op reis | Catalonië
Kabbelen langs
de Ebro Barcelona
De Ebro is de langsteEbrorivier in Spanje. Toch is hij één van de grootste geheimen van Benifallet Catalonië. Niet alleen zijn uitgestrekte delta is Horta de Sant Joan een rijk natuurgebied op de rand van land en Tortosa zee; ook landinwaarts slingert de Ebro zich Punta del Fangar Deletbre majestueus door een mooi middengebergte. Fietsers proeven er letterlijk en figuurlijk van het kabbelende leven dat door andere toeristen nog ontdekt moet worden.
Ebro
Spanje
Benifallet Horta de Sant Joan Tortosa Deletbre
Punta del Fangar
› SAMENSTELLING GUNTER HAUSPIE > Grinta! | 65
H
orta de Sant Joan is een goed voorbeeld van de bijzondere harmonie van leven in deze uithoek van Catalonië. In dit bergdorp zijn de drie slagers vrouwen; want hun mannen zijn de herders van de schapenkuddes die het vlees moeten leveren. “Ieder zijn taak. Maar dat vlees, dat moet je proeven!” Dat zegt onze gids Josep die ons twee dagen mee op (fiets) pad neemt vanuit Horta. De fietsen verhuurt hij zelf. “Toerisme is hier nog volop in ontwikkeling. Wij willen het goed doen en dus kiezen we voor een duurzame groei. Dankzij de via verda die langs het dorp loopt, ligt het voor de hand dat we volop inzetten op de fiets.” Prima voor mij. En dat moet ook Pablo Picasso van Horta gedacht hebben. Rond 1900 verbleef hij twee keer voor langere tijd in het dorp.
Mét zijn Parijse muze Fernande. En dat gaf soms vonken. Niet alleen tussen de kunstenaar en zijn minnares, maar ook met de dorpelingen. Vrouwen mogen dan wel slager zijn en schapen vierendelen; op café gaan of – nóg erger – de nacht doorbrengen met een man zónder getrouwd te zijn, dát was ongehoord. Picasso vond het allemaal vooral inspirerend en dat kun je zelf ontdekken in het Centre Picasso. Dat kleine museum toont facsimiles van de vele werken die de kubistische kunstenaar in Horta maakte, waarbij het stadje en zijn taferelen vaak het decor vormden. Buiten het museum heb ik een prachtig uitzicht op het groene ommeland – horta betekent niet voor niets tuin. Ik daal de berg af naar het vroegere station. Daar kies ik het spoor van de via verda de la Vall de Zafán.
< Een oud stationnetje
vels over < Vlak fietsen tussen heu Zafán. de l Val la de de via verda
Tunnels en viaducten
Meteen fiets ik tussen hoge rotsen van roodbruine steen. Het pad graaft steeds dieper tot het verdwijnt in een donkere tunnel. Zodra ik me in het grote zwarte niets begeef, flitst de tunnelverlichting aan. Driehonderd meter verder trap ik weer de klaarlichte dag in. Een hoog viaduct voert me er in een brede bocht over een groene vallei. Ik besef het nog niet, maar in dit spectaculaire decor speelt het plot van de volgende 25 kilometer zich af. De via verda (groene weg of een benaming voor een autovrije fietsroute, nvdr.) werd aangelegd op de bedding van een verlaten spoorweg. Die moest mijnproducten vanuit Aragón naar de zee bij de Ebro-delta vervoeren. Met de bouw werd in de 19de eeuw gestart, maar pas in 1942 werd de laatste spade opgeborgen.
onderweg.
En dan bereikte de spoorweg nog maar Tortosa en dus niet de zee. Veel goederen werden er ook niet vervoerd, dus werd er ook met personenvervoer gestart. “Ook dat was geen voltreffer in een dunbevolkt gebied”, zegt Josep. “Al was een rit met de trein één van de meest spannende uitjes voor de jeugd. Op weg naar Tortosa tufte de trein door bijna veertig tunnels. Daar hebben vele jongens en meisjes elkaar voor het eerst gekust. Elke oudere inwoner in de dorpen langs de spoorweg zal dat bevestigen.”
Amandelen en warm water In 1973 stortte één van de tunnels in en meteen was dit ook het einde van het treinverkeer, amper 31 jaar nadat de eerste trein er reed. Sinds de sporen in 2006 plaats ruimden voor een fietspad hebben waarschijnlijk al meer fietsers dan ooit treinreizigers
het traject afgelegd. Het is dan ook een heerlijke route om te fietsen. Een dalingsgemiddelde van 2% is ideaal. De bedding vermijdt ook de zeldzame dorpskernen.
> Sinds de sporen plaats ruimden voor een fietspad, hebben al meer fietsers dan ooit treinreizigers het traject afgelegd. < Je fietst dus volop door een heuvelachtig land vol met amandelbomen (“die staan al in februari in bloei en verspreiden dan een doordringende amandelgeur”),
olijfbomen en wijngaarden. Oude stationnetjes onderweg zijn spaarzaam en staan meestal leeg. Jammer, want het zijn mooie locaties voor een bar of een andere fietsvriendelijke stop. In Benifallet is het station wel omgebouwd tot pension en herberg. Midden in de pijnboombossen hou ik er halt en waag me aan de plaatselijke specialiteit, een stoofpotje van geit. Had ik een picknick meegenomen, dan laste ik mijn middagstop enkele kilometers eerder in bij het Santuario de la Fontcalda. Het kleine klooster ligt diep in een afgelegen ravijn bij een warmwaterbron. Met de voeten in het warme water en de kapel van het kleine bedevaartsoord in zicht bereid je je er fysiek en mentaal in ideale omstandigheden voor op de korte maar erg steile klim (23 %) weer naar boven.
elta ...
< Mosselen in de Ebro-d
< ... olijven in het binnen
land.
>
Langs de Ebro
Tien minuten voorbij het station van Benifallet verdwijnen de pijnbomen en kijk ik uit over de brede vallei van de Ebro. De rivier slingert zich in grote meanders richting Tortosa. In die loop heeft de mens nooit veel ingegrepen. Scheepvaartverkeer is er niet omdat de diepte varieert van één tot tien meter. De spoorweg loopt nu parallel met de rivier en met een brede weg. Voor het eerst sinds Horta ontmoet ik zo auto’s. De amandelen en olijven hebben plaatsgemaakt voor mandarijnen en appelsienen. Door het altijd milde klimaat kunnen de boeren die hier tot drie keer per jaar oogsten. In Tortosa eindigde de spoorweg en dus ook de via verda. Er heerst een gezellige drukte. In de oude stad herbergen het kasteel en de oude kathedraal met bijhorend klooster kunstschatten die herinneren aan de eeuwenlange Moorse overheersing. De oever van de Ebro is de snelste en veiligste manier om Tortosa weer uit te rijden. De stad is de poort naar de delta van de Ebro. Daar verandert het landschap abrupt. Vlakker kun je een land niet aanleggen. De natuur heeft er dan ook vijfduizend jaar over gedaan om elke verhevenheid uit te vlakken. Door de sedimenten die Ebro uit de bergen meevoerde, groeide het land bij de monding aan. In steeds meer vertakkingen zocht het water tussen die afzettingen een loop naar de zee. Zo ontstond een enorm > < De Ebro-delta is één groot rijstveld.
< Puike bewegwijzering. 68 | Grinta!
< De eerste brug over de Ebro vinden we in Tortosa.
< Rijst is het basisingrediënt van de locale paella’s.
< De rijstaren zijn geoogst en opgebonden.
uitgestrekte lagune in zee. Sinds de jaren vijftig kalft de delta echter weer af. De reden is een kleine witte korrel van nog geen centimeter groot: rijst.
Rijst in de delta
Zodra we de delta bereiken, fietsen we door eindeloze rijstvelden. Rechte dijken bakenen hectaregrote percelen af. In het kniediepe water staan de gele oogstrijpe rijstaren in de wind te wuiven. Op sommige percelen is de oogst al binnengehaald. Tegen oktober zal de hele delta kaalgeplukt zijn. Dan wordt het water via kanaaltjes afgevoerd en de grond omgeploegd. Eind april wordt weer nieuwe rijst geplant en gaan de sluizen weer open. In juni kleurt de delta eerst groen en dan weer goudgeel. “Het is precies dat beheersen van de waterhuishouding dat zorgt dat de delta krimpt”, zegt
Sergi. De jonge natuurwetenschapper is met mij dwars door de delta naar Punta del Fangar gefietst, één van de plekken in de delta die het verst in zee strekken.
> Je fietst volop door een heuvelachtig land vol met amandelbomen, olijfbomen en wijngaarden. Dit is een heerlijke route! < Daar staat op een schoorwal een eenzame vuurtoren. Maar voor hoelang? Het restaurant rondom wordt al langs
< Veel leven rond en onder het water in de Ebro-delta.
drie zijden door water omarmd. “Vroeger lag de zee wel honderd meter verder. Alles veranderde in de jaren vijftig toen de rijstboeren kwamen en de Ebro in een kanaal geperst werd. Steeds meer mensen kwamen ook in de delta wonen – het stadje Deltebre werd toen gebouwd. En dan zwijg ik nog over de chemische stoffen die de rijstteelt in de delta verspreidt.” We fietsen terug naar de Moli de Rafelet in Deletbre. In deze houten rijstmolen is Rafael Margalef net een zak rijst aan het vermalen. Ik denk net in een demonstratie rijstmalenoude-stijl terechtgekomen te zijn, maar dit blijkt dagelijkse kost. “Net zoals mijn vader en grootvader maal ik hier rijst van mijn eigen veld en van kleine, biologische producenten. De hele productie gebeurt nog Grinta! | 71
>
altijd op de ambachtelijke wijze van de jaren vijftig. Omdat dit gewoon de enige kwaliteitsvolle manier is.” En dus wordt de rijst van de Moli de Rafelet niet in een toren gedroogd, maar uitgespreid op een betonnen vloer. “Trager, maar dat garandeert meer smaak.” En dus kun je er ook geen witte rijst kopen. “De natuurlijke kleur van rijst is crema. Rijst wordt maar wit door ze chemisch te bewerken. En de consument denkt dat hij witte rijst moet kopen.” Ik ga overstag en ga helemaal mee in het vurige discours van Rafel.
> Grote waterplassen, moerassen en droge gronden wisselen elkaar af. In vogelkijkhutten kun je het vele waterwild observeren. < Een uur later fiets ik weer verder door de delta met acht kilo rijst op mijn rug. Een biologisch product hoort immers ook op een biologische manier getransporteerd, niet?
Flamingo’s in de lagune
De zon zakt ondertussen steeds dieper aan de einder. Dat is het sein om naar het Parc Natural del delta de l’Ebre te fietsen. Gelukkig wordt daar nog een behoorlijk deel van delta beschermd als natuurgebied. Daar merk ik hoe gevarieerd een lagune ook zijn kan. Een duinenrij beschermt de lagune tegen de zee. Grote waterplassen, moerassen en droge gronden wisselen elkaar af. In vogelkijkhutten kun je het vele waterwild observeren. Ik heb geluk: de grote flamingopopulatie strijkt net neer, niet heel ver van mijn uitzichtpunt. Hun roze pluimen lijken nog feller te schitteren in de warme avondgloed. Maar dan moet ik snel weer de fiets op. Eens het licht uitgaat, wordt het ook écht donker in de delta. En dan kan ik maar beter weer op mijn slaapplaats zijn. ■ 72 | Grinta!
sa.
< De Ebro kabbelt breed door Torto
TERRES DE L’EBRE PRAKTISCH Terres de l’Ebre is de zuidelijkste van de zeven deelgebieden die samen de Spaanse autonome regio Catalonië vormen. Het wordt gevormd door een middelhoog bergland (tot 1.000 meter) dat afdaalt naar de kustvlakte, met de uitgestrekte deltamonding van de Ebro. De hoofdstad Tortosa (34.000 inwoners) ligt 170 kilometer ten zuiden van Barcelona.
Erheen
Tortosa ligt met de auto op 1.500 kilometer van Brussel. De dichtste luchthaven is Barcelona El Prat (160 km, 2 u rijden). De Spaanse lagekostenluchtvaartmaatschappij Vueling vliegt dagelijks heen en weer tussen Zaventem en El Prat. Meer info via www.vueling.com.
Overnachten
We verbleven in het grote maar toch familiale Vilar Rurals d’Arnes in het bergdorp Arnes. Het hotel is fietsvriendelijk (o.a. fietsverhuur) en grenst meteen aan de via verda de la Vall de Zafán (autovrije fietsroute). Meer info via www.vilarsrurals.com/vrarnes. Dichterbij de kust, in de Ebro-delta, was onze uitvalsbasis Delta Hotel in Deltebre. Ruime kamers en uitstekend restaurant. Je bevindt je er midden in de natuur van de delta. Meer info via www.deltahotel.net. Tip: het vroegere station van Benifallet is nu een pension met vier kamers en een restaurant voor wandelaars, fietsers en andere passanten. Heerlijke plek om te verblijven tijdens een meerdaagse fietstocht over de oude spoorbedding. Meer info via www.estaciodebenifallet.com.
Onze fietsroute
Wij volgden grotendeels het traject van de via verda de la Vall de Zafán. Deze bewegwijzerde route volgt een oude spoorwegbedding van Arnes (440 m) naar Tortosa (10 m). Tijdens die 49 kilometer fiets je over en door tientallen grote en kleine viaducten en tunnels. De wegbedekking in asfalt bolt prima. Hoewel de omgeving erg heuvelachtig is, fiets je op de bedding nagenoeg vlak. Vanaf Tortosa volgden we de Camí Natural de Tortosa-Deltebre. Deze bewegwijzerde fietsroute (30 km) voert je over verkeersarme wegen naar het hart van de Ebro-delta. Daar kun je doorfietsen tot het uiterste punt bij Punta del Fangar.
Fiets huren
Esgambi is een fietsenzaak in Horta de Sant Joan, dicht bij de start van de via verda de la Vall de Zafán. Ideale uitvalsbasis voor een (meerdaagse) fietstocht langs deze via verda. Je kunt er degelijke hybride fietsen huren, ook met elektrische trapondersteuning. Er zijn formules mogelijk waarbij jij en de fiets terug naar het startpunt gebracht worden. Ook een combinatie met kajaktocht op de Ebro of canyoning is mogelijk. Meer info via www.esgambi. com.
Algemene info
www.terresdelebre.travel | www.viasverdes.com