Indicatoren VIP²-project – Oncologie
In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009 werd bij 9417 nieuwe patiënten borstkanker gediagnosticeerd, waarvan 5533 in het Vlaamse Gewest. Binnen het VIP²-project werd de focus in het domein oncologie dan ook in eerste instantie gelegd op borstkanker, als één van de meest belangrijke doodsoorzaken. De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
B1 - Statusbepaling van oestrogeen, progesteron en HER2 B2 - Cytologische of histologische beoordeling van maligniteit B3 - NMR, mammografie en echografie B4 - Multidisciplinaire benadering B5 - radiotherapie na borstsparende behandeling B6 - Borstsparende chirurgie B9 - Chemo- of hormonale therapie bij uitgezaaide borstkanker B11 - Geobserveerd vijfjaarsoverleving B12 - Vijfjaarsoverleving, gecorrigeerd voor leeftijd en stadium B13 - Relatieve vijfjaarsoverleving
Indicator borstkanker B1 – Statusbepaling van oestrogeen, progesteron en HER2 Omschrijving indicator Percentage patiënten met borstkanker waarbij het oestrogeen-, en progesterongehalte en/of HER2-status werd bepaald voor het starten van chemotherapie, hormonale therapie of een behandeling met trastuzumab.
Verklaring / verantwoording indicator Voor het starten van de behandeling is het belangrijk om de hormoongevoeligheid en de aanwezigheid van HER2-eiwit in de cellen van de tumor te bepalen. Twee derde van de borsttumoren is immers hormonaal gevoelig. Dat betekent dat deze tumoren groeien door de aanwezigheid van hormonen, die van nature in het lichaam van een vrouw aanwezig zijn. De twee belangrijkste vrouwelijke hormonen zijn oestrogeen en progesteron. In de cellen van een tumor zitten eiwitten, de zogenaamde receptoren, waaraan de hormonen zich kunnen vasthechten en waardoor de tumor gaat groeien. Verder kunnen er op het membraan van de tumorcellen bepaalde specifieke receptoren (bv. De HER2-receptor) voorkomen. Om de hormoongevoeligheid en de aanwezigheid van HER2 te bepalen wordt in borstweefsel onderzocht of deze receptoren aanwezig zijn in/op de cellen van de tumor. Dit is belangrijk voor het bepalen van de behandeling, meer precies voor de beslissing over het al dan niet toedienen van chemotherapie, hormonale therapie of trastuzumab. Trastuzumab is een geneesmiddel dat zich hecht aan bepaalde eiwitten op de wand van de tumorcellen. Hierdoor kan de groei van de tumor gestopt worden.
Resultaten St-Franciskus Ziekenhuis In het St-Franciskus Ziekenhuis werd bij 98,5% van patiënten met borstkanker de oestrogeen-, progesteron- en/of HER2-waarden bepaald voor het starten van chemotherapie, hormonale therapie of een behandeling met trastuzumab. Hiermee scoort het St-Franciskus Ziekenhuis ruim binnen de door de Vlaamse overheid vooropgestelde streefnorm van 90%-100%
Indicator borstkanker B2 – Cytologisch en/histologische beoordeling van maligniteit Omschrijving indicator Percentage patiënten met borstkanker waarbij celonderzoek en/of weefselonderzoek van de tumor werd uitgevoerd voor een borstoperatie. Verklaring / verantwoording indicator Er zijn verschillende types van borstkanker te onderscheiden. Daarom is het belangrijk om voor de operatie het exacte type en de uitgebreidheid van de tumor te bepalen. Dit gebeurt door via een punctie of een biopsie (weefselonderzoek) wat losse cellen of stukjes weefsel af te nemen van de tumor en deze te onderzoeken. Het stellen van een juiste diagnose zorgt ervoor dat er een gerichte therapie kan opgestart worden, wat de correctheid van de behandeling en dus ook de overlevingskansen ten goede komt. Resultaten St.-Franciskus Ziekenhuis Binnen het St-Franciskus Ziekenhuis werd bij 98,5% van de vrouwen met borstkanker, celonderzoek en /of weefselonderzoek uitgevoerd voor een borstoperatie. De streefwaarden van de Vlaamse overheid (80%-95%) worden hiermee zelfs overschreden.
Indicator borstkanker B3 – NMR, mammografie en/ of echografie Omschrijving indicator Percentage patiënten in een vroeg stadium (cStadium I, II of III) van borstkanker dat een NMR (vanaf incidentiejaren 2009-2011), een mammografie en/of een borstechografie kreeg binnen de 3 maanden voor de borstoperatie. Verklaring / verantwoording indicator Tijdens een mammografie wordt een afbeelding gemaakt van de borstklier door middel van röntgenstralen. Mammografie blijft een van de belangrijkste middelen om een knobbel in de borst of andere tekens van een mogelijke borstaandoening te onderzoeken. Een echografie is een onderzoekstechniek die gebruik maakt van niet hoorbare geluidsgolven om weefselstructuren in beeld te brengen. Het is sterk aan te bevelen om voor de borstoperatie een mammografie en/of borstechografie uit te voeren om de uitgebreidheid en de kenmerken van de tumor te bepalen. Dit is noodzakelijk om correct in te schatten welk borstweefsel weggenomen moet worden en voor het plannen van een weefselonderzoek. Bij sommige patiënten wordt echter al voor de borstoperatie gestart met chemotherapie om het tumorweefsel te doen verkleinen. Daarom is het belangrijk om na deze chemotherapie een tweede keer een mammografie en/of borstechografie uit te voeren vooraleer een borstoperatie plaatsvindt Resultaten St.-Franciskus Ziekenhuis Binnen het St-Franciskus Ziekenhuis ondergingen alle vrouwen (100%) met een nieuw gediagnosticeerde borstkanker met cStadium I-III een NMR, mammografie en/of echografie van de borst binnen de drie maanden voorafgaand aan de chirurgische ingreep.
Indicator borstkanker B4 – Multidisciplinaire benadering Omschrijving indicator Percentage patiënten met borstkanker besproken tijdens een multidisciplinair oncologisch consult (MOC). Verklaring / verantwoording indicator Tijdens een multidisciplinair overleg (MOC-overleg) bespreken specialisten van verschillende disciplines (vb. chirurg,
oncoloog,
radiotherapeut)
samen
ieder
patiëntendossier.
Het
gezamenlijk
bespreken
van
patiëntendossiers draagt bij tot een correcte diagnosestelling en het opstellen van het beste behandelingsplan voor iedere patient. Resultaten St.-Franciskus Ziekenhuis Binnen het St.-Franciskus Ziekenhuis wordt 88,0% van de patiënten binnen de 8 weken na het vaststellen van de diagnose van borstkanker, besproken op een multidisciplinair oncologisch consult (MOC). De streefnorm van de Vlaamse overheid (90%-100%) wordt hiermee niet gehaald. Indien we evenwel rekening houden met het tijdstip van chirurgie (aanvullend op het tijdstip van de diagnose), stellen we vast dat 95,5% van de patiënten die binnen het St-Franciskus ziekenhuis chirurgie ondergaan naar aanleiding van borstkanker, een MOC-bespreking plaatsvindt binnen de 8 weken na de eerste chirurgie.
Indicator borstkanker B5 – Radiotherapie na borstsparende operatie Omschrijving indicator Percentage patiënten met borstkanker dat radiotherapie kreeg na een borstsparende operatie. Verklaring / verantwoording indicator Na een borstsparende ingreep (tumorectomie) is aanvullende radiotherapie (=bestraling) aan te bevelen omdat dit de kans op herval aanzienlijk beperkt. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat er geen verschil is tussen de kans op genezing bij een volledige borstamputatie (mastectomie) ten opzichte van een borstsparende operatie gevolgd door radiotherapie Resultaten St.-Franciskus Ziekenhuis Binnen het St.-Franciskus Ziekenhuis kreeg 97,7% van de vrouwen aanvullende radiotherapie na een borstsparende ingreep. Opnieuw werd de streefnorm van de Vlaamse overheid (90%-98%) ruimschoots gehaald.
Indicator borstkanker B6 – Borstsparende chirurgie Omschrijving indicator Percentage patiënten met borstkanker in een vroeg stadium (cStadium I of II) waarbij borstsparende chirurgie uitgevoerd werd. Verklaring / verantwoording indicator Indien borstkanker tijdig (= in een vroeg stadium (cStadium I of II)) wordt ontdekt, wordt waar mogelijk de voorkeur gegeven aan een borstsparende ingreep (tumorectomie) gevolgd door radiotherapie (=bestraling). De kansen op overleving zijn dan immers even goed als bij een volledige borstamputatie (mastectomie). Resultaten St.-Franciskus Ziekenhuis Binnen het St.-Franciskus Ziekenhuis kreeg 69,35% van de vrouwen een borstsparende operatie. De streefnorm van de Vlaamse overheid (50%60%) werd hiermee ruim overschreden. Ter info c-stadium I: een tumor kleiner dan twee centimeter zonder uitzaaiingen c-stadium II: een tumor tussen de twee en vijf centimeter groot, met eventueel uitzaaiingen naar de lymfeklieren in de oksel, maar verder geen uitzaaiingen. c-stadium III: de tumor is groter dan vijf centimeter, met eventueel uitzaaiingen naar de lymfeklieren in de oksel. De tumor valt ook onder dit stadium als hij kleiner is, maar door de huid naar buiten komt. Of als hij vastzit aan de borstwand. In beide gevallen is de kans groot dat er ook uitzaaiingen elders in het lichaam zijn; c-stadium IV: een tumor met aangetoonde uitzaaiingen naar andere plekken in het lichaam.
Indicator borstkanker B9 – Chemo- of hormonale therapie Omschrijving indicator Percentage patiënten met een uitgezaaide borstkanker (Stadium IV) waarbij chemo- of hormonale therapie gegeven werd. Verklaring / verantwoording indicator Bij patiënten waarbij ook uitzaaiingen (metastasen) werden ontdekt, kunnen chemo- en/of hormonale therapie niet alleen het comfort (=levenskwaliteit) van de patiënt verbeteren, maar ook de overlevingsduur verhogen. Of een patiënt in aanmerking komt voor zo een behandeling is onder meer afhankelijk van zijn gezondheidstoestand en voorkeur, maar ook van het verloop van de ziekte (vb. volgens experten is het aangewezen om bij agressieve of snelgroeiende tumoren chemotherapie toe te dienen). Resultaten St.-Franciskus Ziekenhuis Binnen het St.-Franciskus Ziekenhuis kreeg 90% van de vrouwen met een uitgezaaide borstkanker chemo- of hormonale therapie. Hiermee blijft het St-Franciskus ziekenhuis binnen de Vlaamse streefnorm van 80%-100%. Ter info stadium I: een tumor kleiner dan twee centimeter zonder uitzaaiingen stadium II: een tumor tussen de twee en vijf centimeter groot, met eventueel uitzaaiingen naar de lymfeklieren in de oksel, maar verder geen uitzaaiingen; stadium III: de tumor is groter dan vijf centimeter, met eventueel uitzaaiingen naar de lymfeklieren in de oksel. De tumor valt ook onder dit stadium als hij kleiner is, maar door de huid naar buiten komt. Of als hij vastzit aan de borstwand. In beide gevallen is de kans groot dat er ook uitzaaiingen elders in het lichaam zijn; stadium IV: een tumor met aangetoonde uitzaaiingen naar andere plekken in het lichaam.
Indicator borstkanker B11 – Geobserveerde vijfjaarsoverleving Omschrijving indicator Geobserveerde vijfjaarsoverleving: De kans dat patiënten nog in leven zijn 5 jaar na het vaststellen van borstkanker, los van de doodsoorzaak. Verklaring / verantwoording indicator Deze indicator geeft een beeld van de kans dat borstkankerpatiënten nog in leven zijn 5 jaar na hun diagnose, ongeacht de doodsoorzaak. De overleving van borstkankerpatiënten hangt namelijk niet alleen af van kankergerelateerde factoren zoals de uitgebreidheid van de tumor, maar ook van de leeftijd van de patiënt of van andere mogelijke doodsoorzaken (zoals andere ziektes, ongeval, enz). Verder kan ook de sociale status van een patiënt een rol spelen. Door de vele andere beïnvloedende factoren kan men op basis van dit cijfer geen correcte vergelijking maken tussen de ziekenhuizen onderling. Deze indicator is daarom louter informatief en zegt op zich niet zoveel.
De indicator moet daarom samen bekeken
worden met de indicatoren over de geobserveerde vijfjaarsoverleving gecorrigeerd voor leeftijd en stadium en de relatieve overleving. Resultaten St.-Franciskus Ziekenhuis Binnen het St-Franciskus ziekenhuis bedraagt de geobserveerde vijfjaarsoverleving 75,3%.
Indicator borstkanker B12 – Vijfjaarsoverleving gecorrigeerd voor leeftijd en stadium Omschrijving indicator Vijfjaarsoverleving gecorrigeerd voor leeftijd en stadium: De kans dat patiënten nog in leven zijn 5 jaar na het vaststellen van borstkanker, rekening houdend met de leeftijd van de patiënt en de uitgebreidheid van de tumor, los van de doodsoorzaak. Verklaring / verantwoording indicator De kans dat patiënten vijf jaar na het vaststellen van de borstkanker nog leven, hangt in belangrijke mate af van de leeftijd van de patiënt en het stadium van de ziekte (= de uitgebreidheid van de tumor). Het is belangrijk om deze twee factoren in rekening te brengen bij de vergelijking van de overlevingscijfers tussen ziekenhuizen. Indien het ene ziekenhuis gemiddeld gezien oudere patiënten en/of meer gevorderde borstkankers behandeld dan een ander ziekenhuis, dan is het te verwachten dat de overlevingskans in het eerste ziekenhuis lager ligt dan in het tweede. Zonder deze verschillen tussen ziekenhuizen in rekening te brengen, kan geen eerlijke vergelijking tussen de ziekenhuizen worden uitgevoerd. Wel dient opgemerkt te worden dat het onmogelijk is om te corrigeren voor alle factoren die van belang kunnen zijn in de overleving, aangezien deze informatie simpelweg niet allemaal voorhanden is (bv. De sociale status van de patiënt). Verder wordt in deze indicator rekening gehouden met alle doodsoorzaken en niet enkel met deze ten gevolge van de borstkanker zelf. Daarom is het ook belangrijk om naar de indicator over de relatieve overleving te kijken. Resultaten St.-Franciskus Ziekenhuis Binnen het St.-Franciskus Ziekenhuis bedraagt de vijfjaarsoverleving gecorrigeerd voor leeftijd en stadium van vrouwen waarbij borstkanker werd gediagnosticeerd 81%.
Indicator borstkanker B13 – Relatieve overleving Omschrijving indicator Relatieve overleving: De kans dat patiënten nog in leven zijn 5 jaar na het vaststellen van de borstkanker, in vergelijking met de algemene bevolking, indien er alleen rekening wordt gehouden met sterfte ten gevolge van borstkanker. Verklaring / verantwoording indicator Het overlijden van patiënten in de periode van vijf jaren na het vaststellen van borstkanker kan het gevolgd zijn van de borstkanker zelf, maar ook van andere oorzaken, zoals andere ziektes, een ongeval, enz. Deze indicator geeft een schatting van de overleving indien de kanker de enige mogelijke
doodsoorzaak
vijfjaarsoverleving
van
is. de
De
indicator
patiënten
met
vergelijkt
daarvoor
borstkanker
en
de de
vijfjaarsoverleving van een groep mensen uit de algemene bevolking met dezelfde eigenschappen (leeftijd, geslacht, regio, kalenderjaar). Resultaten St.-Franciskus Ziekenhuis Binnen het St-Franciskus Ziekenhuis bedroeg de vijfjaarsoverleving van vrouwen waarbij borstkanker werd gediagnosticeerd (gecorrigeerd voor niet-borstkankergerelateerde sterftes binnen de vijf jaren) 81,5%. Gezien het hoge aantal borstkankerpatiënten binnen ons ziekenhuis met bijkomende pathologieën zoals o.a. obesitas en diabetes, valt het aan te bevelen ook deze parameters mee te nemen bij de relatieve overleving.