1
De gouden eeuw
1600 Tijd van regenten en vorsten
Het schilderij De Nachtwacht is beroemd over de hele wereld.
Wat ga je leren? De tijd tussen 1600 en 1700 is bijzonder voor Nederland. Er wordt veel geld verdiend met de handel. Van dat geld worden mooie huizen gebouwd. En de rijke kooplieden laten schilderijen van zichzelf maken. In veel musea hangen schilderijen, en langs de grachten staan nog veel huizen uit die tijd.
De voorkanten van de huizen zijn allemaal anders.
6
1700
In het weeshuis zijn ze heel streng tegen je.
De zeilschepen brengen nieuwe producten naar Nederland.
7
1 Les 1 Hoofdstuk 1 Verhaal-les WS blz. 2
In deze les leer je dat zeilschepen naar de Oost varen. Naar Indië. De schepen brengen goederen mee: specerijen, porselein, goud en zilver. De reizen duren erg lang, wel zes maanden.
Begrippen de goederen de Oost de specerijen de torenkamer het zeilschip
8
De zeilschepen komen terug!
Met een boos gezicht zit Maartje voor het raam. Haar moeder heeft haar naar haar kamer gestuurd. Ze is erg kwaad. Maartje heeft een ruitje ingegooid bij een van de huizen langs de kade. Het kost veel geld om dat weer te laten maken. Nu moet moeder nog een goede straf bedenken. Maartje verveelt zich. Dan hoort ze ineens roepen en gillen op straat. Ze luistert naar wat er wordt gezegd. Dat is groot nieuws! Stil sluipt ze haar kamer uit en gaat naar boven. Even goed opletten dat moeder haar niet ziet. Zou het waar zijn? ‘De schepen komen terug. De schepen uit de Oost.’ Dat riepen ze op straat. Haar vader zit op een van die schepen. Over de brede trappen rent ze zo zacht mogelijk door het mooie huis naar boven. Helemaal boven in het huis is een torenkamer. Van daaruit heeft Maartje een prachtig uitzicht over de haven. Het is spannend om hier te staan.
1600
1700
eens goed. Ja! Daar is het schip van haar vader. Die is kapitein op De Kleine Lelie. Wat zou vader bij zich hebben? Specerijen, thee, porselein, gouden en zilveren sieraden? Maartje bedenkt zich geen moment en rent weer naar beneden. Dan sluipt ze haar kamer in en doet het raam open. Lenig springt ze op een hoge muur en dan op straat. Ze lacht. Haar vader is terug! Snel rent ze langs de kade naar de plaats waar de schepen aanleggen. Ze ziet haar vader al staan en begint te gillen en te zwaaien. Vader ziet haar nu ook en zwaait wild terug. Ineens voelt Maartje een paar handen op haar schouders. ‘Ontsnapt, Maartje?’ vraagt een stem. Geschrokken draait Maartje zich om. Het is haar moeder. Maar moeder is niet meer kwaad. Ze kijkt net zo blij als Maartje. Over straf zegt ze niets.
Het is druk in de haven. Aan de kade staan veel arbeiders. Ze laden en lossen allerlei goederen in en uit de schepen. Maartje ziet ook kooplui langs de kade staan. Die werken natuurlijk niet. Daar! Aan het eind van de haven, daar ziet ze vijf zeilschepen aankomen. Ze varen met een bocht de haven in. Maartje kijkt nog
9
2
Een rijke koopman
Les 2
Een mooi huis
Hoofdstuk 1
De kooplieden verdienen veel geld met hun handel. Met dat geld laten ze grote huizen aan de gracht bouwen. Die huizen heten grachtenhuizen. Ze zijn mooi ingericht, kijk maar. In de kamers staan dure meubels. De familie eet van porseleinen borden, en ze drinken uit luxe glaswerk. Er liggen prachtige vloerkleden op de grond, en aan
Kijk-les WS blz. 3-4
In deze les leer je hoe het huis van een rijke koopman er in de gouden eeuw uit ziet.
de muren hangen schilderijen van beroemde schilders. Op zolder zijn kamertjes voor de dienstboden. Zij doen al het werk in het grote huis: schoonmaken, wassen en koken. Kinderen
De kinderen van de koopman gaan niet naar school. Ze hebben vaak een eigen meester, die thuis komt lesgeven. Rekenen is erg belangrijk!
1600
Veel andere kinderen zijn arm. Die gaan niet naar school. De arme kinderen moeten al jong werken om geld te verdienen. Als ze wel naar school gaan, zitten ze vaak met wel 50 kinderen in een klas. Spelen doen arme kinderen op straat. De kinderen uit de grote huizen spelen meestal binnen. Zo weten arme en rijke kinderen weinig van elkaar.
1700
De postbode
Brieven worden rondgebracht door de postiljon, een soort postbode. Hij rijdt op een paard en brengt de post zo vliegensvlug van de ene stad naar de andere.
De kinderen van die familie mogen niet op straat spelen, arme
Ook van buiten zien de huizen er mooi uit.
kinderen wel. Post wordt bezorgd door de postiljon.
Begrippen
De tafel is gedekt met mooie borden en glazen.
de dienstbode het glaswerk de gouden eeuw het grachtenhuis de postiljon
Op de vloer liggen prachtige kleden. Eerst voeten vegen!
10
Jacott Hoppezak samen met zijn vrouw en kinderen.
11
s r e t h c i d n e s r e d 3 Schil Les 3 Hoofdstuk 1 Info-les WS blz. 5-6
In deze les leer je dat er in de gouden eeuw
De beroemdste van allemaal: Rembrandt
Hier zie je het bekendste schilderij van Nederland: ‘de Nachtwacht’. De mannen op het schilderij zijn schutters. Schutters zorgen ervoor dat alles rustig blijft in de stad. Zij dragen een wapen en lopen ’s nachts de wacht.
Rembrandt van Rijn schildert de mensen zoals hij ze ziet. Ook al zijn ze niet zo mooi. Dat is nieuw. Andere schilders maakten de mensen graag een beetje mooier. De Nachtwacht kwam te hangen in het nieuwe stadhuis van Amsterdam. Maar het was te groot. Toen is er aan de zijkant gewoon een stuk van afgehaald!
beroemde schilders en
1600
Frans Hals en Jan Steen
Rijke mensen laten vaak een portret van zichzelf en hun familie schilderen. De schilder Frans Hals kon dat heel goed. Dit portret is van de koopman Pieter van den Broecke. Jan Steen schildert vooral het leven van gewone mensen, zoals een familie op sinterklaasavond. Het is een gezellige boel.
1700
Sinterklaas kapoentje …
dichters zijn. Een paar namen ken je misschien
Vondel
wel.
Veel mensen in de gouden eeuw kunnen niet lezen. Als je dan iets moet onthouden, was het gemakkelijk als het rijmt. De beroemdste dichter was Joost van den Vondel. Ze noemen hem ‘de prins der dichters’. Hieronder staat een stukje van een gedicht. Vondel schreef het toen zijn zoontje Constantijn doodging. Hij laat Constantijn heel blij boven de wereld zweven en tegen zijn moeder praten. Let op: ‘schreit’ en ‘weent’ betekent hetzelfde als ‘huilt’.
Begrippen de Nachtwacht het portret
‘Moeder’, zeit hij, ‘waarom schreit gij, Waarom weent gij op mijn lijk? Boven leef ik, boven zweef ik, Engeltje van ’t hemelrijk.
de portretschilder de schilderkunst de schutter
Dit schilderij weegt 370 kilo. Het is 4,5 meter breed en bijna 4 meter hoog.
12
Alleen rijke mensen dragen zo’n kanten kraag.
Joost van den Vondel.
13
4
Arm in een rijke tijd
Les 4
Meer mensen in de steden
Gasthuizen en hofjes
Hoofdstuk 1
In Holland en Zeeland gaan steeds meer mensen in een stad wonen. Deze mensen komen uit andere delen van Nederland. Ze weten dat je in de stad gemakkelijk werk kunt krijgen. In de havens zijn bijvoorbeeld veel sjouwers nodig. Ook gaan veel mensen op de schepen werken als matroos. Maar in de winter zijn veel mensen werkloos. Er varen dan minder schepen. Dan is er ook minder werk.
Zo komt het dat er in elke stad ook armen zijn. Deze mensen moeten bedelen om aan geld te komen. De kerk probeert voor de armen te zorgen door brood en kleren uit te delen. Ook rijke mensen doen aan armenzorg. Ze stichten gasthuizen. Dat zijn een soort hotels waar arme mensen een paar nachten mogen slapen. Daar krijgen ze ook wat eten. Ook arme reizigers mogen in een gasthuis overnachten. Voor oude mensen laten de rijken hofjes bouwen. Dat zijn piepkleine huisjes rond een pleintje. Dat pleintje heet een hofje.
Lees-les WS blz. 7
In deze les leer je dat niet iedereen rijk is in de gouden eeuw. We gaan kijken hoe het leven van arme mensen eruitziet.
1600
Als je daar woont, moet je je wel netjes gedragen. En veel bidden. Soms krijgen de bewoners ook wat geld voor kleren en eten. Weeshuizen
In de gouden eeuw zijn er veel wezen. Dat zijn kinderen zonder vader en moeder. Door honger of ziekte zijn die ouders al jong doodgegaan. Arme wezen zonder familie moeten naar een weeshuis. Daar is het heel streng. Alle jongens dragen dezelfde kleren, en alle meisjes ook. Het eten is vaak hetzelfde: veel erwten, kool en vis. Een klein stukje vlees krijg je maar af en toe.
1700 Jongens worden als ze 11 jaar zijn naar een baas gestuurd om een vak te leren. De meisjes moeten leren breien of naaien. Wat de meisjes maken, wordt dan verkocht. Het geld gaat naar het weeshuis. De meisjes hopen later dienstbode te worden in een van de grote huizen langs de gracht.
Rijke mensen delen brood uit aan de armen.
Op het plein staat een waterpomp. Daar haal je water.
Begrippen de armenzorg bedelen het gasthuis het hofje het weeshuis
14
Sjouwers halen de spullen uit het schip.
Een weeshuis voor meisjes.
15
5
Kijken naar de gouden eeuw
Les 5
Gebouwen
Hofjes
Hoofdstuk 1
In veel plaatsen in Holland en Zeeland staan gebouwen uit de gouden eeuw. Veel grachtenhuizen worden nu gebruikt als kantoor. Let eens op de mooie gevels. Soms hebben ze de vorm van een trap. En ook lijken ze wel op een klok.
Veel hofjes worden nog steeds bewoond. Meestal zijn ze open en kun je door de poort naar binnen. Hier zie je het hofje van de Tuinstraat in Amsterdam.
Kijk-les WS blz. 8-9
In deze les leer je wat er
1600
1700
Kinderen in hun tijd
In dit park kun je heel goed skaten.
Dit meisje draagt een jurk met veel kant. Door die mooie jurk weten we dat het meisje uit een rijke familie komt. Ze is ongeveer 6 jaar. Het meisje op schoot bij haar moeder is ook 6 jaar. Maar er is een groot verschil. De familie van dit meisje is niet rijk. Haar kleren zijn lang niet zo mooi. In de gouden eeuw waren er ook arme mensen. Rijke mensen lieten vaak een portret van zichzelf of hun familie schilderen. Portretten van arme mensen zijn er niet zo veel. Dit is er wel één. Het schilderij is gemaakt door Gabriël Metsu.
Door de poort kom je het hofje binnen.
nog over is van de gouden eeuw. In veel musea hangen schilde rijen. En er zijn boeken en toneelstukken.
Van de pakhuizen zijn soms woonhuizen gemaakt, net als in een flat. De naam van het pakhuis staat nog op de gevel. Het paleis op de Dam in Amsterdam is ook gebouwd in de gouden eeuw. Toen was het het stadhuis, nu is het een paleis.
Begrippen Rembrandt en Vondel
de gevel het stadhuis het standbeeld
Wat een groot stadhuis was dat!
16
Veel straten en pleinen heten naar grote kunstenaars. Naar Frans Hals of Jan Steen. Een bekend plein in Amsterdam heet het Rembrandtplein. Hier staat een beeld van de beroemde schilder. Even verderop staat een standbeeld van de dichter Vondel in het Vondelpark. Is er in jouw woonplaats ook een Rembrandtlaan of Vondelstraat?
Alleen als je beroemd bent, wordt er een standbeeld van je gemaakt.
17
6
Wat heb je geleerd?
Les 6
Een rijke eeuw
Hoofdstuk 1
Nederlandse kooplieden verdienen in de gouden eeuw veel geld met handelen. Met schepen halen ze goederen uit de Oost. De kooplieden worden rijk. Hun geld geven ze uit aan mooie huizen, dure meubels, zilver, kleden en schilderijen.
Toets-les Toetsboekje Computer
Schilders en dichters
In deze eeuw zijn er ook veel beroemde schilders en dichters. Rembrandt van Rijn is de bekendste schilder, en Joost van den Vondel wordt ‘de prins der dichters’ genoemd.
Begrippen
de armenzorg Armenzorg betekent het zorgen voor arme mensen. de gevel Een gevel is de voorkant van een huis. Bij oude grachtenhuizen heeft de gevel soms de vorm van een trap of een klok. de goederen Goederen zijn spullen die de schepen meebrengen om te verkopen.
De armen
Naast de weelde en rijkdom is er ook veel armoede. In de steden is niet altijd werk voor iedereen. Er zijn veel wezen en bedelaars. De rijke mensen doen aan armenzorg: er komen weeshuizen en gasthuizen. Voor oude mensen worden hofjes gebouwd.
1600
1700
de gouden eeuw De gouden eeuw is de naam van de tijd tussen 1600 en 1700. Het is een tijd met veel rijkdom en beroemde schilders.
de Nachtwacht De Nachtwacht is het beroemdste schilderij van Nederland. Rembrandt van Rijn heeft het gemaakt.
het grachtenhuis Een grachtenhuis is een mooi huis aan een gracht. Er woont een rijke koopman met zijn gezin.
de Oost Met de Oost wordt Indië bedoeld. Dat is een land dat aan de oostkant van de wereld ligt.
het hofje Een pleintje met kleine huisjes eromheen noem je een hofje. Er wonen oude mensen. Meestal hoeven die geen huur te betalen, omdat ze arm zijn.
de schilderkunst De schilderkunst is de kunst waarbij met verf schilderijen worden gemaakt. het standbeeld Een standbeeld is een groot beeld van iemand die beroemd is.
De gevel.
Wat is er nog over?
Schilderijen van Nederlandse schilders hangen in veel landen in de musea. In de steden van Holland en Zeeland staan nog gebouwen uit de gouden eeuw.
18
19