagt uiteindelijk vriendelijk hoe het gaat. “Ik doe ook mee aan de Powwow en dans mee,” zegt hij gelukkig en tevreden. Sommige mensen bekijken hem ietwat verbouwereerd, omdat hij doet alsof hij iedereen kent. Niemand stoort zich evenwel aan hem en zijn gedrag en allen laten hem begaan. Een algemeen gevoel van ontmoeting met deze wereld ervaar ik op een zeker
31 moment dat ik om me heen kijk. Ik ben volledig ingetuned op de drums, de zang en de dansers. Ik besef dat ik temidden van talrijke Indiaanse families relax het schouwspel van de pow wow, maar ook van de mensen rond me heen gadesla als deel van hun gemeenschap, als deel van een geheel. Sommige kinderen bekijken me, spelen joelend in mijn buurt, leunen tegen me aan in vol vertrouwen van de ouders zonder enige complexiteit. Op een bepaald moment komt een Indiaan een zit hoger naast me zitten. Hij doet zijn gekleurd, paarlen oogmasker af en hapt naar wat adem na zijn recente dansinspanning. Hij is voornamelijk in het lichtblauw met wit gekleed en doet blijkbaar mee aan het tradionele dansen. Ik kijk achter me om en we wisselen geïnteresseerde blikken. Hij heet Garreth en ik vraag hem waarvoor dit zg. masker dient. Hij vertelt me dat van oudsher de Indianen het ongehoord vinden elkaar aan te staren of in direct in de ogen te kijken. De ogen vormen een innerlijke ziel en de brug naar je persoonlijke kracht. Een mens met slechte bedoelingen of een vijand kan op die manier zich je kracht eigen maken, indien je toelaat dat hij je aankijkt. Oei, ik had zoiets al gelezen in een rubriek “Indiaanse culturele gewoonten”, en wil in mijn gesprek met hem letten op mijn blik. Vanuit mijn overtuiging is recht in de ogen kunnen kijken van iemand tijdens een gesprek een bewijs van sterke persoonlijkheid. Natuurlijk kan je daar mensen eveneens mee intimideren en dan beheers je enigszins misschien een techniek om iemand naar je hand te zetten, indien je die bedoeling hebt. Vanuit de benadering van het oogmasker kan ik het dan wel begrijpen. We voeren ons gesprek verder waarbij hij me vertelt dat hij een Blackfoot-Cree is van Alberta, Canada. Hij is door twee of drie selecties tradioneel dansen al geraakt en hoopt deze tweede en laatste dag het te maken. Het is een heel levendige man en ik ben blij dat ik met hem eveneens van gedachten kan wisselen over historische en hedendaagse benaderingen van de 'Indiaan'. In welke mate zekere levensomstandigheden zijn veranderd en andere nog steeds niet. In welke mate zekere burgerrechten, als er zijn, en overeenkomsten tussen de overheden en bepaalde Indianen naties nog steeds niet nageleefd worden. Het gesprek wordt des te interessanter en intenser, omdat hij naast zijn dagelijkse job als fabriekswerker onlangs een avondstudie rechten begonnen is. Hij heeft het moeilijk om de twee activiteiten te combineren, maar voelt zich zeer sterk gemotiveerd om door te zetten en het in de nabije toekomst als juridisch adviseur op te nemen voor de rechten van de Indiaan, zowel op het vlak van menselijke, economische als landelijke rechten. Hij neemt afscheid van me, omdat hij terug aan een dansselectie deelneemt. We wisselen nog gauw e-mail adressen uit. Zo'n leerrijke gesprekken vind ik een geschen uit de eerste bron, vrij van clichés en geïdealiseerde benaderingen van 'de Indiaan'. De traderstent lokt natuurlijk veel bezoekers, zowel de deelnemers als de toeschouwers. Als je van Indiaanse kunst, artisanale voorwerpen, muziekinstrumenten, kledij, juwelen en ornamenten houdt, word je sowieso door kraampjes aangetrokken. In de tent loop ik enkele native flute kraampjes voorbij, waar sommige exemplaren aan heel interessante prijzen verkocht worden, omdat, bijvoorbeeld, het hout licht beschadigd is. De klank zal daarom
32 geen andere kleur hebben. Had ik een lege valies, ik zou er ongetwijfeld meerdere aankopen. Ik heb er enkele thuis, maar toch zoek ik die fluit die me aan deze powwow zal binden. Ik stop bij een kraam van een Diné Pueblo Indiaan, die fluiten handmatig vervaardigt. Je merkt dat het hout met de hand bewerkt is en sommige fluiten ruiken zelfs naar houtskool. Dat heeft waarschijnlijk gediend als werktuig om ze hun specifieke vorm te geven, die bij sommige modellen naar Navaho symbolen verwijzen. Hij was trots op zijn vaardigheid en benadrukt de oorsprong van zijn volk op de fluiten versierd met turkoois edelsteentjes, gekerfde zonnestralen en de uitlaat van de fluit in de vorm van de typische potterijvorm. Ik koop een fluit met een dubbele uitlaat, een zg. droonfluit. Zijn partner, een blanke vrouw, trekt een foto van hem met mij, waarbij ik poseer met mijn nieuwe aanwinst. Ik voel me vereerd en kijk uit naar het spelen van de fluit in mijn logies. In dezelfde tradersruimte begeef ik me naar een kraam van handdrums. Het is een blanke, roodharige vrouw, Joan Lindquist, die sinds 2002 haar handdrums zelf maakt en beschildert met Indiaanse totemdieren, gaande van de 'bald eagle' tot de raaf, de grizzly beer e.a. Vroeger schilderde ze portretten en landschappen. Op de basissschool was ze een drummer. Ze voelde al sinds lang verwantschap met het Indiaanse volk en houdt van dieren. Ze vertelt me dat ze door een Cherokee familie werd geadopteerd en dat ze de dieren heel goed aanvoelt bij de artistieke voorstelling ervan. Een Indiaan zei haar ooit: “De creator heeft jou gezegend met deze gave, je 'ziet' de dieren. Haar werk is een must voor handdrum kenners, vast en zeker wanneer je van de Indiaanse spiritualiteit en symboliek houdt. Wie anders loopt er hier rond? Ik neem afscheid van haar en zeg haar: “Ik kijk ernaar uit jou terug te ontmoeten bij een volgende powwow en maak al toekomstige plannen voor komende jaren ...” Gedachten spelen door mijn hoofd na deze conversatie: Ik ben een blanke, geboren in Congo, heb de Belgische nationaliteit, maar voel me daarenboven verbonden met het 'zijn' van verschillende volkeren in de wereld. In het bijzonder voel ik me sterk verbonden met het Afrikaanse, maar ook met het Amerikaans Indiaanse en Aziatische volk. Ik heb een band met de spirit van de native American en vooral met de spirit of free man die tegen elke vorm van onderdrukking of manipulatie weerstand biedt. In één of ander boek had ik eens gelezen dat ik wel eens een oude ziel kon zijn, één die vele levens heeft ge(be)leefd temidden van verscheidene culturen en volkeren op deze aarde en misschien op andere werelden in welke vorm ook. Mijn steeds terugkomende missie na dit alles is blijven exploreren en bereid zijn te leren en te communiceren over cultuur- en nationale grenzen heen. Daarom voel ik me waarschijnlijk zo aangetrokken tot andere rassen ... Ben ik een soort interculturele en interraciale bruggenbouwer? Ter informatie: de 'Inuit' vertegenwoordigster van Alaska is tot de Miss Indian World 2011 uitgeroepen. Zij zal tot april 2012 de vrouwen van de Indiaanse naties vertegenwoordigen. Met brio, daar ben ik van overtuigd. Ik ben dankbaar dat ik een powwow gathering of nations heb kunnen bijwonen en ervaren. Voor mij is het echter meer dan 'Indiaans toerisme'. Het
33 zuiverende en spirituele effect van het dansen, zingen en drummen voelen belangrijk aan voor me. Ze zijn ook getuige van de dynamische ziel van een volk dat de geschiedenis – en wat een geschiedenis - heeft overleefd en ziet hoe rijk het is zijn indrukwekkende en overweldigende verscheidenheid. Anderzijds, wil ik nog meer in persoonlijk (geen commercieel) contact komen met de 'hedendaagse Indiaan', wegens mijn persoonlijke interesse voor zijn geschiedenis, cultuur en vooral voor zijn artistieke, muzikale, choreografische en zelfs welzijnsexpressie (medicinaal, sjamanistisch, verzorgingstherapieën). Zelf zing ik graag, speel ik graag muziek en hou van werken met klank- en stemtrillingen. Het dansen en drummen trekken me eveneens enorm aan. Terwijl ik met muziekexpressie en lichaamsbeweging van bepaalde volkeren bezig ben, connecteer ik me het liefst mentaal en spiritueel met het volk dat ik bewonder. Dergelijke connectie levert me een extra persoonlijke en 'therapeutische' kracht. “I like to play, sing, work with musical, sound and voice vibrations”, spreek ik me zelf toe. Het liefst van al zou ik willen langer van gedachten wisselen met 'de Indiaan', spelen, zingen en dansen met hem, luisteren en leren, bruggen leggen. Ik wil verder leren ... Eveneens wil ik het beeld van de 'cliché Indiaan', nl. van de nobele wilde' doorprikken. Het beeld van de Indiaan die alles weet, die in totale vrede met zijn omgeving leeft en de waarheid in pacht heeft. Dit beeld wordt tegenwoordig in Europa omwille van commercieel interessante redenen sterk gecultiveerd. De hedendaagse, 'moderne' Indiaan is ook mens met zijn dagdagelijkse zorgen, liefde en onderhoud voor zijn gezin en familie. Hij kampt ook met delinkwente jeugd, vrouwenmishandeling, drugs- en alcoholmisbruik en de daarbij horende nefaste invloed op de gezondheid. Soms ligt de connectie met de Indiaan dubbel: enerzijds, drijft hij handel in zijn kennis, zijn kijk op de wereld, zijn kunst en muziek ... en is hij blij dat er afnemers en belangstellenden zijn in de hele wereld. Hij bevordert dus zijn eigen cultuur en zet zelf aan om het enigszins over te nemen. Er worden zelfs internationale werkconferenties, seminaries georganiseerd om nog meer kennis over te dragen. Anderzijds, indien je drum speelt, of native flute speelt, staan er vaak talrijke Indianen via de siociale netwerken zoals facebook of you tube klaar om je te bekritiseren, af te breken en zelfs de huid vol te schelden dat je hun voorouders vernedert en hun geschiedenis en cultuur besmeurt. Waar ligt dan het doel van de boodschap dat we allen met elkaar verwant zijn, 'Mitakue Oyasin?”. Ik stel vast dat er binnen de Indianengemeenschappen blijkbaar verschillende strekkingen leven, waardoor hogervermelde situaties in leven geroepen of gehouden worden, zoals ook van de 'niets ontziende blanke' en de 'edele natuur respecterende Indiaan'. Materie om verder over door te denken ... DE WEG VAN DE POW WOW Graag geef ik hier wat algemene uitleg over het hoe en wat van de pow wow,
34 vooral met de de bedoeling er wat meer van te weten te komen, maar ook om je het gevoel te geven er wat bij te zijn . Een native american pow wow is een unieke en prachtige ervaring. Er bestaan heel wat wilde ideeën over pow wows en wat ze voorstellen. Ik kan alvast het volgende zeggen om er wat van uit de wereld te helpen: Ja, de pow wows zijn toegankelijk voor het publiek. Ja, kinderen en vrouwen zijn ook toegstaan. Neen, het is niet angstaanjagend. Neen, daar is geen geweld. Neen, daar zijn geen bloedoffers en er worden geen verminkingsrituelen uitgevoerd. Neen, de dynamiek en stemming van de pow wow hangt niet af van het enthousiasme van dronken 'indianen. Neen, je hoeft niet in een tipi of wigwam de nacht door te brengen. Neen, je hoeft geen indianenkleren te dragen. Neen, elke pow wow verloopt niet in open lucht. Neen, je wordt niet scheef bekeken als niet-indiaan en niet aan een brandpaal vastgebonden... De populariteit van de pow wows groeit in Amerika. Vele gemeenschappen zijn hierbij betrokken in de organisatie, waarbij sommige van deze bijeenkomst zelfs tot een week kunnen duren. Er zijn pow wows waar ook rodeo en zelfs de westerngemeenschap opnieuw historisch grondig in scène gezet wordt, om de mensen correct over de ware omstandigheden van het vroegere wilde westen te informeren. Wars van Hollywood illusies en leugens. Zelfs 'rendez-vous' van de 'mountain men', de vroegere trappers worden opnieuw historisch in leven geroepen. Op die wijze kan het publiek de sfeer van de vervlogen en 18de en 19de eeuw zo authentiek herbeleven . Op bepaalde pow wows vind je oude sportcompetitie terug zoals native paardenracen, stokbal, boogschieten, enz. Storytellers, verhalenvertellers delen met kinderen en belangstellenden de native mythologie en legenden... In Albuquerque is de pow wow op de essentie gefocust, nl. het drummen/zingen, het dansen, de spiritualiteit, maar ook op de fusie van hedendaagse en traditionele belevingen van dans, muziek, zang en de menselijke gemeenschapswaarden. De traders, de handelaars in native american goederen, kunstvoorwerpen, juwelen, muziekinstrumenten, huiden, kledij, ... zijn ook stevig vertegenwoordigd en krijgen een volledige tentzone aangewezen om te verhandelen. De moeite! “Indian”, “Redskin”, hoe zit het met de zg. juiste naam van de ons zo bekende 'Indiaan'? De gevoeligheden van dit woordgebruik zal waarschijnlijk variëren naargelang van streek, omstandigheden en intonatie. Ik lette er persoonlijk op
35 dat ik 'native american' gebruikte, maar tijdens de pow wow in Albuquerque, New Mexico, hoorde ik talrijke omschrijvingsvormen, waarbij sommige binnen een ironisch of humorischtisch kader werden gebruikt. De Indianen houden van fun en humor, waarbij ze blanke perceptieclichés juist als uitgangspunt gebruiken vor hun grappen, presentaties en one man cabaret shows. Deze laatste zijn zowel geliefd bij de Indianen als bij de overige Amerikaanse bevolking. Op you tube bulkt het van filmpjes met native american humoristen en ze kennen er wat van. Namen die je hoort zijn “Indian, American Indian (I.A.) native american, redskin, first native american, first peoples (de eerste mensen cheyenne), de indigenous peoples”, omdat intussen de huidige niet-indiaanse Amerikanen ook geboren zijn in Amerika zoals de eerste Amerikanen. Nou goed, het is even attent zijn op je omgeving welke terminologie in welke omstandigheid gebruikt wordt. Weet goed dat je het niet enkel hebt over de Indiaan in de USA, maar over de indiaan die de 'sub-arctic' tot het uiterste punt van Zuid-Amerika bevolkt. Heel Amerika is het oorsponkelijke wooncontinent van de Indiaan. Vandaar kan je op een pow wow Indianen treffen uit zowel Noord-, Centraalals Zuid-Amerika: op een samenkomstpunt met één gemeenschappelijk doel: de viering, het eerbetoon en de bestendiging van hun duizenden jaren oude erfenis. Naties, stammen? Wat is het verschil? (500 naties voor de komst van de Spanjaarden, met meer dan 250 verschillende talen)... Als je het vergelijkt met een huidige overheidsstaat, is de staat de natie die onderverdeeld is in stammen, 'bands' of clans, ahankelijk van de geschiedenis en taal van het volk. De stammen waren op hun beurt nog eens onverdeeld in dorpen met elk hun chief (burgemeester). Bijvoorbeeld de Sioux Natie bestaat uit verschillende stammen zoals Oglala, Teton, Brule, Lakota, Honkpapa, ... POW WOW? Oorsprong: Potlach Is in weze een bijeenkomst, een verzameling van mensen om samen iets te vieren, maar ook om te delen met elkaar. Zo veel mogelijk rijkdom vergaren en bezittingen hebben waren vroeger afwezig als streefdoel bij de Indianen. Hun leven draaide rond het goede en behoud van ieder familie- en stamlid. Vaak was de zg. belangrijkste man van de gemeenschap, de medicijnman, de chief, of de sjamaan, de armste op het vlak van persoonlijke bezittingen, daar hij in zijn behoeften door de hele gemeenschap werd voorzien. Bij sommige Indianen (uit de Pacific Northwest) waren persoonlijke bezittingen het belangrijkste in hun leven. Alles werd zorgvuldig bewaard, gekoesterd, van dagdagelijkse tot ceremoniële gebruiksvoorwerpen. De accumulatie van goederen droeg bij tot de maat van persoonlijke weelde maar ook tot de status van de stam of de clan waartoe men behoorde.
36 De Northwest indianen verzamelden ook weelde, maar dan als een clan project, om nadien bij een bijeenkomst als gastheer het allemaal weg te schenken. Dergelijke bijeenkomsten werden ingeluid door gezang, drums en dansen. De genodigden werden opgevangen en gevoed. Soms nodigde de chief-gastheer op het einde van de potlach uit tot het vernietigen van zijn woning, om opnieuw van nul te kunnen beginnen. Blanke settlers en lokale kerkvertegenwoordigers uitten vaak hun protest hiertegen, zodat dergelijk ritueel lange tijd verboden werd. Hedendaagse PowWow Worden nu in de USA en Canada gehouden vanaf het voorjaar april tot het najaar in oktober. Als je wil, kan je gedurende 6 maanden verschillende staten doorkruisen en je eigen pow wow trail samenstellen. Zou wel een leuk reisproject zijn. Alleen is het dat een standaardvisum je maximum slechts 3 maanden toelaat in de VSA en Canada. Misschien zijn er afwijkingen mogelijk. Pow Wow is de verwesterde aanpassing van het Algonquin (Noord-oost Canada) “Pau Wau”. In eerste instantie verwees het naar een bijeenkomst van medicijnmannen en spirituele leiders. Vervolgens werd het meer uitgebreid naar de betekenis van het samenbrengen van stammen en naties. Vroeger werden ze enkel in het voor- en najaar gehouden. Het was een welkomgebeurtenis, de welkom van warmere dagen na de winter, nieuwe ontmoetingsgelegenheden en de gelegenheid tot het verhandelen van goederen die in de winter werden klaargemaakt, maar ook om die gemeenschappen van oogst te voorzien, bij wie het niet goed gelukt was.. Grote afstanden werden afgelegd om deel te nemen. Zo'n bijeenkomst was vaak essentieel om de volgende winter door te komen. Sociale en politieke beslissingen werden genomen, individuele feiten van moed en uitstekende verwezenlijkingen weren geëerd, huwelijksbeloften en - inzegeningen, geboorten en overledenen werden gecelebreerd. Oorspronkelijk dansten uitsluitend de krijgers. Hun dansen beeldden hun overwinningen uit, zowel op vlak van krijgs- als jachtkunst en persoonlijke verwezenlijkingen. PowWow protocol Wanneer je één bijwoont, besef goed dat je een observator bent van aloude ceremonieën en tradities die de bijna genocidaire geschiedenis van de indianen heeft overleefd. Volgende dient strict nageleefd te worden: geen alcohol drugs noch koffie in vele gevallen; de centrale plaats waar gedanst, gezongen en gedrumd wordt heet 'arena', een exclusieve, sacrale en beschermde plaatst, zonder toelating niet te betreden; neergezette tipi's zijn de echte woonplaatsen van sommige deelnemers, waarbij privacy dient gerespecteerd te worden;
37 eens de arena gezegend wordt met gebed en kruiden wordt het een spirituele grond. Je kan niet zomaar dit gebied betreden noch overschrijden. Fotos' en video's kunnen genomen worden, maar in sommige gevallen dient je apparatuur geregistreerd te worden, dien je een toelatingsgeld te betalen. Vraag steeds of je mag fotograferen, een e-mailadres om je foto toe te sturen; Sommige voorwerpen, kledij zijn generaties oud en mogen niet gefotografeerd worden; Voorzichtig. Kledij en uitrusting van dansers worden regalia of outfit genoemd, geen kostuum of verkleedpak. Het zijn zeer waardevolle stukken die voor elke danser de spirit, de tradities, de kracht van zichzelf maar ook van de groep die hij vertegenwoordigt eert. Er kunnen hele familiegeneraties van voorwerpen en versieringen voorkomen, vaak handgemaakt door vrienden, familie en vorige generaties. Vergeet je stereotype hollywood beeld van wat een Indiaan moet voorstellen. Je komt ze in alle maten, kleuren en constituties tegen. Slanke, volslanke, kleine en grote tot spierenbundels en reuzen. Bleek, blond, rood en zwartharig tot roodhuiden, bleke als zeer donkere (afro) gekleurde huid. Ze zijn allemaal native american van erfenis, bloed en hart. Je kan aziatisch ogende hebben tot mexicaan ogende met amandelkleurige ogen. Als je deelneemt, laat je klok achter en leef volgens indian time: geen haast, vooral fun en plezier staan centraal. Beleef het moment van hier en nu. De jury kan tot in de eerste ochtenduren nog aan het beraadslagen zijn welke deelnemers na een dansproef gepreselecteerd worden. De jury beoordeelt, de vlotheid van dansen, de wijze van bewegen van benen, voeten, lichaam, hoofd, handen en armen, in functie van ceremoniële voorwerpen of uitbeelding van traditie, ritmische opvolging van de pow wow drum. Duizenden toeschouwers, honderden dansers, zangers en drummers, meerdere naties en stammen komen uit de USA, Canada, Mexico en andere ZuidAmerikaanse landen. De omroeper speelt een centrale rol, praat het programma aan elkaar, wijst op het zo veel mogelijk naleven van de volgorde van aankondiging, vertelt grapjes wanneer het kan en deelt eveneens berichten mee van algemeen nut. Hij werkt nauw samen met de arenameester die nauwlettend toekijkt of er geen adelaarsveer valt. Soms nodigt hij non-indians uit op het podium om kort te interviewen. Native veiligheidsverantwoordelijken waken over de veiligheid en het vreedzame verloop van de pow wow als event. Ze werken vaak samen met lokale politie om toe te kijken op het verbod van het gebruik van drugs, alcohol
38 en andere mogelijke pepmiddelen. Pow wow zangers:drummers Het zijn eigenlijk hoofdzakelijk drummers, maar ze worden vreemd genoeg eerst zangers genoemd. Het ritme van de drum en de precisie en prestatie van de dansers hangen nauw met elkaar samen. Elke soort dans is gekenmerkt door zijn eigen beat en ritme; zeker niet de hollywood John Wayne beat van EEN twee drie vier EEN twee drie vier. Meestal zijn het oude gezangen van generatie op generatie overgedragen. Maar ook kunnen de klanken uitsluitend een gevoel uitten zonder dat ze specifiek door woorden vertaald zijn. Woorden zijn vaak een kledingstuk of vertellen echt wat het gevoel inhoudt. De drum is the spirit horse die hun geest in de spirituele wereld verder draagt. Moeder drum daar de trillingen naar de aarde keren en terugkomen doorheen de drummers. Massage en filteren van en door de aarde. Ride the horse : maak je geest vrij en laat je lichaam de kracht en pulsaties van de drum voelen, zodat je spirit kan reizen. Zolang er een drum beat is, zijn er Indianen. De 'Drum northern pitch' is hoog en snel gespeeld/gezongen. De 'Southern pitch' is lager en langzamer. Heeft niets met de geografische indeling te maken. SOORTEN DANSEN Gourd Dance Geen competitiedans, maar een cirkeldans van de mannen rond de drum om de krijgers, soldaten te eren die dienst hebben gedaan of gevallen zijn in de strijd (= KIA, “killed in action”). De mannen en vrouwen dragen regalia van hun stam, maar ook vaak een deel van het uniform, insignes en onderscheidingen van hun legerafdeling. Ook dragen ze veelal een deken met rode en blauwe kleur samen geweven. Rood voor de strijd gewonnen tegen de us cavalry, blauw voor de strijd in dienst van de usa. Ze volgen het ritme met sacrale ratels die nadien zorgvuldig in speciale kistjes worden opgeborgen . In het algemeen dansen de vrouwen in de buitenste cirkel als steunbetoon en eer voor de familieleden, levend en overleden. Het is een plechtige, gebedsvolle dans waarbij de moed, inzet en opofferingsgeest van de overlevenden en de gevallenen geëerd worden. Grand Entrée (Entry, Entrance) Dit markeert de officiële aanvang van de pow wow. In de arena komt ieder binnen vanuit het oosten. In het medicijnwiel is het de richting van het nieuwe begin, geboorte, hergeboorte en ontwaken. Tijdens de G E dient ieder recht te staan en hoofddeksel af te nemen (tenzij met arendsveer) uit respect. De arendstaf, spiritueel symbool van alle Native Nations, gevolgd door de USA vlag en anderen voert de hele aanzwellende groep in wijzerzin aan.. De hoofddansers, onderscheiden bij de pow wow van vorig jaar, volgen de staf-
39 en vlagdragers. Daarop komen de notabelen, ouderlingen, chiefs, de mannelijke en vrouwelijke competitiedansers zoals traditionele, grass and fancy, vervolgens fancy sjawl en jingle dress dancers in de kijker. Dezelfde onderverdeling gaat door van volwassene tot peuter. Indien te jong om zelf rond te lopen zullen één van de ouders of grootouders het kind dragen. Wanneer de hele life circle voleindigd is, is de arena is goed vol en wordt de vlag hymne, het eigen native 'nationale volkslied' gespeeld (niet het Amerikaanse!), gevolgd door een zegen in een native taal. Nadien worden de staf, de vlaggen bij de booth van de omroepmeester geplaatst en kan ieder gaan zitten. De pow wow zal nu losbreken met het competitiedansen: FANCY DANCE Is het type dans dat zich sterk ontwikkeld heeft sinds de pow wow voor het publiek toegankelijk werd en het competitiedansen gelanceerd werd. Het komt er hier op neer dat de dansers hun regalia kleurrijker maken, opvallender, meer flitsend en schitterend door spiegeltjes, lange streamers van kleuren franjes, belletjes, dubbele verenbundels en zilveren of koperen pols-of armbanden. Op hun hoofd dragen ze een hoofdband en een soort borstel van stekelvarken naalden waarop een spinnende as met twee veren is gebouwd. Het is een vrije vorm van dansen die atletische, acrobatische en loopkwaliteiten van de danser vraagt. Hij moet immers steeds juist op het ritme van drumbeat kunnen meedansen en minutieus op de laatste slag stoppen, zonder verwittiging vooraf! FANCY SHAWL DANCE Is sinds 1930 ontstaan en is een vrouwendans. De dans was oorsponkelijk bedoeld om te pronken met kledij. In elk geval de beweging van de sjaals doen denken aan de vleugels van een vlinder. Er wordt naast de kledij met regalia op knielengte kledij vooral belang gehecht aan de elegante sjaal met franjes die gedurende de dans geopend en gesloten wordt. De dansstappen zijn zeer vlug, atletisch met een ter plaatse tollen terwijl ritme en sjaal volgen. De voeten lijken hierbij nauwelijks de grond te raken. Bij de laatste drumbeat dient de danseres haar beide voeten op de grond en haar armen langs haar lichaam geplaatst te hebben. GRASS DANCE Is één van de oudste dansen en gaat waarschijnlijk terug naar één van de meest oorsponkelijke pow wow dansen. De grote krijgers dansten toen hun dans om hun krijgsverhalen uit te beelden. Een ander verhaal vertelt over een jonge man in het dorp die één lam been had, maar toch wou dansen. Hij bad tot de spirits en kreeg een eigen dans aangereikt, waarbij hij in een circulaire beweging het gras met één been zoveel mogelijk moest platstampen. Bij het oprichten van hun kamp diende het prairiegras afgevlakt te worden, immers om de vijand te lang vooraf te zien. De Grass Dance is een zeer fluïede dans,
40 waarbij de danser zijn beide benen om beurten op en neer dient te bewegen en op zijn as met de voeten het gras te effenen. Zijn gedragen regalia doen vooral zijn twee veren op zijn hoofd uitkomen. Deze twee veren dienen heen en weer te bewegen, waarbij lange, gekleurde wollen slierten naar beneden vloeien vanuit zijn schouders, borstkas, polsen, en heupen. De slierten stellen het gras voor en zijn zo nauw aangebracht, dat het lijkt alsof de danser zijn lichaam volledig in het gras is opgenomen. Bij het dansen lijkt hij op golven van slierten te bewegen zonder enig gewricht in zijn lichaam. JINGLE DRESS DANCE Ooit kreeg een oude Ojibwe in zijn droom instructie van de spirits voor een nieuwe vrouwendans, hoe de kledij er voor deze nieuwe dans, de Jingle Dress Dans, moest uitzien en welke zang de dans moest vergezellen. In zijn droom dansten 4 jonge herkenbare vrouwen van het dorp op de nieuwe danspassen. Toen hij wakker werd, gaf hij zijn vrouw de nodige informatie om 4 jingle kleden te maken en riep hij de vier vrouwen uit zijn droom op, om de dans uit te voeren. Hij legde achteraf zijn 'vision' voor aan de hele Ojibwe natie die zich toen uitstrekte over de staten Wisconsin, Minnesota en Michigan. In de 20-er jaren werd de dans gedeeld met de Sioux natie en groeide de populariteit van de dans uiteindelijk bij alle vrouwen van alle indianen naties uit de USA en Canada. Het kleed zelf is gemaakt tot op kniehoogte. Wat vooral opvalt zijn de honderden kegelvormige belletjes van schouder tot knie, een sjaal rond de hals, een veren waaier in haar hand, een tas over de arm en een vaste veer in het haar. De moeilijkheidsgraad van de dans is dat niet enkel de danster op de laatste beat van het drumritme moet stoppen op beide voeten, maar ook de rinkeling van haar belletjes. De danspassen zelf zijn zeer snel en voeren het voetwerk uit, dat aan de oude Ojibwe wijze is meegedeeld. Ze zijn best te vergelijken met het lenige voetwerk van de Ierse Jigs. TRADITIONELE DANSEN Dit type dansen zijn zo oud als de native americans zelf. Ze zijn ontstaan in de tijd dat de krijgers zich op de jacht of het gevecht voorbereidden en nadien hun belevenissen en ervaringen via dans uitbeeldden voor de dorpsleden. Aangebrachte lichaams- en gezichtskleuren zijn een heel persoonlijke uitdrukking van elke krijger. Zijn hoofdbedekking varieert van dierenpels tot een volle waaier van veren al naargelang van welke stamtraditie hij wil naleven. Het voetenwerk is eveneens met de oude gewoonten van elke stam verbonden. Een pow wow jury let vooral op de authenticiteit van de lichaamsbewegingen in functie van de specifieke stam of regio waartoe de danser behoort. Zoals steeds dient bij de dans het ritme van de drum tot op het einde gevolgd te worden. Twee categorieën bestaan er: De Southern Dance en de Northern Dance. Ze staan los van eender welk landsgedeelte, staan in verband met de dansstijl en de regalia die van speciale betekenis zijn voor de danser.
41 Enkele onderscheidende kenmerken in detail: Northern Traditional: Borstplaat in been, zilveren of koperen armbanden, decoraties in de haren of op het hoofd, in de handen een oorlogsschild, een dansstaf, een verenwaaier, een oorlogswapen en vaak een medicijnwiel of een dream catcher en één enkele verenbundel aan de heupen. Deze dans is fysisch actiever dan de Southern Straight en niet zo snel en acrobatisch als de zg. Fancy dance. Southern Straight: De regalia zijn vergelijkbaar met de Northern Traditional. Borstplaat, benen halsband, riem, armbanden in koper en zilver, geweven wollen 'garters' op de knieën (soms met belletjes) en een stekelvarken hoofddeksel met slechts één veer, in de handen een medicijnwiel of dream catcher, een veren waaier, een oorlogswapen en een staf. Eén van de belangrijkste distinctieve kenmerken is een kledingstuk onder vorm van een lange sliert die van de rug van de danser tot op de grond hangt. De dans is precies beheerd, elegant met langzaam voetwerk en specifieke lichaamsposities. Buckskin Regalia Kledij in dierenhuid tot knie – of enkellengte. Het kunnen twee stuks zijn en gekenmerkt door franjes die van de arm lopen tot de knie. De franjes stellen de continue flow voor van de waterval met haar levensvervattend water en energie. Het staat voor de doorzettende kracht van de native moeder, maar ook van moeder aarde. Het haar van de danseres is flink versierd en omvat vaak ook nog verlengstukken in pels. Juwelen worden overal gedragen, in de oren, rond de hals en rond de vingers. De danseres draagt sowieso lederen mocassins, leggings, een gestikte bergtas over de arm, een zilveren gordel met soms een dolk, een sjaal met lange franjes, geplooid over de arm èn een verenwaaier. De regalia zijn vaak handgemaakte decoraties en zien er adembenemend mooi uit. Het is het resultaat van eindeloze uren handenarbeid over de generaties heen. Regalia kunnen bestaan uit stukken georneerd stof met 'elk' tanden, quills, munten en schelpen, kleurrijke linten, stikwerk en bloemendesigns. KINDERDANS Van zodra een kind in een pow wow familie is geboren, wordt het door de ouders of familie in de arena meegedragen. Eens het kind kan stappen en goed zijn evenwicht kan houden, begint de dansopvoeding. Je kan hun uitrusting vlot kopijen noemen van die van de volwassenen al naargelang van het type dans. Zij dansen op een pow wow binnen dezelfde competitiecategorieën als de volwassenen. En ze doen het heel serieus. Het machtigste hierbij is dat hun enthoesiaste deelname het levend bewijs is van de erfenisoverdracht van de native cultuur, spiritualiteit en de overdracht
42 van de tradities van de ouderen op de jongere generaties. De danstradities worden levend en actueel gehouden, terwijl ze zelf evolueren, ondanks het zware historische verleden van de natives. Het dansen begint vanaf peuterleeftijd tot 5 en eronder. Van 6-11, van 12-17j als junioren, volwassenen van 18-49 en de gouden leeftijd vanaf 50 jaar, de 'wicked bulls'. Dansen is de vorm van persoonlijke expressie van hun gedachtengoed; hun ziels- en spirituele wereld. Hun spirit leeft verder en heeft het overleefd. “We have survived”, hoor je wel eens klinken. ANDERE DANSEN Al naargelang van de omvang van de pow wow komen er ook andere danstypes voor: Azteek en Maya, hoela hoep dansen (hun ringen wijzen op de interconnectie van alle levende wezens in het universum), sneak-up dance, eagle dance (zie ook arend in de intertribal afsluiting), beerdans, hertendans, buffalodans, dierendansen ... Eén ding is zeker, zolang de drumbeat geslagen wordt, klopt het hart van de Indianen krachtig, levend en wel. De drumbeat is hun hartslag. TERUG NAAR HUIS ... Vreemde samenloop van omstandigheden bij mijn terugreis van Albuquerque naar België op 2 mei 2011: In de luchthaven van Atlanta, waar ik een tussenstop maak, hoor ik hier en daar mensen juichen die naar reuzenschermen het CNN news aan het bekijken zijn. Ik kijk en luister even mee en zie de Amerikaanse president Obama, geruggesteund door zijn staf, blij aankondigen dat ze uiteindelijk de vermeende Al Quaeida chef Osama Bin Laden hebben kunnen elimineren in Pakistan. Een militair eliteteam heeft hem doelgericht en efficiënt kunnen uitschakelen, doorzeefd dus. Ik noem het 'vreemde samenloop' daar ik vol ben van het vitaliserende en 'Mitakue Oyasin' effect van de GON powwow, terwijl men zich hier verheugt over het uitschakelen van een mensenleven, een medemens wie hij ook is. Het smaakt bitter in mijn mond. Een zoveelste schakel uit het universele netwerk van mensenschakels ligt er plots uit, zonder stil te staan bij 'oorzaak en gevolg' ... Ik speel al jaren native flute, voel me aangetrokken tot het pow wow drummen, zingen en dansen. Ik speel en zing zelf Indiaans geïnspireerde klanken en liederen. Al mijn muziek en zang zijn steeds op het moment zelf geïmproviseerd en door mijn ziel ingeblazen. Dit laatste komt mij in het kader van mijn klankrelaxatie behandelingen handig van pas. Sinds mijn terugkeer in België speel ik samen met een vriend deze muziek voor residenten van rusthuizen voor het goede doel. We willen hen in contact brengen met de typische klankvibraties, die ik zelf overweldigend heb kunnen ervaren in Albuquerque. Ik voel me goed bij deze activiteiten en steun me hierbij ook op wat Pelletier, de nog steeds onrechtvaardig opgesloten Lakota Indiaan – bekend voor het oprichten van de Indian Movement in South Dakota en de opstand tegen de FBI bij Wounded Knee -, destijds zei: “To be a warrior doesn't mean you carry a weapon first, but that you take responsibility for and care about your kin and community with love, respect and heart ...” Dit raakt
43 me diep en vind ik terug in de boodschappen die geuit worden tijdens de pow wow. In mijn dagelijks werk en leven t.o.v. Mezelf en mijn geliefden, naasten en omgeving wil ik deze levenswijsheid zoveel mogelijk toepassen. Thuis aangekomen welt me regelmatig een lied op, terwijl de pow wow drums en zang nog steeds onder een dreunend ritme zich over “the lands of the spirits” in mijn hoofd blijven weergalmen: “What Am I doing here x 3 ... in Belgium? I want to be back X 3 ... among the buffalos in the prairie x 3 ...” Ik neem een handdrum en zing het lied voluit. Tranen vormen zich in mijn ogen en de band met de GON voelt zeer sterk aan...