Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009
DE IMPACT VAN DE ECONOMISCHE HERVORMINGEN OP DE SOCIALE ONGELIJKHEID IN CHINA
Promotor: Prof.dr. Bart Dessein
Verhandeling voorgelegd aan de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte, tot het verkrijgen van de graad van Master in de Oosterse talen en culturen door Charlotte Dael
Inhoudsopgave Woord vooraf Inleiding Hoofdstukken
2 3 4
1. China‟s economie in transitie: van plan- tot markteconomie 1.1. Situatie in de stad 1.2. Situatie op het platteland
4 5 8
2.
11 12 15 16 16
Sociale Zekerheid in China 2.1. Sociale Verzekering 2.2. Sociaal Welzijn 2.3. Sociale Hulpverlening 2.4. Besluit
3. Gehandicaptenzorg 3.1. Definitie 3.2. Cijfers 3.3. De situatie van gehandicapten voor 1979 3.4. De situatie van gehandicapten na 1979 3.4.1. Bestaande wetten en administratieve maatregelen 3.4.1.1. De Chinese grondwet 3.4.1.2. De Wet ter Bescherming van Gehandicapte personen 3.4.1.3. Voorschriften voor Tewerkstelling van Gehandicapten 3.4.1.4. Voorschriften voor Educatie van Gehandicapten 3.4.1.5. De Basisnormen voor Sociale Zorgcentra voor Gehandicapten 3.4.1.6. De Chinese Federatie voor Gehandicapte personen 3.4.1.7. Andere 3.4.2. China‟s concrete inspanningen voor gehandicapten 3.4.2.1. Nationaal 3.4.2.2. Internationaal 3.5. Besluit
18 18 18 19 20 21 21 21 22 23 24 24 26 26 26 27 28
4. Bejaardenzorg 4.1. Pensioenverzekering 4.1.1. De fundamentele pensioensverzekering voor werknemers 4.1.2. De pensioensverzekering voor werknemers van de overheid 4.1.3. De Landelijke pensioensverzekering 4.2. Stedelijke Pensioensregeling 4.2.1. Evolutie van het pensioenenstelsel in de stad 4.3. Landelijke Pensioensregeling 4.4. Zorgfaciliteiten 4.5. Besluit
29 30 30 32 32 32 33 38 42 43
5. Gezondheidszorg 5.1. Gezondheidszorg op het platteland 5.2. Gezondheidszorg in de stad 5.3. Besluit
44 45 49 52
Conclusie Bibliografie
53 54
1
Woord vooraf
Met heel speciale dank aan mijn promotor Prof.dr. Bart Dessein tot wie ik mij kon richten in geval van problemen bij het opmaken van mijn onderzoek en die mij suggesties gaf omtrent de keuze van het onderwerp. Ik wil ook de universiteiten Gent en Leiden bedanken voor het vele bronnenmateriaal die ze mij ter beschikking stelden.
2
Inleiding
In de Chinese Volksrepubliek werd in 1978 de overgang van een planeconomie naar een markteconomie opgestart. Deze hervormingen, die nog steeds aan de gang zijn, brachten grote veranderingen met zich mee en beïnvloeden nog steeds op grote schaal de landbouw en industrie. Door de hervormingen kent de economie van China een enorme groei. In mijn thesis wil ik onderzoeken wat deze hervormingen betekenen voor de Chinese bevolking, in het bijzonder de sociaal zwakkeren in de maatschappij. In de eeuwenoude traditie van China werd altijd al heel veel aandacht besteed aan wie hulp nodig had zoals gehandicapten, zieken en bejaarden. Welke impact hebben de hervormingen op ziekenzorg, gehandicaptenzorg en bejaardenzorg? Is er een verschil tussen de zorgvoorzieningen voor deze sociale groepen op het platteland en die in de stad? Met mijn onderzoek wil ik hierop graag een antwoord bieden.
3
De impact van de economische hervormingen op de sociale ongelijkheid in China 1. China‟s economie in transitie: van plan- tot markteconomie Vanaf 1978 waren de veranderingen in het economisch systeem van China vrij radicaal. De hervormingen rekenden af met de maoïstische planeconomie die eerder door China gevolgd werd.1 China‟s overgang van een planeconomie (jihua jingji 计划经济) naar een markteconomie (shichang jingji 市场经济) werd eigenlijk gezien als een geleidelijk en experimenteel proces en kon opgesplitst worden in twee fases. Enerzijds de periode tussen 1978 en 1993, anderzijds de periode vanaf 1994. De beide fases werden gescheiden door Het Besluit over Kwesties met betrekking tot het oprichten van een Socialistische Marktstructuur (guanyu jianli shehui zhuyi shichang jingji tizhi ruogan wenti de jueding 关于建立社会主义 市场经济体制若干问题的决定), aangenomen door de Derde Plenaire Vergadering van het 14de Congres van de Chinese Communistische Partij (zhongguo gongchandang di shisi jie zhongyang weiyuanhui di san ci quanti huiyi 中国共产党第十四届中央委员会第三次全体 会议) in november 1993. Deze beslissing van 1993 is een historisch document, omdat het een strategische verschuiving vertegenwoordigde in China‟s hervormingen. De eerste 15 jaar van hervormingen was een periode van combineren van plan- en markteconomie. 2 De toenemende hervormingen tussen 1978 en 1993 waren een opmerkelijk succes. Het bbp van China steeg met een gemiddelde jaarlijkse snelheid van ongeveer negen procent. De levensstandaard van de gewone Chinese bevolking verbeterde sterk. Per persoon verdubbelde de levensruimte in stedelijke gebieden en nam nog meer toe in landelijke gebieden. Het totaal aan bankdeposito‟s per huishouden steeg van minder dan zes procent in 1978 tot meer dan 40 procent in 1993. 3 De non-state sector was de motor van de groei. Het grote succes in de landbouw kwam er vooral wanneer het communesysteem werd afgeschaft en vervangen werd door landbouwhuishoudens. Daarna kregen ook de industriële– en de dienstensector meer en meer
1
Gongwen Fang 恭温方, “Shichang jingji sanshi nian licheng huigu (shang)” 市场经济三十年历程回顾(上), China Financial and Economics News, 2009, p.8. 2 ibid., p.8.; Gongwen Fang 恭温方, “Shichang jingji sanshi nian licheng huigu (xia)” 市场经济三十年历程回 顾(下), China Financial and Economics News, 2009, pp.13-14. 3 Nicholas C. Hope et al., How far across the river?: Chinese policy reform at the millennium, California, Stanford University Press, 2003, pp.33-34.
4
betekenis.4 Dergelijke verandering in het economische landschap creëerde meer druk voor radicale hervormingen. In de fase na 1994 startten een hele reeks hervormingen in overeenstemming met de beslissingen uit november 1993. Er werden belastingshervormingen doorgevoerd, staatsbedrijven werden geprivatiseerd en men deed inspanningen om een sociaal vangnet te vestigen.5 Dankzij de economische hervormingen kende China‟s economie de laatste 30 jaar een enorme groei. China‟s bbp steeg tussen 1978 en 2007 met 9,8 procent per jaar. Het aandeel van China in de wereldeconomie steeg van minder dan één procent eind jaren 70 tot meer dan zeven procent in 2007. De lonen zijn in een kwart eeuw verviervoudigd.6 De postmaoïstische hervormingen hebben gezorgd voor een verwoesting van socialistische systemen die een verschil in levensstandaard tussen stad en platteland tot gevolg hadden.7
1.1. Situatie in de stad
Tijdens de maoïstische periode monopoliseerde de Chinese staat alle levensbronnen en ze was omnipresent in elk aspect van het leven. In naam van de sociale ontwikkeling controleerde de staat onderwijs, tewerkstelling en huisvesting. Vanaf de jaren 50 was in China de werkeenheid danwei 单位 een cruciale schakel in de relatie tussen burger en staat. De danwei was een economische samenleving in de stad die allerlei sociale diensten voor zijn leden voorzag van de wieg tot het graf. Het was een principiële vorm om China‟s stedelijke bevolking te organiseren.8 Je kon lid worden van een danwei via geboorte, door toewijzing van de staat of op persoonlijk verzoek. Je kon ook
4
Jizhi Xia 积智夏 et al., Zhongguo de jiuye yu shiye 中国的就业与失业, Beijing, Zhongguo laodong chubanshe, 1991, p.322. 5 Gongwen Fang, “Shichang jingji sanshi nian licheng huigu (xia)”, pp.13-14. 6 Baojiang Han 保江韩, “Zhongguo fazhan moshi yunxing de zhidu jili” 中国发展模式运行的制度机理, Jingji yanjiu xuebao, 2009, p.6. 7 Zhipeng Ba 志鹏巴, “Er yuan jingji shehui jiegou yu zhongguo nongcun fazhan”二元经济社会结构与中国农 村发展, Journal of Henan Polytechnic University, 2008, p.160. 8 Zhongda He 重达何, “Zhongguo danwei zhidu shehui gongneng de bianqian” 中国单位制度社会功能的变迁, Chengshi wendi, 2007, p.48.
5
tijdelijk of permanent naar een andere danwei worden overgeplaatst. Deze transfers werden echter ontmoedigd door de verschillende complexe procedures die ze met zich meebrachten.9 De superieure levensstandaard in de steden was hoofdzakelijk te wijten aan dit systeem. Werknemers genoten heel wat voordelen zoals de garantie op een job, betaalbare huisvesting, goedkope medische zorg, subsidies voor transport en genereuze pensioenen. Deze economische voordelen gingen echter gepaard met strikte politieke controle. De danwei was een belangrijk instrument om het partijbeleid te implementeren. De werkeenheid was een essentieel deel van het dagelijkse leven van de stedelijke bevolking en het centrum van sociale activiteiten. Reizen, inchecken in een hotel of huwen was niet mogelijk zonder de goedkeuring van de danwei. Een individu behoorde toe aan de werkeenheid. In ruil hiervoor stond de danwei garant voor het welzijn van zijn leden. Een grote danwei kon bestaan uit verschillende duizenden werknemers en was opgesplitst in tal van kleinere eenheden. Ze had macht over het personeel, had het recht personeel te ontslaan of aan te nemen en transfers te organiseren. Binnen de danwei waren gemeenschappelijke faciliteiten zoals ziekenhuizen en eetzalen. De communes van het platteland kunnen nooit gezien worden als een danwei.10 Oorspronkelijk omvatte de danwei alleen werkeenheden die bestonden uit overheidsinstanties en officiële organisaties. Dit werd later uitgebreid naar alle types werkeenheden in de publieke sector. De danwei kon geclassificeerd worden naar werkzaamheden of status in de administratieve hiërarchie. Naar werkzaamheden werd een onderscheid gemaakt tussen qiye danwei 企业单位, shiye danwei 事业单位 en xingzheng danwei 行政单位. De qiye danwei waren ondernemingseenheden. Het waren alle werkeenheden die zich bezighielden met productie zoals fabrieken en detailhandel.
9
E.M. Bjorklund, “Socio-Spatial Characteristics of Work Units in China‟s Urban Society‟, Economic Geography, 1986, p.22. 10 Zhongda He, “Zhongguo danwei zhidu shehui gongneng de bianqian”, pp.51-53.; Yanwei Chai 彦威柴 et al., “Zhongguo chengshi danwei zhidu de bianhua ji qi yingxiang” 中国城市单位制度的变化及其影响, Ard land geography, 2008, p.155.
6
De non-productie en non-profit eenheden behoorden tot de shiye danwei. Deze omvatte onder meer onderzoeksinstituten, onderwijsinstellingen, culturele organisaties en gezondheidsdiensten. Vóór 1979 waren de budgetten voor deze danwei afkomstig van de staat. Na 1979 werd geen budget meer vrijgemaakt voor de lokale shiye danwei. Door de overgang van de shiye danwei in zelfonderhoudende, winstgevende entiteiten, die niet langer afhankelijk waren van staatsbudgetten, kromp de sector. Vele banken, postkantoren en onderzoekcentra zijn in deze periode geconverteerd in qiye danwei. Overheidsbureaus, massa-organisaties en andere organisaties die regelmatig budget van de staat verwierven hoorden tot de xingzheng danwei of administratieve werkeenheden. Naar hiërarchie werd een onderscheid gemaakt tussen zhongyang danwei 中央单位, difang danwei 地方单位 of jiceng danwei 基层单位. De zhongyang danwei of centrale eenheden konden provinciaal of hoofdstedelijk gelokaliseerd zijn. Hun werking stond onder toezicht van de ministeries in Beijing. De difang danwei of lokale eenheden werden lokaal gecontroleerd door de plaatselijke autoriteiten. De jiceng danwei of basiseenheden hadden het laatste niveau. 11 De danwei had zowel een politieke als sociale functie. Ze fungeerde als werktuig van de staat om de stedelijke bevolking te organiseren en te controleren. Ze zorgde tegelijk ook voor de socio-economische noden en zorgvoorzieningen. Zo kon de danwei gezien worden als een vaderfiguur die zijn kinderen disciplineerde en strafte, maar ook als moederfiguur die instond voor de zorg en dagelijkse levensnoden.12 De danwei was zowel een zegen als een vloek voor de Chinese maatschappij. Als buffermechanisme hielp de werkeenheid enerzijds de financiële en materiële last van de staat te dragen. Zo bleef het werkloosheidscijfer in China laag. Het steunen op de werkeenheid voor welvaart zorgde anderzijds voor hevige stress bij de eenheden, zodat die steeds minder efficiënt werden. Dit was vooral het geval bij grote staatsbedrijven. Het doel van de economische hervormingen was de welvaartsfunctie van de danwei te verzachten om de productiviteit opnieuw te doen toenemen en dus de situatie van “werkeenheden die de
11
Xiaobo Lu en Elizabeth Perry, Danwei: the changing Chinese Workplace in historical and comparative perspective, New York, M.E. Sharpe, 1997, pp.3-19. 12 Zhongda He, “Zhongguo danwei zhidu shehui gongneng de bianqian”, pp.49-50.
7
maatschappij runnen” (danwei ban shehui 单位办社会) om te vormen in “maatschappij dienende werkeenheden” (shehuihua fuwu 社会化服务).13 In 1984 werd in De Beslissing over de Hervorming van de Economische Structuur (Zhonggong zhongyang guanyu jingji tizhi gaige de jueding 中共中央关于经济体制改革的 决定), het document dat de stedelijke hervorming lanceerde, duidelijk gemaakt dat de danwei ontlasten van zijn brede welzijnsfunctie één van de doelstellingen van de hervormingen was.14
1.2. Situatie op het platteland
In de vroege jaren 50 hadden de meeste landbouwgezinnen recht op een eigen stuk land. Door een reeks hervormingen in de landbouw werden deze rechten algauw geschonden.15 Tussen 1952 en 1957 werd het Eerste Vijfjarenplan (di yi ge wunian jihua 第一个五 年计划) uitgebouwd om de economie te verbeteren. Dit plan was een groot economisch succes. Dit was echter ook de periode waarin de landbouw gecollectiviseerd werd. Boerenfamilies werden gedwongen tot sociale landbouwbedrijven. Ze werden aangespoord onderling hulp te bieden door onder meer het delen van machines. Deze Groepen voor Wederzijdse Hulp (huzhuhui 互助会) resulteerden in de oprichting van eerst elementaire en daarna geavanceerde coöperaties (hezuoshe 合作社). Het land, dat eerst particulier bezit was, werd samengevoegd en bewerkt. De meeste boerderijen waren tegen 1957 bij een coöperatie aangesloten.16 In 1958 werden de coöperaties omgevormd tot communes (renmin gongshe 人民公社), die onderverdeeld werden in productiebrigades (shengchan dadui 生产大队) en
13
Yanwei Chai et al., “Zhongguo chengshi danwei zhidu de bianhua ji qi yingxiang”, pp.157-158. Xiuying Zhou 秀英周, “Lun dapo tie fan zhong jian laodong chanquan zhidu de lujing” 论打破铁饭碗重建劳 动产权制度的路径, Journal of Inner Mongolia University for Nationalities, 2009, p.73.; Zhongda He, “Zhongguo danwei zhidu shehui gongneng de bianqian”, p.51. 15 De landhervormingen gingen officieel van start met de Chinese Landhervormingswet (zhonghua renmin gongheguo tudi gaige fa 中华人民共和国土地改革法), die op 28 juni 1950 werd aangenomen. Zie Jie Zhang 杰张, “Goujian „san wei yi ti‟ de nongcun tudi zhidu” 构建三位一体的农村土地制度, Guojia linyeju guanli ganbu xueyuan xuebao, 2007, p.34. 16 ibid., p.34.; Gongpin Yan 公平颜, “Dui 1984 nian yiqian shedui qiye fazhan de lishi kaoca yu fansi” 对 1984 年以前社队企业发展的历史考擦与反思, Contemporary China History Studies, 2007, p.60. 14
8
productieteams (shengchan dui 生产队). Deze structuur bleef tot na de dood van Mao Zedong 毛泽东 in 1976 ongewijzigd.17 De Grote Sprong Voorwaarts (dayuejin 大跃进) van 1958 tot 1960 moet gezien worden als een economisch zeer rampzalige periode in de geschiedenis van China. Vanaf 1961 werden de meest repressieve maatregelen, die de landbouwers beïnvloedden, gewijzigd. Het productieteam nam de plaats in van de commune of brigade.18 Tussen 1963 en 1965 was er een heropleving van de economie ten gevolge van deze maatregelen.19 De Culturele Revolutie (wenhua da geming 文化大革命), die in 1966 van start ging, bracht een storing in de economische groei. Nadien kwam China in een nieuwe periode van ontwikkeling terecht.20 Tussen 1977 en 1978 werd de landbouwsector gedecentraliseerd. Dit bracht veranderingen met zich mee op het gebied van prijzen van producten, het niveau van de lonen en de IJzeren Rijstkom (tie fan wan 铁饭碗).21 Vanaf 1978 werden er 298 miljoen mensen in de landbouwsector tewerkgesteld.22 Deze mensen waren onderverdeeld in 52.780 communes. Dit waren collectieve organisaties en bestonden uit een gemiddelde van 13 productiebrigades die op hun beurt uit zeven of acht productieteams bestonden. Elk productieteam had een gemiddelde van 60 werkers, verdeeld over 35 huishoudens. Een commune had een grondgebied de grootte van een gemeente of kleine stad en had zowel politieke als economisch bevoegdheden. Ze voerde het grootste deel van de locale functies uit, zoals die van de politie en justitie, onderwijs en ziekenzorg. De commune had ook het monopolie in handen van de economische functies, zoals de controle
17
ibid. , pp.60-61.; Jiangping Shentu 江平申屠 en Xiongjun Chen 雄俊陈, “Fazhan nongye hezuo she shi nongcun jingji shichanghua de biran xianze” 发展农业合作社是农村经济市场化的必然选择, Jinhua zhiye jimu xueyuan xuebao, 2007, p.6. 18 Gongpin Yan, “Dui 1984 nian yiqian shedui qiye fazhan de lishi kaoca yu fansi”, p.63. 19 Tussen 1959 en 1961 daalde de output van de landbouw van 600 miljoen RMB naar 196 miljoen RMB, deze dalende trend werd verder gezet tot 1963. Zie ibid., p.63. 20 ibid., p.64. 21 De IJzeren Rijstkom is een product van de planeconomie. Het was de hoeksteen van het Chinees socialistisch systeem onder Mao Zedong. De IJzeren Rijstkom garandeerde levenslang werk en leverde tal van voordelen voor de werknemer van wieg tot graf. Zie Zhongwen Wang 忠文王, “Guanyu dapo da guotie he fantiewan jingji kouhao de fansi” 关于打破大锅饭和铁饭碗经济口号的反思, Consume Guide: Culture Research, 2009, p.215.; Gongpin Yan, “Dui 1984 nian yiqian shedui qiye fazhan de lishi kaoca yu fansi”, p.67. 22 In 1976 waren er 188 miljoen Chinezen in de landbouwsector actief. In 1978 waren dat er reeds 298 miljoen, of een toename van bijna 50%. Zie ibid., p.64.
9
over de leiding van de brigades en de productieteams. De commune en alle eenheden die ertoe behoorden, beslisten wie en hoeveel iemand kreeg, in geld of natura, en wie welke job toegewezen kreeg. De communes bezaten enorm veel macht over het dagelijkse leven van de landelijke bevolking. De meeste radicale hervorming is dan ook de introductie van allerlei vormen van verantwoordelijkheidssystemen en de opheffing van deze communes.23 Een belangrijk aspect van de hervormingen was de versoepeling van de wijze waarop gebruik gemaakt kon worden van eigen middelen. Particuliere gronden werden opnieuw aangemoedigd door de overheid. Vanaf 1981 waren landbouwgezinnen vrij zich te engageren in een wijd gamma van activiteiten die niets met landbouw te maken hadden. Het was ook niet meer nodig te produceren volgens het plan van de staat of producten aan de staat te leveren. Ze konden hun producten zoals kledij en meubels, zonder tussenkomst van de staat, rechtstreeks verkopen aan de gebruikers in stedelijke en landelijke gebieden.24
23
D. Gale Johnson, “Economic Reforms in People‟s Republic of China”, p.229. Zhipeng Ba, “Er yuan jingji shehui jiegou yu zhongguo nongcun fazhan”, p.157.;Gongpin Yan, “Dui 1984 nian yiqian shedui qiye fazhan de lishi kaoca yu fansi”, p.67. 24
10
2. Sociale Zekerheid in China
Confucius (551-479 v.Chr.) geloofde in een Harmonieuze Maatschappij (hexie shehui 和谐社会), waar iedereen alles deelde en gelijk leefde. Deze perfecte maatschappij wordt beschouwd als de vroegste beschrijving van Sociale Zekerheid in China.25 Doorheen de geschiedenis van China was het een gewoonte dat hulp geboden werd aan zwakken en armen in de maatschappij en dat mensen konden rekenen op wederzijdse hulp. Het is echter pas vanaf het begin van de jaren 50 dat officieel een aanloop gegeven werd tot de opbouw van een Sociaal Zekerheidssysteem (shehui baozhang zhidu 社会保障制度) dat compatibel was met de noden van de planeconomie.26 Sociale Zekerheid (shehui baozhang 社会保障) in China bestaat uit drie brede categorieën: Sociale Verzekering (shehui baoxian 社会保险), Sociaal Welzijn (shehui fuli 社 会福利) en Sociale Hulpverlening (shehui jiuzhu 社会救助).27 Doorheen de jaren werd duidelijk dat toegang tot Sociale Zekerheid niet voor iedereen een evidente zaak was. Het Sociaal bijstandspakket op het platteland is nog steeds niet vergelijkbaar met wat aangeboden wordt in de stad. Vanaf de beginjaren van Volksrepubliek China, zorgden in de stad de danwei voor een veilige cocon waar inwoners konden genieten van allerlei voordelen. Deze werkeenheden gaven zekerheid op werk, zorgden voor voedselvoorzieningen en naarmate de rijkdom van deze werkeenheden, zorgden ze ook voor huisvesting, scholen, ziekenhuizen en bibliotheken. De danwei zorgden er dus voor dat hun bewoners konden genieten van een vorm van Sociale Zekerheid. Dergelijke vorm van Sociale Zekerheid bleef in stand tot de komst van de economische hervormingen een erosie veroorzaakte van de werkzekerheid en de daaraan verbonden sociale voordelen. Ook de werklozen, ouderen, gehandicapten en thuisloze kinderen werden door de overheid gesteund.28
25
Rongqiang Cheng 荣强成, “Tan kongzi de renge meili yu hexie shehui jianshe” 谈孔子的人格魅力与和谐社 会建设, Journal of Weinan Teachers University, 2008, p.31. 26 Dongjin Wang 东进王, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan 中国社会障制度的改革与发展, Beijing, Falu chubanshe, 2001, p.1. 27 Yunling Zhang 蕴岭张, Bei’ou shehui fuli zhidu ji zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige 北欧社会福利 制度及中国社会保障制度的改革, Beijing, Jingji kexue chubanshe, 1993, p.91.
11
Op het platteland was het de plicht van de locale gemeenschappen om in te staan voor het welzijn van zijn leden. Door het Vijf Garantie-systeem (wubao zhidu 五保制度) kregen ouderen, zieken, weduwes en gehandicapten de steun die ze nodig hadden. Dit Vijf Garantiesysteem gaf de garantie op voedsel, kledij, dagelijkse basiskosten, onderwijs en een behoorlijke begrafenis.29
2.1. Sociale Verzekering
De Sociale Verzekering voorziet pensioensverzekering, werkloosheidsverzekering, medische verzekering, subsidies voor weduwes en weeskinderen en tal van voordelen voor gehandicapten.30 Op 26 februari 1951 werden in De Regelgeving omtrent Arbeidsverzekering (laodong baoxian tiaoli 劳动保险条例) aanduidingen gemaakt omtrent materiële bijstand voor werknemers van verschillende ondernemingen in geval van ziekte en pensionering. Deze regelgeving bevatte ondermeer voorschriften over medische zorg, pensioen, geboorte en compensatie bij overlijden.31 Toen China met de economische hervormingen begon in 1978 was de traditionele manier van Sociale Verzekering onverenigbaar geworden met de hervorming van de staatsondernemingen en het arbeidssysteem in het land. Om de reorganisatie van de staatsbedrijven te vergemakkelijken werd gezorgd voor een werkloosheidsverzekering.32 In 1986 introduceerde China een arbeidscontractensysteem en vestigde voor het eerst een pensioensysteem dat zowel fondsen van de ondernemingen, als fondsen van de individuen verzamelde.33 Op 12 juli 1986 werd door de Raad van State De Tijdelijke Verordeningen omtrent Werkloosheidverzekering bij Arbeiders van Staatsbedrijven (guoying qiye zhigong daiye
28
Yanwei Chai et al., “Zhongguo chengshi danwei zhidu de bianhua ji qi yingxiang”, pp.155-159; Zhongda He, “Zhongguo danwei zhidu shehui gongneng de bianqian”, pp.48-53. 29 Yunling Zhang, Bei’ou shehui fuli zhidu ji zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige, p.92. 30 Hailin Zou 海林邹, Shehui baoxian gaige yu fazhi fazhan 社会保险改革与法制发展, Beijing, Shehui kexue wenxian chubanshe, 2005, p.49. 31 Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, p.1. 32 Yunling Zhang, Bei’ou shehui fuli zhidu ji zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige, pp.94-95. 33 Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, p.55.
12
baoxian zanxing guiding 国营企业职工待业保险暂行规定) uitgevaardigd.34 Op dat moment waren alleen staatsbedrijven verplicht deel de nemen en een bijdrage van één procent van de totale som van de standaardlonen te leveren. De toelage werd enkel betaald aan werknemers van bedrijven die failliet gingen.35 Er was in die periode nog weinig bankroet, dus konden deze werklozen nog makkelijk uitbetaald worden.36 In april 1993 werd ook een fusie of herstructurering aanzien als reden om een werkloosheidsvergoeding uit te betalen. Ondanks deze uitbreiding konden arbeiders nog steeds niet rekenen op een uitbetaling als ze voor één of andere reden hun werkplek moesten verlaten. De uitbetaling was ook niet mogelijk voor werknemers die ontslagen werden omdat er niet voldoende werk was binnen het bedrijf. In oktober 1998 werd door het Centraal Comité van de Chinees Communistische Partij (zhonggong zhongyang guowuyuan 中共中央国务院) beslist dat ook ondernemingen en werknemers een bijdrage moesten leveren voor de werkloosheidsverzekering. De bijdrage van de onderneming werd opgetrokken van één tot twee procent van de totale loonrol, de werknemer moest één procent van zijn salaris inleveren.37 De beslissing om de stedelijke economie te herstructureren in 1984 beïnvloedde de voorzieningen voor de ouderdomspensioenen en de vergoedingen van medische kosten bij werknemers van staatsondernemingen.38 In 1991 nam de Raad van State De Beslissing over de Hervorming van het Pensioensysteem voor Werknemers van Ondernemingen (guanyu qiye zhigong yanglao baoxian zhidu gaige de jueding 关于企业职工养老保险制度改革的决定) aan. Kenmerkend was het vestigen van een pensioenszekerheidssysteem dat een Basis Pensioensverzekering (jiben yanglao baoxian 基本养老保险), een Aanvullende Pensioensverzekering van de Onderneming (qiye buchong yanglao baoxian 企业补充养老保险) en een
34
Zhongguo shehui baozhang zhidu zong lan bianji weiyuanhui 中国社会保障制度总览委员会, Zhongguo shehui baozhang zhidu zonglan 中国社会保障制度总览, Beijing, Zhongguo minzhu fazhi chubanshe, 1995, p.385. 35 Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, pp.138-139. 36 Pas met de komst van De Faillissementwet (pochanfa 破产法) in 1986 is het voor bedrijven toegestaan een faillissement uit te roepen. Deze wet zorgde er echter voor dat steeds meer Chinese bedrijven op de fles gingen. De toename aan werklozen oefende een grote druk op de werkloosheidsverzekering uit. Zie Xiuying Zhou, “Lun dapo tiefanwan zhong jian laodong chanquan zhidu de lujing”, pp.73-74. 37 Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, pp.141-143. 38 ibid., p.2.
13
Pensioensverzekering van Persoonlijk Spaargeld (geren chuxuxing yanglao baoxian 个人储 蓄性养老保险) omvatte.39 Tijdens deze periode werkte China ook nog een Medisch Verzekeringssysteem (yiliao baoxian zhidu 医疗保险制度) uit, door het opstarten van gemeenschappelijke sociale fondsen voor de medische uitgaven van ondernemingswerknemers.40 Op het platteland werd een noodzaak aan een vervangend zorgsysteem al snel na de aanvang van de economische hervormingen duidelijk. De afschaffing van de rurale communes bracht voor de bevolking op het platteland grote problemen met zich mee. Waar vroeger de commune de levenslange zorg voor zijn leden op zich nam, kwam er nu een totale afwezigheid van sociale zekerheid. Dit was vooral een groot probleem voor de pensioensverzekering. In de vroege jaren 80 kreeg China tevens te kampen met een verouderde bevolking. Door het kleiner worden van de Chinese families was de traditionele ondersteuning van de ouderen door hun kinderen veranderd. De grote groep bejaarden had nood aan garantie op een basisinkomen en dagelijkse zorg. De wisselwerking tussen de geboortebeperking enerzijds en de migratie van jongeren naar de stad om er te gaan werken, waardoor families opgesplitst werden en de traditionele zorg voor de ouderen door hun kinderen verviel anderzijds, deed een nood ontstaan aan goed uitgebouwde zorgsystemen voor de bejaarde bevolking.41 Voor de plattelandsbewoners werd in 1994 De Regelgeving over het werk van de Vijf Garanties in de Landelijke Gebieden (nongcun wubao gongyang gongzuo tiaoli 农村五保供 养工作条例) aangenomen. Op het platteland werd vanaf toen geëxperimenteerd in het hervormen van de Sociale Pensioensverzekering en een Nieuw Medisch Coöperatief systeem. Men wilde een Sociaal Zekerheidssysteem uitbouwen dat alle landelijke ouderen goed ondersteunde, medische verzorging bood en bijstand garandeerde.42
39
ibid., pp.55-56. ibid., p.4. 41 Yunling Zhang, Bei’ou shehui fuli zhidu ji zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige, pp.132-134. 42 Xiaobao Tian, Social Security in China, Beijing, China Intercontinental Press, 2006, p.7. 40
14
2.2. Sociaal Welzijn
Sociaal Welzijn verwijst naar gespecialiseerde ondersteuning voor ouderen, zwakken, gehandicapten en kinderen. Ook huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg behoren hiertoe. Sociaal Welzijn heeft als doel de levenskwaliteit van de zwakkere bevolking te verbeteren.43 Bij de aanvang van de economische hervormingen in 1978 kon China niet meer voldoen aan de groeiende vraag naar sociale welzijnshulp voor de extreem behoeftige groepen. Om hiervoor een oplossing te bieden werd het concept Socialiseren van Sociaal Welzijn (shehui fuli shehuihua 社会福利社会化) gelanceerd. Dit betekende dat via verschillende kanalen welvaartsfondsen werden opgestart en er gesteund werd op de hele gemeenschap om sociale welzijnsontwikkeling te promoten.44 Gemeenschapsdiensten en rurale sociale welvaartsdiensten werden geïntroduceerd om de sociale lasten, die een grote druk op de ondernemingen uitoefenden, te verlichten. De bijdrage van non-state hulp deed het aantal welzijnshuizen stijgen en maatschappelijke zorgcentra moesten tenminste 35 procent gehandicapte werknemers in dienst nemen.45 Meer en meer staatsinstellingen raakten in moeilijkheden door de te hoge welzijnskosten van hun werknemers. In de jaren 80 werden in de steden gemeenschappelijke diensten opgestart zoals bejaardentehuizen, steungroepen voor ouderen en thuiszorgdiensten voor gehandicapten. Na 1986 is het mogelijk voor individuen, vrijwilligersorganisaties en buitenlandse sponsors om sociale diensten aan te bieden.46 In het begin van de economische hervormingen was het nog steeds de overheid die het grootste deel van de ondersteunende diensten leverde.47 Momenteel zijn het de nietstaatsbedrijven die het grootste deel van de lasten van de verzorgingstehuizen en het volledige programma van de gemeenschapsdiensten dragen.48 De deregulering van het Sociaal Welzijn gebeurde in drie verschillende stappen. De eerste stap was een stap naar decentralisatie door de verantwoordelijkheid voor Sociaal
43
Yunling Zhang, Bei’ou shehui fuli zhidu ji zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige, p.98. Xiulan Zhang 秀兰张 en Yuebin Xu 月宾徐, “Woguo shehui fuli shehuihua de mubiao ji tujing tantao” 我国 社会福利社会化的目标及途径探讨, Jiangsu shehui kexue, 2006, pp.42-43. 45 Zhongguo shehui baozhang zhidu zong lan bianji weiyuanhui, Zhongguo shehui baozhang zhidu zonglan, p.1427. 46 Yunling Zhang, Bei’ou shehui fuli zhidu ji zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige, pp.100-101. 47 ibid., p.120. 48 ibid., p.101. 44
15
Welzijn te leggen bij de lokale autoriteiten. Een tweede stap was het lanceren van de opendeurpolitiek die zorgde voor een liberalisering van de servicetoegang. Meer en meer mensen konden genieten van het dienstensysteem door betaling. De derde stap ging gepaard met de introductie van competitie. Terwijl vroeger de staat instond voor alle welzijnszorg, komen nu steeds meer andere spelers op het veld.
2.3. Sociale Hulpverlening
De Sociale Hulpverlening betreft het leveren van een vervangingsinkomen aan kinderen, ouderen en gehandicapten zonder inkomen of zonder familiale ondersteuning. Zowel in de stad als op het platteland is Sociale Hulpverlening essentieel om deze zwakkere groepen te ondersteunen. De levenskosten in de stad liggen veel hoger dan op het platteland. De vergoedingen voor de stedelijke bevolking zijn dus hoger. Toch zijn het de plattelandsbewoners die het grootste deel van het budget voor Sociale Hulp opstrijken. Dit kan verklaard worden door het groot aantal behoeftige ouderen op het platteland. Momenteel is de Sociale hulpverlening op het platteland nog steeds beperkt tot de geleverde Vijf Garanties49
2.4. Besluit
Met Het Besluit over Kwesties met betrekking tot het oprichten van een Socialistische Marktstructuur (guanyu jianli shehui zhuyi shichang jingji tizhi ruogan wenti de jueding 关于 建立社会主义市场经济体制若干问题的决定) stelde China in 1993 duidelijk dat het door economische hervormingen en een opendeurpolitiek, een socialistische markteconomie wilde vestigen. Daardoor kreeg China‟s Sociaal Zekerheidssysteem een enorme boost. Sindsdien zijn er in China tal van wetten en verordeningen uitgevaardigd. China bereikt eindelijk succes in het vestigen van een basis Sociale Zekerheid dat conform is aan de socialistische markteconomie. De pensioensverzekering, medische zorgverzekering en werkloosheidsverzekering hebben hervormingen ondergaan en worden
49
ibid., pp.91-93.; Hailin Zou, Shehui baoxian gaige yu fazhi fazhan , p.208.
16
steeds beter. Er wordt ook vooruitgang geboekt in andere aspecten van de sociale zekerheid, zoals sociaal welzijn, sociale zorgverlening en maatschappelijke opvang. 50 De versnelde doorvoering van de economische hervormingen in de vroege en late jaren 90 hebben het belang van een sociaal welzijn belicht om de economische groei, sociale stabiliteit en politieke autoriteit te behouden. Op het platteland zijn echter nog weinig gesubsidieerde diensten beschikbaar voor landbouwers en hun families en is er amper een sociaal vangnet gegarandeerd voor kinderloze ouderen en andere kwetsbare categorieën personen. In het Elfde Vijfjarenplan (2006-2010) worden de principes van “Het volk vooropstellen” en “Streven naar de opbouw van een harmonieuze samenleving” centraal geplaatst. Door de hoge populatie van China en de onstabiliteit van zijn economie is het niet vanzelfsprekend om voor elk individu een volwaardig sociaal vangnet te garanderen. China spaart geen moeite om de hervormingen in de sociale zekerheidssystemen door te drijven. Meer jobs creëren, het inkomen verhogen en meer zorgsystemen uitbouwen zijn slechts enkele doelstellingen die China wil bereiken voor zowel zijn plattelands- als stedelijke bevolking. Daartoe heeft China de financiële ondersteuning voor Sociale Zekerheid verhoogd.51
50 51
Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, pp.2-3. Hailin Zou, Shehui baoxian gaige yu fazhi fazhan , pp.202-203.
17
3. Gehandicaptenzorg 3.1. Definitie
In artikel 2 van de Wet van Volksrepubliek China ter Bescherming van Gehandicapte Personen (zhonghua renmin gongheguo canjiren baozhangfa 中华人民共和国残疾人保障 法)52 wordt een gehandicapte omschreven als: 残疾人是指在心理,生理,人体结构上,某种组织,功能丧失 或者不正常,全部或者部分丧失以正常方式从事某种活动 能力 的人。残疾人包括视力残疾,听力残疾,言语残疾,肢体残疾, 智力残疾,精神残疾,多重残疾和其他残疾的人. 53 3.2. Cijfers China is een land in ontwikkeling met de grootste populatie ter wereld. Volgens het Chinese Statistische Jaarboek 2008 bedroeg de totale populatie in China in 2007 zo‟n 1,32 miljard inwoners.54 Het totale aantal gehandicapte Chinezen bedraagt 82,96 miljoen. Dit is 6,34 procent van de totale Chinese bevolking of 10 procent van de totale wereldbevolking. Deze cijfers zijn het resultaat van De Tweede Nationale Telling van Gehandicapte Personen (di er ci quanguo canjiren chouyang diaocha 第二次全国残疾人抽样调查).55 In vergelijking met de resultaten van De Eerste Nationale Telling van Gehandicapte Personen (di yi ci quanguo canjiren chouyang diaocha 第一次全国残疾人抽样调查) is het aantal personen met een handicap gestegen. Bovendien is de verhouding van gehandicapte personen ten
52
De Wet van Volksrepubliek China ter Bescherming van Gehandicapte Personen werd op 28 december 1990 door het Permanent Comité van het zevende Nationaal Volkscongres van de Volksrepubliek China aangenomen en werd geïmplementeerd in mei 1991. In april 2008 werd de wet voor het laatst herzien. Zie Shuhan Sun 树菡 孙 en Ailin Mao 艾琳毛, “Woguo canjiren kangfu xuqiu yu gonggei yanjiu” 我国残疾人康复需求与共给研究, Journal of Hunan University, 2009, p.5.; Min Liu 敏刘 en Renguo Bao 仁国鲍, “Canjiren shehui baozhang wenti tanxi” 残疾人社会保障问题探析, Journal of Nanjing College for Population Programme Management, 2009, p.16. 53 „Een gehandicapte is een persoon die psychologisch of fysiologisch lijdt onder een afwijking. Dit kan een afwijking zijn in de anatomische structuur of een afwijking ten gevolge van het verlies van een orgaan of een functie. Hierdoor verliest de gehandicapte de totale of gedeeltelijke mogelijkheid om een activiteit op een normale manier uit te voeren. De term „gehandicapte personen‟ refereert naar personen met visuele, auditieve of psychische handicaps, personen die een mentale achterstand of verwardheid vertonen, spraakstoornissen en/of andere handicaps hebben.”(eigen vertaling C.D.) Zie http://www.gov.cn/banshi/2005-08/04/content_20235.htm 54 http://www.stats.gov.cn/tjsj/ndsj/2008/indexeh.htm 55 Shuhan Sun en Ailin Mao, “Woguo canjiren kangfu xuqiu yu gonggei yanjiu”, p.5.
18
opzichte van de totale bevolking toegenomen en is de structuur van de verschillende soorten handicaps veranderd. 56 De economische hervormingen zijn deels oorzaak van een snellere groei van het aantal gehandicapten. Vervuiling van het milieu die voor afwijkingen zorgt bij baby‟s, werkongevallen, ongevallen op de weg, veroudering van de bevolking en herziening van het classificatiesysteem van mensen met een handicap zijn belangrijke factoren die de toename van het aantal gehandicapten, tussen de twee tellingen door, kunnen verklaren.57 3.3. De situatie van gehandicapten voor 1979 Meer dan 2000 jaar geleden werd al aandacht geschonken aan gehandicapten. De staat zorgde voor aangepast werk, verlaagde belastingen en adoptie door de staat.58 Onder invloed van het confucianisme kregen mensen met een handicap de laagste sociale status in de hiërarchie. In confucianistische teksten was de uitleg over oorzaken van een handicap erg onvolledig en niet overal aanvaard. Het bijgeloof en het fatalisme primeerde. Sommige mensen dachten zelfs dat mensen met een handicap magische krachten hadden, een fortuin konden voorspellen of de duivel konden uitdrijven. Er is geen bewijs dat speciale educatie voor mensen met een handicap toen al bestond, tot de late 19de eeuw. De eerste speciale scholen werden opgericht door de Verenigde Staten en door Europese missionarissen. Ze leerden blinden braille en gebarentaal en gaven aandacht aan educatieve en humanitaire rechten voor kinderen met een handicap.
56
In 1987 werd De Eerste Nationale Telling gehouden om het aantal gehandicapte personen te kunnen registreren. De Tweede Nationale Telling werd op 1 april 2006 gelanceerd met de goedkeuring van de Raad van State van de Volksrepubliek China (zhonghua renmin gongheguo guowuyuan 中华人民共和国国务院). Om de activiteiten gecoördineerd en planmatig te laten verlopen werd de Leidinggevende Groep van De Tweede Chinese Nationale Telling van Gehandicapten (di er ci quanguo canjiren chouyang diaocha lingdao xiaozu 第二 次全国残疾人抽样调查领导小组) opgericht met deelname van 16 ministeries en agentschappen inclusief Het Nationaal Bureau van Statistieken ( zhonghua renmin gongheguo guojia tongjiju 中华人民共和国国及其统计 局), Het Ministerie van Bevolking ( zhonghua renmin gongheguo minzhengbu 中华人民共和国民政部), Het Ministerie van Gezondheid ( zhonghua renmin gongheguo weishengbu 中华人民共和国卫生部) en De Federatie van Chinese Gehandicapten ( zhongguo canjiren lianhehui 中国残疾人联合会). Zie Liang Guan 亮 管, “Canjiren teshuxing ji qi xuqiu fenxi” 残疾人特殊性及其需求分析, Social Work, 2009, p.60.; http://www.cdpf.org.cn/old/lishi/dsj2006.htm 57 Gongcheng Zheng, The Social Security System for People with Disabilities in China: Current Situation and Development Strategy, Beijing, Renmin University of China, 2008, p.6. 58 Li Wang 丽王, “Xian qin shiqi canjiren jiuzhu sixiang qian lun”先秦时期残疾人救助思想浅论, Zhongzhou daxuebao, 2009, pp.97-98.
19
Bij het oprichten van de Volksrepubliek China in 1949, hechtte de Chinese regering groot belang aan speciale educatie voor gehandicapten.59 Heel wat wetten en verordeningen moesten het recht op onderwijs garanderen. Vanaf het einde van de jaren 50, toen iedereen verondersteld werd mee te helpen aan de opbouw van de socialistische staat, werden vele duizenden gehandicapten in fabrieken tewerkgesteld.60 3.4. De situatie van gehandicapten na 1979 Op het einde van de jaren 70, toen de economische en sociale hervormingen begonnen onder Deng Xiaoping 邓小平, werd meer en meer aandacht gegeven aan educatie en gelijke rechten voor gehandicapten.61 Door de vlugge groei van de economie en de grondige sociale hervormingen in China wordt iemand met een handicap nu niet langer gezien als „de gehandicapte en de nutteloze‟ canfei 残废, maar als „persoon met een handicap‟ canjiren 残 疾人. De gemeenschap toont meer en meer respect en begrip en beschouwt de gehandicapte meer als gelijkwaardig.62 De gemeenschap toont bezorgdheid, voorziet hulp en zorgt voor een liefdevolle en harmonieuze omgeving. Mensen met een handicap worden nu gehoord. Zelfrespect, geloven in zichzelf, vooruitgang en zelfvertrouwen worden gestimuleerd.63 Verschillende organisaties zien er op toe dat de rechten van gehandicapten gevrijwaard blijven op het platteland en in de stad. Gedurende de laatste twee decennia zijn er een reeks wetten en administratieve maatregelen gelanceerd om de levenskwaliteit en de sociale positie van mensen met een handicap te verbeteren.64
59
Yanhui Pang en Dean Richey, “The Development of Special Education in China”, International Journal of Special Education, 2006, pp.3-4. 60 http://www.cdpf.org.cn/llyj/content/2008-04/01/content_83184.htm 61 Yang Zhang 杨张 en Yin Yuan 茵袁, “Shixi woguo canjiren jiuye de zhuyao moshi” 试析我国残疾人就业的 主要模式, Journal of Nanjing Technical College of Special Education, 2008, p.1. 62 Liang Guan, “Canjiren teshuxing ji qi xuqiu fenxi”, p.60. 63 Jie Wang 洁汪, “Chengxiang canjiren shehui baozhang chayixing fenxi ji duice” 城乡残疾人社会保障差异 性分析及对策, Journal of Tianjin University, 2008, p.427. 64 Aihua Chen 爱华谌, “Woguo canjiren quanli jiuji zhidu de xianzhuang yu wanshan duice” 我国残疾人权利 救济制度的现状与完善对策, Journal of Nanjing Technical College of Special Education, 2007, pp.18-19.
20
3.4.1. Bestaande wetten en administratieve maatregelen voor gehandicapten in China
3.4.1.1.
De Chinese Grondwet (zhonghua renmin gongheguo xianfa 中华人民
共和国宪法)
Artikel 45 van de Chinese Grondwet waarborgt een aantal rechten voor gehandicapten. De Chinese staat waarborgt materiële bijstand voor al zijn inwoners als ze oud, ziek of gehandicapt zijn. De staat ontwikkelt sociale zekerheid, sociale steun en medische hulp voor iedereen die dat nodig heeft. De staat voorziet hulp bij levensonderhoud en werk van gehandicapte personen en zorgt voor opleidingen voor blinden, doven, doofstommen en alle andere gehandicapten. 65
3.4.1.2.
De Wet ter Bescherming van Gehandicapte Personen (canjiren
baozhang fa 残疾人保障法)
De Wet op de Bescherming van Gehandicapte Personen van 1990 en aangepast in 2008 is van grote betekenis voor het waarborgen van de rechten van de gehandicapten. Deze wet bespreekt revalidatie, educatie en tewerkstelling, het culturele leven, de welvaart en de wettelijke aansprakelijkheid van de gehandicapte. Het amendement bevat details over financiële ondersteuning, medische verzorging, passende jobs, belastingsbeleid en revalidatie. Deze wet wordt geleid door principes van gelijkheid, participatie en bescherming tegen inbreuken. Er wordt ook verklaard dat hulp en maatregelen zullen worden genomen bij het oprichten van ondernemingen voor gehandicapten.66
65
De Chinese Grondwet werd aangenomen in 1982 en aangepast in 1988, 1993, 1999 en 2004. Zie http://www.gov.cn/test/2005-06/14/content_6310.htm 66 Qigang Wan 其刚万, “Qieshi baozhang canjiren hefa quanyi” 切实保障残疾人合法权益, Democracy Monthly, 2008, pp.32-33.
21
3.4.1.3.
Voorschriften voor Tewerkstelling van Gehandicapten (canjiren jiuye
tiaoli 残疾人就业条例) In 2007 kwam een voorschrift rond tewerkstelling en opleiding van gehandicapten. In de verschillende artikels van de voorschriften voor tewerkstelling van gehandicapten wordt integratie in het Chinese bedrijfsleven gepromoot.67 Staatsinstellingen, organisaties en ondernemingen worden aangespoord gehandicapte personen in dienst te nemen en de wetten van gelijkheid, discriminatie en participatie te respecteren. Bedrijven die hiermee rekening houden zullen daarvoor geprezen en beloond worden.68 Het aantal gehandicapte werknemers in maatschappelijke instellingen, opgericht door de Chinese staat en maatschappij, moet minstens 35 procent bedragen van zijn totale aantal werknemers.69 Gehandicapten worden gestimuleerd hun eigen mogelijkheden te verbeteren en te ontwikkelen om hun werkcapaciteit te verhogen.70 Elk bedrijf of onderneming wordt onderworpen aan een quota en moet een aantal gehandicapten tewerkstellen in een voor hen aangepaste job. Het totale percentage van de tewerkgestelde gehandicapten mag niet lager liggen dan 1,5 procent van het totaal aantal werknemers in dat bedrijf. Bedrijven die zich niet aan deze maatregel houden, zullen worden beboet in de vorm van een bijdrage aan het fonds voor werkzekerheid voor gehandicapten.71 Er mag geen enkele vorm van discriminatie zijn en elke gehandicapte persoon wordt bij tewerkstelling een contract aangeboden. Bedrijven waar veel gehandicapten in dienst genomen worden, krijgen belastingsvoordeel en krijgen door de staat assistentie op elk vlak. Gehandicapten die een eigen zaak willen opstarten krijgen belastingsvoordeel en krijgen een kleine financiering toegewezen binnen een bepaalde periode. Agentschappen, verwant met de federatie van Chinese gehandicapten, zorgen voor informatie over jobs, beroepsinformatie en psychologische bijstand. Deze agentschappen staan ook in voor registratie van werkloze gehandicapte personen.72
67
ibid., p.33. http://www.gov.cn/zwgk/2007-03/05/content_542647.htm 69 Zhongguo shehui baozhang zhidu zong lan bianji weiyuanhui, Zhongguo shehui baozhang zhidu zonglan, p. 1427. 70 http://www.gov.cn/zwgk/2007-03/05/content_542647.htm 71 Yang Zhang en Yin Yuan, “shixi woguo canjiren jiuye de zhuyao moshi” , p.1. 72 http://www.gov.cn/zwgk/2007-03/05/content_542647.htm 68
22
3.4.1.4.
Voorschriften voor Educatie van Gehandicapten (canjiren jiaoyu tiaoli
残疾人教育条例) In 1994 werden De Voorschriften voor Educatie van Gehandicapte Personen vastgelegd. In deze voorschriften ligt de nadruk op het waarborgen van gelijke rechten voor iedereen, ongeacht het soort handicap. De tweeënvijftig artikels die deze voorschriften bevatten, benadrukken het belang van het aanpast onderwijs dat gepromoot wordt door de Chinese Federatie voor Gehandicapte Personen (zhongguo canjiren lianhehui 中国残疾人联 合会) en zijn lokale afdelingen. De familie van gehandicapte personen moet de gehandicapten bij de educatie begeleiden. Voor het kleuteronderwijs is de familie verantwoordelijk. Gezondheidsinstellingen en kleuterscholen voor kinderen met een handicap, alsook de familie, moeten aandacht schenken aan een vroege opsporing van handicaps bij kinderen. Deze gezondheidsinstellingen en kleuterscholen zullen voorzien in consultatie en bijstand met betrekking tot een vroege revalidatie en een vroege educatie. Vanaf de lagere school moeten ouders en/of voogd van een gehandicapt kind erop toezien dat het kind daadwerkelijk het verplichte onderwijs volgt. De leeftijdsgrens, waarop het kind tot dit onderwijs toegelaten wordt, zal dezelfde zijn als van een niet gehandicapt kind. Als het nodig is kan deze leeftijdsgrens verhoogd worden. De administratieve departementen van onderwijs en van volksgezondheid van de provincie zullen beraadslagen welke gehandicapte kinderen en jongvolwassenen schoolplichtig zijn. Na een beoordeling van hun handicap zullen suggesties gegeven worden aangaande de manier waarop het verplichte onderwijs kan gevolgd worden. Naargelang het soort handicap kan les gevolgd worden in de normale school, een aangepaste klas in een normale school of in een bijzondere school. Voor gehandicapten die onmogelijk, wegens hun psychisch niveau, gebruik kunnen maken van één van deze drie mogelijkheden, moet de plaatselijke regering kansen creëren in de vorm van een aangepast onderwijs. Aangepaste programma‟s en het nodige materiaal zullen daartoe ter beschikking gesteld worden. Bij studenten met financiële problemen zal het schoolgeld en andere onkosten tot een minimum gereduceerd worden of indien nodig kwijtgescholden worden. In het beroepsonderwijs voor gehandicapten zal prioriteit gegeven worden aan het ontwikkelen van een lager en secundair beroepsonderwijs, maar er zal ook aandacht besteed worden aan een hoger beroepsonderwijs. Ook hier zullen studenten met financiële problemen, 23
naargelang de omstandigheden, geen of weinig schoolgeld moeten betalen. Voor elke vorm van onderwijs voor gehandicapten worden leraren vakkundig opgeleid. De regering richt fondsen op om de uitgaven te dekken en moedigt alle sectoren van de maatschappij aan tot sponsoring van de onderwijsinstellingen voor gehandicapten of tot ondersteuning van de opgerichte fondsen. Wie een voortreffelijk bedrag bijdraagt, wordt beloond. Ook degene die grote inspanningen levert om personen met een handicap te laten studeren en wie succes oogst in de research of productie van instrumenten, hulpmiddelen of uitrusting bedoeld voor het onderwijs voor gehandicapten, kunnen rekenen op een beloning. Administratieve sancties zullen getroffen worden tegen personen die gehandicapten beledigen, lijfelijk straffen of ze weigeren op school in te schrijven. Wie geld verduistert uit de fondsen, bedoeld voor educatie van gehandicapten, zal vervolgd worden.73 3.4.1.5.
De Basisnormen voor Sociale Zorgcentra voor Gehandicapten (canjiren
shehui fuli jigou jiben guifan 残疾人社会福利机构基本规范) De Basisnormen voor Sociale Zorgcentra voor Gehandicapte Personen kwamen in voege in maart 2001 en garanderen rechtszekerheid en beleidsondersteuning. Tevens helpen ze de regering bij het beheer van de sociale zorgcentra.74 3.4.1.6.
De Chinese Federatie voor Gehandicapte Personen (zhongguo canjiren
lianhehui 中国残疾人联合会) De regering voorziet ook heel wat diensten waarnaar, in geval van problemen, gehandicapten zich kunnen richten. De belangrijkste organisatie is De Chinese Federatie voor Gehandicapte Personen. Deze organisatie werd opgericht in maart 1988.75 Eén van de oprichters is Deng Pufang 邓朴方, een zoon van Deng Xiaoping 邓小平, en zelf rolstoelpatiënt. Als vicevoorzitter van De Politieke Consultatieve Conferentie van het Chinese Volk (renmin zhengxie 人民政协) is hij ook voorzitter honoris causa van de Chinese
73
Qigang Wan, “qieshi baozhang canjiren hefa quanyi”, p.33.; Liang Guan, “Canjiren teshuxing ji qi xuqiu fenxi”, p.61.; http://www.cdpf.org.cn/zcfg/content/2001-11/06/content_50522.htm 74 http://fss.mca.gov.cn/article/ywbz/200712/20071200005096.shtml 75 Zhongguo shehui baozhang zhidu zong lan bianji weiyuanhui, Zhongguo shehui baozhang zhidu zonglan, p.1426.
24
Federatie voor Gehandicapte Personen. De voorzitter van deze federatie is Zhang Haidi 张海 迪.76 De belangrijkste opdrachten van de federatie zijn het vertegenwoordigen van de belangen van gehandicapten en beschermen van hun wettelijke rechten, promoten van menslievendheid, integratie van gehandicapten op elk vlak en uitgebreid en effectief dienstbetoon. Het Nationaal Volkscongres (quanguo renmin daibiao dahui 全国人民代表大 会) is de hoogste belichaming van de federatie. Het wordt om de vijf jaar bijeengeroepen om een voorzitter te kiezen voor de volgende vijf jaar. Een verantwoordelijke commissie wordt door de voorzitter uitgekozen en benoemd door de regering om het dagelijkse werk uit te voeren.77 Met negentigduizend voltijdse personeelsleden en vierhonderdduizend deeltijdse werknemers strekt het netwerk zich uit over het hele land. Vijf verenigingen zijn met deze federatie verwant met name De Chinese Vereniging van Blinden (zhongguo mangren xiehui 中国盲人协会), De Chinese Vereniging van Doven (zhongguo longren xiehui 中国聋人协 会), De Chinese Vereniging van Mensen met Fysische Handicaps (zhongguo zhi canren xiehui 中国肢残人协会), De Chinese Vereniging van Mensen met Mentale en Aanverwante Handicaps (zhongguo zhili canjiren ji qinyou xiehui 中国智力残疾人及亲友协会) en De Chinese Vereniging van Mensen met Psychiatrische en Aanverwante Handicaps (zhongguo jingshen canjiren ji qinyou xiehui 中国精神残疾人及亲友协会).78 De Chinese Federatie voor Gehandicapte Personen en zijn verwante verenigingen worden vernoemd in artikel 8 van De Wet op Bescherming van Gehandicapte Personen als verantwoordelijken voor het beschermen van de rechten van de gehandicapte en voor het organiseren van onderwijs. Ze moeten de gehandicapten wijzen op hun rechten en zorgen voor dienstbetoon.79 De Chinese Federatie voor Gehandicapte Personen publiceert uitvoerig documenten van de Verenigde Naties in dagbladen, boeken en tijdschriften. De federatie publiceert
76
http://www.cdpf.org.cn/old/jigou/jg-cl-01.htm Zhongguo shehui baozhang zhidu zong lan bianji weiyuanhui, Zhongguo shehui baozhang zhidu zonglan, p.1426. 78 http://www.cdpf.org.cn/zyzn/node_5042.htm 79 http://www.gov.cn/jrzg/2008-04/24/content_953439.htm 77
25
belangrijke documenten en artikels over sociale ontwikkeling op vlak van gehandicaptenzorg in zijn magazines “Disability in China” en “Spring Breezes”. 80
3.4.1.7.
Andere
Belangrijke wetten als Het strafrecht (xingfa 刑法) , De huwelijkswet (hunyinfa 婚姻 法), Het erfrecht (jichengfa 继承法) en Het kiesrecht (xuanjufa 选举) hebben bijzondere bepalingen omtrent de rechten en belangen van gehandicapten. In overeenstemming met deze wetten introduceert de regering om de vijf jaar specifieke gedragslijnen, reglementen en voorschriften om de rechten en de belangen van de gehandicapten te beschermen.81 3.4.2. China‟s concrete inspanningen voor gehandicapten
3.4.2.1.
Nationaal
De overheid steunt heel wat beschutte werkplaatsen en zorgcentra en biedt hen hulp op gebied van productie, management, technologie, fondsen, belasting en marketing. Regeringsinstellingen stellen zelf ook gehandicapten tewerk. Er worden instellingen opgericht om een beroep aan te leren naargelang de vraag op de arbeidsmarkt.82 De culturele departementen van de regering organiseren en ondersteunen activiteiten op gebied van cultuur, sport en recreatie. Er zijn heel wat centra waar gehandicapten terecht kunnen voor ondermeer schilderen, fotografie, balspelen en kaligrafie. De regering heeft de levenskwaliteit van de gehandicapten verbeterd door het toekennen van subsidies, speciale zorg en hulp.83 Mensen met een handicap krijgen een Certificaat voor Gehandicapten (canjiren zheng 残疾人证). Het is een legaal document waarop de graad en categorie van de handicap vermeld staat volgens de bestaande beoordelingscriteria. Op het document staat ook vermeld
80
http://www.cdpf.org.cn/old/english/international.htm Enkele voorbeelden van specifieke voorschriften zijn: Het Chinese Vijfjarenplan voor Mensen met een Handicap en De Verschillende Standpunten over de Ontwikkeling van Onderwijs voor Mensen met een Handicap. Zie Aihua Chen, “woguo canjiren quanli jiuji zhidu de xianzhuang yu wanshan duice”, p.18.; Yunying Chen, Organizational Partnership for Supporting the Disabled in China, Beijing, China National Institute for Education Research, 2006, p.40. 82 Yang Zhang en Yin Yuan, “Shixi woguo canjiren jiuye de zhuyao moshi”, pp.1-3. 83 Qigang Wan, “qieshi baozhang canjiren hefa quanyi”, p.34. 81
26
op welke behandeling de houder van het certificaat recht heeft. Het garandeert elke gehandicapte, uit stad of dorp en uit om het even welke familie, een basisinkomen.84 In China staan gehandicapten niet enkel onder het stedelijk of landelijk stelsel voor een garantie op elementaire bestaansmiddelen, maar ze krijgen ook een speciale invaliditeitsuitkering.85 Gehandicapte kinderen en studenten uit behoeftige gezinnen krijgen speciale hulp.86 Voor medische onkosten kan de houder van het certificaat beroep doen op financiële steun, hoe groot de medische kosten ook zijn. Bij niet-ernstige ziekten, maar waarvan de onkosten toch heel hoog oplopen binnen een jaar, kan ook beroep gedaan worden op deze bijstand. Er worden welvaartscampagnes als “Lente Regen - Help de Gehandicapte Studenten” opgezet om donaties te verzamelen voor gehandicapten uit minder ontwikkelde regio‟s. China doet grote inspanningen om een omgeving te creëren waar gehandicapten gerespecteerd en geholpen worden door activiteiten als “Dag van de Gehandicapte” en “Help de Gehandicapten Dag”. 87 Openbare gebouwen, straten, hotels en winkels worden toegankelijker gemaakt. Voor residenties in stedelijke gebieden wordt gezorgd voor veiligheidssystemen. Er wordt ook hard gewerkt aan de verbetering van kansen tot herstel door installatie van aangepaste systemen in gezondheidscentra.88 3.4.2.2.
Internationaal
China ondersteunt en verdedigt ook internationale normen tot bescherming en aanmoediging van gelijke rechten voor mensen met een handicap. De Chinese regering heeft de ILO Conventie 159 over Beroepsopleiding en Tewerkstelling voor Gehandicapten bekrachtigd. 89 China was ook één van de eerste landen die De Conventie van de Rechten van Mensen met een Handicap van de Verenigde Naties ondertekende om gehandicapten passend werk,
84
http://www.cdpf.org.cn/ggtz/content/2008-06/27/content_30020337.htm Xiaobao Tian, Social Security in China, p.118. 86 Qigang Wan, “qieshi baozhang canjiren hefa quanyi”, p.33. 87 Xiaobao Tian, Social Security in China, p.121. 88 Yunying Chen, Organizational Partnership for Supporting the Disabled in China, pp.41-42. 89 Conventie 159 van de International Labour Organization over Beroepsopleiding en Tewerkstelling voor Gehandicapten werd in 1983 aangenomen. Zie Min Liu en Renguo Bao, “Canjiren shehui baozhang wenti tanxi”, p.16.; http://webfusion.ilo.org/public/db/standards/normes/appl/applbyCtry.cfm?lang=EN&CTYCHOICE=2650&hdroff=1 85
27
verdere integratie en re-integratie in de maatschappij te waarborgen. De conventie bevat ondermeer artikels over gelijkheid en non-discriminatie, bewustmaking, kinderen met handicap, gelijke erkenning voor de wet, vrijheid en veiligheid.90 3.5. Besluit De economische hervormingen brachten een constante en vlugge economische groei met zich mee, maar ze waren ook onrechtstreeks mee de oorzaak van een stijging van het aantal gehandicapten in de maatschappij. China is op goede weg op het gebied van gehandicaptenzorg. De laatste decennia is hard gewerkt om het recht en de levenskwaliteit van de gehandicapten te verbeteren. De vele wetten, voorschriften en concrete maatregelen bewijzen dat werk gemaakt wordt om het leven van de gehandicapte op elk vlak te verbeteren. Ze zijn een indicator van sociale rechtvaardigheid en vooruitgang. Ondanks de vele inspanningen moet er toch nog veel gebeuren op het gebied van informatieverstrekking, werkgelegenheid, veiligheid en maatschappelijke aanvaarding.
90
Min Liu en Renguo Bao, “Canjiren shehui baozhang wenti tanxi”, p.16.; http://www.un.org/disabilities/default.asp?navid=18&pid=257; http://www.un.org/disabilities/documents/convention/convoptprot-c.pdf
28
4. Bejaardenzorg
In China is doorheen de geschiedenis het respect voor ouderen van heel groot belang. In het dagelijks leven worden ouderen geassocieerd met fysieke degeneratie en sociaal en politiek conservatisme. Ze zijn afhankelijk van anderen voor hulp en ondersteuning. De leiders van de Chinees Communistische Partij (zhongguo gongchandang 中国共产党) hebben in het hedendaagse China het respect en de zorg voor ouderen, gebaseerd op confucianistische ideeën, niet verworpen.91 In artikels 44 en 45 van De Chinese Grondwet worden de levenskwaliteiten van de bejaarden in China beschermd en gegarandeerd. Ze hebben recht op materiële bijstand en de staat helpt bij gezondheidszorg en medische zorg.92 Op het einde van 2008 waren in China 160 miljoen gepensioneerden. Dat is 12 procent van de totale bevolking van China.93 Vanaf 1979 kenden economische hervormingen in China een groot succes. Deze economisch sterke positie hielp China de kosten te dragen voor de overgang van een planeconomie naar een markteconomie en de hervorming van de pensioenen te bekostigen.94 Verwacht wordt dat vanaf 2010 tot 2040 de Chinese bevolking een periode van enorm snelle vergrijzing zal ingaan.95 Het aandeel van de 80-plussers ten opzichte van de rest van de Chinese bevolking zal stijgen tot meer dan 30 procent.96
91
Deborah Davis-Friedman, Long Lives: Chinese Elderly and the Communist Revolution, United States of America, Stanford University Press, 1983, pp.6-9. 92 http://www.gov.cn/test/2005-06/14/content_6310_4.htm 93 Yantang Wang 彦堂王, “Yanglaoyuan, zou wai le de shichanghua” 养老院,走歪了的市场化, Window of the Northeast, 2009, p.25. 94 THE WORLD BANK, Old Age Security: Pension Reform in China, Washington D.C., The World Bank, 1997, p.13. 95 Men kan spreken van een vergrijzing van de bevolking wanneer meer dan zeven procent van de bevolking ouder is dan 65 of meer dan tien procent ouder is dan 70. Zie Yuming Wang 裕明王 en Xufang Li 旭芳李, “Tiaozheng zhigong tuixiu nianling fangan de yanjiu” 调整职工退休年龄方案的研究, Journal of Shanghai University of Engineering Science, 2009, p.85.; Hui Zhou 辉周, “Woguo zhongbu diqu nongcun yanglao moshi tanxi” 我国中部地区农村养老模式探析, Special Economy Zone, 2009, p.175. 96 In 2008 waren 13 miljoen chinezen ouder dan 80. Men verwacht dat dit cijfer tegen 2020 zal oplopen tot 30miljoen, of zo‟n 12,37 procent van de totale Chinese bejaarde bevolking. Zie Hongya Dong 红亚董, “Goujian yi zhaohu wei zhongxin de jiben yanglao tixi. Nuli shixian lao you suoyang” 构建以照护为重心的基本养老体 系. 努力实现老有所养, Northwest Population, 2009, p.81.; Yi Zeng et al., “Sociodemographic and Health Profiles of the Oldest Old in China”, Population and Development Review, 2002, p.251.
29
Vooral de veroudering van de plattelandsbevolking gaat opmerkelijk sneller dan die van in de stad. 70 procent van de ouderen woont op het platteland. De rurale bevolking is een kwetsbare groep waarvan de belangen niet mogen worden genegeerd. Toch heeft China in de voorbije jaren vooral aandacht besteed aan het hervormen van pensioenregeling op stedelijk vlak. De Derde Plenaire Sessie van het 17de Chinese Communistische Partij Centraal Comittee (zhongguo gongchandang di shiqi jie zhongyang weiyuanhui di san ci quanti huiyi 中国共产党第十七届中央委员会第三次全体会议) wil publieke financiering van rurale regio‟s verbeteren om de opbouw van een nieuw socialistisch platteland te stimuleren. Zo wil men perspectieven openen voor een Socialisme met Chinese Karakteristieken dat leidt tot een Harmonieuze Socialistische Maatschappij (shehui zhuyi hexie shehui 社会主义和谐社会) .97
4.1. Pensioensverzekering (yanglao baoxian 养老保险)
Het Chinese systeem van pensioensverzekering kan onderverdeeld worden in drie belangrijke categorieën: De fundamentele pensioensverzekering voor werknemers van een onderneming, de pensioensverzekering van persoonlijk spaargeld en de pensioensverzekering voor medewerkers van de overheid en medewerkers van publieke instellingen.98
4.1.1. De fundamentele pensioensverzekering voor werknemers van een onderneming
Deze vorm van pensioensverzekering is opgebouwd uit drie delen: de Basis Pensioensverzekering, de Aanvullende Pensioensverzekering van de Onderneming en de Pensioensverzekering van Persoonlijk Spaargeld.
Bij de Basis Pensioensverzekering (jiben yanglao baoxian 基本养老保险) is de staat verantwoordelijk voor de pensioensuitkering. Ze gebruikt de combinatie van een Sociaal Fonds (shehui tongchao 社会统筹) met persoonlijke spaargelden (geren zhanghu 个人帐户). Zowel de staat, de
97 98
Hui Zhou, “Woguo zhongbu diqu nongcun yanglao moshi tanxi”, p.175. Xiaobao Tian, Social Security in China, p.16.
30
werkgevers en werknemers hebben hier hun aandeel onder het principe „sociale wederzijdse hulp‟. Het uitgekeerde bedrag is afhankelijk van de eigen bijdrage van de werknemer op zijn eigen spaarrekening. Dit systeem onderstreept het belang dat werknemers zichzelf beschermen door individuele bijdragen.
De Aanvullende Pensioensverzekering van de Onderneming (qiye buchong yanglao baoxian 企业补充养老保险) wordt aangenomen door de onderneming voor zijn eigen werknemers en is afhankelijk van zijn economische kracht in overeenstemming met eigen beleid en bepalingen. De Aanvullende Pensioensverzekering staat onder toezicht van de staat. Ze wordt volledig verstrekt door de onderneming of door de onderneming en zijn werknemers met specifieke bijdragen beslist in afspraken tussen werkgevers en werknemers. Er is een speciale raad bestaande uit vertegenwoordigers uit het bestuur en arbeiders om toezicht te houden op de aanvullende pensioensverzekering van de onderneming. In 2004 werd de naam van de Aanvullende Pensioensverzekering van de onderneming veranderd in Lijfrente van de Onderneming. Het is een belangrijk supplement bij de Basis Pensioensverzekering van de staat en het speelt een heel belangrijke rol in het algemeen systeem van pensioensverzekering in China.
De Pensioensverzekering van Persoonlijk Spaargeld (geren chuxuxing yanglao baoxian 个人储蓄性养老保险) is een vorm van aanvullende pensioensverzekering en kan vrijwillig gespaard worden door werknemers. De werknemers kunnen om het even welke instelling kiezen. Naargelang hun eigen salaris kunnen ze een bepaald bedrag op deze rekening plaatsen. De hoofdsom en de rente behoren aan zijn eigenaar die bij pensionering al het geld, in één keer of verspreid over diverse keren, uitbetaald krijgt. De eigen spaarrekening kan ook gekoppeld worden aan de Aanvullende
31
Pensioensverzekering van de Onderneming, teneinde enthousiasme bij de werknemer op te wekken.99
4.1.2. De pensioensverzekering voor medewerkers van de overheid en publieke instellingen
Deze vorm van pensioensverzekering is momenteel anders dan de pensioensregeling in de ondernemingen. Het bestaande systeem voor pensioensverzekering voor overheid en openbare instellingen kwam geleidelijk in gebruik onder het traditionele systeem van de planeconomie. Daarom lanceerde men het “Instant-Draw-and-Instant-Pay”-systeem (xian shou xian fu 现收现付). De pensioenen voor werknemers worden hier volledig betaald door de overheidsbegroting of openbare instellingen zelf. Hiervoor worden verschillende maatstaven gehanteerd. Tevens is de pensioensuitkering afhankelijk van de verschillende rangen en lengte van de dienst. Na pensionering kan de werknemer een maandelijkse uitkering krijgen die gebaseerd is op zijn of haar basissalaris van de laatste werkmaand.
4.1.3. De landelijke pensioensverzekering
De landelijke pensioensverzekering is een grote uitdaging voor het hedendaagse China. In het algemeen zijn bejaarden op het Chinese platteland voor zorg en steun afhankelijk van de jongere generatie in hun familie. Slechts enkele landelijke streken kunnen genieten van één of meerdere soorten van pensioensverzekering.100
4.2. Stedelijke Pensioenregeling
In de periode van de planeconomie waren de bedrijven en werkeenheden verplicht om pensioenen te betalen aan hun werknemers volgens het aantal jaren dienst en afhankelijk van het loon vóór pensionering. De staat zorgde voor een “Instant-Draw-and-Instant-Pay”-
99
Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, pp.55-56.; Yunling Zhang, Bei’ou shehui fuli zhidu ji zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige , pp.183-184. 100 Xiaobao Tian, Social Security in China, pp.19-20.
32
systeem om de pensioenen te financieren en leverde een „van wieg tot graf‟-service door een sociaal zekerheidssysteem via ondernemingen.101 In de periode van de economische hervormingen gaf China prioriteit aan de hervorming van het stedelijk pensioenensysteem. Geleidelijk aan ontstond in de stad een goed uitgebouwd pensioensysteem.102
4.2.1. Evolutie van het pensioenensysteem in de stad
In 1951 werd het eerste formele pensioensysteem ingevoerd door De Chinese Regelgeving omtrent Arbeidsverzekering (zhonghua renmin gongheguo laodong baoxian tiaoli 中华人民共和国劳动保险条例), uitgevaardigd door de Raad van State. De regelgeving was bedoeld voor ondernemingen met meer dan 100 werknemers. De sector van de ondernemingen was niet zo groot met als gevolg dat het aantal pensioengerechtigden beperkt was. Dit systeem werd enkel door de ondernemingen zelf gefinancierd. Een bijdrage van drie procent van de loonsom was voldoende om het systeem te kunnen financieren. 70 procent van deze bijdragen werd lokaal behouden om de pensioenen te betalen. De overige 30 procent werd getransformeerd naar een Nationaal Gemeenschappelijk Fonds (quanguo zong jijin 全国 总基金). De All-China Federation of Trade Unions (zhonghua quanguo zonggong hui 中华全 国总工会) beheerde zowel de locale uitbetalingen als de gemeenschappelijke fondsen. De uitbetaalde pensioenen waren van hoog niveau en liepen op tot 80 procent van het laatste loon.103 In 1955 werden De Tijdelijke Verordeningen betreffende Pensionering van de Werknemers bij de Overheid (guojia jiguan gongzuo renyuan tuizhi chuli zanxing guiding 国 家机关工作人员退职处理暂行规定) gelanceerd. Dit was een apart systeem voor de medewerkers van overheidsinstellingen, non-profit eenheden en partijorganisaties.
101
Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, p.54. Dewen Wang, “China‟s Urban and Rural Old Age Security System: Challenges and Options”, China & World Economy, 2006, pp.102-103. 103 Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, p.53.; Yunling Zhang, Bei’ou shehui fuli zhidu ji zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige , p.181. 102
33
De Tijdelijk Verordeningen betreffende Pensionering van de Werknemers en Personeel (guanyu renmin zhiyuan tuizhi chuli de zanxing guiding 关于工人,职员退职处理 的暂行规定) van 1958 behandelden zowel werknemers van ondernemingen, als werknemers bij de overheid. Dit systeem werd toegepast op ondernemingen met minder dan 100 werknemers en bleef in gebruik tot de Culturele Revolutie in 1966.104 Tijdens de Culturele Revolutie werden de All-China Federation of Trade Unions en het Ministerie van Arbeid afgeschaft.105 De verantwoordelijkheid voor controle werd overgedragen naar plaatselijke bureaus voor arbeid en de verantwoordelijkheid tot uitbetaling van pensioenen werd overgedragen aan de ondernemingen. Reserves vielen weg en het pensioen werd volledig betaald van de lopende inkomsten van de onderneming.106 Dit resulteerde in 1969 in een sociaal zekerheidssysteem dat gebaseerd was op staatsfondsen, ondernemingsfondsen en collectieve landelijke fondsen zonder enige vorm van onderlinge samenwerking. Men maakte gebruik van de “Instant-Draw-and-Instant-Pay”methode. Dit betekende dat werkgevers al het nodige pensioengeld uit hun eigen nietoperatieve budget haalden, terwijl de werknemer zelf niets moest betalen. Dit plan was aanvankelijk in voege gebracht door de staatsondernemingen doordat alle inkomsten en uitgaven van die ondernemingen gekoppeld waren aan de begroting. Het geld dat pensioentrekkers kregen was afhankelijk van de duur dat ze in het bedrijf tewerkgesteld waren geweest en van hun salaris vóór pensionering. Werknemers, die tijdens hun hele loopbaan onderbetaald waren geweest, kregen dus als het ware een compensatie. De verhouding van het ouderdomspensioen tot het gemiddelde loon van de werknemer was een index in het beoordelen van de levensstandaard van de gepensioneerden.107 Pas eind jaren zeventig was er een eerste tastbaar bewijs van uitbreiding van het pensioensysteem.108 Met ingang van de markteconomie eind jaren 70 werd de basis voor het bestaan van een traditioneel zekerheidssysteem voor pensioenen ontmanteld.109
104
Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, p.53.; Yunling Zhang, Bei’ou shehui fuli zhidu ji zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige , p.181. 105 THE WORLD BANK, Old Age Security: Pension Reform in China, p.16. 106 Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, p.54. 107 Xiaobao Tian, Social Security in China, pp.12-13. 108 Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, p.54.; Philip Olson, “Modernization in the People‟s Republic of China: The Politicization of the Elderly”, The Sociological Quarterly, 1988, p.251. 109 Yunling Zhang, Bei’ou shehui fuli zhidu ji zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige , p.181.
34
Door de Raad van State werden nieuwe pensioensregelingen getroffen voor staatsondernemingen, overheidswerknemers en non-profit organisaties. De grote collectieve ondernemingen werden aanbevolen zich hier ook bij aan te sluiten.110 De geldende pensioensgerechtigde leeftijd werd gebracht op 60 jaar voor mannen en 55 jaar voor vrouwen, met extra aanpassingen voor mensen met gevaarlijke jobs.111 De bedoeling was om een vroege pensionering te stimuleren om nieuwe jobs te creëren voor de grote instroom van mensen uit landelijke regio‟s die werk zochten in de stad. Het aantal gepensioneerden vervijfvoudigde tussen 1978 en 1985 en de pensioenskosten stegen van 2,8 procent naar 10,6 procent van de totale stedelijke loonkosten. Toen bleek hoe hoog de pensioenslasten werden, werd vroege pensionering niet meer aangemoedigd.112 Vanaf 1980 waren marktgerichte hervormingen van de staatsondernemingen in volle gang. Dit oefende grote impact uit op het oude stelsel van sociale zekerheid. China moest een nieuwe richting inslaan om sociale fondsen voor een verzekerd pensioen te bundelen.113 Sedert 1986 zijn er op het gebied van pensioenen heel wat experimenten geweest. De Tijdelijke Regelgeving omtrent Contractueel werk in Staatsondernemingen (guoying qiye shixing laodong hetongzhi zanxing guiding 国营企业实行劳动合同制暂行规定) uit 1986 besliste dat gemeenschappelijke fondsen in staatsbedrijven op beperkte basis en op gemeentelijk niveau zouden worden ingevoerd. De ondernemingen behielden de verantwoordelijkheid voor de distributie van de pensioenen voor de deelnemende bedrijven. Als de pensioenskosten van een onderneming lager waren dan deze bijdragen werd het verschil overgemaakt naar het gemeenschappelijk fonds. Als de kosten hoger waren, dan dekte deze reserve het verschil. Naast het hervormen van de pensioenen waren er ook hervormingen van werkgelegenheid. Nieuwe werkkrachten kregen een contract, terwijl huidige werknemers in dienst bleven als permanente werknemers. Er was een apart gemeenschappelijk fonds voor contractuele werknemers en een apart gemeenschappelijk fonds voor permanente werknemers.
110
Dewen Wang, “China‟s Urban and Rural Old Age Security System: Challenges and Options”, p.103. Zhongqin Yan 忠勤严, Dangdai zhongguo de zhigong gongzi fuli he shehui baoxian 当代中国的职工工资福 利和社会保险 , Beijing, Zhongguo shehui kexue chubanshe, 1987, pp.340-341. 112 Nadien werd de pensioensleeftijd verhoogd tot 65-70 jaar voor mannen en tot 60 jaar voor vrouwen. Zie Yuming Wang en Xufang Li, “Tiaozheng zhigong tuixiu nianling fangan de yanjiu”, p.23.; THE WORLD BANK, Old Age Security: Pension Reform in China, p.16. 113 Xiaobao Tian, Social Security in China, p.13. 111
35
Contractuele werknemers deden individuele bijdragen terwijl werknemers in vaste dienst dit aanvankelijk niet deden. De ondernemingen stortten hun bijdrage in beide algemene fondsen. In 1991 riep De Beslissing over de Hervorming van het Pensioensysteem voor Ondernemingen (guanyu qiye zhigong yanglao baoxian zhidu gaige de jueding 关于企业职 工养老保险制度改革的决定), uitgevaardigd door de Raad van State, op tot een driepijlersysteem voor het uitbetalen van pensioenen. Het combineerde een sociaal basispensioen met supplementaire bijdragen door bedrijven en met individuele spaargelden. In dit systeem lag de verantwoordelijkheid van pensioensfinanciering dus bij de overheid, bedrijven en individuen. In 1993 nam de Derde Plenaire Sessie van het 14de Chinese Communistische Partij Centraal Comittee (zhongguo gongchandang di shisi jie zhongyang weiyuanhui di san ci quanti huiyi 中国共产党第十四届中央委员会第三次全体会议) De Beslissing over Zaken betreffende het oprichten van een Socialistische Markteconomiesysteem (zhonggong zhongyang guanyu jianli shehui zhuyi shichang jingji tizhi ruogan wenti de jueding 中共中央 关于建立社会主义市场经济体制若干问题的决定) aan. Hierin werd ondermeer bepaald dat stedelijke werkgevers en individuele werknemers de bijdrage voor pensioenen moesten delen en dat het administratief bestuur van de sociale zekerheid moest gescheiden worden van het beheer van de fondsen voor sociale zekerheid. 114 In 1995 werden verschillende manieren verkend om te komen tot een nieuw systeem van pensioenszekerheid, gebaseerd op een combinatie van gemeenschappelijke sociale fondsen en persoonlijke fondsen. Onder dit systeem bestond het pensioen deels uit een bijdrage van het sociaal fonds en deels uit een bijdrage van het persoonlijke spaargeld. In 1997 nam de Raad van State De Beslissing over het Oprichten van een Uniform Basispensioensverzekeringssysteem voor Werknemers van Bedrijven (guowuyuan guanyu jianli tongyi de qiye zhigong jiben yanglao baoxian zhidu de jueding 国务院关于建立统一 的企业职工基本养老保险制度的决定) aan.115 Hierin werd bepaald dat twintig procent van de loonlijst van een onderneming naar het pensioensfonds ging, elf procent van het
114 115
Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, pp.55-58. ibid., p.5.
36
werknemerssalaris was bestemd voor de persoonlijke pensioensbijdrage. Hiervan werd aanvankelijk vier procent door het individu bijgedragen en de rest door de onderneming.116 In 1998 werden aparte interne pensioensfondsen van elf industriële sectoren overgebracht voor bestuur van stedelijk niveau naar provinciaal niveau. Er werden maatregelen genomen om de betaling van pensioenen te promoten en het stelsel van het gemeenschappelijk sociaal fonds te verbeteren.117 Het Pilootprogramma te Liaoning over het Verbeteren van het Stedelijk Sociaal Zekerheidssysteem (guanyu baopi liaoningsheng wanshan chengzhen shehui baozhang tixi shidian shishi fangan de qingshi 关于报批辽宁省 完善城镇社会保障体系试点实施方案的请示) werd in 2000 door de Raad van State aangenomen. Dit experiment ging in 2001 van start en zette vaart achter de hervorming en verbetering van het stelsel van sociale zekerheid.118 Tussen 1989 en 2003 steeg het aantal werknemers die participeerden in Het Basis Pensioensverzekeringssysteem van 48,17 miljoen tot 122,5 miljoen.119 In 2000 zette de Chinese regering het Nationaal Zekerheidssysteem op dat gefinancierd werd uit centrale budgetten en andere bronnen. Het Nationaal Zekerheidsfonds (quanguo shehui baozhang jijin 全国社会保障基金) is een belangrijke financieringsbron voor de huidige sociale pensioensverzekering. Tussen 2003 en 2005 werd door het Centrale Regeringsbudget een bedrag vrijgemaakt van 10,58 biljoen RMB voor de hervorming van de sociale zekerheid. In 2006 ging Het Pilootproject verder in acht andere provincies terwijl de methodes van pensioensberekening en uitbetaling werden hervormd.120 Op het einde van 2006 bedroeg het deficit in de nationale pensioenskas echter 900 biljoen RMB. Volgens het Ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid (zhonghua renmin gongheguo laodong he shehui baozhangbu 中 华人民共和国劳动和社会保障部) zal dit binnen de dertig jaar oplopen tot zes triljoen. Dit betekent dat, tenzij een andere financiële bron de put kan dichten, de regering 200 biljoen
116
In 1998 werd de bijdrage van het individu verhoogt tot acht procent van zijn salaris. Zie http://www.nx.si.gov.cn/view_article.jsp?id=544 117 Xiaobao Tian, Social Security in China, p.14. 118 http://china.findlaw.cn/fagui/sh/23/44358.html 119 Dewen Wang, “China‟s Urban and Rural Old Age Security System: Challenges and Options”, p.105. 120 Xiaobao Tian, Social Security in China, p.14.
37
RMB zal moeten bijpassen. Om de druk op de regering te verlagen zijn dus dringend nieuwe hervormingen nodig.121 Momenteel is er in China nog geen effectief programma om staatsondernemingen die te kampen hebben met problemen, zoals een dreigend faillissement, te bevrijden van pensioenslasten en bestaat er voor die gepensioneerden geen sociaal vangnet.122 De laatste jaren is er in China onder de jonge werknemers een nieuwe mentaliteit merkbaar. Meer en meer jonge werkkrachten nemen maatregelen om een goed pensioen voor later te waarborgen door het aangaan van levensverzekeringen, beleggingsfondsen, spaarrekeningen, materiële beleggingen of investeringen in onroerend goed. Ook ouderen zien meer en meer het nut in van beleggingsfondsen of een spaarrekening. Toch zijn er nog steeds werknemers die denken dat het basispensioen, gegarandeerd door de staat, voldoende zal zijn. Dit basispensioen zal echter niet kunnen garant staan voor een goede levenskwaliteit. De regering stimuleert bij bedrijven het lijfrentesysteem als supplement bij het basispensioen. De lijfrentemarkt en de zorginstellingen hebben ook aandacht getrokken van buitenlandse verzekeringsmaatschappijen. Tal van grote internationale verzekeringsmaatschappijen investeren in lokale verzekeringsmaatschappijen. Grote buitenlandse bedrijven en instellingen bespreken samenwerking met nationale bedrijven tot bouwen van zorginstellingen voor bejaarden.123
4.3. Landelijke pensioensregeling
Doorheen de geschiedenis van China werd de zorg voor bejaarde ouders in de rurale samenleving vooral overgenomen door de kinderen. Verschillende generaties leefden samen onder één dak. Dit was een manier van pensioenswerving.124
121
THE WORLD BANK, Old Age Security: Pension Reform in China, pp.20-21. William Hurst en Kevin O‟Brien, “China‟s Contentious Pensioners”, The China Quarterly, 2002, p.349. 123 Rucai Lu, “Old-age Security: Difficulties Propel Change”, China Today, 2007, pp.20-23. 124 Lixiong Yang 立雄杨, “Jianli fei jiaofeixing de laonian jintie: noncun yanglao baoxian de yi ge xuanze xing fangan” 建立非缴费性的老年津贴: 农村养老保险的一个选择性方案, Zhongguo Ruankexue, 2006, p.11. 122
38
De zonen uit het gezin werden belast met de financiële zorg en de opvang van hun ouders. Dit was niet de taak van meisjes, omdat die bij het huwelijk als het ware weggegeven werden aan de familie van hun man. In de Chinese cultuur zit hulp en zorg aan ouders diep geworteld in het geloof in Kinderlijke Piëteit xiaoxin 孝心. Kinderlijke Piëteit is een concept van Confucius en bepaalt een reeks gedragingen zoals respect van kinderen ten opzichte van de ouders, fysische hulp aan de ouders, loyaliteit en materiële voorzieningen.125 In de decennia vóór 1949 werkten de ouderen van het platteland in de agrarische economie. Ze moesten leven van een minimum aan inkomen. Het overleven was een combinatie tussen werkgelegenheid en toenemende onafhankelijkheid van de volwassen kinderen. Na 1949 volgden de meeste ouderen hetzelfde patroon. Oudere mannen kregen een job als hulp zoals varkenshouder of toeziener in een boomgaard. Bij het ouder worden werd geleidelijk aan minder lastig werk gedaan, maar zolang ze fysisch sterk genoeg bleven probeerden ze aan het werk te blijven. Daarnaast konden ze relaxen of contacten leggen met vrienden. Oudere vrouwen bleven economisch actief zolang hun gezondheid het toeliet. Pas als hun eerste kleinkind werd geboren, gingen ze zich volledig focussen op huishoudelijke taken en verlieten ze de arbeidsmarkt. Deze arbeidsomstandigheden illustreren de alomtegenwoordige patronen onder mannen en vrouwen op het hedendaagse Chinese platteland. Het patroon van onophoudelijk werken, gecombineerd met een hoge afhankelijkheid van hun getrouwde zonen blijft overheersen.126 Kinderloze en gehandicapte oude mensen konden vanaf de jaren 50 rekenen op het Vijf Garantie-systeem.127 Dit systeem bepaalde dat ouderen, gehandicapten en minderjarigen kunnen genieten van een garantie op voedsel, kledij, huisvesting, medische verzorging en begrafeniskosten.128
125
Heying Zhan en Rhonda Montgomery, “Gender and Elder Care in China: The Influence of Filial Piety and Structural Constraints”, Gender and Society, 2003, pp.209-210. 126 Deborah Davis-Friedman, Long Lives: Chinese Elderly and the Communist Revolution, pp.16-17. 127 Chunyuan Zhang, “Welfare Provision for the Aged in Rural China”, The Australian Journal of Chinese Affairs, 1986, p.115. 128 POPULATION COUNCIL, “Social Security in China: Government White Paper”, Population and Development Review, 2005, p.189.
39
Het hukou 户口 systeem129 verbood vrije migratie om schokeffecten in het stedelijke welvaartssysteem te vermijden.130 In 1978 richtten enkele welvarende dorpen en leefgemeenschappen een soort pensioenensysteem op om de financiële last op ouderen en hun families te verminderen. De locale pensioensystemen varieerden van dorp tot dorp. In sommige dorpen was de leeftijdsgrens voor mannen bepaald op zestig jaar en voor vrouwen op vijftig jaar. In andere dorpen moest een vrouw soms wachten om op pensioen te gaan tot haar vijfenzestig. Gecombineerd met inkomsten van buiten af, zorgden deze pensioenen voor, weliswaar theoretische, onafhankelijkheid van de landelijke gepensioneerden.131 In de jaren tachtig van de twintigste eeuw begon de regering aan het promoten van een landelijk pensioenensysteem.132 In 1986 werd een pilootproject opgestart om een pensioenszekerheidssysteem in de landelijke gebieden op te richten.133 Sinds 1991 is door de Raad van State een pensioenszekerheid opgestart. Dit rurale pensioenszekerheidssysteem is echter niet perfect. De hulp van familie blijft belangrijk. Met de ontwikkeling van de markteconomie en de economische hervormingen is er een verandering gekomen in de familiale relaties in de samenleving. De opendeurpolitiek zorgt ervoor dat steeds meer jongeren naar de stad trekken om er te werken. Door te lage inkomens, hoge levenskosten in de stad en de ontmoediging van migratie door het hukou systeem, is het onmogelijk om de ouders mee te nemen en voor hun zorg in te staan. Sommige ouderen kiezen ook bewust om niet bij hun kinderen te wonen om conflicten te vermijden. Hierdoor stijgt het aantal ouderen die op het platteland alleen blijft wonen drastisch. Dit fenomeen wordt het Lege Nest-syndroom kongchao 空巢 genoemd. Dit kunnen huishoudens zijn met ouderen die samenleven met hun echtgenoot of die helemaal alleen wonen. Het aantal bejaarden die met dit fenomeen te maken heeft bedraagt 48 procent van de oudere
129
Het hukou registratiesysteem werd opgericht in 1955 om accurate gegevens te verzamelen van de Chinese populatie. Het systeem classificeert de bevolking onder stedelijke of landelijke bevolking, bepaalt de sociale voorzieningen en is essentieel voor elk aspect van het dagelijks leven. Zie Chunyan Gao 春燕高, Zhongguo renkou guanli xiandaihua yanjiu 中国人口管理现代化研究, Beijing, Kexue chubanshe, 2005, p.763. 130 Dewen Wang, “China‟s Urban and Rural Old Age Security System: Challenges and Options”, p.106. 131 Deborah Davis-Friedman, Long Lives: Chinese Elderly and the Communist Revolution, p.18. 132 Lixiong Yang , “Jianli fei jiaofeixing de laonian jintie: noncun yanglao baoxian de yi ge xuanze xing fangan”, p.11. 133 Dewen Wang, “China‟s Urban and Rural Old Age Security System: Challenges and Options”, p.106.
40
huishoudens op het platteland. De meeste rurale ouderen die achterblijven moeten leven van de opbrengst van hun werk. Oude mannen moeten verder het land bewerken. Hun participatie bedraagt 80 procent van alle landbouwactiviteit.134 Sinds 1998 is ook een drastische veroudering van de Chinese populatie aan de gang. Verwacht wordt dat vanaf 2010 tot 2040 de Chinese veroudering een periode zal ingaan van enorm snelle groei.135 Deze stijgende veroudering en de dalende geboortegraad zorgt er voor dat verschillende generaties steeds minder onder hetzelfde dak wonen. In de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw was er een dalende trend in de geboortes op het platteland ten gevolge van de éénkindpolitiek136 van de Chinese regering. Dit leidt tot een groot aantal éénkindgezinnen en dus minder kinderen in huis die voor de zorg van de ouders kunnen instaan. Deze inkrimping van het gezin is het gevolg van het proces van industrialisatie en groei van de stedelijke economie enerzijds en het bevolkingscontrolesysteem anderzijds.137 Ouderen op het platteland hebben te maken met heel wat problemen. Het inkomen van ouderen in de rurale gebieden is zeer laag. Hun grootste bron van inkomen is de opbrengst van hun plattelandsactiviteiten die erg onderhevig zijn aan natuurrampen. De ouderen op het platteland hebben dus een heel onzeker inkomen. De ongeletterdheid en ongeschooldheid van de plattelandsbevolking leidt tevens tot een monotoon leven. Boeren uit de gemeenschap worden soms nog uitgesloten van sociale pensioenszekerheid.138 De fysieke toestand van de rurale ouderen is bedroevend. Volgens statistieken zijn er heel wat meer zieken in Lege Nest-huishoudens dan in de stad. Ouderen hebben geen pensioensgeld of pensioensverzekering. Een groot aantal van hen geniet niet van medische zekerheid. Velen zijn dan ook chronisch ziek.
134
Mingshun Li 明顺李, “Nongcun kongchao laoren yanglao baozhang cunzai wenti yu duice” 农村空巢老人养 老保障存在问题与对策, The Study of Hard and Hot Issues, 2009, pp.31-32.; Jinxia Yuan 金霞袁, “Woguo nongcun kongchao laoren yanglao wenti sikao” 我国农村空巢老人养老问题思考, Qinghai Social Sciences, 2009, pp.15-16. 135 Hui Zhou, “Woguo zhongbu diqu nongcun yanglao moshi tanxi”, p.175. 136 Om de snelle bevolkingsaangroei in te dijken werd in 1979 de éénkindpolitiek ingevoerd. Dit beleid moest voorkomen dat gezinnen meer dan één kind kregen. Gezinnen met slechts één kind konden genieten van talrijke voordelen. Zie Xiaoyu Zhang 笑宇张, Zhongguo renkou jingji lun 中国人口经济论, Beijing, Renmin chubanshe, 2007, p. 626.; Xueyuan Tian 雪原田, Zhongguo jihua shengyu de weida shijian 中国计划生育的伟 大实践, Beijing, Zhongguo renkou chubanshe, 1989, p.227. 137 Min Zhang 旻张 en Chi Chen 驰陈, “Guanyu shichanghua yanglao jingji fazhan qianli de sikao” 关于市场化 养老经济发展潜力的思考, China Collective Economy, p.29. 138 Hui Zhou, “Woguo zhongbu diqu nongcun yanglao moshi tanxi”, p.176.; Mingshun Li, “Nongcun kongchao laoren yanglao baozhang cunzai wenti yu duice”, pp.31-32.
41
Bij vele rurale ouderen ontbreekt een gevoel van geluk, velen voelen zich eenzaam en hulpeloos.139
4.4. Zorgfaciliteiten
Momenteel zijn er in China voor ouderen twee mogelijkheden voorzien. Voor de zorg en huisvesting kan gekozen worden voor het traditioneel thuis wonen of voor het wonen in een instelling. Met thuis wonende ouderen worden de ouderen bedoeld die thuis blijven wonen en de zorg krijgen van hun kinderen en familieleden. Deze gezinsleden staan in voor de medische kosten en dagelijkse zorg voor de bejaarde ouders. Het overgrote deel van de ouderen leeft op deze manier. Door de efficiënte geboorteplanning is het aantal kinderen echter drastisch gedaald. De druk op de jonge generatie, die de zorg voor vier ouders en de zorg voor hun eigen kind op zich moeten nemen, is heel hoog. Ook het drukke leven dat de kinderen leiden en het gebrek aan de juiste faciliteiten binnenshuis, brengt de traditionele zorg voor ouders in eigen familiekring in het gedrang.140 Door de enorme druk op het leven van deze jonge gezinnen zijn er steeds meer kinderen die niet meer kunnen instaan voor de verzorging van hun bejaarde ouders. Hierdoor komen de bejaarden ook soms terecht in bejaardentehuizen.141 Onderzoek wees uit dat in sommige bejaardentehuizen de situatie van de ouderen nog sterk verbeterd kan worden op gebied van zorg, ontspanning en hygiëne.142 Soms willen bejaarden hun oude dag niet doorbrengen in een bejaardentehuis en kiezen ze ervoor om alleen thuis te blijven wonen. Voor deze ouderen zijn tal van faciliteiten voorzien. Zo kan er beroep worden gedaan op huishoudhulp, thuisverpleging en maaltijdbezorging.143 Door de regering worden er tal van activiteiten georganiseerd om de vele vrije tijd van bejaarden op een aangename manier in te vullen. De bejaarden worden aangespoord om deel
139
ibid., p.32.; Jinxia Yuan, “Woguo nongcun kongchao laoren yanglao wenti sikao”, pp.17-18. Xiaoqian Chen 晓倩陈, “Woguo chengshi xinxing jujia yanglao fangshi de kexingxing yanjiu” 我国城市新 型居家养老方式的可行性研究, Population & Economics, 2009, p.5. 141 Min Zhang en Chi Chen, “Guanyu shichanghua yanglao jingji fazhan qianli de sikao”, p.29. 142 BEN KAN BIAN JI BU 本刊编辑部, “Lai zi yanglaoyuan de diaocha baogao” 来自老人院的调查报告, Laonianren, 2009, pp.4-6.; Jian Zhang 健张 et al., “Chengshi yanglaoyuan juzhu kongjian xianzhuang diaocha”, Legal System and Society, 2009, p.285. 143 Jinxia Yuan, “Woguo nongcun kongchao laoren yanglao wenti sikao” , pp.17-18. 140
42
te nemen aan interactieve activiteiten tussen jongeren en ouderen, er wordt geïnvesteerd in de aanleg van fitnessparken, bejaarden kunnen zich inschrijven in cursussen kalligrafie, tuinieren, fotografie of koken. Ook de media zorgt voor aangepaste radioprogramma‟s en magazines zoals Laoren 老人, Changshou 长寿, Laoren Tiandi 老人天地.144
4.5. Besluit
China heeft een eeuwenlange traditie van wederzijds respect en liefde tussen ouders en kind. De zorg voor de bejaarde ouders werd vroeger vooral overgenomen door de zonen van het gezin, die voor het levensonderhoud moesten instaan. De economische hervormingen veroorzaakte een urbanisatie waarbij jongeren van het platteland naar de stad verhuisden om er te werken. Dit had een verandering in de familiale structuur tot gevolg. Ouderen bleven meestal alleen achter op het platteland en moesten zelf zorgen voor hun levensonderhoud door langer te werken. Tot op heden blijft deze situatie in de rurale gebieden gehandhaafd. In de stad werd in de loop van de jaren voor de mensen die in loondienst werken een degelijk pensioen opgebouwd dat bestaat uit een vast basispensioen, aangevuld met eigen spaargelden en waarvoor de regering garant staat. China staat echter voor grote uitdagingen. De bevolkingsgroei, de vergrijzing door de éénkindpolitiek en het opbouwen van een degelijk pensioenbeleid voor de rurale gebieden vragen om een dringende aanpak.
144
Junke Tang 军克汤 et al., “Tigao yanglao jigou zai zhu laoren shengming zhiliang de duice yu jianyi” 提高养 老机构在住老人生命质量的对策与建议, Chinese General Practice, 2009, p.32.; Philip Olson, “Modernization in the People‟s Republic of China: The Politicization of the Elderly”, pp.255-256.
43
5. Gezondheidszorg in China
Het Chinese gezondheidssysteem bestaat uit een medisch systeem, publieke gezondheid en preventiezorg, een systeem van diensten en regelingen omtrent medicatie en medische apparatuur. China heeft te kampen met een steeds ouder wordende bevolking. De gemiddelde levensverwachting bedraagt 71,41 jaar. Van 1990 tot 2004 daalde de kindersterfte van 38 promille tot 26 promille. Dit toont aan dat China een goed werkend systeem voor gezondheidszorg heeft, ondanks zijn tekorten.145 China‟s totale uitgaven voor gezondheidszorg stegen van 3,2 procent van het bbp in 1980 tot 5,62 procent in 2003. Deze groeiende financiële last kwam hoofdzakelijk terecht op de schouders van de bevolking. Een uiterst kwetsbare groep zijn de mensen die in armoede leven. De economische hervormingen van de late jaren 70 hebben niet alleen een groep „Nieuwe rijken‟ gecreëerd, maar ook „Nieuwe armen‟. Het aantal mensen dat leeft onder de armoedegrens is opmerkelijk gestegen sinds de start van de hervormingen. De Nationale Telling van 2003 toonde aan dat 7,2 procent van de huishoudens in China financiële hulp krijgt van de overheid. Heel wat armen ontvangen nog steeds geen medische zorg bij ziekte, weigeren een ziekenhuisopname of kunnen de ziekenhuisrekening niet betalen. De regering probeert de financiële en culturele hindernissen, die de armen verhinderen toe te treden tot een Ziekteverzekering, weg te nemen.146 Verzekeringsdekking wordt vooral gelinkt aan de werkstatus. Werknemers van de staat, ondernemingen of ambtenaren krijgen meestal een brede verzekeringsdekking. Boeren of werknemers van kleine private firma‟s krijgen weinig of helemaal geen verzekeringsdekking. Opmerkelijk is dat wie in een bevoorrechte, gezondere levensstijl leeft ook degenen zijn die meer kans hebben op een gezondheidsverzekering.147
145
http://www.stats.gov.cn/tjsj/qtsj/gjsj/2006/t20071012_402436955.htm Zhongwei Zhao, “Income Inequality, Unequal Health Care Access, and Mortality in China”, Population and Development Review, 2006, pp.474-476. 147 Huixia Liu 慧侠刘 en Shouguo Zhao 守国赵, “Woguo zhengfu jieru yiliao baoxian de zhengce yanjiu” 我国 政府介入医疗保险的政策研究, Zhengce Yanjiu, 2004, p.18. 146
44
De regionale diversiteit in China is erg hoog. In landelijke gebieden is de kans om geen gezondheidsverzekering te hebben het grootst. Om de gelijkheid tussen landelijke en stedelijke gebieden te bevorderen en de gezondheidsdiensten meer toegankelijk en efficiënt te maken werden tal van maatregelen genomen. De distributie van geneesmiddelen werd hervormd, het rurale gezondheidszorgsysteem werd versterkt, men bouwde een medische zekerheidssysteem voor landbouwers op, verbeterde de publieke gezondheid, deed aan ziektebestrijding en hervormde het stedelijk medisch zekerheidssysteem.148
5.1. Gezondheidszorg op het platteland
Vanaf de jaren 50 tot de late jaren 70 volgde China een socialistische ideologie. Het streven naar gelijke basiszorg voor de hele Chinese bevolking was hier een belangrijk onderdeel van en werd door de Chinese Communistische Partij sterk benadrukt.149 In 1950 werd toegang tot gezondheidszorg voor iedereen als doel gesteld. Er werden maatregelen genomen om af te rekenen met epidemieën, het immuniseren van de bevolking te bevorderen en er werden beginselen aangenomen ter preventie en integratie van traditionele geneeskunde.150 Vanaf het begin van de jaren 50 zorgde de organisatie van landelijke communes voor een goed georganiseerde gezondheidszorg. De brigade, als onderdeel van de commune, beheerde een eigen Coöperatief Medisch Zorgplan (hezuo yiliao 合作医疗) en voorzag verzekering op basis van een premie. Deze premie bestond enerzijds uit een
148
Bo Yang 波杨 en Lin Xu 琳许, “Goujian hexie shehui beiying xia de yiliao baozhang zhidu” 构建和谐社会 背影下的医疗保障制度, Jingji Wenti, 2009, p.45.; Shuguang Shen 曙光申 en Haoran Peng 浩然彭, “Quanmin yibao de shixian lujing” 全民医保的实现路径, Journal of Renmin University of China, 2009, pp.19-23. 149 Qilin Zhang 奇林张, “Nongcun yiliao baozhang: lishi, xianshi yu zhonggou” 农村医疗保障:历史,现实与重 构, Zhengce Yanjiu, 2002, p.5. 150 Fengqing Li 锋清李, “Gaige kaifang 30 nian nongcun hezuo yiliao fazhan tanxi” 改革开放 30 年农村合作医 疗发展探析, Journal of Shandong Institute of Business and Technology, 2008, p.93.
45
ziektekostenpremie (baojianfei 保健费) betaald door de landbouwer zelf en anderzijds uit subsidies afkomstig uit het Welzijnsfonds (gongyijin 公益金) van de commune.151 De Grote Sprong Voorwaarts bracht het rurale gezondheidssysteem in grote problemen. Door de eliminatie van vergoedingen tijdens de behandelingsperiode en stijgende behandelingskosten werd de rurale bevolking, die het al moeilijk had, verder in de problemen gebracht.152 Mao Zedong verklaarde in 1968 dat op medisch en gezondheidsvlak de meeste nadruk gelegd moest worden op de landbouwgebieden. Verder wees hij op de kloof tussen stad en platteland aangaande gezondheidszorg. Ondanks de lage inkomens kon China de status van gezondheid verbeteren.153 Op het einde van 1976 was 80 procent van de brigades bij dit systeem aangesloten. De landbouwers en hun naaste familieleden konden genieten van medische zorg die verstrekt werd in verschillende gezondheidsstations (baojian zhan 保健站). In deze gezondheidsstations waren “Barefoot Doctors” (chijiao yisheng 赤脚医生) aanwezig. 154 Dit waren ideologisch geïnspireerde paramedici die graag ten dienste wilden staan van de boerenbevolking, maar slechts een basis medische opleiding genoten hadden. Eind 1974 waren er gemiddeld één tot drie chijiao yisheng per productiebrigade actief.155 De chijiao yisheng werden geassisteerd door algemene hygiënemedewerkers. Zij waren in de “inloop”ziekenhuizen (menzhensuo 门诊所) van de brigade aanwezig, deden huisbezoeken en functioneerden als beheerder van het gezondheidsstation of werkten op het land. Het communeziekenhuis (zhongxin yiyuan 中心医院) zorgde voor de totale commune en werd bemand met vier tot twintig dokters. Meer dan de helft praktiseerde de traditionele
151
Xin Gu 昕顾, “Dangdai zhongguo nongcun yiliao tizhi de biange yu fazhan quxiang” 当代中国农村医疗体 制的变革与发展趋向, Hebei Academic Journal, 2009, p.1. 152 Pu Cao 普曹, “Renmin gongshe shiqi zhongguo nongcun hezuo yiliao zhidu de lishi yanbian” 人民公社时期 中国农村合作医疗制度的历史演变, Zhonggong shijiayashi weidangxiao xuebao, 2009, p.11. 153 Xin Gu, “Dangdai zhongguo nongcun yiliao tizhi de biange yu fazhan quxiang” , p.1. 154 Jiazi Zhang 甲子张, “Zhongguo yiliao baoxian zhidu gaige wendi yanjiu”中国医疗保险制度改革问题研究, Social Development, 2009, p.62. 155 Per 500 bewoners kreeg de productiebrigade één dokter ter beschikking gesteld. Tegen eind 1975 waren in het hele land meer dan 1,5 miljoen chijiao yisheng actief. Zie Pu Cao, “Renmin gongshe shiqi zhongguo nongcun hezuo yiliao zhidu de lishi yanbian”, p.13.
46
Chinese geneeskunde. Deze ziekenhuizen waren ofwel overheidsbezit of bezit van de gemeenschap.156 Eind jaren 70 werd het hukou systeem door de centrale regering gepromoot en ging het ontmantelen van de communes van start. Deze communes waren altijd al zeer belangrijk geweest in het leven van de rurale bevolking. Ze verzekerden hen van een job, educatie en gezondheidszorg.157 Gezondheidszorg werd nu de verantwoordelijkheid van de lokale overheden. In arme plattelandsgebieden waren er onvoldoende financiële bronnen, afkomstig van belastingen, aanwezig om adequate gezondheidszorg te kunnen leveren. Het beschikbare budget voor gezondheidszorg werd meestal gebruikt om salarissen te betalen van stafleden op dorpsniveau. Zo bleef niets over voor de medische fondsen. De faciliteiten en diensten werden steeds slechter. De chijiao yisheng werden nu de landelijke dokters (xiangcun yisheng 乡村医生) genoemd. Hun diensten waren niet langer gratis. Dorpsklinieken werden private medische praktijken en dorpsleden die een dokter nodig hadden moesten nu zelf de rekening betalen. De primaire landelijke gezondheidsdiensten werden getransformeerd naar een “vergoeding voor geleverde diensten”-service (an fuwu fufei 按服务付费).158 De medische zekerheid die de landelijke bevolking bij zijn commune vond voor de hervormingen was verdwenen. Elke rurale familie werd aan zijn lot overgelaten. De Vijf Garanties verdwenen, samen met de ontbinding van de communes. Tezelfdertijd herwonnen landbouwers, die tijdens de verplichte collectieve economie beroofd waren van privaat eigendom en familiale financiële autonomie, het recht om te beslissen over hun eigen productie en inkomen. Ze werden niet langer door de overheid gecontroleerd.159 Sommige landbouwers zagen hierdoor hun inkomen stijgen. Hierdoor kwam een vraag naar betere kwaliteit van de medische zorg. Door het verminderen van de overheidssteun moesten de aanbieders van gezondheidszorg gedwongen winst maken uit medicatieverkoop
156
In gezondheidsstations kon je terecht voor eenvoudige behandelingen of bevalling. Het personeel van de inloopziekenhuizen kon eenvoudige diagnoses stellen en licht zieken behandelen. In geval van ernstige ziekte moest men zich naar het communeziekenhuis begeven. Zie ibid., p.10. 157 Met de ontmanteling van deze communes gingen vanzelfsprekend grote problemen gepaard op het vlak van ziekteverzekering. Vanaf 1978 tot eind 1986 bleef slechts in 4,8 procent van de dorpen het Cooperatief Medisch Zorgplan actief. Zie Xin Gu, “Dangdai zhongguo nongcun yiliao tizhi de biange yu fazhan quxiang”, p.2. 158 Pu Cao, “Renmin gongshe shiqi zhongguo nongcun hezuo yiliao zhidu de lishi yanbian”, p.14. 159 Qilin Zhang, “Nongcun yiliao baozhang: lishi, xianshi yu zhonggou”, pp.5-6.
47
en allerlei dure behandeling. Dit veroorzaakte een kosteninflatie en een grotere ongelijke toegang tot de aangeboden diensten voor ziekenzorg.160 De hoge kosten van medische diensten beïnvloedden het ziekenhuisbezoek bij de arme gezinnen. Medische kosten droegen bij tot het verval van huishoudens in armoede.161 Vaak schreven landelijke dokters, die profijt wilden halen uit medicatieverkoop, teveel geneesmiddelen voor.162 Het Tweede Nationale Gezondheidonderzoek (di er ci guojia weisheng fuwu diaocha 第二次国家卫生服务调查) uitgevoerd in 1998 toonde aan dat slechts 12,6 procent van de landelijke bevolking kon genieten van een vorm van medische verzekering, slechts 6,5 procent van de landelijke bevolking was aangesloten bij het Coöperatief Medisch Zorgplan.163 In sommige landelijke gebieden liepen de medische kosten die uit eigen zak moesten worden betaald op tot 87,44 procent van het huishoudelijk inkomen. Hoog oplopende medische rekeningen konden leiden tot de accumulatie van schulden, het opnemen van alle spaargeld of tot de beslissing af te zien van een doeltreffende behandeling bij ziekte of letsels. Als medische kosten te hoog werden was men gedwongen in armoede te leven. 164 In oktober 2002 werd door Chinees Communistische Partij en de Raad van State de Beslissing over het Geleidelijk Versterken van het Rurale Gezondheidswerk (guanyu jinyibu jiaqiang nongcun weisheng gongzuo de jueyi 关于进一步加强农村卫生工作的决定) uitgevaardigd. Deze hervorming resulteerde in een Nieuw Coöperatief Medisch Plan (xinxing hezuo yiliao zhidu 新型合作医疗制度) dat in 2003 van start ging. Dit plan sluit echter basisgezondheidsdiensten uit en beperkt zich alleen tot catastrofale ziekten, waardoor het geen grote invloed heeft op de medische beslissingen van de arme bevolking.165
160
Jing Rao 晶饶, “Dui nongcun yiliao baozhang zhidu jianshe de fansi” 对农村医疗保障制度建设的反思, An wei guangbo dianshi daxue xuebao, 2009, p.7. 161 Huixia Liu en Shouguo Zhao, “Woguo zhengfu jieru yiliao baoxian de zhengce yanjiu”, p.19. 162 Jing Rao, “Dui nongcun yiliao baozhang zhidu jianshe de fansi”, p.7. 163 Juan Zhou 娟周, “Xinxing nongcun hezuo yiliao bu heli feiyong fenxi ji kongzhi” 新型农村合作医疗不合理 费用分析及控制, Journal of University of Science and Technology Beijing, 2009, p.48.; Qilin Zhang, “Nongcun yiliao baozhang: lishi, xianshi yu zhonggou”, p.6. 164 ibid., p.6. 165 Jiazi Zhang, “Zhongguo yiliao baoxian zhidu gaige wendi yanjiu”, p.62.
48
Het Nieuw Coöperatief Medisch Plan werd gelanceerd voor elke boer door een jaarlijks financieringsplan gesponsord door drie partijen. Deze drie partijen waren de centrale overheid, de lokale overheid en de landbouwer zelf.166 Volgens de resultaten van het Derde Nationale Gezondheidsonderzoek (di san ci guojia weisheng fuwu diaocha 第三次国家卫生服务调查) uit 2004, waren 19 miljoen huishoudens of 68,99 miljoen plattelandsbewoners bij het Nieuw Coöperatief Plan aangesloten.167 In 2008 was dit aantal al opgelopen tot 814 miljoen. Dit komt neer op 91,5 procent van de totale plattelandsbevolking.168
5.2. Gezondheidszorg in de stad
In het begin van de jaren 50 werd een systeem opgezet tot bescherming van de gezondheid van stedelijke werknemers. De overheid probeerde te voorzien in alle nodige financiële middelen om dit systeem te financieren. Het gezondheidssysteem voorzag voor de verzekerde een gemakkelijke toegang tot gezondheidszorg. Eén van de prioriteiten was het vestigen van een netwerk voor gezondheidszorg in de danwei. Doordat bijna iedereen tot een werkeenheid behoorde was dit systeem heel efficiënt. 169 Op stedelijk vlak werden twee types van gezondheidsverzekering opgestart. In 1951 werd door de Centrale Regering het Verzekeringsplan voor Arbeid (laobao yiliao 劳保医疗) opgericht. Dit verzekeringsplan werd gefinancierd door staatsondernemingen en dekte alle medische kosten van de werknemers van de onderneming en gepensioneerden met hun naaste familieleden. Het Verzekeringsplan van de Overheid (gongfei yiliao 公费医疗) werd in 1952 door de Raad van State opgericht. Het werd volledig door overheidsbudgetten gefinancierd en was een gezondheidsverzekering voor werknemers van de overheid, gepensioneerden en gehandicapten, leraars van universiteiten, stafleden en studenten.
166
Juan Zhou, “Xinxing nongcun hezuo yiliao bu heli feiyong fenxi ji kongzhi”, p.48. Fengqing Li, “Gaige kaifang 30 nian nongcun hezuo yiliao fazhan tanxi”, p.93. 168 Bo Yang en Lin Xu, “Goujian hexie shehui beiying xia de yiliao baozhang zhidu”, p.45. 169 Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, p.101.; Zhongda He, “Zhongguo danwei zhidu shehui gongneng de bianqian”, p.49. 167
49
Zowel het Verzekeringsplan van de Overheid als het Verzekeringsplan voor Arbeid voorzag uitgebreide gezondheidszorg en speelde tussen 1950 en 1980 een belangrijk rol bij de economische ontwikkeling en sociale stabiliteit in China.170 Vanaf 1980 brachten de economische hervormingen grote veranderingen op gang. Staatsbedrijven en collectieve ondernemingen werden geconfronteerd met concurrentie en verlies van subsidies door de overheid. Sommige bedrijven waren heel succesvol in de markt georiënteerde economie, terwijl andere grote verliezen leden. De opkomst van particuliere gezondheidszorg droeg bij tot een inflatie van medische kosten. Om hun inkomen te verhogen was het gewoon dat ziekenhuizen en zorginstellingen dure medicatie voorschreven en hoogtechnologische uitrustingen importeerden. Ook een snelle veroudering van de populatie, met daarmee gepaard gaande ziekenhuiskosten en pensioenskosten, bracht ertoe bij dat ondernemingen niet meer konden instaan voor de ziektekosten van hun werknemers. Door de economische hervormingen raakten ook steeds meer bedrijven in geldnood waardoor ze bankroet gingen of werknemers moesten uitschakelen die overbodig waren. Deze werkloze werknemers verloren niet alleen hun job, maar ook hun hele welzijnspakket. Vele van deze afgedankte werknemers vonden uiteindelijk een job in de private sector of kozen ervoor zelfstandig te worden. Voor deze groep mensen was er weinig of geen dekking in de gezondheidssector.171 Ondanks de inefficiënte toewijzing van gezondheidsmiddelen en het ontbreken van risicodelen in ondernemingen zorgden het Verzekeringsplan van de Overheid en het Verzekeringsplan voor Arbeid nog steeds voor gelijke toegang tot de gezondheidsdiensten.172 In 1998 lanceerde China zijn ambitieuze hervormingen voor de gezondheidszorg. Er werd aandacht besteed aan een nieuwe verzekeringsregeling, een reorganisatie van de zorginstellingen en een nieuw farmaceutisch distributiesysteem. Om een goed Basisverzekeringssysteem uit te bouwen (jiben yiliao baoxian zhidu 基 本医疗保险制度) werd in De Beslissing over het Opbouwen van een Basisverzekeringssysteem voor Stedelijke Werknemers (guanyu jianli chengzhen zhigong
170
Jiazi Zhang, “Zhongguo yiliao baoxian zhidu gaige wendi yanjiu”, p.62.; Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, pp.101-102. 171 Zhengbin Wang 政斌王 en Huixia Liu 慧侠刘, “Duoceng ci chengzhen yiliao baoxian tixi fazhan yanjiu” 多 层次城镇医疗保险体系发展研究, Zhengce Yanjiu, 2003, pp.25-26. 172 Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, p.109.
50
jiben yiliao baoxian zhidu de jueding 关于建立城镇职工基本医疗保险制度的决定) door de Raad van State beslist dat zowel werknemers als werkgevers moesten bijdragen om spaarrekeningen aan te leggen voor elke werknemer en een gemeenschappelijk fonds voor verzekering moest worden opgestart. De individuele werknemer stond twee procent van zijn salaris af voor deze Basisverzekering. Dit bedrag ging integraal naar zijn persoonlijke medische spaarrekening. De werkgever moest per jaar zes procent van zijn totale loonkost afstaan. Van dit bedrag ging 70 procent naar het gemeenschappelijk fonds, de overige 30 procent was bestemd voor de persoonlijke spaarrekening van de werknemer. De medische kosten moesten eerst betaald worden door de spaarrekeningen voordat het gemeenschappelijk fonds kon worden aangesproken voor terugbetaling.173 In 2000 gaf de Raad van State een reeks documenten uit om een gedetailleerd beleid uit te werken in verband met het hervormen van de stedelijke gezondheidszorg. Hiertoe behoorden het vestigen van een kostendelend systeem tot controle van stijgende uitgaven, het verzekeren van basisgezondheidszorg voor stedelijke inwoners, het promoten van competitie tussen de gezondheidscentra en het verbreken van het monopolie in farmaceutisch onderzoek, productie, verkoop en consumptie.174 In 2004 waren 116,28 miljoen stedelijke werknemers aangesloten bij het nieuwe systeem dat in 1998 gelanceerd werd.175 Tegen eind 2007 was dit aantal gestegen tot 180,20 miljoen.176 China versnelt zijn urbanisatie door het hervormen van het hukou systeem. Hierdoor wijken heel wat landelijke arbeiders uit naar de stad om er permanent te wonen en werken.
173
Ondanks de hervormingen bleven problemen opduiken. De persoonlijke spaarrekeningen van de werknemers konden niet alle ziektekosten dekken en ook het budget in de gemeenschappelijke fondsen voldeed niet. Zie Zhengbin Wang en Huixia Liu, “Duoceng ci chengzhen yiliao baoxian tixi fazhan yanjiu”, pp.25-26.; Hailin Zou, Shehui baoxian gaige yu fazhi fazhan, p.110. 174 Dongjin Wang, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan, pp.131-35.; Hailin Zou, Shehui baoxian gaige yu fazhi fazhan, p.119.; Zhengbin Wang en Huixia Liu, “Duoceng ci chengzhen yiliao baoxian tixi fazhan yanjiu”, p.30. 175 Huixia Liu en Shouguo Zhao, “Woguo zhengfu jieru yiliao baoxian de zhengce yanjiu” , pp.18-19. 176 Shuguang Shen en Haoran Peng, “Quanmin yibao de shixian lujing”, p.19.
51
Deze vlottende bevolking liudong renkou 流动人口 groeit snel aan.177 Daardoor zal in de stad het aantal te verzekeren personen blijven stijgen in de volgende decennia.178
5.3. Besluit
Sinds het begin van de economische hervormingen werd er in China zowel op het platteland als in de stad een zorgverzekering opgebouwd om mensen tegen te hoge ziektekosten te beschermen. De meeste mensen zijn hierbij aangesloten. Toch wordt een deel van de Chinese bevolking, zoals de werklozen, uitgesloten van verzekering. Door te hoge medicatieprijzen ontstaat er in deze huishoudens armoede.
177
Liping Xu 力平许 , “Zhongguo chengshi nongcun gong jiben gonggong fuwu xianzhuang yu duice” 中国城 市农村工基本公共服务现状与对策, Journal of Taiyuan University, 2008, p.21. 178 Volgens een onderzoek door de Raad van State in 2006 blijkt dat momenteel 200 miljoen arbeiders van het platteland naar de stad trekken om er te werken. Slechts 2,37 miljoen of 12 procent van deze arbeiders is aangesloten bij het stedelijk Basisverzekeringssysteem. Dit toont aan dat er dringende nood is aan speciale verzekeringssystemen voor deze zwakke groep in de maatschappij. Zie Xu Xu 徐徐 en You Chun 游春, “Lun woguo nongmingong yiliao baoxian zhidu jianshe” 论我国农民工医疗保险制度建设, Nongcun Jingji, 2009, p.84.
52
Conclusie
Voor de economische hervormingen in China van start gingen, behoorden ziekenzorg, gehandicaptenzorg en ouderenzorg in de stad tot het totaal pakket van sociale zekerheden dat door de danwei aan zijn bewoners werd aangeboden. Op het platteland zorgden communes en het Vijf Garantiesysteem voor de zekerheden en het algemeen welzijn van zijn inwoners. De overgang van een planeconomie naar een markteconomie bracht niet alleen grote veranderingen mee voor de economie en de industrie, maar hebben vooral een grote impact op het leven van de Chinese bevolking zelf. De hervormingen brachten reeds van bij de aanvang een nood aan het vormen van een nieuw Sociaal Zekerheidsstelsel met zich mee. Dat dit Sociaal Zekerheidsstelsel niet voor iedereen een evidente zaak was, is duidelijk. De meest bevoorrechten zijn de werknemers uit de stad. Er werd met succes een degelijk Sociaal Zekerheidssysteem uitgebouwd met een efficiënt pensioenstelsel gebaseerd op een basispensioen, aangevuld met een deel afkomstig van de onderneming en persoonlijk spaargeld. Ook de ziekteverzekering werd steeds beter. Het verschil met het platteland is groot. Na de afschaffing van de communes viel de plattelandsbevolking vooral voor een pensioensverzekering uit de boot. Het uiteenvallen van families door urbanisatie zorgt ervoor dat de eeuwenoude traditie van ouderenzorg niet meer gehandhaafd kan blijven. Zo moeten ouderen steeds langer blijven werken om in hun levensnoodzakelijke behoeften te kunnen voorzien. Er zijn ook nog altijd mensen die geen ziekteverzekering hebben, waardoor velen, door te hoge medische kosten, in armoede vervallen. De duidelijke voorkeur van de Chinese Regering voor de stad heeft gezorgd voor een grote kloof tussen de stad en het platteland. Voor gehandicapten is er vanaf het begin van de economische hervormingen al veel veranderd. Op gebied van educatie voor gehandicapten is al veel verwezenlijkt en hun rechten worden door tal van voorschriften gevrijwaard. Ondanks grote inspanningen van de Chinese Regering is er nog veel te doen op het gebied van sociale ongelijkheid. Een doeltreffende aanpak van de armoede, een opbouw van een goede pensioensverzekering en ziekteverzekering voor de plattelandsbewoners, werken aan maatschappelijke aanvaarding van gehandicapten zijn maar enkele voorbeelden waar werk moet van worden gemaakt. Pas dan kan China evolueren naar een harmonieuze maatschappij voor iedereen waar sociaal ongelijken de aandacht en zorg krijgen die ze verdienen. 53
Bibliografie BA Zhipeng 巴志鹏, “Er yuan jingji shehui jiegou yu zhongguo nongcun fazhan”二元经济社 会结构与中国农村发展 (“Dual Economic Social Structure and the Development of Chinese Countryside”), Journal of Henan Polytechnic University, 2008, pp.156-160. BEN KAN BIAN JI BU 本刊编辑部, “Lai zi yanglaoyuan de diaocha baogao” 来自老人院 的调查报告 (“Onderzoeksrapport van het Bezoek aan het Bejaardentehuis”), Laonianren, 2009, pp.4-6. BJORKLUND, E.M., “Socio-Spatial Characteristics of Work Units in China‟s Urban Society”, Economic Geography, 1986, pp.19-29. CAO Pu 曹普, “Renmin gongshe shiqi zhongguo nongcun hezuo yiliao zhidu de lishi yanbian” 人民公社时期中国农村合作医疗制度的历史演变 (“De Evolutie van China‟s rurale Coöperatief Medisch Plan ten tijde van de Communes”), Zhonggong shijiayashi weidangxiao xuebao, 2009, pp.10-14. CHAI Yanwei 柴彦威 et al., “Zhongguo chengshi danwei zhidu de bianhua ji qi yingxiang” 中国城市单位制度的变化及其影响 (“Changes of the danwei system and its effects”), Ard land geography, 2008, pp.155-163. CHEN Aihua 谌爱华, “Woguo canjiren quanli jiuji zhidu de xianzhuang yu wanshan duice” 我国残疾人权利救济制度的现状与完善对策 (“Present Situation and Strategies on Bettering Right Relief System of the Disabled in China”), Journal of Nanjing Technical College of Special Education, 2007, pp.17-20. CHEN Xiaoqian 陈晓倩, “Woguo chengshi xinxing jujia yanglao fangshi de kexingxing yanjiu” 我国城市新型居家养老方式的可行性研究 (“Het Onderzoek over de waarschijnlijkheid van China‟s nieuwe manier van thuisverzorging”), Population & Economics, 2009, pp.5-6. CHEN, Yunying, Organizational Partnership for Supporting the Disabled in China, Beijing, China National Institute for Education Research, 2006. CHENG Rongqiang 成荣强, “Tan kongzi de renge meili yu hexie shehui jianshe” 谈孔子的 人格魅力与和谐社会建设 (“Confucius‟s Personal Fascination and Harmonious Society Construction”), Journal of Weinan Teachers University, 2008, pp.31-32. DAVIS-FRIEDMAN, Deborah, Long Lives: Chinese Elderly and the Communist Revolution, United States of America, Stanford University Press, 1983. DONG Hongya 董红亚, “Goujian yi zhaohu wei zhongxin de jiben yanglao tixi. Nuli shixian lao you suoyang” 构建以照护为重心的基本养老体系. 努力实现老有所养 (“Constructed the Basic Pension System of the Gravity of Care for Efforts to Realizes Providing for the Elderly”), Northwest Population, 2009, pp.80-83. 54
FANG Gongwen 方恭温, “Shichang jingji sanshi nian licheng huigu (shang)” 市场经济三十 年历程回顾(上) (“The Review of the 30 Years of Market Economy in China: Part One”), China Financial and Economics News, 2009, pp.8-11. FANG Gongwen 方恭温, “Shichang jingji sanshi nian licheng huigu (xia)” 市场经济三十年 历程回顾(下) (“The Review of the 30 Years of Market Economy in China: Part Two”), China Financial and Economics News, 2009, pp.10-14. GAO Chunyan 高春燕, Zhongguo renkou guanli xiandaihua yanjiu 中国人口管理现代化研 究 (“Hedendaags Onderzoek over Chinese Bevolkingsregistratie”), Beijing, Kexue chubanshe, 2005. GU Xin 顾昕, “Dangdai zhongguo nongcun yiliao tizhi de biange yu fazhan quxiang” 当代中 国农村医疗体制的变革与发展趋向 (“The Reform and Developing Orientation of China‟s Rural Healthcare System at the Contemporary Age”), Hebei Academic Journal, 2009, pp.1-6. GUAN Liang 管亮, “Canjiren teshuxing ji qi xuqiu fenxi” 残疾人特殊性及其需求分析 (“Analysis on the Particularity of Persons with Disabilities and Their Needs”), Social Work, 2009, pp.60-62. HAN Baojiang 韩保江, “Zhongguo fazhan moshi yunxing de zhidu jili” 中国发展模式运行 的制度机理 (“Het Systeem en Mechanisme van China‟s Ontwikkelingspatroon”), Jingji yanjiu xuebao, 2009, pp.6-15. HE Zhongda 何重达, “Zhongguo danwei zhidu shehui gongneng de bianqian” 中国单位制度 社会功能的变迁 (“De transitie van de socialistische functie van het Chinese danweisysteem”), Chengshi wendi, 2007, pp.48-56. HOPE, Nicholas C. et al., How far across the river?: Chinese policy reform at the millennium, California, Stanford University Press, 2003. HURST, William en O‟Brien Kevin, “China‟s Contentious Pensioners”, The China Quarterly, 2002, pp.345-360. JOHNSON, D. Gale, “Economic Reforms in People‟s Republic of China”, Economic Development and Cultural Change, 1988, pp. 225-245. LI Fengqing 李锋清, “Gaige kaifang 30 nian nongcun hezuo yiliao fazhan tanxi” 改革开放 30 年农村合作医疗发展探析 (“Analysis of Rural Cooperative Medical Development in Thirty Years after Reform and Opening up”), Journal of Shandong Institute of Business and Technology, 2008, pp.92-95. LI Mingshun 李明顺, “Nongcun kongchao laoren yanglao baozhang cunzai wenti yu duice” 农村空巢老人养老保障存在问题与对策 (“Bestaande Problemen en Beleid over de rurale Pensioensverzekering bij Lege Huishoudens”), The Study of Hard and Hot Issues, 2009, pp.31-32. 55
LIU Huixia 刘慧侠 en Zhao Shouguo 赵守国, “Woguo zhengfu jieru yiliao baoxian de zhengce yanjiu” 我国政府介入医疗保险的政策研究 (“Theoretical Analysis on Government Intervention in Health Insurance System and the Policy Options in China”), Zhengce Yanjiu, 2004, pp.15-22. LIU Min 刘敏 en Bao Renguo 鲍仁国, “Canjiren shehui baozhang wenti tanxi” 残疾人社会 保障问题探析 (“Onderzoek over de Problematiek van Sociale Zekerheid voor Gehandicapten”), Journal of Nanjing College for Population Programme Management, 2009, pp.16-19. LU, Rucai, “Old-age Security: Difficulties Propel Change”, China Today, 2007, pp.20-23. LU, Xiaobo en Perry Elizabeth, Danwei: the changing Chinese Workplace in historical and comparative perspective, New York, M.E. Sharpe, 1997. OLSON, Philip, “Modernization in the People‟s Republic of China: The Politicization of the Elderly”, The Sociological Quarterly, 1988, pp.241-262. PANG, Yanhui en Richey Dean., “The Development of Special Education in China”, International Journal of Special Education, 2006, pp.1-11. POPULATION COUNCIL, “Social Security in China: Government White Paper”, Population and Development Review, 2005, pp.185-189. RAO Jing 饶晶, “Dui nongcun yiliao baozhang zhidu jianshe de fansi” 对农村医疗保障制度 建设的反思 (“Reflection on the Construction of Rural Medical Insurance Scheme”), An wei guangbo dianshi daxue xuebao, 2009, pp.6-10. SHEN Shuguang 申曙光 en Peng Haoran 彭浩然, “Quanmin yibao de shixian lujing” 全民医 保的实现路径 (“China‟s Path to Universal Coverage of Social Health Insurance”), Journal of Renmin University of China, 2009, pp.18-23. SHENTU Jiangping 申屠江平 en Chen Xiongjun 陈雄俊, “Fazhan nongye hezuo she shi nongcun jingji shichanghua de biran xianze” 发展农业合作社是农村经济市场化的必然选 择 (“Development of Agricultural Co-operatives is an Inevitable Choice of the Rural Economy Market”), Jinhua zhiye jimu xueyuan xuebao, 2007, pp.5-7. SUN Shuhan 孙树菡 en Mao Ailin 毛艾琳, “Woguo canjiren kangfu xuqiu yu gonggei yanjiu” 我国残疾人康复需求与共给研究 (“On Rehabilitation Demand and Supply for the Handicapped in China”), Journal of Hunan University, 2009, pp.5-11. TANG Junke 汤军克 et al., “Tigao yanglao jigou zai zhu laoren shengming zhiliang de duice yu jianyi” 提高养老机构在住老人生命质量的对策与建议 (“Countermeasures and Suggestion for Improving the Life Quality of Old People in Nursing Homes”), Chinese General Practice, 2009, pp.31-32. 56
TIAN, Xiaobao, Social Security in China, Beijing, China Intercontinental Press, 2006. TIAN Xueyuan 田雪原, Zhongguo jihua shengyu de weida shijian 中国计划生育的伟大实 践 (“De grootse verwezenlijkingen van Chinese Geboorteplanning”), Beijing, Zhongguo renkou chubanshe, 1989. THE WORLD BANK, Old Age Security: Pension Reform in China, Washington D.C., The World Bank, 1997. WAN Qigang 万其刚, “Qieshi baozhang canjiren hefa quanyi” 切实保障残疾人合法权益 (“De Legitieme Rechten van Gehandicapten ernstig beschermen”), Democracy Monthly, 2008, pp.32-34. WANG, Dewen, “China‟s Urban and Rural Old Age Security System: Challenges and Options”, China & World Economy, 2006, pp.102-116. WANG Dongjin 王东进, Zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige yu fazhan 中国社会障 制度的改革与发展 (“The Reform and Development of Social Security in China”), Beijing, Falu chubanshe, 2001. WANG Jie 汪洁, “Chengxiang canjiren shehui baozhang chayixing fenxi ji duice” 城乡残疾 人社会保障差异性分析及对策 (“Analysis and Countermeasures About Difference in the Disabled‟s Social Security in City and Country”), Journal of Tianjin University, 2008, pp.425-428. WANG Li 王丽, “Xian qin shiqi canjiren jiuzhu sixiang qian lun” 先秦时期残疾人救助思想 浅论 (“On the Assistance of the Disabled in Pre-Qin Period”), Zhongzhou daxuebao, 2009, pp.97-99. WANG Zhengbin 王政斌 en Liu Huixia 刘慧侠, “Duoceng ci chengzhen yiliao baoxian tixi fazhan yanjiu” 多层次城镇医疗保险体系发展研究 (“A Study on Establishing A Multileveled Urban Health Insurance System”), Zhengce Yanjiu, 2003, pp.25-30. WANG Zhongwen 王忠文, “Guanyu dapo da guotie he fantiewan jingji kouhao de fansi” 关 于打破大锅饭和铁饭碗经济口号的反思 (“Reflectie over economische slogans over het breken van de IJzeren Rijstkom”), Consume Guide: Culture Research, 2009, pp.215-216. WANG Yantang 王彦堂, “Yanglaoyuan, zou wai le de shichanghua” 养老院,走歪了的市 场化 (“Rusthuizen, het fout lopen van de verandering van de Markt”), Window of the Northeast, 2009, pp.24-25. WANG Yuming 王裕明 en Li Xufang 李旭芳, “Tiaozheng zhigong tuixiu nianling fangan de yanjiu” 调整职工退休年龄方案的研究 (“Research on Project of Lengthening Legal Retirement Age”), Journal of Shanghai University of Engineering Science, 2009, pp.84-89.
57
XIA Jizhi 夏积智 et al., Zhongguo de jiuye yu shiye 中国的就业与失业, Beijing, Zhongguo laodong chubanshe, 1991. YAN Gongpin 颜公平, “Dui 1984 nian yiqian shedui qiye fazhan de lishi kaoca yu fansi” 对 1984 年以前社队企业发展的历史考擦与反思 (“A Historical Investigation and Reflections on the Development of Commune and Brigade Enterprise before 1984”), Contemporary China History Studies, 2007, pp.60-69. YAN Zhongqin 严忠勤, Dangdai zhongguo de zhigong gongzi fuli he shehui baoxian 当代中 国的职工工资福利和社会保险 , Beijing, Zhongguo shehui kexue chubanshe, 1987. YANG Bo 杨波 en Xu Lin 许琳, “Goujian hexie shehui beiying xia de yiliao baozhang zhidu” 构建和谐社会背影下的医疗保障制度 (“Medical Insurance System Reform in the Context of Building a Harmonious Society”), Jingji Wenti, 2009, pp.45-47. YANG Lixiong 杨立雄, “Jianli fei jiaofeixing de laonian jintie: noncun yanglao baoxian de yi ge xuanze xing fangan” 建立非缴费性的老年津贴: 农村养老保险的一个选择性方案 (“Introducing the Noncontributory Pension: An Alternative Choice for Social Security for Rural Elderly”), Zhongguo Ruankexue, 2006, pp.11-21. YUAN Jinxia 袁金霞, “Woguo nongcun kongchao laoren yanglao wenti sikao” 我国农村空 巢老人养老问题思考 (“De Problematiek van Chinese Rurale Lege Nest Huishoudens”), Qinghai Social Sciences, 2009, pp.15-18. ZENG, Yi et al., “Sociodemographic and Health Profiles of the Oldest Old in China”, Population and Development Review, 2002, pp.251-273. ZHAN, Heying en Montgomery Rhonda, “Gender and Elder Care in China: The Influence of Filial Piety and Structural Constraints”, Gender and Society, 2003, pp.209-229. ZHANG, Chunyuan, “Welfare Provision for the Aged in Rural China”, The Australian Journal of Chinese Affairs, 1986, pp.113-124. ZHANG Jiazi 张甲子, “Zhongguo yiliao baoxian zhidu gaige wendi yanjiu”中国医疗保险制 度改革问题研究 (“Onderzoek over de Hervorming van het Chinees Medisch Zekerheidssysteem”), Social Development, 2009, p.62. ZHANG Jian 张健 et al., “Chengshi yanglaoyuan juzhu kongjian xianzhuang diaocha” 城市 养老院居住空间现状调查 (“Onderzoek naar de Huidige Situatie van leven in een Stedelijk Bejaardentehuis”), Legal System and Society, 2009, p.285. ZHANG Jie 张杰, “Goujian „san wei yi ti‟ de nongcun tudi zhidu” 构建三位一体的农村土 地制度 (“Constructing Trinity Rural Land System”), Guojia linyeju guanli ganbu xueyuan xuebao, 2007, pp.34-37.
58
ZHANG Min 张旻 en Chen Chi 陈驰, “Guanyu shichanghua yanglao jingji fazhan qianli de sikao” 关于市场化养老经济发展潜力的思考 (“Beschouwing over de Verandering van de Markt, de Zorg voor Ouderen en de Economische Vooruitgang”), China Collective Economy, pp.29-30. ZHANG Qilin 张奇林, “Nongcun yiliao baozhang: lishi, xianshi yu zhonggou” 农村医疗保 障:历史,现实与重构 (“Health Care in Rural Areas: History, Reality and Reconstruction”), Zhengce Yanjiu, 2002, pp.5-8. ZHANG Xiaoyu 张笑宇, Zhongguo renkou jingji lun 中国人口经济论 (“On Chinese Population Economy”), Beijing, Renmin chubanshe, 2007. ZHANG Xiulan 张秀兰 en Xu Yuebin 徐月宾, “Woguo shehui fuli shehuihua de mubiao ji tujing tantao” 我国社会福利社会化的目标及途径探讨(“On the Objective and Ways of Chinese Socialization of Social Welfare”), Jiangsu shehui kexue, 2006, pp.42-48. ZHANG Yang 张杨 en Yuan Yin 袁茵, “Shixi woguo canjiren jiuye de zhuyao moshi” 试析 我国残疾人就业的主要模式 (“On Main Mode of Finding Jobs for the Disabled in China”), Journal of Nanjing Technical College of Special Education, 2008, pp.1-3. ZHANG Yunling 张蕴岭, Bei’ou shehui fuli zhidu ji zhongguo shehui baozhang zhidu de gaige 北欧社会福利制度及中国社会保障制度的改革 (“Nordic social welfare system and reform of China‟s social security system”), Beijing, Jingji kexue chubanshe, 1993. ZHAO, Zhongwei, “Income Inequality, Unequal Health Care Access, and Mortality in China”, Population and Development Review, 2006, pp.461-483. ZHENG, Gongcheng, The Social Security System for People with Disabilities in China: Current Situation and Development Strategy, Beijing, Renmin University of China, 2008. Zhongguo shehui baozhang zhidu zong lan bianji weiyuanhui 中国社会保障制度总览委员 会, Zhongguo shehui baozhang zhidu zonglan 中国社会保障制度总览, Beijing, Zhongguo minzhu fazhi chubanshe, 1995. ZHOU Hui 周辉, “Woguo zhongbu diqu nongcun yanglao moshi tanxi” 我国中部地区农村 养老模式探析 (“Analyse van het Rurale Bejaardenzorgpatroon in China‟s Centrale Regio”), Special Economy Zone, 2009, pp.175-176. ZHOU Juan 周娟, “Xinxing nongcun hezuo yiliao bu heli feiyong fenxi ji kongzhi” 新型农村 合作医疗不合理费用分析及控制 (“Cause Analysis of Unnecessary Medical Cost and Its Control over the New Rural Cooperative Medical System”), Journal of University of Science and Technology Beijing, 2009, pp.48-53.
59
ZHOU Xiuying 周秀英, “Lun dapo tiefanwan zhong jian laodong chanquan zhidu de lujing” 论打破铁饭碗重建劳动产权制度的路径 (“Analysis on Eliminating the Iron Rice Bowl and Reconstructing the Property Rights System”), Journal of Inner Mongolia University for Nationalities, 2009, pp.73-76. ZOU Hailin 邹海林, Shehui baoxian gaige yu fazhi fazhan 社会保险改革与法制发展 (“The Reform of Social Insurance in China and the Development of Legal Systems”), Beijing, Shehui kexue wenxian chubanshe, 2005
http://www.cdpf.org.cn/ggtz/content/2008-06/27/content_30020337.htm http://www.cdpf.org.cn/llyj/content/2008-04/01/content_83184.htm http://www.cdpf.org.cn/old/english/international.htm http://www.cdpf.org.cn/old/jigou/jg-cl-01.htm http://www.cdpf.org.cn/old/lishi/dsj2006.htm http://www.cdpf.org.cn/zcfg/content/2001-11/06/content_50522.htm http://www.cdpf.org.cn/zyzn/node_5042.htm http://china.findlaw.cn/fagui/sh/23/44358.html http://fss.mca.gov.cn/article/ywbz/200712/20071200005096.shtml http://www.gov.cn/banshi/2005-08/04/content_20235.htm http://www.gov.cn/jrzg/2008-04/24/content_953439.htm http://www.gov.cn/test/2005-06/14/content_6310.htm http://www.gov.cn/test/2005-06/14/content_6310_4.htm http://www.gov.cn/zwgk/2007-03/05/content_542647.htm http://www.nx.si.gov.cn/view_article.jsp?id=544 http://www.stats.gov.cn/tjsj/ndsj/2008/indexeh.htm http://www.stats.gov.cn/tjsj/qtsj/gjsj/2006/t20071012_402436955.htm http://www.un.org/disabilities/default.asp?navid=18&pid=257 http://www.un.org/disabilities/documents/convention/convoptprot-c.pdf 60
http://webfusion.ilo.org/public/db/standards/normes/appl/applbyCtry.cfm?lang=EN&CTYCHOICE=2650&hdroff=1
61