De huidige structuur in het Hoger Onderwijs De hervormde opleiding Bachelor Verpleegkunde
28-10-2010
Helly Symens
1
Bologna verklaring
Met de Bologna-verklaring van juni 1999, ondertekend door 31 ministers verantwoordelijk voor hoger onderwijs, beoogde men een Europese hoger onderwijsruimte te creëren waarbinnen Europese burgers op een flexibele wijze levenslang zouden kunnen leren .
2
Structuurdecreet 4 april 2003
• Europese overeenkomst over de diploma’s in het hoger onderwijs (Bologna akkoorden) • 3 cycli 1ste cyclus: Professionele of academische bachelor 2e cyclus: Master 3e cyclus: Doctoraat
3
Hoger onderwijs: Bachelor opleiding
1ste cyclus: professioneel of academisch • 180 studiepunten of credits • Professionele bachelor: Meteen inzetbaar in het werkveld. Hogeschool: bv. Verpleegkunde, Vroedkunde, Sociaal assistent, Bedrijfsmanagement, Toegepaste informatica... • Academische bachelor: Verder studeren. Universiteit: bv. geneeskunde • Bachelor na bachelor/ BaNaBa ( Hogeschool) (Min. 60 studiepunten). Vb. Spoed - Intensieve 4
Hoger onderwijs
• Postgraduaat Verbredende of verdiepende opleiding. Min. 20 SP Vb. Oncologische zorg
• Post Hogeschool Opleiding om je specifieke kennis verder uit te diepen of om kennis te maken met een ander vakgebied. Vb. Oka/ VPK pijnspecialist/ Referentie VPK Wondzorg/ Diabetes....
5
Flexibiliseringsdecreet
•
Het flexibiliseringsdecreet van 30 april 2004 bepaalt dat vanaf 20052006 alle instellingen voor hoger onderwijs hun opleidingen moeten “flexibiliseren”
•
Momenteel slaagt een student per opleidingsonderdeel en niet meer per studiejaar. Een student verwerft een diploma via een accumulatie van creditbewijzen.
6
ECTS
• Wat betekent dit in het kader van flexibilisering? De eenheid van opleiding is niet langer het academiejaar maar het opleidingsonderdeel ( OOD). Wanneer een student een opleidingsonderdeel met goed gevolg ( 10 op 20) doorloopt verwerft zij/hij een aantal credits ( = aantal studiepunten SP). Binnen Europa staat een credit ( een SP) gelijk aan 26 à 30 uren studieactiviteit ( college volgen, opdrachten uitvoeren, leerstof verwerven, examen voorbereiden,….) Om een diploma van Bachelor te verwerven moet een student 180 credits behalen of m.a.w. tussen de 4680 en 5400 uren aan studieactiviteit besteden. Doordat binnen Europa dezelfde maat ( credits) gehanteerd wordt, wordt het mogelijk om soepel opleidingsonderdelen uit te wisselen met andere opleidingen binnen Europa. 7
Semestersysteem
Hoewel een academiejaar blijft bestaan, rekenen we vanaf nu in semesters. Elk academiejaar = 2 semesters Academiejaar telt in principe 60 studiepunten/ Semester = 30 studiepunten Per semester kan je credits behalen Mogelijkheid tot deeltijds studeren in combinatie met bv. Werken.
Gedeelde verantwoordelijkheid van student en hogeschool
• Leerkrediet september 2008 • Student kan niet meer onbeperkt mislukken, wordt aangespoord om: • Een goede studiekeuze te maken • Het goede tempo te kiezen/ Haalbaarheid • Tijdig te heroriënteren • Hogeschool: financieel belang bij het welslagen van studenten omwille van • Outputfinanciering • HO stimuleren om studenten voldoende te begeleiden
Leerkrediet
Nieuw!! September 2008
Leerkrediet in het hoger onderwijs Uitgedrukt in studiepunten: start 140 SP
Studiepunten opnemen via het jaarprogramma Studiepunten terugwinnen door credit te halen Verwerven van credits: SP worden opnieuw toegevoegd ( eerste 60 credits worden dubbel bijgeteld) Getolereerde tekorten worden niet vergoed Wijziging van het leerkrediet door wijzigen van instelling of stoppen Voor 1 december: volldedig leerkrediet terug Tussen 1 december en 15 maart: ½ leerkrediet Na 15 maart: niets 10
Leerkrediet
Nieuw!! September 2008
Leerkrediet in het hoger onderwijs Eerste 60 credits worden dubbel bijgeteld Belonen van succes Studenten die in een 1e jaar veel studiepunten verloren, krijgen zo de kans hun leerkrediet terug op te bouwen Heroriëntering Studenten die één jaar studeerden aan de Universiteit/ Hogeschool zonder succes: niet problematisch inzake het leerkrediet Studenten die meerdere jaren studeren zonder succes: kan problematisch zijn inzake het leerkrediet Leerkrediet raadplegen via Databank Hoger Onderwijs
11
Leerkrediet
Leerkrediet in het hoger onderwijs Na behalen van het eerste masterdiploma: 140 SP afgetrokken van het resterend krediet Rest er positief krediet kan de student een nieuwe opleiding starten in het licht van levenslang en levensbreed leren Leerkrediet < of 0 = student niet meer financierbaar ( weigering inschrijving of dubbel studiegeld mogelijk)
12
Leerkrediet • Het leerkrediet geldt voor: - Diplomacontracten en creditcontracten - Bachelor- of Masteropleiding
Het leerkrediet geldt niet voor: - Examencontracten - EVC en EVK - Banaba’s en Manama’s - Postgraduaatopleidingen
Leerkrediet
• • • •
Simulatie 1
Start 140 studiepunten Na het behalen van het bachelordiploma: 200 studiepunten Na het behalen van de initiële master: 200 studiepunten Afrekening leerkrediet: 200 – 140=60 studiepunten = ruimte om nog verder te studeren
14
Leerkrediet
Simulatie 2
• Start 140 studiepunten • Eerste jaar bachelor zonder het behalen van credit: 140 - 60= 80 studiepunten Daarna perfect traject: • Na het behalen van het bachelordiploma: 140 studiepunten • Na het behalen van de initiële master: 140 studiepunten • Afrekening leerkrediet: 140 – 140= 0 studiepunten • Per academiejaar + 10 studiepunten tot maximum 60= ruimte om nog verder te studeren
15
Leerkrediet
Simulatie 3
• Start 140 studiepunten • Twee jaren bachelor zonder het behalen van credit: 140 - 120= 20 studiepunten • Student schrijft zich in voor bacheloropleiding: student is maar financierbaar voor 20 studiepunten
16
Evoluties in het hoger onderwijs
Evoluties in het hoger onderwijs Wat betekent dit voor de opleidingen? Wat betekent dit voor het werkveld?
• Competentiegericht onderwijs • • • • • •
Beroepspraktijk als vertrekpunt Opleiden in een realistische context Integratie van theorie en praktijk Leertraject op maat Lector is ook begeleider en coach Zelfverantwoordelijkheid van de student
17
Evoluties in het hoger onderwijs: Flexibilisering
Evoluties in het hoger onderwijs Wat betekent dit voor de opleidingen? Wat betekent dit voor het werkveld?
• Flexibilisering van het onderwijs • Flexibilisering van de toegang van het hoger onderwijs • Studenten moeten op een voor hen aangepaste manier aan hoger onderwijs kunnen deelnemen en een diploma (c.q. creditbewijzen of getuigschriften) behalen • Ruimte voor EVC / EVK EVC: elders verworven competenties (buiten de onderwijswereld) EVK: elders verworven kwalificaties (diploma, creditbewijs, getuigschrift,…)
18
Vrijstellingen
•Op basis van een diploma, creditbewijs, bekwaamheidsbewijs of getuigschrift van academisch of ander hoger onderwijs kunnen studenten voor de opleiding waarvoor zij zich inschrijven, bij het departementshoofd vrijstelling vragen voor opleidingsonderdelen of delen van opleidingsonderdelen. = EVK (eerder/elders verworven kwalificaties) •Op basis van ervaring die studenten hebben opgedaan buiten de onderwijswereld is er ook de mogelijkheid om vrijstellingen toe te staan, na voldoende assessment om na te gaan of de vooropgestelde competenties inderdaad bereikt zijn.
= EVC
(eerder/elders verworven competenties) 19
Evoluties in het hoger onderwijs: Flexibilisering
Evoluties in het hoger onderwijs Wat betekent dit voor de opleidingen? Wat betekent dit voor het werkveld?
• Flexibilisering van de organisatie van het onderwijs • Modeltraject vs. geïndividualiseerd traject • Verkort traject • Versneld traject • Combinatietraject • …
20
Creditbewijzen steunen op ECTS fiche
•
Een student krijgt na afloop van een semester een overzicht van de
•
Een student krijgt op het einde van de opleiding het diploma
geslaagde/ niet geslaagde opleidingsonderdelen
•
Met bijgevoegd diploma supplement. (bevat een overzicht van de gevolgde opleidingsonderdelen, de behaalde creditbewijzen en de eventuele vrijstellingen). Interessant voor de werkgever in spe?!
•
Er wordt enkel nog een graad van verdienste toegekend aan de totale opleiding
•
(= enkel voor semester 5 en 6)
Een creditbewijs blijft onbeperkt geldig, tenzij voor die opleidingsonderdelen waarvan de opleidingscommissies bepalen dat een actualiseringsprogramma moet worden gevolgd. Dit kan ten vroegste na vijf kalenderjaren. 21
Tolerantie
•
De opleidingen bepalen voor welke opleidingsonderdelen geen toleranties toegestaan worden.
•
De hogeschool bepaalt hoeveel onvoldoendes getolereerd worden voor de ganse opleiding (180 SP) en hoe groot de onvoldoendes mogen zijn.
•
Vb KHL:
Voorwaarden om te slagen
Per OOD >= 8/20 of > = 10/20 indien nultolerantie ( vb stage) Toegestane tolerantie op 180 SP = max 10%
22
Studieadvies
•
Een niet-bindend studieadvies kan uitgebracht worden voor die studenten die een onvoldoende behaalden voor één of meerdere opleidingsonderdelen.
•
Bindend adviezen = bindende voorwaarden om opnieuw te mogen in te schrijven
PS. RAAD VOOR EXAMENBETWISTINGEN/RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN
23
Belang van geschreven feedback
•
Om juridische redenen is het belangrijk dat we voldoende schriftelijk bewijsmateriaal hebben.
•
Schriftelijke feedback!!!!!!
•
Positieve en negatieve feedback (werkpunten) zijn terug te vinden in stagebegeleidingsdossier: Reflectie-feedbackformulieren
•
Belang van kwaliteit in de verpleegkunde, ook te eisen van de studenten, onze latere collega’s
24
Beleidsvisie op stage
De stagebegeleiding is een gezamenlijke opdracht van hogeschool en werkveld • Het competentieprofiel van de opleiding verpleegkunde werd gevalideerd door het werkveld • Belang van de stem van het werkveld in de opleiding via de opleidingscommissie, adviesraden en overlegmomenten • De praktijklector krijgt ruimte om de stageplaatsen in te lichten over de laatste ontwikkelingen in het onderwijs • Organisatie van mentorendagen • Kwaliteitsonderzoek stage
25
Beleidsvisie op stage
De begeleiding dient voor elke student uniform te zijn • De leerbegeleiding dient voor elke student uniform te zijn • Leerbegeleiding door de praktijklector van de hogeschool met focus op reflectie • Belangrijk is het stagebegeleidingsdossier • Duidelijke procedure voor de praktijklector • Wat wordt er van mij verwacht op welk moment van het leerproces van de student? • Werkbegeleiding is de taak van de mentor • De mentor is contactpersoon tussen student, het team en de praktijklector • De mentor is expert op de werkplek • Aanbieden van een aangepaste vorming mbt. het coachen van studenten 26
Semester 1 en 2
Stages volgens het modeltraject: Semester 1 en 2 •
Stage kennismaking met de gezondheidszorg 3 weken
• Stage laag complexe zorg 3 weken
Semester 3 en 4
Semester 3 en 4 modeltraject • Acute zorg • Theorie 6 weken • Stage 5 weken
• Chronische zorg • Theorie 6 weken • Stage 5 weken
• Exploratie Afstudeerrichting • GER, KV, PSY, SOC, ZH • 3 weken stage
Afstudeerrichtingen
•
Afstudeerrichting geriatrie
•
Afstudeerrichting kinderverpleegkunde
•
Afstudeerrichting psychiatrie
•
Afstudeerrichting sociale
• • •
Afstudeerrichting ziekenhuis: - Keuzetraject Klinisch - Keuzetraject Medisch Technologisch
Semester 5 en 6
Semester 5 en 6 modeltraject • 5 weken generieke stage • 6 weken stage afstudeerrichting • 6 weken stage keuze student
Toetsen van de competenties
Verworven competenties getoetst op basis van:
• Examens per OOD • Stages ( 76 SP) • Bachelorproef ( 3 SP) • Portfolio (3 SP)
31
Vergelijk 1980 en 2010 •Jaarprogramma: 3 jaren
•Opleidingsprogramma: 180 SP
•Deliberatiemodel
•Tolerantiemodel
•De school maakte bepaalde keuzes die voor alle studenten golden
•Student maakt zelf een aantal keuzes maar wél volgens vastgelegde regels
•Alle verantwoordelijkheid/praktische organisatie in handen van de school
•De student is voor een deel ZELF verantwoordelijk in heel de organisatie
•Alle studenten volgden hetzelfde programma
•>40% van de stud. ondertekenen een individueel jaarprogramma •Studie-advies-bureau om individuele studenten en studentengroepen te informeren/ adviseren/begeleiden/ ondersteunen
We blijven doorgaan…. •De school maakte de regels
•Regels komen vanuit de opleiding, het •departement, de associatie •, uit Europa én uit talrijke •onderwijsdecreten,
•Docent gaf les en deed stagebegeleiding
•Lector is coach, lesgever,onderzoeker, • assessor/evaluator, begeleider, • inhoudelijke expert, ontwerper van • leeromgeving, maatschappelijke • dienstverlener, teamspeler,….
•Vaardigheden werden klassikaal aangeleerd en student kon met wat geluk beperkt oefenen
•Alle technieken staan op film en een •techniekklas werd skillslab en vandaag • heet het ‘vaardigheidscentrum’ •beeldschem staat naast het bed, de
•Diploma behaald = meestal gaan werken
•Meer dan 50% studeert verder
•Geen controle op kwaliteit van onderwijs
•(internationale) Accrediteringscommissie •bezoekt/controleert ons alle 8 jaren, vergelijkt ons met andere hogescholen en beslist of we verder mogen doen
We kunnen blijven doorgaan……
• Heel het jaar door werken is een • De laatste trein om in juni te slagen vertrok eind februari (voor absolute must velen van ons zelfs met veel vertraging)
• Studentenleven was voor velen ‘fun’ •‘Bulderende proffen’ bovenop een verhoog •De ‘eerder meegaande’ toffe student • Weinig klachten
•…..
• Duidelijk meer studenten met zorgen • Sympathieke proffen mét mailadres •De mondige maar nog altijd even toffe student •Klachten via interne procedures (depart. •en KHL-niveau ), via de raad (Brussel)voor •betwistingen inzake studievoortgangs•beslissingen, via de Raad van examenbetwistingen •…….
Eén wijs besluit…. • Het was goed én • Wij waren goed!!!
• Vandaag is ‘anders’ maar ‘hét’ en de studenten zijn minstens even goed
•Het was boeiend
•Het is elke dag nog even boeiend
Bedankt!