De fundamenten van ons geloof.
De gemeente van Jezus Christus is als een groot gezin en God is onze hemelse vader. Iedereen die zich thuis voelt in de gemeente en een kind van God is, is hier ook welkom. Efeze 2.19 zegt “Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods”. 1. Hoe word ik een kind van God? Er is niemand die vanwege geboorte of afkomst automatisch een kind van God is. Daar voor moeten wij eerst Jezus aannemen in ons leven. In Joh.1: 12 staat “..doch allen die hem hebben aangenomen hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun die in zijn naam geloven..”. Jezus aannemen betekent Hem accepteren als de verlosser, die voor onze zonden aan het kruis gestorven is. Dit kan nooit het geval zijn als we niet eerst inzien dat onze zonden ons van God scheiden. Het waren onze zonden die het onmogelijk maakte voor God om ons te bereiken er was een niet overbrugbare kloof, tussen ons en de Heer. Daarom kwam Jezus naar deze aarde, om de kloof tussen God en mensen te overbruggen. Joh.3:16 zegt “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe” en in 2 Kor.5:21 staat dat God Jezus, die geen zonde gekend heeft, voor ons tot zonde heeft gemaakt. Zonde was de reden waarom Jezus naar de aarde kwam. Hij stierf aan het kruis met één doel: de prijs te betalen voor de zonden. Jezus aannemen als degeen die voor onze zonden stierf heeft slechts zin als we ook onze zonden belijden (=erkennen) en berouw hebben over onze zonden. Zonder de belijdenis van onze zonden kan er onmogelijk sprake zijn van vergeving. 1 Joh.1:9 zegt: “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid”. Als we Jezus aannemen als degene die in onze plaats stierf, dan rekent God ons de zonden niet toe en mogen we Zijn kind worden. Wat ons scheid van de Hem is dan weggenomen, Jezus
is dan onze plaatsvervanger want feitelijk hadden wij veroordeeld moeten worden, maar Hij stierf in mijn plaats. Natuurlijk kan dit alleen als we ook bereid zijn de zonden te rug toe te keren. Anders zou het sterven van Jezus voor onze zonden nutteloos zijn. Dit proces van Jezus aannemen en breken met de zonden betekent “bekering”. 2. Wat is een echte bekering? Het woord bekering betekent “zich omkeren”. Een bekering is een totale verandering van koers, eerst liep met steeds verder van God af, nu naar God toe. Een echte bekering is ook uiterlijk zichtbaar door een nieuwe levenswandel.
Lees Efeze 4:17-32. “Dit zeg ik dan en betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart. Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te slaan uit allerlei onreinheid. Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen. Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus, dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid. Legt daarom de leugen af en spreekt waarheid, ieder met zijn naaste, omdat wij leden zijn van elkander. Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; en geeft de duivel geen voet. Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige. Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed woord hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen. En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. Alle bitterheid, gramschap, toorn, getier en gevloek worde uit uw midden gebannen, evenals alle kwaadaardigheid. Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft”.
Natuurlijk zal niemand in eigen kracht de zonde kunnen laten en in een nieuwe levenswandel verder kunnen gaan, vandaar dat we een innerlijke verandering nodig hebben en dat is de wedergeboorte. Wedergeboorte betekent dat er een nieuwe mens in ons geboren wordt door de kracht van God. 3. Wat is Wedergeboorte?
Bekering is datgeen wat wij moeten doen. De Heer zegt, “bekeert u” (Hand.2:38). Als God zegt dat we dat moeten doen dan kunnen we dat ook. Wedergeboorte is dat wat God wil doen. Wedergeboorte wil zeggen: nieuw geboren worden. In ons wordt een geestelijk nieuwe mens geboren, die als een baby zal groeien naarmate we ons voeden met Gods Woord. Het eerste teken dat iemand echt wederom geboren is, is wel dat hij of zij verlangt naar Gods woord, gebed en de gemeenschap met andere kinderen Gods. In 1 Petr.2:2 en 3 staat “en verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid”. Hoe meer die nieuwe mens in ons groeit, hoe meer de wedergeboorte zichtbaar gaat worden voor anderen. Wedergeboorte is het grootste wonder wat God tot stand heeft gebracht. De wedergeboren mens, gaat als vanzelf ook steeds meer de vrucht van de Geest uitdragen (Gal.5:22). Blijft die vrucht uit, dan is er maar één conclusie, men heeft zich nooit diep bekeerd en dus blijft de wedergeboorte uit. Niet onze trouwe kerkgang bepaald of we wederomgeboren zijn, maar de vrucht. Matt.7:17 “Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen. Iedere boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen”. Een diepe bekering is een radicale keus voor de Heer, het zonder compromis breken met de zonden. Dan volgt het nieuwe leven. God doet in ons een nieuwe mens geboren worden en gebied ons de oude mens zelfs te begraven in de doop. In Rom.6: 4 zegt “Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen”. Er is dus maar één Bijbelse doop en dat is de doop door onderdompeling, omdat dit echt recht doet aan de betekenis, namelijk een begrafenis. 4. De Bijbelse doop. Waarom moeten we ons laten dopen? Bij het beantwoorden van deze vraag is zowel een kort als lang antwoord te geven. a. In het kort kunnen we zeggen, wij moeten ons (in aansluiting op onze bekering) laten dopen omdat er een bevel tot dopen is in Gods woord. Lees Matt.28:19 9 “Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn
discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes” Hand.2:38 “En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen”. Marc.16:16 "Wie gelooft en zich laat dopen zal behouden worden" Wij zijn soldaten in Gods leger. Een soldaat is waardeloos voor de strijd als hij niet heeft geleerd onvoorwaardelijk te gehoorzamen. Zo is het ook met ons. Wij moeten ons laten dopen, omdat we de Heer onvoorwaardelijk gehoorzaam moeten zijn. Daarbij gaat het nog niet eens in de eerste plaats om, of we alles al verstaan of begrijpen. Het gaat er alleen maar om “zijn we echt bekeerd en willen we God gehoorzamen”. Een echte bekering bewijst zich ook door de bereidheid tot gehoorzamen. Joh.3:36 “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem”. Levens die bewust de Heer ongehoorzaam blijven zijn niet echt bekeerd en moeten niet verwachten dat de Heer hen overvloedig zal zegenen. b. Op de vraag, waarom moeten we ons laten dopen, is ook een uitgebreider antwoord mogelijk. Dan gaat het meer om de betekenis van de doop. Als de Bijbel spreekt over dopen, dan wordt er in het grondwoord altijd het woord “Baptizo” gebruikt. Dit woord betekent: indopen, helemaal nat maken, onderdompelen of ondergaan. Er staat dus letterlijk in Hand.2:38 “bekeert u, laat u onderdompelen (=dopen)”. De betekenis van dit woord leert ons afdoende wat God met dopen bedoeld. Het kan dus nooit besprenkelen zijn, wat hier bedoeld wordt. Petrus leert ons ook, dat wij geroepen zijn om de voetstappen van Jezus na te volgen. (1 Petr.2:21)”Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden”. Dat geldt zeker ook voor de doop. Jezus is ons in alles het volmaakte voorbeeld geworden en Hij leert ons in Joh.13:15 dat wij Zijn voorbeeld zouden navolgen. Als ik dus wil weten hoe ik gedoopt moet worden, dan moet ik kijken naar Jezus. Nu, Johannes doopte niet door besprenkelen, want hij had veel water nodig staat er in Joh.3:23. Jezus steeg ook op uit het water, dus Hij was er eerst in. (Mat.3:16). Later doopte Philippus, de kamerling uit het Moorenland en er staat dat hij afdaalde in het water (Hand.8:38). De betekenis van de doop.
a. De doop is een begraven worden van ´t oude leven met Christus en een opstaan in een nieuw leven. Bij de begrafenis verdwijnt het lichaam geheel onder de grond, zo ook bij de doop, het lichaam gaat helemaal onder water. b. De doop is ook een “zich bekleden” met Christus. Gal.3:27 “Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed”. In het zondige kleed van onze oude natuur kunnen we God niet behagen, daarom moeten we het afleggen. In plaats van dat oude kleed moeten we ons bekleden met Christus, Hij biedt ons de mantel “der gerechtigheid” aan. (Jes.61.10). In de doop dus, worden we bekleed met de gerechtigheid van Christus, zodat God niet meer onze oude zondige natuur ziet, maar de gerechtigheid van Zijn Zoon. Lees ook 1 Kor.1:30a en Col.3:3. 1 Kor.1:30a “Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing”. Col.3:3 “Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God”. Waarom kan de kinderdoop niet in de plaats van de volwassen doop gezien worden? a. Zonder geloof heeft de doop geen betekenis. Geloven in Jezus is dus de eerste voorwaarde. Marc.16:16 “Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden”. Hand.8:36-38 “En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? En hij zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem”. b. De doop moet vooraf gegaan worden door bekering. Hand.2:3838 “En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen”. •
De doop is een bede (=verlangen) tot God van een goed geweten. Dus een geweten wat gereinigd is door het bloed van Jezus. 1Petr.3:21 “Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God”. Een baby kan een dergelijke bede tot God nog niet hebben.
•
•
De doop is een daad die wij zelf moeten doen, wij moeten ons laten dopen. Niet anderen kunnen dat voor ons beslissen, dus ook onze ouders niet. Hand.2:38 zegt “Bekeert u en een ieder van u late zich dopen”. Besprenkeling is geen Baptizo, dus onderdompelen en doet dus afbreuk aan de betekenis van de doop, namelijk “begraven”. Rom.6:4 “ Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood”.
Uit Efeze 4:5 weten we dat er maar één doop is en dus kan er nooit meerdere vormen van dopen zijn. De enige doop is degeen die Jezus ons voor deed, namelijk door onderdompeling. Efeze 4:5 “..een lichaam en een Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, een Here, een geloof, een doop”. Vraag: “Maar hoe staat het dan met het verband tussen de doop en de besnijdenis?” De besnijdenis was het uiterlijk teken wat verbonden was aan Gods beloften aan Abraham en dus via hem, met het oude joodse volk. Daarbij werd elke Israëlitische jongen de voorhuid weggesneden en uiteraard der zaak vielen de meisjes hierbuiten. Hieruit zou men kunnen concluderen dat de overeenkomst met de doop hier al niet opgaat. De belofte aan Abraham met betrekking tot de besnijdenis lezen we in: Genesis 17:1-8. “Toen wierp Abram zich op zijn aangezicht en God sprak tot hem: Wat Mij aangaat, zie, mijn verbond is met u, en gij zult de vader van een menigte volken worden; en gij zult niet meer Abram genoemd worden, maar uw naam zal zijn Abraham, omdat Ik u tot een vader van een menigte volken gesteld heb. Ik zal u uitermate vruchtbaar maken en u tot volken stellen, en koningen zullen uit u voortkomen. Ik zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn. Ik zal aan u en uw nageslacht het land, waarin gij als vreemdeling vertoeft het ganse land Kanaän, tot een altoosdurende bezitting geven, en Ik zal hun tot een God zijn”. Gen.17:10-12 “Dit is mijn verbond, dat gij zult houden tussen Mij en u en uw nageslacht: dat bij u al wat mannelijk is besneden worde; gij zult het vlees van uw voorhuid laten besnijden, en dat zal tot een teken van het verbond zijn tussen Mij en u. Wie acht dagen oud is, zal bij u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten”. De belofte aan Abraham inzake de besnijdenis hield dus de volgende zaken in: • de God van Abraham zal ook de God zijn van zijn nageslacht.
• •
God zal zijn nageslacht uitermate talrijk maken. Zijn nageslacht ontvangt het land Kanaän tot een erfdeel.
Vooral deze laatste twee punten leren ons dat het hier gaat om Israël en niet om ons. Wij zullen immers nooit het Kanaän tot erfdeel bezitten, maar Israël wel. Wel beloofde de Heer alle geslachten der aarde te zegenen in Abraham, maat dit wijst op de komst van de Messias en de belofte van de Heilige Geest. Gen 12:3 “Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden”. Gal.3:14 “Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof”. Het nieuwe testament spreekt alleen van een geestelijke besnijdenis, dat is de wedergeboorte. Rom.2:28,29. “Want niet hij is een Jood, die het uiterlijk is, en niet dat is besnijdenis wat uiterlijk, aan het vlees, geschiedt, maar hij is een Jood, die het in het verborgen is, en de ware besnijdenis is die van het hart, naar de Geest, niet naar de letter. Dan komt zijn lof niet van mensen, maar van God”. Vaak wordt de vraag gesteld: moeten we nu bevreesd zijn dat onze kinderen die nog niet gedoopt zijn, verloren gaan als ze vroegtijdig sterven, dus zonder dat ze de kans hebben gehad om zelf te kiezen gedoopt te willen worden. Antwoord: deze leugen van de duivel heeft al heel wat angst veroorzaakt in kringen waar men van oudsher de kinderdoop gewend was. Maar laat ons vasthouden, nooit zal God ons onrechtvaardig veroordelen, hoe zou Hij dan ooit kinderen kunnen veroordelen die niet eens een kans hebben gehad. Het tegendeel is waar: Jezus zegt juist “hunner is het koninkrijk der hemelen” (Matt.19:13,14). Er is dus geen twijfel, het is hun dus gegeven. Het enige wat wij als ouders daaraan toe kunnen voegen is om hen zo vroeg mogelijk in Gods huuis op te dragen aan de Heer. Wij geven ze dan terug aan de Heer op een geestelijke manier, zoals Hanna letterlijk deed. Enkele belangrijke opmerkingen over de doop. Soms zegt men “..ja maar de doop is toch maar een symbool en daarom niet zo heel erg belangrijk”. Het antwoord hierop is duidelijk, de doop is meer dan een symbool. Het is ook nog een daad van gehoorzaamheid aan de Heer en lees in 1 Sam.15:22-26 en Joh.3:36, wat God daarvan zegt. 1 Sam.15:22-23 “Maar Samuel zeide: Heeft de Here evenzeer welgevallen aan brandoffers en slachtoffers als aan horen naar des Heren stem? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, luisteren beter dan het vette der rammen. Voorwaar, weerspannigheid is zonde der toverij en ongezeggelijkheid is
afgoderij en dienen van terafim. Omdat gij het woord des Heren verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn”. Joh.3: 36 “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem”. Sommige stellen de doop uit omdat ze wachten Gods Tijd. Antwoord: ook dit is onBijbels althans als men echt bekeerd is. De Bijbel zegt heel duidelijk, “bekeert u laat u dopen” en dit moeten we als één geheel zien. De 3000 mensen die zich bekeerden op de pinksterdag, lieten zich direct dopen, evenzo ook de Moorse kamerling. Hand.2:41. “Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd”. Hand.8:36,37“En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? En hij zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem”. Er is geen duidelijke leeftijdgrens voor de doop in de Bijbel te vinden, maar een leeftijd van ongeveer 12 jaar geeft ons wel wat zekerheid dat het kind ook instaat zal zijn een eigen keus te maken voor de Heer en dit naar het voorbeeld van de Heer Jezus die op die leeftijd rijp was om in “de dingen van Zijn Vader” te zijn. (Luc.2:42/49). Er is echter geen duidelijke regel in de Bijbel hiervoor, het hangt ook nauw samen met de geestelijke rijpheid van het kind. Het veel gehoorde argument dat een jong kind mogelijk sneller afvalt van de Heer dan een ouder persoon, is niet juist. Het is zelfs zo dat er in verhouding meer volwassenen van de Heer afvallen na hun doop dan kinderen. Laten we liever oppassen dat we geen verhindering voor onze kinderen zijn, om hun leven aan de Heer toe te wijden. Is de doop het moment dat we lid worden van de gemeente? Het antwoord is nee. Het woordje “dooplid”, in onBijbels en ontleent aan een verkeerde uitleg van 1 Kor.12:13 “ want door een Geest zijn wij allen tot een lichaam gedoopt”. Er is hier echter geen sprake van de waterdoop, maar van de Geestesdoop. In principe spreekt de Bijbel niet van doopleden, wij behoren alleen bij het lichaam van Christus als we Heer hebben aangenomen. Bij het zendingsbevel zei de Heer, dat wij moeten dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. In het boek Handelingen echter doopte de discipelen in geen enkel geval anders dan in de naam van de Here Jezus. Lees: • Hand.2:38 “een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus”
• Hand.8:16
“maar zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here
Jezus”. • Hand.19:5,6 “toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus”. Waarom deden zij dat, terwijl er toch een duidelijk bevel van Jezus was tot dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De reden is als volgt, op de Pinksterdag, na de uitstorting van de Heilige Geest werd door de mond van Petrus voor het eerst de “volledige” naam van Jezus geopenbaard. De naam die door Petrus genoemd wordt is “Here Jezus Christus”. (Hand.2:36). In die naam is de drieenige God besloten, vandaar dat Jezus naam hier drievoudig is. In Jezus woont de Vader en de Geest Gods, want de Bijbel zegt dat de ganse volheid Gods in Hem woont. Col.1:19. Het dopen in de naam de Here Jezus Christus is dus dopen in de naam van de drieenige God. (Overigens is discussie hierover niet opbouwend). 5. De Doop in de Heilige Geest. De Bijbel leert ons dat er een doop in de Heilige Geest is, als een op zichzelf staande gebeurtenis, precies zoals bekering en wedergeboorte dat is. Dit wordt het meest duidelijk als we Hand.8:12-17 daarover opslaan, waar de Filippus het evangelie predikte en de mensen opriep zich te laten dopen, maar er waren twee andere apostelen nodig (Petrus en Johannes) om de mensen te onderwijzen over de doop in de Heilige Geest. Zij hadden deze doop dus niet al ontvangen in de waterdoop, maar er moest apart voor hen gebeden worden voor deze ervaring. Petrus/Johannes baden om de doop in de Geest. Hand.8:12“Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen”. Hand.8:14-16”Toen nu de apostelen te Jeruzalem hoorden, dat Samaria het woord Gods had aanvaard, zonden zij tot hen Petrus en Johannes, die, daar aangekomen, voor hen baden, dat zij de Heilige Geest mochten ontvangen. Want deze was nog over niemand van hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here Jezus”. De doop in de Heilige Geest is werkelijk een doop, in de grondtekst wordt ook het woordje Baptizo gebruikt, hetgeen betekent onder of indopen. In Joh.1:33 staat van Jezus “..deze is het die met de Heilige Geest doopt..”. Dit kan nooit hetzelfde zijn als de waterdoop, want Johannes maakt hier in vers 33 en 34 juist een duidelijk onderscheid tussen de doop in water en de doop in de Geest.
Letterlijk staat er: “En ik kende Hem niet, maar Hij, die mij gezonden had om te dopen met water, die had tot mij gezegd: Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het, die met de heilige Geest doopt. En ik heb gezien en getuigd, dat deze de Zoon van God is”. In Hand.1:5 staat in de “American Standard Version” (een betrouwbare Engelse vertaling) “For John indeed baptized with water; but ye shall be baptized in the Holy Spirit not many days hence”. Dus “gij zult gedoopt worden IN de heilige Geest”. Zo werden we ook in water gedoopt en zullen in geestelijke zin ook in de Heilige Geest gedoopt moeten worden. Wie is de Heilige Geest? Om te verstaan wat de doop in de Geest inhoudt, dienen we eerst te begrijpen dat de Heilige Geest een goddelijk persoon is, evenals God de Vader en God de Zoon dat is. Als persoon wil de Heilige Geest ook bezit van ons nemen en ons inspireren en leiden. De Heilige Geest is dus niet iets onpersoonlijks, een gevoel of alleen een kracht. De Heer Jezus noemt hem “de Trooster” , Joh.14:15-17 en Joh.16:7, in het Grieks is dit de vertaling van het woordje “Paraklétos” hetgeen ook kan betekenen, advokaat, verdediger, bemiddelaar, helper, steun. Al die taken (eigenschappen) heeft de persoon van de Heilige Geest. Als we verstaan dan kunnen gemakkelijk begrijpen dat de doop in de Heilige Geest veel meer is als een blij gevoel, of een diepe vrede. Nee het is meer, de Geest komt over ons, neemt bezit van ons en wil ons nu van binnen uit inspireren (leiden). Wanneer weten we nu dat we gedoopt zijn in de Heilige Geest? Jezus zegt in Mat.7:16 “Aan hun vruchten zult gij hen kennen: men leest toch geen druiven van dorens of vijgen van distels?” Wanneer een kind van God vervuld is met de Heilige Geest zal dat in de eerste plaats in zijn of haar leven zichtbaar moeten zijn. Er zijn echter ook zichtbare en hoorbare tekenen. Uit Hand.2:33 kunnen verstaan dat de doop in de Geest iets is wat gezien en gehoord wordt. Petrus zegt daar: “Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des Heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort”. Op de pinksterdag kon men zien dat de 120 discipelen van Jezus aangedaan waren met de Heilige Geest, doordat er tekenen waren als vuur wat op hen brandde en ze konden het horen doordat ze in tongen spraken en God loofden. Ook wij mogen vervuld worden met de Heilige Geest op een zichtbare en hoorbare manier. Telkens als mensen vervuld werden met Gods Geest, zien we dit ook gebeuren, mensen begonnen in tongen te spreken en/of te profeteren (=een boodschap doorgeven onder de zalving van de Heilige Geest). Hier volgen enkele voorbeelden:
• Hand.4:31”En
terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij vergaderd waren, bewogen; en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid”. • Hand.8:17,18”Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest. En toen Simon zag, dat door de handoplegging der apostelen de Geest werd gegeven”.(Simon zag iets gebeuren). • Hand. 10:44-, 46 “Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken”. • Hand.19:6 “En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden”. • Marc.16:17 “Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuw tongen zullen zij spreken”. • Joh.4:14 “maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven”. • Joh.7:38,39 “Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was”. (Dus op de Pinksterdag) Nu de belangrijke vraag: “Moeten alle kinderen Gods zo´n ervaring hebben?” Antwoord: “alle kinderen Gods mogen vervuld worden met de Geest, er is wat God betreft geen dwang, maar het is wel voor iedereen”. De volgende punten wil ik daarvoor te overdenking geven: a. De gave van de Heilige Geest is Gods belofte voor ons allemaal, lees Hand.2:39. vers 33 “Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des Heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort. vers 39 Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal”. Soms heeft men deze tekst gebruikt om aan te tonen dat de kinderdoop door God gewild is. Er staat immers “..want voor u is de belofte en voor uw kinderen..” Maar hiermee doet men geweld aan de betekenis van deze tekst, waar het hier om gaat is de ervaring die de apostelen op de Pinksterdag hadden, waarvan Paulus zegt “het is ook voor u en voor uw kinderen”.
b. Sommige hadden in dit verband moeite met Rom.8:9 waar staat “Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe”. Je kunt dit op twee manieren uitleggen, je kunt zeggen “zie je wel als je bekeerd bent dan, heb je ook de doop in de Heilige Geest ontvangen” of je kunt ook zeggen “als je niet gedoopt bent in de Heilige Geest dan behoor je nog niet bij Jezus”. Maar helaas, beide opvattingen zijn onjuist. Waar het in Romeinen 8 om gaat, dus het thema van Paulus in de Romeinen brief is, “leven naar de Geest en niet naar het vlees”. Dit is rechtstreeks terug te brengen naar onze wedergeboorte. Een kind van God wat wederomgeboren is ontvangt de Heilige Geest in de wedergeboorte, waardoor we weten dat we een kind van God zijn geworden. Rom.8:16 “Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn”. Het nieuwe leven in ons is ook het werk van de Geest. Maar dit is iets anders als dat de Heilige Geest “over ons komt” (Hand.1:8), dan worden we als het ware “ondergedompeld” in de Heilige Geest. Dit is een bekrachtiging die ieder kind van God nodig heeft. Lees ook van Jezus in Hand.10:38 “....van Jezus van Nazaret, hoe God Hem met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd”. Als Jezus het nodig had, dan hebben wij het ook nodig. c. Soms zegt men bij de bekering ook vervuld te zijn met de Geest op grond van Efese 1:13 “In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werd, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte”. Maar iemand die begrijpt waar Paulus hierover spreekt, ziet het anders. Paulus herinnert hen hier aan het moment dat hij te Efese kwam en dat hij hen de vraag stelde “Heb gij de Heilige Geest ontvangen toen gij tot geloof kwam”. Maar ze hadden zelfs niet van de Heilige Geest gehoord en dus bad Paulus men hen en ontvingen ze deze zegen “nadat ze gelovig geworden waren, werden ze dus ook verzegeld met de Heilige Geest”. (Lees Hand.19). Spreken in tongen! Opmerking: In de eerste plaats zou ik uitdrukkelijk willen stellen dat het tongen spreken niet het absolute bewijs is dat iemand vervuld is met de Geest, het is wel een teken daarvan. Maar mensen die de zonden vasthouden en toch in tongen spreken, zijn zeker niet vervuld met de Heilige Geest. Daarbij gaat het dus niet om fouten die we nog allemaal maken maar veel meer om duidelijke zonden, zoals overspel en allerlei onreinheden die een bekeerd kind van God onwaardig zijn. Jezus heeft ook gezegd in Mat. 7:20 “Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen. Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders...”.
In de tweede plaats moeten we in het kader van dit onderwerp ook vaststellen dat kinderen Gods die om wat voor een reden dan ook niet of nauwelijk in tongen spreken, zeker wel vervuld kunnen zijn met de Geest en dat we uit moeten kijken niet over anderen te oordelen. Wat is spreken in tongen? Laten we Bijbel zelf laten spreken. a. Tongentaal een gebedstaal. 1 Kor.14:2 zegt: “Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen. Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf”. Het is dus een gebedstaal, want er staat hier dat wie in een tong spreekt tot God spreekt en spreken tot God is bidden. Daarbij verstaan we zelf niet wat we spreken, het is een geheimenis. Het is mogelijk om met deze taal te bidden te lofzingen of God te aanbidden. De Bijbel noemt dit bidden of aanbidden “in de geest”, onze geest wordt dan geinspireerd door de Heilige Geest. Joh.4:23,24 zegt: “maar de ure komt en is nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke aanbidders. God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid”. 1 Kor.14:15 zegt :”Hoe staat het dan? Ik zal bidden met mijn geest, maar ook bidden met mijn verstand; ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand”. Efese 6:18 zegt “En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen”. b. Tongentaal als teken. Marc.16:17 zegt: “Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuw tongen zullen zij spreken”. Het is dus ook een teken wat het gelovig kind van God zal volgen en wanneer het uitgelegd wordt (God geeft er een boodschap door), dan is het ook een teken voor de ongelovigen. (1 Kor.14:22). Wat vaak verward wordt is de gave van het spreken in tongen als teken van de vervulling met de Geest en hoe deze gave functioneert in de gemeente. Laat ons eerst vaststellen dat “spreken in tongen” niet de doop in de Geest is, maar slechts een teken daarvan. In de gemeente zal deze gave alleen z´n nut hebben wanneer het ook uitgelegd wordt. In dit kader zegt Paulus in 1 Kor.12:30 “..spreken soms allen in tongen..”. Hiermee wordt niet bedoeld dat deze gave slechts voor enkele personen is, want doen zouden teksten als Marc. 16:17 “Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen.......... in nieuw tongen zullen zij spreken” daarmee in tegenspraak zijn.
c. Wat is het nut van tongentaal ? Door het regelmatig onderhouden van deze stroom aan onbegrijpelijke woorden, bouwen we onszelf op bovennatuurlijke wijze op. Er gaat een kracht vanuit die ons in kontakt brengt met God. 1 Kor.14:4 zegt : “Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf”. In Judas vers 20 staat ook iets dergelijks “Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, (1-20b) door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de Heilige Geest,” Tongentaal geeft ons bovendien de mogelijkheid om volhardend en voortdurend te bidden, zoals ook gezegd wordt in Efeze 6:18. d. Wil God dat we in tongen spreken? Het antwoord is ja! Paulus verlangde ook dat de gehele gemeente in tongen zou spreken. Lees 1 Kor.14:5 “Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt,...” en in 1 Kor.14:39 lezen we dat Paulus ons vraagt het spreken in tongen niet te belemmeren. De vraag wordt wel eens gesteld, “waarom lezen we nergens dat Jezus in tongen sprak, zelfs niet toen Hij gedoopt werd in de Geest (Mat.3:16)”. Het antwoord op deze vraag is niet zo moeilijk als het lijkt. Ten eerste leefde Jezus voor de uitstorting van de Geest op Pinksteren, het teken van de tongen is pas na dit moment gekomen. In de tweede plaats is het zo dat de tongentaal als hoogste doel heeft Jezus daardoor te verheerlijken. Jezus zegt in Joh.16:14 over de Heilige Geest, “Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen”. Het is niet moeilijk te verstaan dat Jezus die zelf de persoon is die aanbeden wordt, deze tongentaal niet nodig had. Hoe ontvang ik deze doop in de Geest? Gods Woord spreekt van 7 belangrijke voorwaarden. 1. Bekering en waterdoop gaat vooraf. In Hand.2.38 zegt Petrus: “En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen”. Opmerking: In een enkel geval gebeurde het dat mensen gedoopt werden in de Geest voordat ze gedoopt waren in water. Dit gebeurde bijvoorbeeld in het huis van Cornelius, Hand. 10:44-48. Laat ons echter niet vergeten dat in die dagen de opvatting leefde dat de Heidenen niet gedoopt konden worden omdat ze buiten het verbond met Abraham stonden. De Heilige Geest corrigeerde deze opvatting door hen toch te dopen in de Geest. Ze stonden ook zeer verbaasd, er staat letterlijk in Hand.10:45 “...En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort”. Daarop werden ze direct gedoopt.
2. We moeten om de Heilige Geest bidden! Het komt dus niet vanzelf. Lees Luc.11:13 “hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?” 3. We moeten God gehoorzaam willen zijn. Hand.5:32 zegt: “En wij zijn getuigen van deze dingen en ook de Heilige Geest, die God hun gegeven heeft, die Hem gehoorzaam zijn”. God gehoorzamen betekent hier een radicale bekering en de bereidheid om Jezus te volgen. Zonden staat God altijd in de weg, maak zo nodig eerst de dingen in orde met God en mensen, voordat u bidt om deze Heilige doop. 4. Er is geloof nodig om deze zegen van God te ontvangen. Gal.3:14 zegt:” opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof”. Wij moeten geloven dat als er met ons gebeden wordt, de Heer het ons geeft, ook al voelen we of merken we nog niets. Geloof komt eerst, ervaring komt daarna. Marc.11:24 zegt: “Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden”. 5. Wees bereid om een dwaas te zijn in de ogen van mensen. Ons verstand zal het spreken in tongen nooit accepteren. Het is ook volkomen dwaas, om onverstaanbare klanken uit te spreken. Maar God heeft het dwaze juist uitverkoren om het wijze te beschamen. (1 Kor.1:21). “....heeft het Gode behaagd door de dwaasheid der prediking te redden hen die geloven.” 1 Kor.1:27 “Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen”. Het evangelie van het kruis en de verlossing in Jezus bloed is ook een dwaasheid (1 Kor.1:18), maar het is de hoogste wijsheid voor hen die erin geloven”. 6. Leer de Heer lof te offeren, d.w.z. tegen al je gevoelens in groot te maken en te eren. Psalm 50:23 zegt: “Wie lof offert, eert Mij, en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien”. Door tijd te nemen om de Heer de eer te geven, banen we ook Gods Geest de weg. De Heilige Geest wordt aktief zodra een wedergeboren kind van God, Jezus gaat prijzen. Veel christenen wachten gespannen op de Heilige Geest, maar de Geest is er zodra ik Jezus groot maakt. In 1 Kor.12:3 staat “...niemand kan zeggen Jezus is Heer, dan door de Heilige Geest..”. Iemand die bidt om de doop in de Geest, maar geen enkel verlangen kent om de Heer te prijzen, zal het ook niet ontvangen en moet zich ernstig afvragen hoe het met de wedergeboorte staat. 7. Eén ervaring met de Heilige Geest is nog maar het begin. De vervulling met de Geest is een doorlopende proces in ons leven, want ook weer kan ophouden. In Efeze 5:18 staat “......wordt vervuld met de Geest..”.Maar letterlijk staat er in de grondtekst: “weest voortdurend vervuld van de Heilige Geest”. Paulus badt ook de Efeziërs toe, die al reeds vervuld waren met de Geest (Efeze 1:13, 14), dat zij nog meer vervuld mochten worden tot alle volheid Gods. (Efeze 3:19). Aan de andere kant lezen we ook van Saul hoe de Geest van hem week (Lees 1 Sam.16:14) en hoe David bad in Psalm 51:13 “..neem uw Heilige Geest niet van mij..”. Dus ook dat is mogelijk als mensen Gods Geest ongehoorzaam zijn en dus bedroeven.
Wat heel belangrijk is! Velen zeggen: “wij hebben de Heilige Geest ontvangen”. Maar de grote vraag is: ”heeft de Heilige Geest alles van ons ontvangen, kan Hij volledig bezit van ons nemen” De Heilige Geest is als een rivier welke door ons wil stromen om geestelijk te verfrissen, als water om onze dorst te lessen en als olie om onze innerlijk te genezen. Dat is wat de Heilige Geest wil doen in ons. Maar er is meer, de Geest wil ook volledig bezit van ons nemen, ons leven is dan als een waterkruik gevuld met het levende water van de Heilige Geest.