De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
R05/01, februari 2005 ISSN 1383-8733 ISBN 90-5079-117-4
2
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
Voorwoord Asbestvezels vormen een gevaar voor de volksgezondheid. Verwijdering van asbest moet dan ook met strenge veiligheidsmaatregelen zijn omgeven. Zo moet altijd een gecertificeerde toezichthouder aanwezig zijn: de deskundig toezichthouder asbestverwijdering (DTA-er). De wettelijke DTA-certificaten worden verstrekt door instellingen die daarvoor door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn aangewezen. De Inspectie Werk en Inkomen heeft onderzoek gedaan naar de wijze waarop deze certificatie-instellingen hun werk doen. De conclusie is dat de certificatie-instellingen in hoofdzaak voldoen aan de eisen voor de aanwijzing. Ook bekeek de inspectie welke risico’s zich eventueel voordoen in de praktijk van de DTA-er. Indien DTA-ers onder druk staan om het werk onverantwoord snel af te maken, zijn ze niet altijd in staat om daar weerstand aan te bieden. De inspectie acht het van belang dat de eisen aan de sociale vaardigheden van de DTA-ers strenger worden en dat de certificatie-instellingen de mogelijkheid krijgen sancties te treffen tegen slecht functionerende DTA-ers. De informatie uit dit onderzoek kan worden gebruikt bij de beleidsontwikkeling, bij het toezicht op de certificatie-instellingen en bij de aanwijzing van nieuwe certificatie-instellingen.
Mr. L.H.J. Kokhuis Inspecteur-generaal
3
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
4
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Aanleiding en doel van het onderzoek Onderzoeksaanpak Asbestverwijdering: gevaren en regels
2
De rol van de ci’s: opzet en uitvoering van DTAcertificatie Procedures en reglementen Certificatieproces Toezicht op het examen door de instelling Beheersing van risico’s bij examinering Verantwoordingsinformatie Conclusie
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 3 3.1
5
7 7 7 7
9 9 9 10 10 10 11 13
3.2 3.3 3.4
Het stelsel van certificering in de praktijk Relatie tussen certificatieinstelling, exameninstelling en opleidingsinstelling Concurrentie tussen certificatieinstellingen Het functioneren van DTA-ers in de praktijk Conclusie
4
Oordeel van de inspectie
15
Lijst van afkortingen
16
Bijlage: Actoren bij DTA-certificatie
17
Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen
19
Inspectie Werk en Inkomen
13 13 14 14
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
6
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
1
Inleiding De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) heeft in haar Jaarverslag 2003 aangegeven meer aandacht te gaan besteden aan het toezicht op de certificatie- en keuringsinstellingen. Jaarlijks wil de inspectie enkele werkvelden onderzoeken. Het onderzoek naar de certificatie van deskundige toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet (DTA) is het eerste in dit kader.
1.1
1 Deze signalen hadden betrekking op administratieve tekortkomingen waardoor certificaten verstrekt zijn zonder dat betrokkenen examen hadden afgelegd, een fusie van een instelling, een signaal van ontoereikende controle op examenpakketten en verloop onder het personeel in kernfuncties. Zie het IWI-rapport ‘Certificatie- en keuringsinstellingen op het gebied van arbeidsomstandigheden in 2002’, ISBN 90-5079065-8.
Aanleiding en doel van het onderzoek De inspectie heeft voor dit werkveld gekozen vanwege eerdere signalen over tekortkomingen bij aangewezen certificatie-instellingen op dit terrein1. Meer recent kreeg de inspectie bovendien het signaal dat twee van de vier aangewezen certificatie-instellingen de certificaatverlening (vrijwel) zouden hebben gestaakt. Daarnaast acht de inspectie meer inzicht op het terrein van veilige asbestverwijdering wenselijk, met het oog op de lopende herstructurering van de regelingen op het gebied van asbestinventarisatie en -verwijdering. In de toekomst krijgt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op dit terrein een grotere rol. Naast het huidige persoonscertificaat DTA worden nieuwe certificaten voorgeschreven: een persoonscertificaat voor werknemers die asbest verwijderen en procescertificaten voor asbestinventarisatiebedrijven en voor asbestverwijderingsbedrijven. De minister van SZW is belast met de aanwijzing van certificatie-instellingen op deze terreinen en IWI krijgt tot taak toezicht op deze instellingen te houden. Doel van dit onderzoek is: 1 Vaststellen of de opzet en de uitvoering van certificatie-instellingen (ci’s) op het terrein van DTA-certificatie voldoen aan de eisen die gelden op grond van de aanwijzing. 2 Inzicht geven in de werking van het stelsel van certificering van DTA-ers in de praktijk.
1.2
Onderzoeksaanpak Voor de beantwoording van de vraag of de ci’s voldoen aan de aanwijzingseisen heeft de inspectie gebruik gemaakt van documentonderzoek, vragenlijsten en interviews. Ook ten behoeve van het onderzoek naar de werking van het stelsel heeft de inspectie gebruik gemaakt van interviews met alle betrokken partijen. Het betreft: vertegenwoordigers van de betrokken ci’s, de verantwoordelijke beleidsmedewerker bij het Ministerie van SZW, de secretaris van het Centraal College van Deskundigen DTA-A (onderdeel van STIPDT, de Stichting Persoonscertificatie Deskundig Toezichthouder), twee inspecteurs van de Arbeidsinspectie (AI), de directeur en de kwaliteitsmanager van een asbestverwijderingsbedrijf, een deskundig toezichthouder asbestverwijdering en een examinator van een examenbureau. Het onderzoek heeft plaatsgevonden van juli tot en met september 2004 en geeft de stand van zaken weer per eind 2004.
1.3
Asbestverwijdering: gevaren en regels Tussen 1920 en 1994 zijn duizenden tonnen asbest verwerkt in Nederland, bijvoorbeeld als bouw-, isolatie- of brandwerend materiaal. Hoewel asbest niet meer gebruikt mag worden, vermindert de hoeveelheid asbest door sloop nog maar langzaam. Asbest is zeer schadelijk voor de gezondheid. De ziektes ten gevolge van asbest, zoals asbestose en mesothelioom, doen zich pas vele jaren na blootstelling aan asbestvezels voor. Asbestvezels komen vrij bij bewerking van het materiaal, zoals door slopen, boren en zagen. Geschat wordt dat er ongeveer 330.000 mensen beroepsmatig zijn blootgesteld aan asbestvezels. De verwachting is dat er in de komende jaren een toename zal zijn van het aantal ziektegevallen.
7
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
In 1977 werd het Asbestbesluit van kracht. In dat besluit werd ook crocidoliet (blauwe asbest) verboden. In de daarop volgende jaren is de wet- en regelgeving aangescherpt. Dit heeft ertoe geleid dat asbest vanaf 1993 niet meer mag worden verhandeld en gebruikt. Ook zijn er regels gesteld aan het slopen van asbest. Alleen bedrijven die voldoen aan het Asbestverwijderingsbesluit en specifieker aan de Beoordelingsrichtlijn BRL 5050 voor asbestverwijderingsbedrijven, mogen asbest verwijderen. In die beoordelingsrichtlijn staan verschillende technieken om asbest te verwijderen: containment-, couveuse- en openluchttechniek. Andere technieken dan genoemd in de BRL 5050 zijn in beginsel niet toegestaan. Als het niet anders kan, dient de sloper toestemming te vragen voor gebruik van een alternatieve techniek aan de Arbeidsinspectie. Het Arbeidsomstandighedenbesluit (artikel 4.54 lid 5) bepaalt dat asbest alleen verwijderd mag worden onder toezicht van een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid verwijdering asbest en crocidoliet (DTA-certificaat). Dit certificaat moet zijn afgegeven door een aangewezen certificatie-instelling. Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden moet een schriftelijk werkplan worden opgesteld, dat doeltreffende maatregelen bevat ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de betrokken werknemers. De DTA-er is verantwoordelijk voor de inhoud en de conforme uitvoering van het werkplan en houdt toezicht op de handelingen bij de verwijdering van asbest. Tevens moet de DTA-er aanspreekpunt zijn voor anderen (zoals de inspecteur van de AI) en voorlichting geven aan werknemers. DTA-ers kunnen in de praktijk alleen goed (deskundig) functioneren met een voldoende kennisniveau, met een behoorlijk verantwoordelijkheidsbesef, met voldoende abstract denkvermogen, met sociale vaardigheden en met overwicht op collega’s. De certificatie van DTA-ers is als volgt ingericht: de wetgever stelt voorschriften ten aanzien van de DTA-er (taken, eisen). Een Centraal College van Deskundigen (onderdeel van STIPDT) dat bestaat uit belanghebbende partijen in de branche, vertaalt deze voorschriften vanuit zijn deskundigheid, praktisch in een steeds geactualiseerd certificatieschema. Onafhankelijke, deskundige en betrouwbare certificatie-instellingen (ci’s, door de minister van SZW aangewezen) beoordelen volgens dit certificatieschema of gegadigden aan de eisen voldoen. De bijlage bevat een overzicht van de actoren die bij DTA-certificatie zijn betrokken.
8
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
2
De rol van de ci’s: opzet en uitvoering van DTA-certificatie De inspectie heeft onderzocht of de procedures en reglementen van de ci’s voldoen aan de aanwijzingseisen, of het certificatieproces naar behoren verloopt en of de wijze waarop de verantwoordingsinformatie tot stand komt betrouwbaar is. Daarnaast heeft de inspectie bekeken of de ci’s voldoende toezicht houden op de exameninstellingen en of de risico’s bij de examinering voldoende worden beheerst.
• • • • •
2.1
Documenten die de inspectie in het onderzoek heeft betrokken zijn: wettelijke voorschriften en het certificatieschema; accreditatie- en onderzoeksrapporten van de Raad voor Accreditatie (RvA); het aanwijzingsonderzoek van een ci; verantwoordingsrapportages aan IWI; documenten van de ci’s (kwaliteitshandboek, statuten, contracten, verantwoordingsrapportages)
Procedures en reglementen De inspectie heeft geconstateerd dat de relevante procedures en reglementen ten tijde van de aanwijzing in orde waren. Vervolgens is zij nagegaan welke wijzigingen in procedures en reglementen daarna zijn opgetreden en of deze door de Raad voor Accreditatie zijn beoordeeld. Dat bleek het geval. Ook zijn de afwijkingen die de Raad voor Accreditatie constateerde hersteld. Van één ci is het eindrapport door de Raad nog niet afgerond.
2.2
Certificatieproces Van de vier ci’s die DTA-certificaten mogen verstrekken is er één gestopt met de certificaatverlening; deze instelling zal de minister verzoeken de aanwijzing in te trekken. Bij de overige drie ci’s is het beoordelings- en besluitvormingsproces dat leidt tot de certificaatverlening, gedocumenteerd en in orde. De inspectie constateerde enkele tekortkomingen: • Eén instelling heeft geen zicht op de kandidaten die gezakt zijn voor het examen. Hun gegevens worden niet beoordeeld en een bestand van gezakte kandidaten ontbreekt. Op aandringen van de Raad voor Accreditatie gaat de instelling een dergelijk bestand nu wel bijhouden. • Eén van de certificerende instellingen verstrekt certificaten waarop de handelsnaam vermeld staat van de overkoepelende instelling, in plaats van de naam van de aangewezen ci. Dit is formeel niet juist. Aantal verstrekte certificaten De volgende tabel toont het aantal afgegeven certificaten vanaf 2000. Tabel 1 Aantal certificaten per ci vanaf 2000 Jaarlijks uitgegeven door Jaar
2 Hele jaar 645.
9
RW TüV
Intron
(AACI)
Certificatie
DNV
KIWA
2000
179
2001
0
0
0
179
454
0
451
112
1017
2002
311
162
288
39
800
2003
314
10
198
0
522
2004 tot november
282
0
251
69
6022
1540
172
1188
220
3120
Totaal Inspectie Werk en Inkomen
Totaal aantal
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
2.3
Toezicht op het examen door de instelling Iedere ci heeft een contract met een exameninstelling. Tabel 2 toont de onderlinge relaties. Tabel 2 Relatie certificatie-instelling en examenbureau Certificatie-instelling
Exameninstelling
DNV
IVE BV
KIWA
Stylehouse B.V.
TüV/AACI
IBEX
Intron Certificatie
Stikkers
De inspectie stelt vast dat de certificerende instellingen altijd dan wel steekproefsgewijs aanwezig zijn bij de examens. De certificatie-instellingen auditeren de exameninstellingen volgens de contracten en de eigen beoordelingsnormen. Uit het onderzoek blijkt dat in het veld twijfel bestaat over de materiedeskundigheid van de ci’s. Zij moeten daarover beschikken om voldoende controle uit te kunnen oefenen op de praktijkexamens en om ook na afgifte van het certificaat het werk van de DTA-ers te kunnen controleren. In de geraadpleegde onderzoeksrapporten van de RvA wordt deze twijfel niet ondersteund. Een van de ci’s bevestigt dat het waarborgen van materiedeskundigheid soms een probleem is.
2.4
Beheersing van risico’s bij examinering De inspectie hield schriftelijke enquêtes onder de deelnemers van één examengroep per ci over het verloop van die examens. De inspectie heeft de resultaten van de vragenlijst gebruikt om te toetsen of eventuele tekortkomingen in het examen terug te vinden zijn in het examenverslag. Dit examenverslag is onderdeel van de besluitvormingsprocedure van de ci tot certificaatverstrekking. Uit de enquêtes kwam naar voren dat kandidaten bij een examen opmerkingen maakten over storingen tijdens het examen. Dit staat vermeld in het examenverslag. In de eerste helft van 2003 hebben de examinatoren van één van de exameninstellingen volgens de Raad voor Accreditatie bij het praktijkexamen de indruk gewekt resultaatgericht (dus met sturende vragen) te examineren. De betreffende certificatie-instelling heeft daartegen maatregelen genomen. Verder speelt mee dat de praktijklocatie van het examen volgens sommige deskundigen, hoewel ze in overeenstemming is met het certificatieschema, te weinig faciliteiten heeft voor werkelijkheidsgetrouwe toetsing van de vaardigheden in de praktijk. De examenlocaties van het examenbureau worden meestal ook voor de opleiding gebruikt. De geïnterviewde examinator bevestigt dit. Dit is niet in strijd met het certificatieschema.
2.5
Verantwoordingsinformatie De inspectie onderzocht hoe de verantwoordingsinformatie bij de ci’s tot stand komt. Zij constateert dat het verstrekken van de verantwoordingsinformatie steeds bij twee of meerdere personen in de organisatie is belegd. De verzamelde informatie wordt gecontroleerd door de eindverantwoordelijke. De opstellers raadplegen niet altijd schriftelijke bronnen om de verantwoordingsinformatie te kunnen verstrekken, omdat zij menen de benodigde kennis zelf te bezitten. De eindverantwoordelijke tekent ook voor de getrouwheid van de informatie die niet aan de administratieve bronnen is ontleend. Uit het onderzoek zijn geen onjuistheden in de verantwoordingsinformatie gebleken.
10
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
Certificerende instellingen zijn volgens de aanwijzingsbeschikking verplicht om het Ministerie van SZW (IWI) “terstond in het bezit te stellen van controlerapporten en correspondentie betreffende een op haar naam gestelde accreditatie”. Dit betreft onder meer de rapporten van de Raad voor Accreditatie. Geen van de ci’s voldoet aan deze verplichting. Zij stuurden de rapporten pas naar de inspectie na (soms herhaald) verzoek.
2.6
Conclusie De certificatie-instellingen voldoen in hoofdzaak aan de eisen voor de aanwijzing.
11
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
12
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
3
Het stelsel van certificering in de praktijk De inspectie heeft geïnventariseerd welke risico’s zich kunnen voordoen in het stelsel van DTAcertificering waarbinnen de aangewezen instellingen hun taak verrichten, en heeft onderzocht of deze risico’s zich ook in de praktijk voordoen. Hiertoe voerde de inspectie gesprekken met de bij het certificeringsproces betrokken partijen.
3.1
Relatie tussen certificatie-instelling, exameninstelling en opleidingsinstelling Iedere ci is gelieerd aan één exameninstelling, die op zijn beurt verbonden is aan een opleidingsinstelling. Voor aanlevering van kandidaten zijn ze van elkaar afhankelijk. Hierin schuilt een potentieel risico van te soepele controle. De certificatie-instellingen zeggen dat zij niet eenzijdig afhankelijk zijn van de examenbureaus. Zowel de ci’s als de examenbureaus kunnen zonder bezwaarlijke gevolgen voor een andere contractpartner kiezen. Dat gebeurt niet snel omdat het voor beide partijen weinig voordeel oplevert. Bovendien roept in de kleine DTA-markt verandering van contractpartner al gauw vragen op over de reden daarvan en dat kan negatief uitpakken voor beide partijen. Omdat de markt klein is zouden afwijkende afspraken tussen exameninstelling en certificatie-instelling snel opvallen. Bovendien is de verleiding om concessies te doen aan de onafhankelijkheid volgens de ci’s niet groot, omdat de inkomsten uit de DTA-certificatie zeer beperkt zijn. Ook het risico dat exameninstellingen ten onrechte aspirant DTA-ers voordragen voor certificatie doet zich in de praktijk niet voor, volgens de ci’s. Examinatoren moeten een verklaring van onafhankelijkheid afleggen en bij het praktijkgedeelte van het examen is altijd een tweede examinator aanwezig. Bovendien auditeren de certificatie-instellingen de examenbureau’s op grond van de contracten. Daar horen ook (meestal steekproefsgewijze) bijwoningen van examens bij.
3.2
Concurrentie tussen certificatie-instellingen Alle ci’s geven aan dat er sprake is van concurrentie tussen ci’s die DTA-ers certificeren, maar niet specifiek op het DTA-werkveld van asbestverwijdering. Bij DTA-certificatie melden gegadigden zich meestal bij de opleidingsinstellingen en blijft de ci grotendeels buiten beeld. Verder gaan klanten af op de algemene naamsbekendheid van de ci en laten zij zich minder leiden door de kwaliteit van de ci op het gebied van asbestverwijdering. Voor bedrijven is het een logische stap om hun vaste ci ook voor certificatie rond asbestverwijdering te gebruiken. Het aandeel van de DTA-certificatie in het totale aantal afgegeven certificaten per instelling is erg klein, en het commerciële belang is dus beperkt. Een belangrijk argument voor ci’s om toch DTA-certificatie aan te bieden, is dat zij klanten graag een breed spectrum aan diensten willen aanbieden. Bovendien kan ervaring met DTA-certificatie inhoudelijke meerwaarde opleveren voor de certificatie van de asbestverwijderings- en asbestinventarisatiebedrijven. De beperkte winstgevendheid van het onderdeel DTA is volgens de ci’s geen argument om de kwaliteitsstandaard te laten zakken.
13
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
3.3
Het functioneren van DTA-ers in de praktijk Artikel 4.55 van het Arbobesluit bepaalt dat bij het slopen en verwijderen van asbest volgens een werkplan moet worden gewerkt en stelt eisen aan de inhoud van dat werkplan. Uit gegevens van de Arbeidsinspectie blijkt dat deze regels regelmatig worden overtreden. Tabel 3 Inspecties AI met betrekking tot werkplan DTA Jaar
Inspecties
Overtreding
2003
360
119
2004
399
104
Volgens de Arbeidsinspectie is meestal wel een werkplan aanwezig. Het probleem is vaak dat er niet conform dat werkplan wordt gewerkt ofwel dat het werkplan niet toegesneden is op de specifieke situatie. Het is vooral de taak van de DTA-er om te zorgen dat het werkplan voldoet aan de eisen en daadwerkelijk wordt gevolgd. Bij een kwart van de locaties waar asbest wordt verwijderd vervult de DTA-er zijn taak niet goed. Volgens de Arbeidsinspectie ligt de oorzaak deels in een gebrek aan deskundigheid van de DTA-er. De belangrijkste oorzaak is echter de druk die op de DTA-er wordt gelegd door werkgever en opdrachtgever. De deskundigen die IWI in haar onderzoek heeft gesproken geven aan dat de vraag naar sanering afneemt, terwijl het aantal saneerders toeneemt. Dit vergroot de concurrentie op prijs, ten koste van de veiligheid. Een gevolg is dat de DTA-er onder druk gezet wordt om het werk snel af te maken, waarbij de veiligheid van werknemers en omgeving niet altijd prioriteit heeft. Veel DTA-ers blijken niet tegen deze druk bestand. Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen: • Volgens de ondervraagden beschikken de DTA-ers wel over materiekennis, maar hebben ze onvoldoende overwicht en leiderschapskwaliteiten. De eindtermen ten aanzien van houding en communicatieve en sociale vaardigheden schieten tekort. Het Centraal College van Deskundigen heeft aangegeven dat de gedragseisen worden aangescherpt. • Een rol speelt volgens sommige deskundigen dat er geen sanctiebeleid is met betrekking tot slecht presterende DTA-ers. De mogelijkheden van ci’s om sanctiebeleid (schorsen of intrekken van het certificaat) in te zetten, ontbreekt. De ci’s hebben binnen de huidige systematiek geen mogelijkheden om de certificaathouders tussentijds te toetsen en bij overtredingen over te gaan tot het schorsen of intrekken van het certificaat. De ci heeft geen mogelijkheid om op grond van door derden (zoals de Arbeidsinspectie) geconstateerde feiten sancties op te leggen.
3.4
Conclusie In de praktijk weet de DTA-er vaak onvoldoende weerstand te bieden aan druk om het werk snel af te maken, waardoor het risico bestaat dat de borging van de veiligheid door de DTA-er onvoldoende is.
14
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
4
Oordeel van de inspectie Het oordeel over het functioneren van de certificatie-instellingen en over het functioneren van de DTA-er luidt als volgt. De certificatie-instellingen functioneren overwegend goed en binnen de aanwijzingseisen die de minister heeft gesteld. Binnen de keten van partijen die zijn betrokken bij de certificering van deskundig toezichthouders asbestverwijdering blijken potentiële risico’s die te maken hebben met concurrentie of onderlinge afhankelijkheid zich in de praktijk niet voor te doen. Een zwakke schakel in het proces van veilige asbestverwijdering is de persoon van de deskundig toezichthouder asbestverwijdering. DTA-ers staan vaak onder druk om het werk snel af te maken, waarbij de veiligheid van werknemers en omgeving niet altijd prioriteit heeft en ze zijn onvoldoende in staat om aan de druk weerstand te bieden. Aangezien de gevaren die blootstelling aan asbest met zich meebrengt, groot zijn, is dit naar het oordeel van de inspectie een ongewenste situatie. STIPDT heeft een aanscherping aangekondigd van de eisen waaraan DTAers in de toekomst moeten voldoen. De inspectie acht dit een stap in de goede richting. Geconstateerd is dat de ci’s in de praktijk geen mogelijkheden hebben om sancties tegen slecht functionerende DTA-ers te treffen, zoals schorsing of intrekking van het certificaat. Vanuit het stelsel van certificering zijn er geen prikkels voor de DTA-er om weerstand te bieden aan op hem uitgeoefende druk. De inspectie is van oordeel dat dit een ongewenste situatie is.
15
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
Lijst van afkortingen AI ci DTA IWI RvA STIPDT SZW
16
Arbeidsinspectie certificatie-instelling deskundig toezichthouder asbestverwijdering Inspectie Werk en Inkomen Raad voor Accreditatie Stichting Persoonscertificatie Deskundig Toezichthouder Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
Bijlage
Actoren bij DTA-certificatie In onderstaand schema zijn de betrokken organisaties op het terrein van certificatie van DTAers in kaart gebracht.
1 Minister van SZW SZW zorgt voor een geheel van voorschriften en maatregelen die de veilige verwijdering van asbest faciliteren en de minister wijst certificatie-instellingen aan die wettelijke certificaten mogen verstrekken. 2 Inspectie Werk en Inkomen De Inspectie Werk en inkomen beoordeelt de certificatie-instellingen met het oog op hun aanwijzing door de minister van SZW en houdt na de aanwijzing toezicht. Dit toezicht is erop gericht dat de certificatie-instellingen blijvend voldoen aan de aanwijzingsvoorschriften. Daarnaast beoordeelt de inspectie de werking van het stelsel op de vraag of het geheel van betrokken instellingen zodanig functioneert dat de doelen van de wetgever ten aanzien van veiligheid en gezondheid worden bereikt. 3 Arbeidsinspectie De Arbeidsinspectie toetst de naleving van de verplichtingen door werknemers en werkgevers. Zo controleert de AI of de asbestverwijderingsbedrijven zich aan de wettelijke voorschriften houden (zoals de opstelling van een werkplan, inschakeling van een gecertificeerde DTA-er). Bij ernstige overtredingen kan de AI het werk stilleggen. Bij minder ernstige overtredingen kan de AI een boete opleggen of een waarschuwing geven. 4 Certificatie-instellingen (ci’s) De aangewezen ci’s verstrekken de wettelijke certificaten. Zij doen dit op basis van examenresultaten. Deze examens besteden ze uit aan exameninstellingen waarmee ze een contract hebben en waarop ze toezicht houden. 5 Exameninstellingen De exameninstellingen zijn gelieerd aan opleidingsinstellingen en van deze instellingen afhankelijk voor de instroom van examenkandidaten. Voor de opleidingen bestaan geen vereisten van overheidswege. Het vereiste vakbekwaamheidsprofiel is vastgelegd in de wettelijk voorgeschreven eindtermen. 6 College van Deskundigen De Stichting Persoonscertificatie Deskundig Toezichthouder (STIPDT) beheert het certificatieschema ‘Deskundig toezichthouder verwijdering asbest en crocidoliet’. Het heeft daarvoor een College van Deskundigen, waarin de betrokken partijen vertegenwoordigd zijn. Dit college levert een bijdrage aan de aanpassing van de normen aan de eisen en ontwikkelingen van de markt. Verder functioneert onder verantwoordelijkheid van STIPDT een examencommissie die verantwoordelijk is voor de inhoud van de examens.
17
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
7 Asbestverwijderingsbedrijven Er zijn in Nederland ongeveer 370 bedrijven actief op het gebied van asbestverwijdering conform de BRL 5050 richtlijn. 8 Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering De DTA-er is verantwoordelijk voor de inhoud en de conforme uitvoering van het werkplan en houdt toezicht op de handelingen bij de verwijdering van asbest. DTA-ers zijn deels in dienst van asbestverwijderingsbedrijven, deels werken ze op uitzendbasis. Per 1 januari 2005 waren er krap 2.000 gecertificeerde DTA-ers. 9 De Raad voor Accreditatie De Raad voor Accreditatie toetst aan de hand van private normen de competentie van de ci om het certificatieschema uit te voeren.
18
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 2005 R05/01
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
2004 R04/29 R04/28
Beveiliging Suwinet bij gemeenten Op tijd Tijdigheid in de uitvoering van de Algemene nabestaandenwet R04/27 Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen R04/26 Dienstverlening aan werkgevers R04/25 Arbeidsbemiddeling in de praktijk Onderzoek naar de motieven en keuzes bij arbeidsbemiddeling door CWI R04/24 De weg van bijstand naar werk Onderzoek naar de effectiviteit van reïntegratie-instrumenten onder de Abw R04/23 UWV en de gemeenschappelijke verwijsindex Onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeenschappelijke verwijsindex bij de bestrijding van witte fraude R04/22 Een signaal voor gemeenten Onderzoek naar de bestrijding van witte fraude in de bijstand met behulp van belastingsignalen R04/21 Toetsen van sollicitatieactiviteiten in het kader van de Werkloosheidswet R04/20 Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten R04/19 Hoog spel Een onderzoek naar effecten van liberalisering van de keuringsmarkt op de kwaliteit van keuringen van liften en kranen Meerjarenplan certificatie- en keuringsinstellingen 2005-2008 R04/18 Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen R04/17 Beoordeling rapportage handhaving Sociale Verzekeringsbank 2003 R04/16 Zwarte en grensoverschrijdende fraude met bijstandsuitkeringen Een verkennend onderzoek naar gemeentelijk beleid gericht op bestrijding van zwarte en grensoverschrijdende fraude R04/15 Ontwikkeling sectorloket R04/14 Samenvatting rapportages verscherpt toezicht 2001-2003 De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Almelo, Amsterdam, Den Helder, Haarlem en Rotterdam Toezicht op certificatie- en keuringsinstellingen 2005 - 2008 R04/13 In goed vertrouwen Onrechtmatige gegevensverstrekking aan een handelsinformatiebureau R04/12 Aan de slag met de Wet verbetering poortwachter De invoering van de Wet verbetering poortwachter door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen R04/11 UWV en Walvis Tweede rapportage R04/10 De praktijk ná het aanbesteden De feitelijke inkoop van afzonderlijke reïntegratietrajecten door UWV in de contractperiode 2002-2003 Jaarplan 2005 Jaarverslag 2003 R04/09 Gelijke gevallen, gelijke behandeling? Uitvoering van de ontslagtaak door CWI R04/08 Dienstverlening door het Inlichtingenbureau
19
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
R04/07 R04/06 R04/05
R04/04 R04/03 R04/02 R04/01
Samenloopsignalen van het Inlichtingenbureau Een onderzoek naar het gebruik van samenloopsignalen door gemeenten in 2003 ICT en de keten van werk en inkomen De manager de baas? Een onderzoek naar WAO-managers en hun integrale verantwoordelijkheid voor het werk van verzekeringsartsen Inzet reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen door UWV Herbeoordeeld? Uitvoering van de wettelijke WAO-herbeoordelingen Verbetering opzet financieel beheer CWI Gemeente Assen en de bijzondere bijstand Onderzoek naar bijzondere bijstandsverlening bij verblijf in het buitenland
U kunt deze publicaties opvragen bij: Afdeling Communicatie
[email protected] www.iwiweb.nl Prinses Beatrixlaan 82 2595 AL Den Haag Postbus 11563 2502 AN Den Haag Telefoon (070) 304 44 44 Fax (070) 304 44 45
20
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
21
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
22
Inspectie Werk en Inkomen
De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet