De implementatie van het Montreal Protocol in Suriname In het vorige artikel hebben wij het gehad over het ontstaan van het Montreal Protocol en de ozonlaag. Wij zijn ingegaan op onder andere de functie van de ozonlaag, de effecten zijn van een verdunde ozonlaag en waarom er een ozongat is. In dit artikel zullen wij verder ingaan op de activiteiten die zijn uitgevoerd in Suriname ter bescherming van de ozonlaag en de verplichtingen die Suriname heeft als partij bij het Montreal Protocol. Suriname en het Montreal Protocol In 1997 is Suriname partij geworden bij zowel het Verdrag van Wenen voor de Bescherming van de Ozonlaag als het Montreal Protocol dat inhoudt dat ook Suriname is gebonden aan de verplichtingen van deze verdragen. De vier amendementen* waarvan Suriname op 29 maart 2006 partij is geworden zijn: • het London Amendement; deze regelt het financieren van de implementatie van programma’s in de zogenaamde Artikel 5 landen w.o. Suriname. • Het Copenhagen Amendement; deze regelt de controle op het gebruik van een van de groep ozonlaagafbrekende stoffen waaronder de Chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK’s), Chloorfluorkoolstoffen (CFK’s), Halonen en Methylbromide. • Het Montreal Amendement; regelt de introductie van een Vergunningssysteem bij de import en export van Ozonlaagafbrekende Stoffen. • Het Beijing Amendement; deze regelt de controle op de productie van ozonlaag afbrekende stoffen met landen die geen partij zijn bij dit amendement. * Een amendement is een wijziging in het Protocol In het kader van de implementatie van het Montreal Protocol heeft Suriname de verplichting om in 2005, 2007 en 2010 respectievelijk 50%, 85% en 100% van haar gebruik aan ozonlaagafbrekende stoffen met name R-11, R-12, R-113, R-114, R-115 te verminderen gebaseerd op het gebruik in de periode 1995 – 1997 welke gelijk is aan 42 ton. R betekent Refrigerant of Koelgas. Bijvoorbeeld R – 12 betekent Koelgas nummer 12. Tabel 1. Het Quota systeem geldig voor Suriname Datum Percentage reductie ozonafbrekende stoffen 1 Januari 2005 1 Januari 2007 1 Januari 2010 1 Januari 2015
50 % reductie van 42 ton O.D.S. (m.n. R-11, R-12, R-113, R-114, R-115) 85 % reductie van 42 ton O.D.S. (m.n. R-11, R-12, R-113, R-114, R-115) 100% reductie van 42 ton O.D.S. (m.n. R-11, R-12, R-113, R-114, R-115) Start bevriezing van het gebruik van R-22
import toegestaan 21 ton 6.3 ton 0 ton
Voor de implementatie van het Montreal Protocol is binnen het NIMOS de Nationale Ozon Unit die verschillende activiteiten heeft uitgevoerd zoals het inventariseren van importen en gebruik van koelgassen, het uitvoeren van bewustzijnsactiviteiten en koeltechnische trainingen voor o.a de Douane officieren, het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (B.O.G), het Ministerie van Handel en Industrie (Min. HI), het Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu (Min. ATM), het Korps Brandweer Suriname (KBS), het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (Min.LVV), NATIN, SAO en de Koeltechnische Sector.
De rol van de Douane Officieren Gedurende de periode 6 – 10 maart 2006 heeft het NIMOS i.s.m het United Nations Environment Programme (UNEP) een training georganiseerd voor de Douane Officieren en andere relevante stakeholders zoals het B.O.G, het Ministerie van Handel en Industrie (Min. HI), het Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu (Min. ATM), het Korps Brandweer Suriname (KBS), het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (Min.LVV) en het NATIN. Het hoofddoel van de training was kennis over te dragen aan de douane officieren en andere deskundigen over de handel in ozonlaagafbrekende stoffen. De training heeft zich gericht op het vergroten van de inzichten over kwesties betreffende de legale en illegale handel en de monitoring van invoer en uitvoer van ozonlaagafbrekende stoffen. Tevens zijn er tijdens deze training de nationale beleidsplannen en wetgevingsprocessen voor het beheer en de monitoring van de handel in producten en technologie waar ozonlaagafbrekende stoffen in voorkomen of worden gebruikt aan de orde gekomen. De trainingen voor douane officieren hebben naast het theoretische gedeelte zich ook gericht op het praktische gedeelte in het bijzonder de monitoring van geïmporteerde koelgassen. De douane officieren hebben technische vaardigheden bijgeleerd hoe om te gaan met de monitoring equipement. De monitoring equipement geeft na analyse het resultaat aan van een geïmporteerd koelgas. Indien het resultaat aantoont dat het om een ander product gaat dan dat is aangegeven op de Een douane officier demonstreert hoe een koelgas label van de koelfles bijvoorbeeld een te identificeren koelgas dat niet geïmporteerd mag worden, dan kunnen deze goederen in beslag worden genomen. Als resultaat van de douane training is een groep van douane trainers gevormd die andere douane officieren trainen op het vlak van de bescherming van de ozonlaag, de handel in ozonafbrekende stoffen en de monitoring van de importen van deze stoffen. Een team van zes douane trainers is samengesteld dat vervolg training verzorgt i.s.m het NIMOS en het
NATIN. Tussen maart 2006 tot en met eind 2007 zijn er meer dan 200 douane officieren getraind. De trainingen zullen steeds herhaald worden. De rol van de Koeltechnische Sector Een zeer belangrijke sector voor de implementatie van het Montreal Protocol voor de bescherming van de ozonlaag is de Koeltechnische Sector. Deze sector houdt zich voornamelijk bezig met het gebruik van koelgassen waaronder ook ozonlaagafbrekende stoffen. Gedurende de periode 11 - 14 juli 2005 heeft het NIMOS i.s.m het UNEP voor de Koeltechnische Sector een training georganiseerd getiteld: ‘Train-the-Trainer in Good Refrigeration Practices’ oftewel het scholen van trainers in goed handelen van de koeltechniek en koelapparatuur zoals vriezers, ijskasten, airco’s etc. De training heeft zich gericht op het vergroten van het bewustzijn van de koeltechnici over kwesties die te maken hebben met het afbreken van de ozonlaag en nieuwe technische vaardigheden aan te leren met betrekking tot de koeltechniek. De nadruk werd ook gelegd op de introductie van de nodige technische vaardigheden om emissies van ozonlaagafbrekende stoffen in de atmosfeer te voorkomen gedurende het onderhoud en de reparatie van koeltechnische apparatuur die Een Recovery Unit voor het terugwinnen van de ozonlaagafbrekende stoffen bevatten. ozonlaagafbrekende stoffen uit een airconditioning Ook werden de koeltechnici apparaat bekendgemaakt met nationale beleidsplannen en wetgevingsprocessen voor het beheren en monitoren van de handel in ozonlaagafbrekende stoffen en de nieuwe technologische ontwikkeling binnen de koeltechniek. Als resultaat van de training is er een groep trainers samengesteld die op hun beurt trainingen verzorgt met als doel kennis over te dragen aan de andere koeltechnici betreffende milieuvriendelijke praktijken in de koeltechnische sector. De trainingen hebben geleid tot een hechte samenwerking met technische instituten zoals het NATIN en SAO die op hun beurt ook nieuwe koeltechnici trainen met inachtneming van de bescherming van de ozonlaag. Tussen 2005 tot en met eind 2007 zijn in totaal 210 koeltechnici getraind.
De Koeltechnische Sector heeft een zeer belangrijke rol te vervullen vooral m.b.t
Het verwijderen van koelgas uit het airco systeem van een auto
koelapparatuur die ozonlaagafbrekende stof bevat en van milieuvriendelijke koelgas moet worden voorzien. Gedurende de periode van 17 – 20 maart 2008 heeft het NIMOS i.s.m de United Nations Development Programme (UNDP) wederom een training voor de Koeltechnische Sector georganiseerd getiteld: ‘Good practices for retrofitting refrigeration and air conditioning systems’ oftewel het scholen van koeltechnici om op correcte wijze oude koelsystemen te vernieuwen zoals ijskasten, vriezers en airco’s. Tijdens deze training zijn er 20 koeltechnici getraind. Tevens is er een inventarisatie en een beoordeling gemaakt betreffende de technologie die de koeltechnische sector nodig heeft voor het gebruik van milieuvriendelijke koelgassen en het vernieuwen (of retrofitten) van koelsystemen ten einde meerdere trainingen te verzorgen. De rol van de gemeenschap Ook de Surinaamse gemeenschap heeft een belangrijke rol te vervullen bij de implementatie van het Montreal Protocol en de bescherming van de ozonlaag. Dit kan door goede keuzes te maken betreffende de koelsystemen die wij gebruiken of kopen zoals ijskasten, vriezers, het airconditioning apparaat in huis of van uw auto en ook de brandblusapparaten. Goede keuzes kunnen worden gemaakt door het volgende: 1. Lees altijd de technische beschrijving bij aankoop van een nieuwe ijskast, vriezer en airconditioning apparaat. Let erop dat het koelapparaat een ozonlaagvriendelijke of ozone friendly gas bevat. Dus geen CFK’s! Vraag om assistentie van de technici. Indien u koelapparaten toch CFK’s bevatten, laat deze apparaten bij een volgende onderhoudsbeurt worden omgebouwd in een systeem dat een ozonlaagvriendelijk koelgas kan gebruiken. Laat uw koelapparaten door erkende bedrijven of koeltechnici onderhouden of repareren 2. Lees altijd het etiket van brandblusapparaten. Gebruik geen brandblusapparaten die de stof halonen of halon bevatten. Deze zijn zeer schadelijk voor de ozonlaag. Indien u merkt dat in de handel brandblusapparaten met de stof halonen of halon bevindt, neem onmiddellijk contact op met het NIMOS. 3. Sla uw koelapparaten niet kapot. Indien er nog ozonlaagafbrekende gassen in het systeem bevinden, kunnen deze worden uitgestoten in het milieu en de ozonlaag aantasten.
Naast de rol die wij als gemeenschap vervullen ter bescherming van de ozonlaag is er ook een keerzijde van de medaille. Dit is dat ook wij ons moeten beschermen tegen de effecten van een verdunde ozonlaag en de blootstelling aan grote concentraties aan ultraviolette stralen van de zon.
Belangrijk om mee te nemen voor de grote vakantie zijn onze ozonlaag tips: 1.
Vermijdt zoveel mogelijk de middagzon tussen 11.00 en 16.00 uur. Indien u toch activiteiten moet verrichten zoals de bus pakken, de kinderen van school halen, naar huis lopen of fietsen, zwemmen of spelen etc. beschermt uzelf en uw kinderen tegen de zonnestralen door: 2.
Een hoed met een brede rand te dragen om uw gezicht, uw nek en uw hoofd te beschermen. U kunt ook een paraplu gebruiken indien u niet van een hoed houdt. 3.
Een zonnebril te dragen om uw ogen te beschermen tegen te fel licht. 4.
Bedekkende kleding zoals lange mouw katoenen hemden of truitjes te dragen. U beschermt de huidlaag van uw armen hiermee. 5.
Een zonblok of lotion met een sun protection factor (spf) of zon-beschermende factor tussen 15 en 35 te gebruiken. Een hogere factor mag ook, maar raadpleeg eerst de doctor. 6.
Zoek zoveel mogelijk schaduw op!
En plant een boom.
NIMOS Onafhankelijkheidsplein # 2 Tel: 520043/520045 E-mail:
[email protected]