Persoonlijk
Pleidooi voor eerlijkheid
DE EERSTE ZES WEKEN MET BABY ZIJN KUT
Laten we er geen doekjes om winden, vindt journaliste Femke Zijlema (35): de eerste zes weken na de bevalling is het ploeteren. Iedereen die zegt dat het puur genieten is, jokt. Of komt van een andere planeet. Tekst Femke Zijlema
Illustraties Michelle van der Valk
Achteraf kan ik me vaag herinneren dat mensen me hebben gewaarschuwd. Mijn zus zei: “Als ie geboren is, is het echt niet zo leuk hoor. Die eerste zes weken zijn kut. Bereid je er maar op voor.” Het woord ‘kut’ past niet echt in haar vocabulaire, alleen al daarom had ik het moeten onthouden. Maar waarschijnlijk heb ik haar woorden van tafel geveegd en iets gezegd als: hoe moeilijk kan het zijn? Ik had nog nooit vriendinnen gehoord over die eerste weken met je baby. Ik had er ook niet
V18
naar gevraagd. Verhalen over weinig slaap kende ik wel, maar hé: dat gaat vanzelf weer over, toch? En dat het even wennen was. Maar ach, je kind is gezond, er is geen groter wonder. Ik dacht überhaupt niet verder dan de bevalling, waar ik best tegenop zag. Helemaal terecht, want kanonne, dat was de hel. Mijn bevalling: rugweeën, weeënstorm, na uren een ruggenprik en uitgescheurd. “Het kan erger,” zei de gynaecoloog. En was vervolgens 45 minuten bezig met hechten. Maar wauw, ik had een zoon, Seth. »
En dan neem ik straks nog een lekkere massage
Hoezo kan een baby geen koekjes bakken? Ze hengelt nog even mijn tiet uit de grote beha om te oefenen voor de nacht Volgende scene: met mijn familie in de ziekenhuiskamer, we drinken champagne en niet veel later begint de nacht. Mijn man Niek slaapt diep. We waren meer dan 36 uur wakker. Euforie en adrenaline gieren door mijn lijf. Het katheter voel ik niet, ook van mijn hechtingen en groggy gestel heb ik geen last. Ik kijk alleen maar naar dat plastic bakje met onze blonde mini. Op wie lijkt ie? Hij slaapt op zijn zij, ik hoor hem ademhalen. Zo zacht, zo zoet.
V20
Zijn handjes heeft ie gevouwen voor zich liggen, alsof hij de heer dankt voor zijn komst op deze aarde. Ik kijk door het ziekenhuisraam. De zon komt op, de stille straten worden langzaam gevuld met fietsers die vroeg op hun werk willen zijn. Ik glimlach. Hij is eruit, ik heb de klus geklaard. Ik kan niet wachten om met z’n drieën thuis te komen.
ANTI-WIEGENDOOD Nieuwe scene. Omdat we na zessen ’s avonds thuiskomen, heeft de kraamhulporganisatie iemand gestuurd die ons ‘alleen even komt helpen opstarten’. Ik leun tegen de commode, de katheter doet inmiddels pijn en staan is lastig met die hechtingen. Zitten ook trouwens. “Ik zal even voordoen hoe je een wiegje opmaakt,” zegt de opstart-kraamhulp. “Heel strak, en geen dekbedje, hè? Want dan krijg je wiegendood en dat wil je niet.” Ze doet iets ingewikkelds met het laken. “Dan de kruiken. Let op, eerst de temperatuur van je zoon opmeten en niet te ver naar binnen.” Ze maakt een rondje met duim en wijsvinger en stopt daar voorzichtig een andere vinger een stukje in. Ik moet lachen, ze heeft niet door dat ze een internationaal neukgebaar produceert. Daarna hengelt ze nog even mijn tiet uit de grote beha om te oefenen voor de nacht. Immers: “Borstvoeding is een proces, dus dat lukt niet meteen.” Ze drukt ons op het hart dat de kruiken ab-so-luut niet met kokend water gevuld mogen worden. En als ik bloed in mijn
katheter zie, moet ik aan de bel trekken. Ze vertrekt: “Fijne avond, geniet van je kraamtijd!’ Ik kruip in bed. Er ligt een plastic zeil aan mijn kant, dat heeft ze ook nog vlug neergelegd. “Want je bloedt nog een tijdje. Mega stolsels. Er kan wel een tennisbal uitkomen.” De volgende ochtend belt Elly aan, onze kraamhulp voor deze week. Ze doet een beetje denken aan Thea (van Theo). Elly heeft zelf vier kinderen en is een held in geruststellen en aanmoedigen: “Je doet het hartstikke goed.” Als ze om vijf uur ’s middags weggaat, tellen Niek en ik de uren tot ze om acht uur ’s ochtends weer aanbelt. Ondertussen is mijn katheter losgeschoten. En van de tien hechtingen zijn nummer vijf, zes en zeven losgescheurd. Die moeten op natuurlijke wijze weer aan elkaar groeien. Extra hersteltijd: twee weken. Ik voel me nu definitief alsof er een vrachtwagen over me heen is gereden. Maar Seth doet wat alle baby’s doen: eten, poepen, slapen, huilen. Ik ben vooral verbaasd. Ik voel me gezegend (hij is gezond!) en een beetje verliefd. Wie is dat kleine mannetje? Komt dat uit ons? Wat moet ik doen! Na een week trekt Elly de deur achter zich dicht en met haar verdwijnt ook de fruitsalade, de schoonmaak en haar ondersteuning. Op haar laatste dag is Seth huilerig. Krampjes, zegt Elly. Een paar dagen later gaat Niek weer werken en blijven Seth en ik samen thuis. De geboortekaartjes zijn verstuurd en het kraambezoek komt op gang. Ik heb mijn eerste ommetje gemaakt, ik kan douchen zonder dat ik bijna omval, pas weer in een broek van voor de zwangerschap en heb een glaasje wijn gedronken. Ik ben er weer.
HEB IK AL GEPLAST? Vaak wordt Seth om vijf uur wakker. Niek gaat dan naar beneden om een fles op te warmen en ik ga kolven (aanleggen bleek zo’n drama dat ik besloot om alles af te kolven). Niek voedt Seth, springt onder de douche en rent de deur uit. Ondertussen probeer ik onze mini te laten boeren. Wat overgaat in zo’n twee uur wiegen, met zijn benen fietsen en troosten. Want hij
heeft inderdaad krampjes. Ik had daar nog nooit van gehoord. Het gaat ongeveer zo: Seth loopt rood aan, balt zijn vuisten en krijst als een bevallende vrouw die een wee opvangt. Met een beetje geluk stopt het huilen soms, maar het kan ook twee uur duren. En dat naast het dagelijkse huiluurtje. Heb ik eigenlijk al geplast vandaag? Eerst maar weer kolven, Seth ondertussen zoet houden met de speen. Met een beetje geluk slaapt hij. O, hij is weer wakker. Poep tot aan zijn nek. Verschonen. Voeden. Telefoon (sorry, ik kan niet opnemen). Boertje laten. Nog een boertje. En jaaa, daar zijn de krampjes weer. Wiegen, troosten. “Liefje, sorry dat ik niks voor je kan doen,” fluister ik in zijn oortje. Weet je wat, ik ga met hem wandelen. Het is de antikramptip van een vriendin. Ik trek mijn jas aan en zie in de spiegel dat ik mijn pyjama nog aan heb. Gauw Seth in de kinderwagen, wat Cinababy-druppels op zijn speen (homeopathisch middeltje dat zou moeten helpen tegen kramp), kleren aan – eindelijk plassen. Eenmaal buiten valt Seth in slaap en ik slaak een zucht van opluchting. Kan ik op de hoek even lekker op het bankje zitten. Maar binnen tien seconden is meneer wakker. Ik loop door, al voel ik een pijnlijke druk bij mijn schaambeen en trekkende hechtingen. Ik heb ook steken in mijn onderrug, van het tillen waarschijnlijk. Het is februari en Seth ligt er met een dikke jas en dekens lekker warm bij. Zelf ben ik mijn handschoenen, sjaal en muts vergeten. IJskoud heb ik het. In mijn jaszak vind ik een Chokotoff. En nog een. Ik heb
‘Soms wilde ik hem even in de kliko doen’, bekent mijn zus. ‘Dan kon ik in bad’
nog geen tijd gehad om zelf te eten. Ik kijk naar mijn zoon, hij is prachtig. Ik voel een glimlach opkomen. Hoe hoor je je eigenlijk te voelen als moeder? Ik voel wel liefde, maar ben nog niet echt verliefd. Ik heb zin in koffie bij Cornelis, dat leuke tentje verderop. Waar baby’s heus wel binnen mogen. Seth wordt wakker en huilt hard. Een andere moeder lacht me bemoedigend toe.
ER IS NIKS AAN Hoe laat is het? Shit, over een half uur moet ie eten! Snel naar huis om te kolven. Eerst even de luier. Poep? Yep, maar geen nieuwe romper. Kolven, speentje erin. Lukt niet. Even huilen maar dan. Tot ik genoeg heb
voor een voeding. Mijn mond voelt droog. Wanneer heb ik eigenlijk voor het laatst wat gedronken? Voeden. Boertje. Krampjes. Dit keer huilt Seth maar een half uurtje. In mijn armen valt hij in slaap. Voorzichtig leg ik hem in bed. Het is inmiddels vier uur. Ik kijk de kamer rond. Op het kookeiland ligt ongeopende post. De vaatwasser is al 24 uur klaar. Op het aanrecht ligt de rommel van de vorige avond én mijn verzameling van vandaag. Ik moet de kolfjes, spenen en flesjes uitkoken. Op albert.nl staat een halve bestelling klaar. Ik moet nog steeds (of weer) naar de wc. En ik zag net ook dat ik moet wassen, want ik ben door de rompers heen. Maar het is stil in huis. Ik smeer een boterham. Ondertussen maak ik koffie. Ik hoor Seth door de babyfoon pruttelen. Ik zucht, druk de vaatwasser weer dicht, gooi de vaat in de gootsteen en prop mijn boterham naar binnen. Na het huiluurtje en de avondmaaltijd om tien uur (bereid door Niek) bel ik mijn zus. “Hoe gaat het?” vraagt ze. “Eerlijk? De dag glipt tussen mijn vingers door, ik vind er niks aan. Ik heb heimwee naar mijn »
V21
Koediekoediekoedie, huilen is heerlijk DE ZES-WEKEN-ITCH Sommige vrouwen zitten na de bevalling op een roze wolk. Sommige vrouwen krijgen een postnatale depressie. Maar er zijn meer smaken, zoals de zes-weken-itch. Wat is handig om te weten? Met dank aan psycholoog Ellen Huijsmans van InMotie Psychologie. Ritme Je pasgeboren baby hee! nog geen slaap- en waakritme. En jouw eigen
« oude leven, ik kan niks meer doen wat ik vroe-
ger deed. Niet eens de vaatwasser uitpakken!” Meteen voel ik me schuldig, want ik ben blij met Seth en hij is gezond. “Dat heb ik toch voorspeld?” zegt ze lachend. “Soms was het bij mij zo erg dat ik Friso even in de kliko wilde doen. Natuurlijk doe je dat niet, maar de gedachte schoot wel door mijn hoofd. Dan kon ik even in bad of gaan slapen.” Terwijl ze het zegt vallen mijn ogen dicht. Ik ben zo moe. “Je moet er even doorheen,” zegt mijn zus. “Na zes weken wordt het leuk.”
EEN NIEUW LEVEN Ze heeft gelijk. Na zes lange weken slaapt Seth ’s nachts door. Hij lacht, schaterlacht zelfs. We knuffelen ons gek. De krampjes zijn minder. Niek pakt ’s ochtends de vaatwasser uit en ’s avonds doen we de was. Soms lukt het me om mijn zoon te troosten als hij huilt. Ik kan hem in bed leggen, waarna hij tevreden zijn ogen sluit. Mijn zus had nog een tip: “Stel jezelf de hele dag in dienst van hem. Maak geen plannen, laat de dag komen zoals ie komt.” Dat heb ik gedaan. En ik merk dat de heimwee naar mijn vorige leven minder wordt omdat ik aan mijn nieuwe leven begonnen ben. Zes weken na de bevalling lees ik voor het eerst dertig minuten in een boek. Met een kop koffie erbij. Wat een geluk. En ik doe een ontdekking: ik wist niet dat ik zo veel van iemand kon houden als van Seth. Zo allesomvattend veel. Ik stroom ervan over. •
V22
Heimwee naar mijn vorige leven wordt minder. Ik ben aan mijn nieuwe leven begonnen
ritme is pats boem weg. Geen wonder dat je ontregeld bent, er is geen structuur. Die komt terug, maar dat hee! tijd nodig (een week of zes). Go with the flow. Wie ben ik Waarom huilt je baby? Je kent hem nog niet goed en hij kan niet praten, dus het is gissen wat hij nodig hee!. Deze huiltjes kunnen voor twijfel zorgen. Doe ik het wel goed? Kan ik dit wel? Ik ben vast de enige die dit niet weet. Onderschat ook niet het effect van babygehuil op je gemoedstoestand: ik kan niet eens mijn eigen kind troosten... Klopt, soms kun je dat niet. En dat voelt, inderdaad, kut. Nooit meer alleen De eerste weken is er bijna geen rust en zeker niet op het moment dat jij daar behoe!e aan hebt. Juist de week nadat de kraamhulp weg is, kan het gevoel van eenzaamheid opkomen en kun je je twijfels minder makkelijk kwijt. Kijk samen met je partner of juist ook in die eerste zes weken of hij/zij of anderen je kunnen helpen. Huilen & lachen De hormonen gieren door je lijf en dat hee! effect op je gemoedstoestand. Maar een huilbaby helpt ook niet mee. Op het moment dat baby’s je gaan aankijken en gaan lachen, verandert het contact. Dan wordt het makkelijker om te zien wat er aan de hand is. Ook leer je het verschil in huiltjes herkennen. Je leert de taal van je kind spreken en als je kind voelt dat je hem snapt, is het huilen eerder over.