46 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
5
De idealen spreken voor zich: maatschappelijke stage in Nederland geëvalueerd
plaatsbepaling Wendy Stubbe, consultant CSR Academy De ontwikkelingen rond de maatschappelijke stage gaan razendsnel. Steeds meer middelbare scholieren volgen een maatschappelijke stage en steeds meer partijen worden betrokken bij de uitvoering. Ook in de politiek en de media is de maatschappelijke stage onderwerp van gesprek. De commissie-Dijsselbloem gaat in haar rapport in op de maatschappelijke stage, het SER Jongerenpanel heeft een advies geschreven en het LAKS heeft een onderzoek uitgevoerd. Het belang van wetenschappelijk onderzoek naar de invoering van de maatschappelijke stage is groot, we staan immers nog aan het begin. Vanaf schooljaar 2011/12 wordt een maatschappelijke stage van 72 uur verplicht voor alle instromende leerlingen. In dit onderzoek kijken Karr en Bekkers naar de invloed van stage-ervaringen op de burgerschapswaarden, competenties en het gedrag van leerlingen. Hoewel volgens de auteurs de gewenste effecten van stages op de lange en middellange termijn liggen, biedt het onderzoek interessante aanknopingspunten voor de invoering van de maatschappelijke stage. Het onderzoek laat zien dat maatschappelijke stage positieve effecten heeft op burgerschap en respect. Leerlingen die een stage hebben gevolgd scoren hoger op veel burgerschapsaspecten, zoals het belang om anderen te helpen en de emotionele betrokkenheid bij anderen. Volgens de auteurs is reflectie een belangrijke factor voor het succes van de maatschappelijke stage. Uitwisseling en reflectie van stage-ervaringen in de klas heeft effect op de emotionele en morele ontwikkeling van leerlingen en de tevredenheid met de stage. Voor veel scholen en leerlingen blijft reflectie echter moeilijk, omdat het niet optimaal is vorm te geven in lesprogramma’s rond de maatschappelijke stage. Samenwerkingsverbanden van scholen, vrijwilligersorganisaties, stagemakelaars en gemeenten worden extra ondersteund bij de invoering van de maatschappelijke stage en nauwkeurig gemonitord zodat duidelijk wordt wat werkt en wat mis kan gaan. De uitdaging voor de komende jaren is het toetsen van de haalbaarheid en de uitvoerbaarheid van de maatschappelijke stage. Onderzoek als dat van Karr en Bekkers is dus belangrijk. De auteurs zeggen het zelf: “De samenleving is weinig geholpen met alleen goede voornemens of een kortdurende opleving van burgerschap tijdens de stage, als deze na afloop van de stage gevolgd wordt door een terugkeer naar het oude niveau.”
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 47
De idealen spreken voor zich: maatschappelijke stage in Nederland geëvalueerd
5 Linda Bridges Karr René Bekkers
Inleiding
crete activiteiten van de maatschappelijke stage ten
In 2011 moeten alle middelbare scholen in Nederland
bate van de samenleving kunnen worden verzilverd,
een plan hebben voor het invoeren van een maat-
zijn dus zeer relevant voor de implementatie van dit
schappelijke stage van minimaal 72 uur, die een ver-
beleid.
plicht onderdeel wordt van het voortgezet onderwijs.
De toenmalige minister van VWS (2005) beschreef de
De hoofdreden achter dit beleid is om door het onder-
mogelijke effecten van maatschappelijke stages als
wijssysteem ervoor te zorgen dat komende generaties
volgt: “Door het doen van vrijwilligersactiviteiten ma-
bereid en in staat zijn om een actieve bijdrage aan de
ken de leerlingen actief kennis met allerlei aspecten
samenleving te leveren. Volgens het Plan van Aanpak
van de samenleving. Hierdoor wordt positief bijgedra-
van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Weten-
gen aan het vergroten van hun maatschappelijke be-
schap (www.minocw.nl/actueel/nieuws/35463/Maat-
trokkenheid, van hun besef voor waarden en normen
schappelijke-Stage-Samen-leven-kun-jeleren.html; ge-
en wordt actief burgerschap gestimuleerd” (in een
raadpleegd 27-12-2007) moet de maatschappelijke sta-
brief aan de Tweede Kamer [VO/S&O/2005/15559]).
ge leerlingen de kans geven om te ‘oefenen in
Het is de vraag in hoeverre de maatschappelijke stage
samenleven’, zodat ze verantwoordelijkheid voor an-
deze effecten inderdaad heeft. Deze vraag staat cen-
deren en wederzijds respect kunnen leren. Formeel is
traal in dit artikel.
het doel van de maatschappelijke stage “dat alle jongeren tijdens hun schooltijd kennis maken met én een
Dit artikel is gebaseerd op een multimethode-onder-
onbetaalde bijdrage leveren aan de samenleving”.
zoek dat in de periode juni-november 2007 in opdracht
Volgens een voorlichtingssite, die werd ontwikkeld door
Sport (VWS) werd uitgevoerd. Dit gebeurde op basis
CPS en MOVISIE (www.samenlevenkunjeleren.nl),
van een vragenlijst over stage-ervaringen, burger-
sluit de maatschappelijke stage aan bij het regeerak-
schapswaarden, -competenties en -gedrag (n = 2491
koord doordat zij niet alleen de sociale samenhang zou
scholieren op 34 scholen), en groepsinterviews en fo-
versterken, maar ook de veiligheid, stabiliteit en het
cusgroepen (n = 88 scholieren op drie scholen). De re-
van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
respect binnen de samenleving. De maatschappelijke
sultaten van het onderzoek laten zien, dat een positie-
stage moet dus op een tastbare manier waarden aan
ve maatschappelijke stage ervaring verbonden lijkt te
leerlingen overdragen. De processen waardoor de con-
zijn met positieve effecten op de maatschappelijke
48 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Maatschappelijke stage geëvalueerd
waarden, attitudes en gedrag van scholieren. Ook
den bespreken. Tevredenheid met de stage hangt sa-
komt uit het onderzoek naar voren dat reflectie een be-
men met positieve uitkomsten op verschillende bur-
langrijke factor lijkt te zijn voor het succes van een
gerschapsdoelstellingen.
maatschappelijke stage-programma. Reflectie op basis van de doelen - in alle programmafases - lijkt ervoor te
Verwarring met betrekking tot het verschil tussen de
zorgen dat leerlingen de stages als positiever en meer
maatschappelijke stage en andere beroepsgerichte sta-
nuttig ervaren. Voor vele scholen en leerlingen blijft
getypes geeft mogelijk een verklaring waarom slechts
reflectie moeilijk.
een minderheid van de leerlingen het gevoel had dat hun inspanningen een waardevolle bijdrage hadden
Dit artikel begint met een kort overzicht van de resulta-
geleverd. Dit gold in het bijzonder voor VMBO-leerlin-
ten uit het onderzoek, op basis van een viertal onder-
gen. Verder impliceren de resultaten dat er meer aan-
zoeksvragen (voor uitgebreide informatie over de re-
dacht nodig is voor het formuleren van doelstellingen
sultaten zie Bekkers en Karr, 2008 en Karr, 2008). De
en het integreren van reflectieactiviteiten in maat-
rest van het artikel bestaat uit een discussie over het
schappelijke stage-programma’s.
belang van reflectie binnen de maatschappelijke stage
De vragen die ten grondslag liggen aan dit onderzoek
en verschillende factoren die de nodige reflectie kun-
zijn als volgt:
nen belemmeren. Het artikel sluit af met aanbevelingen voor nader onderzoek naar de effecten van de maatschappelijke stage en voor de praktische implementatie van dergelijke leerervaringen.
1. In welke mate bevorderen maatschappelijke stages burgerschap? 2. Welke kenmerken van maatschappelijke stages sorteren het meeste effect?
Overzicht uitkomsten Het onderzoek waar dit artikel op is gebaseerd, had als hoofddoel om een begin te maken met het verkennen van de effecten van de maatschappelijke stage op de burgerschapsoriëntatie, vaardigheden en het engage-
3. Hoe reflecteren leerlingen over hun maatschappelijke stage, en wat is de betekenis van deze reflectie voor leerlingen? 4. Voor welke groepen leerlingen sorteren maatschappelijke stages het meeste effect?
ment van middelbare scholieren in Nederland. Uit de resultaten blijkt dat maatschappelijke stages positieve
In deze paragraaf lichten wij deze vragen toe en geven
effecten kunnen hebben. Leerlingen die een maat-
wij een kort antwoord op basis van de uitkomsten van
schappelijke stage hadden gedaan scoorden hoger op
ons onderzoek.
vele aspecten van burgerschap dan leerlingen van dezelfde school die niet op stage zijn geweest. De grootste
In welke mate bevorderen maatschappelijke stages burger-
verschillen liggen op het terrein van vrijwilligerswerk
schap?
(buiten de maatschappelijke stage), het belang van het
In het onderzoek werd het begrip burgerschap in drie
helpen van anderen, de emotionele betrokkenheid bij
deelaspecten verdeeld: burgerschapswaarden, burger-
anderen, normen over geven en vrijwilligerswerk
schapsvaardigheden en burgerschapsgedrag. Voor de
doen, vaker praten met andere leerlingen over per-
duidelijkheid: het gaat hierbij niet om de juridische be-
soonlijke problemen en vaker helpen met huiswerk
tekenis van burgerschap (‘een Nederlands staatsbur-
dan leerlingen die niet op stage zijn geweest. Deze ver-
ger’). Het gaat om de maatschappelijke betekenis, om
schillen blijven significant als rekening wordt gehou-
wat het inhoudt een ‘goed’ burger te zijn. We zijn uitge-
den met een reeks achtergrondkenmerken (waaronder
gaan van inzichten uit wetenschappelijk onderzoek
kerkelijkheid, etniciteit, persoonlijkheid, verbale intel-
over de bronnen van vrijwilligerswerk en giften aan
ligentie en de vrijwillige inzet van de ouders).
goede doelen (Bekkers & Wiepking, 2007; Verba et al.,
De meeste leerlingen gaven aan tevreden te zijn met
1995). Vrijwilligerswerk en giften aan goede doelen
hun maatschappelijke stage. Deze tevredenheid werd
gaan vaak samen: het zijn verschillende uitingsvormen
echter beïnvloed door de mate van keuzevrijheid van
van betrokkenheid bij maatschappelijke organisaties.
leerlingen bij het bepalen van de stageactiviteiten en
We noemen deze twee verschillende vormen in dit rap-
de mate waarin ze hun ervaringen tijdens de les kon-
port vrijwillige inzet. We onderscheiden twee typen
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 49
bronnen van vrijwillige inzet: burgerschapswaarden
dan een quasi-experiment met alleen een nameting, of
en burgerschapsvaardigheden. Burgerschapswaarden
een zogenaamd static-group comparison design (Judd
zijn maatschappelijke waarden zoals altruïsme, sociaal
e.a., 1991; p. 105-107). Verder is ons onderzoek is geen
vertrouwen en empathie. Burgerschapsvaardigheden
zuiver experiment, maar een quasi-experiment omdat
zijn sociale vaardigheden zoals contacten leggen, sa-
wij geen controle hadden over de toewijzing van leer-
menwerken en kritiek geven. Burgerschapswaarden
lingen aan de verschillende typen stages. Scholen be-
en vaardigheden dragen bij aan burgerschapsgedrag.
palen immers zelf of ze een stage invoeren en hoe ze dat doen. Het ligt voor de hand dat scholen systema-
De gewenste effecten van stages liggen op de lange en
tisch verschillen in de kans dat zij de maatschappelijke
middellange termijn: het gaat om de ontwikkeling van
stage hebben ingevoerd, en de manier waarop de sta-
waarden, competenties en gedrag in de toekomst. Vele
ges worden vormgegeven. Daarom vergelijken wij
studies hebben zich gericht op de intenties van scholie-
groepen leerlingen die op dezelfde school zitten die
ren om vrijwilligerswerk te doen in de toekomst, en
wel of geen maatschappelijke stage hebben gedaan.
hebben niet vastgesteld of de scholieren ook inderdaad
Een dergelijke vergelijking werd ook in de kwalitatieve
vaker actief waren in vrijwilligerswerk na afloop van
deelstudie gehanteerd.
de stage. De samenleving is weinig geholpen met alleen goede voornemens of een kortdurende opleving
Deelname aan de maatschappelijke stage lijkt een be-
van burgerschap tijdens de stage, als deze na afloop
perkt positief effect te hebben op deelname aan vrij-
van de stage wordt gevolgd door een terugkeer naar
willigerswerk, burgerschapswaarden (met name em-
het oude niveau.
pathie en altruïsme), de betrokkenheid bij goede doelen
en
het
verlenen
van
sociale
steun
aan
Een dergelijk patroon is geen onwaarschijnlijke uit-
medeleerlingen.
komst van het onderzoek, als het de effecten van vrij-
Er lijkt geen effect te zijn op burgerschapsvaardighe-
willige stages betreft. In het onderzoek naar effecten
den en politieke betrokkenheid. Wij stellen met na-
van het vak CKV op de cultuurdeelname van jongeren
druk dat de stages een positief effect lijken te hebben,
(Ganzeboom et al., 2004) bleek namelijk wel een effect
omdat wij geen experimenteel onderzoek hebben ge-
op korte termijn, maar niet op de middellange termijn
daan waarin leerlingen bij toeval waren toegewezen
(twee tot vier jaar na afsluiting van het vak). Het vak
aan maatschappelijke stages (of juist niet). Hoewel de
CKV bleek alleen de cultuurdeelname te bevorderen
maatschappelijke stage voor nagenoeg alle leerlingen
zolang de leerlingen CKV-bonnen kregen waarmee ze
in ons onderzoek verplicht was, kunnen scholen zelf
gratis aan cultuur konden deelnemen. Op de middel-
bepalen wanneer ze welke leerlingen een maatschap-
lange termijn bleken er geen effecten te zijn van het
pelijke stage laten doen. Scholen zullen die beslissin-
vak CKV. Het risico bestaat dat maatschappelijke sta-
gen mede af laten hangen van hun leerlingenpopulatie.
ges slechts een kortdurende opleving van burgerschap
Uit ons onderzoek blijkt dat een deel van de verschil-
oplevert, die op de lange duur niet beklijft. Wellicht
len tussen leerlingen in ons onderzoek die wel een
creëren de stages bij sommige leerlingen zelfs een
maatschappelijke stage hebben gedaan en leerlingen
aversie tegen vrijwilligerswerk. Om de effecten van
die geen maatschappelijke stage hebben gedaan, ver-
stages zuiver vast te stellen is het nodig om leerlingen
dwijnt als er rekening wordt gehouden met kenmerken
gedurende tenminste twee schooljaren te volgen, en
van leerlingen.
steeds aan het begin en het eind van het schooljaar te
Wij noemen het effect beperkt, omdat persoonsken-
ondervragen. Een dergelijke opzet was niet mogelijk in
merken van leerlingen meestal een groter effect heb-
dit onderzoek, dat de periode februari-november 2007
ben op aspecten van burgerschap dan het wel of niet
beslaat.
volgen van een maatschappelijke stage. Maar de effec-
Wel kunnen wij uitspraken doen over verschillen tus-
ten zijn niet verwaarloosbaar. Bovendien hebben wij
sen leerlingen die in het verleden diverse typen stages
een groot aantal factoren gecontroleerd en daardoor
hebben doorlopen. Deze uitspraken zijn gebaseerd op
een redelijk strenge toetsing uitgevoerd. De vraag is nu
een methodologisch minder zuiver design. De opzet is
of de effecten ook op langere termijn standhouden.
50 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Maatschappelijke stage geëvalueerd
Welke kenmerken van maatschappelijke stages sorteren
bleek een belangrijke factor voor het succes van ser-
het meeste effect?
vice learning in de VS (Metz & Youniss, 2005).
In de literatuur over service learning en community
Het belangrijkste aspect van de maatschappelijke stage
service bestaat er geen consensus over de effecten van
is de hoeveelheid positieve ervaringen die leerlingen
kenmerken van programma’s (Meinhard & Brown,
tijdens de stage opdoen. De leerlingen die onze vragen-
2007). Dit komt onder andere doordat in verschillende
lijsten hebben ingevuld, waren in acht van de tien ge-
studies verschillende uitkomsten zijn onderzocht en de
vallen positief of zeer positief over de stage die ze heb-
onderzochte service learning-programma’s sterk ver-
ben gedaan. Ook op verschillende deelaspecten was de
schillen. Daarnaast verschillen de gebruikte meetin-
meerderheid van de leerlingen positief. Hoe meer po-
strumenten ook per studie. Omdat er geen consensus
sitieve ervaringen, hoe meer tevreden de leerlingen
bestaat over de effecten van stagekenmerken hebben
zijn over hun maatschappelijke stage. Uit het onder-
wij veel kenmerken, die mogelijk van invloed zijn op
zoek blijkt dat leerlingen die de stage leuker, leerza-
de mate waarin burgerschap gevormd wordt, onder-
mer, gezelliger, nuttiger en uitdagender vonden, ster-
zocht. Dit zijn: het terrein waarop de stage is gevolgd
kere burgerschapswaarden en meer burgerschapsvaar-
(veel voorkomende terreinen zijn: zorg, sport, welzijn),
digheden hebben, vaker vrijwilligerswerk doen buiten
de doelgroep (bijvoorbeeld ouderen, kinderen, dieren),
de maatschappelijke stage om en vaker andere leerlin-
de mate van contact met de doelgroep, de mate van
gen helpen.
zelfstandigheid bij het bepalen en uitvoeren van taken, en de kwaliteit van reflectie op de stageactiviteiten.
De mate van keuzevrijheid voor leerlingen heeft geen eenduidig positief effect. Leerlingen die beperkte keu-
Eerder onderzoek naar vrijwillige jeugdparticipatie
zevrijheid kregen, scoren op sommige aspecten van
suggereert dat de effecten van deelname aan maat-
burgerschap juist hoger dan leerlingen die volledige
schappelijke organisaties in de jeugd groter zijn naar-
vrijheid kregen. Wel blijkt dat leerlingen die meer keu-
mate er meer zelfstandigheid is (Bekkers, 2005a). On-
zevrijheid kregen achteraf meer tevreden zijn over hun
derzoek naar service learning laat zien dat jongeren,
stage, en meer tevreden leerlingen scoren hoger op
die tijdens hun stage in contact komen met gemargina-
burgerschap.
liseerde groepen, de grootste verandering ondergaan in hun denkbeelden over maatschappelijke rechtvaardigheid (Metz et al., 2003; Reinders & Youniss, 2006). De maatschappelijke stage heeft als doel leerlingen kennis te laten maken met allerlei aspecten van de samenleving. Het is echter de vraag in hoeverre leerlingen, die in Nederland een maatschappelijke stage doen, via hun stage in contact komen met groepen die aan de rand van de samenleving verkeren.
…”de idealen spreken voor zich natuurlijk. Het kan alleen maar positief zijn sowieso, en… het is wel belangrijk dat je een soort van motivatie hebt om zoiets te doen… ik denk dat niemand op deze school zoiets heeft van ‘laat ik bejaarden gaan entertainen’ of zo uit zichzelf. Dus… het is wel belangrijk dat de school het doet. Maar wat ik minder goed vind van school is dat het je een opdracht gaf van ‘zoek het maar uit’. Ze hebben op zich wel vrijheid gegeven, maar ze gaven je heel weinig richtlijnen… Ik denk dat de school minder vaag moet zijn, want het vraagt ook wel veel verantwoordelijkheid in één keer en dat maakt ook weer dat mensen er met de pet naar gooien en iets makkelijks gaan doen.” (5VWO-leerling; Karr, 2008, p. 32)
In het Amerikaanse onderzoek is de manier waarop
Er zijn aanwijzingen dat beoordeling van de stage met
community service-programma’s op scholen zijn geor-
een cijfer de intrinsieke motivatie van leerlingen on-
ganiseerd de belangrijkste factor die het effect van die
dermijnt. Leerlingen die een cijfer of een ander soort
programma’s bepaalt. Wanneer leerlingen in de les
beoordeling (bijvoorbeeld ‘voldoende’ of ‘goed’) kre-
met docenten en andere leerlingen over hun stage-er-
gen, hebben gemiddeld minder sterke burgerschaps-
varingen reflecteren, ontstaat de mogelijkheid om die
waarden en zijn minder vaak actief dan vrijwilligers
ervaringen een plaats te geven in de emotionele en mo-
buiten de stage om.
rele ontwikkeling, en te relateren aan waarden en nor-
Maatschappelijke stages lijken minder goed te werken
men uit verschillende culturele tradities (McLellan &
als leerlingen geen keuze hadden en in de sector sport
Youniss, 2003). Leerlingen die begeleid worden door
actief zijn geweest: als ze alleen op stage gingen en als
een docent die enthousiaster en sterker betrokken is,
ze een certificaat ontvingen van de stageorganisatie. Of
zullen sterker worden beïnvloed door de stage. Dit
leerlingen vrij krijgen van school of niet, lijkt niets uit
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 51
te maken voor de vorming van burgerschap. Aandacht
ker als het niet duidelijk is wat de school met de ‘pro-
voor de stage in lessen op school lijkt vooralsnog geen
ducten’ van deze reflectieactiviteiten kan doen.
meerwaarde te hebben. Stages lijken beter te werken als ze meerdere jaren achtereen worden gevolgd.
Voor welke groepen leerlingen sorteren maatschappelijke stages het meeste effect?
Hoe reflecteren leerlingen op hun maatschappelijke stage
Metz & Youniss (2005) hebben laten zien dat in de VS
en wat is de betekenis van deze reflectie voor die leerlin-
het effect van community service afhankelijk is van de
gen?
uitgangssituatie: leerlingen die door hun afkomst de
Later in dit artikel besteden wij uitgebreid aandacht
minste kans maken vanzelf in contact te komen met
aan de rol van reflectie. In deze paragraaf wordt een
vrijwilligerswerk boeken de meeste vooruitgang in
overzicht gegeven van de belangrijkste onderzoeksuit-
burgerschap. Dit is waarschijnlijk een ‘vloer-effect’: de
komsten op het gebied van reflectie. Het is belangrijk
mate van burgerschap was in deze groep betrekkelijk
onderscheid te maken tussen ‘reflectie’ zoals we dat
laag, en de ruimte voor stijging het grootst. Onder leer-
bedoelen in het kwalitatieve onderzoek, en de variabe-
lingen die al vertrouwd waren met maatschappelijke
le ‘aandacht voor stage in de les’ uit het kwantitatieve
organisaties was het effect beperkter door een ‘pla-
onderzoek. De mate waarin er in de les aan reflectie is
fond-effect’: zij hadden al een relatief sterke mate van
gedaan, hebben we in het kwantitatieve onderzoek
burgerschap, waar de ervaringen tijdens de stage wei-
niet gemeten. ‘Aandacht in de les’ kan betekenen dat
nig meer aan kunnen bijdragen.
de leerlingen het alleen over organisatiekwesties heb-
Het is een open vraag of in Nederland ook plafond- en
ben gehad zoals hoeveel uur, hoeveel dagen, wat voor
vloer-effecten optreden. In de VS is vrijwilligerswerk
organisaties, taken et cetera. Reflectie is een specifieke
nog veel wijder verspreid in de samenleving dan in Ne-
manier waarop er in de les aandacht wordt besteed aan
derland. Kinderen maken in het basisonderwijs vaak al
de stage. Reflectie betekent nadenken over de doelen,
in een soort maatschappelijke stage kennis met vrijwil-
de voortgang, resultaten; vertrouwd raken met een
ligerswerk. Zowel in Nederland als in de VS komen
(moreel) vocabulaire om deze activiteiten te onderne-
mensen via kerkelijke netwerken vaak in het vrijwilli-
men.
gerswerk terecht (Bekkers, 2000; Bekkers & Schuyt, 2005; Jackson et al., 1995). In de VS is de kerkelijke
Leerlingen bespreken vaak de stage in lessen op
participatie hoger dan in Nederland, zeker onder jon-
school. Deze leerlingen zijn achteraf positiever over
geren.
hun stage dan leerlingen bij wie op school geen aandacht werd besteed aan de stage-ervaringen. Toch
Wij onderzochten of maatschappelijke stages grotere
blijkt de meerwaarde van de lessen beperkt te zijn.
effecten hebben onder groepen jongeren die door hun
Leerlingen die les kregen over de maatschappelijke
sociale herkomst een kleinere kans maken om met vrij-
stage, scoren op geen enkel aspect van burgerschap ho-
willige inzet te beginnen. Dit zijn leerlingen die niet
ger dan leerlingen bij wie in de les geen aandacht werd
kerkelijk zijn, leerlingen op een lager schooltype, leer-
besteed aan de stage. Dit betekent dat reflectie en eva-
lingen die in het buitenland zijn geboren of minstens
luatie niet optimaal vorm krijgen in de lesprogramma’s
één ouder hebben die in het buitenland geboren is, en
rond de maatschappelijke stage. Reflectie blijkt lastig
leerlingen met een lagere verbale intelligentie. Daar-
te zijn, zowel voor docenten als voor leerlingen.
naast bekeken wij of de effecten van stages verschil-
De personeelsleden die de maatschappelijke stages
lend zijn onder jongens en meisjes, en onder leerlingen
coördineren hebben met veel ingewikkelde taken te
van verschillende leeftijden. Er zou ook een optimale
maken, die met alle andere verplichtingen gebalan-
leeftijd kunnen zijn voor de maatschappelijke stage:
ceerd moeten worden. Omdat reflectie één van de
meteen in de brugklas, juist iets later, of helemaal aan
minst tastbare aspecten is van een dergelijk program-
het eind.
ma, is de kans groot dat het minder aandacht zal krij-
De effecten van maatschappelijke stages verschillen
gen, zeker als docenten verwachten dat het veel tijd zal
niet systematisch in dezelfde richting met betrekking
kosten. Voor de leerlingen is er een risico dat reflectie
tot verschillende aspecten van burgerschap tussen
wordt gezien als overbodig werk en tijdverspilling, ze-
leerlingen met verschillende sociale achtergronden.
52 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Maatschappelijke stage geëvalueerd
VMBO-leerlingen die een stage hebben gedaan, scoren
Omdat stages een alom bekend begrip in het onder-
lager op burgerschapsvaardigheden en deelname aan
wijssysteem zijn, is reflectie nodig om de leerdoelen
vrijwilligerswerk dan leerlingen op hogere niveaus;
van de maatschappelijke stage te onderscheiden van
maar op andere aspecten van burgerschap bestaat dit
de leerdoelen van een beroepsstage. Leerlingen zijn ge-
verschil niet. Op sommige aspecten scoren leerlingen
wend om stages door een ‘beroepsbril’ te zien. Zo ont-
die een stage hebben gedaan en zelf een kerkelijke ach-
staat het gevaar dat de maatschappelijke elementen
tergrond hebben hoger, op andere weer lager; 15-16
verloren gaan zonder voldoende terugkoppeling. Hier-
jaar lijkt een minder geschikte leeftijd te zijn dan 14.
door kunnen misverstanden al in een vroege fase ontstaan, vooral in opleidingen die sterk gericht zijn op de
Reflectie in de maatschappelijke stage
toekomstige arbeidsparticipatie (VMBO).
Uit een overzicht van de literatuur over community
Leerlingen trekken snel verbanden tussen de ene con-
service (Meinhard & Brown, 2007) blijkt dat de moge-
text en de andere. Als leerlingen gewend zijn om op
lijkheid tot reflectie het vaakst genoemd als succesfac-
school gevraagd te zijn over hun interesses in verband
tor. Ook in de Nederlandse praktijk (Bruning & Van
met een toekomstig beroep, is de kans groot dat ze de-
Oort, 2006) wordt reflectie – “terugkoppeling van de
zelfde context gaan gebruiken bij het aangeven van in-
leermomenten” – genoemd als belangrijk voor het suc-
teresses in verband met een maatschappelijke stage-
ces van maatschappelijke stages. Reflectie wordt gede-
plek. Hetzelfde geldt als ze gevraagd worden over wat
finieerd als “het opzettelijke overwegen van een erva-
ze tijdens een maatschappelijke stage hebben geleerd.
ring ten opzichte van een bepaald leerdoel” (Hatcher &
Zonder terugkoppeling naar de maatschappelijke as-
Bringle, 1997). Deze auteurs zien reflectie als een brug
pecten van de activiteiten, kan de neiging ontstaan om
tussen service en learning. Volgens Eyler (2002) is re-
alles uit een beroepsperspectief te bekijken. Deze nei-
flectie zelfs “het mechanisme waardoor de cognitieve
ging vernamen wij in het kwalitatieve deel van het on-
ontwikkeling gestimuleerd wordt”. Verschillende au-
derzoek, en het blijkt ook uit verschillende bronnen als
teurs concluderen dat het invoeren van experiential le-
leerlingen over de maatschappelijke stage worden ge-
arning-elementen binnen het onderwijs vraagt dat in-
vraagd worden (zie voorbeelden in kader 1).
stellingen ervoor zorgen dat leerlingen voldoende kansen hebben om over hun ervaringen te reflecteren
Reflectie in alle fases en de betrokkenheid van alle partijen
(Bridges Karr & Van Loenen, 2006; CPS, 2005; Eyler,
In de loop van een maatschappelijke stage zijn drie gro-
2002; Hatcher & Bringle, 1997).
te reflectiemomenten te onderscheiden: voorbereiding, uitvoering en evaluatie (zie ook CPS, 2005; Eyler,
Reflectie gaat echter niet vanzelf. Eyler (2002)
2002).
schrijft:”‘Hoewel het intuïtief lijkt dat het verbinden
In de voorbereidingsfase wordt de context, waarin de
van academisch leren en maatschappelijke dienstver-
leerlingen de maatschappelijke stage zien, voor een
lening enthousiasme zou wekken voor maatschappelij-
groot deel tijdens de voorlichting bepaald en ook de
ke participatie, samen met de vaardigheden en de ken-
manier waarop de leerlingen daar tegen aan kijken. Als
nis die noodzakelijk zijn voor effectief burgerschap,
het goed is, komen de leerprocessen van de maatschap-
blijft bewijs van deze effecten nog steeds achter op de
pelijke stage tijdens de werkelijke verrichting van de
praktijk”. Het reflecteren over ervaringen om daaruit
activiteiten het sterkste op gang. Omdat evaluatie per
kennis te distilleren die vervolgens toegepast kan wor-
definitie om reflectie vraagt, heeft de school in de eva-
den in andere contexten, vraagt een behoorlijk hoog
luatiefase nog een kans om leerlingen te begeleiden in
cognitief niveau (Eyler, 2002). Mensen die een derge-
het nadenken over de maatschappelijke stage. In welke
lijk niveau (nog) niet hebben bereikt, hebben structuur
fase dan ook, er blijft één voorwaarde voor effectieve
en ondersteuning nodig om in effectieve reflectie te
reflectie: de doelen van de maatschappelijke stage zijn
kunnen engageren. Resultaten uit het onderzoek geven
helder voor alle partijen. Uit ervaring lijkt het echter
aanwijzingen dat reflectie en evaluatie op dit moment
dat de doelen zelfs voor het schoolpersoneel niet altijd
niet optimaal vorm krijgen in de lesprogramma’s rond
helder zijn, laat staan voor de leerlingen en de organi-
de maatschappelijke stage.
saties waarin ze de maatschappelijke stage lopen. Uit het kwalitatieve onderzoek blijkt dat de doelstellingen,
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 53
Kader 1. Verwarring tussen de maatschappelijke stage en beroepsstages • Uit het stageboek van een leerling (3VMBO) die zijn maatschappelijke stage in een tussentijdse-opvang deed (Karr, 2008, p. 16): Mijn conclusie van deze stage is dat ik niet anders tegen mijn toekomstbeeld ben gaan kijken. Ik wil later nog steeds automonteur worden. Dus deze stage heeft niks voor mij opgeleverd. • Uit een groepsinterview met leerlingen (1VMBO) over de maatschappelijke stage (Karr, 2008, p. 33): Interviewer: “Waarom denk je dat de school een maatschappelijke stage wil aanbieden?” Leerling (m, 13; 1VMBO): “Nou als je later … in de 3e … volgens mij krijg je ook een stage hoe het dan is als je in het echte werk hebt en wat het is om zeg maar mensen te helpen voor een goed doel.” Leerling (v, 14; 1VMBO): “Dan kan je zien hoe een stage gaat … hoe dat moet.” • Leerling (3VMBO) die geïnterviewd werd tijdens een voorlichtingsdag voor de maatschappelijke stage (de Stentor, Regio Kampen, 12-02-2008): Je doet ervaring op. Als de plek je niet bevalt weet je dat je op zoek moet naar een ander beroep.
die sleutelfiguren in de scholen zien voor de maat-
derzoek laten zien, dat er gemakkelijk verwarring ont-
schappelijke stage, niet altijd overeenkomen met de
staat over het verschil tussen een beroepsgerichte sta-
doelstellingen zoals ze door de leerlingen worden be-
ge en de maatschappelijke stage. Sterker nog, als de
grepen. Deze verschillen geven een beeld van de ver-
‘maatschappelijke elementen’ niet sterk genoeg naar
schillende niveaus van helderheid waarmee de doelen
voren komen, ontwikkelen de leerlingen een neiging
worden geformuleerd en gecommuniceerd. Als de
om de stage vooral door een ‘beroepsbril’ te kijken.
doelen niet helder zijn, kan verwarring ontstaan waar-
Hoewel het wel mogelijk is om op deze manier leer-
door het succes van de maatschappelijke stage kan
doelen te bereiken, zijn de kansen klein dat de leerlin-
worden verminderd.
gen op deze manier de gewenste maatschappelijke leerdoelen, die op termijn de sociale cohesie zouden
Voorbereidingsfase
moeten bevorderen, kunnen bereiken.
Al vóórdat leerlingen aan een maatschappelijke stage beginnen, worden hun percepties gevormd en beïnvloed door een groot aantal factoren (onder andere individuele, demografische en socio-economische verschillen, schooltype, opleidingsniveau). Daardoor is een zekere inspanning nodig om de maatschappelijke stage buiten hun bestaande kaders te laten bekijken.
“Ik vond het [een voorlichtingspresentatie, red.] wel saai. Het was een mening van een paar mensen – niet algemeen maar een paar mensen. Het ging alleen over bejaardentehuizen… bejaarden helpen, schoonmaken en bingo en… Weet je wat niet leuk was? Mensen die kozen kregen juist niet wat ze gekozen hadden, en andersom. Ik vulde in dat ik bij een kantoor of rechtbank stage wou lopen… er stond niets over kinderen. Toch moest ik bij een basisschool stage lopen.” (3VMBO-leerling; Karr, 2008, p. 32)
Dit geldt in het bijzonder voor beroepsgerichte opleidingen, waarin beroepsstages een belangrijk onder-
Ook voor leerlingen in hogere opleidingsvormen
deel zijn. Hoewel het opdoen van enthousiasme voor
(HAVO/VWO) moeten de gewenste leereffecten van de
een bepaald beroep een bijkomend resultaat kan zijn,
maatschappelijke stage duidelijk zijn. Het zou kunnen
staat in het plan van aanpak voor de maatschappelijke
dat deze leerlingen, als gevolg van veel achtergrond en
stage (OCW, 2007b): “Het is nadrukkelijk niet de be-
schoolfactoren, een grotere kans hebben dan andere
doeling dat het een soort beroepsgerichte stage wordt,
leerlingen om zelf al actief te zijn met vrijwilligers-
om vaardigheden en competenties op te doen voor een
werk of andere vormen van maatschappelijke partici-
later beroep” (p. 27). Resultaten van het evaluatieon-
patie. Als de maatschappelijke stage dan wordt gepre-
54 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Maatschappelijke stage geëvalueerd
senteerd als een verplichting voor wat ze al uit zichzelf
de activiteiten is echter niet altijd duidelijk. Bijvoor-
doen, is er een groot risico dat de stage geen (ofwel ave-
beeld, vrijwilligerscentrales en netwerken worden
rechts) effect zou hebben.
vaak ingeschakeld om tussen de behoefte van de school (stageplekken) en de behoefte van de organisa-
“Ik vind het raar, verplicht vrijwilligerswerk doen. Hoe kan de school dat verplichten?... Mensen die al vrijwilligerswerk deden, hebben geen motivatie nodig. Anderen die zulk werk niet leuk vonden, stopten meteen weer. Veel kwamen er negatief in en gingen er ook negatief uit. Ze zagen het nut niet. Het was gewoon een verplichte schoolopdracht… Het is een slechte manier… Je moet 40 uur iets doen en een werkstuk schrijven. Dat werkt niet motiverend.” (5VWO-leerling; Karr, 2008, p. 32)
ties (vrijwilligers) te bemiddelen. Ook in dit deel van
Reflectie en terugkoppeling naar (brede) maatschappe-
“… ik zat gewoon stage te lopen bij een zorgcentrum, maar ik deed echt niets. Ik kon kiezen tussen schoonmaken en afwassen maar ze hebben al genoeg mensen… Ik werd gewoon gebruikt… Ik werkte daar met al die mensen – er zijn ook mensen daar die een taakstraf hebben… dan voel ik me ook crimineel.” (5VWO-leerling; Karr, 2008, p. 34)
lijke doelstellingen in de voorbereidingsfase hoeven niet altijd ingewikkeld te zijn. Zo zagen wij in een VMBO-school hoe het herhaalde gebruik van het zins-
het proces kan de focus sterker liggen op het doen van een klus dan op kwaliteit en leermogelijkheden. In deze situatie ontstaat het risico dat de leerling terecht komt in een stageplek waar het nut of de betekenis van hun inzet niet duidelijk is.
deel ‘iets doen zonder er geld voor terug te krijgen’ tijdens de voorbereidingen voor de maatschappelijke stage leek te beklijven; in ieder geval toen de leerlingen
Als de doelen en verwachtingen van de verschillende
later over hun ervaringen vertelden. Hoewel het goed
actoren niet helder zijn en onvoldoend worden afge-
mogelijk is dat het gebruik van de leerlingen van het-
stemd, dan is er zonder interventie (reflectie) een grote
zelfde zinsdeel in hun beschrijvingen voor een groot
kans dat leerlingen een slechte ervaring zullen hebben.
deel uit sociale wenselijkheid gedreven werd, geeft het
In het beste geval zal de leerling alleen maar leren dat
ook bewijs dat de leerlingen de koppeling tussen de ac-
het werk in die sector niets voor hem of haar is. Een
tiviteiten en het maatschappelijke doel wisten te ma-
negatiever uitkomst zou zijn als de leerling een slechte
ken.
smaak krijgt van vrijwilligerswerk en daardoor minder neiging voelt zich in de toekomst zelfstandig in te zet-
Uitvoeringsfase
ten. Het is daarom belangrijk dat alle organisaties, die
Als het goed is, komen de leerprocessen van de maat-
betrokken zijn bij de maatschappelijke stage, op de
schappelijke stage het sterkste op gang tijdens de wer-
hoogte zijn van de wederzijdse behoeftes en doelen.
kelijke verrichting van de activiteiten. In deze fase
Eén van de doelen van de maatschappelijke stage is om
komt de leerling echter vaak in contact met instanties
leerlingen buiten hun eigen kaders en omgevingen te
die op een grote afstand kunnen staan van het onder-
laten kijken en van die ervaring iets over de maat-
wijs. Dit kan problemen opleveren in organisaties die
schappij en burgerschap te leren. Deze doelstelling
gewend zijn om vrijwilligers te ontvangen en in te zet-
vraagt om het vinden van een balans tussen de leefwe-
ten op verschillende taken. Het zou kunnen zijn dat
reld van de leerling (onder andere interesses, activitei-
deze organisaties de maatschappelijke stagiairs als nor-
ten, ervaringen) en de doelen van de maatschappelijke
male vrijwilligers zien. De kans is dan groot dat de fo-
stage om ‘op een andere manier te kijken’. Bij de keuze
cus van deze organisaties vooral op de taken ligt en dus
van een stageplek en activiteiten denken leerlingen na
niet op de kwaliteit van de leerervaringen die de maat-
over hun interesses en voorkeuren. Ook hier is er een
schappelijke stagiairs daar opdoen, zeker als ze ineens
kans om deze interesses in een bepaalde maatschappe-
te maken krijgen met grote aantallen leerlingen die bij
lijke context te plaatsen.
hen stage willen lopen. Resultaten uit zowel ons onderzoek als uit de internationale literatuur tonen aan dat het nut van de activiteiten en de mogelijkheid om in een duidelijke behoef-
“Eerst dacht ik dat ze [bewoners van een verzorgingstehuis, red.) heel raar waren… dat ze wel een beetje, ja, gek waren, dat ze heel gek dingen doen, en dat was niet zo. Ze waren gewoon heel normaal en aardig.”(1VMBO-leerling; Karr, 2008, p. 37)
te te helpen, bijdragen aan het succes van wat sociale leerervaringen worden genoemd (zie onder anderen
Ook in de uitvoering moet er een balans worden ge-
Meinhard e.a., 2007; Bruning e.a., 2004). Het nut van
vonden tussen keuzevrijheid voor de leerling en diens
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 55
behoefte aan ondersteuning en begeleiding in die keu-
ject. In andere scholen bestaat evaluatie enkel uit sum-
zes. Juist deze ondersteuning en de begeleiding geven
miere discussies over het verloop van het project. On-
een uitgelezen kans voor reflectie. Uit het kwantitatie-
danks de vorm van de evaluatie, geldt dat de aspecten
ve onderzoek blijkt dat de mate van keuzevrijheid voor
waar de leerlingen gevraagd worden over na te denken
leerlingen geen eenduidig positief effect heeft. Leerlin-
goed aansluiten bij de doelen van de maatschappelijke
gen die beperkte keuzevrijheid kregen, scoren op som-
stage.
mige aspecten van burgerschap juist hoger dan leerlingen die volledige vrijheid kregen. Wel blijkt dat leerlin-
Conclusies en aanbevelingen
gen die meer keuzevrijheid kregen, achteraf meer
In dit artikel hebben wij resultaten gepresenteerd uit
tevreden zijn over hun stage; en meer tevreden leerlin-
een multimethode-onderzoek naar de effecten van
gen scoren hoger op burgerschap.
maatschappelijke stages op het burgerschap van middelbare scholieren. Deze resultaten laten onder andere
“Het is leuker geweest als de school contact heeft met het bedrijf en dan je daar naartoe stuurt. Er werd niet gecontroleerd wat we deden. Als de school contact heeft en langs komt, zou het leuker zijn. De leiding wist niets van wat we deden en ze kwamen nooit kijken. Dat heb ik voor mezelf gedaan, maar de opdracht kwam vanuit de school, dus er hoort controle te zijn.” (5VWO-leerling; Karr, 2008, p. 44)
zien dat een maatschappelijke stage – mits deze op een positieve manier wordt ervaren – positieve effecten kan hebben op de maatschappelijke waarden, attitudes en het gedrag van scholieren. Daarnaast laten de resultaten zien dat reflectie belangrijk is voor het succes van een maatschappelijke stage-programma, maar
In sommige gevallen voldoen leerlingen aan de maat-
dat reflectie moeilijk blijft voor veel scholen en leerlin-
schappelijke stage-verplichting door activiteiten te ver-
gen.
richten die ze al doen bij de verenigingen of clubs waar
Ook hebben wij het belang van reflectie binnen de
ze lid van zijn. Hoewel deze leerlingen wellicht met
maatschappelijke stage uitgebreid besproken, met aan-
een positieve blik op de maatschappelijke stage kun-
dacht voor factoren die het waarmaken van deze re-
nen terugkijken, blijft de vraag of de gewenste doelen
flectie in de weg kunnen staan. In deze paragraaf ge-
waren bereikt.
ven wij aanbevelingen voor zowel nader onderzoek als voor de praktische implementatie van de maatschap-
Evaluatiefase
pelijke stage.
Per definitie vraagt evaluatie om reflectie. In deze fase heeft de school nog een kans om leerlingen te begelei-
Voor nader onderzoek
den in het nadenken over de maatschappelijke stage.
In ons onderzoek konden wij geen aandacht besteden
De onderzoeksresultaten laten zien dat de verbanden
aan de verschillen tussen regio’s, scholen en docenten.
tussen MaS-activiteiten en de maatschappelijke leer-
Hierdoor is niet duidelijk in welke regio’s stages goed
doelen daarvan worden versterkt als de leerlingen
en minder goed werken, of stages op sommige scholen
feedback over hun inzet van anderen (begeleiders op
sterkere effecten hebben dan op andere, en welke ken-
de stageplek, werknemers van de stageorganisaties,
merken van docenten van belang zijn voor een optima-
cliënten en ook docenten of coördinatoren van de
le stage-ervaring onder leerlingen. Met het oog op de
school) krijgen. Dit draagt bij aan het gevoel dat de
praktijk is het wenselijk dat kennis hierover wordt ver-
werkzaamheden nuttig zijn.
kregen. Het is dus niet duidelijk in hoeverre de ouders invloed hebben op de effecten van de maatschappelij-
“… je ziet dat je niet alles voor geld moet doen, dat je ook kan zien dat je iets vrijwillig doet, dat je niet zegt bijvoorbeeld ‘Nou, voor de auto wassen wil ik gelijk geld’, en dat je ziet hoe andere mensen zijn, wat ze hebben, wat ze kunnen hebben…” (1VMBO-leerling; Karr, 2008, p. 33)
ke stage. Voorbereidingen zijn al begonnen voor een vervolgstudie die ook met deze aspecten rekening houdt. Uit Canadees onderzoek blijkt, dat leerlingen die met hun ouders over hun stage-ervaringen praten, meer
Scholen bouwen vaak een of andere vorm van evalua-
vooruitgang boeken op allerlei aspecten van burger-
tie in als onderdeel van de maatschappelijke stage.
schap dan leerlingen die niet met hun ouders over de
Soms heeft het de vorm van het schrijven van een ver-
stage praten (Meinhard & Foster, 2000). In de VS is
slag of het invullen van een werkboek tijdens het pro-
juist gevonden dat leerlingen, die van huis uit minder
56 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Maatschappelijke stage geëvalueerd
vertrouwd zijn met vrijwillige inzet, meer vooruitgang
1. Zorg dat de leerlingen tijdens hun stage positieve er-
boeken (Metz & Youniss, 2005). Het is onduidelijk hoe
varingen opdoen. Laat leerlingen taken doen die
de situatie in Nederland is. Omdat reflectie en terug-
een concreet resultaat opleveren. Dat kan een tast-
koppeling van de ervaringen van leerlingen aan de
baar product zijn, maar ook een leerervaring. Daar-
doelen van de maatschappelijke stage een belangrijke
door zullen leerlingen de stage eerder als nuttig er-
succesfactor blijken, is het ook zinvol om nader inzicht
varen.
te krijgen in de ontwikkeling van reflectie-elementen
2. Zorg dat de doelen van de stage voor de leerlingen
binnen bestaande maatschappelijke stage-program-
vooraf duidelijk zijn. Als de doelen onduidelijk zijn,
ma’s. In vervolgonderzoek moet hier nader aandacht
is er een kans dat de leerlingen de stage als minder
aan worden besteed.
zinvol zullen ervaren. Leerlingen kunnen gedeeltelijk deze doelen zelf vaststellen in een stagewerk-
Wij benadrukken nogmaals dat de vergelijkingen die
plan.
zijn gemaakt tussen leerlingen die wel en geen maat-
3. Laat leerlingen hun ervaringen zelf evalueren in het
schappelijke stage hebben gedaan, strikt genomen
licht van de gestelde doelen. Laat leerlingen op hun
geen bewijs vormen voor het causale effect van de
ervaringen reflecteren, bijvoorbeeld in een dag-
maatschappelijke stages; het gaat immers om verschil-
boek. Hierdoor kan het effect van de maatschappe-
lende leerlingen. Op een groot aantal scholen hebben
lijke stage op burgerschap vergroot worden, zeker
wij leerlingen ondervraagd die dit schooljaar de maat-
als het vergezeld gaat met feedback over de reflec-
schappelijke stage zullen doen. Het is de vraag of daar
tie.
ook enkele scholen bij zijn waar een stage 72 uur duurt. Nametingen onder deze leerlingen kunnen la-
4. Beoordeel de stage niet met een cijfer. Dit kan de intrinsieke motivatie ondermijnen.
ten zien of de maatschappelijke stage inderdaad bij-
5. Geef leerlingen beperkte vrijheid: laat ze kiezen uit
draagt aan de vorming van burgerschap. Deze name-
een lijst met organisaties en taken. Vrijheid geven
tingen zouden in de toekomst idealiter jaarlijks moeten
betekent echter niet dat leerlingen geen ondersteu-
worden herhaald. Daardoor wordt duidelijk wat de ef-
ning nodig hebben bij het maken van keuzes. Volle-
fecten zijn van de maatschappelijke stage op de
dige vrijheid lijkt een kleiner leereffect te hebben
lange(re) termijn.
dan beperkte vrijheid. 6. Laat leerlingen in meerdere jaren ervaring opdoen
Voor de praktijk
met de maatschappelijke stage. Leerlingen die voor
Als de stage wordt ingevoerd, dan kunnen wij uit het
de tweede keer een maatschappelijke stage doen,
onderzoek enkele werkzame ingrediënten distilleren
zijn er positiever over.
die stages meer effectief maken. Wij bevelen scholen
7. Laat leerlingen liever in een groepje stage lopen dan
aan bij de vormgeving van de maatschappelijke stage
alleen; dit bevordert waarschijnlijk hun betrokken-
op de volgende punten te letten:
heid.
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 57
Referenties Alblas M. (2006). Maatschappelijke Stage - een MaSterlijke actie! Onderzoek naar de activiteiten van maatschappelijke stage in het Nederlands voortgezet onderwijs in het schooljaar 2005–2006 [Research on civic-internship activities in secondary education in the Netherlands, 2005-2006]. Utrecht: Civiq. Bekkers, R., & Karr, L.B. (2008). Evaluatieonderzoek maatschappelijke stage. Utrecht: Faculty of Social Sciences. Bekkers, R. (2005b). Participation in Voluntary Associations: Relations with Resources, Personality, and Political Values. Political Psychology 26:439-54. Bekkers, R. (2006). Traditional and Health Related Philanthropy: The Role of Resources and Personality. Social Psychology Quarterly 68:349-66. Bekkers, R. (2007). Values and Volunteering: A Longitudinal Study of Reciprocal Influences in the Giving in the Netherlands Panel Study’. Paper presented at the 36th ARNOVA Conference, Atlanta, GA. Billig, S. (2000). Research on K-12 School-Based Service-Learning: The Evidence Builds. Phi Delta Kappan 81:658-64. Breeze, B., Thornton, A. (2006). Raising a Giving Nation: A report on 3 years of research and activity with young people and schools by the Giving Nation programme. London: Citizenship Foundation. Deci, E.L., Koestner, R., Ryan, R.M. (1999). A Meta-Analytic Review of Experiments Examining the Effects of Extrinsic Rewards on Intrinsic Motivation. Psychological Bulletin 125:627–68. Eyler, J. (2002). Reflection: Linking Service and Learning - Linking Students and Communities. Journal of Social Issues. 58:517-34. Giles, D., Eyler, J. (1994). The theoretical roots of service learning in John Dewey: Toward a theory of service-learning. Michigan Journal of Community Service Learning 1:77-85. Hatcher, J.A., Bringle, R.G. (1997). Reflections: Bridging the Gap between Service and Learning. Journal of College Teaching 45:153-8. Jackson, E.F., Bachmeier, M.D., Wood, J.R., Craft, E.A. (1995). Volunteering and charitable giving: Do religious and associational ties promote helping behavior? Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly 24:59-78. Karr, L.B. (2008). Reflectie; een brug tussen de stage en de maatschappij. Beilen: Bridges-Karr Consultancy. Karr, L.B. & M. van Loenen (2006). Een school voor betrokkenheid; reflectieve en maatschappelijke betekenis van een experimentele sociale leerervaring. [A school for commitment: Reflective and social meaning in an experimental social learning experience.] Vrijwillige Inzet Onderzocht (VIO), 3(1). 63-71. Karr, L.B. (2007). I’ll do it because I want to, not because I have to. An exploration of the implications of obligation for volunteerability. Vrijwillige Inzet Onderzocht 4S:131-8. McLellan, J.A., Youniss, J. (2003). Two Systems of Youth Service: Determinants of Voluntary and Required Youth Community Service. Journal of Youth Adolescence 32:47-58. Meinhard, A., Brown, S. (2007). School Community Service Programs: Essential Features for Success. Paper presented at the 36th annual ARNOVA Conference, Atlanta,GA, November 2007. Meinhard, A., Foster, M. (1999). The Impact of Volunteer Community Service Programs on Students in Toronto’s Secondary Schools. Center for Voluntary Sector Studies, Ryerson University, Working Paper Number 12, November 1999. Meinhard, A., Foster, M. (2000). Structuring Student Volunteering Programs to the Benefit of Students and the Community: The Ontario Experience. Center for Voluntary Sector Studies, Ryerson University, Working Paper Number 14, July 2000. Metz, E.C., McLellan, J.A., Youniss, J. (2003). Types of Voluntary Service and Adolescents’ Civic Development. Journal of Adolescent Research 18:188-203. Metz, E.C., Youniss, J. (2005). Longitudinal Gains in Civic Development through School-Based Required Service. Political Psychology 26:413-37. Planty, M., Bozick, R., Regnier, M. (2006). Helping Because You Have To or Helping Because You Want To? Sustaining Participation in Service Work From Adolescence Through Young Adulthood. Youth and Society 38:177-202.
58 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Maatschappelijke stage geëvalueerd
Schmidt, J.A., Shumow, L., Kackar, H. (2007). Adolescents’ Participation in Service Activities and Its Impact on Academic, Behavioral, and Civic Outcomes. Journal of Youth and Adolescence 36:127-40. Stukas, A.A., Snyder, M., Clary, E.G. (1999). The Effects of "Mandatory Volunteerism" on Intentions to Volunteer. Psychological Science 10:59-64. Warburton, J., Smith, J. (2003). Out of the Generosity of Your Heart: Are We Creating Active Citizens through Compulsory Volunteer Programmes for Young People in Australia? Social Policy & Administration 37:772-86.