Beleidsplan 2012 – 2015 / Evaluatie 2015
De Evangelische Broedergemeente in Nederland op weg Kernpunten van een beleid 2012-2015 Met opmerkingen over de stand van zaken in 2015 voor een continuering 2016 - 2018 De Evangelische Broedergemeente in Nederland is een wettelijk erkende kerkgenootschap. Kerkordelijk is zij deel van de Europees-Continentale kerkprovincie van de Evangelische Broedergemeente (Moravian Church). De Evangelische Broedergemeente is in Nederland sinds 1746 gevestigd. Sinds de 60er jaren van de 20e eeuw zijn er een aantal gemeenten vooral in de grote steden gesticht, vooral door de komst van leden van de Evangelische Broedergemeente uit Suriname. De Evangelische Broedergemeente heeft als doel van al haar werk het evangelie van de liefde van God tegen alle mensen uit te dragen met woord en daad. Aan dit doel werkt zij in haar gemeenten, met de specifieke organisaties voor vrouwen, mannen en jongeren en in samenwerking met het Zeister Zendingsgenootschap. Daarbij is haar een wereldwijd perspectief eigen, zij weet zich als onderdeel van een wereldwijde kerk (de Unitas Fratrum of Moravian Church).
0. Het visieproces van de ECP en een beleidsnotitie van de EBGN De Synode van de ECP heeft 2010 bevestigd dat een visie- en beleidsproces op gang gebracht wordt dat tot juni 2012 uitmondt in een visiedocument voor de Broedergemeente in Europa. In het kader van dit proces hebben de Centrale Raad en de gemeenten in Nederland nagedacht en bijdragen ingediend. Alhoewel het resultaat op dit moment nog niet bekend en door de synode vastgesteld is, wordt duidelijk dat naast deze visie een concreter beleid voor het werk van de Broedergemeente in Nederland noodzakelijk is. De EBG in Nederland vat daarom in een beleidsnotitie enkele doelstellingen voor de komende jaren samen. Deze notitie wil niet alle werkterreinen omvattend beschrijven, maar enkele kernpunten vasthouden. De beleidsnotitie baseert op een gespreksproces binnen de EBGN. Verschillende punten zijn in commissies van de EBGN voorbesproken en geformuleerd; de Centrale Raad heeft in het najaar 2011 en het voorjaar 2012 een aantal punten besproken. Daarna wordt de notitie aan de gemeenten gestuurd met het verzoek om erop te reageren. Het is de bedoeling dat de Centrale Raad uiteindelijk de notitie vaststeld. De synode van de Europees-Continentale Provincie heeft 2012 een visiedocument besloten. Het is te vinden op de website van de EBG in Nederland (www.ebg.nl) . Op dit moment zijn het Provinciaal Bestuur en andere organen van de ECP en de EBGN bezig met de effectuering ervan. Daarnaast is het noodzakelijk in de komende maanden het beleidsplan bij t4e stellen en tot 2018 te continueren.
1. Eenheid in verscheidenheid 1.1 De EBGN bestaat uit gemeenten en diasporawerk die allen een eigen karakter hebben en van elkaar verschillen. De vrijheid van de gemeente om aan haar gemeenteleven een eigen gestalte te geven is een belangrijk goed. Aan de andere kant zijn er een aantal dingen die de gemeenten als Broedergemeenten herkenbaar maken.
1
Beleidsplan 2012 – 2015 / Evaluatie 2015 Dit betreft het gebied van de liturgische vormen. De intersynodale liturgische commissie voor Nederland heeft de taak om door liturgische vormen de herkenbaarheid van de Broedergemeentediensten te bevorderen. Tevens werkt zij aan de aanpassing van de liturgische teksten aan de huidige taal en de situatie van de gemeenten. De liturgische commissie zal een boekje met liturgische vormen uitgeven dat in de gemeenten te gebruiken is. Liturgische vormen met een bijzonder karakter zijn de doopliturgie, de Avondmaalsliturgie (in haar verschillende versies) en de begrafenisliturgie. Deze zijn voor de gemeenten bindend. 1.2 De geografische nabijheid van de gemeenten in Nederland is een bijzonder potentieel dat nog verder ontwikkeld kan worden. Van bijzondere betekenis zijn op dit gebied gezamenlijke feesten zoals het jaarlijkse zendingsfeest in Zeist of centrale evenementen en feesten bij bijzondere gelegenheden. Er kan echter nog meer aandacht aan de regionale samenwerking besteedt worden (uitnodigingen tot gemeentelijke evenementen en bijzondere gelegenheden; wederzijdse bezoeken en ontmoetingen van Oudstenraden of gemeentegroepen enz.) Voor dit doel lijkt het zinvol om clusters van gemeenten te vormen: a. Zeist, Utrecht b. Amsterdam S & F, Amsterdam ZO, Noord Holland c. EBG Rotterdam, EBZG Rotterdam, Haaglanden De Diasporagroepen worden in de clusters betrokken. 1.3 De EBGN beschikt over een aantal samenwerkingsverbanden. Te noemen is hier vooral de Centrale Raad. Sinds een zetel van het Provinciaal Bestuur in Zeist gevestigd is, is onduidelijkheid ontstaan over de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Centrale Raad. Een werkgroep die de Centrale Raad 2011 ingesteld heeft is ermee bezig om een voorstel uit te werken en aan de Centrale Raad voor te leggen welke functie de Centrale Raad in de toekomst zou kunnen hebben. Tevens bestaat er vanuit het Provinciaal Bestuur de noodzakelijkheid om meer duidelijkheid over de juridische status van de EBGN binnen de Europees Continentale Provincie te verkrijgen. Hieraan zal het PB binnen de komende jaren werken. De Centrale Vrouwenraad, de platform jeugdwerk (zie ben.) en het predikantenberaad zijn verdere overlegorganen die de samenwerking binnen de EBGN versterken. De onderlinge verslaglegging tussen de verschillende organen dient verbeterd te worden. De EBG Nederland en de ECP als kerkelijke eenheid in verscheidenheid is nog steeds een belangrijke uitdaging voor het werk alle organen. Het reorganisatieproces van de Centrale Raad is in 2014 met de vaststelling van de nieuwe statuten afgesloten. Het is nu de taak van Moderamen en Centrale Raad om de nieuwe structuur met leven te vullen. Bij de andere overlegorganen zijn inmiddels de Centrale Broederraad en de jeugdraad (in plaats van het platform jeugdwerk) bij gekomen. Er wordt voorlopig niet verder de vorming van regionale clusters van gemeenten nagestreefd. De vraag van de juridische status van de EBGN binnen de Europees-Continentale Provincie is voorlopig beantwoord door de beschrijving van de EBGN als regio in de zin van § 1002.3 KO.
2
Beleidsplan 2012 – 2015 / Evaluatie 2015 2. De EBGN als migrantenkerk De synode heeft bevestigd dat de EBG een kerk is die mensen van verschillende afkomst en culturen bijeen brengt. Als migrantenkerk die al vele jaren gevestigd is in Nederland, heeft de Broedergemeente een bijzondere inbreng in de samenleving. De gedachte dat de Broedergemeente ook voor andere, jongere migrantenkerken iets zou kunnen betekenen, stond aan het begin van de stichting van SKIN (Samen Kerk in Nederland), de organisatie van migrantenkerken waar de EBGN bij betrokken was. - De EBGN zal ook verder actief betrokken blijven bij SKIN door medewerking in de organisatie en door financiële ondersteuning. - Onze achtergrond als migrantenkerk is aanleiding voor ons om ons op bijzondere wijze in te zetten voor mensen die als vreemden dit land binnen komen als asielzoekers en vluchtelingen. - Vanuit onze geschiedenis als kerk met een overwegend Surinaamse achtergrond zien wij een bijzondere rol voor onze kerk in de herdenking van de afschaffing van de slavernij in het jaar 2013. Dit onderwerp zal door bijzondere evenementen in het jaar 2012 en 2013 herdacht worden, kulminerend in een viering rond 1 juli 2013. De herdenkingen van 150 jaar afschaffing van de slavernij in Suriname en op de toenmalige Nederlandse Antillen in 20123 waren voor de Evangelische Broedergemeente een belangrijk moment om over haar geschiedenis en haar identiteit na te denken. Een belangrijk evenement was de conferentie in Mennorode in oktober 2012, waarmee dit jaar van herdenking geopend werd. Hier ontmoetten elkaar nazaten van tot slaaf gemaakten en van zendelingen. Daarbij werd duidelijk, dat een eenvoudig beeld van de Hernhutter zending niet stand houdt als je de bronnen uit de geschiedenis leest. De zending van de Broedergemeente had een ambivalente houding tegenover de slavernij. In een verklaring heeft het Provinciaal Bestuur de volgende uitdagingen benoemd: • De geschiedenis van de zending moet – ook met het oog op haar problematische aspecten – opnieuw onderzocht en verwerkt worden. • Er moet worden onderzocht, in hoeverre theologische tradities en culturele denkpatronen ertoe hebben geleid dat onze kerk zich onkritisch heeft aangepast aan economische en politieke belangen. Zo kunnen wij ertoe bijdragen dat vandaag en in de toekomst zulke en andere verkeerde ontwikkelingen op tijd worden erkend en afgewend. • Wat de structuren in onze kerk, haar gemeenten, organen en instellingen betreft moet worden onderzocht of zij de gelijkgerechtigde participatie van alle leden, onafhankelijk van hun etnische achtergrond en culturele verbondenheid toelaten en versterken. • Directe gesprekken tussen de nakomelingen van de tot slaaf gemaakte broeders en zusters en de nakomelingen van de zendelingen willen wij mogelijk maken en bevorderen. Deze gesprekken in de gemeenten en daarbuiten dienen ertoe te helpen het verleden te begrijpen en elkaar vandaag de dag als zusters en broeders te aanvaarden om gezamenlijk te kunnen getuigen van de vergevende liefde van Jezus Christus. Deze uitdagingen zullen de EBGN en de ECP in de komende periode bezig houden. Een concreet project, dat hieruit is voortgekomen, is het werken aan een nieuwe opzet van de synode van de ECP, dat een eerlijkere verdeling van de afgevaardigden naar regio’s mogelijk maakt. Dit wordt aan de synode 2016 ter besluitneming voorgelegd.
3
Beleidsplan 2012 – 2015 / Evaluatie 2015 3. De EBGN als kerkgenootschap met traditie (Hernhutters) De EBGN heeft ook een aparte geschiedenis die haar gezicht en gestalte heeft in de Broedergemeente Zeist, haar historische panden en haar tradities. In Nederland wordt de Broedergemeente in het publiek vaak geïdentificeerd met Zeist; ook de eigen leden van Surinaamse afkomst verwarren de centrale organen van de EBGN soms met de plaatselijke gemeente Zeist. In het verleden werden veel taken van de EBGN, b.v. ook op administratief vlak, overgenomen door de EBG Zeist. Hier is een duidelijke scheiding aangebracht, die een samenwerking in de kantoorgemeenschap met de EBG Zeist echter niet uitsluit. De EBG blijft echter in het publiek twee gezichten houden: het traditionele van de Hernhutters in Zeist en dat van de migrantenkerk met Surinaamse achtergrond. Beide sluiten elkaar niet uit. Het doel moet blijven om een verbinding tussen de twee ook in het openbaar duidelijk zichtbaar te maken. Evenementen in Zeist zoals het jaarlijkse zendingsfeest dragen ertoe bij.
4. Een kerk van alle generaties: jeugd en kinderen Een bijzonder oogmerk moet het werk onder kinderen en jongeren in onze kerk hebben. Tot nu toe zijn de jongeren in onze kerk meegelopen, maar hadden weinig medezeggenschap en ruimte in de gemeenten. In de afgelopen drie jaar heeft het Provinciaal Bestuur (in overleg met de CJR) in het jongerenwerk in de gemeenten geinvesteerd door twee jeugdwerkers aan te stellen. De gemeenten zijn echter zelf ook opgeroepen om in het jeugdwerk te investeren, door - jongeren deel te maken van besluitnemende organen - jeugdwerk in de begroting van de gemeente op te nemen - platformen voor overleg tussen de generaties in te richten De stichting Centrale Jeugdraad heeft besloten om zich als stichting te ontbinden. Daardoor komt het landelijke jeugdwerk financieel volledig onder het Provinciaal Bestuur te staan. Een nieuwe structuur moet opgebouwd worden die de jeugdwerkers en het PB bijstaat in beleidsvorming en uitvoering. Doel van de nieuwe structuur is het om de afzonderlijke gemeenten via vertegenwoordigers te betrekken bij het landelijke jeugdwerk. Daarnaast worden de regionale samenwerkingsverbanden versterkt (zie 1.2) De Centrale Raad zal in de toekomst beleidsmatig over het jeugdwerk in de EBGN meedenken en medeverantwoordelijkeid overnemen. Inmiddels is de jeugdraad van de EBGN opgericht, die zoals in het beleidsplan van 2012 beschreven uit vertegenwoordigers van de gemeenten bestaat. Naast de twee jeugdwerkers in Nederland is het PB van plan om een jeugdwerkster uit Duitsland met de helft van haar werktijd te belasten met het versterken van de contacten tussen de regio’s in de ECP (met name het jeugdwerk in Nederland en Duitsland). Het belang ervan om in de gemeenten ruimte voor de jeugd te maken is in het toekomstproject (zie beneden) duidelijk benoemd en moet de aandacht van de bestuursorganen van gemeente, regio en provincie hebben.
4
Beleidsplan 2012 – 2015 / Evaluatie 2015 5. Vernieuwing De Broedergemeente is ontstaan door de wil van mensen om het evangelie van Christus autenthiek en geloofwaardig te leven. Steeds weer moet men zich opnieuw aan het evangelie orienteren en de actuele uitingsvormen van het geloof daaraan toetsen; tegelijk is kan het evangelie niet anders dan in de vaten van elke tijd begrepen en geleefd worden. De synode van de ECP heeft in 2008 opnieuw een vernieuwingsproces in het leven geroepen dat in verschillende gemeenten spanningen zichtbaar gemaakt heeft. Vernieuwing werd in sommige plaatsen vanzelfsprekend met charismatische vernieuwing gelijk gezet. Dit heeft tot conflicten in gemeenten geleid. Het is duidelijk dat het vernieuwingsproces door moet gaan. Daarbij moeten gespreksprocessen in de gemeenten op gang komen tussen verschillende generaties en groepen om duidelijk te maken, waar de identiteitsbepalende momenten van de EBG zijn, waar vernieuwing van tradities mogelijk en noodzakelijk is, en waar nieuwe elementen geadapteerd kunnen worden. Dit gespreksproces vindt ook op de vlak van de Centrale Raad (themadagen) en van het predikantenberaad plaats. Een handreiking van het predikantenberaad over “Charismatische vernieuwing en de Broedergemeente” kan hierbij van dienst zijn. De synode 2012 van de ECP heeft aansluitend aan het visiedocument besloten een “Zukunftswerkstatt” te organiseren. In januari 2015 is dat proces voor Nederland opgestart met een studiedag onder de titel “Atelier van de toekomst”. Aan deze dag namen ca. 60 personen uit alle gemeenten van de EBG in Nederland deel. Tijdens deze bezinningsdag werden vier onderwerpen geïdentificeerd, die voor de ontwikkeling van de gemeenten in de EBGN belangrijk zijn: - Wij willen jongeren bij het werk van de kerk betrekken, - wij willen als gemeenten en rol spelen in onze omgeving, - wij willen moderne communicatiemiddelen gebruiken om met onze leden te communiceren, - wij willen ons opnieuw verdiepen in het geloof en deze ook zelfbewust uitdragen. Aansluitend aan deze dag werd door de Centrale Raad en het Provinciaal Bestuur besloten om deze vier onderwerpen in een proces van vier jaar uit te werken en de gemeenten tools aan de hand te geven om uitgaande van de genoemde accenten de eigen identiteit te versterken. Op dit moment is men bezig met het verkennen van de netwerken, die de gemeenten in hun omgeving hebben en de vraag hoe deze netwerken passen in onze identiteit. Elk jaar zal afgesloten worden met een nieuwe bezinningsdag op de laatste zaterdag van januari, waar de vruchten van het werken met het onderwerp verzameld worden en het nieuwe thema geïntroduceerd wordt. 6. Financieel beheer 6. 1 De synode heeft in B+V 24/2002 besloten dat de gemeenten voor hun eigen kosten moeten opkomen. Dit besluit is sindsdien herhaaldelijk door de synode bevestigd, maar blijkt vooralsnog niet realiseerbaar. Desondanks blijft het voor de EBGN het doel om de financiële zelfstandigheid te vergroten. Hiervoor moeten de gemeenten ernaar streven, het aantal betalers van kerkelijke bijdragen en tevens de gemiddelde bijdrage per betaler te verhogen. 6.2 Het beleid voor afdrachten, door de synode 2006 vastgesteld, heeft tot nu toe positief gewerkt. De procedure die ingesteld is wordt voortgezet: Jaarlijks wordt op een bijeenkomst van
5
Beleidsplan 2012 – 2015 / Evaluatie 2015 penningmeesters en vertegenwoordigers van Oudstenraden de begroting van de afdrachten aan de Uniteitskas besproken. Het verslag met de bedragen wordt aan de Oudstenraden gestuurd met de vraag om een schriftelijke bevestiging. Een jaarlijkse verhoging van de afdrachten met min. 2% moet, onder de in punt 1 genoemde doelstelling, het doel blijven. De bedragen worden in maandelijkse termijnen overgemaakt. Bij achterstand wordt met de penningmeester van de desbetreffende gemeente contact opgenomen. 6.3 Het Beheersreglement is sinds 1 jan. 2011 in werking. De gemeenten passen dit reglement toe en worden hierbij door het Provinciaal Bestuur en de Financiële Commissie ondersteund d.m.v. - trainingen voor de vrijwilligers die in de gemeenten de ledenadministratie en de financiële administratie overnemen; - regelmatige controles (min. één keer per 2-3 jaar) van de administratie van de gemeenten door leden van de financiële commissie; - advies voor de personen die zich met financiële administratie bezig houden. 6.4 De gemeenten dienen jaarlijks hun jaarrekeningen, begrotingen en ledenstatistieken op de aangegeven tijdstippen in. Dit lukt op dit moment nog niet, maar er wordt naar gestreefd om dit binnen de komende 4 jaar te realiseren. Waar nodig, wordt ondersteuning bij het opstellen van de jaarrekening geboden. Er wordt naar een eenvormige standaard voor de jaarstukken toe gewerkt. 6.5 De gemeenten nemen het initiatief om de kerkelijke bijdragen van hun leden en het aantal KBbetalers onder de leden te verhogen. Jaarlijks worden per gemeente doelstellingen uitgewerkt en in de Oudstenraad overlegd hoe dit aangepakt kan worden. Vanuit het Provinciaal Bestuur worden deze pogingen ondersteund door workshops voor fondsenwerving aan te bieden en door een folder over kerkelijke bijdragen te drukken. 6.6 De gemeenten zorgen ervoor dat de collecten die op het collecterooster staan per kwartaal overgemaakt worden. Een specificatie en afschriften van de collectestaten worden naar de Centrale Kas gestuurd. 6.7 De Financiële Commissie van de EBGN wordt aangevuld en bevat (naast de beheerder van de Centrale Kas en het lid van het PB) 5 leden. De taken en de werkwijze van de Financiële Commissie worden schriftelijk vastgelegd. De Financiële Commissie adviseert het Provinciaal Bestuur in financiële aangelegenheden, ondersteunt en controleert de administratie van gemeenten. De Nederlandse leden van de intersynodale Financiële Commissie zijn tevens lid van de Financiële Commissie van de EBGN. De onder dit hoofdstuk genoemde doelstellingen zijn nog niet helemaal bereikt. De financiële commissie van de EBGN werkt aan controle en begeleiding van de gemeenten. Echter is op dit moment de vraag van de financiële zelfredzaamheid van de gemeenten een centrale doelstelling geworden, omdat de financiën van de ECP een subsidiering van de gemeenten in de huidige vorm niet meer toelaten. Bij het proces om tot dat tot een sterkere financiële positie van de gemeenten moet leiden horen een campagne om kerkleden tot betaling van de kerkelijke bijdrage te motiveren. Deze moet in het
6
Beleidsplan 2012 – 2015 / Evaluatie 2015 voorjaar 2016 beginnen. Een andere aandachtspunt is de evaluatie en eventueel nieuwe vormgeving van het systeem van kerkelijke bijdrage. Hier zal de synode 2016 zich moeten uitspreken. Voor de financiële versterking van de gemeenten alsmede de pastorale dienstverlening is het nodig zicht op het aantal leden van de Broedergemeente n Nederland te krijgen. Daarom is door de synode een centrale ledenadministratie voorgesteld. In Nederland is het de bedoeling, dat deze gestalte krijgt door een programma voor ledenadministratie dat op en centrale server draait en zowel vanuit de gemeenten, dan vanuit de administratie van de ECP ingezien kan worden.
7. Diasporawerk in Nederland Voor het beleid t.a.v. de diaspora wordt verwezen naar de beleidsnotitie van de Raad voor Diaspora, vastgesteld op 11 feb. 2012. Het diasporawerk in de Broedergemeente heeft het doel om mensen die zich met de Broedergemeente verbonden voelen, maar in de plaatselijke gemeenten om geografische of culturele redenen geen aansluiting vinden, de mogelijkheid te bieden om elkaar te ontmoeten in vieringen en bijeenkomsten. Daarbij gaat het nooit alleen om de geestelijke verzorging van eigen gemeenteleden, maar om het leven en uitdragen van het evangelie in de leefomgeving. Het werk in de diaspora heeft daarom zendingskarakter. De doelstelling van de Raad voor Diaspora is om - het diasporawerk als een netwerk van verbondenheid te begrijpen waarin samen gewerkt wordt; - de samenwerking met de plaatselijke gemeenten van beide kanten (plaatselijke gemeenten en diasporawerkgroepen) te bevorderen; - zicht te krijgen op het aantal leden en de ledenadministratie te verbeteren; - te werken aan meer financiële zelfstandigheid; - de communicatie onder de diasporagroepen en naar de gemeenten toe te verbeteren door een eigen website.
8. Communicatie en publiciteit De gemeenten beschikken over regelmatig verschijnende gemeentebladen waarin zij hun activiteiten bekend maken, en over een eigen website. De EBGN publiceert eveneens een (digitaal) nieuwsblad en onderhoudt een website die als portaal voor de gemeentewebsites dient. In de beleidsperiode zal - scholing aan vrijwilligers gegeven worden die in de gemeenten de nieuwsbladen redigeren; - het EBGNieuws als digitale newsletter uitgegeven worden; aan elke gemeente wordt een aantal printuitgaven beschikbaar gesteld. - de Centrale Raad een publiciteitscommissie samenstellen die voor publiciteit van de EBGN verantwoordelijkheid overneemt; - door de publiciteitscommissie een concept ontwikkeld worden hoe het EBGNieuws en de gemeentelijke nieuwsbladen sterker samen kunnen werken. - De verschillende Websites van de gemeenten zullen een eenvormig design ontwikkelen. - Een gezamenlijke jaarplanning van de EBGN met de belangrijke data van de gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd.
7
Beleidsplan 2012 – 2015 / Evaluatie 2015 In het kader van de versterking van het publiciteitswerk wordt is een website opgericht, die als centrale informatieplatvorm moet dienen voor de leden en de gemeenten ten opzicht van de EBG in Nederland en de kerkprovincie. Ook met sociale media worden eerste stappen gezet. Het is de bedoeling dat verder aan de versterking van een gezamenlijke corporate identity wordt gewerkt. Ook voor de communicatie langs andere wegen is versterking gezocht. Daarom is op het kantoor in Zeist een medewerkster in dienst genomen, die vooral de communicatie met de gemeenten en met de buitenwacht als taak heeft. 9. Opleiding en vorming De Broedergemeenten draaien voor een groot deel op vrijwilligerswerk. Dit is echter niet in alle gemeenten zo. Vrijwilligers moeten echter geschoold en begeleid worden, zo dat zij het werk goed kunnen doen en niet gefrustreerd raken. De EBGN heeft beperkte capaciteiten om vrijwilligers bij te scholen. Daarom moet met de krachten zorgvuldig omgegaan worden. - De Centrale Raad moet de behoeften vaststellen, waar opleiding en scholing plaats moet vinden. - Per jaar vinden 3-4 cursussen plaats voor vrijwilligers in de gemeenten. Daarnaast is er een grote behoefte aan mensen die bereid zijn om in het pastorale werk van de gemeenten ondersteuning te bieden. De EBGN stimuleert mensen om dit werk te doen: - De gemeenten stimuleren jonge mensen om een theologische opleiding tot predikant te volgen. - De gemeenten stimuleren leden om een theologische vorming tot pastoraal werker te volgen. - Br. S. Bernhard biedt een opleidingscursus voor pastorale medewerkers aan (2011-12) die met een certificaat afgesloten wordt; jaarlijks vinden er ontmoetingsdagen voor pastorale (mede)werkers plaats.
10. De EBG als zendingskerk: de relatie met het ZZg Zending en kerk zijn in de Broedergemeente sinds het begin één geweest, daarom behoort zendingswerk ook vandaag de dag tot de kenmerken van de EBG. Het zendingsopdracht vertaalt zich op verschillende wijze: - Zendingswerk binnen Nederland: De Broedergemeenten zijn open en gastvrij voor de mensen in hun omgeving. Bij de planning van hun activiteiten richten zij zich ook op de samenleving. - Met name het werk in de diaspora heeft zich zelf altijd als zendingswerk begrepen; dit moet zich ook in de activiteiten van de diasporawerkgroepen vertalen. - Het ZZg is een instrument van de gemeenten om het werk van de Broedergemeente in andere landen en met name in Suriname te ondersteunen. De gemeenten begrijpen het ZZg als hun zendingsorganisatie. Dit vertaalt zich in regelmatige collecten voor het ZZg en in de deelname aan de activiteiten van het ZZg. Het synodebesluit om tussen 2 en 5% van het gemeentelijke inkomen aan de regionale zendingsorganisatie van de EBG te geven, wordt ook in Nederland door de gemeenten omgezet.
8
Beleidsplan 2012 – 2015 / Evaluatie 2015 11. Oecumenisch betrokken De EBG is een oecumenisch ingestelde en samenwerkende kerk. De EBGN is daarom lid van de Raad van Kerken, CIO en SKIN, IKV/Pax Christi en IKON. Op plaatselijk niveau werken de gemeenten samen met de kerken in de buurt en in de plaatselijke raden van kerken. Omdat de mogelijkheden van onze kerk en de gemeenten qua personeel en financiën beperkt zijn, moet van tijd tot tijd bezien worden, welke oecumenische activiteiten waargenomen kunnen worden. Binnen de oecumene hebben wij een specifieke bijdrage te leveren door onze multiculturaliteit. Een bijzonder project waar de EBGN het voortouw voor en namens de Raad van Kerken neemt, zijn de activiteiten in het kader van het gedenken van de bevrijding van slavernij in juli 2013. Jaarlijkse gebeurtenissen in de oecumene waar de EBG meedoet, zijn b.v. de Gebedsweek voor Eenheid, de Nacht van Kerken, de Vredesweek.
9