12
Levensdomein
Opsomming onderwerpen en voorbeeldvragen, eventueel aan te vullen door de cliënt zelf
w oon- en leefomstandigheden
Woonruimte en zich thuis voelen
Inrichting 2 Wat vindt u van uw kamer/woning/appartement, deze omgeving? 2 Wat is voor u belangrijk om u thuis te voelen? 2 Hebt u eigen spullen om u heen? Zijn er spullen die u nog hierheen wilt laten komen? Mist u nog dingen? 2 Wat vindt u van de inrichting ? Wat is uw smaak? 2 Wat is handig voor u / wat zou handig zijn voor u wat betreft inrichting? 2 Wat is belangrijk voor uw privacy en eigen leefsfeer? 2 Wat helpt om uw eigen achtergrond (cultuur) ‘in huis te halen’? 2 Had/heeft u huisdieren? (Misschien komt een dier mee, hoe gaat het met de verzorging, en wie verzorgt het dier als u het door ziekte bijvoorbeeld niet kunt?) 2 Houdt u van planten, van groen om u heen? 2............................................................... 2...............................................................
De cliënt mag rekenen
op
2 Bij Levensdomein 1 hoort een (voorbeeld)formulier voor aantekeningen
woon- en leefomstandigheden
woonruimte waarin hij of zij zich thuis kan voelen en veilig is.
1
Vraag aan familie/naasten 2 Heeft u nog iets aan te vullen over deze woonruimte? Kan er nog iets gedaan worden om uw vader/moeder/.. zich (nog) meer thuis te laten voelen? 2............................................................... Welke eisen stelt u aan ‘opgeruimd en schoon’? NB: verschilt per situatie: één of meerbedskamer; in een verpleeghuis spelen huishoudelijke en inrichtingszaken op de kamer anders dan in een verzorgingshuis of een meer zelfstandige woonvorm. 2 Wat doet u zelf graag aan huishoudelijk dingen? > Denk aan: prullenbak legen, opruimen, planten water geven. 2 Wat doet u met uw vuile en schone was? Verstelwerk? 2 Zijn er (vanuit uw cultuur) nog bepaalde gewoontes en voorkeuren op huishoudelijk gebied? Vraag aan familie/naasten 2 Helpt u (of een ander familielid) een handje bij huishoudelijke zaken? Heeft u daar nog vragen of opmerkingen over? Heeft u daar nog iets bij nodig? 2...............................................................
Veiligheid 2 Wat is voor u belangrijk om u veilig te voelen?
> Denk aan: persoonlijk alarmeringssysteem, slot op de deur en kasten, nachtlichtje, toezicht door medewerkers, brandpreventie/alarmering. 2............................................................... Vraag aan familie/naasten 2 Wat is voor u belangrijk om het vertrouwen te hebben dat uw vader/ moeder/… hier veilig is? 2...............................................................
Dagritme 2 Hoe zag een doordeweekse dag er de laatste tijd voor u uit? 2 Hoe laat staat u meestal op, hoe gaat het dan verder en hoe laat gaat u naar
bed? Rust u tussendoor? 2 Bent u een ochtend/avondmens? 2 Wat zijn uw geliefde tijdstippen voor:
•eten en drinken, koffie en thee? •krant lezen, naar het nieuws kijken op TV? 2 Heeft u bepaalde dagelijkse gewoontes, bijvoorbeeld vaste gebedsmomenten, middagdutje, ommetje maken? 2...............................................................
2
1
woon- en leefomstandigheden
Bewegingsmogelijkheden, meubilair, gebruiksgemak > Zie ook domein lichamelijk welbevinden! Op uw kamer/in uw woning/in uw appartement 2 (Indien van toepassing: hoe verplaatste u zich in uw woning?) 2 Hoe verplaatst u zich hier in uw kamer? Loophulpmiddelen/rolstoel? 2 Hoe gaat het zitten, wat vindt u van uw stoel/stoelen? Hoe gaat het opstaan uit uw stoel? 2 Hoe gaat het in en uit bed komen, wat vindt u van uw bed, eventueel de tillift, beugel/papegaai om u aan vast te houden? > Denk ook aan overstappen/overtillen tussen bed-stoel-rolstoel-douchestoel-toilet(stoel), gebruik tillift. 2 Kunt u in deze woonruimte komen waar u wilt? 2 Hoe gaat het praktisch met het ontvangen van bezoek op uw kamer? 2 Kunt u de TV, radio, lichtknopjes, stekkers, telefoon, alarm/belsysteem bedienen? 2 Hoe gaat het ‘s nachts met slapen? Kunt u gaan liggen zoals u wilt? Moet u ‘s nachts naar het toilet? Hoe gaat dat, lukt dat? 2...............................................................
Observatie als informatiebron 2 2 2 2 2
Observatiepunten bij dit domein onder meer Lijkt de cliënt op zijn gemak in deze kamer? Heeft hij aandacht voor de eigen spulletjes? Gaat de cliënt zijn eigen gang, of wacht hij de dingen af? Doet de cliënt (pogingen tot) bepaalde huishoudelijke karweitjes? Vraagt de cliënt al snel of juist niet snel om hulp?
2 Kan de cliënt overweg met sloten en het alarmsysteem? 2 Lijkt de cliënt bang, teruggetrokken, wanneer vooral? 2 2 2 2
Laat de cliënt bepaalde dagelijkse gewoontes zien? Hoe laat is hij wakker en wanneer slaapt hij? Wat is het eigen patroon van rust en actie van deze cliënt op een dag? Zoekt hij gezelschap of juist niet?
2 Hoe beweegt de cliënt zich in zijn kamer; hoe gebruikt hij de meubels en
hulpmiddelen? 2 Laat de cliënt hierbij vaste gewoontes zien, bijvoorbeeld altijd in een
Elders in de zorginstelling 2 Gaat u graag van uw kamer af? 2 Kunt u goed de weg vinden in huis? 2 Hoe beweegt u zich buiten uw kamer, naar restaurant, het winkeltje, ruimte voor activiteiten? (Loophulpmiddelen/rolstoel?) 2 Gaat uw bezoek wel eens mee, gaat dat makkelijk of zijn er belemmeringen in huis? 2 Waar ontvangt u graag uw bezoek? 2 Zijn er dingen die u zou willen doen, maar niet kunt door obstakels in huis/ deze woonomgeving? > Denk aan: drempels, afstapjes, rolstoelen op de gang, liften, deuren. 2 Struikelt u gemakkelijk, valt u wel eens? 2............................................................... Buitenshuis (ervaringen sinds opname) 2 Gaat u graag naar buiten? Hoe gaat u naar buiten, zelfstandig, met hulp van anderen? 2 Kunt u komen waar u wilt? 2 Gebruikt u hulpmiddelen, heeft u deze hier in en om huis al geprobeerd? > Denk aan: stok, looprek, rollator, rolstoel, aangepast vervoer. 2 Hoe gaat het als u iets mee wilt nemen, bijvoorbeeld boodschappen? 2 Gebruikt u een rollator met mandje, of een boodschappentas op wieltjes? 2............................................................... Vraag aan familie/naasten 2 Als u op bezoek komt, gaat u dan wel eens samen de kamer af, naar gemeenschappelijke ruimtes, naar buiten? Hoe gaat dat? 2 Heeft u vragen/opmerkingen over de hulpmiddelen die uw vader/moeder/.. gebruikt? 2 Heeft u zelf nog meer informatie of hulp nodig? 2...............................................................
bepaalde stoel zitten. 2 Wat zijn de reacties bij tillen, verplaatsen van de cliënt? 2 Struikelt de cliënt vaak, ligt dat aan vloerbedekking, drempels? 2 Gaat de cliënt graag/vaak zelfstandig, of met hulp, van zijn kamer af? 2 En naar buiten?
Let op ! Gezondheidsrisico’s en bijzondere maatregelen Verantwoorde zorg Zijn er bijzondere risico’s, zijn er bijzondere maatregelen nodig? Inschakelen andere disciplines volgens werkwijze zorgorganisatie Veiligheid in en om de woning • Veilig gebruik van (technische) hulpmiddelen • Vrijheidsbeperkende maatregelen: registratie! • Valpreventie Landelijke protocollen en richtlijnen voor domein 1:
Andere disciplines/hulpverleners
Eventuele eigen protocollen voor domein 1:
2 Welke informatie is er van andere disciplines/hulpverleners binnen en
buiten dit huis? 2 Denk ook aan die disciplines en vrijwilligers die de cliënt regelmatig zien, zoals collega-verzorgenden, collega’s van de huishouding, technische dienst, activiteitenbegeleider, fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, gastvrouw en medewerkers van het restaurant of de receptie. 2 Welke vragen of punten-om-door-te-geven zijn er voor andere disciplines/ hulpverleners/mantelzorgers/vrijwilligers? 2 Inschakelen andere disciplines volgens werkwijze zorgorganisatie.
Welke protocollen en richtlijnen gelden bij deze cliënt? Wat houdt de toepassing voor deze cliënt in?
22
Levensdomein
Opsomming onderwerpen en voorbeeldvragen eventueel aan te vullen door de cliënt zelf
participatie
Dagbesteding
2 Wat maakte u de laatste tijd zoal mee op een dag? Door de week, in het
weekend? 2 Wat zijn belangrijke gebeurtenissen voor u om mee te maken?
2
De cliënt mag rekenen op aantrekkelijke
2
mogelijkheden voor dagbesteding waarmee hij of zij kan geven aan
2
invulling
2 Bij Levensdomein 2 hoort een (voorbeeld)formulier voor aantekeningen
2 2 2 2 2
participatie
persoonlijke interesse, hobby’s en een sociaal leven, en contact kan houden met de samenleving
2
> Denk bijvoorbeeld aan verjaardagen, herdenkingsdagen, nationale feestdagen. Wat zijn vanuit uw cultuur of religie belangrijke gebeurtenissen en activiteiten? Welke hobby’s, interesses heeft u? Wat doet u graag? > Denk aan: TV, welke programma’s, krant, tijdschriften, foto’s kijken, puzzelen, handwerken, e-mailen, internetten, lezen (denk aan: gesproken boek) naar muziek luisteren, muziek maken, schilderen, schrijven, huishoudelijke dingen, koken, bakken, dieren verzorgen, planten verzorgen, buiten wandelen, buiten zitten, tuinieren. Welke activiteiten doet u graag samen met anderen? > Denk aan: biljarten, kaarten, spelletjes, samen koffiedrinken, theedrinken, borrelen, internetcafé, activiteiten bijwonen, culturele of religieuze activiteiten, lezingen, optreden van artiesten, uitstapjes. Zijn er dingen die u zou willen doen, maar niet kunt? ............................................................... ............................................................... ............................................................... ...............................................................
Vraag aan familie/naasten 2 Zijn er activiteiten die u graag met uw vader/moeder/… wilt (blijven of gaan) doen, hier in huis of buitenshuis? Bijvoorbeeld winkelen, naar de markt, ergens koffie drinken, spelletjes doen, vrienden/familie bezoeken, familie-uitstapjes? 2 Wilt u betrokken worden bij activiteiten hier in huis? 2 Heeft u suggesties voor activiteiten? 2............................................................... 2...............................................................
Sociaal leven 2 Wat zijn op dit moment belangrijke contacten voor u? 2 Wat vindt u van de contacten hier in huis: met medebewoners,
medewerkers, vrijwilligers? Heeft u graag een arm om uw schouder, een knuffel? Speelt humor een belangrijke rol voor u? Hoe gaat het met het leggen van contacten? Bent u een gezelschapsmens? Houdt u ook van rustig op uzelf zijn? Welke rol speelt bezoek krijgen en op bezoek gaan voor u? Wat vindt u belangrijk voor een gastvrije ontvangst van uw bezoek? Hebt u contact per telefoon, brieven/kaarten schrijven, internet, email? Zijn er contacten die u niet kunt onderhouden, maar wel zou willen? Heeft u voldoende privacy om ongestoord met uw bezoek te zijn, of uw post te lezen? 2 Als u ergens mee zit, bij wie kunt u dan gemakkelijk terecht? 2............................................................... 2............................................................... 2 2 2 2 2 2 2 2 2
Contact met de samenleving 2 Wat zijn uw contacten in familieverband, en in uw kennissenkring, buurt,
in de maatschappij? > Denk aan de rol van de cliiënt als moeder/vader, oma/ opa, zus/broer, tante/oom, vriend(in) zijn, vrijwilligerswerk, voor anderen zorgen, culturele activiteiten, verenigingsleven, kerkgenootschap, vakbond, politieke partij. 2 Hoe is het met de contacten op dit moment?
2
2
participatie
Observatie als informatiebron Observatiepunten bij dit domein onder meer
2 Doet u misschien speciale dingen voor iemand, heeft u een speciale taak of
rol in uw familie of voor anderen, bijvoorbeeld medebewoners? Welke mogelijkheden en beperkingen ziet u daarbij? 2 Absoluut vrijblijvende vraag: zou u hier in huis iets (meer/anders) willen doen op dat gebied? 2............................................................... 2............................................................... Vraag aan familie/naasten 2 Heeft u aanvullingen? 2 Zijn er mensen voor wie uw vader/moeder/… belangrijk is? 2............................................................... 2...............................................................
Andere disciplines/hulpverleners 2 Welke informatie is er van andere disciplines/hulpverleners binnen
en buiten dit huis? > Denk ook aan die disciplines en vrijwilligers die de cliënt regelmatig zien, zoals collega-verzorgenden, activiteitenbegeleider, maatschappelijk werker, psycholoog, geestelijk verzorger, ergotherapeut, logopedist, gastvrouw en medewerkers van het restaurant of de receptie. 2 Welke vragen of punten-om-door-te-geven zijn er voor andere disciplines/ hulpverleners? 2 Inschakelen andere disciplines op de manier zoals dat in de zorgorganisatie geregeld is.
2 Lijkt de cliënt op zijn gemak in deze kamer? 2 Gaat de cliënt zijn eigen gang of wacht hij de dingen af? Is hij onder-
nemend? 2 Wat doet de cliënt spontaan zelf aan activiteiten, welk activiteiten 2 2 2 2 2 2
zoekt hij op? Waar lijkt hij plezier in te hebben, en wat lijkt hem tegen te staan? Hoeveel activiteiten doet de cliënt dagelijks/wekelijks? Wat zijn vaste gewoontes van de cliënt? Lijkt hij voorkeur te hebben voor steeds dezelfde activiteit of reageert hij positief op verschillende activiteiten? Wat zijn reacties bij uitnodigen, stimuleren tot activiteiten? Vraagt de cliënt al snel om hulp of juist niet?
2 Zoekt de cliënt gezelschap; is hij ook graag alleen? 2 Lijkt de cliënt voorkeuren te hebben voor bepaalde personen/gezelschap? 2 Hoe reageert hij op een (groot) gezelschap, (drukke) bijeenkomst, doet hij
mee of trekt hij zich terug, lijkt hij op zijn gemak als toeschouwer? 2 Kan hij de gesprekken of de TV, film, volgen? Heeft hij er aandacht/ 2 2 2 2
interesse voor? Vertoont de cliënt tekenen van vermoeidheid of angst bij drukte? Of juist onrust bij verveling? Maakt de cliënt een energieke of juist vermoeide indruk? Neemt de cliënt zelf zijn rustmomenten?
2 Krijgt de cliënt bezoek? En post? 2 Hoe reageert de cliënt op bezoek en op post? 2 Hoe reageert hij op aanraking, een knuffel?
Let op ! Gezondheidsrisico’s en bijzondere maatregelen Verantwoorde zorg Zijn er bijzondere risico’s, zijn er bijzondere maatregelen nodig? Inschakelen andere disciplines volgens werkwijze zorgorganisatie • Zich extreem terugtrekken, niet meedoen: isolement, verveling, depressie • Culturele achtergronden: zich niet thuis voelen, geen aansluiting vinden • (Lichamelijke) oorzaken van isolement : waaronder slechthorendheid, slechtziendheid, geheugenverlies, beperkingen in de mobiliteit • Anderstaligheid, tolk nodig Landelijke protocollen en richtlijnen voor domein 2: • Richtlijn Probleemgedrag Eventuele eigen protocollen voor domein 2: Welke protocollen en richtlijnen gelden bij deze cliënt? Wat houdt de toepassing voor deze cliënt in?
32
Levensdomein
Opsomming onderwerpen en voorbeeldvragen eventueel aan te vullen door de cliënt zelf
mentaal welbevinden en autonomie
Ondersteuning van de eigen levensinvulling
De cliënt mag rekenen op respect voor en ondersteuning van
2 Bij Levensdomein 3 hoort een (voorbeeld)formulier voor aantekeningen
mentaal welbevinden en autonomie
eigen identiteit en levensinvulling de
3
Zelfstandigheid 2 Hoe is het voor u om hulp te krijgen/verzorgd te worden? 2 Hoe vindt u het om hulp te accepteren? 2 Wat vindt u van de ondersteuning die u hier krijgt? 2 Over welke zaken beslist u zelf, waarover hebt u zelf de touwtjes in handen? 2 Wat kunt u in het dagelijks leven zelf regelen en wat wordt voor u geregeld? > Denk aan: afspraken in huis: kapper, therapie, pedicure, activiteiten; buiten de deur: afspraken en vervoer regelen voor artsenbezoek, opticien, audicien, tandarts, familiebezoek, instanties zoals gemeentehuis, identiteitsbewijs, kortingspas regelen, medicijnen bestellen en laten bezorgen. 2 Wat regelt u zelf wat betreft geld en administratie? Houdt u dat zelf bij? 2 Zijn er dingen op dat gebied waar u zich niet zeker over voelt? Waar u hulp bij zou willen hebben? 2............................................................... 2............................................................... 2............................................................... 2............................................................... Vraag aan familie/naasten 2 Hielp u (of een ander familielid/kennis) uw vader/moeder/.. de laatste tijd met regelzaken en andere praktische zaken? Blijft u dat graag doen? Heeft u vragen of wensen op dat gebied? 2...............................................................
Stemming 2 Hoe is uw stemming meestal? 2 Wat zijn leuke dingen om mee te maken, waar knapt u van op? 2 Hebt u de laatste tijd vervelende ervaringen gehad, heeft u daar nog last
van? 2 Maakt u zich ergens zorgen over? 2 Voelt u zich wel eens gedeprimeerd, bezorgd, angstig, onzeker, verdrietig of
in de war, wat doet u dan? 2 Zijn er bepaalde dingen waar u met iemand over zou willen praten? 2............................................................... 2...............................................................
Vraag aan familie/naasten 2 Maakt u zich nog ergens zorgen over? 2...............................................................
Respect 2 Wat vindt u van de manier waarop we u tegemoet treden, hier met u
omgaan? 2 Wat vindt u van de omgangsvormen van het personeel, van de
medebewoners? 2 Past dat bij hoe u het gewend was in uw eigen omgeving? 2 Voelt u zich gerespecteerd? Kunt u hier uzelf zijn, met uw eigen achter-
grond, uw eigen cultuur? 2 Kunt u hier ondanks alles uw eigen leven leiden, het de invulling geven
die belangrijk voor u is? 2............................................................... 2............................................................... Vraag aan familie/naasten 2 wat vindt u van de manier waarop wij uw vader/moeder/… en uzelf, de familie/het bezoek tegemoet treden? 2...............................................................
2
3
mentaal welbevinden en autonomie
Eigen identiteit en levensinvulling/levensfase
Observatie als informatiebron
2 Wat zijn voor u de belangrijke dingen in het leven? 2 Is dat de laatste tijd veranderd? Hoe is dat nu, in deze levensfase? 2 Hoe kijkt u tegen deze levensfase aan, heeft het ook zijn mooie kanten?
2 Welke uitingen van emoties laat de cliënt zien in gezichtsuitdrukking,
(NB: ‘op dit moment’ want waarden kunnen veranderen als de situatie verandert.) 2 Hoe ziet u de toekomst? Heeft u plannen? 2 Hoe kijkt u aan tegen de eindigheid van het leven?
Observatiepunten bij dit domein onder meer
2 2 2 2
2 Hoe kijkt u op uw leven terug? Is uw kijk op het leven veranderd? Zijn er 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
mooie herinneringen? Vindt u het leuk om een levensboek te maken? Heeft u ook een zware tijd gehad, verdrietige dingen meegemaakt? Heeft u die een plek kunnen geven of zitten u nog dingen dwars? Wilt u daar nog eens met iemand over praten? Zijn er dingen die u belangrijk vindt om nog mee te maken, om te doen? Is een goede afronding van het leven iets dat u bezig houdt? Heeft u vanuit uw cultuur of uw religie een bepaalde kijk op uw leven, en op deze levensfase ? Wat vindt u belangrijk voor het beleven van uw religie/levensovertuiging? Heeft u genoeg contacten om daarover te praten? Vindt u het belangrijk om activiteiten te ondernemen op dat gebied? ............................................................... ...............................................................
Vraag aan familie/naasten 2 Wilt u hier nog iets op aanvullen, bijvoorbeeld over belangrijke gebeurtenissen in de familiekring die wij moeten weten? 2 Of over belangrijke gewoontes in de familiekring, bijvoorbeeld gedenkdagen van overledenen? 2 Hoe is het met u, kunt u het bezoek aan uw vader/moeder (nog) opbrengen? 2 Wat zijn mooie kanten, wat zijn moeilijke kanten? 2 Hoe belangrijk is het voor u om op bezoek te blijven komen, om de relatie te onderhouden? 2 Heeft u daar zelf nog iets bij nodig? 2 Heeft u zelf nog vragen of zorgen? 2 Wilt u eens met iemand praten, of concrete hulp? 2............................................................... 2...............................................................
Andere disciplines/hulpverleners 2 Welke informatie is er van andere disciplines/hulpverleners binnen
en buiten dit huis? > Denk ook aan die disciplines en vrijwilligers die de cliënt regelmatig zien, zoals collega-verzorgenden, activiteitenbegeleider, psycholoog, geestelijk verzorger, maatschappelijk werker, gastvrouw en medewerkers van het restaurant of de receptie. 2 Welke vragen of punten-om-door-te-geven zijn er voor andere disciplines/ hulpverleners? 2 Inschakelen andere disciplines volgens werkwijze zorgorganisatie.
2 2
2
gelaatskleur, transpiratie en lichaamstaal? Lacht, huilt de cliënt of ontbreken uitingen van emoties juist? Lijkt de cliënt goed georiënteerd in zijn situatie? Is de cliënt introvert, gesloten, of extravert? Hoe lijkt de stemming van de cliënt, wisselt de stemming vaak? Wat is de algehele ‘uitstraling’ van de cliënt, lijkt hij tevreden, op zijn gemak, of juist niet? Zoekt de cliënt bij (emotionele) gebeurtenissen contact of juist niet? Hoe reageert de cliënt (positief of negatief) op prikkels, geluiden, personen, gebeurtenissendie een bepaalde betekenis (kunnen) hebben in het leven van de cliënt? Hoe kun je aan deze cliënt zien/waarnemen, wat hij wil en prettig vindt of juist niet?
2 NB: Observaties op het gebied van mentaal welbevinden zijn het
pecifieke aandachtsgebied van de verpleeghuisarts, de psycholoog, geestelijk verzorger en eventuele andere sociaal-psychologische beroepsbeoefenaren.
Let op ! Gezondheidsrisico’s en bijzondere maatregelen Verantwoorde zorg Zijn er bijzondere risico’s, zijn er bijzondere maatregelen nodig? Inschakelen andere disciplines volgens werkwijze zorgorganisatie • Eenzaamheid, herwaardering van het eigen leven • Verwerkingsproblematiek • Angst voor het sterfbed en de dood • Depressie, angststoornissen • Onrust, boosheid, agressie • Verwardheid, delirium • Lichamelijke oorzaken van psychische problemen • Medicatie, zorgvuldig omgaan met psychofarmaca en vrijheidsbeperkende maatregelen • Zelfonderschatting, zelfoverschatting • Cognitieve problemen, geheugenverlies Landelijke protocollen en richtlijnen voor domein 3: • Richtlijn Probleemgedrag • Handreiking Zorgvuldige zorg rond het levenseinde Eventuele eigen protocollen voor domein 3: Welke protocollen en richtlijnen gelden bij deze cliënt? Wat houdt de toepassing voor deze cliënt in?
Levensdomein
Opsomming onderwerpen en voorbeeldvragen eventueel aan te vullen door de cliënt zelf
4 2�
lichamelijk welbevinden en gezondheid
Voeding
De cliënt mag rekenen op adequate
schoon en verzorgd lichaam een
en
smakelijke maaltijden, hapjes en drankjes.
2 Bij Levensdomein 4 hoort een (voorbeeld)formulier voor aantekeningen
lichamelijk welbevinden en gezondheid
gezondheidsbescherming en -bevordering,
4
Smakelijke maaltijden, hapjes, drankjes en vocht/voedselinname 2 Wat eet en drinkt u zoal op een dag? 2 Wat vindt u lekker om te eten en te drinken, wat niet? 2 Wat zijn uw voorkeuren wat betreft tijdstippen en wat wilt u dan eten en drinken? Hoe bent u het gewend? 2 Hebt u vaak dorst of honger, trek? Zou u meer/minder/anders willen eten of drinken? 2 Heeft u vanuit uw verleden, uw cultuur bepaalde voorkeuren/gewoontes wat betreft eten en drinken? Bijvoorbeeld altijd scherp gekruid? 2 Volgt u vanuit uw geloof/levensovertuiging bepaalde regels wat betreft eten en drinken? > Denk aan: vegetarisch eten, bepaalde soorten vlees niet eten, Ramadan, geen alcohol nemen. 2 Bent u tevreden over uw gewicht? Hoe is uw gewicht, komt u aan, valt u af? 2 Hebt u een dieet, hoe gaat dat? > Denk ook aan: eventueel stoppen met het dieet en wensen van de cliënt in de laatste levensfase; ook de risico’s daarvan bespreken. 2 Hoe gaat het met slikken (verslikken)? 2 Kunt u zelf goed met uw bestek omgaan, kopje/glas vasthouden? 2 Zelf brood en drinken klaarmaken? 2 Zijn er ongemakken tijdens de maaltijd? 2............................................................... Vraag aan familie/naasten 2 Heeft u (of hebben andere familieleden/naasten) de laatste tijd geholpen bij de verzorging van eten en drinken? Of bij het maken van lekkere hapjes en drankjes, extraatjes? Helpt u bij eten en drinken geven? 2 Hoe gaat dat en kan dat zo doorgaan? 2 Indien nodig: instructie of hulp aanbieden (met name bij slik/kauwproblemen) 2...............................................................
Schoon en verzorgd lichaam 2 Wat doet u zelf op het gebied van lichamelijke verzorging? 2 Wat vindt u belangrijk, hoe bent u het gewend (’s morgens en ’s avonds)? 2 Wat vindt u belangrijk gezien uw conditie op dit moment, in deze
levensfase? 2 En hoe gaat het tussendoor: toiletgang, handen wassen, opfrissen na
middagrust, opknappen voor het uitgaan? 2 Hoe gaat het met eventuele culturele of religieuze gebruiken bij de 2 2 2 2 2 2 2 2 2
2
lichamelijke verzorging, bijvoorbeeld wassen voor het bidden? Poetst u zelf uw gebit? > Eigen tanden/kiezen, kunstgebit, mondverzorging! Heeft u klachten over uw gebit, mond, tandvlees? Hoe gaat de verzorging van uw nagels (handen, voeten)? Denk ook aan: scheren, kapsel/haren verzorgen, ontharen, make up, huidverzorging, lekkere luchtjes. Wat vindt u belangrijk om er verzorgd uit te kunnen zien? Wat vindt u belangrijk voor uw uiterlijk gezien uw situatie op dit moment, in deze levensfase? Stropdas, hoed, hoofddoek? > Denk ook aan passende kleding bij momenten van de dag en bepaalde bijzondere gelegenheden. Kleedt u zich op zondag/sabbatdag/gebedsdag/feestdagen anders dan op de andere dagen? Vindt u het prettig om soms in uw pyjama/ochtendjas te zitten/rond te lopen? > Denk hier ook aan bijzondere periodes zoals ziekte, of na een ziekenhuisopname, of in de laatste levensfase. Zijn er nu speciale wensen en behoeften wat betreft lichamelijke verzorging?
Vraag aan familie/naasten 2 Heeft u (of hebben andere familieleden/naasten) de laatste tijd geholpen bij lichamelijke verzorging? Hoe ging dat? Kan dat zo doorgaan?
2
4
lichamelijk welbevinden en gezondheid
2 Is het belangrijk voor u/de betreffende familieleden om bij de verzorging
van uw vader/moeder/… betrokken te zijn? 2 Heeft u nog vragen over de verzorging, of is er nog iets bijzonders bij de verzorging opgevallen? 2 Krijgt u (of de betreffende familieleden/naasten) genoeg informatie en steun van de verzorgenden om uw vader/moeder/… goed te kunnen helpen? Is daar nog iets meer bij nodig? 2...............................................................
Lichamelijke functies/mogelijkheden Zintuigen 2 Hoe gaat het met horen, zien, ruiken? 2 Kunt u ons goed verstaan, kunt u TV/radio goed zien/horen, krant/bladen/ boeken lezen? 2 Hoe gaat het met uw bril, leesbril, gehoorapparaat? Rust en beweging 2 Hoe zit u in uw stoel/rolstoel? 2 Kunt u goed overweg met uw rolstoel? 2 Wilt u steeds in dezelfde stoel of wilt u afwisselen? 2 Wat hebt u nodig aan kussens, extra steun, voetenbank? 2 Verandert u graag van houding? Kunt u dat? 2 Hoe voelt het als u lang in uw stoel zit? Hebt u ergens pijn bij het zitten? 2 Hoe vaak gaat u even uit uw stoel, even lopen? 2 Hoe gaat het met opstaan uit uw stoel/bed? Kunt u alleen uit bed/uit de stoel komen? 2 Hebt u hulpmiddelen nodig? 2 Hebt u ergens pijn of andere klachten, kunt u dat aanwijzen, welk soort klachten, wanneer is het erger/minder erg, overdag/’s nachts, in rust of beweging, heeft u dat eerder gehad? 2 Hoe gaat het met staan en lopen? > Denk aan: stil staan, snel/langzaam lopen, uithoudingsvermogen, soepelheid en stijfheid, evenwicht, onzekerheid, pijn, ongemak, kortademigheid. 2 Kunt u goed uit de voeten met eventuele loophulpmiddelen? 2 Bij bedlegerigheid: hoe ligt u graag in bed? 2 Wat hebt u nodig aan kussen, extra steuntjes, beugel, handvat, papegaai om u aan op te trekken? 2 Kunt u in bed gaan (ver)liggen zoals u graag wilt? 2 Kunt u zichzelf omdraaien in bed? Kunt u zelf uw kussens opschudden? 2 Hebt u ergens pijn of ongemak? 2 Kunt u eventuele pijnlijke of beurse plekken aanwijzen? > Denk ook aan: overstappen/overtillen bed-stoel-rolstoel-douchestoel, goed gebruik van de tillift (zie ook domein woonleefomstandigheden). 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vraag aan familie/naasten: 2 Heeft u nog vragen of opmerkingen over de hulpmiddelen/apparaten die uw vader/moeder/… gebruikt? Kan hij/zij daar goed mee om gaan? 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming Gezondheidsbeleving 2 Hoe is het met uw gezondheid, hoe voelt u zich de laatste tijd? 2 Voelt u zich doorgaans fit of bent u vaak moe? 2 Bent u een ochtend- of avondmens? 2 Houdt u van lichamelijke beweging/inspanning? 2 Is een knuffel op zijn tijd belangrijk voor u? 2 Wat is er goed aan uw gezondheid? 2 Wat is er niet goed aan uw gezondheid, wat mankeert er aan? 2 Waar hebt u het meest last van, wat hindert, belemmert u het meest in het dagelijks leven?
2 Houdt uw gezondheid u erg bezig? 2 Wat doet u zelf aan uw gezondheid? > Veel fruit, vitaminepillen, oefeningen
doen, regelmatig bewegen, zelf bloedsuiker controleren, griepprik halen. 2 Zijn er vanuit uw cultuur of religie bepaalde dingen die u voor uw
gezondheid/bij ziekte wilt doen of laten? 2 Hoe ervaart u de lichamelijke verschijnselen van deze levensfase? 2 Is de lichamelijke kant van het levenseinde iets wat u bezig houdt?
Medicijngebruik 2 Gebruikt u medicijnen, zo ja waarvoor? Kunt u de medicijnen zelf innemen? 2 Heeft u de medicijnen zelf in beheer? Hoe bevalt dat, hoe gaat dat? 2 Wilt en kunt u het zelf (blijven) doen wat betreft onthouden van de tijdstippen en het innemen? > Denk ook aan: ogen druppelen, huid insmeren, prikken (diabetes), verzorgen van wondjes. 2............................................................... Urine en ontlasting 2 Hoe gaat het met plassen (veel/weinig, vaak/niet vaak, irritatie, pijn)? 2 Verliest u ongewild urine? 2 En met de ontlasting (normaal en gemakkelijk of verstopping/dunne ontlasting, winderigheid, pijn, irritatie, aambeien)? 2 Bij incontinentie: hoe vindt u dat het gaat met verschonen (vaak genoeg)? Wat vindt u van het materiaal? > Denk ook aan: stoma, katheter, verzorging overdag/’s nachts, irritatie, pijn bij de verzorging daarvan? Vraag aan familie/naasten 2 Heeft u nog vragen of opmerkingen over ziekte, gezondheid en eventuele behandelingen van uw vader/moeder/…? 2 Heeft u zelf meer informatie of ondersteuning nodig?
Andere disciplines/hulpverleners 2 Welke informatie is er van andere disciplines/hulpverleners binnen en
buiten dit huis? > Denk ook aan die disciplines en vrijwilligers die de cliënt regelmatig zien, zoals collega-verzorgenden, verpleegkundige, arts, fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut, activiteitenbegeleider, voedingsassistent. 2 Welke vragen of punten-om-door-te-geven zijn er voor andere disciplines/ hulpverleners? 2 Inschakelen andere disciplines volgens werkwijze zorgorganisatie. .
Let op ! Gezondheidsrisico’s en bijzondere maatregelen Verantwoorde zorg Zijn er bijzondere risico’s, zijn er bijzondere maatregelen nodig? Inschakelen andere disciplines volgens werkwijze zorgorganisatie. • Effect medicijnen en behandelingen daarop • Slaap/waakritme, energiebalans • Slechthorendheid, slechtziendheid • Toiletgang en incontinentie, katheter, stoma • Gewichtsafname, vocht en voedseltekort, diëten, infuus, sondevoeding, slik/kauwproblemen (let extra op bij hulp door vrijwilligers/mantelzorgers) • Valpreventie • Decubitus, wondverzorging • Farmaceutische zorg, waakzaamheid bij combinatie van medicijnen • Infectiepreventie en -behandeling, griepprik • Allergieën • Zorgvuldig handelen rond ongeneeslijk ziek zijn, het levenseinde
Landelijke protocollen en richtlijnen voor domein 4: • Richtlijn Urineweginfecties • Richtlijn Verantwoorde vocht- en voedingstoediening • Richtlijn Slikproblemen • Richtlijn Mondzorg • Richtlijn Samenwerking en logistiek rond decubitus • Richtlijn Farmaceutische zorg in verpleeghuizen • Richtlijn Influenzapreventie • Handreiking Zorgvuldige zorg rond het levenseinde Eventuele eigen protocollen voor domein 4: Welke protocollen en richtlijnen gelden bij deze cliënt? Wat houdt de toepassing voor deze cliënt in?
Observatie als informatiebron 2
2 2
2 2
2
Observatiepunten bij dit domein onder meer: Spontaan eet/drinkgedrag: wat eet/drinkt de cliënt uit zichzelf, hoeveel, hoe vaak, hoe snel, welke voorkeuren spreken daar uit? Reageert de cliënt gretig of juist afwijzend? Wanneer/bij welk eten en drinken is dat dan? Eet/drinkt hij zelfstandig of is er hulp nodig; zo ja welke hulp? Accepteert de cliënt hulp? Indien de cliënt niet uit zich zelf eet/drinkt: wat is bij deze cliënt de grens tussen aanvaardbaar stimuleren van eten en drinken of opdringen van eten en drinken? Hoe is het met speekselvloed, kauwen, slikken? Zijn er tekenen van last van het gebit, tandvlees of andere pijn/ongemak bij het eten/drinken, kauwen en slikken? Is er sprake van kokhalzen of oprispingen, boeren, verslikken? Hoe is het met gewicht van de cliënt en met de toestand van de huid (uitdroging)?
2 Hoe reageert de cliënt bij lichamelijke verzorging: meegaand of afwerend? 2 Wat lijkt hij prettig te vinden en wat niet, wat geeft rust en wat geeft
onrust? 2 Hoe ziet het gebit, de voeten, de nagels, de huid (met name op
‘risicoplekken’) er uit? 2 Hoe gaat het met de toiletgang/verzorging van katheter of stoma van deze
cliënt? Wat kan de cliënt zelf, en hoe reageert hij op hulp? 2 Is er een regelmatige stoelgang, hoe is de aandrang merkbaar? Is er
winderigheid? Lijkt er kramp te zijn? 2 Hoe is het met de kleur en hoeveelheid urine? Hoe vaak moet de cliënt
plassen? 2 Lijkt het plassen met pijn gepaard te gaan? 2 Hoe beweeglijk is de cliënt uit zichzelf, en indien nodig, hoe reageert hij op
stimuleren van en uitnodigen tot bewegen? 2 Hoe gaat het met verplaatsen: uit de stoel komen, in en uit bed komen, in
bed van houding veranderen? 2 Beweegt hij zich zeker/onzeker? Denk ook aan gebruik van hulpmiddelen en
tillift, hoe gaat dat? 2 Geeft de cliënt meegaande reacties of juist afwerende reacties bij hulp bij
het verplaatsen? 2 Zijn er tekenen van pijn, stijfheid, ongemak bij het dagelijks bewegingspatroon en de dagelijkse activiteiten? 2 Kan de cliënt zelf pijnlijke/gevoelige plekken aanwijzen? 2 Hoe kun je aan deze cliënt zien dat hij zich goed voelt, of juist niet goed
voelt? 2 Hoe is het met de kleur, temperatuur, transpiratie, energie, het waak/
slaapritme van de cliënt? 2 Hoe reageert de cliënt op geluid en licht, zijn er aanwijzingen dat er problemen met horen of zien zijn?
4