Twee brouwerijen op Texel Zo kort na de studiereis van De Koperen Tsjettel in het begin van april 2009 had uw redacteur de smaak helemaal te pakken, wat er toe leidde, dat hij op zaterdag 25 april een bezoek bracht aan de twee brouwerijen, die het eiland Texel rijk is. Naast de Texelse bierbrouwerij, waar brouwmeester Maurice Diks de roerstok zwaait, is er nog een tweede, veel kleinschaliger brouwerij, namelijk brouwerij De Boei, waar brouwer Joscha Schoots aan het roer(werk) staat. De Texelse Bierbrouwerij. Op genoemde, zonovergoten, zaterdag meldden mijn echtgenote en ik ons voor een rondleiding. Met regelmaat worden er hier in het seizoen keurig verzorgde rondleidingen gegeven, startend met een introductiefilmpje in de filmzaal, waarna de brouwzaal wordt bezocht, vervolgens gaat het langs de whirlpool, de lager- en de botteltanks naar de vullijn, en op naar het proeflokaal, alwaar vier biertjes worden geserveerd in kleine proefglaasjes op een plankje.
De gids tijdens de rondleiding was Harrie, die in duidelijke termen het brouwproces voor leken uitlegde.
De capaciteit van de brouwerij tijdens de start in 1999 bedroeg 20 brouwsels van 1000 liter oftewel een jaarproductie van 200 hectoliter. Momenteel worden er per week 4 tot 6 brouwsels gemaakt van 3200 liter, waardoor de jaarcapaciteit op ongeveer 4000 hectoliter uitkomt. Deze schaalvergroting was mogelijk door de nieuwe installatie, die met enig geluk in Duitsland gekocht kon worden. Een brouwer had voor zijn dochter bedacht dat zij ook in het vak zou gaan en een eigen brouwerij moest hebben. Helaas lagen haar ambities anders en trouwde ze met een Zwitser, om vervolgens ook naar Zwitserland te verhuizen. De volledig koperen installatie, die al was aangeschaft, bleef werkeloos liggen. Na 10 jaar opgeslagen te zijn geweest, kon de Texelse Brouwerij de apparatuur voor een schappelijke prijs kopen, en werd het bouwpakket (zonder bijsluiter of gebruiksaanwijzing) in de nieuwe brouwzaal geassembleerd.
Ik moet zeggen, het is een bijzonder fraai geheel. Oogstrelend, deze installatie. Bijzonder is , dat de ketels geheel van koper zijn. De meeste grote brouwerijen hebben een koperen mantel (voor de show) om een goedkopere maar efficiënte RVS binnenketel. De rondleiding ging wel zo snel, dat ik niet echt in de ketels heb
kunnen kijken, maar wie de foto’s van de buitenkant ziet, zal beamen, dat het er mooi uitziet. Nu is een knappe vrouw wel leuk, maar kan ze ook lekker koken? Deze knappe vrouw met haar weelderige koperen rondingen kan óók nog eens lekker koken. De bieren die ik geproefd heb, waren naar mijn smaak goed tot zeer goed.
Hier wordt de bostel verwerkt tot schapenmelk
In de Texelse brouwerij wordt volgens de spelregels van het Reinheitsgebot gebrouwd (Zelfs in Engeland weten ze hoe dit zit; op het album “The ragpickers’ dream” zingt Mark Knopfler immers: “German Beer is Chemical-free”), met als enige uitzondering het Texels Winterbier, waar bij het koken een zakje met citrusschillen wordt meegekookt. Verder uitsluitend gerst (op Texel geteeld), hop(-pellets), water (uit de duinen) en gist. Er wordt het klassieke maischschema aangehouden: 52 graden(20 minuten) / 62 graden(1 uur) / 72 graden / 78 graden. Voor alle bieren wordt de zelfde gist gebruikt. Deze gist wordt ook voor de navergisting op fles meegegeven in de botteltanks, waar het bier wordt ingepompt om van daaruit via de vullijn te
worden uitgevuld. Er wordt onder druk gevuld, en onze gids meldde dat er 3500 flesjes per minuut kunnen worden afgevuld. Ik heb hier verder niet naar gevraagd, maar het zal wel per uur moeten zijn. Er worden overigens uitsluitend nieuwe euroflesjes gebruikt. Deze komen via het statiegeld-circuit weer terug bij de supermarkten e.d. maar dus niet meer bij deze brouwerij. Men vindt nieuwe flesjes frisser presenteren in cadeauverpakkingen. Op de proefplank zaten de volgende biertjes:
Uw redacteur aan het werk
Texels Goudkoppe. Een Kölsch, met volgens de brouwerij een zacht, hoppig, karakter en een gouden kleur. 6 vol% alcohol. Mijn indruk was dat het een mooi blond bier was met een frisse neus, en een aangename hopgift, een tikje hoppiger dan veel vergelijkbare blonde bieren. Een prettige body en fraai in balans. Een mooie Kölsch. Texels Skuumkoppe. Een donker witbier, oftewel in gewoon Nederlands, een “Dunkelweizen”, zonder kruidentoevoegingen.
Volgens onze gids een bier met een “zoetje” en een “bittertje”. Dit klopt. De brouwer heeft niet meegedaan in de huidige race van zoet-zoeter-zoetst. Een bier met een prettige en gemakkelijke smaak, een tikje zoet, een licht bittere afdronk, en mede door zijn alcoholgehalte van 6% een vrij stevig karakter. Een doordrinker. En dat blijkt ook wel, want ongeveer 85% van de handel zit voor de brouwerij in dit bier, wat bij bijna alle horeca gelegenheden op Texel op de tap te krijgen is, en bij de rest in ieder geval op de fles. Texels Dubbel. De naam zegt het al: een dubbel. Een roodbruin bier met donkere kleurmout toevoeging gebrouwen, in de bekende stijl van de Belgische abdijbieren. 6,4% Alcohol. En volgens de brouwer een klein zoetje in de afdronk. Dit laatste kon ik niet goed terugvinden. Ook qua body vond ik het bier niet erg opvallend, evenmin als in zijn hoparoma en hopbitterheid. Wel een tikje de bitterheid van de gebrande mout. Een weinig uitgesproken bier. Een beetje een allemansvriend; misschien juist ook wel weer heel goed dus. Wanneer je voor een breed publiek brouwt moet je het niet te extreem aanpakken. Texels Tripel. Volgens de brouwerij-informatie een zwaar blond bier met een “bite”. Wederom met in de afdronk een heel klein “zoetje”. Alcoholpercentage 8,5%. Een keurige tripel, met nu eens niet een te overdreven zoete smaak (dus dat zoetje valt wel mee), maar uiteindelijk naar mijn idee een wat smalle body, en in de smaak niet de complexiteit, die een Westmalle tripel (het archetype) bijvoorbeeld heeft. Weinig esters. De vergeten vraag aan de gids was in dit geval of er behalve het zakje met citrus bij het Winterbier nog meer tegen het Reinheitsgebot gezondigd is en er suiker is toegevoegd. Het zal wel niet, maar het kwam zo bij me op. Evenzogoed een ruime voldoende op de Schaal van Sikkens. De volgende bieren zitten ook nog in het assortiment: Texels Witbier. Een Weizen, Duitse stijl, 5% vol.alc. Wel van de fles geproefd. Inderdaad een echt zomerbier, toch wat minder de bananen en de andere typische Weizen-smaakcomponenten, die bijvoorbeeld een Weihenstephan zo bij zonder maken.
Texels Amber. Een amberkleurig bier, 5,5% vol.alc. Volgens de brouwer gebrouwen met een selectie van geroosterde moutsoorten, koperkleurig en met een licht bittere nasmaak. Niet geproefd. Texels Bock. Een bokbier met 7% alcohol en wel een beetje de trots van de brouwerij, want bij de landelijke verkiezing van het lekkerste bockbier van Nederland scoort dit bier steeds hoge ogen. Ook in 2008 weer een derde plaats. Dit zegt twee dingen: de kwaliteit is goed, én de kwaliteit is constant Dat laatste kunnen wij van onze zelf gebrouwen bieren niet altijd zeggen. Texels Stormbock. Een robijnrode winterbock met 9,5% alcohol en elementen van moutbitter (caramel), een lichte zoetigheid en hopbitter, en volgens de brouwer een lange houdbaarheid op fles. Te rangschikken onder de Barleywine. Texels Winterbier. Een koperkleurig seizoensbier met 7,5% alcohol met gerste- en tarwemout en citrusschillen als toevoeging. Verkrijgbaar vanaf begin December. Een echt seizoensbier dus. Mijn samenvattend oordeel: een prachtige installatie, een verscheidenheid aan goede speciaalbieren, met wat mij betreft wel als uitschieters de Kölsch (Goudkoppe) en de Skuumkoppe. Brouwerij De Boei. Vlakbij Den Hoorn op Texel vinden we het landgoed “De Bonte Belevenis”. De naam zegt het al: hier valt van alles te beleven: papierscheppen, zeep maken, brood bakken, en zo nog wat ambachtelijke bezigheden. Erg leuk voor een kinderfeestje. We zagen dan ook diverse kinderen voorbijstuiven met het product van een welbestede middag in hun knuistjes. Één van de ambachtelijke activiteiten op dit landgoed is het brouwen van bier. Dit wordt op serieuze maar wel avontuurlijke wijze gedaan door de brouwer, Joscha Schoots. Overigens nog maar sinds kort. Ik begreep, dat de eerste brouw op deze locatie nog moest plaatsvinden. De brouwerij was voorheen een paar jaar gevestigd geweest in het Ambachtencentrum te Den Burg.
Naast het brouwen van een batch van 500 liter eens per 14 dagen, bestiert hij ook nog de destilleerderij in het ernaast gelegen vertrek, waar onder de naam “De Lepelaar” jenevers en likeuren gemaakt worden. Deze producten zijn bij de plaatselijke slijter op Texel te verkrijgen.
We werden rondgeleid door een allervriendelijkste gids, Peter, die alhoewel de rondleidingen eigenlijk al achter de rug waren, voor mijn echtgenote en mij graag de deur nog een keer opendeed. We konden de ketels bekijken, bestaande uit een een maischketel, een klaringskuip en een kookketel, waar, zoals je op de foto kunt zien een condensatie installatie bovenop is gemonteerd (uiterst rechts). Hier wordt de kwalijk riekende damp (tenminste zo denkt de omgeving er vaak over) door inspuiting van koud water tot condensatie gebracht, zodat dit afval via het riool kan afvloeien. Een bekende techniek om geen overlast te bezorgen. Ook de stookketel (zie foto op de volgende pagina) is een fraai stukje huisvlijt. Ik denk dat deze installatie technisch nog wel wat geperfectioneerd kan worden, maar het product is uiteindelijk wat telt. En dat valt kennelijk bij de consument in de smaak.
Het avontuur zit deze brouwer wel in het bloed. Wat te denken van een bier gemaakt met vlier- en duindoornbessen, of een likeur getrokken van dennennaalden? De volgende bieren staan op het lijstje bij deze brouwerij: Dichte Mist. Een witbier met 6% alcohol. Ingrediënten mout, hop gist en kruiden. Ik heb het niet geproefd en kan er dus geen oordeel over geven. Noorderzon Pilsener. Een pilstype bier (volgens mij wel bovengistend gebrouwen, dus mogelijkerwijs moeten we het een Kölsch type noemen, alhoewel: bij het brouwen is Texelse honing toegevoegd)) met eveneens 6% alcohol. Niet geproefd, geen oordeel. Windkracht 10. Een Barleywine dan wel winterbier met een alcoholgehalte van 10%. Naast de mout en de hop wordt bruine kandij toegevoegd. Op het PINT Winterbierfestival van januari 2006 bekroond met zilver achter de Vrouwe van Gramsbergh van Mommeriete) Zuid-Wester. Een dubbel met 7% alcohol, met als toevoeging gerookte mout. Hoornder Loods Bier. Het avontuurlijkste bier van de serie. 7% Alcohol, bereid met diverse moutsoorten, vlierbessen, duindoornbessen en Texelse honing. Op mijn vraag tijdens welk deel van het brouwproces de honing dient te worden toegevoegd, antwoordde de brouwer, dat om de enzymen in de honing onwerkzaam te maken, de honing op het laatst van het koken dient te worden toegevoegd. Het avontuur van dit bier zit hem niet alleen in de ingrediënten. Op het KBC festival van mei 2006 adviseerde het PINT na keuring van dit bier om het vanwege de
afwijkingen van de tap te halen (Ik citeer uit het rapport: “· Geur: geoxideerd, autolyse, wrang, zurig, medicinaal en fruit· Smaak: aangebrand, zurig, samentrekkend en melkzuur (melkzuur vooral in de nasmaak)”. Het zal je maar gezegd worden. De brouwer was het er uiteraard niet mee eens. Dit heeft nog tot een hele polemiek aanleiding gegeven). Appelbier. Een bier gemaakt met pulp van appels als toevoeging. Daarnaast honing en kruiden. 5,5% alcohol. Wederom niet geproefd, dus hierover geen oordeel. De reden dat veel bieren niet geproefd werden ligt in het feit, dat de uitspanning geen tapvergunning heeft en alleen in een aparte afdeling van het winkeltje op het landgoed de bieren op fles mag verkopen. De likeuren (zoals Texels Kwartiertje, een koffielikeur, met 20% vol.alc.) mogen alleen via de slijter worden verkocht. Het alleraardigste van dit bezoekje was een kort gesprekje met de brouwer, Joscha Schoots, die het trouwens erg druk had en de volgende dag alweer naar België trok om studie van bieren met spontane gisting te maken. Hij heeft al een redelijke carrière met allerhande vormen van bierbrouwen. Bij de Texelse bierbrouwerij heeft hij gewerkt, en nog op een paar plaatsen. Het meest bijzondere is wel, dat hij een tijd Middeleeuws heeft gebrouwen, en wel in het Archeon in Alphen aan de Rijn, een archeologisch themapark. In een eerdere aflevering van het voor u liggende clubblad (maar dit kan onderhand wel 10 jaar geleden zijn) heb ik u al eens verteld, dat ik naar aanleiding van een bezoekje aan het Archeon aan het brouwen ben geslagen. Het enthousiasme was toen met name gewekt, vreemd maar waar, nadat ik een in bruine pij gestoken monnik op sandalen lopend, kauwend op een blaadje gagel in een boven een vuurtje hangende pot had zien roeren. Op mijn vraag wat hij aan het doen was, antwoordde hij in MiddelNederlands, dat hij bier aan het brouwen was, “Edele Heer!” Pas toen mijn vrouw en ik weer in de auto stapten op Texel viel het kwartje. “Hee, dit was dezelfde vent van toen!!” Ik moet het nog eens aan hem vragen. JWS