de Boer
kronijck vanaf 1555 tot 2005 over een Zaanse familie met een levende Alkmaarse “tak”.
door Cees de Boer, Bergen Nh Anno 2005.
de Boer
kronijck vanaf 1555 tot 2005 over een Zaanse familie met een levende Alkmaarse “tak”.
Voor mijn kinderen en kleinkinderen in de hoop en verwachting dat zij de ”handschoen” verder opnemen voor toekomstig onderzoek en ontwikkelingen.
Colofon: ISBN
90-804663-4-4
Vormgeving Omslag Druk Uitgave Informatie
Jan Siem Schoorl Jan Siem Schoorl en Cees de Boer Febodruk- Enschede. Graf. Atelier Barsingerhorn bv.
[email protected] 06-26244114
© 2005
Cees de Boer, Bergen Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd door middel van copie, druk of digitaal zonder toestemming van rechthebbenden
CIP-gegevens de Boer, Cees de Boer, kronijck vanaf 1555 tot 2005 over een Zaanse familie met een levende Alkmaarse “tak”.
inhoud Aktes van onze rechtstreekse afstammelingen familie de Boer, op datum 8 Toelichting op de akte van 9 juni 1697 10 Toelichting 11 Toelichting 12 Voorwoord: 13 Generatie: rechtstreekse tak familie de Boer stamboomoverzicht: 14 Familie situatie anno 20 mei 2005. 19 Achtergronden van dit familie onderzoek. 22 D.T.B. ofwel doop-, trouwen- en begraven boeken. 26 Een stukje historie over de Zaanstreek. 27 Bestuurlijke zaken in en rondom de Zaanstreek vanaf de 10e eeuw. 29 Gemeente wapens en gemeente vlaggen van de dorpen in de Zaanstreek alsmede ons familie embleem 32 toelichting op het ontworpen familie embleem. 34 Bebouwingen in de Zaanstreek. 36 de “Westzijderol”. 39 Bebouwing op andere molenpaden. 40 Toelichting op de paden/straten/houtzaagmolens etc. van Oost- en Westzaandam en de wateringen in de gemeente van de vorige bladzijde. 44 Haerdstedenregister van 1644. 46 Mutaties van eigenaren opgesteld door de werkgroep van wim wester van de historische vereniging Zaanstad. 49 Economie in het verleden van de Zaanstreek. 50 Financiering van de regionale overheid: belasting betaling door de burgers, ook toen al….. ”leuker kunnen wij het niet maken” 53 Enkele familie aangelegenheden: 55 Onze achternaam. 57 Hoe oud werden onze voorouders. 58 Kindersterfte / geloofsovertuiging van de familie / schoolopleiding 59 Beroepen 60 Hoe werd het boeren vee bedrijf indertijd uitgevoerd? 61 Uiteenzetting over types en de werking van de paltrokhoutzaagmolens. / houtzaagmolens 63 Molens in gebruik bij andere bedrijfstakken. 64 Anno 2004 : opgraving in alkmaar van de eerste proefopstelling van een houtzaagmolen. 65 Dwars-doorsnede van een paltrokmolen-wagenschotzager 67 Korte stamboom familie Vooght-Lap-Jager 68 Aangetrouwde familie van Cornelis Jansz. de Boer (4e generatie), met hun drie verschillende achternamen, t.w.: Voog(h)t,Lap en Ja(e)ger ! 69 Overzicht van een aantal gevonden aktes familie Voogt/Jager/Out/ Haes; (op nummervolgorde) 73 Verkorte stamboom van de familie Out: 74 1e Generatie: de volledige stamboom en bijzonderheden over onze familie de Boer 75 2e Generatie met de naam Claes Jansz. 75 3e Generatie Jan Claesz. 77 4e Generatie Sijmon Jansz. 79
Cornelis Jansz. 82 Willem Jansz. 85 Jan Willemsz. 87 Lijsbet Jansd. 92 Claes Jansz. 93 5e Generatie Pieter Sijmonsz. 96 De kinderen van pieter symonsz. de Boer 100 Aagje( aaltje) Haver, de 3e vrouw van Pieter Symonsz. de Boer, als “redster” van onze stamboom !!!! 102 6e Generatie Adriaan Pietersz. 104 7e Generatie Pieter Adriaansz. 105 Cor Bruijn 106 Overzicht van de”zijtak” van Gerrit Adriaansz. de Boer. en nazaten, t.w. : zoon van Adriaan Pietersz de Boer, geboren 25-06-1758. (6e, 7e en 8e generatie) 109 8e Generatie Casper, nu Alkmaarse tak 112 9e Generatie Eldert, nu Alkmaarse tak 113 10e Generatie Casper Lodewijk Cornelis, nu Alkmaarse tak 114 Levensbeschrijving van mijn grootvader Casper Lodewijk Cornelis de Boer. 115 11e Generatie eldert, nu Alkmaarse tak 118 Levensbeschrijving van : mijn vader Eldert de Boer 118 12e Generatie cornelis, nu Alkmaarse tak 122 Levensbeschrijving Cornelis de Boer. 122 Verhaal van mijn dochter Ellen de Boer: 134 13e Generatie Eric, nu de “Alkmaarse tak” 141 Verhaal van mijn oudste zoon Eric de Boer: 142 14e Generatie Mees cheveux, nu de “Alkmaarse tak” 145 12e Generatie Willem Frederik (mijn broer), (29-04-1941), nu de Alkmaarse tak. 147 13e Generatie Rene Willem, nu de Alkmaarse tak via mijn broer. 148 13e Generatie Paul, nu de Alkmaarse tak via mijn broer. 149 Antonia Margaretha de Boer, ( de zuster van C. L. C. de Boer, mijn grootvader) wordt de “zijtak” van : van Rijs/van Bronkhorst/Meindert Ruiter .cs. 150 Toevoeging aan de familie van Bronkhorst. 151 Dina van Rijs, dochter van Antonia Margaretha de Boer en Meindert van Rijs 153 9e Generatie Pieter de Boer, ( geboren 26-01-1846) stichter van de Amsterdamse zijtak 157 10e Generatie Amsterdamse zijtak: Casper de Boer, het eerste kind uit het eerste huwelijk van Pieter de Boer en Anna Bui. 158 11e Generatie: Anna Maria Geertruida de Boer dochter van Casper de Boer en Maria Schoen 162 11e Generatie: Geertruida Elisabeth Margaretha de Boer dochter van Casper de Boer en Maria Schoen Matthea Nicola Maria Dekker (Thea) en Casper Mattheus Maria Dekker (Cas) 164 10e Generatie Amsterdamse zijtak: Cornelis Petrus de Boer, 3e zoon van Pieter de Boer en het eerste kind van zijn tweede vrouw Antje Kaandorp. 169 11e Generatie Amsterdamse zijtak: Petrus Cornelis Antonius de Boer, oudste zoon van Cornelis Petrus de Boer en Suzanne Eschweiler 170 12e Generatie Amsterdamse zijtak: Susanna Johanna Maria de Boer, dochter van Petrus Cornelis Antonius de Boer en Dien de Zwart 173 11e Generatie Amsterdamse zijtak: Cornelis Petrus Maria de Boer, tweede zoon van Cornelis Petrus de Boer en Suzanne Eschweiler 174
12e Generatie Amsterdamse zijtak: Gerardina de Boer enig kind van Cornelis Petrus Maria de Boer en Wiesje Tiggers 178 11e Generatie Amsterdamse zijtak: Hermanus Hendricus Joseph de Boer, tweede zoon van Cornelis Petrus de Boer en Suzanne Eschweiler 180 12e Generatie Amsterdamse zijtak: Paulus Cornelis Leonardus Maria, zoon van Herman sr. en Roos Maas 181 12e Generatie Amsterdamse zijtak: Hermanus Johannes Maria de Boer, zoon van Herman sr. en Roos Maas 183 Koen de Boer 185 12e Generatie Amsterdamse zijtak: Ronaldus Cornelus Maria de Boer, zoon van Herman sr. en Roos Maas 186 12e Generatie Amsterdamse zijtak: Dorothea Susanna Maria de Boer (Thea), dochter van Herman sr. en Roos Maas 186 Renée de Boer 188 David de Boer 188 11e Generatie Amsterdamse zijtak: Pauline Suzanna Maria de Boer, dochter van Cornelis Petrus en Suzanna Eschweiler. 189 11e Generatie Amsterdamse zijtak: Eldert Hendricus Maria de Boer, zoon van Cornelis Petrus en Suzanna Eschweiler. 190 10e Generatie Amsterdamse zijtak: Eldert de Boer zoon van Pieter de Boer en Antje Kaandorp 192 11e Generatie Amsterdamse zijtak: Anna Catharina Maria de Boer dochter van Eldert de Boer en Apallonia Kint 194 12e Generatie Amsterdamse zijtak: Nicolaas Albertus Antonius Meekel zoon van Anna Catharina Maria de Boer en Joannes Nicolaas Alphonsus Maria Meekel 195 13e Generatie Amsterdamse zijtak: Sylvia Meekel dochter van Nicolaas Albertus Antonius Meekel en Henny Appelboom 196 12e Generatie Amsterdamse zijtak: Joannes Nicolaas Meekel zoon van Anna Catharina Maria de Boer en Joannes Nicolaas Alphonsus Maria Meekel 197 12e Generatie Amsterdamse zijtak: Petrus Franciscus Antonius Meekel zoon van Anna Catharina Maria de Boer en Joannes Nicolaas Alphonsus Maria Meekel 198 Bijzondere getuige bij de geboorte van Casper Lodewijk Cornelis de Boer, geboren op 05-05-1875 en getuige bij 2e huwelijk van zijn moeder, Dina Maria Veel met Geerhard Tromp. 199 Op zoek naar de schilder en naar onderstaand origineel schilderij 201 De voornaam ”Eldert”, waar komt die vandaan…?? 203 Onze creatievelingen binnen de familie. van wie hebben onze creatievelingen deze gaven/ genen gekregen? 204 Slotwoord. 208 Overzicht van “aangetrouwden” , ofwel de “kouwe kanters”. 209
AKTES VAN ONZE RECHTSTREEKSE AFSTAMMELINGEN FAMILIE DE BOER, OP DATUM
DATUM OMSCHRIJVING INHOUD AKTE: Zie Blz 1644 Haerdsteden register uit 1644, omgeving Suyderkerckpat met Jan Claeszn. Jan 46 ev 1667 Testament moeder van Lijsbet Pauwelis met toedeling voor Sijmon Jansz. 77 de Boer(v.d. 4e generatie), haar kleinzoon en onze rechtstreekse afstammeling. 1679 Impost te betalen door bewoners van o.a.’t Suyderkerckpad 22-23 n.a.v. ”turfopstand” in Westzaandam. Derde op de lijst ”kinderen Trijn Sijmonsd.”(onze 4e generatie) 1694 Huwelijkscontract tussen Corn. Jansz. de Boer en Jannetje Jacobsd. Jager 23-84 1697 Verdeling bezit onder de 2 overgebleven kinderen van Jan Claesz. de 10-12 Boer. Dochter Lijsbet Janszd. Haes- de Boer is dan zojuist op 20-05-1697 al overleden, evenals haar broers Claes Jansz. en onze rechtstreekse afstammeling Sijmon Jansz. Zoon Willem Jansz. de Boer erft de boerderij op het Suyderkerckpad, waar hij m.i. al woont met zijn vrouw en kind. 1698 Willem Jansz. de Boer wordt met anderen benoemd om de boedel te regelen 83 van zijn overleden broer Cornelis Jansz. Willem Jansz. wordt voogd over zijn nichtje Trijntje. De weduwe van Cornelis Jansz is timide” (overspannen), zoals in de akte staat van 03-10-1698. 1705 De vrouw van Sijmon Jansz. de Boer, Trijn Willemsd., koopt haar dochter 81 Trijntje Sijmonsd., uit. Dochter Trijntje trouwt ook op deze dag, en wordt dus tevens meerderjarig. Over haar zoon Pieter Sijmonsz. (onze 5e generatie) is niets te vinden. Ook over zijn beroep heb ik niets kunnen achterhalen. 1716 Getuigenis Willem Jansz. de Boer voor Jan Luitsz. van Duijn voelt het “einde” naderen. Akte nr.5831 –31 dd 06-05-1716. Willem is hier 55 jaar en zoon Jan Willemsz is 26 jaar. 1731/41 Verpondingsboeken uit Westzaandam, waarbij belasting moest worden betaald over onroerend goed, o.a. Willem Jansz. en Jan Willemsz. de Boer 86-88 1732 Willem Jansz. de Boer koopt in 1717 een klein stukje grond achter zijn 40 erf van C. Otter, de molenaar van “De Otter”. In 1732 ontstaan problemen over het onderhoud van de brug tussen het Otterspat en en Suyderkerckpat. 1740 Verpondingsboek uit Westzaandam van Suyderkerckpat, door Willem jaarlijks 86-88 te betalen belasting. Hij heeft zeer goed geboerd, gezien zijn huizen en land en moest flink wat geld “ophoesten”, t.w.: ruim f.116,-- (voor dit bedrag kon je al een aardig huisje kopen). Het zelfde geldt voor zijn zoon Jan Willemsz. 1754 Derde huwelijk van Pieter Sijmonsz. de Boer met Aagje Haver. 1761 Overlijden van Pieter Sijmonsz. de Boer. 1777 Verkoop land van wijlen Jan Willemsz. de Boer door de executeur 52 1812 Huwelijk Pieter Adriaansz de Boer en Elisabeth Engel. 1814 Geboorte Casper de Boer. 105 1837 Overlijden van Adriaan de Boer op 17 jan. 1848 Geboorte Eldert de Boer op 9 maart. 1851 Overlijden Casper de Boer op 13 oktober. 1860 Overlijden vrouw van Casper de Boer, Theunistina Steeman op 21 mei
1875 1899 1900 1932 1960 1981 1999 2000 2002
Geboorte Casper Lodewijk Cornelis de Boer op 5 mei 1875. Huwelijk C.L.C. de Boer en Maartje Hop op 17 juni. Geboorte Eldert de Boer op 10 nov. Huwelijk Eldert de Boer enWilhelmina Frederika Kost. Huwelijk Cees de Boer en Petronella Weil. Dit huwelijk werd in 1992 ontbonden. Overlijden van mijn vader, Eldert de Boer. Overlijden van mijn moeder, Miep de Boer-Kost Huwelijk van Eric de Boer en Brigit Pronk. Geboorte Mees Cheveux de Boer, zoon van Eric en Brigit.
-
( ...) Geeft de bladzijde aan, waar de akte in dit boekwerkje is te vinden. VIJF GENERATIES OP VIER ONDERSTAANDE FOTO’S.
Opa en Oma de Boer uit De Rijp in de kas (warenhuis) bij Ramkema.
In de tuin met voliere in Bergen aan zee in de jaren ‘50.
3 generaties bij Eric in Alkmaar
2 kleinkinderen en 2 “aanwaaikleinkinderen
TOELICHTING OP DE AKTE VAN 9 JUNI 1697 OP BLZ. 11 en 12 In deze akte wordt de boedel van Jan Claesz. de Boer en zijn vrouw Trijn Sijmondsd. Borsius verdeeld onder hun kinderen. Beiden zijn al lange tijd daarvoor overleden, zie voor de data op bladzijde 77 Van hun kinderen zijn inmiddels al overleden: Sijmon Jansz. de Boer (onze rechtstreekse voorvader) Claes Jansz de Boer en Lijsbet Jansd. de Boer. In de eerste regels van deze akte verklaart notaris Simon Oosterhooren van de standplaats, geadmitt tot Zardam dat voor hem verschenen: op regel 5 : Cornelis Jansz d’ boer, Willems Jansz. d’ boer, op regel 6 : Trijn Willemsd, weduwe en boedelregelaar van Sijmon Jans op regel 7 : Dirck Claesz. (2e man) als voogt over Diewert Arijaansd., weduwe en erfgename van Claes Jansz. d’ boer, allen kinderen en erfgenamen van zaliger Jan de Boer en Trijn Sijmons tot Westzardam op het Suijderkerckpat, de welke te kennen gaven en verklaarden in alle min en vriendschap de boedel en nalatenschap van hare voorgeschreven ouders te hebben gestift en gescheiden en de gedeeld en speciaal dat de voorgeschreven Willem Jansz. is aanbedeeld een huis staande en gelegen op het Suijderkerckpat etc. Aan het eind van de akte wordt deze ondertekend door o.a.: Willem Jansz de Boer,Trijn Willemsd., Dirck Claesz., Cornelis Jansz boer, personeel van de notaris en tenslotte door de notaris Simon Oosterhooren hemzelve. Akte nr. 5799-79 dd 09-06-1697.
10
11
12
VOORWOORD: De Boer, kronijck vanaf 1555 tot 2005 over een Zaanse familie met een levende Alkmaarse “tak” Het beginjaar van deze familie kronijck van 1555 was ook het jaar, waarin Keizer Karel V terugtrad, nadat hij tevergeefs geprobeerd had de keizerlijke- en katholieke macht met harde hand te handhaven. Rond die tijd begint ook mijn verhaal over een gewone, eerzame (?) boerenfamilie, die in vrijheid tracht te leven en werken in een nieuwe leefomgeving van de Zaanstreek. Ook kozen zij vermoedelijk voor de vernieuwingen van Luther en namen zij zijn geloofsovertuiging over. Misschien was de bouw van de “Bullekerk” in Westzaandam voor hen aanleiding om in de onmiddellijke omgeving van deze kerk te gaan wonen op het Suyderkerckpat. Later volgden er binnen onze familie ongetwijfeld nog vele ingrijpende veranderingen, dat wordt wel duidelijk bij het lezen van dit boekje. Of alle veranderingen ook verbeteringen waren, laat ik aan de lezer( es) over. Hierachter vinden jullie een overzicht van mijn rechtstreekse tak van de familie de Boer. De uitwerking van de “zijtakken” uit de Zaanse periode en de nakomelingen van Pieter de Boer, die op 26-01-1846 werd geboren, komt later in het boekwerkje aan de orde. Al 14 generaties lang is de achternaam DE BOER in ”beeld”. In bijgaande Aldfaer computerprogramma heb ik circa 300 personen “ingevoerd”, zodat mijn aanvankelijk idee van een kleine familie moeilijk kan worden gehandhaafd. Zoals uit de inhoudsopgave blijkt, heb ik naast de genealogische facetten van onze familie ook een aantal zaken aan de orde gesteld, die betrekking hebben op hun woon-en leefomstandigheden. Het was grappig vast te stellen, dat ik zelfs meerdere families kon opsporen, die momenteel niet meer de achternaam ”de Boer” dragen, maar ergens in het verleden een moeder hadden, die met onze achternaam was gesierd. Dit leidde tot kennismaking met de familie van De oude, zieke Karel V doet Thea de Jong-Dekker c.s. uit Hippolytushoef, met Peter Meekel c.s. uit Zwaag afstand in 1555 en tenslotte met Meindert Ruiter uit Egmond Binnen. Ieder van hen heeft ook een eigen verhaal geschreven over hun familie vanaf het moment dat zij een andere achternaam kregen. Na toevoeging van deze “zijtakken” bleek, dat zekere kunstzinnige uitingen niet kunnen worden ontkend bij beide takken van de kinderen van Casper Sr. (geb.26-09-1814) en zijn vrouw. Dit heeft dan vast in hun genen gezeten, denk ik dan! Is vast niet meer na te gaan. Zie een apart hoofdstuk over de kunstzinnige uitingen binnen de familie. Ik realiseer mij, dat dit boekwerkje van +/- 200 bladzijden en ca. 300 foto’s niet in één adem zal worden uitgelezen of bekeken, maar misschien spoort het iemand van jullie aan om mijn onderzoek voort te zetten. Mijn archiefje kan als basis worden gebruikt, als het dan al niet is weggegooid. Veel succes toegewenst. Anno 2005. Cees de Boer P.S.: Als nazaat van de familie de Boer uit Westzaandam bent U ook een beetje een “koekvreter” en of een “galgenzager”. ‘t Is maar dat U dat ook weet.! 13
Generatie: rechtstreekse tak familie de Boer STAMBOOMOVERZICHT: 1 JAN .(Cornelisz.??) de Boer X partner ??? Geboren ± 1555. Geboren ca.1560 Overleden niet bekend Overleden onbekend Kinderen: 1) Claes Jansz. Geboren ± 1585 2 CLAES JANZ. de Boer X partner Anna Jansd., vd Molenbuurt (?) Geboren ± 1585 Geboren ±1600 Kinderen : in ieder geval is bekend Overleden onbekend. JAN CLAESZ. Geboren ± 1610 Overleden onbekend, voor 1679 3 JAN CLAESZ. de Boer X Trijn Sijmonsd. Borsius Geboren ca.1610 Geboren ca. 1630 Getrouwd ca. 1659 Overleden voor 1667 Overleden voor 1679 Kinderen: 1) Cornelis Jansz. X Jannetje Jacobsd Jager Geboren ± eind 1660, Geboren ca. 1665 Getrouwd 20-02-1694 Overleden 19-10-1724 Overleden 30-09-1698 Kind: Trijntje Cornzd. Geboren 1697 Overleden onbekend. 2) Willem Jansz. X Trijntje Jacobsd. Engel Geboren begin 1661 Geboren ca. 1665 Overleden 19-01-1737 Overleden ca. 1728 Kind: Jan Willemsz, Geboren 1690 Overleden 23-04-1777 3) SIJMON JANSZ X Trijn Willemsd. Geboren ± eind 1661 Geboren ca. 1660 Overleden ± 1687 Overleden ca. 1740/41 4) Lijsbet Jansd. X Claes Claesz. Haes, Geboren ± 1662 Geboren tax. 1635 Overleden 20-05-1697 Overleden tax.1683 Kind: Claes Claes Jr. , Geboren ±1680 Overleden ±1690 5) Claes Jansz. X Dieuwert Arijansd. Geboren ±1665 Geboren onbekend Overleden vóór 10-06-1697 Overleden onbekend
14
4 SIJMON JANSZ. de Boer X Trijn Willemsd. Geboren eind ±1661 Geboren ca. 1660. Getrouwd ±1680 Overleden in 1687 Overleden na 1741 Kinderen: 1) Trijntje Sijmonsd. Geboren ±1685, X Peter Cornz., (Oz) Getrouwd 06-06-1705 Geboren onbekend Overleden 31-05-1766 in Oostzaandam Overleden onbekend 2) PIETER SIJMONSZ Geboren: 1686/87 Overleden 03-12-1761 5 PIETER SIJMONSZ. de Boer X 1) Neeltje Paulusd. Geboren ± 1686/87 Geboren ca. 1685 Getrouwd ± 1708, eerste huwelijk Overleden ca. 1710/12 Overleden 03-12-1761 Kinderen: 1) Sijmon Pietersz-I , Geboren 02-02-1709 Overleden vermoedelijk op 22-01-1713 2) Aegje Geboren 02-02-1709 Overleden vermoedelijk op 29-06-1718 ? 5 PIETER SIJMONSZ de Boer X 2) Antje Pietersd. Getrouwd 21-02-1714, tweede huwelijk Geboren ca. 1690 Overleden 31-03-1728 ?? Kinderen: 3) Grietje Geboren 08-04-1714 Overleden onbekend 4) Pieter Pietersz. X Mietje Jochemsd. weduwe Geboren 12-11-1719, Overleden 17-07-1746 Getrouwd 17-07-1746 ( geen kinderen) OF X Trijntje Stoffelsd. Konstenberg Getrouwd 11-09-1768 Geboren onbekend ( geen kinderen) Overleden onbekend Bij dit laatste huwelijk wordt als adres van hem Oosterzij-Noord ge noemd en dit is het adres waar Pieter Sijmonsz in ieder geval woonde in Oznd.Overleden onbekend, mogelijk in 1780. 5) Heijndrik-I Geboren 21-06-1722 Overleden ±1723 6) Heijndrik-II Geboren 05-02-1727 Overleden 31-05-1727 of niet . Zie toelichting blz.: 100-101
15
5 PIETER SIJMONSZ. de Boer X 3) Aaltje Haver Getrouwd 14-07-1754, derde huwelijk Geboren 1725/35 Overleden 12-10-1784 Ozdm Aaltje’s 2e huwelijk in 1762 met Adriaan Pieterz. Pandt Kinderen: 7) Sijmon Pietersz.-II Geboren 30-04-1755 Overleden onbekend, zie ook toelichting op blz.: 100-101 8) ADRIAAN PIETERSZ . Geboren 25-06-1758 , Getrouwd op 22-06-1783 Overleden op 17-01-1837 9) Dirck Pietersz. Geboren 12-09-1761 Overleden onbekend, zie ook toelichting op blz.: 100-101 6 ADRIAAN PIETERSZ. de Boer X 1) Willempje Pand(t) Geboren 25-06-1758 Geboren ca. 1760 Getrouwd 22-06-1783 eerste huwelijk Overleden ca. 1812 Overleden 17-01-1837 Kinderen: 1) PIETER ADRIAANSZ. Geboren 15-04-1784 Overleden 09-12-1833 2) Gerrit Adriaansz. Geboren 01-12-1787 Overleden 27-11-1851 3) Grietje Geboren 08-02-1786 Overleden onbekend 4) Aaltje Geboren 09-11-1789 Overleden onbekend 5) Trijntje Geboren 15-04-1791 Overleden onbekend 6 ADRIAAN PIETERSZ. de Boer X 2) Neeltje Zalm Getrouwd 2e huwelijk na 1791 Geboren ca. 1770 Overleden onbekend 7 PIETER ADRIAANSZ. de Boer X 1) Neeltje Cornsd. Cardinaal Geboren 15-04-1784 Geboren ca. 1785 Getrouwd 13-11-1807 1e huwelijk Overleden in 1810 Overleden 09-12-1833 Kinderen: 1) Adriaan Pietersz. Geboren 1810 Ozdm. Overleden 11-03-1826
16
7 PIETER ADRIAANSZ. de Boer X 2) Elisab. Engel, Getrouwd 29-03-1812 2e huwelijk Geboren 25-07-1790 Kinderen: 2) Elsje Overleden onbekend Geboren 30-08-1812 Overleden onbekend 3) Grietje Geboren 10-09-181 Overleden onbekend 4) CASPER Geboren 26-09-1814 Overleden 13-10-1851
Vader Pieter Adriaansz.droeg nog het patroniem in zijn naam. Door de Napoleontische invloed komt dit bij zijn zoon Casper niet meer voor.
8 CASPER de Boer X Teunissina Steeman Geboren 26-09-1814 Geboren 02-11-1815 Getrouwd 30-07-1843 Overleden 19-05-1860 Overleden 13-10-1851 Kinderen: 1) Pieter Geboren 26-01-1846 Overleden 13-09-1923 2) ELDERT Geboren 09-03-1848 Overleden 03-06-1878 9 ELDERT de Boer X Dina Maria Veel Geboren 09-03-1848 Geboren 09-05-1846 Getrouwd 19-04-1874 Overleden 23-05-1912 Overleden 03-06-1878 Kinderen: 1) CASPER LODEWIJK CORNELIS Geboren 05-05-1875 Overleden 09-01-1961 2) Antonia Margaretha Geboren 28-05-1877 Overleden 25-12-1944 10 CASPER LODEWIJK CORNELIS de Boer X Maartje Hop Geboren 05-05-1875 Geboren 22-09-1874 Getrouwd 17-06-1899 Overleden 22-06-1955 Overleden 09-01-1961 Kinderen: 1) ELDERT Geboren 10-11-1900 Getrouwd 22-09-1932 Overleden 14-11-1981
17
11 ELDERT de Boer X Wilhelmina Frederica Kost Geboren 10-11-1900 Geboren 20-05-1906 Getrouwd 22-09-1932 Overleden 13-09-1999 Overleden 14-11-1981 Kinderen: 1) CORNELIS Geboren 02-06-1935 2) Willem Frederik Geboren 29-04-1941 12 CORNELIS de Boer X Petronella Weil Geboren 02-06-1935 Geboren 18-01-1937 Getrouwd 20-02-1960 Gescheiden 14-04-1992 Kinderen: 1) ERIC Geboren 19-11-1964 2) Sander Geboren 03-07-1969 3) Ellen Geboren 29-10-1972 13 ERIC de Boer X Brigitta Maria Pronk Geboren 19-11-1964 Geboren 14-05-1968 Getrouwd 10-03-2000 Kinderen: 1) Anouk Anna Geboren 22-06-1999 2) MEES CHEVEUX Geboren 26-01-2002 14 MEES CHEVEUX de Boer X Geboren 26-01-2002 Getrouwd ??? Kinderen ???
??? Geboren
???
De voornamen, die met een hoofdletter zijn geschreven, zijn mijn rechtstreekse voorouders en nazaten.
18
FAMILIE SITUATIE ANNO 20 MEI 2005.
Familie de Boer, met een stevige Zaanse stam (boom) en de nog levende “Alkmaarse takken”. Als je – net als ik - het geluk hebt dat je op je 58e levensjaar na een arbeidzame leven bij ABN AMRO in Alkmaar met een ”prettige financiële regeling” mag stoppen en je hebt nog genoeg energie om leuke dingen te ondernemen, wat let je dan om tegen je werkgever te zeggen: DANK U BANK !!!! Uiteindelijk bleek dat deze regeling maar heel kort heeft gegolden en ik had de mazzel, dat ik net in die leeftijdscategorie viel: soms valt ’t leven tegen, soms valt het erg mee.
hardlopen verder te stimuleren. Met de komst van onze beide cocker spaniels, Wopper bij haar in Enkhuizen en Tara bij mij in Bergen (wij ” latten ”), hebben wij ieder toch een huisgenoot in onze onmiddellijke leefomgeving. Er blijft dan nog genoeg tijd over voor andere leuke zaken. Bij het ouder worden, komt het wel vaker voor, dat je jezelf afvraagt hoe zit dat nou met mijn voorouders. Waar woonden zij en zou er iets over hen te vinden zijn?
Wat heb ik zoal gedaan na 1 oktober 1993. Samen met Marijke hebben wij veel gereisd, eerst met haar camper VW busje, later met mijn camper. Wij hebben ook een aantal verre reizen buiten Europa gemaakt.( o.a.naar India, Nepal, Thailand,
Breithorn bij Zermatt, ruim 4100 m, samen met Marijke beklommen.
Campplaats klooster van Tengboche, Nepal. Met zicht op Mount Everest en Ama Dablan( r) Maleisia, Alaska en later naar de USA en Canada). Verder werd ik voorzitter van de stichting ”De 21 km. van Bergen”, welke jaarlijks in ons dorp een halve marathon organiseert. Daarnaast heb ik het initiatief genomen voor het Noordhollands Dagblad Loopcircuit, een samenwerkingsverband van 13 reeds bestaande hardloopevenementen, met het doel het
In het begin weet je niet waar te starten in de archieven. Het blijkt, dat er nog veel verscholen ligt in regionale archieven van Alkmaar, Amsterdam en Koog a.d. Zaan, het provinciale archief in Haarlem en zelfs in het Rijksarchief in Den Haag. Bij deze instellingen kan je terecht voor het zoeken naar gegevens vanaf 1811 toen Napoleon de Burgerlijke Stand invoerde, waarbij geboorte, huwelijk en overlijden op het gemeente huis gemeld werd.
19
Vóór 1811 ben je afhankelijk van de kerk archieven en hopelijk zijn die dan niet verbrand. Als ze er dan al zijn, heeft de schrijver dan een redelijk leesbaar handschrift? De kerken waren n.l. verplicht, door het concilie van Trento in 1545-1563, om deze gegevens te registreren. Dus van vóór dit concilie vind je over ”gewone mensen” vrijwel niets terug en onze familie bestond toch uit deze personen, die zelfs de naam DE BOER hebben aangenomen. Het is dan ook niet zo moeilijk om het beroep van onze eerst bekende generatiegenoten te raden.
Cornelis Jansz de Boer ( de houtzaagmolenaar) van de vierde generatie, als vermoedelijk oudste zoon deze voornaam kreeg. Zijn vader was Jan Claesz de Boer, diens vader heette Claes Jansz de Boer. Aangezien de oudste zoon (vrijwel) altijd naar één der voorvaderen van de manlijke tak werd vernoemd is Jan. (Corneliszn. ?) de oudst bekende en dus de stamvader. Dit werd later nog bevestiigd door de vondst in het haerdstedenregister. Mogelijk leefde voor hem toch nog een Cornelis ??? ‘t Is maar een naam, nou ja . . . .
Zover is na te gaan, blijkt de eerste generatie in het oude Saerdam ( Westzaandam) te zijn neergestreken. Het zou best kunnen, dat wij afstammelingen zijn van de eerste bewoners, die vanuit Kennemerland naar de Zaanstreek zijn getrokken. Het is bekend, dat er een boerenfamilie met vijf zonen in de buurt van Zaandijk is gaan wonen en daar ook is gebleven. Nu is het grappige van deze story, dat de vijf voornamen van deze jongens een aantal keren binnen onze familie in de daarop volgende eeuwen werden gebruikt. Maar misschien is het bekende gezegde hierop van toepassing: DE VADER IS DE WENS VAN DEZE GEDACHTE Bij de geschiedenis over de Zaanstreek kom ik uitvoerig terug op deze situatie, evenals bij de bespreking van de verschillende generatie verhalen. Het bleek uiteindelijk, dat ONZE rechtstreekse tak van de familie DE BOER een uitstapje naar Alkmaar maakte, waar Casper de Boer als soldaat in Alkmaar in 1831 werd gelegerd en daar tegen een Alkmaars meisje aanliep, t.w.: Teunissina Steeman en in de kaasstad bleef ”hangen”. De titel van dit boekwerkje had ik aanvankelijk als titel meegegeven: -“14 generaties familie de Boer op een rij ”-, kan om een nadere toelichting vragen. De door mij gegeven naam aan de man van de eerste generatieeen soort stamvader van ons - is JAN Sz, omdat ik in eerste instantie niet kon terugvinden, waarom 20
Deze paltrok houtzaagmolen stond in volle glorie in West Koog aan de Zaan.
Uiteindelijk vond ik de titel, welke op de voorzijde staat, iets beter. Het is toch vaak een kwestie van blijven zoeken. Maar als je dan eindelijk weer iets hebt gevonden, ben je zo blij als een kind, ook al ben je 68 jaar. Die vasthoudendheid vond ik ook terug bij het lezen van het boek over een andere familie waaruit ik citeer:
en het leek mij goed dat ook te vermelden. Daar waar zij worden behandeld, vermeld ik boven aan de bladzijde: zij-takken familie de Boer. Ook alle levende “zij-takken” schreven hun eigen verhaal over hun familie, waarvoor mijn hartelijke dank. Het geeft een leuk beeld hoe deze “zijtakken” verder leefden, ieder op hun eigen manier.
”je hoort van anderen, die ook op zoek zijn, dat hun reden van gezoek naast nieuwsgierigheid ook andere motieven een rol spelen als – wij leven nu zo snel, zo oppervlakkig, gebrek aan beschouwelijkheid, lossere familie-band, verloren kennis over vroegere familieleden etc.” Nog een aardige opmerking van die samensteller:”genealogie is misschien wel een gekte, die je, als ze je eenmaal te pakken heeft, niet gauw meer loslaat. Of je het nu een verslaving noemt, een uit de hand gelopen hobby of …..de in Nederland meest voorkomende geslachtsziekte, het komt erop neer dat je doorgaat”! Zo, dan hoor je het ook eens van een ander. Bovendien is het een leuke tijdspassering en houd je van de straat. Mogelijk snappen jullie nu mijn drang tot het zoeken naar het verleden. Mocht dit niet het geval zijn, dan is dat jammer. Bergen, Mei 2005. Cees de Boer. P. S. Van een aantal z.g zij-takken van onze familie de Boer heb ik ook bijzonderheden kunnen opsporen
Huis `Verbandstukje` in Jisp ca.1660.
Zo was de situatie anno 1648 in Westzaandam, dus nog een klein dorp. 21
ACHTERGRONDEN VAN DIT FAMILIE ONDERZOEK. ARCHIEVEN EN SOORTGELIJKE ZAKEN EN INSTELLINGEN. De archieven van gemeentes, provincie en het rijksarchief geven diverse mogelijkheden om het verleden te onderzoeken op het gebied van familie onderzoek. Zoals eerder aangegeven heeft Napoleon toch ook nog goede zaken achtergelaten. Hij stelde, in navolging van Frankrijk, onze Burgerlijke Stand in, waardoor het gemakkelijk werd om vanaf die tijd gegevens over voorouders na te kijken. De gemeentes hielden per woonadres bij wie daar woonden en wie daar als dienstbode haar ” dienstje” bij de betere stand deed. Bij de archieven kan je in z.g. “tienjaarstabellen” vinden of er in die periode iemand geboren, getrouwd of overleden is. Vervolgens kan je dan op de betreffende datum verdere gegevens nazoeken. Meestal staat dit alles al op micro-fiches, zodat het toch wel vreselijk turen blijft op het beeldscherm.
Verder is er veel te vinden in de aantekeningen bij de Burgerlijke Stand van iedere gemeente. Per huis werd daar bijgehouden, wie er in de woning leefde. Ging iemand van het gezin verhuizen, dan werd er van hem/haar een nieuwe kaart aangelegd bij verhuizing binnen de Gemeente, terwijl bij vertrek naar een andere plaats de nieuwe Gemeente werd vermeld. Vóór de Napoleontische tijd blijf je afhankelijk van de kerkboeken. Bij de diverse fotokopieën die ik heb gemaakt, is het soms heel moeilijk om de juiste gegevens eruit te halen. Vooral in het begin bij aktes uit de jaren 1660 en daarna is het een ware puzzel, mede doordat de letters niet geheel corresponderen met de letters, die wij nu gewend zijn te gebruiken. Om nu een cursus “oud” Nederlands te gaan volgen, vond ik te veel moeite voor zo’n aanvankelijk kleine familie. Hieronder vinden jullie een stukje tekst uit het testament, dat door de moeder van Trijn Sijmonsd. de Boer-Borsius is opgesteld (Trijn is de vrouw van Jan Claesz de Boer, 3e generatie), waarbij zij haar kleinzoon Sijmon Jansz een bedrag nalaat. De andere kinderen van de inmiddels overleden Trijn Symonsd. kregen niets, vermoedelijk omdat Symon naar haar man was vernoemd!
Op de 4e regel van boven is vermeld dat Sijmon Jansz. de Boer, nagelaten zoontje van dochter Trijn Sijmonsd, een kindsdeel krijgt van zijn oma Lijsbet Pouwelis, de opstelster van dit testament in 1667.
22
De kinderen van deze overleden Trijn Willemsd. moesten later ook een boete betalen naar aanleiding van de z.g. “turfopstand” van 1678, zoals blijkt uit onderstaande “dorpsrekening” van 1679 van het Pat besuyden d’kerk. Op de derde regel werd een bedrag van f. 1.15.0 genoemd, zie hieronder.
gebruikt, zoals hierboven de tweede naam met de uitgang sz. voor een zoon en sd. voor een dochter en verwees naar de voornaam van de vader. Ik vind de achternaam ” BOERIUS” ook wel aardig klinken. In het provinciaal archief in Haarlem wordt een
Op de derde regel is vermeld, dat de “kinderen Trijn Sijmonsd” van het Suyderkerckpat de boete moeten betalen van f. 1.15.-- n.a.v. de “turfopstand” van 1678. Gevonden in de dorpsrekening van 1679. Voor verdere bijzonderheden over deze “turfopstand’ van 1678, waardoor de eerste bijnaam van de Westzaandammrs ontstond, t.w.: “galgenzagers”. Zie over deze story ook op bladzijde 38. Ik heb aangenomen dat Sijmon Jansz ( onze rechtstreekse afstammeling) wel werd bedeeld omdat dat hij werd vernoemd naar de vader van Trijn Willemsd. Borsius (mogelijk heette zij Borssies). In het verleden werd de achternaam interessanter gemaakt door met een latijns “ius” te eindigen. Het patroniem werd in het barre verleden als een soort achternaam
kaartsysteem op alfabetische volgorde bijgehouden van alle namen die voorkomen in de notariële aktes vanaf het moment, dat deze werden opgemaakt. Aan dit systeem heb ik zeer veel te danken, omdat er namen boven water kwamen die ik in verband kon brengen met andere personen van de familie of verwezen naar zijtakken, die in een bepaalde periode leefden. Veelal zijn daarin geen geboorte data vermeld. Ook deze aktes staan op micro-film, zoals b.v. het huwelijkskontrakt uit 1694 tussen:
Gedeelte van het huwelijkscontract van Corn.Jansz. de Boer: 23
Cornelis Jansz de Boer (de houtzaagmolenaar van de 4e generatie) en Jannetje Jacobsd Jager, opgemaakt door Notaris van Loosdrecht in Amsterdam op 18 febr.1694 en gevonden in het Archief in Amsterdam. Bij verder onderzoek naar haar familie was het in eerste instantie erg moeilijk een aanknopingspunt te vinden. Maar, wat bleek, haar vader had zijn achternaam gewisseld. Hij noemde zich eerst VOOG( T) en in een notariële acte was vermeld: Voog(h)t, alias Jaap Lap of Jager. Zie akte nr.5807317 van 01-06-1693, en zie ook blz. 70, waarin wordt aangegeven welke zaken Jannetje Jacobsd. Jager heeft ingebracht. Op de vorige bladzijde was een kort gedeelte uit dit huwelijkskontrakt, waarin werd gemeld wat bruidegom Corn. Jansz. de Boer wordt inbracht: Hij bracht zijn huis in, waarde f. 600,--, alsmede een wagenschothoutzaagmolen. Over contante middelen wordt later een notitie gemaakt. Hij was voor ¼ gedeelte gerechtigd in de ouderlijke boedelverdeling van zijn ouders. Verder bezat hij een pakhuis. Mocht hij eerder komen te overlijden, dan kreeg Jannetje Jacobsd. slechts een z.g. “kindsgedeelte’’. Als zij eerder overleed, dan werd hij erfgenaam. Leuk onderscheid.
24
Door dit huwelijkskontrakt kwam ik er achter, dat wij naast ”boeren” ook molenaars in de familie hadden. Zijn broer en onze rechtstreekse afstammeling van de 4e generatie Symon Jansz bleek de houtzaagmolen ”De jonge Prins van Oranje” in bezit te hebben.
Verpondingsboek uit 1742.
Paltrokhoutzaagmolen “Jozua”, die nu nog in West Koog aan de Zaan staat. Verdere gegevens omtrent molens waren te vinden in molenregisters per bezitter en op naam van de molen, dit alles wordt bijgehouden door de Historische Vereniging van Zaanstad. Bovendien gaf het standaardboek over Zaanse molens van Boorsma de nodige informatie. Daarnaast kwam er nog het nodige uit de z.g. ” verpondingsboeken”, waarin werd bijgehouden wie er belasting moesten betalen over hun bezit van land en huis. In de Zaanstreek zijn deze beschikbaar in de periode vanaf 1731 tot het einde van die eeuw. Het was leuk te zien, dat de andere broer van bovengenoemde Cornelis en Symon (van de 4e generatie), t.w. Willem Jansz en diens zoon Jan Willemsz, heel aardig ”geboerd” hadden, want zij bezaten rond het Suyderkerckpad meerdere huizen en daarnaast behoorlijk veel land. Hierna volgt een gedeelte uit het verpondingsboek van 1742, waaruit het omvangrijke bezit blijkt:
In het archief van Koog a.d. Zaan is over de aan- en verkopen van huizen veel terug te vinden in de de z.g. “transport aktes”. In de grijze map: ORA/ONA/ Gaarders van Westzaan zijn vrijwel alle aankopen van huizen op te zoeken. Per periode is op de fiches voorin een index opgenomen van deze aktes op alfabetische volgorde op de VOORNAAM VAN DE KOPER. Op de valreep vond ik het bestaan van het Haerdstedenregister uit 1644, waarin werd vastgelegd hoeveel schoorstenen men op het dak had staan. Hoe meer schoorstenen destemeer belasting men moest betalen. Zie verdere info op blz. 46 ev.
Zaans “molenpad” met boerderijtje, nu in gebruik als buurthuis. 25
D.T.B. ofwel DOOP-, TROUWENEN BEGRAVEN BOEKEN. Al sinds de middeleeuwen waren deze zaken door de overheid vastgelegd en aan strenge regels gebonden. Het registreren van de DOOP was voorbehouden aan de kerken en werd gratis door hen verricht. In kerkboeken werden de jonge kinderen ingeschreven met vermelding van de datum van de doop, hun voornaamen de namen van de ouders. Vanaf circa 1580 werden alle TROUWERIJEN in de kerk door hen in de kerkboeken geregistreerd; sinds 1695 moest er “impost”- een belasting op het trouwen - door het kersverse echtpaar worden betaald. Als men niet bij een kerkgenootschap was aangesloten - en dat gebeurde niet vaak in die tijd - dan werd aangifte van deze gebeurtenis op GEMEENTE IN ZAANSTREEK
registers ingeschreven. Vóór 1695 werd er door de kerken bijgehouden wie er overleden was. Na de Napoleontische tijd was men verplicht GEBOORTE, TROUWEN en BEGRAVEN te melden op het Gemeentehuis, waar er dan aktes van werden opgemaakt. Per jaar werd dit in boeken gepubliceerd. De DOOP in de kerken kon daarna op basis van vrijwilligheid worden gedaan Als men bij de “gaarder” kon aantonen dat men over onvoldoende vermogen beschikte, dan kon men bij hem een briefje krijgen om PRO DEO (gratis) te trouwen dan wel begraven te worden. Een overzicht van de historische gegevens, welke in het archief in Koog .a.d Zaan te vinden zijn:
BEGRAVEN
DOOP
TROUWEN
Vanaf
Vanaf
Vanaf
Gereformeerde Kerk in Westzaandam
1672
1644-1674
1750
Oostzaandam
1613
1608-1630
1723 + v.a. 1730
Westzaan
1625
1660
1741
Oostzaan
1629
1726
1625
“IMPOST” op trouwen en overlijden in de zaanstreek: vanaf 1695 het Gemeentehuis (bij het gerecht) gedaan bij de “gaarder”, die de centjes incasseerde Van het OVERLIJDEN werd er sinds 1695 op het Gemeentehuis bij de “gaarder” aangifte gedaan en moest er bij hem de “impost”worden voldaan. Op het Gemeentehuis werd het overlijden dan in de 26
waaruit blijkt, dat er in Oostzaandam eerder gegevens werden vastgelegd, omdat daar al eerder ter kerke kon worden gegaan. De ontwikkeling van Oostzaandam kwam eerder van de grond dan die aan de westzijde van de Zaan, dat onder gezag van de Banne van Oostzaan viel.
EEN STUKJE HISTORIE OVER DE ZAANSTREEK. HERKOMST VAN DE RIVIER DE ZAAN. Naar wordt aangenomen ontstond de Zaanstreek ongeveer 5000 jaar geleden als een wadvlakte waarin zich door de aanwezigheid van duinen en zoet regenwater een veengebied vormde. Het overvloedige regenwater werd via verschillende veenstromen naar zee afgevoerd. De Zaan is als een dergelijke veenstroom ontstaan. De naam van deze rivier zou afstammen van het woord “Zande” of “Zaende” (zand). Ook wordt wel gezegd dat ze is gebaseerd op het Middelnederlandse “zaan”, wat terstond of snel
TERUGKOMST VAN DE BEWONERS. Rond het jaar 1000 werd door de bewoners de strijd tegen het water in Noord Holland ingezet en ook in de Zaanstreek werd een poging gedaan om tot verdere ontginning van vooral de veeteelt te komen en trokken de eerste veeboeren het gebied weer met hun koeien in het veenmoeras dat de Zaanstreek toen was. Daar waar de Zaan in het IJ uitmondde, lag een kleine bewonersnederzetting, Oud Zaande, waarvan naar het zuiden de grens lag in het Y, de eilandjes Zaanderhorn en Ruigoord behoorden ertoe. (het dorp Sloten, gelegen aan de overkant van het Y, aan de familie Van Haarlem toebehoorde). In het westen grensde Zaanden aan Assendelft. Meer naar
Vermoedelijke herkomst bewoners van de Zaanstreek betekent en zou verwijzen naar de snelle stroming die de rivier ooit had. DE EERSTE BEWONING IN DE ZAANSTREEK. Al in de prehistorie was een deel van de Zaanstreek bewoond. In de IJzertijd (600 – 0 voor Chr.) en de Romeinse Tijd bouwden boeren hier hun huizen. Door wateroverlast waren zij uiteindelijk gedwongen deze te verlaten.
het noorden zullen Krommeniedijk en Krommenie er ook toe behoord hebben, want zij vormden met Westzaan steeds één schoutsambt. Door wateroverlast en door vernieling door de Westfriezen in 1155 werd deze nederzetting – mogelijk was het toen al een z.g. “heerlijkheid” – verlaten. Er werden voortdurend nieuwe dijkjes en dijken aangelegd en weer hersteld, als het water ze door één van de vele overstromingen vernield had, welke met de regelmaat van de klok voorkwamen.
27
De grote dam in Westzaandam werd in de periode 1288-1316 gerealiseerd, welke in het noorden van het buurtschap lag. Met de bouw van de daarnaast gelegen Hogendam en door de aanleg van de Westfriese Ommeringdijk in het noorden van het Gewest en de dammen bij de Amstel en het Spaarne werd de omdijking van het Noorderkwartier en
Zaan in de Banne van Oostzaan, en pas later aan de Westzijde. Mogelijk waren de bewoners de mensen, die afkomstig waren uit de oude nederzetting Oud Zaande en zo ontstond Oost-en Westzaandam.
de waterbeheersing in het huidige Noord Holland bereikt. Daarnaast werden de belangrijkste stroomgeulen eveneens afgesloten. Het grondwater kon vanaf toen redelijk in de hand worden gehouden, zij het dat het grondwater steeds verder daalde. Door de turfafgravingen van de veengronden voor kachel en fornuis, was het boerenbedrijf meer gericht op de veeteelt en minder op de landbouw, al zal er toch voor de koeien eten “op de plank” moeten zijn geweest. De boerderijtjes lagen in het begin nog her en der in het veenlandschap verspreid, maar in de volgende eeuwen kwam er een zekere structuur in de bewoning door het onstaan van de “lint”dorpen langs de Zaan, met dwars hierop de bekende Zaanse molenpaden.
Drie kleine Raadhuizen uit de Zaanstreek. Links: het oude van Saardam (Westzaandam) in de 17e en 18e eeuw. Midden: voormalige raadhuis van Oostzaandam en Rechts: het latere raadhuis van Westzaandam met op de achtergrond het dak van de “Bullekerk”.
Het doel van de aanleg van bovenstaande grote dam in Westzaandam was om niet alleen de veiligheid van de bewoners te verbeteren, maar ook om daar de scheepvaart mogelijk te maken. Bij de sluizen ontwikkelde zich een buurtschap, waar zich herbergiers, leveranciers van levensbehoeften en scheepsbenodigdheden en ook ambachtslieden vestigden. Dat gebeurde eerst aan de Oostkant van de 28
De grote sluizen van Zaandam bij de Dam.
BESTUURLIJKE ZAKEN IN EN RONDOM DE ZAANSTREEK VANAF DE 10e EEUW.
Of de heerlijkheid Zaanden (bij de Zaan) een kasteel bezat is niet bekend, alhoewel bronnen spreken over het “hof”, gelegen in de Hemlanden bij het huidige Noordzeekanaal.
De landsheerlijke periode.
Graaf Floris V gaf op 21 maart 1292 een nieuw landrecht aan Kennemerland, dat gezien wordt als de basis van een nieuwe organisatie van de rechtspraak. De “asega” werd vervangen door een door de graaf benoemde Schout. Recht gesproken werd door de Schepenen, meestal zeven in getal. De Schout was de voorzitter van het gerecht en zijn taak was enigszins te vergelijken met die van een officier van justitie en van een burgemeester. (recht en bestuur waren NIET gescheiden) Bij benoemingen van Schouten werd door de Graaf meer gekeken naar het financieel voordeel dat de grafelijke kas daarbij had, dan naar bekwaamheid. De dorpsgerechten deden alleen in kleinere criminele en civiele zaken recht. Meestal mocht de boete niet hoger zijn dan 42 schellingen. Men kon in beroep gaan tegen een vonnis bij de “hoge vierschaar” (baljuwsrecht) , gevormd door de baljuw en leenmannen.
Deze tijd werd gekenmerkt door het leenstelsel, waarmee veranderingen in de rechtspraak gepaard gingen. De Hollandse graven waren van huis uit leenmannen van de Duitse keizer. Zij wisten zich aan diens gezag te ontworstelen, zodat de band met de keizer een term zonder inhoud werd. In hun eigen gebied (Holland) verstevigden zij hun macht. Was er voordien sprake van een “volksgerecht” , dit ging langzaam over in een “ambtenarengerecht” en uit hun midden werd een vast college van oordeelvinders gevormd onder de naam van Schepenen. Wat de Zaanstreek betreft is er weinig bekend over deze zaken in de eerste periode vanaf de 10e eeuw. Er heeft een “heerlijkheid” Zaanden bestaan, dat aan een geslacht toebehoorde dat de naam “Van Zaanden”droeg en dat een wapen voerde dat sterk geleek op dat van de “Van Haarlem’s’”. Aannemelijk is dan ook dat deze familie, de aanzienlijkste van geheel Kennemerland, verantwoordelijk gesteld moest worden voor de ontginning van de Zaanstreek. Zij zal de exploitatie hebben overgelaten aan een jongere zoon die de naam “Van Zaanen”ging dragen.
Wapen van het geslacht Zaenden of Van Zaanen.
Allerlei zaken konden door de Graaf in leen gegeven worden: grond, visserijrechten, tienden etc. Het voornaamste leenobject was echter het overheidsgezag. Vaak leende de Graaf geld en gaf dan het Schoutsambacht in onderpand, de z.g. “ambachtsheerlijkheid”, dat voor een aantal jaren kon gelden of was zelfs erfelijk. Toen Heer Willem van Zaenden in 1296 bleek te behoren tot de fronde tegen Graaf Floris V werd hem zijn bezit in de Zaanstreek ontnomen en kwam de Heerlijkheid Zaenden rechtstreeks in het bezit van de Hollandse Graven. Een aantal jaren later gaf Graaf Jan II – de eerste Graaf uit het Henegouwse Huis – deze Heerlijkheid in leen aan zijn neef Jan van Beaumont, een Henegouwse edelman, na wiens kinderloos overlijden de Heerlijkheid overging op diens neef Jan van Blois. Ook deze overleed zonder kinderen, waarna deze rechten weer aan de toenmalige Graaf vererfden.
29
Deze gaf de Heerlijkheid niet weer opnieuw in leen uit, maar liet deze besturen door een Baljuw, gevestigd in Beverwijk. Dit bestuursgebied, waaronder ook enige andere Heerlijkheden in het midden van Noord Holland behoorden, werd verder betiteld als het Baljuwschap van Blois. De Baljuw bleef zich in de uitvoering van zijn functie bedienen van het wapen en zegel van Jan van Blois, zijnde vier staande leeuwen. Toen de onderhorige dorpen later ook een eigen wapen en zegel verlangden, werden deze afgeleid van het wapen van Blois en zo voerden Uitgeest, Krommenie en Westzanen (waartoe het gehele gebied van de polder Westzaan behoorde) dan ook alle vier staande leeuwen in verschillende kleuren en standen. In de strijd tegen de Spaanse Koning kwamen de heerlijke rechten aan de Staten van Holland te vervallen : het baljuwschap van Blois bleef echter als bestuursvorm en ten dienste van de rechtspraak gehandhaafd. Af en toe waren aanvullingen of soms ook herhalingen van bestaande voorschriften nodig. In dit licht moet een handvest van 30 juni 1400 worden gezien. Hierin bepaalde de baljuw van Beverwijk, waaronder Westzaan en Crommenie ressorteerden, dat iemand aanklaagd werd wegens “breuken” groot of klein, waarop een straf van “lijf of lede”stond. Ook bij boetes, moest de Schout van Westzaan een rechtsdag vaststellen. Te houden op de “dingstal” (rechtplaats) van Westzaan. Als op die zitting bleek dat de onderhavige kwestie behoorde tot de competentie van de Schout en Schepenen, mocht de baljuw zich er verder niet mee bemoeien. In het andere geval werd de zaak doorverwezen naar de baljuw, die recht sprak in Beverwijk. Het is bekend dat ook de kerk de neiging had om de rechtspraak in wereldlijke zaken tot zich te trekken. Zoals de Graven van Bloys ook al hadden gedaan, beloofde Hertog Albrecht van Beieren zijn onderdanen daartegen te beschermen. Hij zou niet gedogen dat zij “mitten gheestelijcken rechte” ten onrechte in moeilijkheden raakten.
30
Zwaar moest Westzaan boeten voor het feit dat het dorp in de strijd om de macht tussen Gravin Jacoba van Beieren (“Vrou Jacob”) en Hertog Philips van Bourgondie partij koos voor Jacoba: alle handvesten en privileges werden ingetrokken. De boete van 1300 gouden Franse kronen mocht echter in jaarlijkse termijnen worden betaald. De volgende ambten ontstonden ook in de banne Westzaan: het college van Schout en Schepenen hield zich bezig met politie (bestuur en wetgeving), justitie en polderzaken. Voorts was er nog sprake van vroedschappen, burgemeesters, raden, ambachtsbewaarders, schotvangers, secretaris (vergelijkbaar met de huidige gemeente secretaris), thesauriers (zij inden verpondingen, erfpachten, dijkgelden, huren, windpachten en andere
Zegel van de banne van Westzaan. inkomsten) en rekenmeesters (nazien van rekeningen van de schout) De verdeling van dorpen in vier vierendelen was een heel oude instelling, maar zal in de banne van Westzaan echter vrij laat tot stand zijn gekomen, aangezien de bebouwing zich aanvankelijk concentreerde in het dorp Westzaan en de oevers ten westen van de Zaan niet of nauwelijks werden bewoond. Toen men behoefte kreeg om nauwkeurig te weten hoe de ligging van de vier vierendelen in de banne van Westzaan was geweest, ging men af op de verklaring van een tiental inwoners (in leeftijd van 53 tot 84 jaar). Zij legden hun verklaring af op 1 september 1599. Daaruit bleek (bekort)
het eerste vierendeel: betrof Zaardam (Zaanredam=Westzaandam), dat liep van de Westzaner Overtoom tot de Dam in Zaandam en vandaar tot het eind van de Molenbuurt. Ook het eiland de Hoorn (vanouds: Zaanderhorn) behoorde er toe. Het tweede vierendeel: (Kerkbuurt) bestond uit De Koog en de Vijff Broers (Zaandijk) Tot het derde vierendeel: (Noorder) behoorden Wormerveer en West-Knollendam. Het vierde vierendeel: (Zuider)Strekte zich uit van het Kerkbuurter vierendeel tot de Overtoom in Westzaandam. Het “banding” was een oeroude instelling en bestond uit een jaarlijkse speciale rechtszitting. Op die rechtsdag behandelde de Schout” zaken van schade en schande”. Het was een “vlotvaardig recht” te vergelijken met het huidige kort geding, waaraan het natuurlijk niet identiek was.
niet. Eerst in 1811 in de Napoleontische tijd werd Westzaandam zelfstandig. Hetzelfde probleem ontstond in Oostzaandam, dat in de banne van Oostzaan viel. Oostzaan lukte het uiteindelijk in 1795 om vrijwel volledige onafhankelijkheid te bewerkstelligen. Op 26 augustus 1814 werden beide delen van Oost- en Westzaandam samengevoegd tot de Stad Zaandam. De periode na Napoleon heb ik niet beschreven, omdat ik aanneem dat de gewijzigde bestuurlijke omstandigheden wel bij een ieder bekend zal zijn. De exakte bestuurlijke situatie in het gewest Zaanstreek is beschreven in het boek van Demonté Verloren en Spruit, uitgave van Kluwer in 1982. Het nieuwe wapen op de volgende blz. van de nieuwe stad Zaandam is sinds 1816 het zinnebeeld van handel en nijverheid. Het werd ontworpen door Mr. J.C. Honig, die het op 16 november 1816 aan de gemeenteraad van Zaandam aanbood.
In de loop der tijden wilde Westzaan los komen van de heerlijkheid en op 1 juni 1729 kocht de banne van Westzaan zichzelf vrij en moest daarvoor 300.000,-- gulden betalen (reden was geldgebrek van de Staten van Holland), onder protest van Westzaandam die de prijs te hoog vond. POGINGEN VAN WESTZAANDAM ZICH UIT DE BANNE LOS TE MAKEN. De afscheidingspogingnen van Westzaandam begonnen aan het begin van de 17e eeuw. Toen de regenten van Westzaan een nieuwe begraafplaats wilden aanleggen met een toren en ook nog een schoolgebouw in Westzaandam, voelde Westzaandam daar niets voor. Er werd huns inziens teveel met geld gesmeten. Deze kwesties werden hoog opgenomen en de Staten van Holland moesten uitspraak doen. Eén ding was nu wel duidelijk: Westzaandam wilde onder het juk van Westzaan vandaan. In de loop van de volgende twee eeuwen waren er nog vele ruzies tussen beide, maar zelfstandigheid kreeg Westzaandan 31
GEMEENTE WAPENS EN GEMEENTE VLAGGEN VAN DE DORPEN IN DE ZAANSTREEK ALSMEDE ONS FAMILIE EMBLEEM Verdere verklaring van wapen van Zaandam sinds 1816: (zie rechtsonder) (vier kwartieren) met in het eerste kwartier: een mercuriusstaf in het twee kwartier nogmaals gevierendeeld en bevat het wapen van de banne Westzanen, afwisselend in
van Oostzaandam, een boot in aanbouw. in het vierde kwartier een naar rechts gewende zilveren haan, als symbool van de waakzaamheid. In het hartschild: in drieën verdeeld, naar wordt aangenomen een verbeelding van of verwijzen naar de Zaan. De drie kleuren in het hartschild zijn: blauw, zwart en groen. Rechts van het schild staat een briezende leeuw met een kroon op zijn/haar kop. Verklaring van de op de volgende bladzijde vermelde nieuwe wapen van Zaanstad sinds de fusie van 1974: (de vier leeuwen in een gevierendeeld schild uit het wapen van de banne van Westzanen. Het motief van de walvissen (schildhouders) komt voort uit de walvisvaart dat sedert het midden van de 17e eeuw één van zijn belangrijkste zetels in de Zaanstreek had. Het aantal voor rekening van Zaanse rijderijen naar Groenland en Straat Davis uitgeruste walvisvaarders tussen 1669 en 1780 bedroeg respectievelijk 3693 en 784 schepen)
De Banne van Westzaan had als wapen de 4 leeuwen in een gevierendeeld schild in rood en wit: rood en wit. in het derde kwartier een afbeelding van het wapen
Het gemeente wapen van Oostzaandam, dat sinds 1795 zelfstandig werd, was als volgt:(een boot in aanbouw, met verwijzing naar de belangrijke tak van industrie in de Gemeente)
32
Het nieuwe wapen van de samengevoegde dorpen Oost-en West Zaandam tot Zaandam van 1816 (een verwijzing naar het wapen van de banne van Westzanen met de vier kwartieren met leeuwen met boven hen een grote leeuw met de kroon) en in het midden het zg. hartschild). Dit hartschild heb ik overgenomen en in ons familie embleem geplaatst.
Acht lakzegels (stempels)) uit de Zaanstreek
Het nieuwe gemeente wapen van Zaanstad, dus van na de fusie. (gemeente vlag van Zaandam sinds 1938. 14 horizontale banen van drie kleuren blauw, zwart en groen/geel), met links boven en rechthoekje in rood en wit (schuin).
Eerst bekende vlag van (West) Zardam uit de 17e eeuw. Deze afgedrukte vlag komt al voor in een Napoleaans vlaggenboek uit 1650, t.w.: drie horizontale evenhoge banen van rood wit en blauw, met twee rode en witte vierkanten, geordend als een geschaakt Grieks kruis, waarvan de witte vierkanten in het rood en blauw reiken, geplaatst op het midden.
(gemeente vlag van Zaanstad na de fusie 3 banen van rood, wit en blauw en een verkort kruis. Het rode en witte armen samengestelde kruis is ontleend aan het embleem van de banne van Westzanen) 33
Sinds de samenvoeging van de beide Gemeentes Oost- en Westzaandam in 1811 was er tot 1938 geen gemeente vlag. (is bij weinig mensen bekend) In 1874 heeft men het voornemen gehad weer een vlag in te stellen in blauw en zwart, maar het bleef hierbij. In 1938 ontvingen B. & W. van deze gemeente een schrijven van het Ministerie van Binnenlandse Zaken of Zaandam wel een eigen vlag had. Dit was dus niet het geval en B. & W. menen, dat het goed is, dat Zaandam een gemeente vlag heeft.
TOELICHTING OP HET ONTWORPEN FAMILIE EMBLEEM. Het embleem is verdeeld in vier kwartieren met in het midden een z.g. hartschild. Het eerste kwartier: geeft het beroep van veeboer weer van de eerste generatie familie leden, met op de achtergrond lucht (licht blauw), grasland en water (donker blauw). In het tweede kwartier, het beroep dat ook in het begin voorkwam in de familie: de paltrokhoutzaagmolenaars. Het derde kwartier geeft de verbondenheid weer met de stad Alkmaar, waar Casper de Boer vanuit Zaandam naar verhuisde, met erin getekend een z.g. 34
kaasberry, welke op de kaasmarkt al eeuwen wordt gebruikt (een speels element) met een ietwat scheve berrie. Als deze recht was geprojecteerd was het net een gebit met gouden tanden of kiezen. Het vierde kwartier geeft aan dat de stad Amsterdam een belangrijke rol speelt bij de volgende generatie familie leden. Het z.g.”hartschild” staat letterlijk en figuurlijk centraal in dit embleem en komt voor in het oude wapen van de nieuwe gemeente Zaandam uit 1811 en geeft de verbondenheid weer met de rivier “de Zaan” – blauwe lucht, grijs donker water en het omringende grasland (zie blz.32).
35
BEBOUWINGEN IN DE ZAANSTREEK. EERST “IETS” OVER EN RONDOM DE “BULLEKERK” EN HET SUYDERKERCKPA(T)D. Voordat de Bullekerk werd gebouwd, moesten de bewoners van het toen nog buurtschap Westzaandam over de Zaan in Oostzaandam ter kerke gaan. Met de bouw van deze Hervormde Kerk aan de Molenbuurt (nu de winkelstraat “WESTZIJDE”) werd in 1638 begonnen op de restanten van een Spaans bastion uit de jaren 1568-70 en de stenen hiervan. De uitbreiding tot de huidige omvang werd vanaf 1678 gerealiseerd. De naam “Bullekerk” kreeg de kerk naar aanleiding van een gebeurtenis, welke op 29 augustus 1647 plaatsvond. Wat gebeurde er dan op die dag? Een loslopende stier nam een boer op de horens en doodde hem. Zijn hoogzwangere vrouw wilde hem te hulp komen, maar ook zij trof hetzelfde lot als haar man. Haar kind kwam daar meteen ter wereld en overleefde in eerste instantie de gebeurtenissen, doch zij stierf na circa een jaar. Tijdens de bouw van de kerk ontstond al in 1639 de eerste aanzet tot de bebouwing op een nieuw molenpad rond deze kerk:
Voor de kerk staat een beeldje, dat de situatie van 1647 weergeeft:
Foto van de z.g. “Bullekerk” van Westzaandam.
“westzijde rol”(huisnummers 124-92) eerst gedeelte, vervolg op volgende drie bladzijden en de toelichting op blz. 39.
36
want : ”Jan Jansz. Niesen verkoopt aan Claes Nickel een erf van 15 roeden aan de Molenbuurt en een pad, belend ten Zuiden Claes Nickel en ten noorden het nieuwe kerkhof, onder conditie dat Jan Jansz. aan Claes Pietersz Nickel zal leveren een vrije doorgang van zijn erf tot de dijk toe. Mits dat Jan Jansz. die ganck mag legge, daar ’t hem belieft en Claes Pietersz. Nickel zal de brug helpen maken, en selfs onderhouden en repareren . Nickel mag zijn huys of schuit niet noorden an de kerksloot zetten als het tegenwoordig staat, te weten 8 voet van de sloot en die 8 voet zal vrij blijven liggen tot een vrije ganck voor huysen op de ven of andere dingen die Jan Jansz. of sijn kinderen daar willen zetten. Koopsom f. 150,--” . (T.A.= Transport Akte= 1576 over de bewoners en hun huizen rond deze kerk).
kreeg ik een overzicht van de aan- en verkoop mutaties van huizen op dit pad vanaf 1644 tot 1788, maar er is niets te vinden over de bouw van de eerste huizen door vermoedelijk Jan Jansz. Niesen. Uit de dorpsrekening van 1679 van Westzaandam blijkt, dat onze familie het derde huis in haar bezit had, dus vermoed ik dat zij daar rond 1640 zijn komen wonen op een soort boerderijhuis.
Er was een zelfgemaakt padreglement van ’t Suyderkerckpat. De familie Niesen woonde reeds op de Molenbuurt en naast hen werd het vrij-liggende land verkocht. Uit het feit, dat de aanduiding van het erf van 15 roeden (een roede is circa 4 meter) geen “ten westen en ten oosten” aangaf, bewees dat er nog niets gebouwd was. Dit is dus het begin van het ontstaan van het Suyderkerckpad. Via de historische vereniging uit Zaanstad
37
Zoals uit de hieronder afgebeelde dorpsrekening van het Suyderkerckpat uit 1679 blijkt, stonden er toen 8 huizen. Volgens overlevering was er in 1678 een opstand onder de bevolking van het dorp, omdat de belasting op turf werd verhoogd. Men “pikte” het niet en er werden vele panden vernield en galgen werden afgezaagd. Vandaar de bijnaam voor Zaandammers: Galgenzagers. Als represaille bepaalde de gemeente Westzaandam, dat de bevolking een boete moest betalen en dat gebeurde in 1679, zoals hieronder blijkt:
genoemd, maar de vader was reeds overleden en dan is het gebruikelijk dat er dan wordt vermeld:
”wed. Sijmon Jansz.”,
maar door de vermelding in de dorpsrekening van 1679 zou het kunnen zijn, dat de woning en erf rond 1658 door zijn vrouw bij haar trouwen met Jan Claessz. de Boer werd betaald. Mogelijk heeft zij de erven van haar schoonfamilie en dus ook haar man uitgekocht met het geld dat in haar familie aanwezig was. Denk aan het testament van haar moeder met de toedeling aan haar kleinzoon Sijmon Jansz. de Boer. Ten tijde van deze te betalen belasting was zij ook al overleden.
Er is nog iets heel bijzonders aan de hand met deze bovenstaande dorpsrekening bij de vermelding van onze familie want: ”Trijn Sijmonsd kinderen”, te betalen f. 1.15.Normaal wordt de vader als eigenaar van het pand Een van de vele nog bestaande molenpaden.
38
Klaarblijkelijk waren hun vier zoons en dochter Lijsbet al in staat om zelfstandig in het huis te blijven wonen en werken, vermoedelijk zonder toezicht van de z.g. weeskamer, want dan had ik dit in de weesboeken moeten kunnen vinden. Bij akte van 9 juni 1697 kreeg de zoon Willem Jansz. de boerderij formeel toebedeeld. Zie de betreffende akte bij de behandeling van de derde en vierde generatie op blz.11 en 12 en 77 en 79 De familie bleef ”t pat besuijden d’kerk” trouw tot de dood van Jan Willemsz in 1777; hij was de zoon van Willem Jansz. Vader en zoon hadden zeer goed ”geboerd” op het pad, want zij bezaten veel land en zelfs vijf huizen. In de loop der tijden werden er 13 huizen op het pad gebouwd, hetgeen blijkt uit het verpondingsboek uit 1731 en 1734. Namen van dit pad waren: 1640 – 1648
Pat besuyden de nieuwe kerck
1670-1680
’t Suyderkerckpat of Nickellspat
1680 – 1690
Dirck Jansz. Niesenpat
tot 1897
Suijderkerckpad
vanaf 1897
tot heden Tuinstraat.
DE “WESTZIJDEROL”.
De z.g. “Westzijderol” laat goed zien hoe ook in het verleden de burgers van de betere stand hun huizen lieten bouwen. Met deze “rol” van circa 10 meter lang en 15 cm. breed, is gemaakt rond 1780 door ene “verver” met de achternaam: Schipper. De rol is door een familie lid van hem, de orgelbouwer/handelaar A. Schipper – door bemiddeling van boekverkoper G.J. Blees – geschonken aan de Zaanlandse Oudheidkamer in Zaandijk. Het origineel wordt momenteel gerestaureerd. De rol geeft de huizen weer vanaf het Papenpad met nr. 216 tot aan de Dam in Zaandam, en wel de huizen aan de Zaanzijde. Ik heb het onderste deel van vier pagina’s gewijd aan deze rol en wel vanaf het Blauwe Pat tot en met de meelmolen “De Ruyter” aan de Molenglop t.o. de huidige Botemakersstraat (huisnr vanaf 124 tot 92 Westzijderol). De Westzijde noemde men in die tijd de “Molenbuurt” vanwege de aanweziheid van deze meelmolen. Onze Cornelis Jansz. de Boer heeft op de hoek van deze glop aan de Zaanzijde gewoond.
Huidige Tuinstr., vroeger Suyderkerckpat,
39
Het voormalige Suyderkerckpat liep tot het onderste gedeelte linksonder van deze foto. De sloot naast het pad werd in 1882 gedempt. De 2e molen links op de achtergrond is de “Roode Jager” van de familie Jager, zijnde de schoonfam. van onze Cornelis Jansz. de Boer. Rechts Noorderkerckpat.
BEBOUWING OP ANDERE MOLENPADEN. Naast het Suijderkerkpat lag het Otterspat, tegenwoordig genoemd: Klokbaai. Hier werd door Claes Jansz. Otter in 1708 de houtzaagmolen ”De Otter” gebouwd. De molen is in 1891 afgebroken. Er was een bruggetje tussen de beide paden. Zie onderstaande foto. Willem Jansz de Boer koopt in 1717 een stukje land (lag achter zijn eigen erf) van molenaar Claes Otter.
Het Otterspad in het begin van de 20e eeuw 40
Op 23-07-1732 ontstond verschil van mening over het onderhoud van nevenstaand bruggetje. Even verder in zuidelijke richting lag het Bootenmaekerspat, waar de molenaar Cornelis Jansz. de Boer op het eind zijn houtzaagmolen, “de Grauwe Haes” had, oostelijk van de Vaart. Hij woonde met het gezin vermoedelijk ook op dit pad en later op de hoek van de Molenbuurt en Ruyterspat, waar de meelmolen met deze naam heeft gestaan. De molen van onze rechtstreekse voorouder, Sijmon Jansz de Boer, genaamd “De jonge Prins of de prins van Oranje”, stond wat meer in het land aan de westkant van de Watering, achter het vroegere station van Zaandam. (molenakte uit 1688 T.A. 1589 fol.112v), zie ook mijn archief blz. 1. Claes Claesz Jr. Haes had hier zijn molen ” Het blauwe Hert”, welke hij door zijn vroege dood echter nooit bemande. Hij was de zoon van Lijsbet Jansd de Boer. Ook zijn vader had een molen het begin van het Botenmakerspat, de naam van de molen heb ik niet kunnen achterhalen. Lijsbet moet ook op relatief jonge leeftijd tussen 30 en 40 jaar zijn overleden net als haar broers Cornelis, Claes en Sijmon. Voor haar trouwen zal Lijsbet Jansd. ongetwijfeld het ouderloze gezin draaiend hebben gehouden.
Alleen haar broer Willem Jansz, die op de boerderij leefde, werd circa 80 jaar. Ook diens zoon, Jan Willemsz., die op zijn beurt de boerderij van zijn vader overnam, werd zelfs 87 jaren oud. Zie molenacte uit 1690, T.A. 1589 fo.285 blz. 1 van mijn archief. De molens van de familie Jager/Voogt, t.w. de” Groene –en Rode Jager”, alsmede “De Stoel” stonden hier in de buurt op paden met hun eigen achternaam: het Jagerspad, tegenwoordig is dit er niet meer en was vlakbij
het huidige Roggespad. Het Voochtenpad heet nu Botenmakersstraat; het Molenpad was tegenover de meelmolen de Ruyter. Op de hoek van de huidige Westzijde (vroeger Laagzijde/Molenbuurt) en Ruyterveer woonde later Corn.Jansz. de Boer met zijn gezin. (zie de “Westzijderol”op blz. 39. (naast de molen) Het huis van de familie Jager, dat nu in de Zaanse Schans te bewonderen is als het museum met antiek, stond uiteraard op het Jagerspad. Een foto van dit huis ís in het hoofdstukje over deze familie opgenomen.
Overzicht waar de molens stonden. 41
Verder richting de Dam was het Vinkepat (nu Vinkenstraat), waar in 1741 volgens het verpondingsboek de wed. Sijmon Jansz. de Boer woonde, na het overlijden van haar man, in 1687. Het molenmuseum in Koog a.d.Zaan geeft een goed beeld over de molens van de Zaanstreek, welke daar allemaal stonden. In het begin van de 17e eeuw waren er slechts 7 huizen op de westzijde van de Zaan. Dertig jaar later werden er 46 huizen geteld. In de 18e eeuw volgde een bijna explosieve groei, zodat er in 1742 al 6315 inwoners waren. Aanvankelijk ontstond de bebouwing rond de Dam en Hoogendijk, maar al snel werden er ook langs de Zaan in noordelijke richting huizen neergezet. Ook de in westelijke richting lopende z.g. molenpaden werden al spoedig bewoond, waarvan het Suyderkerckpad er één van de vele was. Bij deze paden ontstonden z.g. padengemeenschappen, die eigen reglementen voor hun bewoners opstelden. Voor verdere bijzonderheden over woningen, molens en molenpaden zie volgende bladzijde.
Ossepat, tekening K. Meinen
ENKELE FOTOS VAN BEBOUWINGEN UIT DE ZAANSTREEK.
Herberg op het Vinkepat
Westzijde nog met sloot in 1875.
Pijpebrandershuisje 42
Koekoekspat
43
Paden, woningen en paltrokhoutzaagmolens, waar onze voorouders woonden en werkten in West-en Oostzaandam. ( voor toelichting zie volgende pagina )
Toelichting op de paden/straten/houtzaagmolens etc. van Oost- en Westzaandam en de wateringen in de Gemeente van de vorige bladzijde. A) Stuurmanspat. B) Noorderkerckpat met aan beide zijden een sloot. Tegenwoordig Parkstraat, doordat er een weg naar en door het Volkspark loopt naar de Provinciale weg. C) Suyderkerckpat. Daar woonden de eerst bekende familie leden, (tegenwoordig de Tuinstraat) t.w. fam. Jan Claesz, hun zoon Willem Janz en diens zoon Jan Willemz. de Boer. D) De z.g. “Bullekerk”. E) Otterspat en de Molen de Otter, zie molennr.: 7. F) Bakkerspat. E) en F) vormen thans de Klokbaai. G) Roggespat. H) Jagerspat. Bestaat niet meer, was ter hoogte van het vroegere Wastora ( A – Z Voetbalclub) Aan dit Jagerspat stond het sjieke huis van de schoonfamilie van Cornelis Jansz. de Boer, t.w. de familie Voogt/Jager/Lap. Dit huis staat nu in de Zaanse Schans en is daar bekend als het antiekmuseum. J) Molenpat. Bestaat ook niet meer, wordt in 1685 zo genoemd naar de meelmolen de Ruyter stond vlakbij aan het korte weggetje naar de Zaan. Hieraan woonde o.a. Cornelis Jansz. en Jannetje J.Jager, zie X-13. Het Molenpat wordt later het onder K) genoemde Botemakerspat. K) Botemakers(pat)straat, voorheen het Voogtenpat. In het begin van dit pat stond de molen, woonhuis en erf van Claes Claesz Sr. en Lijsbet Jansd. de Boer, zie molennr.: 9 (naam molen niet bekend). Op het eind van dit pad, vóór de Vaart stond molen nr.: 5 van Cornelis Jansz. “De Grauwe 44
L) M) N) O) P) Q) R) S) T)
Haes”. Het verlengde van dit pad over de Vaart, de Emmastraat en de andere “Oranjestraten” daar in de buurt zijn gesloopt voor een nieuwe wijk ( tax. 1990). Wynkanspat Herengracht Stationsstraat Schapenpat Zeemanspat Hazepat Vinckepat, hier woonden Trijn Sijmonsd ( de vrouw van onze Symon Jansz. de Boer) en haar zoon Pieter Symonsz tijdens zijn 3e huwelijk met Aa(g)ltje Haver. Gedempte gracht, vroeger Kuyperspat, na overlijden van haar 1e man onze Pieter Symonsz. vertrok Aagje Haver van van het Vinckepat naar dit pad. Mogelijk werkte zij daar met haar 3 kinderen bij een rijke familie. Op dit pad woonden o.a. de Burgemeester en de dokter). Het linker gedeelte van nu de Gedempte gracht was het Kuyperspat en het rechter gedeelte noemde men toen het Zilverpat. Dampat.
Herkenningspunten in Westzaandam zijn: Nr.:1 de molen van Symon Jansz.de Boer, genaamd “De Prins van Oranje”. Nr.:2 de molen en houtzagerij “Veldlust”, aan het einde van de Tuinstraat (Suyderkerckpat). Nr.:3 de molen de “Roode Jager of Waipot” van de familie Jager. Nr.:4 de molen “de Groene Jager” ook van de familie Jager. Nr.:5 de molen “de Grauwe Haes” van Cornelis Jansz. de Boer. Nr.:6 de molen “de Stoel” van de familie Voogt/Jager, nabij het Voogtenpat/Botemakerspat. Nr.:7 de molen “de Otter” van de familie Otter op het Otterspat, naast Suyder kerckpat. Nr.: 8 de molen “het Blauwe Hert” van Claes Claesz Haes Jr. gekocht via zijn moeder.
Nr.: 9 de molen (naam mij niet bekend) van vader Claes Claesz. Haes met daarbij woning en erf op het begin van het Bote makerspat. Nr.: 10X woonhuis en erf van de familie Symon Jansz (molenaar van De Prins van Oranje). Nr.: 11X en 12X de woonhuizen van Willem Jansz en zoon Jan Willemsz.( de veeboe ren). Nr.: 13X het woonhuis van Cornelis Jansz. de Boer en Jannetje Jd. Jager op de Ruyter glop. Nr.: 14X en 15X woonhuizen van weduwe Symon Janz. De Boer en haar zoon Pie ter Symz. Nr.: 17X het z.g. “Jagershuis” van de familie Voogt/Jager/Lap, zie in de Zaanse Schans.
XX
2e man van Aagje: Ariaan Pz. Pandt. de Noord, woonde Pieter Symonsz gedurende zijn 1e en 2e huwelijk en Claes Jansz. de Boer heeft daar gewoond, zie notulen kerkvergadering. Verder in Oostzaandam tegenover de sluizen bij de kerk ligt het Noorderkerckpat, het pad “voor de Kerk”. Langs de Zaan loopt vanaf het zuiden: Zuiddijk, Oostzijde en de Noord richting Zaandijk.
Nr.: 20 en 21 resp. het nieuwe station en het oude van de N.S. Nr.: 22 het huidige Shell benzine station aan de provinciale weg, aan de westkant v.d.weg. Nr.: 23 het huidige – verkleinde – Volkspark, opgezet door Hr. Corver van Wessem. Nr.: 24 het voormalige bezit van de familie, bekend als het “Corversland” ; werd in 1701 door de familie verkocht. Dit land is gelegen ten oosten van de Provinciale weg, vlakbij molen nr.6, ten westen van “de Vaart”. In Oostzaandam: V) W) X) Y) Z) ZZ)
Kalverstraat, daar woonde Adriaan Pietersz. de Boer. Bloemgracht. Bloemstraat. Papenpatje, daar woonden de ouders van Aagje Haver. Halstraat, ook hier hebben de ouders van Aagje) je gewoond. Zuiddijk, was het woonadres van de 45
HAERDSTEDENREGISTER VAN 1644. In dit register werd vastgesteld hoeveel schoorstenen er op de huizen stonden: hoe meer er op het dak waren geplaatst, des te hoger was de te betalen belasting. Toen deden ze al aan het bestrijden van de vervuiling door de turfgestookte kachels. Dus de vervuiler betaalde ook al in de 17e eeuw. !!! Ik heb nogal wat moeite moeten doen om dit register boven water te krijgen, maar uiteindelijk vond ik het originele register in het archief in Purmerend. De inspecteurs liepen in 1643/44 de dorpen af rond Monnickendam, inclusief de Zaanstreek en legden hun bevindingen in dit register vast. Nu kwam er in 2005 een probleem op tafel: er was wel per Gemeente een samenvatting, maar er stonden geen straat- en of padennamen bij vermeld. Er van uitgaande dat men in Westzaandam vanuit het centrum bij de Dam was begonnen met het vastleggen, betekende dit dat ik aan het einde van de registratie in Westzaandam moest zoeken, want rond de Bullekerk c.q. het Suyderkerckpat lag in het Noorden van de Gemeente. Door dit gegeven-zie blz.47 en 48- te combineren met de huizentransacties (zie de blz.49) op het Suyderkerckpat van de Historische Vereniging van Zaanstad kon ik gemeenschappelijke namen ontdekken: Haerdstedenregister blz. nr. 148-II gaf de meeste namen bloot. Op bladzijde 147-II komt 2x de naam Voocht voor en op bladzijde 148-I de meelmolen de Ruyter en de naam Claes Claesz. Stickel: hij woonde op de Molenbuurt bij de Bullekerk (zie TA 1575 uit 1634 van het Suyderkerckpat). Op bladzijde 148-II, tiende regel stond vermeld: “JAN CLAESZ. JAN”, en dat was dus onze Jan Claesz. De Boer van de 3e generatie, terwijl ik zijn vader Claes Janz. had verwacht. Gezien mijn taxatie van de geboortedatum van Jan Claesz. van rond 1630 kon ik deze niet meer handhaven. Dus moest deze Jan Claesz. rond 1610 zijn geboren en was zijn huwelijk met Trijn Sijmonsd. Borsius in rond 1659 mogelijk zijn 2e 46
echtverbinding of hij moest op latere leeftijd zijn getrouwd. TOELICHTING Op de volgende bladzijden heb ik het volgende over het “haerdstedenregister” vermeld: Op blz.: 47 Het bovenste gedeelte is een samenvatting van de bevindingen van de z.g. “inspecteurs/gaarders” die in 1643/44 op pad langs de huizen gingen. Het tweede deel geeft vier familie namen aan, waaronder 2x die van Vooght, t.w.: Dirck Jacobz. Vooght en Jacob Jacobz. Vooght (Sr.), van de schoonfamilie van Cornelis Janz. de Boer (4e generatie zij-tak). Op het onderste gedeelte is de meelmolen “De Ruyter” aangegeven en de naam van Claes Claesz. Stickel, die op het hoekje van de Molenbuurt (nu Westzijde) en het Suyderkerckpat woonde. Zie de bijlage over de huizenmutaties op blz.: 49, 1e mutatie nr. 480-1634. Op blz.: 48 10e regel van boven is vermeld: “Jan Claesz. Jan” met 2 schoorstenen. Deze Jan Claesz. was onze rechtstreekse voorouder van de z.g. 3e generatie en hij woonde dus op het Suyderkerckpat. Zijn vader was “Claes Janz”van de 2e generatie en diens ouweheer was ene Jan ..z. van de 1e generatie en dus de oudst bekende van onze familie. (dus toch een Jantje de Boer) Door de namen van de uitdraai van de huizenmutaties op blz.: 49 te vergelijken met de lijsten van het “haerdstedenregister” kon ik uiteindelijk met zekerheid onze Jan Claesz.Jan lokaliseren. Ook toen al twee bekende kreten uit onze tijd: 1) de vervuiler betaalde en 2) de belastinggaarders (de inners van de centjes) maakten het ook toen al niet leuker
1)
2)
147-II
3) 148-I 47
Bladzijde 148-II van het Haerdstederwegister
48
Mutaties van eigenaren opgesteld door de werkgroep van Wim Wester van de historische vereniging Zaanstad.
49
ECONOMIE IN HET VERLEDEN VAN DE ZAANSTREEK. De economie bloeide vooral tussen 1600 – 1650 en tussen 1710 – 1730, waartoe de volgende bedrijfstakken bijdroegen, t.w.: oostzeevaart, walvisvaart, nieuwbouw- en reparatie van schepen, hetzelfde gold voor de molenbouw. Zoals reeds is vermeld, hebben er in totaal wel 1200 molens in allerlei vorm gestaan en ze werden voor vele doeleinden gebruikt. Waardoor kon er in de Zaanstreek het eerste industrie gebied van Europa ontstaan.?????? Het spreekwoord zegt: de één zijn brood is de andere…………., Door de weigering van het Amsterdamse gilde van houtzagers om in die stad de nieuwe vinding van
Cornelis Cornsz. van Uitgeest toe te passen waren zij bang hun baan als zager te verliezen, als de snelle houtzaagmolens in Amsterdam zouden worden toegelaten. De visie over deze nieuwe ontwikkeling van het machinaal zagen werd echter wel duidelijk herkend en met vreugde in de Zaanstreek begroet. Door de uitvinding van Cornelis Cornsz. van Uitgeest om de molen te gebruiken voor het machinaal zagen van bomen tot planken en balken zorgde ervoor dat de produktie van balken en planken enorm kon worden opgevoerd. Zie ook hiervoor blz.: 65-67. voor zijn verhaal. Doordat de scheepsbouw industrie al in de Zaanstreek werd uitgeoefend, kon men inspelen op de behoefte aan walvistraan, dat in vele hoedanigheden kon worden gebruikt. Op 65 werven aan de Zaan werden schepen gebouwd. In 1697 kwam de bekende Czaar Peter de Grote speciaal naar de Zaanstreek om de scheepsbouw industrie te aanschouwen en om in eigen land die ook te kunnen opzetten
Bedrijvigheid op de Zaan, met links op de achtergrond de meelmolen “De Ruyter” en in het midden “De Bullekerk” , naar een tekening van J. de Beijer uit 1751.
50
De scheepswerven lagen aanvankelijk aan de Binnenzaan, maar werden, toen de schepen groter werden, verplaatst naar de Voorzaan, die een natuurlijke haven vormde. In het spoor van de scheepsbouw ontstonden allerlei toeleveringsbedrijven, zoals: mastenmakerijen,
touwslagerijen (Oostzaandam had vier lijnbanen) en ankersmederijen. Daarnaast kwam de scheepsbiscuiten koekfabrieken van de grond, die er voor zorgden dat de bemanning onderweg konden eten, waardoor er ook vele andere molens konden “draaien”. Hier komt dus de 2e “bijnaam” voor de Zaankanters om de hoek kijken:
“koekvreters”.
Verder waren er molens voor de cacao, mosterd, verf en papier industrie. Een bijzonderheid in de Zaanstreek was dat de scheepsbouwers zich gingen bezighouden met het optreden als reder en dus zelf ter walvisvaart trokken. Deze kon zeer lucratief zijn bij een goede afloop van de verre en toch wel gevaarlijke zeereizen naar de omgeving van Groenland. Het industriële klimaat was hier zeer gunstig voor de vele ondernemers.
Bovenstaand pand werd ook afgebroken, maar later weer opgebouwd in de Zaanse Schans. Het was het voormalige woonhuis van de familie Jager. (De schoonfamilie van onze Cornelis Jansz. de Boer, die met Jannetje Jacobsd. Jager trouwde in 1694.)
Later in de 19e eeuw werden de molens langzamerhand vervangen door de stoommachines, waardoor de industrialisatie onverminderd kon doorgaan, zij het op een lager nivo. Door de algehele malaise in Europa werden er vele pandjes gesloopt door het vertrek van de bevolking naar andere plaatsen. Toch ontstonden er aan het einde van de 19e eeuw grote multinationals aan de Zaan. Namen als Verkade, Albert Heijn, Bruynzeel, Honig en Duyvis klinken iedereen bekend in de oren. Ook nu nog zijn deze bedrijven gevestigd in de Zaanstreek en is het huidige Zaanstad nog steeds de grootste cacaoverwerker van Europa.
Het gesloopte eerste Regthuys van de banne Westzaan. 51
Verkoop land door de erven van Jan Willemsz. de Boer in 1777, dus de dames Stoffels. 52
FINANCIERING VAN DE REGIONALE OVERHEID: BELASTING BETALING DOOR DE BURGERS, OOK TOEN AL…..”LEUKER KUNNEN WIJ HET NIET MAKEN”
van hun erfenis is dus mij niet bekend. Er was wel een drempel die overschreden moest worden om voor deze belasting in aanmerking te komen. Ook kende men al een soort inkomstenbelasting: genaamd de
Collaterale successie belasting:
die voor het eerst in 1745 door de gaarders werd geïnd. Deze belasting op uiterlijke staat en inkomen werd getaxeerd door deze gaarders. De burgers werden in klassen ingedeeld, waarbij de onderste klasse uitging van een inkomen van tussen f.600,- en f. 700,-- per jaar, waarbij deze burgers f. 6,- afdroegen. In deze klassen bevonden zich” alle huishoudens of taxabele personen” met dit geschatte inkomen.
Aanvankelijk had ik het plan om dit hoofdstukje de “kop” te geven van: net als nu is bij de dood de fiscus als enige de “lachende derde”. ??? Dit naar aanleiding van de dood in 1777 van Jan Willemsz. de Boer, die vier testamenten liet opmaken tijdens zijn leven, vermoedelijk omdat zijn enige dochter al lang geleden was overleden. In het laatste testament van 1772 kwamen twee lieftallige dames om de hoek kijken, de beide nichtjes (niet zijn nichtjes) Guurtje Stoffels van mogelijk de Molenbuurt. De verkoop van zijn twee panden en land (zie akte hiervoor) werd onder toezicht van schout Simon Jongewaard Jr. en schepenen Wouter van Tol en Cornelis Cornsz. Nomen gedaan. De executeur van Jan Willemsz., Dirk Maartensz. Nomen, werd door hen gecontroleerd. Ik had verwacht ook de finale afrekening door de executeur voor de beide nichtjes Stoffels in een akte te vinden, doch dit is helaas niet gelukt. Wel kwamen meerdere afrekeningen tevoorschijn van andere families in dit O.N.A. ( oud notarieel archief). Hierin werden zaken bijgehouden, als er geen kinderen tot de erfgenamen behoorden of als er minderjarige kinderen in het spel waren. Toevallig ontdekte ik dat in die gevallen gezocht moest worden onder de letter “D” van: de erfgenamen van……… niet bepaald logisch, vond ik. In de andere gevallen moest gezocht worden op de voornaam van de erfgename(n). Nog verder gekeken in de z.g.”colllaterale successie” belasting gaardersboeken vanaf 1777 tot 1788. Deze successie belasting moest worden betaald door niet familie leden en dat waren de dames Stoffels toch. Hoeveel zij aan de belasting-gaarders moesten afstaan
“personele quotisatie belasting van 1742” ,
Wat werd zoal getaxeerd: “inkomsten uit goederen, zowel onroerende als roerende, uit actien en geldleeningen, effecten, ampten, professien, konsten, handwerk, neeringen en andere geldwinningen, nietwies uitgesondert, soo binnen als buiten ‘lands”. ( P.S.: ook dus iemands zwitserse zwarte centjes)? Iemand met een inkomen tussen de f. 9.000,-- en f. 10.000,-- betaalde f. 200,-- per jaar. Op blz.332 van het boekwerk uit 1947 “De Zaende” stond vermeld dat onze relatieve rijke voorganger, Jan Willemsz., toch slechts in de laagste klasse was ingedeeld en derhalve f. 6,-- betaalde. Alhoewel er op het Suyderkerckpat wel 13 huizen stonden, werden onze Jan Willemsz en Mr. Jan Schipper, de koster en schoolhouder, beiden slechts “aangeslagen” voor f. 6,--. In 1742 woonden 2 generaties van ons op het Vinkepat, maar zij haalden de grens van minimaal f. 600,-- inkomen per jaar niet en werden dus niet aangeslagen en niet vermeld. Voor deze belastinggaarders was het niet gemakkelijk alle inkomsten uit de diverse vermogensbestanddelen boven water te krijgen en er zal zeker het nodige onder tafel zijn gebleven, denk ik dan maar.
53
Onze vermogensbelasting oude stijl van 10 jaar geleden in deze tijd had in het verleden zijn evenbeeld in de vorm van
Ook konden
belasting op huizen en op landerijen,
door de diverse overheden worden opgelegd als de burgers ongehoorzaam waren geweest. Zie hiervoor de turfopstand van 1578 in Westzaandam op blz.: 22.
welke in de “verpondingsboeken”werd bijgehouden door de lokale overheid. Zie hiervoor ook blz. 88. Jan Willemsz moest circa f. 116,-- per jaar betalen, een bedrag waar je zowat een huisje voor kon kopen. Als de economie slecht ging of de nationale overheid had dringend geld nodig b.v. voor het voeren van een oorlog, dan werd er regelmatig een 1/10e, 1/20e of 1/40e penning geheven over het totale vermogen van de burger. Verder moest de “vervuiler” van lucht betalen voor het aantal schoorstenen op zijn/haar dak. (zie het haerdstedenregister van 1644).
collectieve boetes
Daarnaast waren er de individuele boetes, die aan burgers konden woren opgelegd door de rechtbanken, indien zij door deze waren veroordeeld. Conclusie van dit alles: niets nieuws onder de zon, toen was belasting betalen ook niet leuk. Uiteraard hadden de verschillende overheden nog andere bronnen waaruit zij konden “putten”, als zij over gelden moesten beschikken voor het doen van betalingen, zoals: uitgiftes van obligaties en het aangaan van leningen.
Noorderkerckpat, nu de Parkstraat, met rechts de oude huisjes, z.g.”de 10 plagen” en het Suyderkerckpat (huidigeTuinstraat).) 54
ENKELE FAMILIE AANGELEGENHEDEN: KOMEN ONZE VOOROUDERS UITEINDELIJK UIT KENNEMERLAND ???? In het naburige Kennemerland had men van overstromingen weinig last, zodat de hogere gronden achter de duinenrij hiervan gespaard bleven en kon de landbouw en veeteelt zich daar ontwikkelen Op bestuurlijk nivo was daar al een zekere struktuur aangebracht, waardoor velen daar een boterham konden verdienen. Doordat er daar relatief veel mensen woonden, was er toch een aantal die het daar te druk vonden en richting Westzaan vertrokken.
Nogmaals het overzicht, waarin wordt aangegeven waar de eerste bewoners van de Zaanstreek mogelijk vandaan kwamen. In latere tijden zocht men richting de Zaan-oever naar een plek voor huis en haard zoals in het huidige Zaandijk om daar de veeteelt te beoefenen. Het schijnt dat rond 1494 ene Heijndrick Pietersz daar een woning en opstallen voor zijn familie bouwde.
Die eerste bebouwing vormde de aanzet tot de vorming van het dorp Zaandijk. Het gehucht heette al spoedig in de volksmond: ” de vijff broers” , omdat Heijndrick Pietersz. zijn vijf zonen zich blijvend in de buurt van het ouderlijk huis vestigden. De Spanjaarden gooiden echter roet in het eten door in 1572 het hele buurtschap en andere delen van het Gewest te vernielen en plat te branden. Het is niet bekend, wie daar op de oude stek terugkeerden, maar aan te nemen is dat één of meerdere familieleden in iets zuidelijke richting langs de Zaan trokken en zich daar vestigden. Mogelijk is ook onze familie in zuidelijke richting langs de Zaan vertrokken toen de “Bullekerk”in het Noorden van Westzaandam werd gebouwd in 1638.
Rond die tijd ontstonden rond deze kerk ook de eerste z.g. “molenpaden”, die haaks op de Molenbuurt werden gesitueerd. Het Suyderkerckpat lag naast de Bullekerk en onder het hoofdstukje “bebouwing rondom de Bullekerk” kom ik uitvoerig terug op de eerst vastgestelde bewoning van onze 2e en 3e generatie. Zie hiervoor blz.: 75-77.
55
Door vele oude Zaanse families wordt koortsachtig getracht te bewijzen, dat zij afstammeling zijn van deze familie Heijndricksz, Out-Heijn(dricksz) en dus familie van de bekende groot-grutter Heijn zijn. Het zou best eens zou kunnen, dat dit bij onze familie ook het geval is. Echt overtuigend klinkt het misschien niet, maar toch het zou kunnen, want : de voornamen van deze vijf zonen van Heijndricksz komen wel regelmatig in onze families voor gedurende de volgende eeuwen. Hun voornamen waren resp. Arent, Dirck, Willem, Pieter en Adriaan en aangezien het toen nog gebruikelijk was de kinderen naar voorouders te vernoemen, bestaat m.i. dus een kans, dat wij via de familie Out- Heijn van hen afstammen. Zie blz. 69 voor de relatie met de familie Out, Voogt (Lap), Jager en de Boer. Voor de gebruikte voornamen binnen onze rechtstreekse familie leden, zie overzichtje hiernaast. In de kerk van Zaandijk, verbrand in 1874, bevond zich een gebrandschilderd raam met de volgende tekst: Zaandijk, van 5 broeders groot gebracht, t’ Westzaan geteeld, Oud Hein geslacht, En nu van God vergroot wel stijf, In godsdienst met de Zaan verleend, Uit liefde voor Gods heilig woord, Dat hierin zuiver wordt gehoord. Het is heel frappant, dat er in de vijfde generatie ‘vreemde’ voornamen opdoken t.w. Willem, Pieter en Heijndrick. Vader Pieter Sijmonsz. de Boer (van de 5e generatie) vernoemde zelfs twee kinderen met deze voornaam. Vermoedelijk zijn de eerste zonen jong overleden. Hiervan is niets terug te vinden. Net als de familie Out-Heijn, beoefende onze familie de veeteelt. Dat komt tot uiting in de al heel, heel vroeg aangenomen achternaam DE BOER, toen dit nog niet algemeen gangbaar was. Tot ver in de 18e eeuw werden in de DTB (doop, trouwen en begraven) boeken alleen de voornamen en het patroniem gebruikt. Alleen bij notariële aktes werd de man veelal met een achternaam aangeduid, mits hij deze al heeft aangenomen. Het zal echter moeilijk zijn om dit verder te kunnen 56
onderzoeken, aangezien er van de periode 15501650 weinig historische gegevens in de Zaanstreek bewaard zijn gebleven. Veel voorkomende achternamen, die duiden op een relatie met landbouw en veeteeld zijn: de Boer, v. d . Akker, Land(s)man, Hooyberg etc. (Ontleend aan het boek ”Tussen leven en dood” van oud burgemeester G. Oosterbaan). Voornamen in de rechtstreekse tak
Jongens
Meisjes
Adriaan 3 x Aagje 1 x Albertus 1 x Aeltje 1 x Claes 2 x Anouk 1 x Casper 2 x Antonia Marg. 1 x Cornelis 3 x Ellen 1 x Dirck 1 x Elsje 1 x Eldert 2 x Eva 1 x Eric 1 x Gerritje 1 x Gerrit 2 x Grietje 3 x Jan 2 x Guurtje 1 x Mees 1 x Ilse 1 x Paul 1 x Helene 1 x Pieter 4 x Lijsbet 1 x Rene 1 x Trijntje 3 x Sander 1 x Wilhelmina 1 x Sijmon 3 x Willem 2 x ------ --- 32 x 19x In een later stadium van het onderzoek bleek, dat de naam ELDERT regelmatig terugkomt, vooral in de ”zijtakken” vanaf Pieter. Zie apart hoofdstuk over de voornaam ELDERT op blz.: 204 Bij de laatste generaties is de traditie van vernoemingen naar ouders en voorouders niet meer zo in zwang.
ONZE ACHTERNAAM. De achternaam DE BOER komt nu nog in grote aantallen ook in de Zaanstreek voor. Om er achter te komen of er nog nakomelingen van onze familie zouden leven, heb ik een groot aantal personen met onze achternaam uit Zaandam gebeld, maar er zijn geen afstammelingen van ons meer bij. Waarom heb je gebeld, zou je kunnen vragen.? De reden hiervan is, dat sommige nakomelingen, waarvan ik heb aangenomen dat ze op jeugdige leeftijd mogelijk zijn overleden, toch in leven zijn gebleven en/of mogelijk naar elders zijn verhuisd. Het gaat dan om de nakomelingen van de de kinderen van Pieter Sijmonsz. (van de 5e generatie) t.w.: Heijndrick, Pieter, Sijmon, Dirck , alsmede Albertus, de zoon van Gerrit. (van de zijtak) Maar misschien duikt er t.z.t. toch nog iemand op. Het zou heel verrassend zijn dit te horen. AANTAL PERSONEN IN DE ZAANSTREEK MET DE ACHTERNAAM DE BOER: GEMEENTE
1935
1953
1957
1997
16
21
25
28
1
--
--
--
KOOG A.D.ZAAN
14
22
25
20
OOSTZAAN
48
53
53
64
WESTZAAN
15
17
18
16
6
15
16
28
WORMERVEER
22
23
22
28
ZAANDAM
101
148
150
141
ZAANDIJK
10
14
18
23
TOTAAL
233
313
327
349
ASSENDELFT JISP
WORMER
57
HOE OUD WERDEN ONZE VOOROUDERS. Uit de historie over de Zaanstreek nog iets persoonlijks over de bereikte leeftijden van onze rechtstreekse voorouders en van de Alkmaarse tak: Door de relatief bescheiden omvang - slechts 51 personen – is het moeilijk om van onze manlijke voorouders en hun kinderen iets over de stijging van hun leeftijd te zeggen. Alleen in de 20e eeuw is er sprake van een stijging van de leeftijd. Alhoewel er in de 4e generatie van vader Jan Claesz drie zonen en dochter Lijsbet op betrekkelijk jonge leeftijd van ruim 30 jaar zijn overleden, werd hun broer Willem Jansz. circa 80 jaar. Diens enige zoon, Jan Willemsz. de Boer, werd zelfs 87 jaar oud. Zou dit iets te maken kunnen hebben met het feit, dat zij veel in de open lucht en vrije natuur werkten en relatief weinig kans liepen besmet te worden door zieke mensen, omdat hun werkzaamheden zich beperkten rondom hun eigen boerderij? De houtzaagmolenaars liepen grotere risico’s, doordat de molens gedeeltelijk open waren en de wind er door kon gieren met de kans op o.a. longontsteking. Voor zover was na te gaan, waren er in die tijd geen grote epidemieën. In de 19e eeuw moest er door vele mannen binnen onze familie zware arbeid worden verricht. Zij oefenden het beroep uit van o.a. korensjouwer, sjouwersman, en korendrager. Velen van hen overleden op leeftijden tussen de 37 en 50 jaar; één van hen werd echter toch nog 64 jaar oud. De schrijver Cor Bruijn publiceerde een roman: ” De zaadsjouwers”, handelend over de harde arbeid van de mensen uit de Zaanstreek in de 19e eeuw met mensonterende leef- en werkomstandigheden. In de ”bieb” is dit boek nog wel te lenen; ik vond het de moeite van het lezen waard. Zie apart hoofdstuk over hem op blz.: vanaf 106. In de 20e eeuw gaan de leeftijden spectaculair 58
“Ouwe Klaas” - de hoofdpersoon uit de Zaadsjouwers van Cor Bruijn - met een baal van circa 100 kg. op zijn nek.
omhoog: mijn grootvader, C.L.C. de Boer werd 86 jaar, mijn vader Eldert de Boer kwam op 81 jarige leeftijd te overlijden. Ook bij de “Amsterdamse zijtak” kwamen in de 20e eeuw ook hoge leeftijden voor, o.a. bij C.P, C.P.A, C.P.M. en E.H.M. de Boer Met zes personen kan misschien toch wel van een trendje gesproken worden. Ik ga ervan uit dat door betere voeding en minder zware lichamelijk arbeid de kans groter wordt dat de leeftijden hoger zullen worden.
Mijn grootvader, C.L.C. de Boer als beheerder van Duinmuseum in het Parnassiapark in Bergen aan Zee. Hij was toen ruim 80 jaar.
KINDERSTERFTE
SCHOOL OPLEIDING
Ik ontdekte dat er wel kinderen op jonge leeftijd zijn overleden, zeker het gezin van Pieter Sijmonsz. (5e generatie) werd wel zeer zwaar getroffen door de kindersterfte. Hij vernoemde 2x 2 zonen met dezelfde voornamen, t.w.; Heijndrick en Pieter. Echter, deze beide jongens, alsmede hun broers Dirck en Pieter, heb ik later niet terug kunnen vinden in de DTB boeken of in de latere Burgerlijke Stand. Mogelijk zijn zij ook op jeugdige leeftijd overleden of zij zijn vertrokken uit Zaandam. In die periode werd vertrek uit Zaandam niet bijgehouden op het Gemeentehuis.
Ik ga ervan uit dat er maar in beperkte mate gebruik is gemaakt van de (lagere)school in de 17e en 18e eeuw. Ieder dorp had wel een eigen dorpsschool, maar er was geen leerplicht tot het begin van de 20e eeuw. Uit de aktes van de beginperiode blijkt, dat alle mannen hun handtekening konden plaatsen, zodat aangenomen mag worden dat zij konden lezen en schrijven. Bij de vrouwen werd veelal een kruisje op de notariële aktes geplaatst, zodat ik ervan uitga, dat zij veelal niet of nauwelijks de dorpsschool hebben bezocht in de eerste twee eeuwen van dit onderzoek. Een uitzondering op deze regel is de prachtige en krachtige handtekening op het huwelijkskontrakt uit 1694 van Jannetje Jacobsd. Jager. Cornelis Jansz. plaatste eveneens een aardige handtekening:
Vroege kindersterfte kwam helaas ook voor bij het gezin van de houtzaagmolenaar Cornelis Jansz. en diens broer Claes Jansz. de Boer die zeker ieder een kind in 1695 hebben begraven , terwijl Willem Jansz en diens zoon Jan Willemsz ieder een of meerdere kinderen op zeer jeugdige leeftijd hebben verloren.
GELOOFSOVERTUIGING VAN DE FAMILIE Vanaf de derde generatie heb ik kunnen vaststellen, dat men naar de Gereformeerde Kerk ging, mogelijk was men ten tijde van de beeldenstorm nog bij de Katholieke Kerk aangesloten. Ik ga ervan uit , dat het gezin van Casper de Boer, die in Alkmaar ging wonen nog Gereformeerd was en dat de z.g. “Amsterdamse zijtak” door een van de vrouwen van Pieter het katholieke geloof gingen belijden. Gezien de voornamen als Cornelis PETRUS en de vele drie voornamen van de kinderen met als derde voornaam: MARIA sterkt mijn gedachten. Een verdere aanwijzing voor de overgang naar het katholieke geloof zijn de de bidplaatjes voor Pieter en Antje Kaandorp. Zie Kerkeraadvergadering van 25 Maart 1696 v.d. Gereformeerde Kerk van Oostzaandam op de bladzijde 95.
Beide handtekeningen van de echtelieden. Mijn vader was de eerste met een middelbare schoolopleiding. Wij volgden beiden dezelfde Handelsdagschool in Alkmaar. Mijn kinderen volgden na hun middelbare school nog een H.B.O. opleiding. De kinderen van mijn broer Wim, t.w.: René en Paul hebben beiden een universitaire studie gedaan. Dochter Ilse volgde een HBO opleiding Na inventarisatie van alle ”zijtakken” bleek er nog een DRS. in de familie te zitten: Herman de Boer, als antropoloog, en zijn broer Paul is na zijn studie HTS en de Rietveld Academie op latere leeftijd afgestudeerd in het bedrijfsrecht via zijn werk bij de Ombudsman in Hilversum! 59
BEROEPEN De eerst bekende familieleden oefenden het beroep van boer en houtzaagmolenaar uit en of toezichthouder (zoiets als een herenboer waren m.i. Willem Jansz en zijn zoon Jan Willemsz) op hun bezittingen. Het beroep van boer moest ongetwijfeld van vader op zoon worden geleerd, daar de landbouwschool er in die tijd nog niet bestond. Eind 1700 en gedurende de volgende eeuw werd er zware arbeid in de familie verricht, waarbij er volgens mij geen enkel vakmanschap was vereist. Veel sjouwwerk als korenslouwer gepaard gaande met veel armoede, dat hebben 2 generaties van onze familie ook moeten doen. Mijn grootvader was weer de eerste die een vak leerde, dat van sigarenmaker. Door de mechanisatie werd hij later tuinder in De Rijp. Mijn vader en ik werkten op een bank, terwijl Eric bij uitgeverij VNU/Sanoma als marketing manager bij Libelle werkte. Per 1 september 2004 is hij overgestapt naar het H.B.O onderwijs en geeft hij les aan de Hogeschool in Amsterdam in het vak “marketing”. Sander werkt op een uitzendburo.Ellen werkt als ontwerper en inkoper, en reist voor Present Time de wereld rond, een groothandels bedrijf dat in allerlei kado artikelen handelt.
Koeien in de wei op veengronden, omgeven door veel water anno 2004
Versierde khoutzaagmolens in de Zaanse Schans
Dus van boer, houtzaagmolenaar naar wittenboordendragers (m/v)
De zware arbeid kwam in de18e eeuw ook bij onze familie 2 generaties voor. 60
HOE WERD HET BOEREN VEE BEDRIJF INDERTIJD UITGEVOERD? De dagen waren lang in de veehouderij, vooral tijdens de zomer. Zonder allerlei verworvenheden van onze moderne tijd, alhoewel de dichter uit het barre verleden zijn visie op het boerenleven gaf: De boer ploegde (en de veeboer ploeterde) voort, al sprak deze dichter dan”van het leven des gerusten landmans dat genoeglijk voortrolde”, de landman die” zijn zalig lot, hoe kleen, voor geen koningskroon zou geven”. Was dit leven daar dan werkelijk zo idyllisch.? De lange dagen, de sterk wisselende weersomstandigheden met zeer droge en zeer natte zomers, de voortdurende zorg voor voldoende voer voor zijn beesten, de onkruidbestrijding op het land, geen kunstmest, geen ondersteuning van een veearts bij rampzalige epidemieën zoals in de 18e eeuw bij de drie golven van veepest (70 tot 80% van de veestapel ging verloren). Men taxeerde dat in de periode 17691784 ongeveer 415.000 stuks vee stierf in de hele provincie Holland. Dit schept geen vrolijk beeld voor de veeboer. Voor dag en dauw ging hij “te melken” en tegen de avond gebeurde dat nogmaals. Als het vee niet op stal stond, ging hij meestal met een roeischuitje naar de soms smalle en langgerekte percelen land waarop zijn koeien liepen. Zie ook de vele perceeltjes die onze Willem Jansz. en zoon Jan Willemsz in eigendom, dan wel gehuurd hadden. De oppervlakte van de stukjes land werden in “geerzen” aangegeven. Deze grondmaat komt overeen met 1/3 “morgen”, dit is de oppervlakte die een koe in een zomer afgraast.
een in het schuitje geplaatste melkbussen geleegd. Anno 2004 is er nog niet veel veranderd op de veengronden met koeien in de buurt van Grootschermer N.H. Teruggekeerd op de boerderij werd de melk in houten kuipen”te romen gezet”. De melkemmers-en bussen werden schoongemaakt in het walhuis of op de wal met slootwater. Van de afgeroomde avondmelk en de volle ochtendmelk werd kaas gemaakt, een werk dat hoofdzakelijk door de boerin werd gedaan. Dat kazen moest, er was geen alternatief, want zuivelfabrieken bestonden nog niet. Er waren dus ook nog geen melkrijders die de dagproduktie bij de boeren ophaalden. Naast het “kazen”en boter maken, zorgde de boerin voor de warme middagmaaltijd, die rond 12.00 uur werd genuttigd. De dag was immers al vroeg begonnen en het werk was zeer inspannend. Vooral tijdens het “hooien” waren er de losarbeiders uit Noordwest-Duitsland ofwel de “hannekemaaiers” die aan tafel aanschoven, want alle arbeid moest met het handje worden gedaan. In de hooitijd gunde men zich nauwelijks tijd om te eten. Vandaar nog steeds de zegswijze:
Met zijn melkblok en een spantouw (dat niet alleen bij lastige dieren om de poten werd gebonden) ging hij van koe naar koe. De melkemmer werd steeds in 61
Vee aankopen vonden ook veelal plaats in Purmerend. De reis werd dan met de veerschuit gemaakt, die ook koeien en schapen vervoerde. Boter, eieren en klein vee werd veelal wekelijks op lokale markten verhandeld. Het veevervoer van stal naar het land en omgekeerd ging allemaal per veeschuit, zoals te zien is op nevenstaande foto. Veevervoer per schuit
De bekende “kippenbruggetjes”in de polder waren noodzakelijk, omdat de schuiten met hoog opgeladen hooi hier onderdoor moesten kunnen varen. Maar ondanks de zware- en harde arbeid werden onze beide veeboeren toch ruim 80 jaar en bovendien zij boerden financieel heel erg goed. Dat vergoedde toch ook veel.
“Kippenbruggetje” naar pentekening van Jan Ploeger “je ete of je te hooie moete”, als er haastig geschrokt werdt. Tijd voor een” tukkie” na de middagmaaltijd, anders wel gebruikelijk, was er in de hooiperiode niet bij. Dan moest er “geëzeld” worden: maaien, harken, schudden, keren, opsteken enz., alles in hoog tempo. Het hooi moest zo gauw mogelijk droog op de hooizolder komen, dat via de hooischuiten van het land werd aangevoerd op de boerderij. Althans zo droog mogelijk. Bij vochtig hooi was de kans op hooibroei, dus brand, aanzienlijk groot en daarvoor waren de boeren doodsbenauwd. Sommige veehouders, vooral de kleinere, sleten de melk zelf met een karretje in het eigen dorp. De kaas werd regelmatig naar de markt in Purmerend gebracht met een kaaswagen met een verlaagde bak. 62
“Kippenbruggetje” bij Oudorp in 2004.
Folder van de Zaanse Schans met o.a. Paltrokmolen en het Jagershuis. moet torsen. Nr. 6 op bovenstaande folder is het Jagershuis. Het geraamte dat in de meeste gevallen met staande Nr. 17 is de eerste winkel van Albert Heijn planken bekleed is, is het langwerpig vierkant van Nr. 12 de mosterdmolen van Huisman. vorm: n.l. van voor naar achter gemeten ruimer Nr. 9 de paltrokhoutzaagmolen. dan over de breedte. De voorwand: de borst steekt in het midden iets vooruit, wijkt dus naar de UITEENZETTING OVER TYPES zijkanten terug, opdat de winddruk naar beide zijden EN DE WERKING VAN DE PALTwordt afgeleid en dus niet kan terugslaan tegen de achterkant van de wieken. ROKHOUTZAAGMOLENS. CONSTRUCTIE De constructie van de standaardmolen was en is – er zijn nog altijd molens van deze soort aanwezig en in bedrijf – heel eenvoudig. Op vier stenen teerlingen of sokkels, liggen twee dikke gekruiste balken op het kruispunt waarvan de zware, massieve standaard zich verheft, die het molenlichaam tot steun dient en waarom dit in z’n geheel omheendraait. Dubbele schuin gestelde schoren geplaatst op de kruisbalken steunen de standaard, terwijl op de stompe boveneinden van de vier buitenschoren de zetel ligt, die het molenlichaam, met alles was daar aan en in is,
DE HOUTZAAGMOLENS.
Het aantal paltrokzaagmolens in de houtzagerij branche is veel en veel groter geweest dan de standaardmolens( de bovenkruiers). Hun meerderheid in aantal is ongetwijfeld toe te schrijven aan de geringere bouwkosten van de paltrok, tegenover die van de bovenkruier. Maar, in kosten van onderhoud was het de bovenkruier, die gunstig tegen de paltrok afstak. Laatstgenoemde, wiens eigenlijke werkruimte feitelijk gedeeltelijk onbeschermd aan de invloed van weer en wind was bloot gesteld, 63
vroeg veel meer herstellingen dan de bovenkruier, waarvan de dichtgetimmerde en met pannen gedekte molenschuur geen regen of sneeuw binnen laat komen.
MOLENS IN GEBRUIK BIJ ANDERE BEDRIJFSTAKKEN.
Een groot aantal paltrokken- waarvan er drie zijden dichtgetimmerd waren, behoorde tot de wagenschotzagers, die het wagenschot – een fijne soort eikenhout – zaagden. De dikke klossen, zo werden die meestal korte, maar dikke stukken boomstam genoemd, werden daar tot bladen ( planken) gezaagd. Die bladen werden in de houttuinen te drogen gezet. Ze werden veel gebruikt voor scheeps- en kamerbetimmeringen en door de wagenmakers. Onze Cornelis Jansz en zijn broers hadden allen een z.g. wagenschothoutzaagmolen, zie o.a. het huwelijkscontract van Cornelis en Jannetje Jacobsd.Jager.
De gegevens betreffende de meelmolens te Jisp wijzen uit, dat daar ter plaatse in het begin van de veertiende eeuw reeds een meelmolen stond. Dat er meerdere bedrijfstakken waren, waarvoor de molen dienst deed, blijkt uit het hiernaast afgedrukte gedichtje, dat ik ergens tegen kwam:
In het z.g. “Jaegershuis” in de Zaanse Schans zijn de brede, zware eikenhouten lambrizeringen te aanschouwen van ca. 400 jaar oud.
Daarnaast waren er olie- en papiermolens.
De paltrok-balkenzager zaagde, zoals de naam reeds aanduidt, vuren en grenen balken tot planken en ribben, welke veelal voor het maken van ramen en paneeldeuren werden gebruikt. Deze molens waren aan twee zijden geopend, waardoor de wind er lekker doorheen kon gieren. Onze familie houtzaagmolenaars hadden allen een paltrokmolen. Mogelijk is een verklaring voor hun vroege dood, dat zij door de open molen tegen een longontsteking opliepen.? In de goede oude tijd kregen de houtzagers wanneer er wind was, zelfs geen gelegenheid om het middagmaal thuis te nuttigen. De molen maalde het middaguur door en het eten, door de kotjongen afgehaald van de woningen van de werklieden, werd naar binnen gewerkt op de molen (men sprak nooit van IN de molen, doch altijd van OP de molen) of, bij koud weer in de hut (apart gebouwtje: schaftlokaal). Het personeel van een behoorlijk bemande houtzaagmolen bestond uit: meesterknecht, middelknecht, ondermiddelknecht, bovenjongen en kotjongen. 64
In de Zaanstreek hadden eertijds een groot aantal meelmolens veel werk met het malen van tarwe voor de beschuitbakkerijen, vooral in Wormer en Jisp, en het breken – grof malen – van dezelfde graansoort voor de stijfselhuizen, die eveneens grote kwanta tarwe verwerkten.
de molen maalt het meel, slaat olie en zaagt planken. men heeft er gort, rijst en mosterd aan te danken.
ANNO 2004 : OPGRAVING IN ALKMAAR VAN DE EERSTE PROEFOPSTELLING VAN EEN HOUTZAAGMOLEN. In de zomer van 2004 zijn in Alkmaar langs het Noordhollands kanaal, waar het riviertje de Rekere/Zeggelis in het vroegere meer bij de huidige Voormeer “liep”, de restanten gevonden van de proefopstelling van de eerste houtzaagmolen. De uitvinder hiervan - Cornelis Cornsz van Uytgheest - had daar op 8 steunpunten, een kleine molen met een doorsnede van 5 meter neergezet. Deze molen stond aan het water, zodat de stammen gemakkelijk konden worden aangevoerd en verwerkt, terwijl de gezaagde planken per schip konden worden verscheept. Op een tekening van de beroemde carthograaf Drebbel- ook de uitvinder van de onderzeeboot- is exact aangegeven waar de molen heeft gestaan. Bij de Heer Schotsman van de Historische Verg. Alkmaar was deze plaats al enige jaren bekend. Inmiddels heeft men ook het z.g. “insteekhaventje” uitgegraven en daarbij kwam ook het hijstoestel boven water, waarmede de balken/ ongezaagde bomen uit het water werden getild. Zijn eerste houtzaagmolen - genaamd “Het Juffertje” - stond ergens in de buurt van Uitgeest op een
vlotje. Hij voorzag een enorme capaciteitsuitbreiding van gezaagde planken als er machinaal gezaagd zou kunnen worden. Men schatte, dat door deze wijze van machinaal zagen er 35x zo snel kon worden gewerkt. Hierdoor kon de bouw van schepen enorm worden versneld en kon de economie flink aantrekken. De beroemde molenbouwer Leegwater uit De Rijp heeft getracht de ontwikkeling van het machinaal zagen te kleineren: hij noemde Cornelis Cornsz een klein boertje uit Uitgeest. Met zijn uitvinding, waarop hij octrooi aanvroeg rond 1590, ging hij naar de Schout van Alkmaar, die binnen hun gebied graag industrie wilde hebben. Op het Schermereiland langs ’t Zeggelis kreeg hij “om niet”een stuk land, waarop hij deze proefopstelling kon bouwen. Later heeft Cornelis Cornsz. getracht voet aan de grond in Amsterdam te krijgen met het bouwen van de houtzaagmolens. Door zijn initiatief ontstond er een geweldige rel van de kant van deze plaatselijke houtzagers, die bang waren, dat zij door deze nieuwe houtzaagmolens brodeloos zouden worden. Daardoor week hij uit naar de Zaanstreek en wat de gevolgen voor de ontwikkeling van deze streek was door de komst van de houtzaagmolens is wel bekend, ook binnen onze familie.!! Zie volgende bladzijde voor het artikel uit het NHD van juli 2004. Vier molens in het Langeland, t.w.:van links naar rechts De Wildeboer Abraham Gerards De Valk De ooievaar
65
Artikel uit het NHD van juli 2004 over de opgraving proefmodel molen in Alkmaar. 66
Dwars-doorsnede van een Paltrokmolen-wagenschotzager
67
3IJMON * *AGER X ,IJSBET 7ILLEMSD
*ACOB #LAESZ 6OOGT CA X
*ACOB *ACOBSZ 6OOGT hDE OUDEv 'EB CA EN /VERL VOOR #LAES *ACOBSZ CA +OOPMAN IN SCHEEPSBENODIGDHEDENEN WOONDE IN OP 7ESTZIJDE ZIE (AERDSTEDENREGISTERZIE WELKE MOGELIJK DE AKTE DD hLINKvVORMT NAAR DE E BEWONER VAN (ET *AGERSHUIS X 'UURTJE $IRCKSD /UT 'EBCA /VERL CA
'RIETJE **AGER X #ORN7ALIGZ /UT
*ANNETJE **AGER X #ORN*ANSZ DE "OER CA
4RIJNTJE #ORND X $IRCK -AGHIELZ "OGAERT
,INK NAAR ONZE &AMILIE
*ACOB *ACOBSZ 6OOGT*AGER,AP *2 'EB EN OVERLEDEN VOOR $IRCK *ACOBSZ 6OOGT BEVRACHTER EN MOGELIJK MOLENAAR OP $E 0RINS GEBOREN CA OVERLEDEN CA 8 :IJN BEROEP MOLENAAR OP $E 3TOEL EN WOONDE OP DE -OLENBUURT(AERDSTREG BLZ )) 3IJTJE 3IJMONSD CA $E MOLEN IS VERMOEDELIJK EIGENDOM VAN ZIJN VADER *ACOB *ACOBSZ 6OOGT 32 X .IESJE #ORND E HUWELIJK CA (EBBEN SAMEN KINDEREN
#LAES **AGER X 6ERMOEDELIJK JONG OVERLEDEN
-ARRITJE 3YMD 3YMON 3YMONSZ *AN 3YMONSZ *AGER 6//'4 7ILLEM 3YMONSZ $IEWERTJE 3YMSD 0IETER 3YMONSZ *ANNETJE 3YMSD X X 8 8 X X 'RIETJE .ANNINGSD -UIJSER 8 -*ANSZ "OTTERHOVEN *AN 9SBRANTZ "UIJS !DRIAAN 'ERRITSZ 4UIJNMAN (IJ NEEMT ALS ENIGE DE ACHTERNAAM 6OOGT WEER AAN ZIJ WAS VD KINDEREN VAN .ANNING
%EFJE *ANSD 6OOGT :IE AKTE NA DOOD BEIDE OUDERS NR DD
68
Korte stamboom familie Vooght- Lap- Jager.
Aangetrouwde Familie van Cornelis Jansz. de Boer (4e generatie), met hun drie verschillende achternamen, t.w.: Voog(h)t,Lap en Ja(e)ger ! Met het achterhalen van het huwelijkscontract dd. 18 februari 1694 tussen Jannetje Jacobsd. Jager en onze Cornelis Jansz.de Boer uit het archief in Amsterdam, werd een ander beeld opgeroepen dan ik voordien over onze familie had. Ik dacht dat wij een boerenfamilie waren, gezien de gekozen achternaam. Maar wat bleek?? Cornelis Jansz. de Boer bracht in zijn huwelijk een z.g. Wagenschothoutzagersmolen in, dus was hij houtzaagmolenaar net als zijn broer en onze rechtstreekse afstammeling Sijmon Jansz de Boer. Wat een verrassende ontwikkeling! Ik veronderstelde, dat Jannetje Jacobsd. Jager uit Amsterdam afkomstig was, omdat de huwelijks akte bij Notaris van Loosdrecht in Amsterdam was opgemaakt. Maar ook zij kwam uit de Zaanstreek en woonde vlakbij haar toekomstige man. Zoals uit deze akte bleek, was hij weduwnaar van Neeltje Claessd. Vermoedelijk was notaris van Loosdrecht de ”huisnotaris” van de familie . De houtzaagmolenaars gingen veelal wekelijks naar Amsterdam ter beurze met hun eigen schip en kwamen dus vaak in de hoofdstad. Bij verder onderzoek van de aktes betreffende de families Jager en Voogt kon ik in eerste instantie geen aanknopingspunten vinden tussen beide families. Onze Cornelis Jansz en Cornelis Waligsz Out bleken zwagers te zijn: zij waren getrouwd met Jannetje en Grietje Jager. Beide mannen waren erfgenaam namens hun beider echtgenotes van de familie Voogt betreffende het z.g. ” Corversland”. Dit bleek uit de akte uit 1696 N.A. 5809 blz 2 van mijn archief over de paden en molens uit Westzaandam. Het Corversland was het gedeelte van het land over de brug van de huidige Botenmakerstraat, waar later de (alweer gesloopte) Emmastraat lag (zie tekening op blz. 43). In eerste instantie vermoedde ik dat deze twee mannen - Corn.Jansz. de Boer en Corn.Waligsz.Out
vermoedelijk een eerder huwelijk waren aangegaan met zusjes Voogt en dat beide vrouwen op jeugdige leeftijd overleden moesten zijn. Wel erg toevallig leek het. Dan zouden beide mannen later een tweede huwelijk zijn aangegaan met weer twee zussen Jager. Nog toevalliger ?!?!, maar ik zag geen andere oplossing. TOTDAT..... uiteindelijk na veel gezoek bleek, dat (opa) Jacob Jacobsz Voogt(JR) op latere leeftijd zijn achternaam van Voogt in Jager veranderde, terwijl hij ook bekend was als Jaap Lap, een soort bijnaam, want hij handelde vermoedelijk in lakenstoffen (zie gedeelte akte op de volgende bladzijde). De naamsverandering zou een zakelijke achtergrond kunnen hebben. Zijn broer Dirck Jacobsz Voogt behield echter wel zijn originele achternaam. TOELICHTING AKTE VAN 01-06-1693 Dirck Jacobsz. Voogt heeft een probleem met zijn schoonzuster, de vrouw van zijn voor 1674 overleden broer Jacob Jacobsz. Voogt Jr, alias Jager/Lap. De kwestie gaat over 8 morgens grond in de Wormer, die bij de dood van Jacob Jacobsz. Voogt de Oude rond 1674 niet verdeeld zou zijn. Sijtje Sijmonsd. beweerde dat zij de “pot” beheerde van de opbrengsten van 20 gedroogde lasten rogge en dat zij het bedrag regelmatig uitkeerde aan haar zwager Dirck Jacobsz. Voogt. Dirck Jacobsz. Voogt beweerde nooit iets ontvangen te hebben. Sijtjes minderjarige 3 kinderen werden rond 1674 vertegenwoordigd door Cornelis Reijer Huijsman, Jan Jacobsz.Mensh en Jan Allard Kat. Vermoedelijk is haar 4e kind, Claes Jacobsz., al op jonge leeftijd overleden, want hij wordt niet als zodanig genoemd. Sijtjes man is in 1674 ook al overleden, gezien bovenstaande voogden. Sijtje en haar 3 kinderen werden in 1693 vertegenwoordigd door ene Pieter Oudendijk, aangezien Sijtje als vrouw niet handelingsbekwaam was. Deze akte van notaris Pieter v.d. Broek zal wel als basis hebben gediend voor een proces, waarvan de afloop mij niet bekend is. 69
Gedeelte uit de akte nr. 5807-317 van 1 juni 1693 met naamsverandering van Voogt naar Jager. Lap, vermeld op de 6e regel van onder. Jacob Jacobz. Jager, alias Voogt en in andere aktes wordt nog toegevoegd: alias Jaap Lap. Een van Jacob Jacobsz.Jager (JR) kleinzonen te weten Jan Sijmondsz. Jager nam weer de oude achternaam van Voogt aan, terwijl zijn andere zes broers en zussen met de achternaam Jager verder leefden. Het zou wel eens kunnen zijn, dat de vrouw van Sijmon Jacobsz- met de naam van Lijsbet Willemsd.- een zuster was van Trijn Willemsd., de vrouw van onze Sijmon Jansz. de Boer (van de 4e generatie). Men woonde allemaal heel dicht bij elkaar in de buurt. Zoals reeds eerder is opgemerkt bezat de familie Jager/Voogt meerdere wagenschothoutzaagmolens o.a. ”De Groene-en de Nieuwe Jager”( oude verbrand??) , de Roode Jager( Waypot) en de ”tak” Voogt had nog de houtzaagmolen, genaamd ”De Stoel”. ( 1641-1701 ( stond ten zuiden van Corversland) Een bepaalde tak van de familie Jager woonde in het in 1623 gebouwde Jagershuis, dat nu in de Zaanse Schans is te zien. De eerste bewoner hiervan was ene Claes Jacobsz Jager, en zal zo’n 30 jaar geweest zijn, 70
maar dat kan niet de zoon van Jacob Jacobsz JR Jager en Sijtje Sijmonsd. zijn. De kinderen van hen beiden zijn in de periode van 1650 – 1670 geboren (één van deze kinderen is Jannetje Jacobsd- de latere vrouw van Cornelis Jansz. de Boer). Dus moet er nog een tak van Jacob Jacobsz. Voogt (SR) ’s vader zijn, waar ook een Claes Jacobsz. Voogt moet hebben geleefd en vermoedelijk zonder kinderen is overleden. Mogelijk heeft hij aan zijn naamgever en neef het Jagershuis nagelaten. Het is wel een beetje ingewikkeld, maar ik zie geen andere oplossing. Voor foto’s van het z.g. Jagershuis in de Zaanse Schans, zie blz.72. Een andere mogelijkheid is, dat er in de toekomst nog nakomelingen van de familie Jager gevonden worden. Ik ben doende alle mensen uit Zaandam te bellen of aan te schrijven met de achternaam Jager. De tijd zal leren of er voor sluitingstijd van dit boekwerkje nog iets concreets uitkomt! Helaas heb ik geen reacties ontvangen. Op blz. 68 heb ik een overzicht gemaakt van de families: Voogt,Jager/Lap. Voor de Fam. Oud zie 74 Voor de woonsituatie en molens v.d. familie, zie blz.: 43 Aktes van hen zie blz.: blz.74.
Sijmon Jacobsz Jager en diens broer Claes Jacobsz. Jager waren eigenaren van de houtzaagmolens:
”De Groene- en Roode Jager”.
Zoals reeds is vermeld was ene Claes Jacobsz. Jager in 1623 de eerste bewoner van het Jagershuis, dat nu te bewonderen is in de Zaanse Schans. In 1794 wordt het Jagershuis verkocht aan de familie Korver. Mogelijk is deze familie Korver dezelfde als de familie van het Corversland ? De houtzaagmolen ”De Prins of De Jonge Prins van Oranje”, welke in het land stond achter het oude station N.S, aan de westzijde van de Watering, werd door de familieJager/Voogt verkocht aan onze rechtstreekse afstammeling Symon Jansz. de Boer.
Uit de publicatie ”windmolens te Zaandam, westzijde” volgen nog een paar bijzonderheden over de molens van de familie Jager: “DE GROENE OF OUDE JAGER” een balkenzager. Windbrief aan Claes Jacobsz. Jager, dd. 8 maart 1695. Verbrandde op 18 juni 1812. Werd herbouwd en deze molen werd in 1890 gesloopt. Hij heeft gestaan aan het Jagerspad, beoosten het station, op de hoek (noordkant) van de Anna Paulownastraat. “DE NIEUWE OF JONGE JAGER” een balkenzager. Windbrief aan Claas de Jager, 3 juli 1720. Gesloopt ca. 1872, om plaats te maken voor een stoomhoutzagerij, genaamd “de nieuwe Jager”. Deze fabriek is in 1898 gesloopt. De molen stond als nummer één
Versierde paltrokhoutzaagmolen, welke tegenwoordig te bewonderen is in de Zaanse Schans. De dochter van Jannetje Jacobsd. Jager en Corn. Jansz de Boer, genaamd Trijntje, trouwde met Dirck Maghielsz. Bogaert. Zij hadden vermoedelijk geen kinderen, dus stierf deze tak ook uit. Jannetje Jacobsd. de Boer- Jager trouwde voor de 2e keer met Maarten Roos. ( ? ) Ik gaf reeds aan dat de tak Voogt/Jager, Jacob Jacobsz. Voogt JR, een andere achternaam aan nam, hetgeen ook door zes kinderen van de zeven kleinkinderen werd gevolgd. Echter, één van de kinderen van zijn zoon Symon Jacobsz, t.w.: Jan Symonsz, ging zich weer sieren met de achternaam VOOGT. Voor situatie schets, waar de molens zich bevonden zie blz. 43.
Een nog bestaand molenpad met op de achtergrond een molentje. aan het Jagerspad, niet ver van de huizen. “DE ROODE JAGER” bijgenaamd de “WAIPOT” -Zaans voor weipot-, was een wagenschotzager en werd later een balkenzager. Het bouwjaar heb ik niet gevonden. De molen komt voor ’t eerst aan de orde in een brandcontract van 1692. Gesloopt in 1903. Heeft gestaan in het verlengde van het Jagerspad voor de aanleg van de spoorlijn Amsterdam Alkmaar, bewesten de Heerenwatering. Zijn erf en water zijn opgenomen in de terreinen van de stoom-houtzagerij ”De Engel”. 71
De volgende foto’s zijn van het Jagershuis
De keuken met eiken houtenschouw, de wagenschot houten planken waren nog klokgaaf.
Achterzijde met links de waterput en dooddeur Het Jagershuis in de Zaanse Schans, dat als antiekmuseum bekend is. Het was vroeger het huis van de schoonfamilie van Cornelis Jansz. de Boer.
De mooie of voorkamer De dooddeur werd slechts gebruikt bij een trouwerij en bij de dood. 72
Overzicht van een aantal gevonden aktes familie voogt/ jager/ out/ haes; (op nummervolgorde) datum
nummer omschrijving inhoud van de akte
27-05-1693 5427- 52 Guurtie Dircksd Voogt wordt bevoordeeld door Jacob. Jacobsz. Voogt de oude, dus SR. (m.i. was hij al in 1674 overleden?) 01-08-1644 5751-372 conflict over een os f.56,- Jaap Voogt/ Jager/ Lap 04-03-1660 5754-126 bevrachtersovereenkomst Dirck Jacobsz. Voogt en Glasenmaker uit Medemblik Juni 1656 5758- 52 betr. familie Haes 07-03-1696 5798- 30 attestatie over onderhoud molen de Prins. Jacob Jacobsz. werd in 1696 60 jaar. 28-07-1692 5807-195 conflict Corn. Waligsz. Out met iemand uit Delft 01-06-1693 5807-317 antwoord op nr. 195. HIERIN KOMT DE NAAMSWIJZIGING VOOGT NAAR JAGER 21-08-1696 5809- 98 recht van overpad op Corversland Corn.Jansz, de Boer- en Corn. Waligsz. Out 05-01-1698 5809-286 ruzie over bouw huis, Mary Willemsd, moeder van Corn.Waligz. Out. 1701 Corn. Waligz. Out en de weduwe van Cornelis Janz de Boer verkopen het z.g. Corversland, 1386 roeden 1713 5827-106 2e testament van Dirck Jacobsz. Voogt 06-01-1716 5829-80 overlijden Dirck Jacobsz. Voogt 1716 5829-116 overlijden(?) Dirck Jacobsz. Voogt; machtiging voor Claes Dircksz. Voogt. 24-02-1721 5845-40 problemen rond erfenis van Dirck Jacobsz. Voogt 14-07-1724 5848- 91 testament van Jannetje Jacobsd. de Boer- Jager 03-05-1728 5852-120 Paulus en Pieter Nanningsz, Muijser, inz. Nichtje Eefje Jansd. Voogt 19-10-1724 5870- 87 verdeling bezit van Jannetje Jacobsd. de Boer- Jager 05-07-1731 5883-122 sanering(?) schuld Dirck Jacobsz. Voogt Een algemene akte op de wijnverkoop/consumptie: 10-08-1671 de drinkebroers worden belast, waaronder Jacob Jacobsz. Voogt.
Gedeelte stamboom familie Vooght zie blz. 68 en die van de familie Out zie blz. 74. Voor de plaats waar de molens stonden en waar men woonde in Oost- en Westzaandam, zie blz.: 43 ev.
73
VERKORTE STAMBOOM VAN DE FAMILIE OUT
$IRCK SZ /UT 8 ONBEKENDE SCHOONHEID
KINDEREN OA #ORNELIS $IRCKSZ /UT 8 ONBEKENDE SCHOONHEID
'UURTJE $IRCKSD /UT 8 *ACOB *ACOBSZ 6OOGT 3R ZIE VERDER BIJ FAMILIE 6OOGT ZIE BLZ
7ALIG #ORNELISZ /UT 8 -ARY 7ILLEMSD
'ERRIT 7ALIGSZ /UT "EROEP -OLENAAR PELMOLEN h$E "ONTEKOEv :IE AKTE UIT
74
#ORNELIS 7ALIGSZ /UT "EROEP +OOPMAN OP HET +ALFF .OORD IN /OST :AANDAM 8 'RIETJE *ACOBSD *AGER ZUSTER VAN *ANNETJE DIE TROUWDE MET ONZE #ORN*ANSZDE"OER KIND 3YTJE #ORNELISD /UT
1e generatie: de volledige stamboom en bijzonderheden over onze familie de Boer 1 JAN (CORNZ.?) .sz. de Boer X partner ??? Geboren ±1555. Geboren ±1560 Overleden onbekend Overleden onbekend Kinderen: 1) Claes Jansz. Geboren ± 1585 Met deze bladzijde begin ik dan eindelijk eens met een toelichting over de stamboom van onze familie DE BOER, waarvoor ik als titel van het boek koos: “DE BOER, kronijck vanaf 1555 tot 2005 over een Zaanse familie met een levende Alkmaarse tak”. Uiteindelijk, vlak voor de afsluiting van dit boek, kon ik met zekerheid vaststellen, door de vondst het het z.g. “haerdstedenregister” van 1644, dat ene JAN …sz. de Boer, geboren rond 1555, nu in 2005 de mij als oudst bekende mannelijk familie lid moet worden beschoud. Ik beschouw hem dus als onze “stamvader” en hij vertegenwoordigde dus onze EERSTE GENERATIE. Gefeliciteerd JAN, ’t was op het nippertje dat ik je vond, maar misschien wordt er t.z.t. nog aan de “poten” van je status gezaagd, want houtzagen konden ze ook binnen onze familie. Lange tijd veronderstelde ik, dat de rol van “stamvader” ook aan ene Cornelis zou kunnen worden toegedacht. Ik kon n.l. geen verklaring vinden, waarom Cornelis Janz. de Boer, zoon van Jan
Claesz. van de 3e generatie, de voornaam Cornelis kreeg, waarbij ik er van ben uitgegaan, dat hij de oudste zoon (?) uit het gezin van Jan Claesz. en Trijn Sijmonsd. Borsius was. Hij vervulde binnen dit gezin een bepaalde rol en hij was het, die de dood van zijn zuster Lijsbet Jansd. aanmeldde. Ergens moest zijn voornaam aan vaderszijde toch vandaan komen, zeker in die tijd toen vernoeming naar vader en of grootvader eerder regel dan uitzondering was. Bovendien vond ik het wel leuk als ik het “waar” kon maken, dat iemand met deze fraaie voornaam van Cornelis, mijn officiële voornaam is dezelfde, onze stamvader zou blijken te zijn. Maar helaas, door het haerstedenregister van 1644 viel mijn droom in duigen, daar het Jan ..z werd. Snik, snik. Ik kon verder niets over Jan ..z en zijn vrouw vinden, noch of er meerdere kinderen in zijn gezin waren. Het enig dat vaststond, was dat hij een zoon kreeg met de naam van:
2e generatie met de naam Claes Jansz.
2 CLAES JANSZ. de Boer X partner Anna Jansd., vd Molenbuurt (?) Geboren ±1585 Geboren ±1600 Overleden onbekend Overleden onbekend. Kinderen : in ieder geval is bekend JAN CLAESZ. Geboren ± 1610 Overleden onbekend, voor 1679 die onze TWEEDE GENERATIE vertegenwoordigde. De voornaam van onze 2e generatiegenoot was mij al lang bekend, omdat uit de akte van 09-06-1697 bleek dat de overleden vader in deze akte Jan CLAESZ. was. Met de benoeming van
het patroniem – Claesz. – was het duidelijk hoe de voornaam van onze 2e generatiegenoot was. Ik veronderstelde dat zijn vrouw Anna Jansd. heette en zij kwam vermoedelijk van de Molenbuurt, dus om de hoek van het Suyderkerckpat.
75
Gedeelte uit de dorpsrekening van 1679 n.a.v. de turfopstand, 3e regel Trijn Sijmons. kind Het zal moeilijk blijven, wie als eerste bewoner van het derde huis op het Suyderkerckpat heeft gewoond: was het Claes Janz. van de 2e generatie of diens zoon Jan Claesz. van de 3e generatie. Zoals eerder in dit boek vermeld, zijn er m.i. geen aktes opgemaakt van de eerste bewoners van dit pat. Slechts toen ene Jan Janz. Niessen in 1639 grond kocht en het recht van overpad kreeg kwam dit in eenTransport Akte. Zoals uit onderstaande tekst bleek: ” een pad zal vrij blijven liggen tot een vrije ganck voor huysen op de ven of andere dingen die Jan Jansz. of sijn kinderen daar willen zetten. Koopsom f. 15,-”. Zie verder de aan-en verkoop T.A. (transport aktes) van de werkgroep Historische Vereniging van de verschillende molenpaden. Wel was in 1644 bekend wie op het Suyderkerckpat woonde: JAN CLAESZ. JAN, waarschijnlijk geboren rond 1610, onze 3e GENERATIEGENOOT, maar het kan zijn dat tussen 1639 en 1644 diens vader is overleden en dat de honneurs door deze zoon werden waargenomen. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen zeer verbaasd te zijn geweest met de bewoning door Jan Claesz. van de 3e generatie. Waarom ?, wel de kinderen van Jan Claesz. en zijn vrouw Trijn Sijmonsd. Borsius werden allen geboren in de periode van 1660-1665, zodat ik aanneem, dat hij rond 1658 trouwde. De periode tussen 1644 en 1658 zou kunnen betekenen, dat het huwelijk lang kinderloos bleef. Lijkt mij niet zo aannemelijk, zodat ik van uitga, dat het misschien zijn 2e huwelijk met Trijn was en dat zijn 1e huwelijk kinderloos bleef en zijn 1e vrouw overleed vóór 1658. 76
Het is nauwelijks voorstelbaar dat een jonge man van rond de 20 jaar in het jaar 1644 al een boerderij bestierde en dan dus rond 1625 moest zijn geboren, zoals ik aanvankelijk had verondersteld. Vandaar de vervroeging van zijn geboortejaar van 1625 naar circa 1610. Mogelijk wijst de toekomst uit hoe het werkelijk “zit” met zijn geboortejaar. Indien Jan Claesz. een eerder geboortejaar krijgt naar circa 1610, dan heeft dit ook consequenties voor de geboortejaren van zijn vader en grootvader. Waarvan akte ! Nu is dit een mooi verhaal, maar waarom werd er na de volksopstand van 1678, bekend als de “turfopstand”, als naamstelling voor de te betalen boete ad f. 1.15. – door de gaarders in de dorpsrekening van 1679 bij onze familie vermeld: Trijn Sijmonsd. kinderen ? (zie hiernaast uit de derde regel van de dorpsrekening 1679) Tot voor kort ben ik ervan uitgegaan, dat zij bij haar huwelijk met Jan Claesz. het huis kocht met geldmiddelen vanuit haar familie. Het is bekend, dat haar moeder over geld beschikte en dat zij geld geërfd had van een halfzus. Het kan nog steeds, dat zij met haar geld de kinderen uit zijn 1e huwelijk “uitkocht” of de erfgenamen van haar man Jan Claesz.(broers en of zussen van hem) en het huis op haar naam kwam te staan.
Ondertekening akte van 9 juni 1697.
3e Generatie Jan Claesz. 3 JAN CLAESZ. de Boer X Trijn Sijmonsd. Borsius Geboren ca.1610 Geboren ca. 1630 Getrouwd ca. 1659 Overleden voor 1667 Overleden voor 1679 Kinderen: 1) Cornelis Jansz. X Jannetje Jacobsd Jager Geboren ± eind 1660, Geboren ca. 1665 Getrouwd 20-02-1694 Overleden 19-10-1724 Overleden 30-09-1698 Kind: Trijntje Cornzd. Geboren 1697 Overleden onbekend. 2) Willem Jansz. X Trijntje Jacobsd. Engel Geboren begin 1661 Geboren ca. 1665 Overleden 19-01-1737 Overleden ca. 1728 Kind: Jan Willemsz, Geboren 1690 Overleden 23-04-1777 3) SIJMON JANSZ X Trijn Willemsd. Geboren ± eind 1661 Geboren ca. 1660 Overleden ± 1687 Overleden ca. 1740/41 4) Lijsbet Jansd. X Claes Claesz. Haes, Geboren ± 1662 Geboren tax. 1635 Overleden 20-05-1697 Overleden tax.1683 Kind: Claes Claes Jr. , Geboren ±1680 Overleden ±1690 5) Claes Jansz. X Dieuwert Arijansd. Geboren ±1665 Geboren onbekend Overleden vóór 10-06-1697 Overleden onbekend
Gedeelte van testament Lijsbet Pauwelisd. Borsius uit 1667 waarbij Sijmon Jansz. als enige werd toebedeeld door zijn oma. 77
Deze vijf kinderen woonden zelfstandig in het huis/ boerderij, waarbij dochter Lijsbet Jansd. de Boer wel een belangrijke rol in de huishouding zal hebben gespeeld. In de weesboeken kon ik niets vinden over mogelijke toezichthouders op deze kinderen. In latere aktes van na 1700 vond ik, dat er door de familie kon worden bepaald, dat bij overlijden van beide ouders er GEEN toezicht kwam door weesvaders. ”Aktes van seclusie” noemde men dit. In het testament van hun oma Lijsbet Pouwelis werd deze bepaling ook al opgenomen, dus ga ik ervan uit dat dit ook in deze situatie is gebeurd. Eerst op 9 juni 1697 werd het bezit van beide ouders verdeeld over de dan nog levende twee kinderen, want inmiddels zijn de rechtstreekse afstammelingen: Sijmon Jansz de Boer, Lijsbet Jansd en Claes Jansz al overleden. De vermoedelijk oudste zoon, Cornelis Jansz. de Boer, was dan al getrouwd met Jannetje Jacobsd. Jager en was eigenaar van de wagenschothoutzaagmolen ” De Grauwe Haes”; hij overleed ook op jonge leeftijd op 30 sept.1698. De tweede zoon, Willem Jansz. de Boer erfde de boerderij, waar hij volgens mij al in 1689 woonde en na zijn trouwen met Trijntje Jacobsd. Engel en kind Jan Willemsz.( geboren in 1690). De vader van Willem Jansz. was al vóór 1679 overleden als de boetes werden opgehaald naar aanleiding van de z.g.“turfopstand”. Willem Jansz. breidde het bezit aan land en huizen aanzienlijk uit. Zie hiervoor blz. 68 en 88 over huizen van het Suyderkerckpat en het verpondingsboek uit 1737/38 en 1740. Willem Jansz. de Boer overleed op 19-01-1739 en hiervan werd door zijn zoon Jan Willem aangifte gedaan zie blz.86 Hij werd dus vrij oud voor die tijd. Lijsbet Jansd. de Boer trouwde met houtzaagmolenaar Claes Claesz. Haes. Zij was al snel weduwe in 1682. Voor haar zoon Claes Jr koopt zij (als moeder en gemachtigde) de molen ”Het Blauwe Hert” voor f.1100,-- . Claes Jr. overleed in 1690, want de molen werd op 13 april 1690 weer verkocht. Claes Jr. kan dus maximaal 10 jaar oud zijn geworden. Zie mijn archief, molenmutaties T.A.1589 fo. 285. Claes Jansz. de Boer trouwde met Dieuwert 78
Arijaansd. Zij hertrouwde na zijn overlijden met Dirck Claesz. Het is mij volkomen onbekend wat Claes Jansz. voor beroep heeft uitgeoefend. Het enige, dat ik vond was de aankoop op het Molenpad van een huisje voor f. 430,-- van Davit Dircksz uit Soeterwou, zie aankoopakte op blz.: 94 , waaruit bleek dat Claes Jansz in Oostzaandam woonde. Het zou kunnen dat de in de kerkeraad vergadering dd. 26-03-1696 te Oost Zaandam genoemde Klaas Jansz.(voorlaatste alinea) onze ClaesJansz. is zie blz.95. Samen met zijn broer Cornelis Jansz. de Boer verkocht hij het pand en erf op het Molenpad in 1694 aan Dirck Jellisz. Op 31 mei 1694 overleed een kind van Claes Jansz.. Zie DTB boek.
4e Generatie Sijmon Jansz. 4) Sijmon Jansz. de Boer X Trijn Willemsd. Geboren eind ±1661 Geboren ca. 1660. Getrouwd ±1680 Overleden na 1740 Overleden in 1687 Kinderen: 1) Trijntje Sijmonsd. Geboren ±1685, X Peter Cornz., (Oostzaandam) Getrouwd 06-06-1705 Geboren onbekend Overleden 31-05-1766 in Oostzaandam Overleden onbekend 2) PIETER SIJMONSZ Geboren: 1686/87 Overleden 03-12-1761 In verpondingsboek van 1738-40 werd Trijn Willemsd. daarin genoemd om belasting te betalen. Later in 1740 verkochten de erfgenamen van Symon de Boer huis en erf op Vinkepad v. f. 99,-Getrouwd rond 1680. Het bleek dat Trijn Wsd. de laatste 2 jaar geen belasting meer betaalde voor haar huis. Waarom ?, het was toen blijkbaar makkelijk om dat na te laten. Het gezin van Sijmon en Trijn woonden eerst op het Noorderkerckpat, zie akte uit 1705 bij de toekenning kindsgedeelte dochter Trijntje, zie blz.: 81 Uit het verpondingsboek van 1741 werd Trijn als weduwe genoemd op het Vinckepat. Vermoedelijk is zij later in 1741 overleden, want: erfgenamen Symon de Boer verkopen aan Aldert Fransz. huis en erf op Vinkepad voor f. 99,--. Sijmon Jansz. de Boer was ook wagenschothoutzaag molenaar en zijn molen, ”de Jonge Prins of de Prins van Oranje” stond ver in het land .
Deze molen was gezamenlijk bezit van beide broers en stond op ”gehuurd erf te Saerdam op en beoosten de Zuiderwatering”. Dit is ten westen van de huidige spoorlijn Amsterdam Alkmaar.
Dochter Trijntje Sijmonsd. Taxatie geboortejaar rond 1785/86. Zij werd door haar moeder uitgekocht met haar vaders erfdeel op de dag van haar huwelijk met Pieter Cornelisz. van Oostzaandam op 06-06-1705. Zoon PIETER SIJMONSZ. Taxatie geboren rond 1686/87 werd onze rechtstreekse VIJFDE GENERATIE. Van hem heb ik geen uitbetaling van vaders erfdeel kunnen vinden. Na het overlijden van Sijmon Jansz. verkochten zijn vrouw en zijn broer Cornelis Jansz. de Boer de molen op 8 jan.1688 aan Corn. Claasz. Calf, houtkoper.
Trijntje trouwde in 1705
79
In eerste instantie dacht ik met de vondst van de akte van 06-06-1705, waarbij Trijntje haar vaders erfdeel kreeg, dat zij op die datum meerderjarig was geworden. Dit zou betekenen, dat zij in 1680 moest zijn geboren, want toendertijd werd met eerst op 25 jarige leeftijd meerderjarig. Door de vondst van haar huwelijk met Pieter Cornelisz. van Oostzaandam op dezezelfde datum van 06-06-1705 ga ik ervan uit dat zij vermoedelijk rond de 20 jaar was toen zij trouwde. Aanname dus van mij, want de geboorte aangifte is niet van haar te vinden. Zie akte op volgende bladzijde.
Vinkenstraat in het begin van de 20e eeuw.
Herberg de Doelen op het Vinkenpat
Overlijden van Pieter Sijmonz. de Boer op 3 december 1761 80
Huidige Vinkenstraat.
Gedeelte van de akte dd. 06-06-1705 waarbij Trijntje Sijmonsd. haar vaders erfdeel kreeg uitgekeerd. 81
De overige vier kinderen van Jan Claesz. de Boer en Trijn Sijmonsd. Borsius: Cornelis Janz., Willem Janz.,lijsbet Jansd. En Claes Janz De Boer: (4e generatie) 1) CORNELIS JANSZ.
Cornelis Jansz. de Boer, X Jannetje Jacobsd. Jager, Geboren in 1660 Geboren ca. 1665 Overleden 30-09-1698 Overleden 19-10-1724 Getrouwd in 18-02-1694 Kinderen : 1) Trijntje Cornsd. Geboren ca.1697. huwelijkscontract 18-02-1694 bladzijde: 23 en 84 Zie diverse aktes van hen achter in dit boekwerkje. Door het gevonden huwelijks contract tussen hem en zijn toekomstige vrouw, Jannetje Jacobsd. Jager, kreeg ik een heel ander beeld over de begin periode van rond 1690 van de familie. Uit deze originele akte bleek ook, dat hij weduwnaar was van Neeltje Claessd. Deze huwelijks akte lag al ruim driehonderd jaar in een dikke map verscholen toen ik haar inkeek. Wel bijzonder hoor !! Ik constateerde, dat er een wagenschot houtzaagmolenaar in onze familie was. Hieronder nogmaals een stukje tekst uit deze akte: Naast de houtzaagmolende ”Grauwe Haes” - bracht hij in: woning, houtvoorraad, land, schuiten , recht op een kwart part van de erfenis van zijn ouders ( zie verdelingsakte van 9 juni 1697) en geld. De echtelieden de Boer- Jager kregen één dochter Trijntje Cornd., die later trouwde met Dirck Maghielsz. Bogaert. Volgens mij hadden zij geen kinderen, waardoor ook deze zij-tak uitstierf. Corn. Jansz. en zijn vrouw werden ook geconfronteerd met het verlies van een kind, dat op 19-05-1694 in het register van overlijden werd aangetekend. Zijn schoonfamilie Jager/Voogt, zie eerder apart hoofdstukje over hen, zat goed bij kas. Ook binnen hun familie waren houtzaagmolenaars 82
met de molens:, ”de Groene Jager, de Roode Jager (Waypot)en de Stoel”. Zoals reeds eerder is vermeld, woonden er leden van de familie Jager in het Jagershuis op het Jagerspad, dat nu als antiekwinkel dienst doet in de Zaanse Schans. Cornelis en zijn vrouw woonden op het Bootemaekerspad (vernoemd naar Floris Jansz Bootemaeker) en later op de Molenbuurt, hoek Ruyterpad naast de meelmolen van die naam. Gedeelte van het 1e blad uit akte van 1698 na de dood van Corn. Janz, zie hiervoor de volgende bladzijde . Jannetje Jacobsd. Jager is “timide”, ofwel overspannen door de gebeurtenissen. Cornelis Jansz. overleed op relatief jeugdige leeftijd. Zijn wagenschot-balkenhoutzaagmolen -de” Grauwe Haes”- stond beoosten de Vaart achter het Bootemaekerspad. Zo’n balkenzaagmolen is aan twee zijden “open”, waardoor de lange boomstammen naar binnen konden worden gerold, tegelijk met “Jan de Wind”, dus lekker tochtig, lijkt mij.! Het bouwjaar van de molen kon niet worden achterhaald, doch de molen bestond al in 1660. Daarna kwam hij herhaaldelijk voor, o.a. bij houtveiling op 7 juni 1692. Mogelijk is hij toen gekocht door Corn. Jansz.??, want op 23-02-1692 is er voor hem een taxatie gedaan met een waarde van f. 6oo,--.
Gedeelte uit de akte nr. 5800-131 van 03-10-1698, na de dood van Cornelis Jansz. de Boer, welke uit drie bladzijden bestaat. Op deze bladzijde het eerste blad van de akte.
In bovenstaande akte werd zijn broer Willem Jansz. benoemd tot voogd over zijn dochter Trijntje, terwijl werd vermeld dat zijn vrouw Jannetje Jacobsd. Jager “timide” is- overspannen. Krediteuren en familie wikkelden de boedel verder af 83
Op 9 januari 1794 (dus ruim een eeuw later) werd hij gekocht door Jan de Jager voor f. 450,--. Jager en Haes is een gevaarlijke combinatie en dat bleek ook in dit geval, want de Jager maakte een eind aan het bestaan van deze ”Grauwe Haes”. In de boedelscheiding van Grietje Joor, dd. 28 juli 1808, werd onder meer genoemd: ” een ledig erv, waarop de molen de Grauwe Haes stond”. Cornelis Jansz. kocht huis en erf van zijn zuster Lijsbet in 1694 voor f. 245,--. In 1696 was er een uitspraak over recht van overpad tussen de zwagers Cornelis Jansz. en Corn. Waligsz. Out. Hierin werd ook de naam van zwager Dirck Jacobsz. Voogt genoemd, alsmede het Corversland, waarvan beide zwagers erfgenaam waren via hun beide vrouwen. Na zijn overlijden op 30 sept.1698 werden alle zaken van hem geregeld door familie en krediteuren in akte nr. 5800-131 van 3 okt.1698. In deze akte werd ook vastgesteld, dat echtgenote Jannetje Jacobsd. Jager haar ingebrachte vermogensbestanddelen wilde veiligstellen. In 1701 werd door zijn vrouw en haar zwager het Corversland verkocht voor f. 1745 aan haar broer Sijmon Jager. De molen de Grauwe Haes werd op
22-11-1698 verkocht aan Jacob Cornsz. Schoen voor f. 2725,-- in 2 termijnen te betalen. Molenregister nr. 1149. Op 30-04-1699 werden ook woning en erf naast de meelmolen ”de Ruyter” verkocht. Volgens mij hertrouwde Jannetje Jacobsd Jager met Maarten Roos. Zij maakte haar testament op 14 juli 1724, waarna zij overleed op 19-10-1724 ( akte 5848-92). De verdeling van haar bezit werd o.a. geregeld in akte 5870-87 van 19-06-1725 ten gunste van haar dochter Trijntje Cornsd, die getrouwd was met Dirck Maghielsz. Bogaert. Naar mijn mening hadden Trijntje en Dirck geen kinderen, dus stierf ook deze zij- tak uit. Voor woonsituatie en plaats van de molen zie blz.: 43.
Gedeelte uit huwelijkscontract van Jannetje Jacobsd. de Boer-Jager uit 1694. 84
2) WILLEM JANSZ. Willem Jansz. de Boer X Trijntje Jacobsd. Engel, Geboren in 1661 Geboren ca. 1665 Overleden 19-01-1739 Overleden in 1728 Getrouwd ca.in 1689 Kinderen.: 1) Jan Willemsz. Geboren in 1690 Overleden 23-04-1777.
In akte van 1716 is vader Willem 55 jaar en zijn zoon Jan Willemsz. is dan 26 jaar oud. Vermoedelijk zijn er kinderen van Willem en Trijntje begraven op 27-04-1694, op 08-09-1695, en mogelijk op 12-11-1697. Met de akte van 9 juni 1697 kreeg Willem Jansz. de boerderij toebedeeld op het Suyderkerckpat- de huidige Tuinstraat. Vermoedelijk oefende hij reeds de
veeteelt uit op deze boerderij, daar zijn vader al voor 1679 overleed. (hij was al dood bij de ”turfopstand”). Hoe één en ander het er heeft uitgezien is met een beetje fantasie wel voor te stellen bij het bekijken van onderstaande schets uit het gebied van de 20e eeuw. Het waren allemaal stukjes land met daaromheen uitgebaggerde slootjes vanwege het turfsteken en door de verlaging van het grondwaterpeil als gevolg
Anno 1817 geeft de situatie weer rond het Suyderkerckpat, nu de Tuinstraat, met nog veel water en wat kleine stukjes veenland. 85
van de gereguleerde waterhuishouding d.m.v. sluizen in de Zaanstreek. Hetzelfde kennen wij nu nog in het Twiske aan het einde van de A- 7 bij Zaandam en in het Rijk der Duizend Eilanden bij Broek op Langedijk. De diverse aan- en verkopen van huizen zijn te
vinden in mijn archief, in de map van “Willem Jansz. de Boer, 4e generatie”. Hij bezat uiteindelijk drie huizen op dit pad. Bovendien had hij vast een zeker “aanzien”, hetgeen blijkt dat hij bij verschillende maatschappelijke zaken betrokken was.
Uit het verpondingsboek van 1734, waaruit blijkt dat Willem Janz. de Boer 3 huizen op dit pad had.
Het overlijden van Willem Janz. de Boer op 19-01-1739, aangegeven door zijn zoon 86
Willem Jansz. werd samen met schoonfamilie van zijn broer Corn. Janz. en zijn krediteuren ingeschakeld om de zaken te regelen. Ook werd hij benoemd tot voogd over zijn nichtje Trijntje Cornsd. In deze akte nr. 5800-131 was o.m. vermeld, dat de echtgenote van de overleden Corn. Jansz ”timide” was. Volgens mij was zij dus overspannen of depressief. Willem Jansz. werd daarom als gemachtigde benoemd. In1717 kocht hij een klein stukje land van Cornelis Otter, de molenaar op het Otterspad. Het Otterspad lag achter het Suyderkerkpad en sloot m.i. goed aan bij zijn bezit. In 1732 ontstonden problemen over het onderhoud van de brug zie akte en toelichting op blz 99. Met de akte nr. 5831-61 van 6 mei 1716 trad Willem Jansz. als getuige op bij Jan Luitsz. van Duijn, die het einde voelde naderen “ en al geruime tijd te bedde heeft geleghen en sirrurgijn Jan Joost
Maijer heeft geconsulteert”. Voordien werd hij gedurende de periode 1709- 1714 verzorgd door Engeltje Gerritsd., wed. van Claes Maartensd.van de Molenbuurt. De zieke gaf een zakje met geld in bewaring af, maar waar het geld is gebleven, is niet bekend. Op 29 mei 1728 met akte nr. 5435-139 overleed iemand van zijn schoonfamilie: een ongetrouwde broer, en Willem en zijn vrouw Trijntje Jacobsd. Engel erfden een gedeelte van het vermogen. Voor de woonsituatie zie blz 43 ev.
Kwitantie, welke werd uitgereikt aan de bewoners, nadat zij hun belasting op hun huis en of land hadden betaald. Zie de verpondingsboeken.
Jan Willemsz.
(hij is de enige zoon van Willem Jansz. de Boer) Jan Willemsz. de Boer, X Hillegonda Jacobsd., Geboren in 1690 Geboren ca. 1695 Overleden 23-04-1777 Overleden ca. 1735 Getrouwd ca.1723 Kind. Guurtje Jansd. Geboren ca. 1720 Overleden vóór 1764. Vermoedelijk zijn er twee kinderen begraven op 17-04-1712 en op 19-02-1717. Jan Willemsz. de Boer breidde het bezit van zijn vader verder uit, hetgeen blijkt uit de aktes dit boekwerkje.
datum moet voor 1764 hebben gelegen, want de dochter werd niet genoemd in alle drie bekende testamenten van Jan.
Op de volgende bladzijde heb ik een kopie gemaakt uit het “verpondingsboek” uit 1741, waaruit het omvangrijke bezit blijkt.
De data van mij bekende testamenten zijn: 1e testament niet gevonden 2e testament van 14-09-1764 akte nr.5913-195 3e testament van 06-10-1768 akte nr. 5916-142 4e testament van 15-08-1772 akte nr. 5921-63.
Zijn enig in leven gebleven kind, Guurtje Jansd. trouwde met Jacob Pietersz. van ’t Veer. Geboortedatum van Guurtje kon ik niet vinden, hetzelfde gold voor haar datum van overlijden. Deze
87
Jan Willemsz. was gedurende lange tijd weduwnaar en had meerdere huishoudsters, die hij in de testamenten bedeelde. Zie akte legaat voor zijn laatste dienstmaagd, weduwe Juditje Pietersd. Klooker, uit 1777 op het eerste blad van inventarislijst. In zijn laatste testament doken er twee nieuwe vrouwennamen op, die beiden erfgenaam waren. Op de Molenbuurt woonde wel ene Claes Stoffels, mogelijk was hij de vader van één der dames Guurtje Stoffels.
Ik denk dus dat de neven en nichten van Jan Willemsz. niets uit zijn nalatenschap ontvingen, terwijl zij het toch wel heel goed konden gebruiken. Zoals blijkt uit de beschrijving van de rechtstreekse tak van Pieter Sijmonsz van de 5e generatie en vooral van diens kinderen, welke een zeer bescheiden leven moeten hebben geleid. Vrijwel allen van hen waren losarbeider, zoals korensjouwer etc Ook deze “zijtak”stierf dus uit.
Foto kopie uit “verpondingsboek”uit 1741, hiervan slechts een gedeelte. Zijn bezit was nog groter. Na zijn dood kocht Vethhak huis nr. 896 en Sipkes huis nr. 893 88
Hieronder een gedeelte van het laatste testament van Jan Willemsz. de Boer:
89
Sijmon Poulisz. Vijselaar, die de boerderij van hem had overgenomen, bewoonde het huis van Jan Willemsz gezamenlijk met hem. Zie mijn archief (V.B.1786). Zijn benedenverdieping bestond o.a uit: gemeenschappelijke kamer, klein kamertje, kamer Sijmon Vijselaar en een oostervertrek.
90
Daarnaast was er nog een bovenverdieping, dus een redelijk groot huis voor die tijd. De inventarislijst, welke bij zijn overlijden werd opgemaakt, was aanzienlijk en gaf een goed beeld zijn redelijke rijkdom. Zie akte van 23-04-1777, een gedeelte hieruit volgt hierna en op de volgende bladzijden. Zie blz. 43 ev. voor de woonsituatie.
Vervolg van de uitgebreide inventarislijst, opgemaakt na het overlijden van Jan Willemz. de Boer in 1777. 91
3) Lijsbet Jansd.
Lijsbet Jansd. De Boer X Claes Claesz. Haes Geboren rond 1662 Geboren rond 1655 Overleden 20-05-1697 Overleden in 1682 Getrouwd rond 1680 Kind: Claes Claesz. Jr. Geboren rond 1680 Overleden in 1690. Lijsbet zal naar haar oma van moederskant zijn vernoemd, t.w.: naar Lijsbet Pauwelis, die getrouwd was met Sijmon Borsius. Ik vermoed, dat Lijsbet de huishouding in het ouderloze gezin voor de achtergelaten kinderen regelde. Haar moeder was al overleden toen haar oma van moederskant haar testament in 1667 opmaakte; vader was ook al gestorven tijdens de “turf”-opstand van 1678. Zij moet toen toch nog wel erg jong zijn geweest, vermoedelijk slechts 16 jaar. Claes Claesz.Haes kocht in 1680: Zie mijn archief (Nr. 482):“Huis, erf en molen ( naam van deze molen is mij niet bekend), vooraan in Molenbuurt + Z voor f. 3400,--. Belend ten zuiden van Harmen Gijsbertsz. en ten noorden gemene gang. ( T.A. 1587). In 1682 werd dit weer verkocht na zijn overlijden. (V.B.1685) In 1684 kocht moeder Lijsbet Jansd voor
Aangifte van de dood van Lijsbet door haar vermoedelijk oudste broer Cornelis Janz. de Boer. 92
haar zoon als gemachtigde (zoon Claes Jr. is dan nog heel erg jong) de molen het Blauwe Hert voor f.1000,-- van de wed. Guurt Adamsd. Zoon Claes Claesz. Haes Jr., toekomstig houtzaagmolenaar van “Het Blauwe Hert”, komt vermoedelijk in 1690 te overlijden en de molen en het land werden verkocht aan Cornelis Cornsz. Meijn voor f. 4900,--. Lijsbet´s broer, Cornelis Jansz., behield het recht van overpad naar zijn molen. In 1694 kocht haar broer Cornelis Jansz. haar huis en erf op het Bootemakerspad voor f. 245,--. In een huizenmutatie op het Botenmakerspad werd de naam van de wed. Claas de Haes genoemd., dus bezat zij daar meerdere panden. Op 20 mei 1697 deed haar broer Cornelis Jansz. aangifte van haar overlijden, zie DTB boek. Ook deze zij-tak stierf uit; zie blz. 43 voor een situatie schets van hun molen en waar zij woonde.
4) Claes Jansz.
Claes Jansz. de Boer X Dieuwert Arijaansd geboren rond 1665 geboren rond 1665 overleden vóór 09-06-1697 overleden: onbekend. Kinderen: Geen kinderen bekend. Voor mij is hij de grote onbekende. Over zijn persoon zowel als over zijn beroep is niets bekend. Samen met zijn vrouw Dieuwertje Arijaansd. woonde hij in Oostzaandam. Zie ook de notulen van de kerkeraadsvergadering van 25-03-1696 op blz.95 Mogelijk heeft Claes (Klaas) Jansz de bewoner van “in de Noord” zijn belijdenis gedaan op 23-12-1685, want dit werd veelal gevierd rond de 20 ste jaar. Op 13-05-1691 is hij dan de mogelijke ouderling van deze kerk (Uit “lidmatenboek” Gereformeerde Kerk) Het enig zakelijke, dat over hem bekend is, is de verkoop door Cornelis Jansz en door hem van huis en erf op het Molenpad, belend ten oosten de verkoper ( Claes Jansz) en ten westen Maarte Vink. Zie aankoopakte via Schout en Schepenen van 2703-1692 op blz.: 94 Net als bij de molenbezitters kwam het regelmatig voor, dat molen en of huis gezamenlijk werden gekocht. In de Zaanstreek noemde men dit: partenrederij. De deelnemers kochten dus parten; het kwam voor dat men voor 1/32 participeerde in een objekt. Claes Jansz. is in ieder geval al overleden op 9 juni 1697 als de boedel van zijn ouders werd verdeeld, want zijn vrouw, Dieuwert Arijaansd., was toen al weduwe. Volgens DTB boeken gaf hij een gestorven kind aan op 31 mei 1694; over hun e.v. andere kinderen is mij niets bekend.
50 (Molenpat) : 1692, Davit Dirksz uit Soeterwou verkoopt aan Claes Jansz. de Boer huis en erf op het Molenpat voor f. 430,--. Belend ten oosten van Maarten Vinck. ( TA 1590). 50-1694 (Molenpat) : Creelis Jansz. de Boer en Claes Jansz. verkopen aan Dirk Jellesz. op het Molenpat huis en erf, belend de verkoper ( Corn. Jansz. ?) en Maarte Vink. Ook deze zijtak stierf uit. Zij hertrouwde met Dirck Claesz. Dit was de zij-tak stamboom van de vierde generatie van de broers en zus van onze rechtstreekse afstammeling Sijmon Jansz. de Boer.
Uit een lijst van huizenbezitters van rond 16801700, opgesteld door de groep mensen rond wijlen Wim Wester-de architekt-, Henk Veenstra en Anna Hannaart, kwam de aan- en verkoop van het pand en erf op het Molenpat aan de orde, t.w.
93
Aankoop akte via Schout en Schepenen van 27-03-1692 94
Verslag van de Kerkeraadvergadering van 25 maart 1696 der Gereformeerde Kerk in Oostzaandam. Zie naam in “de Noord” , onze K(C)laas Jansz.?, voorlaatste alinea. 95
5e Generatie Pieter Sijmonsz. PIETER SIJMONSZ. de Boer X 1) Neeltje Paulusd. Geboren ± 1686/87 Geboren ca. 1685 Getrouwd ± 1708, eerste huwelijk Overleden ca. 1710/12 Overleden 03-12-1761 Kinderen: 1) Sijmon Pietersz-I , Geboren 02-02-1709 Overleden vermoedelijk op 22-01-1713 2) Aegje Geboren 02-02-1709 Overleden vermoedelijk op 29-06-1718 ? 2e huwelijk Getrouwd 21-02-1714 X 2) Antje Pietersd. Geboren ca. 1690 Overleden 31-03-1728 ?? Kinderen: 3) Grietje Geboren 08-04-1714 / Overleden onbekend 4) Pieter Pietersz. X Mietje Jochemsd. weduwe Geboren 12-11-1719, `` Overleden 17-07-1746 Getrouwd 17-07-1746 ( geen kinderen) OF X Trijntje Stoffelsd. Konstenberg Getrouwd 11-09-1768 Geboren onbekend ( geen kinderen) Overleden onbekend Bij dit laatste huwelijk wordt als adres van hem Oosterzij-Noord genoemd en dit is het adres waar Pieter Sijmonsz in ieder geval woonde in Oznd. Overleden onbekend, mogelijk in 1780. 5) Heijndrik-I Geboren 21-06-1722 Overleden ±1723 6) Heijndrik-II Geboren 05-02-1727 Overleden 31-05-1727 Zie toelichting blz.: 100-101 3e huwelijk Getrouwd 14-07-1754 X 3) Aaltje Haver Geboren 1725/35 Overleden 12-10-1784 Aaltje’s 2e huwelijk in 1762 met Ariaan Pieterz. Pandt Kinderen: 7) Sijmon Pietersz.-II Geboren 30-04-1755 Overleden onbekend, zie ook toelichting op blz.: 100-101 8) ADRIAAN PIETERSZ . Geboren 25-06-1758 , Getrouwd op 22-06-1783 Overleden op 17-01-1837 9) Dirck Pietersz. Geboren 12-09-1761 Overleden onbekend, zie ook toelichting op blz.: 100-101 96
Pieter Sijmonsz. de Boer als knecht van Jacob Ysbr. Zoet gaf hij de dood aan van diens vrouw.
Pieter Sijmons.woonde tijdens 1e en 2e huwelijk op De Noord in Oostz.
Dirck Pietersz. werd 3 maanden voor het overlijden van zijn relatief oude vader geboren. Het woonadres van de familie van Pieter Sijmonsz. de Boer was bij zijn derde huwelijk op het Vinkepat. Van hem heb ik geen enkele huizenaankoop kunnen vinden, zodat ik aanneem datt hij een huis huurde op het Vinkepat. In ieder geval woonde hij niet in het huis van zijn moeder, want dat huis werd al in 1741 verkocht. Pieter was geen molenaar in Oostzaandam, mogelijk was hij houtzager in loondienst. In zijn jeugdjaren was hij knecht bij Jacob Ysbrant Zoet en gaf hij de dood aan van zijn baas zijn vrouw, zie hierboven. Aagje Haver, Pieter Sijmonsz. derde vrouw, erfde na het overlijden van haar eerste man van familie van moederskant, de familie de Vries, een aardig bedrag van ruim f. 566,-- . Hiervoor kon je in die tijd een heel aardig huis kopen. Later kreeg zij nog meer geld van die familie. Haar ouders waren: Adriaan Haver(man) en Grietje Pietersd. de Vries en woonden in de Halstraat en het Papenpatje in Oostzaandam. Een zeer smal- nog bestaand- straatje, zie blz 98.
Deel uit akte 5953-62 dd. 17-06-1762, waarbij Aagje Haver fl 566,- erfde van haar tante.
Woonadres van de familie Haver ( doorgehaald) op de Zeedijk in Oostzaandam..
Aagje Haver trouwde met PieterSijmonz 97
Mijn eerste taxatie over hem was dus niet juist. Er is niets bekend over het beroep dat hij heeft uitgeoefend, maar het zou best eens kunnen dat ook hij”iets” in het hout heeft gedaan, net als zijn vader en net zoals latere nazaten. In zijn jeugd was hij knecht bij Zoet. In de vorige generatie was er toch wel geld, maar er zijn op zijn naam geen akte-kaartjes in het archief van Haarlem te vinden. Als hij al geld had, is het vermoedelijk wel opgegaan in een gezin met zoveel kinderen, alhoewel hij toch geld van zijn familie geërfd moet hebben. Pieter Sijmonsz. de Boer heeft liefst negen kinderen op de wereld gezet, waarvan de zoon Huidige Halstraat in Oostzaandam
Situatie schets van Oost Zaandam in 1829 met de Halstraat, waar fam. Haver woonde. Eind 2003 vond ik pas, dat Pieter Sijmonsz drie huwelijken was aangegaan. Alleen dat met Aagje Haver was mij bekend. In mijn eerste notities over hem schreef ik: ” het kan zijn dat het zijn 1e of 2e huwelijk is. Het moet (met Aagje Haver) zijn eerste huwelijk zijn, want er stond vermeld j.m., (jonge man) hetgeen betekent, dat hij niet eerder getrouwd kan zijn. (foutje van de gemeente indertijd. Een ”ouwe” bok. !? 98
Vinkestraat uit de 20e eeuw, vroeger Vinkepat
Adriaan Pietersz. (uit zijn derde huwelijk met Aagje Haver) de rechtstreekse lijn binnen onze familie is. Van een aantal van zijn kinderen kon ik geen verdere gegevens vinden dan dat zij werden geboren. Vermoedelijk zijn de kinderen Pieter ( geb. 12-111719), de beide kinderen Heijndrik I en II overleden op genoemde data De naam Heijndrick kwam in de DTB boeken van Oostzaandam slechts één keer voor en dan nog met een iets andere schrijfwijze, n.l. Hendrik. (nr.543 of onder nr. 549) met als trouwdatum op 18-06-1786 en dat kan hem gezien zijn geboortedatum ook niet zijn.Ook twee van de drie kinderen uit zijn huwelijk met Aagje Haver zijn onvindbaar of kunnen niet kloppen met hun geboortedatum. t.w.: Sijmon II en Dirck. Deze Dirck werd overigens drie maanden voor het overlijden van zijn vader. toelichting over hen op blz.:100-101.
Van de naam Dirck vond ik in de 10 jaars tabellen het overlijden van mensen in 1813-1823 een overlijden van ene Dirck op 02-11-1817, de periode 1823-1833 op 17-05-1823 en van 1823-1834 op 21-01-1834 en 20-11-1834 maar dat waren Dirck-en met een andere achternaam. Toch zou het kunnen, dat er van hen wel nakomelingen zijn gekomen en dat zou dan een grappige ontwikkeling zijn. Aagje Haver trouwde na het overlijden van haar eerste man op 21-11-1762 met Ariaan Pietersz Pand(t) en ging in Oostzaandam bij hem wonen. Hij had al 5 volwassen kinderen en zij kregen beiden in hun 2e huwelijk nog vijf kinderen. De naam Pant, dus zonder “D” komt in de 6e generatie voor bij Willempje Gerartsd. Pant. Misschien familie van elkaar? Zie ook hiervoor toelichting op blz.:102 ”Aagje redster onze familie stamboom”.
Willem Jansz. de Boer kocht op 17-06-1717 via Schout en Schepenen een stukje land achter zijn huis op het Suyderkerckpat van de molenaar Cornelis Otter. Er is in 1732 een verschil van mening over het onderhoud van de brug tussen het Otterspat en het Suyderkerckpat tussen beide mannen.
Willem beweerde dat bij de koop in 1717 duidelijk is vastgelegd dat hij niet meer verantwoordelijk is voor dat bruggetje. (is vermoedelijk het bruggetje op de foto op bladzijde 40) Dit is een gedeelte van de akte dd.17-06-1717. 99
De kinderen van Pieter Symonsz. De Boer Van de negen kinderen, die hij op de wereld heeft gezet, is er tenminste één kind waarover zekerheid bestaat, dat hij kinderen heeft nagelaten en wel onze rechtstreekse voorouder: ADRIAAN PIETERSZ., geboren op 25-06-1758. Zoals reeds vermeld, vond ik in eerste instantie alleen Pieter’s derde huwelijk met Aagje Haver, waarbij ik een opmerking plaatste van die “ouwe bok”…( DTB Westzaandam). Door de vondst in de akte van 06-06-1705, waarbij Pieter’s zus Trijntje haar vaders erfdeel kreeg uitgekeerd door haar moeder, kwam ik erachter dat het woonadres van zijn moeder op het Noorderkerckpat was. Echter, er was daar geen woonadres van hen te vinden. In het archief van Koog a.d. Zaan kwam ik erachter, dat in Oostzaandam OOK een Noord(erkerkpat) was en bij navragen in het archief in Purmerend ( de verpondingsboeken van Oostzaandam liggen daar en niet in de Koog, heel logisch, nou nee dus). Op de Noord in Oostzaandam vond ik het woonadres van Pieter Symonsz. Dus was hij verhuisd naar Oostzaandam, mogelijk kwam zijn eerste vrouw daar vandaan. Toen ik met deze mazzelvondst verder zocht in Oostzaandam trof ik, nu weer in het archief van Koog, ( het pad van een genealogie-zoeker gaat soms over rozen, soms gaat het erg moeizaam door de vele prikkers aan de rozen) in DTB Oostzaandam zijn eerste en tweede huwelijk en de daaruit geboren kinderen 1 t/m 6 en hun geboortedatum. Een jaar later bij verdere nazoeking in dit boekje bleek het spoorloos te zijn verdwenen, dus had ik weer een beetje mazzel. Nu mijn zoektocht naar de kinderen van Pieter Sijmonsz.: Kind 1, Sijmon Pietersz., geboren 02-02-1709. (één van de tweeling) Vermoedelijk overleden op 22-01-1713. Door de 100
naamgeving van kind nr.7 met dezelfde voornaam, zal kind nr 1 niet oud zijn geworden. Kind 2, Aegje geboren 02-02-1709. (de andere van de tweeling) Vermoedelijk overleden op 29-06-1718. Kind 3, Grietje geboren op 08-04-1714 (uit 2e huwelijk) ,overleden onbekend. Kind 4, Pieter Pieterz. geboren 12-11-1719. Geen overlijden gevonden. WEL: twee huwelijken, waarvan het 2e gevonden huwelijk vermoedelijk wel op hem zal slaan, gezien het woonadres op de Oosterzij-de Noord. Eerste huwelijk: weduwnaar op het Bogaertspat trouwde op 17-07-1746 met Mietje Jochemsd., weduwe op dit pad. ( woonde al bij hem) Uit dit huwelijk werden GEEN kinderen geboren. Tweede huwelijk: op 11-09-1768 met Trijntje Stoffelsd. Konstenberg. Hier werdt als zijn woonadres vermeld: de Noord in Oostzaandam. Ook uit dit huwelijk werden GEEN kinderen geboren. Kind 5, Heijndrik geboren 21-06-1722, vermoedelijk jong overleden op 10-12-1723, zie ook kind zes met dezelfde voornaam. Kind 6, Heijndrik Pieterz. geboren 05-02-1727. Wel een overlijden gevonden op resp. 31-05-1727 en op 06-06-1731. Ook vond ik 2 huwelijken van Hendrik: 1) Pietersz de Boer, maar die woonde op resp. Prinsepat (trouwde op 30-01-1774 met Eefje Jacobsd. Keijzer van de Zuiddijk) en 2) op het Kattegat (trouwde op 18-06-1786 met Neeltje Dirksd. Molaan)
Kind 7, Sijmon Pieterz. geboren op 30-04-1755 uit het derde huwelijk met Aagje Haver. Een overlijden gevonden van ene Sijmon (zonder Pieterz.), zou kunnen, want op die datum van 17-08-1802 werd het 2e deel van de voornaam weggelaten door de Napoleontische invloed. Een huwelijk op zijn naam met Lijsbeth Aldertsd. Bikker van het Kattegat op 13-05-1781 met als woonadres “Ozij-Noord gevonden. Ook uit dit huwelijk werden GEEN kinderen geboren.
Nog een veronderstelling betreffende een andere Dirk, als zou blijken dat Heijndrik Pieterz (kind nr. 6) een huwelijk zou zijn aangegaan met genoemde Neeltje Dirksd.Molaan, want uit dat huwelijk wordt ook een Dirk geboren op 15-09-1800. Verdere niets over hem gevonden. Een “derde” Dirk (geboren 26-06-1822) van de “zijtak” van Gerrit Adriaanz. verhuisde ook naar Alkmaar en trouwde met Helena Kat van Oostzaandam. Van zijn overlijden heb ik niets gevonden. Zij kregen drie kinderen, waarvan een jongen, Jan, maar die overleed op 20 jaar. Dus vermoedelijk ongetrouwd en geen nazaten.
Kind 8, ADRIAAN PIETERZ. geboren op 25-06-1758 en bekend als onze rechtstreekse tak. Kind 9, Dirck Pieterz., geboren op 12-09-1761, drie maanden voor het overlijden van zijn pa. Geen overlijden op zijn naam gevonden met ouders van onze familie, wel met andere achternamen. Het zou dus kunnen betekenen, dat hij op latere leeftijd uit Westzaandam naar elders is vertrokken en misschien komen zijn nazaten dan nog eens boven water. ???
101
Aagje( Aaltje) Haver, de 3e vrouw van Pieter Symonsz. de Boer, ALS “REDSTER” VAN ONZE STAMBOOM !!!! Al vanaf het begin van mijn onderzoek heeft zij mijn interesse gehad, vermoedelijk omdat zij als jonge vrouw met een in mijn ogen “ouwe bok” trouwde van circa 67 jaar. Het leeftijdverschil moet wel 35-40 jaar tussen hen geweest zijn. Vandaar denk ik mijn gedachten aan wijlen Koningin Emma, die de oude/ zieke Koning Willem III rond 1878 trouwde en er toen toch nog voor een nazaat in onze koninklijke familie werd gezorgd door de geboorte van een prinsesje, genaamd Wilhelmina in 1880. Toen werd de voortgang van onze Oranje dynastie op het nippertje gered door opoffering van Emma. Dit was de “link” naar de aanhef van dit verhaal over Aagje Haver. Zoals is vermeld, vond ik haar huwelijk met onze Pieter Symonsz. als eerste gegeven over hen beiden, zodat ik aannam dat dit zijn eerste huwelijk was, want bij de trouwnotitie stond vermeld: j.m., dat duidde op jonge man (en niet eerder gehuwd) en dat kan men toch moeilijk zeggen van iemand met zijn leeftijd. Pieter Symonsz. had echter al twee huwelijken achter de rug met zes kinderen. Aagje Arijaansd. Haver was de dochter van Arijaan Haver en Grietje Pietersd. de Vries die op het Papenpadje in Oostzaandam woonden, volgens het verpondingsboek van de Banne van Oostzaan. Haar geboorte datum kon ik niet vinden en of zij nog broers en of zussen had, is mij niet bekend. Bij haar trouwen in 1754 woonde zijzelf op het Papenpad in Westzaandam, vermoedelijk was zij daar in dienst bij een familie.
102
Samen met Pieter Symonsz. gingen zij op het Vinkepat in Westzaandam wonen, maar ik vond in de verpondingsboeken geen adres van hen, zodat ik aanneem dat zij in een huurhuis woonden. Het huis van Pieter zijn moeder was na haar overlijden rond 1740 al in de verkoop gedaan, dus dat was niet meer in het bezit van de familie. Uit haar eerste huwelijk werden drie kinderen geboren, t.w.:
Sijmon Pietersz. II, geboren op 30-11-1755 Adriaan Pietersz. , geboren op 25-06-1758 Dirck Pietersz. , geboren op 12-09-1761.
Haar tweede zoon werd uiteindelijk onze rechtstreekse voorvader; Pieter Symonsz. (haar man) overleed drie maanden na de geboorte van zijn laatste kind op 03-12-1761. In 1762 erfde Aagje van een tante de Vries f. 566,-en nogmaals f. 113,--. Zij hertrouwde op 21-11-1762 met de weduwnaar Ariaan Pietersz. Pandt; inmiddels was zij verhuisd naar het Kuyperspat, waar zij vermoedelijk met haar drie kinderen bij een rijke familie in dienst was. Op dit gegoede pat woonden o.a. de Burgemeester en de dokter. Na haar trouwen met Ariaan Pietersz. Pandt ging zij met hem in zijn huis op de Suyddijk in Oostzaandam wonen en later gingen zij in 1777 naar het adres “voor de kerk” nr. 588. Het bleek dat haar 2e man nog vijf grote kinderen had uit zijn eerste huwelijk met Neeltje Jacobsd. Valk, gesloten op 30-11-1738. Tijdens haar tweede huwelijk kreeg Aagje nog vijf kinderen, t.w.:
Grietje Grietje Beertje
,geboren op 12-09-1763 ,geboren op 01-01-1766 ,geboren op 01-03-1767
Aldert Klaas
, geboren op 01-09-1768 , geboren op 24-11-1771,
Voor de volledigheid volgen nog de namen van Willempje haar ouders en haar tien broers en zussen:
zodat het redelijk vol in huize Pandt moest zijn geweest, want de oudste zoon Peter uit zijn 1e huwelijk was dan nog pas 15 jaar. Er kwamen echter nog vijf kinderen bij.
Vader Gerrit Ariensz. Pandt trouwde met zijn vrouw Grietje Willemsd. van ’t Hof op 21-05-1747 en zij woonden met het gezin op de Zuiddijk in Oostzaandam.
De naam “Grietje” kwam in totaal drie keer voor, zodat ik aanneem, dat Grietje-1 (van 25-04-1751) en Grietje-2 (van 12-09-1763) op zeer jonge leeftijd zijn overleden.
Zij kregen de volgende kinderen; 1) Arejan geboren op 25-02-1748, overleden op 11-03-1748 2) idem geboren op 27-04-1749 3) Trijntje geboren op 11-07-1751 4) Guurtje geboren op 17-02-1754 5) Pieter geboren op 27-09-1755, overleden op 07-10-1755 6) Pieter geboren op 14-10-1756 7) Grietje geboren op 20-11-1757 8) Maritje geboren op idem 9 Willempje geboren op 16-09-1759 en trouwde met onze Adriaan Pieterzn. 10) Willem geboren op 18-09-1763
Aagje’s tweede man overleed op 27-11-1780. Van zijn ouders vond ik nog de volgende gegevens: Vader: Pieter Ariaansz. Pandt Moeder Beertje Claasd. Zijn moeder overleed al in 1735, terwijl hij dan nog minderjarig moet zijn geweest. Op 01-02-1735 werd het bezit van de ouders verdeeld en bleek het volgende: Zijn moeder had 5 kinderen uit een eerste huwelijk met Jan Ariaansz. en Ariaan Pietersz. Pandt was het enige kind uit het 2e huwelijk van zijn moeder Beertje Claasd. met Pieter Ariaansz. Pandt. Zijn vader kreeg de helft van het bezit, zijnde f. 1301,-- en de andere helft werd verdeeld onder de zes kinderen. Daar Ariaan Pietersz. Pandt dan nog minderjarig was, werd hij onder toezicht gesteld van de weeskamer, zie akte van 01-02-1735 nr. 5829-14 en 19. Als slot nog een notitie over Aagje’s zoon, Adriaan Pietersz. uit haar eerste huwelijk: Het bleek dat deze zoon op 22-06-1783 ook trouwde met ene Pandt. Ik heb niet kunnen vaststellen welke familie banden er tussen Willempje Pandt en de tweede vader van haar man bestonden. Maar, gezien deze naam niet zo vaak voorkomt in Oostzaandam, zal haar vader wel een oom, neef of iets dergelijks van hem geweest zijn.
103
6e generatie Adriaan Pietersz. 6 ADRIAAN PIETERSZ. de Boer X 1) Willempje Gerartsd. Pand(t) Geboren 25-06-1758 Geboren 16-09-1759 Overleden 17-01-1837 Overleden na 1812 Getrouwd 22-06-1783 Kinderen: 1) PIETER ADRIAANSZ. Geboren 15-04-1784 Overleden 09-12-1833 2) Gerrit Adriaansz. Geboren 01-12-1787 Overleden 27-11-1851 3) Trijntje Geboren 08-02-1786 Overleden onbekend 4) Grietje 09-11-1789 Overleden onbekend 5) Aaltje Geboren 15-04-1791 Overleden onbekend Getrouwd datum onbekend X 2) Neeltje Zalm (2e huwelijk), Geboren onbekend (geen kinderen uit dit huwelijk) Overleden onbekend
Woonadres van Adriaan Pieterszn. op de Kalverstrrat in Oostzaandam Hun woonadres was in de Halstraat - zie foto uit 2004 van dit kleine straatje in Oostzaandam en in de Kalverstraat in Oostzaandam . Was Willempje Pandt familie van zijn moeders tweede man, Adriaan Pietersz. Pant ?
104
Het beroep van Adriaan Pietersz. was korenmeter, zie hiervoor ook het verhaal over de schrijver Cor Bruijn in dit boek. Net als bij zijn zoon Pieter Azn. heb ik geen akte kaartjes over hem gevonden. Werkte hij ook in loondienst?
7e generatie Pieter Adriaansz. 7 PIETER ADRIAANSZ.de Boer X 1) Neeltje Cornsd. Cardinaal Geboren 15-04-1784 Geboren ca. 1785 Overleden 09-12-1833 Overleden in 1810 Getrouwd 13-11-1807 Kinderen 1) A(d)riaan Pietersz. Geboren in 1810 in Oostzaandam Overleden 11-03-1826 Getrouwd 29-03-1812 X 2) Elisabeth Engel (2e huwelijk) Geboren 25-07-1790 Overleden onbekend Kinderen 2) Elsje Geboren 30-08-1812 Overleden onbekend 3) Grietje Geboren 10-09-1813 Overleden onbekend 4) CASPER Geboren 26-09-1814 Overleden 13-10-1851 in Alkmaar Elisabeth Engel haar ouders waren Casper Engel ( overleden 13-03-1812) en Elsje Vrolijk (geboren in 1765). Ook zij woonden op het Vinkepat. Zijn vrouw had in 1829 nog 2 thuis wonende kinderen, t.w.: Adam en Casper, volgens DTB Oostzijde.
DIT IS HET EINDE VAN DE STEVIGE ZAANSE RECHTSTREEKSE TAK, EN GAAN WIJ VERDER MET DE ALKMAARSE TAK ! ZIE VERVOLG OP BLZ. 112.
Geboorte akte van Casper de Boer op 26-09-1814 in Oostzaandam. 105
ALS ”TUSSENDOORTJE” IS DIT EEN HOMMAGE AAN DE BEKENDE ZAANSE SCHRIJVER,
COR BRUIJN, DIE IN ZIJN ROMANS VAAK DE ZAANSTREEK ALS ACHTERGROND GEBRUIKTE. De schrijver Cor Bruijn (1883-1978) laat zijn bekendste verhalen en romans in de Zaanstreek spelen. Het verhaal over de “Zaadsjouwers” speelt in de 19e eeuw en geeft een schrijnend beeld over de werkomstandigheden van deze werklieden, die vrijwel allen niet oud konden worden. Alleen de oude Klaas was een uitzondering op deze regel. Binnen onze familie hebben de broers van onze rechtstreekse afstammeling Adriaan Pietersz. (van de 6e generatie) het beroep van zaad-en of korensjouwer uitgeoefend. Ook zij werden niet oud. De schrijver Cor Bruijn werd in 1883 in Wormerveer geboren, als oudste uit een gezin van 10 kinderen, waar zijn vader later een kruidenierswinkel aan het Noordeinde overnam. Als oudste moest hij na schooltijd in de winkel helpen en de boodschappen wegbrengen naar klanten; zodoende werd hij al op jonge leeftijd geconfronteerd met de armoede onder de mensen. Vader Bruijn speelde ’s avonds bij het amateurtoneel en Cor ging vaak mee naar de repetities. Al jong begon hij zelf toneelstukjes te schrijven. Lezen deed hij graag en hij las ook graag voor uit het geheimzinnige eiland van Jules Vernes. Na de lagere school hoefde Cor in tegenstelling tot de meeste van zijn klasgenoten niet meteen te gaan werken. Hij ging naar de Normaalschool in Zaandam. (elke dag 1 ½ uur heen en terug lopend). In 1899 vertrok hij naar een kosthuis in Haarlem om daar aan de Kweekschool (nu P.A.) een opleiding tot onderwijzer te volgen. Een wereld ging voor hem open: hij kwam in aanraking met pacifisten, die de oplopende spanningen in Europa vreedzaam wilden oplossen. Daar maakte hij ook kennis met een politieke beweging, die opkwam voor de belangen van de gewone mensen, het socialisme. Deze 106
bewogenheid is later regelmatig terug te vinden in zijn werk. Na de Kweekschool werd hij onderwijzer in Laren op een humanistische school. Zijn vrouw Maartje, een viool lerares, en hij kregen 6 dochters. Cor schreef bijna 60 romans voor zowel volwassenen als voor kinderen. Veel van zijn verhalen gaan over het bestaan van gewone mensen, zoals: vissers, sjouwers, fabrieksarbeiders, molenaars, boeren en zakkennaaiers. Zijn geboortestreek bleef daarbij een grote bron van inspiratie. Zijn bekendste boeken zijn ongetwijfeld: Sil de strandjutter (1940), Keteltje (1921) , de strijd om de Eenhoorn en de Zaadsjouwers. In mei 2004 was er een opvoering te zien door Theatergroep Wederzijds op verschillende locaties aan de Zaan van scenes uit deze drie romans van hem. 1) 2) 3)
Op de Zaanse Schans in de molen de Bonte Hen- de strijd om de Eenhoorn. Op de Poelboerderij (Keteltje) en Op de Lassie fabriek in Wormerveer ( de Zaadsjouwers),
Wij vertrokken om 19.00 uur vanaf de Lassie fabriek voor een boottocht langs de Zaan naar de molen, waar scenes uit ”de strijd om de Eenhoorn” werden gespeeld. Olie molenaar Sijmen Schenk voert daar zijn strijd tegen de olie-fabrieken om een pover bestaan met dagelijkse werktijden van 16 uur gedurende 6 dagen per week. Kinderarbeid was eerder regel dan uitzondering en kinderen van 10 jaar werkten daar na schooltijd gedurende de avond. Een indrukwekkend verhaal.
Daarna weer met de boot terug naar de Lassietover(l)rijst, waar scenes werden gespeeld uit de”de zaadsjouwers”. Ik had het boek na veel moeite in de bieb in Zaandam opgedoken, zodat het verhaal mij bekend was. Doordat twee broers van onze rechtstreekse afstammeling Adriaan Pietersz. (6e generatie) dit loodzware beroep uitoefenden en ik toevalligerwijze in het NHD hierover een artikeltje vond in eind 2003, was ik geinteresseerd. Die twee verre familie leden waren, Adriaan Gerritsz en diens zoon Gerrit Adriaansz uit Oost Zaandam. Ik vond deze opvoering van de zaadsjouwers geweldig goed gespeeld met moderne muziek op de achtergrond. De ploeg sjouwers van Piet Groot, Kobus Bos, Jaap de Poep, Polderpoot en ouwe Klaas stond centraal in dit verhaal. Een loodzware dag vol pieken en dalen. Een dag waarin gescholden en gezongen werd, gevierd en gevochten en veel werd gedronken om op de been te blijven. Ouwe Klaas van 67 jaar kon het tempo van de jongeren uit de ploeg niet bijhouden op deze zeer warme dag en liep een attack op. 150 keer moesten zij de balen van 80-100 kilo uit de boot sjouwen, de loopplank over, vervolgens via de kade naar de fabriek, waar via allerlei trappetjes de balen werden geleegd. Door deze gebeurtenis met ouwe Klaas ontstond een idee om per dag een biertje minder te drinken en om dit bespaarde geld in een potje te stoppen voor de oude dag. Hier kwam Cor Bruijn zijn socialistische denkbeelden om de hoek kijken.
Ouwe Klaas krijgt een attack tijdens het werk bij zeer warm weer.
De derde voorstelling van Keteltje heb ik een week later gezien, want per avond kon je maar twee scenes bijwonen.
Hiernaast foto’s van de scene uit de zaadsjouwers:
Optreden van de toneelgroep na afloop van de voorstelling van de Zaadsjouwers, buiten op de kade.
107
Een verslag uit het NHD van de voorstelling in 2004 van gedeelten uit de boeken van Cor Bruijn, t.w.: De Zaadsjouwers, Keteltje en de strijd om de Eenhoorn Hieronder nog een foto van de Bonte Hen, waar de strijd om de Eenhoorn werd opgevoerd: Zelf heb ik heel lang geleden voor mijn boekenlijst o.a. het boek van Cor Bruijn over Sil de strandjutter gelezen. Vermoedelijk door mijn jeugd in Bergen aan Zee met veel vrijheid en veel escapades op het strand m.b.t. jutten van aangespoeld hout, het zoeken van meeuwen eieren en het in elkaar knutselen van mijnen, zal hiertoe zeker hebben bijgedragen dat dit boek mij aansprak
108
Overzicht van de”zijtak” van Gerrit Adriaansz. de Boer. en nazaten, t.w. :zoon van Adriaan Pietersz de Boer, geboren 25-06-1758. (6e, 7e en 8e generatie) 6 Gerrit Adriaansz. de Boer X Helena Kat Geboren 01-12-1787 Geboren circa 1790 Overleden 27-11-1851 Overleden onbekend Getrouwd circa 1812 Beroep Zadengraanmeter zie blz. 110 X) Kinderen 1) Adriaan Gerritsz Geboren 30-03-1813 Overleden 23-04-1860 2) Gerritje Geboren 24-07-1814 Overleden onbekend 3) Dirk X Elizabeth Bakker zie blz. 110 X) Geboren 26-06-1822 Geboren 20-01-1822 Overleden 01-12-1865 Overleden onbekend 7 Adriaan Gerritsz. de Boer X Hendrica Ramaker Geboren 30-03-1813 Geboren in 1813 Overleden 23-04-1860 Overleden onbekend Getrouwd 07-10-1838 Beroep Korendrager (zwaar beroep zie blz. 110 X) Kinderen 1) Gerrit Adriaansz. Geboren 03-07-1844 Overleden 09-01-1908 2) Eva Geboren in 1846 Overleden onbekend 3) Helena Geboren 16-12-1849 Overleden onbekend 4) Wilhelmina Geboren 14-03-1851 Overleden onbekend 5) Albertus zie blz. 110 XX) Geboren 22-01-1853 Overleden onbekend 8 Gerrit Adriaansz. de Boer X Antje Groot Geboren 03-07-1844 Geboren 11-12-1836 Overleden 09-01-1908 Overleden 13-09-1915 Getrouwd 10-05-1868 Beroep Korendrager. 109
Gerrit Adriaansz. zijn beroep was zadengraanmeter. (van de 6e generatie. zie blz. 109) Zijn zoon Dirk trouwde met Elisabeth Bakker (geb.: 20-01-1822). Zij verhuisden naar Alkmaar en zij kregen 3 kinderen: Jan (geb.29-11-1845), overleden in Alkmaar op 01-12-1865 en nog 2 dochters Gerritje ( geb. 04-11-1853 en Maartje ( geb. 22-051854). Dus deze mannelijke tak stierf uit. Adriaan Gerritz. de Boer van de 7e generatie. zie blz109, woonde eerst op het Papenpatje nr. 550 in Oostzaandam; bij zijn overlijden op de Westzijde 1151. Voorstelling in 2004; ouwe Klaas sjouwt een baal van circa 100 kilo op zijn nek.
Hoofdrolspeler “Oude Klaas” nu zonder bepakking. 110
x) zie boek van Cor Bruijn over de zaadsjouwers xx) niets te vinden over zijn overlijden. Hij kan ook uit Zaandam zijn vertrokken. In die periode was er geen register meer van vertrokken personen. Dus in theorie zouden er nog nazaten kunnen opduiken van deze Albertus.
Gerrit Adriaansz., van de achtste generatie zijtak, zijn beroep was korendrager (zeer zwaar beroep). Zij hadden geen kinderen, hun woonadres was in Oostzaandam op de Bloemgracht, vlakbij de Halstraat. De ouders van Antje Groot waren: Jan Groot, beroep kleermaker en Marijtje van der Markt. Er zijn geen aktes over beide generaties te vinden, dat lijkt mij ook niet zo verwonderlijk, omdat er weinig of geen geld in de familie was; er zal wel veel armoede geweest zijn. Dus niets te verdelen, dan ook geen aktes.
Doordat Gerrit Adriaansz en Antje geen kinderen hebben, stierf deze zij“tak” eveneens uit.
Voorstelling in 2004 van de “Zaadsjouwers” in de catacomben van de Lassie fabriek in Wormerveer. De “baas” wordt door de toneelgroep even aangekleed en speelt dan een andere rol. Zie ook het verhaal over de schrijver Cor Bruijn 111
8e generatie Casper, nu Alkmaarse tak 8 CASPER de Boer X Geboren 26-09-1814 Overleden 13-10-1851 Getrouwd 30-07-1843 Kinderen 1) Pieter Geboren 26-01-1846 Overleden 13-09-1923 2) ELDERT Geboren 09-03-1848 Overleden 03-06-1878 Beroep Casper: sjouwersman/werkman /schoenmaker (was ook het beroep van zijn schoonvader). Woonadres Paternosterstraat B 122, zie foto, nu supermarkt de Boer bij de Vest en Fnidsen nr. 32, alle in Alkmaar. Zoon Pieter wordt de “Amsterdamse tak”, zie blz.:157 Deze ELDERT wordt onze tak.
Teunissina Steeman zie blz. 113 XXX) Geboren 02-11-1815 Overleden 19-05-1860
zou kunnen zijn, dat onze eigen voorouders de creatievelingen waren. Leuk om uit te zoeken door toekomstige genealogisten. Wie pakt de handschoen hiervoor op ?
Het zou best eens kunnen, dat de creatieve ”genen” van de hierna volgende generaties van Teunissina afkomstig zijn. Een andere stelling
Paternosterstraat in begin 1900, met op de achtergrond de ”Grote Kerk”. Op deze plaats staat nu theater “De Vest”. Links op de foto woonde in de 19e eeuw de Alkmaarse tak.
Van Alkmaar begon de Victorie, dat was in 1573. Ook onze “huidige takken” vonden in deze stad hun oorsprong. Vandaar deze foto van een uniek stukje Alkmaar: zicht op de waag. 112
Ons eerste familielid met de voornaam Eldert, is afkomstig van de vader van Teunissina Steeman. Deze brave man heette ELDERT, vandaar!
XXX) Teunissina haar ouders waren: Eldert Steeman, geboren in Edam. overleden 25-06-1874 in Alkmaar en Jannetje Vlugt, geboren in Spanbroek overleden 15-05-1869. Beroep van haar vader was schoenmaker; zijn schoonzoon wordt dit later ook. Na het overlijden van haar man Casper de Boer trouwde Teunissina op 22-02-1853 met Simon Gouwen, geboren in Oudesluis op 03-04-1828. Zijn beroep was: schippersknecht, slaapsteelogementhouder. Simon Gouwen hertrouwde na overlijden Teunissina op 29-07-1860 met J.A Klopper, geboren op 23-02-1833. Hij was dus slechts 2 maanden weduwnaar toen hij hertrouwde !!
Oude kaart uit de 16e eeuw van Alkmaar, getekend door Drebbel, die ook de uitvinder was van de duikboot.
9e generatie ELDERT, nu Alkmaarse tak 9 ELDERT de Boer X Dina Maria Veel Geboren 09-03-1848 Geboren 09-05-1846 Overleden 03-06-1878 Overleden in 1935 De Rijp Getrouwd 19-04-1874 Kinderen 1) CASPER LODEWIJK CORNELIS Geboren 05-05-1875 Overleden 09-01-1961 2) Antonia Margaretha Geboren 28-05-1877 Overleden 25-12-1944 Dina hertrouwde met Geerhard Tromp Beroep Eldert: timmerman Woonadres o.a.: Ramen, aan de Banen in Alkmaar. Getuige bij zijn geboorte was Adrianus Hendricus de Boer. Wie deze “vreemde eend”in de bijt was, zie apart verhaal op blz 201. Zie ook de geboorte akte van mijn grootvader. Antonia Margaretha Zie haar verhaal op Blz.153. Woonhuis van mijn grootouders in de Landstraat in Alkmaar. Geboortehuis van mijn vader Eldert. 113
10e generatie Casper Lodewijk Cornelis, nu Alkmaarse tak 10 CASPER LODEWIJK CORNELIS de Boer X Maartje Hop Geboren 05-05-1875 Geboren Overleden 09-01-1961 Overleden Getrouwd 17-06-1899 Kinderen 1) ELDERT Geboren 10-11-1900 Overleden 14-11-1981
Beroep Casper L. C.: sigarenmaker en winkelier in Alkmaar, later tuinder in De Rijp, raadslid en wethouder. Vervolgens Burgemeester in De Rijp tijdens het laatste deel van de oorlog. Na de oorlog werd hij weer tuinder.
Beroep Maartje: voor haar trouwen hulp in de huishouding in Amsterdam. Woonadressen Landstraat 5, Verdronkenoord 23 (nu 45) trapgevelhuis, Luttik Oudorp 80 ( nu 98) in Alkmaar en Tuingracht 423 in De Rijp.
Dam met raadhuis in De Rijp 114
22-09-1874 22-06-1955
LEVENSBESCHRIJVING VAN MIJN GROOTVADER CASPER LODEWIJK CORNELIS DE BOER. Mijn herinneringen aan beide grootouders in De Rijp gaan terug tot ongeveer 1940, toen ik af en toe bij hen logeerde. Met het boemeltje tot Purmerend en verder met de bus naar De Rijp. Daar werd je dan nieuwsgierig aangegaapt door oudere mannen, die stonden toe te kijken wie er allemaal uit de bus kwamen. Als enige kleinzoon kan ik nog een Sint Nicolaas feest voor de geest halen, waarbij ik royaal van kado’s werd voorzien. Tevens herinner ik de winter van 1941 met veel sneeuw en ijs op een slee op de Tuingracht.Het grote huis op de Tuingracht was koud en boven in de slaapkamer brandde geen kachel. Hieronder een foto van het huis op de Tuingracht, dat ik onlangs weer eens van binnen heb bekeken en dat volledig is verbouwd. Nu woont notaris Eskens uit Heerhugowaard erin en hem heb ik zakelijk meegemaakt. Het huis is enkele jaren geleden door hem aangekocht voor een miljoen gulden!
Dus botste het flink tussen hen. In zijn Alkmaarse tijd was opa de Boer sigarenmaker, eerst op het Verdronkenoord en later op het Luttik Oudorp. Ik denk dat hij het beroep heeft geleerd aan Pieter van Bronkhorst, de man van zijn zuster. Later kocht mijn opa het pand op Luttik Oudorp 96-98 van hem en ging daar verder met de sigarenmakerij en de winkel.
Het woonhuis op Verdronkenoord in Alkmaar.
Woonhuis Tuingracht 423 in De Rijp. Het “warenhuis” (de broeikas”), waar mijn grootvader spinazie, bloemkool, tomaten en druiven teelde, staat er niet meer. Oma was een klein vrouwtje, die niet zoveel in ”de melk te brokkelen” had bij opa. Ik veronderstel, dat opa het idee had, dat hij ook mijn moeder wel de baas kon zijn, en dat liep totaal uit de hand.
Tekening van mijn vader van bovengenoemd woonhuis met trapgevel in Frans woordenboekje. Hij kon de strijd tegen de machinale sigarenmakers niet meer aan, en daarom verhuisde hij in 1926 naar De Rijp, de geboorteplaats van oma en werd daar tuinder.
115
klant van mij bij Amro in Alkmaar), alsmede de man van Mevr. Visser van de kolenboer. De daad van de 2 jonge Rijpers om overdag in de vlakke polder de beide vliegeniers achter op de fiets vanuit Noordeinde mee te nemen lijkt mij nogal naief . Bij hun aanhouding door de Duitsers zijn zij bij hun poging om te vluchten neergeschoten. Zie ook de aparte notitie in mijn dossier. Hij heeft ervoor gezorgd, dat de Sapmeer niet onder water werd gezet door de Duitsers. Zij hadden tevens het idee de Beemsterbrug te vernielen en dat wist hij ook te voorkomen. Latere sigarenwinkel op het Luttik Oudorp nu pakhuis in Alkmaar. In de jaren 1930 deed hij daar veel in het verenigingswerk: hij was mede-oprichter van de voetbalclub De Rijp, zat in het bestuur van de V.V.V. en de visvereniging (foto’ s in zijn dossier). Daarnaast was hij politiek geïnteresseerd en zat in de gemeenteraad. In het begin van de oorlog werd hij lid van de N.S.B., niet om hun politieke idealen, maar omdat zij duidelijk meer ”ophadden” met de land- en tuinbouwers en hogere prijzen voor hun producten toezegden. Dit staat in de verklaring, die hij na de oorlog aflegde, en die ik wel geloof, alhoewel de keuze lid te worden van de NSB niet goed te keuren is. Toen burgemeester van Staveren moest ”onderduiken” en er een nieuwe burgemeester moest komen met een bezetters vriendelijke signatuur heeft hij zich kandidaat gesteld met het argument dat er dan geen vreemde snoeshaan in De Rijp zou komen. Uit meerdere gesprekken, o.a. met Jan Oldenburg, (van de Historisch Verg. De Rijp) en met Mevr. Visser, heb ik de bevestiging gekregen dat hij veel goeds voor De Rijp heeft gedaan, ondanks zijn politieke keuze. Zo heeft hij na de razzia, waarbij 50 ”Rijpers” opgepakt werden bij het vliegtuigdrama bij Noordeinde ( zie zijn dossier), kunnen bewerkstelligen, dat er 45 mannen weer vrij kwamen en er slechts 5 werden gevangen gezet. Vrij kwamen o.a. Dr. Schermerhorn (de huisarts en later 116
Door zijn sociale omgang tijdens zijn burgemeesterschap wekte hij de woede op van zijn ”foute” collega van Baak van Purmerend en liep hij het risico vervangen te worden. Men heeft getracht hem de liquidatie van die burgemeester (van Baak) en wethouder de Boer van Edam in de ”schoenen” te schuiven. (zie dossier in mijn bezit) Na de oorlog heeft hij ruim 8 maanden ”vast” gezeten, waarbij er wel degelijk rekening is gehouden met de positieve zaken die hij toch heeft gedaan tijdens zijn burgemeesterschap. Zie ook hiervoor in mijn dossier over hem. Na zijn terugkomst in De Rijp werd hij weer tuinder, hij was toen inmiddels al 70 jaar. Bij het overlijden van oma in 1955 kwam hij in Bergen aan Zee bij ons wonen. Ik denk dat mijn vader zonder medeweten van mijn moeder met hem kwam aanzetten en dat werd een drama. Na verloop van tijd ging hij wonen bij de moeder van Adriaan van Dis. Daarna woonde hij in het museumpje in het Parnassia park en tenslotte tot zijn dood bij Mevr. De Haan, die hem redelijk financieël heeft uitgekleed. Hij was een goed schaatser en zwemmer. Bij het bruggetje in De Rijp, waar de jeugd zwom, was een “standje” bekend als een “Cassie de Boer”. Dat was een duik vanaf de leuning achterover het water in.
Mijn interesse in het organiseren van sportactiviteiten (Il Primo, tennisclub TCB, 21km van Bergen en NHD Loopcircuit) heb ik wellicht van hem geërfd.
Aantal foto’s van mijn grootouders en een foto van een schilderij van de verwoestende brand in 1654 in De Rijp, waarbij de helft van de houten huizen werden vernietigd.
1) met oma op slee in De Rijp. 2) Veel sneeuw in De Rijp. 3) Met de zeilboot op een eilandje in Alkmaardermeer. 4) In juni 1935: net geboren, opa en oma op bezoek in Wijsmullerstr. (wijkzuster en moeders). 5) Tante Corry en oom Jan met auto.:6) in de zeilboot; 7) voor regenput in De Rijp en 8) met opa en oma op eilandje Alkmaardermeer.
Grote brand in De Rijp in 1654.
Zwembruggetje in De Rijp. Standje Cas de Boer: achterover in de plomp. 117
11e generatie Eldert, nu Alkmaarse tak 11 ELDERT de Boer X Wilhelmina Frederica Kost Geboren 10-11-1900 Geboren 20-05-1906 Overleden 14-11-1981 Overleden 13-09-1999 Getrouwd 22-09-1932 Kinderen 1) CORNELIS Geboren 02-06-1935 2) Willem Frederik Geboren 29-04-1941 Eldert werkte als afdelings chef ABN in Alkmaar. Schoolopleiding 5 j. Handelsdagschool. Miep werkte op kantoor bij Blikman en Sartorius in Amsterdam. Woonadressen: Wijsmullerstr.49, Amsterdam. Elzenlaan 22 Bergen aan.Zee en Broekbeeklaan 30, Bergen. ( Voor deze “zijtak” van mijn broer Wim zie blz.:147)
Schilderij, zie toelichting z.o.z. 118
LEVENSBESCHRIJVING VAN : MIJN VADER ELDERT DE BOER, Mijn vader, Eldert de Boer, was enig kind van mijn grootouders en moet in een redelijk welvarend gezin zijn opgegroeid. Zijn vader was aanvankelijk sigarenmaker en de winkel was eerst op het Verdronkenoord en later op het Luttik Oudorp. (zie foto vorige blz.) Hij had van het huis op het Verdronkenoord een tekeningetje gemaakt op de binnenkant van een Frans woordenboekje, dat ik ook nog regelmatig gebruik tijdens de vakanties in Frankrijk. Zie hieronder. De winkel is duidelijk te zien, alleen het bovenste “trapgevel” gedeelte klopt niet helemaal. Bij de Gemeente Alkmaar was wel bekend, dat er een winkel in het pand gevestigd was, maar zij hadden hiervan geen tekening. Ik heb met hen een “ruiltje”gepleegd: zij mijn tekening en ik hun huidige bouwtekening. Hij was artistiek aangelegd (heb ik vast niet van hem geërfd): hij was muzikaal en speelde al op de jonge leeftijd in een mandoline orkest; daarnaast schilderde hij, waarbij hij hoofdzakelijk schilderde naar een voorbeeld.
Zie ook mijn zoektocht naar het ontstaan van het schilderij met als afbeelding een drinkgelag uit de 17-18e eeuw. Uiteindelijk heb ik niets kunnen vinden, wie het originele schilderij heeft gemaakt. Via Mauritshuis, Rijksmuseum, John Hoogsteder (Kunst en Kitsch rubriek van de t.v.) naar Duitse musea. Men vermoedt dat de maker een Duitse schilder is (Max Gaisser of Fritz Wagner). Zie apart hoofdstuk over onderzoek op blz. 202. Hij was wel sportief, voetbalde in het 2e van Alcmaria, turnde in clubverband en tenniste later bij de tennisclub van de Twentsche Bank in Amstelveen en soms nog in Bergen aan Zee. Na de Handelsschool in Alkmaar (dezelfde die ik bezocht) vertrok hij naar Amsterdam en woonde daar jaren op kamers. Hij werkte bij de Twentsche Bank in de Spuistraat. Hij ontmoette mijn moeder via een collega, zij trouwden in 1932 en gingen in de Wijsmullerstraat 49 in Amsterdam West wonen. Daar ben ik in 1935 geboren. Mijn vader was een wat stille man, die naast zijn artistieke aanleg ook met andere zaken bezig was: hij had in Sloten bij Amsterdam een volkstuintje, speelde met mecano (constructies) en hield een volière. Ik zal hem wel hebben teleurgesteld, want ik was noch artistiek, noch had ik veel interesse in de mecano. Door de politieke invloed van mijn grootvader heeft mijn vader ook wat sympathie gehad voor zijn gedachten en heeft daaraan uiting gegeven. Dit ondanks vreselijk verzet van mijn moeder gepaard gaande met grote ruzies. Op de bank werd zijn politieke houding bekend na de oorlog is hij tijdelijk geschorst geweest. In de tijd, dat opa in Hoorn
”vast” zat, woonden wij bij oma in De Rijp en nam mijn vader het tuinbedrijf van opa waar, hetgeen hem lichamelijk heel veel kracht moet hebben gekost. Wij gingen in De Rijp wonen, omdat mijn broer Wim aan het einde van de oorlog tbc. opliep en buiten moest kuren. Na bemiddeling van vrienden bij de bank (Wim en Annie de Jager van de Hoofdweg in Amsterdam), kon mijn vader weer terugkeren bij de bank in Alkmaar. Wij waren inmiddels in Bergen aan Zee gaan wonen voor de gezondheid van broer Wim. In Bergen aan Zee had hij weer een volkstuintje op pure zandgrond, waar met behulp van kunstmest groeide alles op het ”brandend” zand ! Ook bouwde hij met gejut hout een grote volière voor vogels en kippen. Het gejutte hout van het strand moest bemachtigd worden voordat de koddebeier het inpikte ( dat vonden aan Bergen aan Zee-enaars, tenminste!).
Woonhuis 1946-1959 Elzenlaan, Bergen aan zee. Doordat Wim nogal door onze moeder ”bemoederd” werd in verband met zijn ziekte, was hij nogal veel in en rondom huis, in tegenstelling tot ondergetekende, die achteraf beschouwd vrijwel altijd buiten aan het voetballen was met vriendjes. Mijn vader heeft Wim zijn aanleg voor muzikaliteit gestimuleerd. Wim toonde ook interesse voor zijn oude “stenen bouwdozen” uit begin 1910 en voor de mecanoconstructies. In de Elzenlaan woonde de familie De Vrij met hun drie jongens. Vader en moeder de Vrij tennisten net als mijn ouders.
Winter impressie Bergen aan Zee 1947 119
Woonhuis v.a.1959: Broekbeeklaan 30 Naast hun huis was een tegel tennisbaan, waar zij- en later ook wij- af en toe mochten tennissen en een beetje les kregen van mijn vader en moeder. Jan Boersma leerde daar ook het spelletje. Zie jeugdfoto van ons. In 1959 kochten mijn ouders het huis in de Broekbeeklaan 30 met wat geld van de erfenis van oma de Boer. Samen met mijn vader heb ik het huis opgeknapt, alsmede het daar achter liggende zomerhuis, waar ik na mijn trouwen ging wonen. In een gebouwd broeikastje hebben wij samen veel plantjes ”getrokken”, die ik later ook in mijn tuin op Broekbeeklaan 26 heb geplaatst. Na zijn pensionering in 1965 was hij al redelijk ”uitgeblust” en de huissituatie werd er niet beter op, doordat mijn vader en moeder nu de hele dag met elkaar werden geconfronteerd. Ik denk dat mijn moeder het gevoel had haar ”vrijheid” kwijt te zijn door zijn aanwezigheid. Bovendien heeft m.i. mijn moeder haar hele leven te ”geforceerd” geleefd: alles met de beste bedoelingen, maar het was veelal: TE. Dit kostte dit haar zoveel energie, dat het haar uiteindelijk opbrak. Eén en ander mede veroorzaakt door haar strijd tegen opa de Boer, de politieke ideeën van mijn vader, de ziekte van Wim en haar niet aflatende pogingen eten te halen uit de Schermer in de winter van 1944 onder barre koude omstandigheden. Zij vertelde, dat zij nog steeds badend in het zweet wakker kon worden van 120
dromen over haar werk bij Blikman en Sartorius op kantoor. Mogelijk was de baan iets te hoog voor haar gegrepen, alhoewel zij goed kon leren en zelfs een klas mocht “overslaan” tijdens de periode, dat zij en Oom Bart bij hun grootouders in Amstelveen opgroeiden. Ik vermoed, dat hun moeder te snel weer in verwachting van het volgende kind was en de huissituatie niet aankon. Het feit dat Wim met Lia voor de Hoogovens naar Liberia ging, was voor haar geest TEVEEL en klapte zij in elkaar, want hij bleef toch haar “zorgenkind”. Samen met Bob Luif, de huisarts, heb ik moeten besluiten om mijn moeder te laten opnemen in Duin en Bosch te Castricum. Zij heeft daar vanaf 1966 tot haar dood in 1999 moeten verblijven, waarbij haar gezondheid langzamerhand terugliep: zij werd dement, werd blind en incontinent, één doffe ellende. In mijn grafrede voor haar - de tekst is in mijn archief - heb ik hieraan uitvoerig aandacht besteed. Zij heeft heel veel tegenslag in haar leven gekregen en moeten overwinnen. Hierna volgen een aantal foto’s van mijn ouders.
Woonhuis Wijsmullerstr. 49 Amsterdam.
Mijn moeder in 1994 in Duin en Bosch; zij was toen al vrijwel blind.
1.) Moeder en ikke. R. 2.) Moeder met prarsol. 3.) Schaatsen in De Rijp/ Graft: vader, moeder, oom Jan en tante Corry. 4.) Met gezin in de tuin in Bergen aan Zee. 5.)Moeder en vriendin “de boom in”. 6.) Winter 1947 in Bergen.a.Zee , tuin en voliere met op de achtergrond het huis waar toen de dichter Bertus Aafjes met zijn gezin woonde. 7.) Moeder en zus en vriendin op dak.
Als “aanwaai” opa voor Britt en Levi
Als voorzitter van “Il Primo” komst Andre Arnold Ik derde van rechts, Eric 2e van rechts staand. 1.) Op tennisbaan van straattegels in Bergen.a.Zee met vader, Wim en Jan Boersma. 2. Strenge winter 1947 aan strand met enorme schotsen. Verder vakantie “kiekjes” uit Bergen Nh. bij tante Geert en oom Jaap Hoek. 121
12e generatie Cornelis, nu Alkmaarse tak 12 CORNELIS de Boer X Petronella Weil Geboren 02-06-1935 Geboren 18-01-1937 Getrouwd 20-02-1960 Scheiding 14-04-1992 Kinderen 1) ERIC Geboren 19-11-1964 2)_ Sander Geboren 03-07-1969 3) Ellen Geboren 29-10-1972 Mijn schoolopleiding: 4 jr. Handelsdagschool Beroep: proc.houder ABN/AMRO als adviseur particuliere relaties. Schoolopleiding Nel: M.M.S., beroep kleuterleidster Schoolopleiding Eric: VWO HEAO Economie Zie zijn verhaal op blz.: 142. Schoolopleiding Sander HAVO, Toerist academie Schoolopleiding Ellen HAVO en modeopleiding Montagne Amsterdam. Ellen trouwde in 2001 met James Veenhoff en woont sinds 2005 samen in Bussum met Peter Baars. Zie haar verhaal vanaf blz.: 135.
LEVENSBESCHRIJVING CORNELIS DE BOER.
Ellen’s: memory spel gemaakt voor m’n 65e jaardag.
Mijn 3 kinderen op de trouwdag van Eric en Brigit.
122
De 2e wereldoorlog heb ik vooral tegen het einde van 1944 -1945 redelijk bewust meegemaakt. Vooral de bombardementen op de boottocht met Alkmaarse Packet in Zaandam op de terugtocht vanuit Driehuizen heeft een diepe indruk achtergelaten. Daarnaast de bommenval op het Hoofddorpplein, toen ik die nacht alleen in huis was. Mijn moeder was eten halen op de fiets in de Schermer en mogelijk was mijn vader aan het wachtlopen. Ook het constant rondhangen rond de gaarkeuken, teneinde te trachten nog wat extra eten te bemachtigen en het zoeken naar brandhout voor het zeer kleine houtkacheltje, waarop met houtsplinters kon worden gestookt, staat nog duidelijk op mijn netvlies. Van het smerige eten van vissoep uit de gaarkeuken en de zoete geur van tulpenbollen krijg ik ook nu nog een rot smaak in mijn mond. Aan het eind van de oorlog won ik, getraind door mijn moeder, tijdens een hardloop wedstrijd in de straat een levend konijn. Het konijn, genaamd Piet was rond Kerst 1944 spoorloos verdwenen, maar wij hadden toen wel vlees. !!
Wij hadden regelmatig vrijaf op school, vanwege kolengebrek, dus was het voetballen op het Surinameplein, waar nu het Belfort Hotel staat. Voor mijn verjaardag in 1944 of 1945 kreeg ik een paar 2e hands kicksen (Amsterdams voor voetbalschoenen). Door de tbc ziekte van Wim verhuisden wij via De Rijp naar Bergen aan Zee rond februari 1946. Toen moest ik op de autopet naar de lagere school in Bergen. Door de inspanning had ik een kop als vuur: mijn roepnaam was vanaf de eerste dag geboren, bedacht door Elly Smit-Schotten en Els Schuil, t.w.: APPELTJE en heel Bergen kende mij met deze roepnaam. Zelfs brieven met Kees Appel, Bergen aan Zee kwamen toen op het juiste adres. In Bergen aan Zee werd er vrijwel altijd buiten met de jongens, Jan Boersma, Cock Schotten, Engel en
Op het schoolplein werd voor- en na schooltijd altijd gevoetbald, en natuurlijk tijdens het overblijven tussen de middag. Bij B.S.V speelde ik linksbuiten en later, doordat ik op het schoolplein ook wel verdienstelijk als keeper optrad, ook als keeper op 16 jarige leeftijd in het eerste in de 4e klas KNVB. De eigenlijke keeper was tijdelijk afwezig. Later voetbalde ik weer in het veld in het eerste, maar had al gauw genoeg van het harde spel en trad met enkele jongeren rond mijn 20e jaar toe tot de veteranen, een fijne en leuke tijd. Op de Handelsschool op de Laat (waar nu C&A is) ging ik vlot door de vier klassen en ik slaagde met nog slechts vier leerlingen die tegelijk met mij in de eerste klas waren gestart. De rest van de eindexamen leerlingen kwamen tussentijds van andere scholen, of waren “onderweg”blijven zitten. Aangezien ik niet wist welke baan ik zou kiezen, heb ik heel even getwijfeld aan het vak gymleraar, maar ik vond het turnen te ”eng” ondanks een vader en moeder die hoog geturnd hadden. Ik ben toen ook maar bij de Twentsche Bank in Amsterdam gaan werken.
Voetbalelftal rond 1947/48. Wij zijn toen nog kleiner dan de leider Jan Timmer, die toch heel klein van “stuk” was. “Ikke” 2e jochie rechts achter. Jan de Vrij en nog enkele anderen gevoetbald. Op eigen aangelegde voetbalveldjes met zelf gemaakte doelen van omgehakte dennenbomen en doelnetten van camouflage- netten uit de oorlog werd er gespeeld. Daarnaast werden er veel hutten gebouwd in het bos en in de duinen, waar toen nog geen enkel pad liep, dus hadden wij een enorme vrijheid. Het in elkaar proberen te zetten van mijnen etc. was ook een geliefde bezigheid, net als het jutten aan het strand na een storm in de hoop o.a. planken aan te treffen voor de bouw van hosjes (schuurtjes) en voor de enorme sun-school kolenkachel in de woonkamer. In het voorjaar kon je ongestoord eieren zoeken in bos en duin, zonder een koddebeier tegen te komen. Zo kon mijn eierverzameling verder uitgebreid worden, welke indertijd door mijn vader in zijn jeugd was opgezet.
Woonhuis na trouwen :Broekbeeklaan 26 in Bergen. 123
Al spoedig werd ik naar Noord Holland gehaald door de heer Prinze, district directeur uit Zaandam, die via mijn vader had gehoord waar ik werkte. Via allerlei stageplaatsen- Zaandam en Schagenkwam ik in Den Helder terecht. Na ruzie over het moeten wonen in Den Helder na mijn benoeming tot procuratiehouder aldaar, (er was mondeling met de heren Buter en Prinze afgesproken dat ik Bergen kon blijven wonen), heb ik daar de deur achter mij dichtgedaan. Het was toen een heel grote uitzondering, dat een jochie van 25 jaar tot procuratie houder werd benoemd en zij dachten: die zwicht hiervoor wel, nee dus. Gesolliciteerd bij de Amsterdamsche Bank in Alkmaar. Die vonden het wel een mooi verhaal en zeiden: bewijs maar dat je het kan, dan zien wij wel. Ik had het geluk dat mijn baas aldaar, de heer de Mik, na enkele jaren met pensioen ging, en ik volgde hem op.
zondag deze ski’s voor f. 5,-- per uur: ze vlogen als warme broodjes de skistal uit en de investering was er in één jaar weer uitgehaald. Het door mij bedachte Nederlandse kampioenschap skiën op kunstbanen, evenals het schoolskiën, werden een groot succes. Het lustrumfeest in 1969 van ”Il Primo” had een aantal facetten: het ”gepikte idee” van een ruilbeurs uit Rotterdam, door ons gehouden in de Rustende Jager in Bergen had al meteen ruim 3.000 bezoekers tijdens het weekend. De voor de eerste keer gehouden internationale ski-wedstrijden op de baan van de z.g. Lowlanden, die normaal in de sneeuw werden gehouden tussen de vijf laaglanden van Europa, was een leuke opsteker. Het lustrumnummer van het “Il Primo Nieuws” in 1979 was van ongekende kwaliteit, dankzij de medewerking van zeer velen. Bij de foto’s van mij is er een pagina van dit lustrum exemplaar. Zie bladzijde 129. De door mij opgerichte F.S.S (Federatie skiclubs en
Feest bij Wim Rivière t.g.v. 12 ½ huwelijk met Junior Kamer Alkmaar. Al snel werd ik via Wim Rivière gevraagd voor de Junior Kamer Alkmaar, waar ik mijn ”blik” enorm kon verruimen temidden van vele mannen, die een universitaire studie hadden gedaan. Het leren besturen, het kunnen voorleggen van problemen aan je vrienden bij J.K.A. heeft mij later veel baat opgeleverd bij mijn voorzitterschap bij ”Il Primo” in Bergen. Bij de skiclub heb ik vele initiatieven kunnen ontwikkelen, o.a. het vervangen van de ijzeren skipiste constructie door het leggen van nieuwe plastik matjes uit Engeland. Later hadden wij de eerste ski-lift in Nederland, net voordat Sigi Moser hem had in Brunssum. De aanleg van de langlaufloipe was meteen een succes. In de strenge winter van 1978 verhuurden wij op zaterdag en 124
Sander op de oude “borstel” skibaan van “Il Primo”. ski organisaties) bracht het gesprek op gang tussen de skibanen en de Ned. Ski Vereniging in Den Haag. Daar zaten de heren met de hete aardappel in de keel. De kunstskibanen hadden een leuke machtspositie- wij hadden jeugdige skiërs en zij slechts internationale ski licenties. Al spoedig trad ik toe tot hun hoofdbestuurbestuur; in het jaar 1985 fuseerden beide verenigingen.
De beleggingsclub in Les Gets bij Wim Rivière. Ín 1980 trad ik af als voorzitter van beide organisaties en ging wat aan het hardlopen doen op gewone gympies en in een regenjack, het zag er niet uit zei ”men”. Dit kwam doordat zoon Eric, Bart- en Jan Boersma regelmatig wedstrijdjes liepen. Dus ik ook mee. In de tennisclub T.C.B. speelde ik competitie en trad toe tot de kantine-commissie toen daar problemen ontstonden.
Per 1 oktober 1993 ben ik gestopt met het werk op de bank en ik kreeg een prachtige financiële regeling mee. Op 15 oktober 1993 zaten Marijke en ik in het vliegtuig naar het Verre Oosten en bleven daar tot voor de Kerst. Wij gingen eerst naar India, verder met de bus in twee volle dagen naar Nepal. Daar deden wij een trekking naar het Basic Camp van de Mount Everest op 5610 meter. Vervolgens naar Thailand en Maleisia. Een fantastische tocht. Onderweg naar het Base camp kwamen wij langs het beroemde, na de brand weer opgebouwde, klooster van Tengboche, dat op een hoogte van ruim 3800 meter lag. Wij sloegen onze tentjes op op het veld voor het klooster. Op de foto (zoz) zijn de paarse koepeltentjes van onze groep. Rechts achter op de foto de mooie bergformatie van de Ama Dablan, terwijl in de verte reeds de Mount Everest, Nuptse en Lhotse zichtbaar zijn.
Rond 1990 kwam ik in het bestuur van de 21 km. van Bergen, een looporganisatie, welke jaarlijks de halve marathon in Bergen organiseert. Later volgde ik Henk Geerts als voorzitter op en heb vrijwel alles van voor 1990 overhoop gehaald en de organisatie weer op peil gebracht vanaf de jaren 1990. Het sponsorbedrag steeg van circa f. 6000,-- naar circa f. 35.000,-- evenals het aanzien van de stichting. Het Noordhollands Dagblad Loopcircuit was een logisch vervolg van de activiteiten van mij in de stichting 21 km van Bergen. In 2000 beëindigde ik de bestuurlijke activiteiten op het loopgebied, mede door de aanschaf van de camper, die veel tijd ”vrat”- maar een zalig vervoeren vakantie middel is. Zelfs voor mij, die geen echte auto freak is. Maar als camperbestuurder voel je je net een vrachtwagenchauffeurtje. Voor vele mannen een jongensdroom. Het werk bij AMRO en later bij ABN AMRO heb ik met veel plezier gedaan, vooral het werk in de provincie- boven de lijn Castricum tot Texel- was gevarieerd en interessant. Mijn scheiding in 1990 werd formeel eerst in 1992 uitgesproken.
“Vermomming” met baard in Kathmandu Nepal tijdens reis in 1993 na vertrek bij ABN AMRO !!. Van deze tocht van 2 ½ maand naar Azie heb ik een film gemaakt, welke op video staat. In 2005 zal ik dit reisverslag op DVD zetten. 125
henzelf ook optimaal gebruik van gemaakt.
Foto op het veld bij klooster van Tengboche in Nepal. In 1994 en 1995 gingen wij op de fiets vanuit Enkhuizen naar de Middellandse Zee (Snt Marie de la Mer) en naar Rome. Zelden zulke mooie tochten gemaakt. Op de fiets zie je alles en je beleeft veel en geniet heel intens.!!!
Het grootste gevaar in de opvoeding vond ik altijd die rot drugs in Bergen, die je vrijwel overal als kind kon bemachtigen. Ik denk dat zij daar heel goed doorheen zijn gekomen. Hopelijk heeft onze actieve opstelling ten opzichte van het beoefenen van sport door de kinderen daarin een rol kunnen spelen. Ellen spande de kroon met het beoefenen van wel 14 verschillende takken van sport; dit stelden wij vast bij het maken van de Thomasvaer en Pieternel en de liedjes voor haar bruiloft. Slechts één opmerking maak ik: in de padvinderij zeggen ze: “akela wij deden ons best”!
In de volgende jaren werden de vakanties in het Westen van Amerika en vervolgens het jaar daarop naar Alaska en Noord Canada doorgebracht. Wij reisden rond in een camper, samen met Gerard en Leny Klein Bekman. Prachtige Indian Summer daar meebeleefd. Imiddels had ik een huis gekocht in het nieuwe woonplan: Beekhove, waar ik terecht kwam op de Loudelsweg nr. 14. Een prima huis voor mij; Marijke heeft het huis hoofdzakelijk voor mij/ons ingericht. Zij woont in Enkhuizen, dus ”latten” wij. Aan het einde van de negentiger jaren kwam de hond Wopper bij haar en Tara in 2000 bij mij. Tara is mijn millennium hond: zij werd via de keizersnede ”gehaald” op 3 jan. 2000. In mijn levensverhaal ontbreekt een belangrijke fase: mijn huwelijk met Nel en de drie kinderen die wij beiden kregen. Ik denk dat de kinderen heel goed terecht zijn gekomen, mede voor een belangrijk gedeelte is dit de verdienste van Nel en niet van mij. Eén ding moet mij nog van het hart: alle drie de kinderen waren bereid te leren en hebben daar voor 126
In Limburg t.g.v. mijn 65 jaar, met eigen en aanwaai kinderen en kleinkinderen.
Ook is het uitermate prettig vast te stellen, dat de relatie met mijn “aanwaaikinderen” goed is te noemen. (de kreet “aanwaai” is van Maud afkomstig). Leuk was vast te stellen, dat Maud en ik jaren geleden bij T.C. Bergen een tournooitje speelden. Iedereen van T.C.B. mocht een niet-lid uitnodigen. Marijke was ziek, dus Maud viel in. In één van de partijtjes zeiden onze tegenspelers, dat zij wel konden zien dat wij vader en dochter waren, gezien onze ”lieftallige” benadering van elkaar toeroepen met kreten als ”schiet op ouwe en of lopen trut”. Ik was erg verguld met Maud haar gedichtjes en limmericken voor en over mij tijdens het feestje in Zuid Limburg ter gelegenheid van mijn 65e jaar. Ik laat er hieronder eentje volgen:
De derde camper, een halfintegrale, zonder “voorhoofd” in de zomer van 2004 in de Jura. Voldoet uitstekend !!
Strandwandeling met Marijke, Britt ,Wopper en Tara in Bergen aan Zee.
Dus aten wij pizza‘’s bij Duinvermaak bij mijn 65e verjaardag !
Op fotosessie in de Provence. De Amerikaanse fotograaf ging het om de honden!! 127
PROZAÏSCHE BENADERING VAN MIJN HOBBY BETREFFENDE: HOGE BERGEN, SNEEUW, IJS EN ANDERE FACETTEN HIERVAN ….OFWEL: “KOU EN…… ELLENDE”.!!!!!!! Deze lieftallige uitdrukking van Marijke uit Enkhuizen is bij velen wel bekend. Hoe zij tot deze ontboezeming kwam, volgt aan het einde van dit verhaal.
in hartje winter zomaar in de tuin van de Wijsmullerstraat in Amsterdam neer te zetten en zelfs er nog een foto van te maken. Het was dus een “motje”en geen vrijwillige keuze. Ook bij sneeuw en ijs in De Rijp bij opa en oma werd ik al de kou ingestuurd. De strenge winter van 1947 in Bergen aan Zee gaf mooie, fraaie beelden van onze tuin met volière en van het strand met de huizenhoge ijsschotsen:
Mijn voorliefde voor mooie- liefst hoge bergen, voor sneeuw in al zijn hoedanigheden met de mogelijkheden tot skiën, langlaufen, trektochten in het hooggebergte op tourski’s
Foto uit Wijsmullerstraat rond 1938 met vellen van hut naar hut, sleehondentocht in het noorden van Canada etc., zal velen niet zijn ontgaan. Mijn eerste kennismaking met de sneeuw was ongetwijfeld in de winter van 1938, toen mijn moeder het gezond vond om mij 128
Strandimpressie uit de winter van 1947.
streng zodat wij lekker van de sneeuw konden genieten en niet alleen met “schotsie” lopen op het strand. Op het Bio vakantie oord terrein was een echte rodel baan aangelegd, waar wij met de vriendjes wedstrijden hielden wie het verst met zijn slee kwam. Daarnaast had de vader van Jan Boersma eigen ski’s gemaakt van eikenhout, waarbij de voorkant was omgekruld door deze kletsnat te maken en dan vervolgens om de kachel te buigen. Daar leerden wij voor het eerst op ski’s te staan, een geweldige ervaring voor die tijd. Later konden wij ook ijshocky wedstrijden houden op de gegraven “kanaaltjes” van de P.W.N. op de Zanderij vlakte achter de “Bio” (vakantie oord, nu is het in bezit van een kerkelijke
secte). Verder deed ik met enkele voetbalvrienden een aantal dorpentochten op de schaats. Toen in 1969 “Il Primo” in het voormalige openluchttheater zijn baan opende, werd ik daarvan lid en werd het skiën geactiveerd. Mede door mijn toetreding tot het bestuur, kwam ik wel enkele keren per winter in Oostenrijk. Door mijn betrokkenheid bij de ski sport kwam ik ook met de andere takken hiervan in aanraking, zoals het langlaufen, de trektochten in het hooggebergte op de ski’s met daaronder de “vellen”. Dit laatste vind ik wel een van de mooiste facetten van het skiën.
Een blz. uit “Het Il Primo Nieuws”, uitgegeven bij het 15 jarig bestaan van de club in 1979, met veel sneeuw 129
Ook kon je langlaufen in de Bergense en Schoorlse duinen bij voldoende sneeuw: Vanaf “Il Primo”eerst naar de Berenkuil voor een warm drankje, daarna over het bevroren meertje van de IJsbeer door sneeuw en helm naar het strand. Vandaar langs de duinenzijde via de Verbrande pan weer naar het uitgangspunt. Dan was het wel vier uur later in de tijd. Daarnaast ging ik regelmatig met o.a. Gerard en Leny Klein Bekman bergwandelingen maken, die echter per jaar letterlijk en figuurlijk een hoger niveau kregen en niet alleen door de te bereiken hoogte, maar ook door de ingewikkeldheid van deze tochten. In 1989 raakten wij op een gletscher in het Monta Rosa gebied bij Zermatt in Zwitserland van het ene op het andere moment in een dikke mist met vele gletscher spleten om ons heen. Na vier uur trok de mist op en konden wij onze tocht voortzetten. Het was wel even spannend.!! In 1990 deden wij weer een tocht in dezelfde omgeving naar de hoogste top in het gebied van de Dufour Spitze, alleen zwaarder door de beklimming met stijgijzers en aan touwen. Een geweldig mooie tocht via de
Veilig weer terug van de Dufour Spitze 4650 m. 130
Grenzgletscher en niet langs gebaande paden. Toch bleek na afloop van onze tour, dat er in dat weekend 10 mensen in een straal van circa 100 km. waren verongelukt, welke door gidsen werden begeleid. Wij deden het slechts met 3 personen- eigenlijk te weinig- en zonder gids, maar gelukkig kwamen wij ongeschonden uit de bergen. Maar ja, als er iets met ons gebeurd zou zijn, dan zou het commentaar vrij zeker geweest zijn: onverantwoord. Ook ervaren gidsen maken fouten en dat heb ik op de tourtochten in het hooggebergte zelf meerdere keren ervaren. De Zwitserse kranten schreven toen van een”zwart klim weekend”. Een jaar later kwam Marijke in “beeld” en wij gingen met zijn vier-en de Mont Blanc op. Vlak voor deze tocht was zij 6 weken in Indonesie geweest en op de Mont Blanc was zij nog bezig haar malaria kuur af te maken. Zij had geen enkele berg-ervaring en mocht mee als “ballast”. Als voorbereiding op de beklimming hebben wij een weekje “ingelopen”om te wennen aan de hoogte van boven de 4000 meter. Wij beklommen als eerste de “Breithorn” van ruim 4000 meter hoog in het gebied van Zermatt. Twee jonge familie leden van Leny en Gerard kwamen slechts 2 dagen later om in te lopen, wat tot gevolg had dat hun voorbereidingstijd toch onvoldoende was, want beiden werden op het laatste stukje naar de top en in de afdaling behoorlijk ziek en dat op Ellis verjaardag. Zij waren toch goed getraind en relatief jong, maar hieruit blijkt maar weer eens, dat je de tijd moet nemen om te acclimatiseren.
De “Breithorn”, circa 4100 meter hoog.
Alhoewel deze beklimming technisch veel minder ingewikkeld was als die van 1990 bij Zermatt (Dufour) ontstonden er na de laatste hut op de Mont Blanc toch enkele probleempjes: Eerst mochten wij niet overnachten in deze hoogste hut, omdat er een feest was, waarbij zij geen gewone mensen konden gebruiken en de waard op ons begon te schelden. Hij had beter zijn collega in de lagere hut kunnen informeren, dat wij niet welkom waren. Wij zijn toen maar doorgelopen, maar na enkele uren was de “pijp” bij de dames leeg. Dus weer terug naar die hut, waar natuurlijk steeds nieuwe klimmers kwamen aanzetten en ze wel moesten besluiten om ons toe te laten. Inmiddels was het rond 17.00 uur geworden en wij hebben op de lange richel gerust tot circa 02.00 uur van de volgende vroege morgen. Daarna vertrokken wij in donker met onze mijnwerkerslamp op het hoofd. In de verte kon je een lang lint zien van diegenen die al eerder waren vertrokken. Echter, na enkele uren begon het in de verte te onweren en als er iets vervelends in de bergen is, dan is het dat wel. Gelukkig kwam het niet bij ons in de buurt. Om circa 06.30 uur bereikten wij de Valo-schuilhut die helemaal vol met klimmers zat zodat wij er niet meer bij konden. Wat bleek, er was op het laatste stuk naar de top een dikke mist ontstaan en velen durfden niet verder te gaan. Dit hoorden wij echter pas achteraf. Op het laatste gedeelte naar de top liepen wij dus tegen de mist “aan”. Best link natuurlijk, maar ja voorzichtig aan zijn wij doorgelopen. Achteraf bezien was het misschien maar goed dat de mist er was, want dan zag je niet waar je liep. Er was op het laatste stukje naar de top een heel smal uitgelopen pad met aan beide zijkanten een 45 graden helling naar beneden. Proost.!! Wij hadden getracht af te spreken, dat als er één van ons over de rand zou komen te vallen een ander zich aan de andere zijde moest laten vallen. Dit vooruitzicht was niet zo aantrekkelijk en ik denk dat je je eerder je schrap zet om die ander te “houden”. Om circa 09.30 bereikten wij de top van de Mont Blanc, eigenlijk een desillusie, want er was geen duidelijke top en er was geen kruis. Uiteindelijk kwam er nog een Oostenrijkse gids met een dame op de top en hij vond het een geluk bij een ongeluk dat
de mist er was, want zonder mist is het er dan net de Kalverstraat in Amsterdam. En nu dus niet. Wij konden toch enkele foto’s nemen toen de zon heel even doorkwam (de camera bevroor meteen vanwege de lage temperatuur) en daarna weer snel terug. Later ontstond toch nog een ander probleempje: het uitgelopen padje was ineens weg.( nee, natuurlijk niet op dat laatste steile stukje, want dan waren wij ook “weg” geweest). Dan moet je niet lang gaan zoeken, staan blijven en vervolgens weer terug naar “af”. Al spoedig vonden wij enkele gele sneeuwvlekken (van de pies van anderen) en dan weet je dat het pad weer in de buurt is. Als onderdeel van onze tocht door Azie in het najaar van 1993 maakten wij een trektocht in Nepal naar het basis kamp van de Mount Everest. Eerst per bus naar Jiri op circa 1700, waar de weg ophield te bestaan. Wij startten daar bij een temperatuur van plus 30 graden, dus geen reden voor Marijke om te klagen, maar na ruim twee weken daalde ’s-nachts de temperatuur tot dik onder de 20 graden, dus gelukkig nog wat kou en…..
Nogmaals bij het prachtig klooster van Tengboche, Nepal. 131
’s Nachts met de bergschoenen aan, muts op en handschoenen aan, zo bleef je dan wel warm. Na wat oponthoud in het begin van de tocht konden wij ons doel toch nog realiseren, t.w.: een bezoek aan het base camp van de Mount Everest met zicht op de Kumba gletscher en de beklimming van de Kala Patar (zwarte rots) op 5610 meter op 19 nov.1993 (verjaardag Eric). Onze sherpa gids Kancha en zijn staf hadden ons goed begeleid. Hulde!! Op het laatste stukje kreeg één van de gidsen toch nog last van de hoogte ziekte: onze sherpa met de korte oranje broek van de laatste voetbal w.k. met erop gedrukt: hup Holland hup.!!! Foto van onze langlauftocht in noord Canada (Ik rechts achter). Aansluitend heb ik een tocht van vier dagen gemaakt in de “bush” met acht slede honden voor me. Een geweldige belevenis, maar ook voor de organisatie. Normaal deden zij voor de toeristen een half dagje rond de “kerk”, maar ja dat wilde deze ouwe man natuurlijk niet.
Samen met sherpa gids Kancha op Kala Patar, hoogte 5610 meter boven A.P. In 2000 heb ik nog een langlauftocht in Noord Canada gemaakt over het bevroren Abitibi-meer van 100 km. in vijf dagen. Iedereen had een slee achter zich aan, waarin je eigen spullen zaten en een gedeelte van de tenten en andere zaken. In de tent was het ’s nachts regelmatig minus 25 graden. Leuk, net nog geen ellende.
Campement tijdens langlauftocht in 2000. 132
De vader van de organisator- een heel bekend figuur in deze wereld van slede honden- bezat heel ver weg een hutje, waar wij konden overnachten, tezamen met de muizen die er gezien de keutels en aangevreten spullen regelmatig huis hielden. Het “sturen”van de slee ging eigenlijk redelijk gemakkelijk, alleen bij scherpe bochten moet je natuurlijk naar de andere kant zwaar overhellen en dat doe je dus niet de eerste keren. Dan valt het hele zootje om en aangezien er achter de slee een heel lang touw hangt, moet je dat zien te grijpen en… vasthouden.. en dan maar brullen van STOP. Aangezien zijn vader ook mee was, hebben wij daar prachtige tochten gemaakt. Dit had ik nooit willen missen. !!!
Dan hoor je het ook eens van een ander. Marijke had ook nog een overdreven verhaaltje van George Visch gehoord toen Rob Bac en ik ook een leuk paadje wisten te vinden. George had net een knie operatie achter de rug en kon uiteindelijk niet meer skien in Les Gets. Wij hadden het volgende afgesproken; wij skieden naar beneden en George ging dan weer met de lift naar beneden en zo hadden wij allen plezier die middag. Alleen het liftpersoneel snapte er niets van.
Foto van de honden “in ruste” vlakbij het hutje van de vader. En nou die zogenaamde “echte”ellende dus : Als je al lang in de bergen komt, kan het wel eens een enkele keer!! gebeuren, dat je een stukje wilt afsnijden, omdat je denkt dat het korter is. Vaak is dat een juiste beslissing en soms is het een verkeerde keuze. Toen wij met alle kinderen en “aanwaaikinderen” in 1992 in Les Gets waren, wist Eric zich nog wel zoiets te herinneren en eenmaal een dief….. Marijke deed ook nog een duit in het bekende zakje, want een jaar daarvoor waren wij met Maud ook in dit gebied, toen ik ook dacht een stukje te kunnen afsnijden. Het padje langs de berg was goed te doen, alleen aan de linkerkant liep het nogal steil naar beneden. Dus goed je evenwicht proberen te behouden. Maar ja, dan ligt er op dat padje een vaste boomwortel 10 cm. omhoog en daar moet je dan zien overheen te stappen. No problem, nietwaar?. Voor sommigen dus wel een probleem, waarna een lange discussie volgt. Laat nu op dat moment er een Duitser ook via dat padje komen en zijn vermoedelijk ook ietwat bange echtgenote toeroept: “Komm Hilde, es ist hier so romantisch”.
Om toch nog wat spectaculairs te doen, gingen Rob en ik dus een “stukje afsnijden”. Niks aan de hand, of op zijn hollands-frans: rien à la main. Maar ja soms vergis je je toch. Het was al donker en wij waren nog steeds niet terug in Les Gets. George had een probleem, want moest hij nu wel of niet de reddingsdienst inschakelen. Deze keer nam hij een juiste beslissing en wij kwamen natuurlijk weer boven water. Dat zijn nu “ellendige”- soms voorkomende gebeurtenissen, waarvoor je je hele leven op wordt afgerekend. Vandaar kou en ellende, met dank aan Marijke !!!!!!!!!! Soms moet je wel eens een verhaaltje rechtzetten. (de samensteller van deze onzin is niet bekend) P.S. Van de drie bergtrektochten met Gerard en Leny heb ik films gemaakt, welke anno 2004 nog op video staan, maar in de loop van 2005 op DVD worden overgezet.
Slechts 48 van de 144 husky’s mochten met ons mee op de 4 daagse tocht in “the bush”, de rest van de honden brulden van jaloezie 133
Verhaal van mijn dochter Ellen de Boer: Geboren: 29 oktober 1972 in Bergen op de Broekbeeklaan 26. Jeugd: De herinneringen aan mijn jeugd zijn meer dan plezierig en onbezorgd. De omgeving heeft daar zeker toe bijgedragen. Omringd door bos, weilanden en strand maakte het tot een groot pretpark. Zeker naarmate er gezinnen in de buurt kwamen wonen met kinderen van mijn eigen leeftijd. Een van deze meisjes is 27 jaar later nog een van mijn beste vriendinnen. We speelden elke avond buiten tot het donker werd. Van landje veroveren, slagbal, hinkelen, touwtje springen, stelten lopen, flessen voetbal tot hele ‘race parcours’ die we zelf uitzetten in de tuin achter ons huis. Sport: Ben ik altijd gek op geweest! En vooral veel verschillende.... Het begon allemaal met skiën op de skibaan en gymnastiek. Maar toen ik erachter kwam dat jaar na jaar er tijdens de wedstrijden er steeds dezelfde 3 meisjes meededen en ik alleen kon winnen als er 1 ziek was. En ik wel in het ‘keur ploegje’ van de gymnastiek zat maar niet om mijn goede prestaties maar om m’n onvermoeibare inzet, heb ik het skiën en gymmen, verruild voor tennis en jazz ballet. Mijn vader tenniste elke zondag ochtend bij de tennis baan van Mr. Lau en vanaf m’n 3de mocht ik met m’n broers (Eric en Sander), het laatste halve uurtje ‘meespelen’. Waarna we daarna een flesje drinken kregen, wat vaak uit een luik onder de grond vandaan gehaald moest worden. Heel spannend... later ben ik bij TC Bergen gaan tennissen en kreeg ik les van Jan. Maar toen kwam er een vriendin van m’n moeder langs die les gaf in volleybal en dat leek mij ook wel wat (ook al was ik toen in de veronderstelling dat het basketbal was). Deze sport heb ik drie jaar volgehouden en het was leuk om een deel van een klein gemixd team te zijn. 134
Op de “gym” en schoolschaatsen op de ijsbaan Toen kwam ik gelukkig de sport tegen waar ik het meest van genoten heb, via m’n vriendin Maud kwam ik bij de Bears terecht. De honk en softbal vereniging in Bergen achter de voetbal velden van Berdos. Ik begon bij de aspiranten, maar speelde 1 jaar later ook al mee met de junioren en de senioren. Ik kon er letterlijk geen genoeg van krijgen. Elk weekend uren op het veld rondrennen, heerlijk. Ik ben begonnen als pitcher en heb verder ook op het 2de honk en in het achterveld gestaan. Het was een erg gezellige club met vriendelijke mensen die wat voor de ander over hadden. Zo waren er allemaal vrijwillige trainers/coaches. Ik heb van Heiko, Saskia Bouwen en Hans Bouwen veel geleerd, maar vooral om iets serieus te doen en fanatiek zonder de lol uit het oog te verliezen. Zelf heb ik ook nog 3 seizoenen training gegeven aan de honkbal pupillen en ze tijdens wedstrijden gecoachd. Daarnaast een opleiding to scheidsrechter gevolgd. Het was een heerlijk wereldje. Hier op deze club ontmoete ik ook mijn eerste vriendje Bart.
Tijdens mijn studie in Amsterdam is het sporten er een beetje bij ingeschoten, maar af en toe ben ik nog wel met veel plezier aan verschillende sporten begonnen... maar nooit lang volgehouden: roeien, fitness, aerobics, skeeleren en zwemmen. De laatste sport doe ik nog steeds elke ochtend een half uur voordat ik naar mijn werk ga.
Met Anouk op zakenreis in Bangkok 1996 Vakanties: 2 keer per jaar gingen wij met het gezin op vakantie: zomers kamperen aan het Lacomagiore meer, Gardameer, Frejus in Frankrijk of op Texel. Heb het altijd heerlijk gevonden om met de alpencreutzer naar een warm land te gaan om te kamperen aan een
Diploma uitreiking Montagne en overzicht werkstuk. meer met heel veel verschillende kindjes om mee te spelen. ‘s Winters met meerdere gezinnen op skivakantie naar Kleinwalzertall, Les Gets en zelfs 2 jaar naar
Bulgarije met het vliegtuig. Vond het altijd erg gezellig met zoveel bekenden in de buurt. Kan mij nog goed herinneren dat ik zo blij was dat ik niet maar naar de skischool hoefde en gewoon meemocht met de anderen. Het gevolg was dat ik bijna onophoudelijk rechtuit de berg af kwam om de andere bij te kunnen houden, maar alles voor die gezelligheid en het idee te hebben dat je niks miste! Bijbaantjes: Het begon met een folder wijk, daar ben ik op m’n 7de mee begonnen en volgehouden tot mijn 16de. Toen ben ik gaan werken in de ijs salon, Pane, in Bergen tegenover de Ruinekerk. In de vakanties bijgesprongen in het ‘pretpark’ de Duinrand in Schoorl. Daar was de vader van mijn vriendinnetje Sanna de eigenaar en daar hielpen we met midgetgolf sticks uitdelen, kinderen helpen bij de trap auto’s, drankjes en broodjes serveren op het terras. Later kwamen daar 2 tennisbanen bij. Verder heb ik in de afwas keuken gewerkt van het restaurant Honky Tonk aan de rand van het hoge speelduin in Schoorl en hotel Prins Maurits in Bergen aan Zee. Toen ik in Amsterdam ging studeren heb ik vakken gevuld op de Stadionweg bij de Albert Heijn, in de bediening gewerkt bij het kleinste maar tevens lekkerste Italiaanse trettoria van Amsterdam: L’angoletto in de Govertflinckstraat. Tevens heb ik 2 jaar lang 3 avonden in de week, mensen lastig gevallen met meestal ‘onbenullige’ vragen over de telefoon toen ik telefonisch enquêtrice was bij bureau Interview aan de Overtoom. Elke keer was het weer een overwinning om iemand zo gek te krijgen mee te doen aan een interview, zeker op zaterdagochtend 10.00 uur waren dat angstige momenten... School / Opleidingen: Het begon allemaal op de peuterschool, m’n moeder heeft wel eens verteld dat ik elke ochtend aan haar bed stond met dezelfde vraag: “ Mam mag ik vandaag naar school?” Ik wilde wel elke dag, maar mocht 3 keer in de week. Na de peuterschool ging ik naar de: Jan Hogevorst kleuterschool. Daar heb ik bijna 3 jaar mogen spelen in de poppenhoek, waterbak, bouwhoek, zandbak, klimrek etc, omdat 135
ik een late leerling was. Daarna naar de: van Reenenschool en die overgang van spelen naar leren, opletten en concentreren was niet altijd makkelijk voor een onrustig type als ik. Ik zag overal wel iets interessants en zat veel met m’n rug naar de leraren en leraressen omdat ik nog iets heeeeel belangrijks tegen een vriendinnetje moest vertellen... Maar ik werd wakker geschud toen mijn leraar in de 5de klas (groep 7) mij en m’n ouders adviseerde om me maar naar de LAVO te sturen. Maar dat zou betekenen dat ik niet meer bij m’n vriendinnetjes in de klas zou zitten. En dat wilde ik voor geen goud.
club voor het leven leren kennen en al mn energie gestopt in alle projecten en opdrachten die wij hier kregen. Van het ontwerpen van kleding collecties, lingerie, tassen, patroon tekenen, kunstgeschiedenis, kostuum geschiedenis, mode tekenen, model tekenen, het naaien van broeken, colberts, rokken etc. Hele lange dagen en nachten, maar heerlijk om mijn creativiteit met behendigheid, doorzettings vermogen en commercialiteit te kunnen gebruiken en een resultaat te zien ontstaan van wat je kunt en wat je bent. Mijn stage heb ik in Londen gelopen bij een styling bureau........3 maanden in de inspirerendste stad wonen en werken was een heel mooie ervaring! In januari 1995 ben ik afgestudeerd in de richting; Styling, met een commerciële kleding collectie voor meiden van rond de 16 (op papier), een ondergoed collectie, een tassen collectie en een mode reportage voor het blad; Dazed and Confused Woonadressen: Geboren op de Broekbeeklaan en op m’n 18de naar Amsterdam vertrokken. 1 jaar op de Huidenstraat, in de 9 straatjes van de Jordaan gewoond, toen naar de Solostraat in Oost, vandaar naar de Michelangeloo straat in Zuid, verhuisde naar de Roerstraat in Oud Zuid, vandaar naar de Ceintuurbaan en uiteindelijk op de Bilderdijkkade 12hs terecht gekomen, een prachtige kade in oud West 10 minuten fietsen van de Dam, de Jordaan en het Leidseplein.
Zelfs het blad Quote “haalde” ze op Schiphol. Dus ben ik er hard aan gaan trekken, heeft m’n moeder mij tot in den treuren geholpen met m’n huiswerk, zodat ik toch naar de brugklas van de BSG mocht. Die ‘drive’ heeft mij tot de 4de klas van de HAVO gebracht en toen zakte het wat in. Ik heb dan ook 4 Havo voor de 2de keer gedaan en in 1991 eindexamen gedaan. In dat jaar ben ik ook begonnen aan de mode academie Charles Montaigne in Amsterdam bij het Meester Visserplein. Hier heb ik een vriendinnen 136
Werk: Na m’n studie ben ik gaan werken bij Freetex in Uithoorn, waar ik ben begonnen als ontwerpster voor dames jassen. Een heel leuk bedrijf, maar ik kwam er na 3 jaar toch achter dat ik hier nooit echt gedreven en uitmuntend in zou worden en dat het niet mijn passie was. Tijdens mijn werk bij Freetex nam ik elk jaar 2 weken vakantie op om met mijn vriendin Anouk Jansen naar Azië af te reizen. Zij was inkoopster van gadgets, cadeau artikelen en binnenhuis accessoires voor een groot
handel in Almere, Present Time. Zij vroeg mij mee te gaan als klankbord tijdens haar reizen en zo leerde ik zowel andere culturen alswel het vak van een creatieve inkoper kennen.... Na 3 reizen en allerlei verschillende landen als: Vietnam, Bali, Jakarta en Thailand, verder was ik verkocht! Dit leek mij een heel leuke baan en ik heb de kans gekregen om als assistent van Anouk het vak te leren kennen. En ik kan nu na 5 jaar gerust zeggen dat ik mijn ‘roeping’ of in ieder geval passie gevonden te hebben. Het bedrijf is gegroeid en ik ben er in mee gegroeid. Ik zeg vaak tegen vriendinnen dat ik de leukste baan van de wereld heb, waarna zij dan wijs zeggen... de leukste baan voor JOU, ja.
Ik werk met 5 collega’s aan 4 collecties, waarvan tweederde eigen ontwikkeling. 1 klokken collectie met als merknaam Karlsson, een collectie met ontworpen design producten van internationale ontwerpers die wij laten produceren met als merk naam Leitmotiv, een collectie met binnenhuis accessoires en klein meubelen die wij Home noemen, en een collectie trendy cadeau artikelen en gadgets voor een jonger publiek die wij Hype noemen. De meeste van deze producten worden in Azië geproduceerd en of gevonden, waarna wij ze gaan restylen, zodat ze een commerciële waarde krijgen voor de Europese markt.
“Staatsie-portret” bij de Ruine in Bergen op mijn trouwdag.
137
Privé leven: In 1993 kwam ik James Veenhoff tegen op een feest bij Nijenrode, waar ik met mijn vriendin Suzan Krabben naar toe ging en was meteen verkocht, liefde op het eerste gezicht. Toch duurde het nog een jaar eer we een relatie kregen. In 1998 zijn we gaan samenwonen op de Bilderdijkkade in Amsterdam, waar we nu nog woonachtig zijn. 17 augustus 2001 zijn we in Bergen aan Zee getrouwd in het Vredes kerkje en hebben s’avonds tot diep in de nacht gefeest met vrienden en familie op het strand paviljoen Noord, in Bergen aan Zee.
Bruid en haar vader.
PS. Ellen woont sinds 01-04-2005 samen met Peter Baars in Bussum (CdeB) Ellen vergat nog een tak van sport: Zij zat op de zeilschool in Heeg Friesland.
In de strandtent in Bergen aan Zee gaven wij een voorstelling met liedjes en een opvoering van Thomasvaer en Pieternel., vergezeld van een filmverslag op video.
138
Ellen mocht haar verhaal vertellen over haar werk voor Present Time in Almere in het nummer van de VIVA van november 2004. “Kleine meisjes” worden toch echt ook groot.!!!
139
Dochter Ellen poseerde voor fotoigraaf Cees Noort voor een brochure van de HEAO in Alkmaar.
Ellen: coach/trainer softbal van de pupillen van de Bears.
140
13e generatie Eric – nu de “Alkmaarse Tak” H. : ERIC DE BOER Geboren 19-11-1964
X Brigitta Maria Pronk
Schoolopleiding: Heao economie Getrouwd op 10-03-2000 Beroep: Hoofd marketing Sanoma/ VNU bij Libelle en sinds 01-09-2004 leraar Hoge School Amsterdam/ MIM vak marketing. Kinderen 1) Anouk Anna geboren 22-06-1999 2) Mees Cheveux (Cheveux is de bijnaam van Eric) geboren 26-01-2002.
Geboren 14-05-1968 Beroep: Medisch Secretaresse
Drie op een rij bij Eric’s huis in Alkmaar.
Twee jonge vaders in 1964 en 2002
Trouwfoto van Eric en Brigit op 10-03-2000. 141
Verhaal van mijn oudste zoon Eric de Boer: Geboren: 19 november 1964 in Bergen op de Broekbeeklaan 24 (later omgenummerd naar nummer 26) Jeugd: Veel buiten gespeeld in de straat en in het bos. Veel op fietsjes door het bos racen of voetballen op kleine veldjes in het bos of bij vriend Bart op het veld van de Europse school (nu TC Bergen tennisbanen). Sport: Begonnen in 1971 met skiën in Pertisau. Aan het eind van deze vakantie gevallen en mijn been gebroken. Daarna als revalidatie gaan zwemmen in Alkmaar en op gym in Bergen. Ook skiles gaan volgen bij Il Primo. Vanaf 8 jarige leeftijd gaan voetballen bij BSV, dit volgehouden tot A2 junioren en op 17 jarige leeftijd de actieve voetbal carriere beëindigd. Ook van jongs af aan getennist bij Lau en bij TC Bergen, veel les gehad maar weinig talent en te weinig kracht in de pols om een goede forehand te slaan, backhand was beter. Uiteindelijk het meeste talent voor skiën. Veel wedstrijdjes meegedaan op diverse skibanen in Nederland en hier en daar wat gewonnen, maar miste het heilige vuur en talent om er helemaal voor te gaan. Op latere leeftijd nog gaan squashen (vanaf HEAO) en nog later gaan snowboarden. Snowboarden geleerd op de skibaan en later zelf verbeterd in de sneeuw. Vakanties: Erg genoten van vakanties vroeger met het gezin. Elke winter skiën. Eerst in Oostenrijk, lekker buiten de schoolvakanties en later toen ik op de middelbare school zat in de krokus- of kerstvakanties met de familie Boersma en anderen naar Frankrijk: Les Gets. In de zomer gingen we op de fiets naar het strand van Bergen aan Zee en meestal om het jaar op vakantie naar Zwitserland of Frankrijk met de vouwwagen achter de Kadett of Ford. 142
Skiles geven: Vanaf seizoen 1982/1983 skiles gegeven op de skibaan van Il Primo. Na een interne cursus van Heinz Siebert, mocht ik als 17 jarige voor de groep gaan staan. Met heel veel plezier gedaan. Ieder jaar trainingen gehad van diverse Oostenrijkse leraren op de skibaan, maar nooit een officieel diploma voor gehaald (‘daar leer jij toch niets nieuws meer’). 15 jaar lesgegeven op zondag morgen en later op vrijdagavond. En natuurlijk in de Alpen als leraar (zowel skiën als snowboarden) mee met HTS, HEAO en middelbare school uit Enkhuizen en op die manier altijd gratis mee op wintersport.
Ski groep met o.a. dochter Anouk. Bij Il Primo ook Brigit ontmoet die les van mij had op zondag. Andere bijbaantjes: Naast het werken op de skibaan als skileraar heb ik de jaren daarvoor in de skistal van Il Primo gewerkt (en als het rustig was mijn huiswerk gemaakt). Als de skibaan zomers dicht was, werkte ik in de zomer als afwashulp bij Duinvermaak en na deze 4 jaar maakte ik promotie tot pizza en pannenkoeken bakker.
Diensttijd: Van juli 1988 tot augustus 1989 in militaire dienst gezeten. Opgeroepen in Assen en daar ook de hele diensttijd moeten blijven (veel verder kon niet qua treinreistijd vanuit Alkmaar). Ingedeeld bij de Pantser Ondersteuning, eigenlijk als boordschutter maar na enkele tests gepromoveerd tot richter op een mortier waardoor ik nog als korporaal afzwaaide. Ik wilde geen (onder) officier worden want dan moest je nog langer in dienst. Geen spijt van deze tijd gehad, maar het duurde wel een half jaar te lang. Wel leuk om met mensen uit heel Nederland bij elkaar te zitten (door alle dialecten duurde het 3 maanden voor we elkaar allemaal konden verstaan), en ook nog met zeer verschillende opleidingen (van net de lagere school afgemaakt tot universitair niveau). Ik ging zondagavond om 20.00 uur van huis en kwam pas vrijdagavond om 21.00 uur weer in Alkmaar aan. En dan in het weekend skiles geven om wat bij te verdienen (wedde van fl. 950,- per maand). Opleidingen: Na een leuke lagere school tijd op de van Reenenschool in Bergen naar de RSG Noord Kennemerland. In het begin erg wennen aan vele vakken en grote school. Maar vanaf de 3e klas (mede door meedoen aan musical) vond ik het leuker en ging het steeds beter. Vrij makkelijk HAVO gehaald en daarna nog in 2 jaar het VWO. Vervolgens naar de HEAO gegaan en daar bedrijfs-economie gedaan. Wel wat saai maar een solide basis. De HEAO tijd was vooral leuk door de vele activiteiten die we zelf vanuit de studenten vereniging organiseerde. Ik zat in het bestuur als penningmeester en later als voorzitter (en opvolger van vriend Eric Ariëns). Introductiedagen, geweldige feesten (Time Bandits, Ten Sharp, Shoreline, Franse avonden met Beaujolais Primeur) en natuurlijk de jaarlijkse HEAO wintersport met in het topjaar 2 bussen vol naar Oostenrijk. Veel van geleerd en veel vrienden aan over gehouden (en daardoor er ook een jaartje langer over gedaan). Daarna vele marketing cursussen gevolgd bij SRM: NIMA B, Reclame A, Reclame B, DM cursus, Mediaplanning etc.
Stappen: Veel naar de kroeg geweest: Lamoraal en Alderliefste in Bergen en Stapper en Kooltuintje in Alkmaar. En altijd veel vrienden uit Heiloo gehad, zij kwamen vaak in het weekend naar de kroeg in Bergen (lekker makkelijk voor mij). Maar als er verjaardagen waren of hockeyfeesten dan moest ik op de fiets naar Heiloo (walkman op). Woonadressen: Geboren en getogen op de Broekbeeklaan in Bergen. Op 20 jarige leeftijd uit huis gegaan en op kamers gaan wonen in Alkmaar: souterrain op de Metiusgracht en later een etage op de van der Kaaijstraat. In 1992 verhuisd naar de Wolkammerstraat in Alkmaar Noord (huis met tuintje). Vervolgens in 1998 een huis gekocht aan de van Houtenkade in Alkmaar. Werken: Via Eric Ariëns gestart bij drukkerij NRM in Haarlem, onderdeel van VNU. Ik werkte daar als orderbegeleider dan wel account executive. Na 2,5 jaar bleek dat drukkerij ging sluiten. Ik ben met blijfpremie nog een jaar gebleven en toen vertrokken naar Plusproposities van Admedia, de advertentieverkoop kern van VNU Tijdschriften als account manager. Vervolgens gestart als marketing manager Bingo! En later als bladmanager advertentiemarkt van de woonbladen van VNU (o.a. VT Wonen en EH&I). Bij de woonbladen 6 jaar gebleven en gegroeid tot hoofd marketing. Toen een jaar senior marketing consultant direct onder directie en na een reorganisatie benoemd tot marketing manager Libelle, het grootste blad van Sanoma Uitgevers (nieuwe Finse eigenaar). Ook enkele cursussen in Finland gevolgd.
143
Ontbijt met mijn allerliefste zusje. Toen in de zomer van 2004 besloten dat ik niet mijn hele leven bij één en hetzelfde bedrijf wilde blijven werken en toen gesolliciteerd en aangenomen bij de Hogeschool van Amsterdam als marketing docent bij het MIM (Media & Informatie Management).
Marketing team in 2004 bij Libelle.
Gezin: Vanaf 1995 samen met Brigit Pronk. Ik heb Brigit leren kennen bij Il Primo en vanaf 1996 zijn we samen gaan wonen aan de Wolkammerstraat. Later in 1998 een huis gekocht aan de van Houtenkade in Alkmaar. In 1999 is onze dochter Anouk Anna geboren. En in 2000 zijn we getrouwd in het stadhuis van Alkmaar en in het kapelletje van Heiloo, daarna feest in het Hof van Alkmaar/Hof van Sonoy). In 2002 is onze zoon Mees Cheveux geboren (vernoemd naar de bijnaam van zijn vader). Verleden- heden en de toekomst van onze skifamilie, er is dus nog hoop !!!!
Geboortebericht Mees uit de NHD krant. 144
Mijn dochter Anouk.
14e Generatie Mees Cheveux – nu de “Alkmaarse tak” MEES CHEVEUX de Boer (Cheveux is de bijnaam van Eric) geboren 26-01-2002.
Kinderen :
X Onbekend
?
De jongste “spruit”-Mees- van mijn “tak”.
Zo is na 450 jaar en 14 generaties de stand van zaken. 145
- Blanco Pagina voor toekomstige ontwikkelingen.
146
12e generatie Willem Frederik (mijn broer), (29-04-1941), – nu de Alkmaarse tak. H. : Willem Frederik de Boer (Willem) X Cornelia van der Wissel (Lia) geboren 29-04-1941 geboren 20-06-1939 HTS Werktuigbouw, Haarlem Openbare Werken Alkmaar Beroep: R&D afd. Hoogovens. Getrouwd 16-02-1966. Woonadressen: Notweg, Wijzend en Broekbeeklaan 30, Bergen. Kinderen: 1) 2) 3)
Elisabeth Wilhelmina (Ilse). Heao linguistisch, geboren 23-12-1966 Beroep: eindredacteur vakbladen in Amsterdam René Willem (René) zie voor 13e generatie blz 148. geboren 09-10-1969 UvA micro-en celbiol., Beroep: account manager IT sector Paul, geboren 12-101970. TU, Delft: industr.ontwerper Beroep: eigen IT bedrijf FIER in Utrecht. Woont samen met Maaike Danila Wijnhoud geboren 07-08-1972) in Den Haag.
Voor zijn werk bij Hoogovens was Willem regelmatig in het buitenland in verband met het opstarten van “pallet” fabrieken (grondstof voor de ijzerproductie). Hij werkte in Liberia, Iran, Mexico en India. De hobby’s van Willem zijn o.a. piano spelen, modelvliegerij en het bewerken 8 mm films. Zij wonen in ons ouderlijk huis, dat zij na het overlijden van vader en moeder hebben betrokken.
Het gezin van Willem en Lia de Boer met hun drie kinderen.
147
13e generatie Rene Willem – nu de Alkmaarse tak via mijn broer. H. : René Willem (René) de Boer X Annemiek Swart, geboren 09-10-1969 geboren 10-03-1969 UvA, micro-en celbiologie Beroep: account manager IT sector. (woont samen met) Kinderen 1) Gijs Willem, geboren 28-03-2004 Zij wonen in Amsterdam.
Anno 2004 zorgen René en Annemiek voorlopig voor dë verdere ontwikkeling van de naam DE BOER in deze “zijtak“ na de geboorte van hun zoon Gijs Willem.
iedereen wordt getrakteerd op een gulle lach. Je kunt Gijs geen groter plezier doen dan met hem naar buiten te gaan, zodat hij volop kan genieten van de omgeving, lang houdt hij dat niet vol, want er is niets lekkerder dan slapen in de wagen.
Verhaal van René de Boer:
Drie dagen in de week zit Gijs bij de Reddertjes van het kinderdagverblijf, waar hij een van de lieverdjes is van de leidsters.
Ik studeerde moleculaire Biologie en Immunologie aan de Universiteit van Amsterdam. Na mijn diensttijd bij de Militaire Inlichtingendienst in Seedorf werd ik accountmanager in de IT sector. Mijn hobby’s zijn naast “klussen”: reizen en ik heb al vele landen bezocht. Annemiek, Gijs en ik wonen in Amsterdam op de Westlandgracht. Ik ben de trotse bezitter van een Citroen DSpecial. Onze zoon Gijs Willem werd op 28 maart 2004 geboren in het St. Lucas-Andreas Ziekenhuis. Vanaf het begin is Gijs een uiterst tevreden en makkelijk mannetje en is hij heel erg geinteresseerd in de dingen die om hem heen gebeuren. Door zijn gezonde eetlust is hij inmiddels een grote man voor zijn leeftijd, maar gelukkig is alles in proportie.
Annemiek, Rene en Gijs Willem.
Het lachen is door hem als kunst verheven en De jongste telg van de hele familie anno 2004. 148
13e generatie Paul – nu de Alkmaarse tak via mijn broer. H. : Paul de Boer X Maike Danila Wijnhout geboren12-10-1970 geboren 07-08-1972 (wonen samen ca 1-1-1995) Industr. Ontw. TU Delft Kinderen 1) Verwacht 26 April 2005 een zoon.
Maike en Paul Paul en Maaike kregen op 4 september 1994 een relatie. Binnen enkele maanden zijn ze gaan samenwonen. Ze hebben achtereenvolgens gewoond in Delft, Den Haag, Utrecht en wonen nu weer in Den Haag, op de Laan van Nieuw Oostindie 172. Maaike is op dit moment (dec.2004) zwanger van onze eerste zoon, en is uitgerekend op 26 april 2005. Maaike werkt bij het Ministerie van VROM, als beleidsmedewerker. Paul heeft een eigen bedrijf, Fier: In 1998 heeft Paul de Boer samen met Jeroen Hermkens het bedrijf “Fier” opgericht. Fier Concept & Design BV ontwerpt en realiseert sinds 1998 interactieve media. Fier heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een professionele organisatie, die bekend staat om het leveren van hoogwaardige interactieve/communicatie oplossingen. Het resultaat van een project is een van de volgende producten/diensten:
advies, website, tool, educatieve cd-rom, toepassing voor mobiele media, (interactief) spel, webwinkel, (interactief) programma, presentatie. Fier levert daarmee digitale middelen als bijdrage van de communicatiemix. We hebben het bedrijf Fier genoemd omdat wij willen dat onze klanten, de gebruikers en wijzelf trots zijn op hetgeen we gemaakt hebben. Fier heeft op dit moment 7 werknemers en is gevestigd in een goedbezochte winkelstraat in Utrecht, de Nachtegaalstraat. We werken allemaal 4 dagen per week, op vrijdag zijn we gesloten. Daarmee is er nog genoeg tijd om inspiratie en energie op te doen voor de werkweek. Alles draait bij Fier om samenwerken. Samen met de medewerkers en samen met de klant. Belangrijke klanten zijn: van Lanschot Bankiers, Postbank, Gemeente Utrecht, UWV, Ministerie van Justitie, Mexx en het Nibud. Kijk op de website: www.fier.nl voor meer informatie.
Echo van hun toekomstige zoon. 149
Antonia Margaretha de Boer, ( De zuster van C. L. C. de Boer, mijn grootvader) en wordt de “zijtak” van : van Rijs/van Bronkhorst/Meindert Ruiter .cs. Antonia Margaretha de Boer X 1) Meindert van Rijs Geboren 28-05-1877 Geboren 14-02-1875 Overleden ca.25-12-1944 Overleden 06-12-1904 Getrouwd ca. 1898 Beroep: Koffiebrander Kinderen 1) Dina zie verder huwelijk met Klaas Ruiter Geboren 04-03-1900 Overleden 10-07-1972 2) Rense Geboren 06-04-1901 Overleden 01-09-1903 3) Elsje Geboren 21-12-1902 Overleden circa 1958 Getrouwd 25-06-1908 X 2) Pieter van Bronkhorst (2e huwelijk) Geboren circa 1880 Overleden circa 1953 4) Pieter zie verder huwelijk met Marijtje Kaal Geboren 08-04-1909 Overleden 07-10-1990 Beroep: Hovenier 5) Eldert Geboren 26-09-1910 Beroep: Meubelmaker Overleden 09-01-2003 6) Sophia Geboren 14-03-1912 Overleden 13-09-1999 Beroep: Costuum Naaister 7) Anton Geboren 26-04-1913 Overleden 20-12-1944 Beroep: Klerk gehaald en later naar Duitsland afgevoerd. Hij De zuster van mijn grootvader, C.L.C. de Boer, overleed rond 25-12-1944 in Dachau. (D) De trouwde voor de eerste keer met: Meindert van familie woonde in Alkmaar o.a. in Nieuwpoortslaan, Rijs, beroep koffiebrander. Hij was geboren op 14Luttik Oudorp 80, Overdiestr. 69 en Baansingel 02-1875 in Dokkum. Zij woonden op het Luttik 36a. Elsje trouwde met Theo Geuzenbroek op 29Oudorp 80 in Alkmaar. Hij overleed op 06-12-1904. 10-1925 en zij verhuisden naar Westzaan. Later Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren. woonden zij op het Muiderslot en kregen een zoon Zoon Anton, uit het tweede huwelijk, was in de Henk (muziekleraar), die woonde in Gorkum. oorlog betrokken bij droppings in Noord Holland. Elsje overleed vermoedelijk in 1958. Bij een actie is hij de volgende dag uit de trein 150
Toevoeging aan de familie van Bronkhorst. Opa Pieter van Bronkhorst, geboren in 1880, was net als mijn grootvader sigarenmaker van beroep.Ik denk dat het idee van mijn grootvader afkwam, hij was 5 jaar ouder dan Pieter, maar beiden konden de strijd tegen de machinale productie van sigaren niet volhouden en kozen beiden een ander beroep. Mijn grootvader kocht eerst nog het pand waar zijn zuster met haar eerste man Meindert van Rijs woonde, op het Luttik Oudorp nr.80 en mijn grootvader verplaatste zijn winkel naar deze gracht in Alkmaar. Op het Luttik Oudorp meerden vele schepen af en door de aanwezigheid van de Korenbeurs (afgefikt na de 2e wereldoorlog) was het daar een drukte van belang. Pieter verhuisde o.a. naar de Kooltuin in Alkmaar, waar hij een groente-en fruitzaak begon. Daarnaast bezorgde hij de Alkmaarsche Courant in de stad. Volgens overlevering liep deze Pieter zo krom als een hoepel. Pieter (de oude Sr.) en de zus van mijn grootvader kregen beiden nog vier kinderen, t.w.: Pieter, Eldert, Sophia en Anton. Zie verder hun verhaal. Eldert was meubelmaker en had zijn atelier achter de winkel op de Kooltuin (door het poortje) Antonia Margaretha overleed rond kerstmis 1944. Zoon Pieter Sr., geboren 08-04-1909, trouwde met Marijtje Kaal, geboren op 21-01-1913 en zij kregen zes kinderen: Pieter Jr. geboren op 15-06-1935 Marijtje geboren op 30-09-1936 Martinus geboren op 01-01-1941 Anthonie geboren op 29-04-1942, zie vervolg voor zijn verhaal Hanny geboren op 13-12-1946 (vernoemd naar Hanny Schaft) Cornelis geboren op 01-01-1953. Vader Pieter Sr. was was tuinder, hovenier en zaadhandelaar in Heiloo/Limmen op de Kennemerstraatweg 203, waarbij het land doorliep tot de Breedeweg, dus een flink stuk.
Tijdens de 2e wereldoorlog was hij zeer actief in het verzet tegen de Duitsers. Hij werkte o.m. samen met de groep rond Hanny Schaft, die uiteindelijk kort voor het einde in april 1945 door de Duitsers werd doodgeschoten in de duinen bij Overveen. De schrijver Theun de Vries, net als Pieter Sr. een vurig communist schreef een boek over haar: “het meisje met het rode haar” , dat later verfilmd werd met Renee Soutendijk in haar rol. Hanny Schaft kwam ook regelmatig in Limmen, waar ten huize van Pieter en Marijtje regelmatig vele onderduiders zaten. Pieter Sr. werd in het laatste halfjaar eveneens opgepakt en overgebracht naar de gevangenis op de Weteringschans in Amsterdam. Hij overleefde zijn gevangenisschap en kwam een paar dagen voor het einde naar Limmen terug op een fiets met anti-plofbanden. De Duitsers waren zeer jaloers op de Nederlandse tuinders, die zo prachtige suikerbieten wisten te telen. Zij kwamen bij Pieter Sr. terecht en vroegen hem twee wagons met suikerbietenzaad te leveren. No problem, dacht Pieter en leverde aan hen overjarig spinazie zaad en dat was niet helemaal de bedoeling!. Grappig, zou mijn aanwaaikleinzoon van 3 jaar zeggen. Heeft ook gevoel voor humor.
Opa en Oma van Bronkhorst voor hun huis, naar tekening van Margaret van Bronkhorst. 151
Voor zijn werk in het verzet kreeg hij het verzetsherdenkingskruis uitgereikt. Zie kranten artikel hiernaast. Ook na de oorlog was hij politiek actief in de Gemeente Heiloo als afgevaardigde voor de CPN van Paul de Groot, de leider van deze politieke club in Nederland. Paul de Groot had op het uitgestrekte terrein van Pieter een zomerhuisje, waar hij regelmatig bivakkeerde met zijn gezin. Hij werd dan vanuit Amsterdam naar Limmen gebracht in een mooie auto met een eigen particulier chauffeur. De bescheidenheid zelve dus? Eén van Pieters zes kinderen is: Anthonie, ofwel Antoon/Toon geboren op 2904-1942. Toon trouwde met Hendrica Gomes, geboren op 19-05-1945. Het huwelijk werd op 06-06-1962 voltrokken. Zij kregen 2 zoons, t.w.: Marcel, geboren op 06-03-1965 en Rogier, geboren op 04-04-1969. Antoons huwelijk eindigde in een scheiding en hij hertrouwde op 19-12-1994 met Margarethe Maria van Huttema, geboren op 24-06-1952. Zij wonen afwisselend op de Hofstee in Heiloo
Dina van Rijs en Klaas Ruiter
152
en in Griekenland. Het beroep van Toon was ook hovenier en hij ontwierp vele mooie tuinen voor zijn klanten. Nu heeft hij kippen, fazanten en vogels in een grote volière achter zijn huis.
Dina van Rijs, dochter van Antonia Margaretha de Boer en Meindert van Rijs
Dina van Rijs X Klaas Ruiter Geboren 04-03-1900 Geboren 03-05-1899 Overleden 10-07-1972 Overleden 20-03-1982 Getrouwd 29-04-1926 Kinderen 1) Meindert Geboren 26-04-1928 2) Antonia Geboren 17-12-1930 en overleden in 1935 Meindert Ruiter X 1) Guurtje Roemer Geboren 26-04-1928 Geboren circa 1929 Getrouwd circa 1948 Scheiding circa 1950 Kinderen 1) Klaas Geboren 23-03-1949 Tweede huwelijk X 2) Helene Bruin (Lena) Getrouwd 21-05-1953 Geboren 24-07-1923 Overleden 09-02-2003 Kinderen 2) Eldert Geboren 25-08-1954 IK VOLG NU DE TAK VAN DINA, Meindert Ruiter woonde eerst in Alkmaar in Zij was de oudste van 3 kinderen uit het eerste de buurt van de Vest en verhuisde in 1959 naar huwelijk. Koog aan de Zaan, waar hij ging werken bij de Hun woonadres was o.a.: Ramen, Oudorperdijkje en Stijfselfabriek van Honig in Koog aan de Zaan. Nieuwpoortslaan. Meindert kwam in 1960 bij de vrijwillige brandweer Klaas Ruiter had vele beroepen, zo was hij koetsier, van Koog a.d. Zaan en werd daar in 1972 stadsaanplakker en hij was vrijdags, gedurende ruim commandant. 40 jaar, op de kaasmarkt in Alkmaar te vinden Klaas was eerder getrouwd met P. Visser. Vlak na de geboorte van dochter Greta (geb. 25-09-1922). Later trouwde Greta met Anton Bronkhorst (geb.1918) dus geen familie. Zij kregen vijf zoons Greta overleed in feb. 2005. Meindert Ruiter trouwde voor de eerste keer met Guurtje Roemer (geb. in 1929) in 1948. Zij kregen een zoon Klaas, die is geboren op 22-03-1949 in Alkmaar. Hij woont in Haarlem en is van beroep graficus. Meindert hertrouwde met Helene Bruin op 21-05-1953. Zij is geboren in Heiloo op 24-07-1923 en overleed op 09-02-2003. Zij kregen één zoon, genaamd Eldert, geboren 25-08-1954 in Alkmaar. Hij woont in Alkmaar en was onderwijzer van beroep.
Meindert Ruiter voor zijn huis in Egmond Binnen. 153
ene Eldert de Boer, waarnaar ik nu op zoek ben. De school heeft geen informatie meer uit die tijd, maar mevrouw Marijke Goudriaan blijft zoeken in haar kennissenkring, want zij komt uit de Koog.
Meindert wordt onderscheiden Vanaf 1jan.1974 maakte hij deel uit van het Commando van Zaanstreek, waarvan hij in 1976 commandant werd. In 1980 kwam hij in dienst als eerste beroepscommandant in de Zaanstreek tot 1988. Na zijn pensionering woont hij nu in Egmond Binnen, Limmerweg. De zoon van Meindert Ruiter, Eldert, heeft in Koog aan de Zaan op de Pinkschool gezeten met
Woonhuis achter de vesting. Gesloopt in 1959.
De grootste brand die Meindert als commandant bestreed. 154
Om voor dit boek Eldert nog op te sporen heb ik geprobeerd om via radio Noord Holland, het programma van Hans van Willigenburg, hem nog op te sporen. Op 8 maart 2004 was ik bij Hans van Willigenburg in de uitzending. Ik kon gedurende een kwartier mijn verhaal doen, maar het uiteindelijke resultaat was teleurstellend: geen enkele reactie kwam er los. Ook in de uitzending van de volgende dag kwam niemand met de gouden tip. Helaas pindakaas. !!!!
Vader Klaas als aanplakker.
Vader Klaas op de kaasmarkt. De oplossing van dit wereldprobleem Van de betreffende klas zou een reunie worden gehouden aan het eind van 2004 en wat bleek bij nijvraag aldaar: Eldert de Boer had niet in die klas gezeten,maar wel ene:
ELDERT DE ROO,
dus duidelijk lijkt mij.
Mijndert, Lena en beide kinderen in de stad. 155
Ontwerp en realisatie van hovenier Toon van Bronkhorst. Pieter van Bronkhorst en zijn vrouw Marijtje en schoondochter Margaret.
156
9e generatie Pieter de Boer, ( Geboren 26-01-1846), stichter van de Amsterdamse zijtak
9 PIETER de Boer X 1) Anna Bui Geboren 26-01-1846 Geboren 02-04-1837 Overleden 13-09-1923 Overleden 18-05-1876 Getrouwd 05-05-1872 Kinderen 1) Casper zie vervolg blz 158 voor “tak” van Thea de Jong-Dekker Geboren 16-05-1873 in Alkmaar Overleden 27-08-1941 2) Elisabeth Marie Geboren 25-02-1875 Overleden 13-06-1875 Getrouwd 29-04-1877 X 2) Antje Kaandorp (2e huwelijk) Geboren 05-03-1849 Overleden 13-11-1930 3) Cornelis Petrus zie vervolg blz 169 voor Amsterdamse “tak” Geboren 21-03-1878 Overleden 18-06-1954 4) Teunissina Hendrica Geboren 01-12-1879 Overleden 13-12-1881 5) Maria zie haar verhaal op blz. 158. Geboren 10-02-1881 Overleden 19-02-1933 6) Eldert zie vervolg blz. 192 voor “tak” familie Meekel c.s. Geboren 25-11-1884 Overleden 08-02-1960 7) Antonia Dina Maria zie vervolg blz. 158 voor “tak” Nass Geboren 11-02-1883 Overleden 08-08-1950 8) Cornelia Hendrica zie vervolg blz.158 voor “tak” Muller Geboren 16-05-1886 Overleden 06-01-1952 Deze Pieter was ook de getuige bij de geboorte van de zuster van mijn grootvader. Pieter de Boer was pakhuisknecht van beroep in de haven van Amsterdam.
Bidplaatjes van Pieter de Boer en Antje Kaandorp. 157
Toelichting op de kinderen van Pieter en Anna Bui te weten: 2) Elisabeth Marie Geboren 25-02-1875 overleden op zeer jeugdige leeftijd.
Volgens opgave van Coudewater in juni 2004 leed zij al op haar 15e jaar aan toevallen. Ook was zij verward. In de laatste jaren van haar leven (vermoedelijk vanaf 1928) was zij dement.
Toelichting op de kinderen van Pieter en Antje Kaandorp te weten: 4) Teunissina Hendrica Geboren 01-12-1879 ook overleden op zeer jeugdige leeftijd.
7) Antonia Dina Maria geboren 11-02-1883 Zij trouwde met J.H. Nass en overleed in Badhoevedorp. Ik heb getracht ze verder te achterhalen, maar dit is niet gelukt. Van Thea de Jong-Dekker vernomen, dat zoon Willem Nass in de mobilisatie tijd rond 1940 regelmatig bij haar moeder op de koffie kwam. Hij was in Alkmaar gelegerd.
5) Maria geboren 10-02-1881 Zij verliet Amsterdam op 23-02-1916.( zie Burg. stand) en vertrok naar Den Bosch. Daar werd zij opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis “Reinier van Arkel”. Daarna werd zij verpleegd in het Wilhelmina Gasthuis. Op 31 december 1928 werd zij geplaatst in de inrichting “Coudewater” in Rosmalen, waar zij op 19 februari 1933 overleed.
8) Cornelia Hendrica geboren 16-05-1886 Zij trouwde met C.J. Muller en overleed in Eindhoven. Ook van hen is verder niets te vinden.
10e generatie Amsterdamse zijtak: Casper de Boer, het eerste kind uit het eerste huwelijk van Pieter de Boer en Anna Bui 10 CASPER de Boer X Maria Schoen Geboren 16-05-1873 Geboren 29-08-1875 Overleden 27-08-1941 Overleden 06-02-1951 Getrouwd 10-11-1904 Kinderen 1) Anna Maria Geertruida zie vervolg blz. 162 ”tak” van der Plas Geboren 09-10-1905 Overleden 26-05-1953 2) Geertruida Elisabeth Margaretha zie blz. 164 ”tak” Thea de Jong-Dekker Geboren 28-11-1912 Overleden 20-04-1969 Maria Schoen werd geboren in Schoorl en zij was weduwe van Peter Jansen. Hun woonadres was v.d. Woudestr en Laat 29 in Alkmaar. Hierna volgt een bijdrage van Thea de Jong-Dekker over haar familie-tak, vergezeld van een aantal foto’s. ”Er is mij door Cees de Boer gevraagd om iets te vertellen over mijn voorouders. Veel weet ik er niet van, alleen droge feiten. Mijn grootvader heette Casper de Boer en was geboren in Alkmaar op 16 158
mei 1873 in de Vijverstraat (dat is het straatje, dat loopt tussen V.& D en Scapino). Zijn ouders waren Pieter de Boer en Anna Bui. Uit dit huwelijk is nog een dochter geboren n.l. Elisabeth Maria, maar zij is maar 4 maanden oud geworden. Twee dagen, nadat Casper 3 jaar werd, stierf zijn moeder op 18 mei 1876- zij was nog maar 39 jaar. Vader Pieter hertrouwde een jaar later met Antje Kaandorp. Uit dit huwelijk zijn vier kinderen geboren:
Teunisje Hendrika op 01-12-1879. Zij is maar 2 jaar oud geworden. Maria op 10-02-1881. Waar zij is gebleven, weet ik niet. P.S. Maria werd opgenomen in Coudewater te Rosmalen. (CdB) Verder waren er nog twee zoons: Cornelis Petrus, geboren op 21-03-1878 en Eldert, geboren op 25-11-1884. Casper groeide op in Alkmaar en in Amsterdam. Mijn moeder vertelde dat hij als jonge jongen het licht aandeed op de sabbat bij joodse mensen in Amsterdam. Casper werd ouder en ging werken als schippersknecht. Dat hield in, dat hij in het tuig liep d.w.z. hij trok het schip naar de plaats van bestemming. Hij trouwde op 10-11-1904 met de jonge weduwe Maria Schoen. Uit dit huwelijk zijn twee dochters geboren: mijn tante Anna Maria Geertruida, geboren op 09-10-1905 en mijn moeder Geertruida Elisabeth Margaretha, die op 28-11-1912 werd geboren. Toen mijn moeder werd geboren, werkte hij als stoker, waar weet ik niet, maar wel weet ik dat hij later bij de gasfabriek in Alkmaar werkte. Eerst op de Paardenmarkt en daarna op de Helderseweg. Er is nog ergens een foto, waar hij op staat in een hijskraan, die hoog over de weg ging om de schepen te laden en te lossen. Op de gasfabriek heeft hij gewerkt tot hij 65 jaar werd. Drie maanden later is hij gestorven in Augustus 1941. Volgens vele familie leden was hij een lieve, zachte man. Het is jammer dat ik hem niet heb gekend. (Ik ben in 1940 geboren). Casper zijn broers zijn verder opgegroeid in Amsterdam. Van Cor weet ik niet veel, wel dat hij getrouwd is met Susanna Johanna Wilhelmina Eschweiler en dat er zeker een zoon uit dit huwelijk is geboren: Eldert.
arts die hem behandelde, is hij daar een opleiding gaan volgen aan de kunstacademie totdat zijn moeder hem naar huis haalde, want er moest geld worden verdiend. Eldert is een zeer verdienstelijk kunstschilder geweest. Uit het huwelijk van Eldert en Apolonia is een dochter geboren, n.l. Annie. (dit wordt de “zijtak” Meekel) Pieter de Boer heeft altijd in Amsterdam gewerkt als pakhuisknecht. Hij is in Amsterdam overleden op 13-09-1923; zijn vrouw Antje heeft hem nog zeven jaar overleefd en stierf op 13-11-1930. Met een vriendelijke groet van Thea de Jong- Dekker.
P.S: Achteraf blijkt, dat de zoon Willem van Antonia Dina Maria de Boer en J.H. Nass tijdens de mobilisatie tijd van 1939/1940 regelmatig bij de moeder van Thea de Jong op de koffie kwam. Haar moeder beweerde altijd dat hij een familie lid was, maar Thea de Jong kon het verband tussen hem en de familie niet leggen. Nu dus wel en alweer een probleempje uit de wereld. (CdB) Hierna volgen nog enkele foto’s, die Thea mij heeft gezonden. Zelf vond ik in het archief van de gasfabriek uit Alkmaar, dat zich bevond in het Regionaal Archief in Alkmaar, enkele grappige zaken over haar opa.
P.S: (zijn dus 4 zoons en 1 dochter) (CdB) Deze Eldert trouwde met Apollonia Seraphina Kint. Van hem weet ik dat hij als liftmonteur in Duitsland werkte. Daar is hij in een liftkoker gevallen en zodanig gewond geraakt, dat hij in een ziekenhuis moest worden opgenomen. Door toedoen van de 159
Ontslag op 65 jarige leeftijd met toch nog 3 maanden verlenging van arbeid bij de gasfabriek in Alkmaar. 160
Casper aan het werk op de gasfabriek.
Achter L: Annie, Zuster van Geer, de moeder van Thea de Jong-Dekker Achter R: Annies man Arnold van der Plas Rechts: Maria Schoen en haar man Casper de Boer van de gasfabrioek. Vooraan L.: Geer de Boer moeder van Thea de Jong-Dekker met naast haar als kind Rita Clasener- van der Plas Op de arm van Annie: haar dochter Truus 161
11e generatie: Anna Maria Geertruida de Boer dochter van Casper de Boer en Maria Schoen
Anna Maria Geertruida de Boer X Arnold van der Plas Geboren 09-10-1905 Geboren 29-07-1900 Overleden 26-05-1953 Overleden 01-01-1986? Getrouwd 02-02-1926 Kinderen 1) Maria Anna (Rita) Geboren 09-11-1928 2) Geertrui (Truus) Geboren 10-09-1929 Overleden in 2002 3) Casper Geboren 03-09-1931 Overleden in 2002 4) Theresia Geboren 26-11-1933 Overleden 30-09-2004 5) Arnolda Geboren niet bekend Overleden op 3 jarige leeftijd 6) Franciscus Geboren 20-03-1941 7) Leatus Geboren 10-03-1945 8) Peter Geboren 31-01-1948 Maria Anna van der Plas X Ed Clasener Geboren 09-11-1928 Geboren 02-02-1915 Overleden 26-10-1972 Kinderen 1) Monique Geboren 26-04-1956 Overleden 23-10-1967 2) Frans Geboren 31-05-1958 De oudste dochter - Maria - schreef haar verhaal over haar familie: In de eerste 6 jaren woonden wij in Alkmaar, daarna werd het Utrecht, Zuilen en Leidschendam. Vader werkte voor de spoorwegen, vandaar de verhuizingen. Ik ben vaak terug geweest naar Alkmaar waar mijn grootouders aan de Laat nr. 29 woonden in een huisje uit 1611, hetgeen inmiddels is afgebroken. Bezocht de Mulo school en maakte die af, waarna ik aan het werk moest. Eerst bij de giro, kort daarna bij 162
van der Heem, Erres. Daar op de tekenkamer moest ik schetjes uitvoeren van de echte tekenaars. Na de oorlog werd het werken als lokettiste bij de N.S. in Utrecht, daarna in Den Haag. Als hobby tekende ik al die tijd, maar niet fanatiek. De eerste “echte” tekening was een waterverf kopie van oud-oom Eldert de Boer van een schilderij zicht op de Waagtoren in Alkmaar. Het is altijd amateur werk gebleven.
Pas na mijn 50 e jaar begon ik met olieverf te werken, welke nu bij vrienden en bekenden hangen. Zo gauw iets af is, heb ik er niets meer mee. Hiernaast is een werk van mij afgedrukt. Inmiddels trouwde ik met Ed Clasener in 1954. Wij kregen 2 dochters en een zoon. Mijn 2e dochtertje kreeg kanker en overleed in 1967. Sinds 1995 woon ik in Asten NB waar mijn dochter en haar gezin woont. Van de 5 kleinkinderen, vier jongens en een meisje, zijn er 2 jongens die beslist goed tekenen, beiden zoons van mijn dochter. Ook de anderen zijn heel
Schilderijen van Rita Clasener-van der Plas creatief maar meer in het algemeen. Mijn dochter heeft 3 zoons, hun vader is ook heel creatief, en werkt bij Philips. Mijn zoon in Den Haag heeft een jongen en een meisje. Met een vriendelijke groet van
Rita Clasener- van der Plas.
Geer en Annie de Boer
163
11e generatie: Geertruida Elisabeth Margaretha de Boer dochter van Casper de Boer en Maria Schoen
Geertruida Elisabeth Margaretha de Boer (Geer) X Mattheus Nicolaas (Theo) Dekker Geboren 28-11-1912 Geboren 27-01-1907 Overleden 20-04-1969 Overleden 11-05-1940 Getrouwd 16-08-1934 1e slachtoffer op het vliegveld in Bergen Zij woonden in Alkmaar van Leeuwenhoekstraat 32 Kinderen 1) Johannes Casper Marie (Joop) Geboren 13-06-1935 Getrouwd met Marja Jacobs, zij overleed op 23-10-1993 Hij woont op de Gedempte Baansloot 14 Alkmaar 2) Casper Mattheus Maria (Cas) Geboren 07-07-1936 Getrouwd met Barbara Dekker Zij wonen in Australie zie hieronder.5 3) Martinus Christianus (Martien) werkte bij MIN Wegenbouw in Bergen. Geboren 04-10-1937 Overleden 16-12-1998 Getrouwd met Janny Holm, geboren 19-08-1938 Zij hebben 1 kind. 4) Matthea Nicola Maria (Thea) Geboren 18-11-1940 Getrouwd met Petrus.Nicolaas de Jong, zie verder blz. 158 en hieronder. Matthea Nicola Maria Dekker (Thea) X Petrus Nicolaas de Jong (Piet) Geboren 18-11-1940 Geboren 30-05-1929 Getrouwd 09-12-1961 Kinderen Elisabeth Catharina Geboren 26-06-1962 Johanna Nicola Geboren 06-09-1963 Petrus Mattheus Geboren 24-12-1964 Marcel Abraham Geboren 29-05-1973 Casper Mattheus Maria Dekker (Cas) X Barbara Dekker Geboren 07-07-1936 Geboren 11-07-1939 Getrouwd 01-12-1959 Kinderen Mattheus (23-11-1960), Casper (02-12-1961), Maria (02-02-1964) en Johannus (17-02-1965) CASPER DEKKER, AUSTRALIE: Ik was de 2e zoon van Mattheus Nicolaas Dekker (geboren op 27-01-1908) en Geertruida Elisabeth Margaretha de Boer (geboren 28-11-1912) en kwam 164
uit een familie van timmerlieden en bouwvakkers. Dus werd ik net als mijn vader timmerman. De schooltijd bracht ik door op de St. Willibrordus en de ambachtschool in Alkmaar.
Cas Dekker en zijn familie in Australie Na deze laatste school ging ik werken bij Theo Schouten en deed daar het onderhoud aan huizen en het vertimmeren van winkelpanden in de stad. Ook heb ik nog een pand aan de Bierkade voor Monumentenzorg verbouwd. Na mijn diensttijd bij het korps Commando troepen werkte ik in de nieuwbouw en bruggenbouw. Trouwde Barbera Johanna Dekker (geen familie!) op 1 december 1959 in de kapel van O.L. Vrouw ter Nood in Runxputje in Limmen en wij verlieten Nederland op 8 december 1959 per “Groote Beer”. Wij kwamen aan in Melbourne op Zondag 10 Januari 1960. Mijn opleiding als timmerman in Holland kwam goed van pas en ik kon meteen aan de slag bij Hansen Yuncren, waar ik 36 jaar voor heb gewerkt. Wij kregen vier kinderen in Australie: Mattheus Nicolaas Dekker, geboren op 23-11-1960 Hij is ongehuwd en werkt ook als timmerman. Casper Mattheus Marina, geboren op 02-12-1961 Zijn beroep is architekt en is gehuwd op 01-05-1988
met Joan Taylor. Zij hebben een zoon: Max Casper, geboren op 09-06-1998. Maria Elizabeth, geboren op 02-02-1964. Zij is onderwijzeres en is gescheiden. Haar zoon heet Nathan Ashley Lake. Johannus Alberttus, geboren op 17-02-1965. Gehuwd op 15-02-1992 met Leonie Shorten en zij hebben 2 kinderen: Jacqui, geboren op 15-01-1996 en Mitchell, geboren op 13-08-1999. Met een verre groet uit Australie van Cas Dekker en familie, 4 Vasey Grove Donvale 3111 Victoria 4.) z. : Martinus Christinanus Maria (Martien) geboren 04-10-1937 overleden op 16-12-1998. Gehuwd met Janny Holm, geboren op 19-08-1938. Zij hebben 1 kind. Hij werkte bij Min wegenbouw in Bergen. Na het overlijden van Theo Dekker hertrouwde Geertruida de Boer met Joh.H. Aerle op 22-05-1946.
165
Cees de Boer en Thea de Jong-Dekker op Wieringen.
Geer Dekker-de Boer.
Huis van Thea de Jong-Dekker op Wieringen.
Schilderij van Eldert hangt bij Thea-de Jong Dekker.
Oma Geer met kleinzoon Peter. 166
Vier kinderen Dekker, Casper, Thea, Joop en Martien.
Trouwfoto Theo Dekker en Geer de Boer
Trouwerij Joke de Jong en haar familie. Cor Voorthuysen, Els de Jong Piet de Jong, Thea de Jong, Bruid Joke Peter en Marcel de Jong.
Ruimte voor toekomstige ontwikkelingen.
167
Ruimte voor toekomstige ontwikkelingen.
168
10e generatie Amsterdamse zijtak: Cornelis Petrus de Boer, 3e zoon van Pieter de Boer en het eerste kind van zijn tweede vrouw Antje Kaandorp.
10 CORNELIS PETRUS de Boer X Suzanne Joh.Wilhelmina Eschweiler Geboren 21-03-1878 Geboren 19-11-1881 Overleden 18-06-1954 Overleden 20-03-1951 Getrouwd 12-09-1907 Kinderen 1) Petrus Cornelis Antonius zie vervolg blz.170 Geboren 12-07-1909 Overleden 03-01-1990 2) Cornelis Petrus Maria zie vervolg blz.174 Geboren 20-05-1911 Overleden 14-121995 3) Hermanus Hendricus Maria vervolg blz. 180 Geboren 28-03-1913 Overleden 07-12-1971 4) Eldert Hendricus Maria zie vervolg blz. 190 Overleden 14-09-1995 5) Pauline Suzanna Maria zie vervolg blz. 189 Geboren 17-05-1919 Overleden circa 1970 in USA
Oudste drie kinderen van Cornelis Petrus, Peter, Cor en Herman, de jongste twee zijn nog niet geboren. Cornelis Petrus zijn beroep was o.a. cacaobewerker, Zij woonden in Amsterdam in de v. Speykstraat 54-I , v.a.15-03-1940 Adm.de Ruyterw 321hs. Het verdere verloop van deze zijtak vond ik uiteindelijk via Register, Amsterdam en Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag. Maar makkelijk ging het niet. Ik kreeg van de Genealogie club slechts de overlijdensdata van de vier
Opa Cor en Oma Suzanna op het balcon 169
zonen, alsmede waar zij waren overleden en met wie zij getrouwd waren. Bij het naspitten in het telefoonboek van de diverse overlijdens plaatsen, bleek er nog slechts een vrouw in leven en wel tante “Dien”in Nijmegen. Via haar kwam het spoor op gang naar de andere familie leden van deze zijtak. Ook door Thea de Boer uit Amsterdam- van de voormalige knopenwinkel in de Wolvenstraat rolde het balletje verder. Met 4 zonen was het een leuke ontwikkeling, welke onze achternaam een stuk verder in beeld bracht.!
Vier kinderen van Cornelis Petrus en Suzanne Eschweiler. Dochter Lien ontbreekt .
11e generatie Amsterdamse zijtak: Petrus Cornelis Antonius de Boer, oudste zoon van Cornelis Petrus de Boer en Suzanne Eschweiler
PETRUS CORNELIS ANTONIUS de Boer X Goverdina Maria Geertruida de Zwart (Peter) (Dien) Geboren 12-07-1909 Geboren 08-11-1911 Overleden 03-01-1990 Getrouwd 27-08-1945 Kinderen 1) Johanna Geertruida Maria (Anneke) Geboren 14-12-1946 2) Susanna Johanna Maria (Suus) Geboren 30-05-1949 3) Geertruida Louise Maria (Trudi) Geboren 26-11-1952 Anneke is gescheiden van H. Wolffensperger en zij woont in Engeland. Trudi is in 1985 gescheiden van R. Arts. en woont in Nijmegen. Haar 2 kinderen zijn, Peter Arts, geboren op 05-04-1977 Hilly, geboren 21-07-1979. Zij is getrouwd met Moritz Feitsma op 29-04-2003. Hieronder volgt het verhaal van Suus van Wulfften Palthe- de Boer over haar familie: Petrus Cornelis Antonius (Peter) de Boer is getrouwd met Goverdina Maria Geertruida de Zwart. Zij hebben elkaar ontmoet in Tilburg. Mijn moeder was cheffin bij V&D in Den Bosch, maar werd tijdens de oorlog overgeplaatst naar Tilburg. Zij moest daar toen “in pension” en daar ontmoette zij mijn vader. Hij werkte daar bij Radium. Zij trouwden in 1945 en hebben 6 jaar in Tilburg gewoond. 170
Trouwfoto van Dien en Peter in 1945
Zittend het bruidspaar Dien en Peter met links vooraan dochter Suus rechts Trudi en in het midden Anneke Staand Linksvooraan Wiesje, tweede rechtsachter Cor de Boer vierde van rechtsachter Herman de Boer zesde van rechtsachter Eldert de Boer en zevende van rechtsachter Roos de Boer
Foto t.g.v. het 12 1/2 jarig huwelijk van mijn ouders. Oom Eldert is hier alleen. Daar werden Johanna Geertruida Maria op 14 december 1946 en Susanna Johanna Maria op 30 mei 1949 geboren. Mijn vader was radio- technicus en ging werken bij Thermion in Lent in 1951, later bij Philips in Nijmegen. Daar werd Geertruida Louise Maria op 26 november 1952 geboren. Door zijn beroep kon mijn vader zelf een televisietoestel bouwen, een installatie met een klein groen schermpje, zo groot als een ansichtkaart, geflankeerd door groene lampen. Er zat geen kast omheen. Later bouwde hij er nog een, iets groter. In 1952 ontvingen wij voor het eerst beeld. Het eerste beeld dat mijn ouders ontvingen was Max van Praag, een sigaret rokend. We hebben in die tijd ook naar de kroning van Koningin Elisabeth gekeken en vanaf toen keken we elke minuut dat er werd uitgezonden. Dat was in het begin niet veel. Op woensdagmiddagen waren er vaak kinderen uit de buurt bij ons om te kijken. en kennissen kwamen op zondagmiddag op de fiets om te genieten van dit nieuwe wereldwonder. Omdat we vlak bij de Duitse grens woonden, keken we ook al gauw naar de Duitse Fernsehen In Nijmegen zijn we in 1956 nog een keer verhuisd, naar de Leeuwstraat. Mijn vader repareerde voor iedereen uit de buurt hun radio’s en later televisies. Elke dag vertrok hij naar zijn werk op zijn Berini, in zijn grote leren jas, met leren pilotenpet en reuze handschoenen en zijn blikken broodtrommeltje met elastiek erom achterop. Hij zag er zeer
Tante Dien uit Nijmegen 90 jaar. indrukwekkend uit. Toen hij nog bij Thermion werkte in Lent bezocht hij regelmatig de produktie-afdeling om daar allerlei kleine onderdelen “mee te nemen.” Die gebruikte hij dan voor zijn televisie-bouw thuis. Johanna, roepnaam Anneke woont sinds 1979 in Londen. Zij is 4 jaar getrouwd geweest en na haar scheiding naar Engeland vertrokken. Daar heeft ze op diverse plekken gewerkt en is al langere tijd haar eigen baas en neemt allerlei soorten werk aan, zoals manager van een visrestaurant. Tevens houdt ze voor verschillende bedrijven de boekhouding bij. Susanna, roepnaam Suusje, nu Susan, heeft 9 jaar gewerkt als kleuterleidster, is maatschappelijk werkster geworden en is nu, na het volgen van de Kunstacademie in Tilburg al weer enige jaren actief als beeldend kunstenaar. Ze schildert.
171
De broers hadden allevier veel gevoel voor humor, ook met Oom Herman kon je altijd lachen. De humor van mijn vader was fijnzinnig. Hij was een zachtaardige man en een lieve vader.
Tante Dien, Susan en Trudi in Nijmegen, 2004. Zij is getrouwd met Bert van Wulfften Palthe en heeft 3 dochters: Maartje (17 mei 1980) archeoloog, Lotte (14 juli 1982) interieurstyliste, woont samen met Bas Gevaert, en Floor ( 6 oktober 1985) middelbare scholier VWO. Geertruida, roepnaam Trudi, is 12 getrouwd geweest met René Arts en heeft 2 kinderen: Peter (5 april 1977 ) werkzaam als processor bij Philips en Hilly (21 juli 1979 ), voorheen bij de Marine, nu opleiding tot verpleegkundige volgend, getrouwd met Moritz Feitsma. Trudi heeft een financiele administratieve opleiding gedaan en heeft op diverse plekken in die functie gewerkt en doet dit nog steeds. Mijn vader is altijd bij Philips blijven werken, was bevriend met verschillende collega’s. Ook met zijn broers heeft hij altijd een prima contact gehad. Met zijn zus uiteraard alleen via de post.
Goede herinneringen heb ik aan de bezoeken van Eldert, Herman en Cor bij ons in Nijmegen met vrouwen en nichtjes/ neven. Het ging er dan soms hilarisch aan toe, zeker als iedereen bleef slapen. Ook onze bezoeken aan Amsterdam waar Herman en Eldert woonden en aan Heemskerk voor Oom Cor en Tante Wiesje waren altijd heel gezellig. Suus de Boer
Schilderij van Eldert de Boer (hangt bij tante Dien in Nijmegen).
Schilderij van Suus zie http://www.arti.mo.nl 172
12e generatie Amsterdamse zijtak: Susanna Johanna Maria de Boer, dochter van Petrus Cornelis Antonius de Boer en Dien de Zwart Susanna Johanna Maria (Suus) de Boer X Bert van Wulfften Palthe Geboren 30-05-1949 Geboren Getrouwd 10-04-1974 Kinderen 1) Maartje Geboren 17-05-1980 2) Lotte Geboren 14-07-1982 3) Floor Geboren 06-10-1985
24-03-1945
Maartje, Bert, Suus, Floor en Lotte
173
11e generatie Amsterdamse zijtak: Cornelis Petrus Maria de Boer, tweede zoon van Cornelis Petrus de Boer en Suzanne Eschweiler Op verzoek vanMARIA de familie deze paginaLouisa alleenGerardina zichtbaar(Wiesje) in het boek. CORNELIS PETRUS isX (Cor) de Boer Tiggers Geboren 20-05-1911 Geboren 05-12-1917 Getrouwd 04-06-1948 Overleden 15-08-2002 Overleden 14-12-1995 Kinderen 1) Gerardina Geboren 23-01-1951 Hieronder het relaas van Gerda Gersonius-de Boer: Cornelis Petrus Maria de Boer 1911 – jaren ‘30 Cornelis Petrus Maria - Cor - de Boer werd op 20 mei 1911 in Amsterdam geboren als tweede zoon van Cornelis Petrus de Boer en Suzanna Eschweiler. Zijn vader werkte in een cacaofabriek en zijn moeder hield het gezin, waarin vijf kinderen werden geboren, draaiende. In een tijd waarin een huisvrouw niet werd gehinderd door enige elektrische apparatuur was dit echt geen sinecure! Maar Suzanna maakte van de nood een deugd. In het voorjaar, als de tijd voor de grote schoonmaak aanbrak, kwamen Suzanna en haar schoonzusjes bij elkaar. Zij deden de schoonmaak eerst samen bij de een en vervolgens weer bij de ander. Zo was het gezellig, en schoot je bovendien lekker op! Over de vroege jeugd van Cor is niet veel bekend. Toch moet het een nieuwsgierig mannetje zijn geweest. Bij een vechtpartij in de stad stond Cor met zijn neus vooraan, wat hij beter niet had kunnen doen. Binnen de kortste keren had hij zelf een linkse in zijn gezicht te pakken. Zijn verdere leven heeft hij met een ietwat scheve neus rondgelopen. Tijdens zijn kleuterschoolperiode raakt hij bevriend met Frans van Raaphorst. Met diens broer Jan en Chris de Goede vormden zij later een bridgeclub. Tot eind jaren ‘60 zijn zij met zijn vieren blijven bridgen. Op zijn veertiende ging hij aan het werk als krullenjongen bij een timmerman, waar hij dat vak vervolgens ook in de praktijk verder leerde. Wat deden jonge katholieke jongens, zo rond l930, in hun vrije tijd? Zoals zo veel jongens van katholieke huize ging ook Cor naar de Jonge Gezellenvereniging 174
St. Joseph van de kerk, in dit geval van hun parochiekerk de Boom aan de Admiraal de Ruyterweg. Ze woonden immers aan de Admiraal de Ruiterweg 32. Je kon daar gezellig zitten, een sigaretje roken - wat Cor sinds zijn veertiende al deed -, biljarten en later ook lid worden van een toneelvereniging. 1937 - 1947 Rond 1937 zat Cor lekker buiten op de vuilnisbak voor het ouderlijke huis een sigaretje te roken toen Roos, een vriendin van zijn broer Herman, even langskwam voor misschien een praatje en een kopje koffie. Ze was niet alleen, maar had een collegaatje bij zich waarmee zij bij C&A op de Nieuwendijk werkte. Dat collegaatje heette Wiesje Tiggers. Wiesje was de middelste van drie dochters van Jan Tiggers. Deze bezat een winkel in aannemings- en scheepsartikelen aan de Prins Hendrikkade 100 in Amsterdam. Ook had hij samen met zijn broer een verffabriek aan de Grasweg in Amsterdam-Noord. Een aantal jaren hielp zij in de winkel en op het kantoor van haar vader aan de Prins Hendrikkade tot zij besloot naar een werkkring uit te zien. Zij solliciteerde bij C&A en werd daar als keurig katholiek meisje prompt aangenomen. Dit tot ergernis van vader Jan, die het ver beneden zijn stand vond dat zijn dochter als verkoopster werkte. Jan Tiggers had grote plannen met zijn dochters, en stuurde hen daarom naar een meisjespensionaat in Oerle waar ze leerden pianospelen, de regels van de etiquette werden bijgebracht en hen de Franse taal werd onderwezen. Het soort werk dat Wiesje ging doen paste dus totaal niet in zijn plaatje!
Terug naar de Admiraal de Ruyterweg. Wiesje zag oorlog waren gestart. Hij woont nog steeds in zijn Cor op de vuilnisbak en viel als een blok voor hem ouderlijk huis. Als hij op een zondag naar de kerk en hij ook voor haar. Het is dan eind jaren dertig en gaat ziet hij daar Wiesje zitten die bij schoonfamilie zoals velen inOp die tijd, krijgt ook Wiesje TBC en wel van haar oudste zus op visite is enboek. toevallig in de verzoek van de familie is deze pagina alleen zichtbaar in het in zo erge mate dat voor haar leven wordt gevreesd. Boom naar de kerk gaat.. De oorlog is inmiddels begonnen. Wiesje wordt 1948 – jaren ‘60 opgenomen in sanatorium Berg en Bosch in In l948 besluiten ze te trouwen. De woningnood Bilthoven, waar zij in een brief naar Cor schrijft is vlak na de Tweede Wereldoorlog op zijn dat hun vriendschap maar beëindigd moet worden hoogtepunt. Vader Jan Tiggers heeft in de oorlog omdat de situatie volstrekt uitzichtloos is. zekerheidshalve voor ieder van zijn dochters een woning gekocht. Voor Wiesje kocht hij een woning De hele oorlogsperiode ligt Wiesje in Berg en Bosch aan het Berkenlaantje 25 in Huizen. Omdat Wiesje en ze herstelt langzaam. Cor moet naar Duitsland om in Bilthoven lag te kuren ging hij daar nog tijdens daar te werken zoals zo veel jonge mannen in die tijd. de oorlog zelf wonen.Ook Wiesje ging daar wonen In 1945 is de oorlog voorbij. Cor is terug uit nadat zij uit Berg en Bosch was ontslagen. Duitsland en werkt met zijn vriend Piet Deen in hun Cor en Wiesje vatten het plan op om na hun bedrijfje in stofferen en behangen dat zij al voor de
175
Wiesje wonen beneden. Na de drukke Admiraal trouwen in Huizen te gaan wonen. Cor heeft zijn de Ruyterweg met weinig woonruimte een hele werk wel in Amsterdam maar met het openbaar verbetering. Ze wonen nu in een rustig laantje in een vervoer moet dit te doen zijn. Wie schetst hun prachtige bosrijke omgeving. verbazing als ze van de gemeente Huizen geen Op verzoek van de familie is deze pagina alleen zichtbaar in het boek. woonvergunning krijgen omdat ze niet economisch Cor gaat vroeg in de morgen naar zijn werk en gebonden zouden zijn. Je bent dus eigenaar van een komt vaak laat weer thuis en ook op zaterdag huis en mag er niet eens in gaan wonen! Wat nu? Er wordt er gewerkt. In de vakantie naar Nijmegen wordt besloten dat ze gaan inwonen op de Admiraal naar Peter, Dini en de kinderen. Eerst op de fiets, de Ruyterweg. Ze trouwden op 4 juni 1948 op het Gemeentehuis later op de Solex! In de vakantie komen er vaak van Huizen, en op 31 juli van datzelfde jaar in de nichtjes logeren. Gerda is enig kind, en dat is dan Boom in Amsterdam. In 1951 wordt hun dochter natuurlijk bar gezellig. In 1964 houden Cor en Gerda geboren. Wiesje het inwonen na 16 jaar voor gezien. Zij kopen een huis in Heemskerk aan de Scheldestraat 34. Zij hebben deze gemeente leren kennen omdat Piet en An Deen hier ook wonen. Hier heeft Cor de ruimte om een donkere kamer te maken zodat hij zich meer met zijn grote hobby-fotograferen en vergroten kan bezighouden. Ook kan je hier heerlijk wandelen en fietsen door de duinen. Zij hebben inmiddels een grote liefde opgevat voor de bergen en gaan bijna jaarlijks naar Oostenrijk of Zwitserland. Alles gaat per openbaar vervoer, omdat Wiesje het onverantwoordelijk vindt dat Cor na een vermoeiende dag nog in een auto stapt. Een auto is er dus nooit gekomen.
Berkenlaantje 25 in Huizen. Van de verffabriek van Jan en Gerard Tiggers is na de oorlog niet veel meer over. Machines zijn door de Duitsers gestolen, voorraden weggehaald en er hebben veel vernielingen plaatsgevonden. De fabriek moet eigenlijk weer helemaal opnieuw worden opgestart. Jan Tiggers vraagt aan Cor of hij bedrijfsleider wil worden van Fabriek Het Y zoals de fabriek nu officieel wordt genoemd. Na enige aarzeling besluit Cor dit te doen en vanaf 1954 werkt hij aan de Grasweg 46 in Amsterdam. Omdat hij nu volgens de gemeente Huizen wel economisch gebonden is mogen Cor en Wiesje nu wel in Huizen gaan wonen. Ze verhuizen in 1955. Cor en Wiesje gaan met hun dochter boven wonen, en de ouders van 176
1975 - 1995 In 1976 wordt Cor 65 jaar en dus hoog tijd om van zijn pensioen te gaan genieten. Tijdens een bezoekje aan Dini en Peter in Nijmegen zien ze een huis te koop staan aan het Tolhuis 61-48, dat ze besluiten te kopen. Cor richt daar opnieuw een donkere kamer in en Wiesje pakt haar pianospelen weer op. Hun eerste kleinkind wordt geboren op 29 januari 1984. Het is een meisje en ze heet Hester. Cor en Wies zijn stapelgek op haar. Ze komen zo vaak ze kunnen naar Heemskerk, maar naar hun gevoel missen ze toch nog veel. Inmiddels is Cor 73 jaar en Wiesje 66. De jaren gaan tellen. Wat als er met een van ons wat gebeurt, wordt de vraag. Ze besluiten dan terug te keren naar Heemskerk. Ze vinden woonruimte in het centrum van Heemskerk waar ze anderhalf jaar blijven wonen. Cor heeft daar nog steeds een donkere kamer, Wies haar piano, maar bovenal hun kinderen en kleinkind weer binnen handbereik.
Op verzoek van de familie is deze pagina alleen zichtbaar in het boek.
Fotograaf Cor in het bos. De geboorte van hun tweede kleinkind, ook een meisje, Marthe vindt plaats op 6 november l987. Er is een kleine woning te koop aan het Kerkplein 23 in Heemskerk en in 1989 besluiten ze daar te gaan wonen. Helaas is er voor Cor nu geen plaats meer voor zijn donkere kamer. Maar in plaats daarvan vindt hij andere bezigheden zoals biljarten of tekenen en muziek beluisteren. De kleinkinderen die regelmatig komen nemen natuurlijk ook de nodige tijd in beslag. En omdat hij een geweldige opa is neemt hij daar natuurlijk alle tijd voor. Op 14 december l995, het is een gure dag, gaat hij
na het middageten naar de boekhandel om voor zijn kleinkinderen een boekje te bestellen voor de kerst. Wiesje gaat in de middag altijd even naar bed. Onderweg krijgt hij een hartstilstand en overlijdt op straat, hij is dan 84 jaar. Gerda en de huisarts moeten Wiesje wakker maken en vertellen dat Cor nooit meer thuiskomt. Wiesje komt hier nooit meer overheen. Zij overlijdt op 14 augustus 2002. Zij heeft hem dan bijna zeven jaar lang elke dag ontzettend gemist. Met een groet van de samensteller van dit verhaal Gerda Gersonius- de Boer uit Heemskerk
Cor en Wiesje omstreeks 1990 177
12e generatie Amsterdamse zijtak: Gerardina de Boer enig kind van Cornelis Petrus Maria de Boer en Wiesje Tiggers
Gerardina (Gerda) de Boer X Berend (Ge) Gersonius Geboren 23-01-1951 Geboren 09-08-1951 Getrouwd 03-06-1976 Kinderen 1) Hester Geboren 29-01-1984 2) Marthe Geboren 06-11-1987 Gerda Gersonius over haar eigen gezin: Als Gerardina Johanna Alphonsina de Boer werd ik geboren op 23 januari 1951 te Amsterdam, dochter van Cornelis Petrus Maria de Boer en Louisa Gerardina Tiggers. Rond 1954 verhuisde het gezin van de Admiraal de Ruyterweg te Amsterdam naar het Berkenlaantje te Huizen. Voor een kind een prachtige plek om op te groeien. Spelen in het bos aan de overkant, en ’s winters schaatsen op het IJsselmeer bij Oud- Naarden. In de zomer kwamen er regelmatig nichtjes logeren, en het was natuurlijk erg gezellig. Rond 1964 verhuisde het gezin naar Heemskerk, een tuindersdorp dat met de groei van de Hoogovens zelf ook een enorme groei doormaakte. Na het volgen van de middelbare school in Heemskerk volgde ik de opleiding tot onderwijzeres aan de toemalige Bisschoppelijke Kweekschool te Beverwijk, waar ik in 1973 mijn diploma haalde. Sindsdien ben ik werkzaam bij het katholieke basisonderwijs in Heemskerk. In datzelfde jaar ontmoette ik Berend Gersonius (09-08-1951). Het gezin Gersonius was eind jaren \vijftig van Musselkanaal ( Gr.) naar Heemskerk verhuisd, omdat de werkgelegenheid in die provincie verslechterde. De groei van de Hoogovens en daarmee gepaard gaande groei van de werkgelegenheid deed veel Groningers en ook Friezen besluiten de stap te wagen en naar het westen te trekken. De nieuwe basisscholen schoten in een groeigemeente als Heemskerk als paddestoelen uit de grond, er was veel onderwijzend personeel voor nodig. De gemeente Heemskerk deed ook totaal 178
Berend en Gerda samen op de bank niet moeilijk als je om een woonruimte kwam vragen. Dat ging dan in de trant van : Oh, u wilt een vrijgezellenflat ? Heeft u een vriend ? Woont die ook in Heemskerk ? Wilt u dan een grotere flat ? En ja hoor, binnen een paar maanden hadden wij een luxe flat mt drie slaapkamers aan de Maerelaan te Heemskerk. Na een periode te hebben samengewoond, zijn wij getrouwd op 3 juni 1976 in Heemskerk. Als je bent opgegroeid op het platteland van Groningen of temidden van de natuur van het Gooi, wil je eigenlijk wel in een tuintje stappen in plaats van op een balkonnetje als je je voordeur uitstapt.
Dochters Hester en Marthe
Na een aantal jaren op de Maerelaan te hebben gewoond, kochten wij een kavel grond en werd er een huis opgebouwd aan de Rijnenberg te Heemskerk. Wij gaan daar wonen in 1979. Op 29 januari 1984 wordt Hester geboren in Heemskerk, en op 6 november 1987 wordt Marthe geboren in Beverwijk. De tijd vliegt voorbij, de jaren rijgen zich aaneen, voor je het weet ben je twintig jaar verder. Hester woont momenteel in de stad Groningen (de cirkel is weer rond) en studeert daar kunstgeschiedenis aan de RUG. Marthe woont nog thuis in Heemskerk en volgt een opleiding voor stewardess aan de school voor luchtvaartdienstverlening te Hoofddorp.
Schilderij door Eldert de Boer, hangt bij Gerda in Heemskerk 179
11e generatie Amsterdamse zijtak: Hermanus Hendricus Joseph de Boer, tweede zoon van Cornelis Petrus de Boer en Suzanne Eschweiler
HERMANUS HENDRICUS JOSEPH X Rosalia Dorothea Maas (Herman) de Boer (Roos) Geboren 28-03-1913 Geboren 16-05-1918 Overleden 07-12-1971 Overleden 20-01-1995 Getrouwd 30-09-1942 Kinderen 1) Paulus Cornelis Leonardus Maria (Paul) zie zijn verhaal op blz.: 181 Geboren 21-10-1943 2) Petrus Cornelis Maria (Peter) Geboren 18-04-1946 3) Hermanus Johannes Maria (Herman jr.) zie zijn verhaal op blz.: 183 Geboren 08-01-1949 4) Dorothea Susanna Maria (Thea) Geboren 29-06-1951 5) Ronaldus Cornelis Maria (Ron) zie zijn verhaal op blz.: 186 Geboren 08-07-1956 Na zijn overlijden hield zijn vrouw op een bord bij waar ter wereld haar reislustige kinderen steeds uithingen, zij zwermden constant uit naar andere plekken op deze aardbol en was het voor haar moeilijk “gewoon”bij te houden, vandaar deze oplossing.
Herman Sr. en Roos met hun eerste drie kinderen. Thea en Ron waren er nog niet. Hij was huisschilder van beroep, gedwongen door de economische crisis van de jaren ‘30 en de 2e wereldoorlog, maar had een opleiding voor kunstschilder op de academie gevolgd. Na de oorlog bleef hij werkzaam als huisschilder en glas in lood maker. Tevens restaureerde hij wandschilderingen voor kerken en voor de wintertuin van hotel Krasnapolsky in Amsterdam. Hij oefende voor deze grote werken op de wanden van zijn huiskamer, waar menig tafereel op verscheen en dan weer opnieuw van een nieuw behangetje moest worden voorzien. Later gaf hij schildersles in creatieve instellingen Zij woonden op diverse adressen in Amsterdam, o.a. v. Speykstr. 54-I, A. de Ruyterweg 321 hs, J.P. Heijestr.88-II en vanaf 24-07-1964 op het Rijssenburghof 29 hs. 180
Zoon Paul in Tilburg met het laatste geschilderde werk van zijn vader: gezicht op Sloten.
Vader Herman de Boer Sr.
De beroemde wintertuin van Hotel Kras. in Amsterdam. Hier de omloop waar de wandschilderingen uit 1880 waren aangebracht. Zij kregen 5 kinderen:
12e generatie Amsterdamse zijtak: Paulus Cornelis Leonardus Maria Paulus Cornelis Leonardus Maria (Paul). Geboren 21-10-1943
Verhaal van Paulus Cornelis Leonardus Maria (Paul). Ik werd geboren in 1943 te Amsterdam; de eerste jaren 2 jaar in Groningen doorgebracht. Dit waarschijnlijk vanwege de hongerwinter. Bij wie, waar en hoelang ik daar heb vertoefd is mij niet bekend. De lagere school heb ik in Amsterdam gevolgd, vervolgens de ETS, HTS in Amsterdam en de Philips school in Hilversum. Daarna heb ik 7 jaar bij Philips gewerkt en 2jaar “avond” Rietveld – audio-en visuele vormgeving Rietveld. Vervolgens 4 jaar gewerkt bij uitgeverij de Muiderkring te Bussum, en als docent fotografie bij Artishock in Soest, waarna ik 8 jaar met een compaan een elektronisch ingenieursbureau had in Amsterdam.
Zoon Ron in 2005 in de wintertuin van Kras. 181
Vanwege gezondsheidsproblemen moest ik het bedrijf verkopen. Ben nu werkzaam bij Stichting de Ombudsman als juridisch medewerker van hun Juridisch Steunpunt CG-Raad. De juridische opleiding in het bedrijfsrecht heb tijdens mijn werk voor de Ombudsman gevolgd.Paul zijn huis hangt vol met fraaie foto’s en hij hoopt in zijn nieuwe woning die hij onlangs betrok weer een donkere kamer in te richten voor zwart-wit - en kleurenfoto’s. Paul was getrouwd met C.T.T. v.d.Laar op 09-121970 en is gescheiden in 1971. Zij hadden geen kinderen. Hij woont nu in Tilburg. Paul heeft een studie op de HTS gevolgd, daarna de Rietveld Academie. Hij werkte bij de Ned. Televisie Stichting en maakte daar documentaires. Later had hij een contructie bedrijf . Door gezondheidsproblemen is het bedrijf verkocht. Vijf jaar geleden is hij in dienst getreden bij de Ombudsman in Hilversum. Hij heeft daar een juristen opleiding gevolg en is afgestudeerd in bedrijfsrecht en heeft dus Mr. voor zijn naam.! Zijn huis hangt vol met fraaie foto’s en hij hoopt t.z.t. weer een donkere kamer te hebben om naast zwart wit foto’s ook kleurenfoto’s te kunnen ontwikkelen.
Alleen Paul weet wie zij is. 182
Paultje de Boer
Petrus Cornelis Maria (Peter), geboren op 18-04-1946 in Amsterdam. Peter is getrouwd met Irene Nieuwendijk op 19-12-1969. Hij heeft een tweetal schoenenzaken (Verdi) in Bussum en Huizen. Zij hebben 2 zoons,Menno, geboren 25-05-1972 en Pim, geboren 02-05-1974.
Peter en zoon voor hun schoenenzaak in Bussum
12e generatie Amsterdamse zijtak: Hermanus Johannes Maria de Boer, zoon van Herman Sr. en Roos Maas
Hermanus Johannes Maria X Bo Bojoh (Herman) de Boer Geboren 08-01-1949 Geboren 30-07-1959 Samenwonend : v.a. 1986 Kinderen 1) Koen Geboren 23-08-1989 2) Ralph Geboren 19-03-1999 Herman woont samen met Bo Bojoh, die geboren is in Indonesie op 30-07- 1959. Zie haar eigen verhaal over haar leven. Hij is antropoloog in Leiden. Bo is actrice en treedt o.a.op in de t.v. serie de Band in 2004. Zij wonen in Amsterdam op de Rechtboomsloot 46 en 48. Zie zijn verhaal over de Jan Pieter Heijestraat 88-II. Hieronder volgt het verhaal van Herman de Boer over hun familie: Jan Pieter Heyestraat 88 2 hoog in Amsterdam. Op mijn jeugd in deze straat kijk ik met gemengde gevoelens terug. Als 10 jarig jongentje, 45 jaar geleden, viel er in de ‘Kinkerbuurt’ veel te beleven. Vaak zwierf ik urenlang op straat omdat we veel te klein behuisd waren. Ons gezin telde zeven personen. Ik had drie broers en een zuster. Het naar bed gaan was een heel gedoe in de twee en een halve kamer. In een bed in de achterkamer sliep ik met mijn een na oudste broer Peter. Mijn oudste broer Paul had een bed voor zichzelf. Voor mijn zuster Thea stond er een bed in het smalle tussenkamertje. Later is
Dakterras op de Jan Pieter Heijestr. in Amsterdam, waar Herman Jr. zijn duiven hield. daar nog mijn jongste broer Ron bijgekomen. In de woonkamer stond het opklapbed van mijn ouders (Roos/Herman). Wanneer zij naar bed gingen moesten eerst alle meubels verplaatst worden. Veel privacy was er niet. De situatie verbeterde enigszins door het verbouwen van het kolenhok op zolder tot een kamertje. Maar echt leuk vond ik het op het dak waar ik met wat zeepkisten een hok voor twee duiven had gebouwd. 183
De andere duivenmelkers in de buurt waren daar niet blij mee want mijn ‘dakschijters’ hadden een hekel aan vliegen. Door hun aanwezigheid leidden ze de wedstrijdduiven af. Boven alles uit torende de spits van de Vincentius kerk. Helaas is deze karakteristieke kerk gesloopt om plaats te maken voor een buurthuiscentrum. Schuin tegenover de Vincentius was een houtzagerij. In de gracht dreven er altijd vlotten van grote boomstammen. Een ideale maar gevaarlijke plek om te spelen. We waren ook erg bedreven in het uit de gracht vissen van fietswrakken die we dan weer opknapten. De huizen in deze buurt waren niet alleen klein maar ook erg gehorig. Om de haverklap hadden we ruzie met de buren omdat we teveel lawaai maakten. Zoals gezegd, speelden we veel op straat. Ijszaak Lorenzo, recht tegenover ons, was onze favoriete hang-out. ‘s Winters vertrokken de ijsmakers altijd naar Italië. Dan knapte mijn vader, van beroep huisschilder, het interieur op. Dus eigenlijk was die zaak ook een beetje van ons. In de Jacob van Lennepstraat was Kapteyn voor al uw Oud Metalen gevestigd. Voor mij een machtige plek om te vertoeven. Eindeloos kon ik kijken naar de vrachtwagens volgeladen met metalen uit de sloop die bij Kapteyn geselecteerd, gewogen en opgekocht werden. Lood en koper brachten in die tijd veel geld op. Zoveel geld dat ik en mijn vriendjes er vaak op uit trokken om in vervallen huizen de kostbare metalen eruit te slopen. We pakten in die tijd alles aan om er wat bij te verdienen. Zo ben ik jarenlang het hulpje geweest van de schillenboer. Met een druipende jutezak over je schouders de donkere trappenhuizen in om de emmers met schillen te legen, was niet het leukste werk. Maar met de fooien was het een aardige bijverdienste. Zoals gezegd, was mijn vader huisschilder. Een echte vakman die heel slecht tegen half werk kon. In het schilderen van de wintertuin van hotel Krasnapolsky kon hij zich helemaal uitleven. Hij was ook kunstzinnig aangelegd. In zijn vrije tijd schilderde hij graag stadgezichten en landschappen. Hij ging hierin zo ver dat hij op de muur van de voorkamer een Bambi hertje in een bos schilderde. Ik denk dat hij het liefst kunstschilder was geworden. Naarmate we ouder werden werd ook het gebrek aan ruimte steeds 184
nijpender. In de rozentuin van het Vondelpark heb ik heel wat uren doorgebracht met huiswerk maken. Alles veranderde toen we naar een eengezinswoning in Osdorp verhuisden. Een echt huis met een tuin en iedereen een eigen kamer. Voor het huis keken we uit over uitgestrekte weilanden. Nu is dat hele gebied volgebouwd. Vergeleken met de Jan Pieter Heijestraat was het Rijssenburghof een hele verbetering. Al miste ik wel Kapteyn en Lorenzo. Herman de Boer
Rechtboomsloot in Amsterdam Hieronder volgt het relaas van Bo de Boer-Bojoh: Ons familieverhaal begint in Nederland en eindigt - voorlopig - met een omweg weer in Nederland. Mijn over - overgrootvader heette “van Lingen” en was aangesteld als belastinginner van het V.O.C in Indonesie. Ikzelf ben het produkt van een groot koloniaal orgasme. Mijn moeder, Yvonne van Lingen was het produkt van Nederlands (van Lingen) en Frans bloed (de Serriere- de Dubour Sonnet). Mijn vader, Rudi Bojoh, van Portugees (Bojoh) en Schots (Snackey) bloed. Dankzij hun Nederlands paspoort konden mijn ouders Indonesie in roerige tijden ontvluchtten en belandden zij in 1963 in een pension in Soest. Ik was toen vijf jaar. Daarna kregen wij een eigen huis toegewezen in Vlaardingen, waar ik mijn jeugd heb doorgebracht en waar mijn moeder nog steeds woont. Na omzwervingen in Leiden en Maastricht, belandde ik als actrice in Amsterdam. Daar heb ik allerlei bijbaantjes gehad o.a. als free lancer in het Tropenmuseum in Amsterdam. Daar ontmoette ik op een goede dag een roodharige krullenbol
met knalblauwe ogen en sproeten in een gebruind gezicht, die zich met een glimlach voorstelde als collega Herman de Boer. Ik was op slag verkocht. Nu zijn wij al 18 jaar verder en wonen wij nog steeds in hetzelfde huis, waar Herman mij op ons eerste “encounter” mee naar toe nam. Inmiddels hebben wij twee kinderen gekregen: Koen, die nu 15 jaar is en Ralph van 5 jaar, en eigenlijk ook oma (mijn moeder) , zonder wie ons gezin niet compleet is. Want als wij werken, zorgt oma voor de kinderen. De verschillen tussen ons en “de Boers” zijn niet zo talrijk. De meest in het oogspringende is misschien wel mijn moeders bijgeloof (en daardoor ook van mij): zoals, geen schoenen op tafel, ‘s avonds geen harenknippen en geldhandelingen. Waarom niet? “Is niet goed” , is haar enige uitleg. Een baby is ook steevasr”leeeeeeelijk”, wat bij trotse ouders wel eens tot misverstanden kan leiden als ik niet snel verklarend bijschiet: “het brengt een kind ongeluk als je zegt dat het mooi is, want dan worden de goden jaloers en pikken het kind in!”
KOEN DE BOER: Onderstaande tekening van Koen - zoon van Bo en Herman – maakte hij in de eerste klas van het Barlaeus gymnasium, gelegen tegenover Paradiso op het Leidseplein in Amsterdam. Vanuit het tekenlokaal – voor de laatste verbouwing – zag Koen de binnenstad van Mokum op zijn netvlies verschijnen. Op de achtergrond links de kerk op de Singel, t.w.: de Krijtberkkerk, St. Franciscus Xaverius van de Jezuieten orde, uit de 19e eeuw in gotische stijl. Rechts de Westertoren en in het midden de koepel bij het Koningsplein. In het midden van de tekening een bonte mengeling van vele huizenstijlen van trapgevel tot moderne blokkendoos. Koen koos zelf voor het Barlaeus, omdat met name de bijzondere sfeer en dit geweldige uitzicht vanuit dit lokaal hem deed te besluiten om op deze school te gaan. Momenteel zit hij in de 4e klas van dit gymnasium.
Zo kunnen dingen in het leven lopen. Bo Bojoh Tekening van Koen de Boer, uitzicht vanuit het tekenlokaal van het Barlaeus.
Het gezin van Herman en Bo 185
12e generatie Amsterdamse zijtak: Dorothea Susanna Maria, dochter van Herman Sr. en Roos Maas Dorothea Susanna Maria (Thea) Geboren 29-06-1951
Tot voor kort had zij een knopenwinkel in de Wolvenstraat in Mokum Zij heeft weer een winkel in knopen en schilderij lijsten etc. op de Herengracht nr. 389 ter hoogte van de Huidenstraat
Foto Thea in haar nieuwe winkel op de Herengracht.
12e generatie Amsterdamse zijtak: Ronaldus Cornelus Maria, zoon van Herman Sr. en Roos Maas
Ronaldus Cornelis Maria X Catharina Maria Gerarda (Ron) de Boer (Rina) deleMarre Geboren 08-07-1956 Geboren 11-05-1957 Getrouwd 24-05-1984 / Scheiding in 2003 Kinderen 1) Renée Elise Geboren 02-07-1987 2) David Herman Geboren 21-06-1990 Ron volgde een opleiding aan de academie voor glazenier/schilder bij Paridon in Amsterdam. Vervolgens werkte hij bij glazeniers Bogtman in Haarlem. Hij had zijn ateliers in Amsterdam in de Bellamijstraat en in de 2e Rozendwarsstraat (Jordaan). Zijn stijl van werken is bij het schilderen in realisme en impressionisme, terwijl zijn glas in lood ambacht bestaat uit traditioneel- en decoratief werk. Verder restaureerde hij de ramen van de nieuwe- en oude kerk in Amsterdam
Impressie drieluik uit 1982. 186
Ron voor de gerestaureerde ramen van de nieuwe kerk in Amsterdam
Ron: (naar Renee) Gebrandschilderd raam van Ron: Botter uit 1981
Overgang uit 1996 van Ron 187
Rina en haar 2 kinderen wonen in Baarn. Rina de le Marre met het verhaal over haar beide kinderen Renée en David de Boer.
Renée de Boer:
Zij is geboren in Amsterdam op 2 juli 1987, een hete zomerse dag en woog 9 pond en was 56 cm. lang. Renée was een lieve, vrolijke baby. Zij ontwikkelde zich van een verlegen meisje tot een jonge vrouw, die weet wat ze wil. Vanaf haar 6e jaar wist zij al dat zij “iets” met paarden wilde. Vanaf die tijd heeft zij paardgereden. In het begin 1x per week, maar bij de manege waar zij nu al zo’n negen jaar rijdt en parttime werkt, ging dat al gauw naar drie keer in de week. Zij heeft hard gewerkt middels een krantenwijk om deel van haar lessen te betalen. De manege werd haar tweede thuis. Na een succesvolle afronding van het Griftland College te Soest, is Renée nu met haar 2e jaar bezig op het Groenhorst College in Barneveld. Zij volgt daar de opleiding Paardenhouderij. Op 12 september 2004 heeft zij een ongeluk gehad tijdens een springwedstrijd. Het paard viel boven op haar en aanvankelijk zag het er zeer ernstig uit. Zij is ruim twee maanden uit de running geweest, maar alles lijkt nu weer in orde. De enige die er geen angst aan over heeft gehouden is Renée zelf. Zij rijdt nu weer volop en wint wederom de ene na de andere wedstrijd. Deze passie voor het paard zal bij deze hardwerkende, doorzettende dame, nooit overgaan.
Renee
David
David de Boer. Geboren op 21 juni 1990 tijdens de W.K. wedstrijd Nederland – Ierland. Terwijl moeder en kind lagen te worstelen met de baring, keken vader, verloskundige en de kraamverzorgster tussen de “bedrijven” door naar deze voetbalwedstrijd. In de buik was David al een beweeglijk kind, maar eenmaal op de wereld had hij ook een zeer wakkere kijk op het leven. Hij sliep zelden, maar tijdens al die wakkere uren was hij een goelachse, vrolijke baby. David was flitsend snel en al op 2,5 jarige leeftijd stond deze smurf op het voetbalveld. David is op en top sportman. Geen enkele bal is voor hemeen probleem, van biljartbal tot voetbal en alle ballen die daar tussen zitten. David weet ze moeiteloos te raken. David groeit op als een vrolijk, heel erg sociaal georienteerde jongen. Daarmee loopt hij ver vooruit op zijn leeftijdgenoten. Hoewel het lerenvoor hem nou niet echt zijn grootste hobby is, volgt hij nu wel zijn opleiding Grafimedia op College De Brink te Laren met veel plezier. Het leven is voor David vooral lol, veel lachen en sporten. Zijn sociale vaardigheden zullen hem ver brengen. Moeder Rina werkte tot voor kort als directie secretaresse.
Rina dele Marre 188
Rina 42 jaar door David
David
11e generatie Amsterdamse zijtak: Pauline Suzanna Maria de Boer, dochter van Cornelis Petrus en Suzanna Eschweiler.
PAULINA SUZANNA MARIA (Lien) de Boer X Cornelis (Cor) Volmer Geboren 17-05-1919 Geboren 01-01-1915 ? Getrouwd 05-08-1942 Overleden circa 1975 Kinderen 1) Antonia Geboren circa 1944 2) Louise Geboren circa 1945 3) Robert Geboren circa 1946 4) Maria Geboren circa 1947
Trouwfoto Lien en Cor
Haar beroep bij de Gemeente Amsterdam was ”boekhoudster”, wel bijzonder voor die tijd. Hij was orthopedisch schoenmaker van beroep. Na de oorlog emigreerden zij naar de U.S.A. Zij kregen in Amsterdam hun vier kinderen. t.w.: Antonia, Louise, Robert en Maria. Lien is in Amerika overleden. Het huis van Cor is verbrand en sinds die tijd woont hij in een mobilhome. Zijn postadres is P.O.Box 54, Meadow Vally CA. 95956-0054 USA. De schoonzuster van Cor, Mevr. G.M.G. de Boerde Zwart (tante Dien) heeft nog af en toe kontakt met hem. Ik heb hem twee keer een brief gezonden over mijn familie onderzoek van zijn vrouw en hem gevraagd om wat bijzonderheden van hem, Lien en de kinderen. Helaas geen reaktie ontvangen van hem. 189
11e generatie Amsterdamse zijtak: Eldert Hendricus Maria de Boer, zoon van Cornelis Petrus en Suzanna Eschweiler.
ELDERT HENDRICUS MARIA (Eldert) de Boer X Marie Anna Cornelia (Riet) Uijtenhaak Geboren 08-09-1915 Geboren 02-10-1921 Overleden 14-09-1995 Overleden 23-11-1981 Getrouwd 06-02-1951 Kinderen 1) Josepha Maria Susanna (José) zie haar verhaal op blz.; Geboren 18-12-1951 2) Maria Susanna Josepha (Marianne) Geboren 06-08-1956 3) Gerarda Petronella Josepha (Gerda) Geboren 27-06-1958 4) Eldert Hij kwam levenloos ter wereld 17-04-1961. Hij was werkzaam in de isolatie materiaal branche. Na haar overlijden op 23-11-1981 woonde Eldert samen met Bep Schotsman- de Haas in Purmerend. Jose en Robert wonen in de Tempelaarstraat in Castricum. Maria Susanna Josepha (Marianne) trouwde op 2609-1995 met Richard Egberts (geboren 16-09-1958). Marianne en Richard kregen een zoon, t.w.: . Coen, geboren op 08-04-1994. Zij wonen in de Roerdompstraat in Badhoevedorp. Gerarda Petronella Josepha (Gerda) woont in de Waalstraat in Amsterdam. Hieronder volgt het relaas van José Terstal over haar familie:
27-06-1958 is geboren. Wij hebben 2 kinderen,t.w.: Dennis, geboren 08-10-1982 en Caroline, geboren 09-05-1986 Wij zijn geboren en opgevoed in Amsterdam West en daar ook op school geweest. Alle drie de zussen vonden een baan in Amsterdam. Ik ben in 1977 getrouwd en wij gingen in Amsterdam-N. wonen. Na drie jaar verhuisden wij naar Koog aan de Zaan, waar onze kinderen zijn geboren. Veertien jaar later
“Aan alle familie leden DE BOER”. Vanuit Castricum een verhaaltje voor het boek van Cees de Boer uit Bergen. Bij een heleboel mensen inmiddels bekend vanwege het uitzoeken en achterhalen van onze familie. Ik ben de oudste dochter van Eldert Hendricus de Boer, geboren op 8 september 1915 en overleden op 13 september 1995. Hij was gehuwd met mijn moeder, Marie Uytenhaak, die op 2 oktober 1921 is geboren; zij overleed op 23 november 1981. Gezin op de Adm. de Ruyterweg in Amsterdam. Ik heb nog twee zusters, onze namen zijn: ik dus José, geboren op 18-12-1951. Zus Marianne is geboren op 06-08-1956, terwijl Gerda op 190
Marjanne, Riet (vrouw Eldert), Wiesje(vrouw Cor) en Jose in de Schoorlse duinen.
gingen wij in Castricum wonen, (heerlijk) en hopen hier nog vele jaren te wonen. Marianne werkte in Amsterdam-Osdorp en leerde haar toekomstige man kennen op de werkvloer. Zij gingen wonen in Zwanenburg. In 1995 trouwden zij een jaar na de geboorte van hun zoon Coen. Later verhuisden zij naar Badhoevedorp, waar haar man vandaan komt en waar zij het prima naar hun zin hebben. Gerda is woonachtig in Amsterdam. Na heel wat jaren in Amsterdam West te hebben gewoond, is zij 1 ½ jaar geleden in aanmerking gekomen voor een woning in de Rivierenbuurt in Amsterdam, een leuke buurt. Zij is daar heel happy mee. Gerda werkt als balie assistente bij een orthondontist in Amsterdam Zuid/Oost. Menig kind en volwassene is daar met een knap bekkie de deur uitgegaan. Dit was het relaas van onze familie; niet bepaald schokkend, maar misschien toch leuk om te weten, dat wij ook de Boer heten.! Mijn vader en moeder kwamen allebei uit Amsterdam. Mijn vader Eldert was opgeleid tot timmerman en deed veel in het jeugdwerk bij de Jozef Gazelle. Hij ging ook mee met de reizen naar Lourdes als ziekenbroeder.Hij is lang vrijgezel geweest tot zijn 35e jaar. Hij ontmoette mijn moeder voor de oorlog; een paar jaar na de oorlog sloeg de vonk pas echt over en werd er snel getrouwd. Spoedig kwam dochter José. Wij woonden in bij de ouders van mijn moeder Marie. Dit was ook op de Adm. De Ruyterweg 285. Zijn ouders kwamen te overlijden en zo zijn wij in het huis gaan wonen op de Adm. De Ruyterweg 321, zijn ouderlijk huis dus. Dit bood wel tegenstand maar uiteindelijk mochten wij er blijven wonen. Mijn vader werkte tot aan zijn pensionering bij de firma Helffer, een fabriek in isolatie materialen en attributen voor schepen. Dit was met veel perplex kunststof. Hij maakte daar zelf ook soms kunstzinnige dingen van. Iets voor de sier of een bankje of krukje. Een andere hobby van hem was modeltreinen, opgebouwd in de kelder op een parcours. Verder hield hij zich bezig met fotograferen, het maken van dia’s, muziek maken, kaarten en biljarten. Na het overlijden van mijn moeder Marie ontmoette hij een nieuwe vriendin, voor ons oma Bep. Zij woont in Purmerend. Na een paar jaar “latten”
ging mijn vader bij haar wonen, een hele stap uit Amsterdam en van de Ruyterweg. Zij hebben nog hele fijne jaren gehad tot zijn 80e verjaadag. Vijf jaren later overleed hij. Oma Bep leeft nog en is inmiddels 86 jaar. Groetjes van José Terstal- de Boer. P.S. Nog enkele zaken over Jose Terstal: Zij is opgegroeid in het huis van de ouders van haar vader op de Adm. de Ruyterweg, waar zij op de lagere school ging. Daarna 3 jaar op de L.E.A.O en 1 jaar middenstands diploma gehaald. Vervolgens ging zij werken bij C.& A., waar zij 16 jaar een heel leuke tijd heeft gehad. In 1977 trouwde zij met Rob Terstal. . Inmiddels waren de twee kinderen geboren: in 1982 Dennis en in 1986 Caroline, het werden drukke tijden, want de kinderen waren vaak ziek.
José en Bert en hun beide dochters en aanstaande schoonzonen.
Adm. de Ruyterweg, Amsterdam 191
10e generatie Amsterdamse zijtak: Eldert de Boer zoon van Pieter de Boer en Antje Kaandorp
Eldert de Boer X Apallonia Kint Geboren 25-11-1884 Geboren 20-12-1885 Overleden 08-02-1960 Overleden 17-06-1936 Getrouwd 02-02-1910 Kinderen 1) Anna Catharina Maria Geboren 17-05-1914 Overleden 13-12-1989 2e Huwelijk X Ali Blaauw Geboren 21-10-1885 Overleden 10-03-1943 Na haar overlijden woonde hij samen met Bertha de zus van zijn tweede vrouw die hem twee jaar overleefde.
Zelfportret Eldert de Boer Eldert de Boer is in 1904 in Duitsland als liftmonteur gaan werken. Hij kreeg daar een bedrijfsongeval en lag lange tijd in een Duits ziekenhuis. Hij werd daar depressief. Een arts ontdekte zijn teken- en schilderstalent. Op doktersadvies volgde hij de kunst-en teken- akademie in Duisburg: de arts betaalde de lessen. In 1905 wilde zijn vader dat hij naar ons land terugkeerde. Hij ging van 1905-1925 bij Erven Caspar Flick, cacao fabriek aan de arbeid. Van 1925 tot 1939 is niets bekend over zijn beroep. Daarna werkte hij kort 192
Apallonia de Boer-Kint bij een liftenfabriek Electro Mech. Onderneming als zelfstandig liftmonteur. Bij Peter Meekel zijn vele mappen met tekenvoorbeelden, die Eldert de Boer heeft gebruikt. Van het schilderij dat bij Thea de Jong hangt, is geen voorbeeld gevonden tijdens ons bezoek in Zwaag. Ik kan geen bewijs vinden dat mijn vader Eldert de Boer en deze Eldert de Boer elkaar hebben ontmoet in de jaren 1920-1930 in Amsterdam en mogelijk samen schilderden. Het lijkt mij eigenlijk logisch dat de mannen elkaar kenden, alhoewel er een generatie tussen hen ligt. Echter, beiden kwamen
uit Alkmaar en gezien het feit dat Alkmaar toen nog een betrekkelijk kleine gemeente was, geeft voeding aan mijn stelling. Het voorbeeld dat bij Thea de Jong hangt, zie blz.166, lijkt wel op een schilderij van Henk Gorter, dat mijn vader naschilderde. Deze Gorter was een bekend kunstschilder. Hij gaf Koningin Wilhelmina les in schilderen.
Schilderij van Eldert, hangt bij Gerda Gersonius
Eldert, Apallonia en Anna
Eldert, Ali en Bertha
Eldert, Apallonia en Anna
Eldert in ziekenhuis
Eldert en familie 193
11e generatie Amsterdamse zijtak: Anna Catharina Maria de Boer dochter van Eldert de Boer en Apallonia Kint
Anna Catharina Maria X Joannes Nicolaas Alphonsus Maria Meekel (Anna) de Boer Geboren 17-05-1914 Geboren 09-12-1908 Overleden 13-12-1989 Overleden 23-02-2001 Getrouwd 27-04-1938 Kinderen 1) Nicolaas Albertus Antonius (Albert) Geboren 22-08-1941 2) Joannes Nicolaas (John) Geboren 11-02-1944 3) Petrus Franciscus Antonius (Peter) Geboren 29-01-194
uit over de Kostverlorenvaart ook wel de Baarsjes genoemd. Aan de overkant was een houthandel. Ik hoor nog de groenteschuitjes voorbijkomen. Uit de Sloterpolder kwamen ze dan op weg naar de markthallen. En dan de vrachtschepen die voorbij kwamen, wij waren dat niet gewend, wij kleinkinderen waren in Kortehoef geboren. Wij vonden dat prachtig. Zijn eerste vrouw heb ik nooit gekend; zijn tweede vrouw was voor ons Oma, maar voor mijn vader en moeder Tante Ali. “
Anna met poes Hieronder volgt de bijdrage van Albert Meekel over zijn familie: “Hier dan een verhaaltje, voor zover ik mij kan herinneren, van mijn opa de Boer. Voor ons, kleinkinderen, was hij als wij bij hem op visite kwamen altijd aan het schilderen. Dan zat hij voor het raam, overdag, want dan had hij beter licht. Het huis rook ook altijd naar de olieverf. Hij woonde toen in de Hasebroekstaat in Amsterdam en keek 194
Anna Meekel-de Boer tekening uit Zwitserland
12e generatie Amsterdamse zijtak: Nicolaas Albertus Antonius Meekel zoon van Anna Catharina Maria de Boer en Joannes Nicolaas Alphonsus Maria Meekel
Nicolaas Albertus Antonius X Henny Appelboom (Albert) Meekel Geboren 22-08-1941 Geboren 10-05-1939 Getrouwd 18-02-1965 Kinderen 1) Sylvia Geboren 19-11-1966 zie haar verhaal op blz.: 196 2) Annemarie Geboren 08-10-1968 3) Pauline Geboren 05-04-1971 4) Frank Geboren 15-09-1974 Albert Meekel’s eigen gezin: Wij zijn getrouwd in 1965 en hebben op het Gerard Douplein gewoond bij de Albert Cuyp, waar wij 5 jaar verbleven. Ik was toen werkzaam bij de Amstelbrouwerij als onderhoudstimmerman. In Amsterdam zijn twee kinderen geboren: Sylvia en Annemarie. Daarna verhuisden wij naar Ouderkerk a.d. Amstel, alwaar ik bij de plaatselijke woningbouwvereniging ben gaan werken.
Hier werden nog twee kinderen: Pauline en Frank geboren. Zij zijn nu allemaal het huis uit en wij zijn uitgewerkt. Ik in de VUT en mijn vrouw in de AOW. Wij hebben het drukker dan ooit: oppassen, de groentetuin en klussen bij deze of gene. Dochter Sylvia is kunstenares Groeten van Albert Meekel uit Ouderkerk.
Familie Albert Meekel 195
13e generatie Amsterdamse zijtak: Sylvia Meekel dochter van Nicolaas Albertus Antonius Meekel en Henny Appelboom Sylvia Meekel X Jan Bunskoek Geboren 19-11-1966 Geboren Samenwonend Kinderen 1) Ita Geboren 23-09-2003 Sylvia Meekel, haar vroegere artiestennaam was: Anna de Boer. Zoals je ziet heb ik vroeger de meisjesnaam van mijn oma gebruikt als artiestennaam. Nu niet meer hoor. Hierbij zijn twee schilderijen van mij, de eerste is van AnnieMeekel- de Boer en Jan Meekel, mijn oma en opa; het andere schilderij is een piraten dame.
01-01-1966?
en verkoop T- shirts voor groot en klein. Nu ben ik samen met vriend en dochtertje op weg naar mijn volgend avontuur: mijn eiegn T-shirt collectie – met een web winkel – die vaqnaf juli op internet staat.(www.sillysreeeens.org. Mijn werkplaats in de Plantagedoklaan 8-12 (www. plantagedok.com) en de werkplek werd 7 jaar geleden door mij en anderen gekraakt en is inmiddels gelegaliseerd en verbouwd. Elke herfst is daar een weekend open huis, iedereen is daar welkom !!!!
Opa Meekel en Oma Anna Meekel - de Boer Ik ben Sylvia Meekel, geboren op 19 november 1966’Mijn wederhelft, Jan Bunskoek is geboren op 4 april 1967 en is afkomstig uit West Friesland Nh. Onze dochyter, Ita, kwam op 23 september 2003 ter wereld. Zolang ik mij kan herinneren hebben mijn ouders en mijn oma Annie Meekel- de Boer voor mij getekend. Ook hebben mijn ouders en grootouders mij altijd gestimuleerd om te doen waar ik gelukkig van werd: dus heb ik een heel avontuurlijk leventje. Ik heb een kunstopleiding gevolgd en strijd voor een betere wereld met andere kunstenaars en aktievelingen; woonde in gekraakte panden. Verder heb ik bij een rondreizend circus theater in Zwitserland gewerkt.. Naast mijn artiestenvak organiseer ik feesten en exposities en werk ik als schilder, ontwerp en bedruk 196
Titel: Piratenvrouw. zelfportret???
12e generatie Amsterdamse zijtak: Joannes Nicolaas Meekel zoon van Anna Catharina Maria de Boer en Joannes Nicolaas Alphonsus Maria Meekel Joannes Nicolaas (John) Meekel X Martha Frei Geboren 11-02-1944 Scheiding in 1993 Kinderen 1) Bea Geboren 01-02-1967 2) Thomas Geboren 26-07-1968 3) Norman Geboren 25-09-1970 2e huwelijk op 17-07-1997 X Elisabeth Gasser Geboren 19-05-1956 De volgende bijdrage is van John Meekel Alte Bernstrasse 30 3075 Rüfenacht Schweiz Een kleine levensloop Na de lagere school in Hilversum en Amsterdam moest ik er nog een 7. schooljaar aanhangen, verder ging het met de kokvakschool in Amsterdam en na drie jaar nog 2 jaar in verschillende leerbedrijven. Dan kwam de militaire diensttijd, niet dat ik er zo balen van had dat ik naar het buitenland wilde, dat was meer van beroepswegen, en Schwitzerland hat me toch al gefasineerd, so werkte ik vanaf 1965 in meerdere seizoenen in verschillende delen van het land. Ondertussen had ik mijn eerste vrouw leren kennen, eerst waren we nog een half jaar in Amsterdam en woonden bij mijn ouders, omdat we geen woning konden vinden zijn we weer terug gegaan en woonden in Köniz een vooroord van Bern, 9 jaar later zijn we naar Rüfenacht verhuisd
woord gegeven, haar zoon Marc is nu 17 en leert voor timmerman Ik werkte in Bern in een Hotel en later ook als kok in een zelfbedienings-ketting de Migros, ik bleef 36 jaar in deze firma , in verschillende restaurants en 1986 na een omscholing was ik leuk bezig in de boekhouding, tot 2004, toen kon ik met 60 met vervroegd pensioen. Mijn hobby’s zijn zomers in de bergen wandelen en „strahlen” dat is kristallen en mineralen zoeken in de beken goud wassen met een zeefapparaat doe ik ook. Verder maken we ook fietstochten of zwemmen in de rivier, s’winters langlaufen en de verzameling in orde brengen. We zijn ook in verschillende verenigingen ook in samenhang met mijn hobby. We reizen ook graag, met de auto of het vliegtuig P.S. ( CdB): John heeft al een aardig voorraadje met kleine stukjes goud, welke ik heb gezien bij mijn bezoek aan hem in Ruefenacht.
In1989 kreeg ik en de jongens de schwitzerse nationaliteit, als dan onze 3 jongens groot genoeg waren lieten we ons scheiden. In1997 hebben Elisabeth Gasser en ik ons het ja 197
12e generatie Amsterdamse zijtak: Petrus Franciscus Antonius Meekel zoon van Anna Catharina Maria de Boer en Joannes Nicolaas Alphonsus Maria Meekel Petrus Franciscus Antonius (Peter) Meekel X Gladys Bastiaanse Geboren 29-01-1948 Geboren Getrouwd 29-10-1969 Kinderen 1) David Samuel Geboren 13-02-1974 2) Mordechai Benjamin (Moshe) Geboren 17-06-1976
07-11-1946
Peter is trambestuurder in Amsterdam en ze wonen in Zwaag Noord Holland
Rechts Peter Meekel, verder Cees de Boer, Cas Dekker en Thea de Jong-Dekker.
198
Bijzondere getuige bij de geboorte van Casper Lodewijk Cornelis de Boer, geboren op 05-05-1875 en getuige bij 2e huwelijk van zijn moeder, Dina Maria Veel met Geerhard Tromp. Pieter Hendriksz. de Boer X Antje Arensd. geboren in Oosthuizen geboren: niet bekend. Kind Adrianus Pietersz geboren in St. Pancras, gedoopt in Oudorp op 08-03-1761. Adrianus Pietersz. de Boer X Jannetje Visser geboren 08-03-1761 geboren in 1760 overleden niet bekend overleden op20-05-1814 Beroep : tuinder in St.Pancras Kinderen 1) Cornelis – 1 geboren 09-06-1787 en vroeg overleden zie Cornelis- 2 2) Arie X Hendrica Bol geboren 09-04-1789, zie aktes. geboren 01-06-1799 overleden: niet bekend 3) Jannetje geboren 16-06-1791 4) Marijtje geboren 02-04-1793 5) Hendrik geboren 05-03-1796 6) Pieter geboren 07-10-1799 7) Cornelis –2 geboren 26-041801 2e huwelijk met X Allegonda Boon (weduwe van Pieter Bol). Getrouwd op 08-11-1818 te Alkmaar zij is dan 47 jaar. 3e huwelijk met: Geen zekerheid over dit 3e huwelijk
X Antje Blokker
199
Cornelis-2 de Boer X Clara Catharina Schoorl geboren 26-04-1801 geboren in 1811 overleden in 1839 dochter van Arie Schoorl en Bregje Hazes. Getrouwd 06-06-1830 zie akte in mijn bezit. Adres Poppelmanslaan 45 , Alkmaar Voor zijn huwelijk woonde hij in 1830 bij H. Erkamp en Joh. Gooij. Kinderen 1) 2)
Adrianus Hendricus geboren 07-09-1833 (zie hieronder) Hendrik geboren in 1834 of 1835
Adrianus Hendricus de Boer X Maria Barbara Veel geboren 07-09-1833 geboren 03-12-1836 Huwelijk 11-05-1862 en kregen 5 kinderen: .Zie akte, t.w.: 1) Clara Antonia, geboren 24-02-1863; 2) Lodewijk Cornelis, geb. 14-04-1864 3) Dina Antonia, geboren 05-03-1866; 4) Antonia Maria, geboren 17-08-70 5) Cornelia Adrianus, geboren 18-03-73. Hier komt de “aap” uit de mouw: Deze “tak” de Boer was dus geen familie van ons. De verbinding moest aan de vrouwenkant worden gelegd. Adrianus Hendricus de Boer zijn vrouw was een: “VEEL” en is een zuster van de moeder van C.L.C. de Boer, mijn grootvader dus. Nu is het wel duidelijk naar wie mijn grootvader is vernoemd: Casper kwam van zijn vader’s zijde en de Lodewijk Cornelis voornamen van zijn moeder’s zijde, van de “Veel” kant. Haar man is A.H. de Boer, volgens de akte een bekende van de familie , dus geen familie en was getuige bij de geboorte van C.L.C. de Boer. In 1885 mocht hij weer optreden als getuige bij het 2e huwelijk van zijn schoonzuster, die met G. Tromp trouwde. Ik heb nog enige aktes van Arie de Boer (geboren 09-04-1789, zijnde een broer van Cornelis-2 de Boer. Mogelijk waren er toch nog verbindingen met onze tak de Boer, maar dat moet dan wel voor 1600 geweest zijn en dat lijkt onwaarschijnlijk.
200
Op zoek naar de schilder en naar onderstaand origineel schilderij.
schildervoorbeelden van de andere Eldert in Hoorn bij Peter Meekel, bleek dat ook hij enigszins dezelfde schilderswijze had: veel bloemen en landschappelijke tafereeltjes à la Henk Gorter, de leermeester van wijlen Koningin Wilhelmina. Vermoedelijk ben ik geïnteresseerd geraakt door dit schilderijtje door het afwijkende onderwerp, n.l. veel mensen en de situatie waar één en ander zich afspeelde qua tijd- vermoedelijk laat 18e eeuw en qua ruimte in een herberg. Goed, ik ben dus op zoek gegaan naar degene, die het origineel had geschilderd. In eerste instantie ben ik bij het Westfries museum in Hoorn terecht gekomen. Daar vertelde de heer de Jong mij iets over de ruimte waar de actie zich afspeelt- de herberg- maar adviseerde mij naar het Mauritshuis in Den Haag te gaan voor verdere vragen.
Dit schilderijtje, dat mijn vader indertijd heeft nageschilderd, heeft al op vroege leeftijd indruk op mij gemaakt: het hing in de-nette- voorkamer bij opa en oma in De Rijp. Bij het betreden van dezeniet altijd gebruikte- kamer hing het boven een oud tafeltje. Ik zie het nog zo voor mij. Het staat mij bij, dat mijn grootouders mij vertelden, dat mijn vader dit schilderijtje op betrekkelijk jonge leeftijd heeft gemaakt. Mijn vader was een z.g. zondagsschilder, die zelf niet het veld introk, maar voorbeelden naschilderde. Veelal maakte hij z.g. stillevens en of taferelen, waarop weinig of geen personen waren geschilderd. Zoals reeds eerder in dit boekwerkje vermeld bij de andere Eldert de Boer uit Amsterdam, ga ik er nog steeds vanuit dat beiden elkaar gekend moeten hebben. Door hun afkomst uit het toen nog kleine stadje Alkmaar met zijn grenzen nog binnen de aarden vestingwallen, kan het eigenlijk niet anders. Ook bij het zien van de mappen met teken- en
Helaas kon men mij daar niet verder helpen. Aangezien John Hoogsteeder van de t.v. rubriek “Kunst en Kitsch” vrijwel om de hoek van het Mauritshuis woont, ben ik naar hem gestapt. Hij dacht aan een Vlaamse, mogelijk Duitse schilder. Onder dankzegging en met dit gratis consult ben ik toch nog eerst even langs bij het Rijksmuseum in Amsterdam gegaan. Dat was niet zo gemakkelijk om onaangekondigd een conservator te pakken te krijgen. Uiteindelijk kwam na een klein uurtje een dame naar voren, die toch ook dacht in dezelfde richting als John Hoogsteeder uit Den Haag. Hieronder volgt dan een opsomming van alle aangeschreven musea, die alle netjes op mijn brief reageerden.
201
Op 11 september 2003 heb ik mij – op advies van de Heer John Hoogsteeder - ook nog gewend tot het Rijksbureau voor Kunsthist. Documentatie, Afd. 19e eeuwse kunst. Zij konden geen aansluiting vinden bij het werk van Henk Gorter, over het landschaptafereel van andere Eldert de Boer ( het schilderij, dat bij Thea de Jong- Dekker hangt. Over mijn andere vraag, betreffende het tafereel in de herberg, kreeg ik later antwoord met de suggestie: probeer het in Belgie of Duitsland. Ook van het museum uit Belgie kreeg ik het advies mij te wenden tot Duitse musea. Van het Zentral Institut für Kunst und Geschichte in München kreeg ik zelfs antwoord in het nederlands van iemand die in Alkmaar was opgegroeid (Mevr. Thea Vignau Wilberg- Schuurman). Zij kwam met de suggesties van de schilders Fritz Wagner of Max Gaisser en dacht zelf eerder aan Max Gaisser en stuurde een aantal kopieën bij, waarbij vooral de karakterisering: groepen om een tafel haar aansprak. Haar advies was om mij te wenden tot de Bayerische Staatsgemãldesammlungen in München. Dit instituut heeft veel werk verricht en documentatie nagekeken, maar kwam uiteindelijk niet verder dan dat ik zelf verder moest informeren bij musea waar schilderijen van Max Gaisser en Fritz Wagner hangen, t.w.: Het Stadt Museum Bautzen Museum Stadt Rosenheim en Staatliches Museum Schwerin.
Het eindresultaat was toch negetief. De schilder, alsmede het originele schilderij kwam niet boven water. Wie zoekt t.z.t verder. ?? Waarom al die moeite voor zo’n schilderijtje en hoort dit verhaal eigenlijk wel thuis in deze context, zijn vragen waarop ik toch wel een antwoord wil geven. Het antwoord op het eerste gedeelte van deze vraag: Hopelijk zal er t.z.t.iemand opstaan, die mijn 202
onderzoek wil voortzetten, maar…………. misschien is het wel de vader van de bekende gedachte. Je weet maar nooit. In het bevestigende geval is er in mijn archief, waar zich alle aktes etc. bevinden, ook een apart dossier met alle correspondentie van de diverse musea over dit onderwerp. Degene, die hiermede verder wil gaan, weet dan hoe het het niet moet doen om tot resultaten te komen. Misschien hoor ik eens…… waar ik dan ook moge zijn, wat zijn of haar oplossing tot dit raadseltje is. Het tweede gedeelte van bovenstaande vraag luidt naar mijn mening positief, want het is onderdeel van mijn theorie dat er “ergens” in iemands “genen” toch een brokje extra creativiteit moet zitten en daarom hoort het hier wel thuis. Mogelijk is men in de toekomst d.m.v. een sterk verbeterd DNA onderzoek instaat om hierachter te komen, of blijft het toch ‘n utopie.????? Waarvan akte zou de notaris zeggen.!!
De voornaam ”Eldert”, waar komt die vandaan…??
Het is grappig vast te stellen dat de naam Eldert voor het eerst binnen onze familie zijn intrede deed in de achtste generatie. De vader van Teunissina Steeman heette zo, en Eldert werd naar zijn opa vernoemd. Binnen onze rechtstreekse Alkmaarse tak komt de naam Eldert nog een aantal keren voor bij de zijtakken van Thea de Jong uit Wieringen, bij Meindert Ruiter uit Egmond Binnen, bij Peter Meekel uit Zwaag en bij de Amsterdamse “tak” en mijn vader heette ook zo. Hieronder volgen de familie leden met de voornaam ELDERT, tezamen met de periode wanneer zij leefden/leven en waar zij in dit boek worden vermeld: Blz 1)
Eldert Steeman schoonvader van Casper: van hem komt deze voornaam.
Overleden in 1874,
113
2)
Eldert de Boer
(1848-1878)
113
3)
Eldert
(1884-1960)
113
4)
Eldert
(1900-1981)
118
5)
Eldert van Bronkhorst
(1910-2003)
150
6)
Eldert Hendricus Maria de Boer
(1915-1995)
190
7)
Eldert Ruiter
(1954- )
153
8)
Eldert de Boer
(17-04-1961, levenloos) 190
203
Onze creatievelingen binnen de familie. Van wie hebben onze creatievelingen deze gaven/genen gekregen? Ik vermoed, dat Eldert de Boer van de zijtak van Peter Meekel en mijn vader elkaar gekend moeten hebben. Zij waren beiden in de jaren 1920-1940 woonachtig in Ansterdam en kwamen beiden uit Alkmaar. Doordat mijn vader vanaf 1918 in Amsterdam op kamers ging wonen en gedurende lange tijd vrijgezel bleef tot circa 1930, zal hij over veel vrije tijd hebben beschikt, waardoor veel ruimte voor het bedrijven van zijn hobby’s moet zijn geweest. Ik ga er daarom maar van uit, dat beide mannen met elkaar optrokken voor wat betreft het schilderen. Zie “Op zoek naar kunstschilder” blz. 201.
Schilderij van Eldert de Boer bij Thea de Jong. Naast het schilderen, was mijn vader regelmatig met muziek bezig. In zijn jeugd speelde hij mandoline, later speelde hij viool. In de jaren 1950-1960 heeft hij mijn broer Wim begeleid en gestimuleerd bij zijn vorderingen op het gebied van het spelen op de piano. Van mijn kinderen bezochten Sander en Ellen de B.S.G in Bergen, welke bekend staat om zijn creatieve vakken. Sander maakte daar een aantal werkstukken uit steen en gasbeton. Ellen deed er mode-en textielvakken. Na afloop van het eindexamen op de B.S.G tijdens de presentatie van alle werkstukken liep Ellen, in de door haar gemaakte bruidsjurk, aan de arm van de zojuist beoemde nieuwe directeur van de school over het plankier. Ellen ging vervolgens naar de mode academie Montagne in Amsterdam en ontwierp jassen en andere zaken. Later stapte zij over naar Present Time in Almere, waar zij voor de zaak allerlei zaken ontwerpt en regelmatig in het verre oosten op 204
pad is voor de inkoop van de ”giftshop” artikelen. Zoon Paul van broer Wim studeerde in Delft industriële vormgeving. Ook de andere Eldert, van de zijtak van Meindert Ruiter, is creatief. Deze Eldert is graficus Na oplossing en terugvinden van de volledige Amsterdamse “tak” - met vele kinderen, zoals in een goed R.K. gezin aan de orde was - , blijkt er ook in deze “tak” een aantal creatieve mensen te zijn en te zijn geweest. Toen ik een paar jaar geleden Thea de Jong uit Wieringen ontmoette en zij mij vertelde over een schilderij dat bij haar aan de wand hing van oom Eldert (tak Peter Meekel) was ik zeer verrast, omdat het mij een kopie leek van Henk Gorter, een bekende Nederlandse schilder (hij gaf Koningin Wilhelmina schilderles). Zie Gerda Gersonius blz. 179.
Sylvia Meekel, dochter van Albert uit Ouderkerk a.d. Amstel is zelf, net als haar man, beroeps kunstenaar geworden. Vermoedelijk erfelijk belast door haar over grootvader, Eldert de Boer.
Titel: Piratenvrouw, zelfportret ???
Opa Meekel en Oma Anna Meekel - de Boer
Via de nakomelingen van Casper de Boer Jr. ( geboren 16-05-1873) vond ik creatieve aktiviteiten via zijn kleindochter Maria Clasener- van der Plas. Ook 2 van haar kleinkinderen tekenen erg goed. Mijn vader schilderde met olie verf of met pastel het werk van deze Gorter na. Achteraf blijkt dat vele familie leden van de Amsterdamse “tak” ook in het bezit zijn van een schilderij van deze Eldert uit Amsterdam. (tak Peter Meekel). Zie ook het briefje dat ik kreeg van tante ”Dien” uit Nijmegen (wat een prachtig en krachtig handschrift van iemand van 93 jaar) waarin zij mij een polaroid foto toezond van een schilderij van Eldert de Boer.
Schilderij van Rita Clasener-van der Plas
Anna Meekel-de Boer tekening uit Zwitserland
Zelfportret Eldert en zijn vrouw Appollonia 205
Inmiddels is mij van een aantal mensen bekend dat zij vroeger en tegenwoordig nog steeds tekenen en schilderen. Bij het noemen van namen loop ik wel het risico, dat ik bepaalde mensen niet noem, omdat ik niet op de hoogte ben van hun kunstzinnige activiteiten: Vader Eldert van Jose Terstal-de Boer was creatief in het maken van allerlei zaken, o.a. het fotograferen en muziek maken; zijn broer Cor -de vader van Gerda Gersonius- was ook een verdienstelijk fotograaf. Naast bovengenoemde personen uit de familie is Susan van Wulfften Palthe- de Boer uit Rosmalen kunstenares.
Hij maakte voor de kerk wandschilderingen en bij hen thuis had hij op de wand een mooi bostafereel geschilderd. Na de 2e wereldoorlog gaf hij les in schilderen bij allerlei instellingen op creatief gebied. Verder restaureerde hij na de oorlog de wandschilderingen van de wintertuin van hotel “Kras”.
Paul de Boer uit Tilburg is in het bezit van het laatste schilderij dat zijn vader Herman voor zijn dood heeft geschilderd. (zie vorige kolom). Vanuit zijn ziekbed: zicht op Sloten.
Acryl op doek van Susan van Wulfften Palthe- de Boer Herman de Boer Sr. was genoodzaakt door de crisis van de jaren “30” en de daarop volgende 2e wereldoorlog om als huisschilder zijn “brood” te verdienen, maar zijn voorkeur ging duidelijk uit naar het schilderen op “doek”. (zie hieronder)
Herman de Boer Sr. : Zicht op Sloten. 206
Ron, de glazenier en kunstschilder, restaureerde de grote ramen in de Nieuwe- en Oude Kerk in Amsterdam.
Tekening van David, zoon van Ron.
Schilderijen van Ron de Boer Hier volgen een aantal voorbeelden van werk van familieleden die nu al op jeugdige leeftijd laten zien dat zij over kwaliteiten beschikken.
Tekening van Koen, zoon van Herman jr. Het zou best eens kunnen zijn, dat al deze creatieviteit indertijd is ingebracht door een gemeenschappelijke voorouder. Ik denk in eerste instantie dan aan Teunissina Steeman, de vrouw van Casper de Boer (geboren in 1814) of aan Casper de Boer hemzelve. Je moet toch van je eigen familie krachten uitgaan, niet waar.!!! Als het zo zou zijn, dat Teunissina de drijvende kracht op dit gebied is geweest, dan is haar invloed op de toekomstige nazaten van onze familie wel heel erg groot geweest. Want, zoals reeds eerder is opgemerkt, komt ook de naam Eldert bij haar familie vandaan. Het was de voornaam van haar vader Eldert Steeman, de schoenmaker uit Alkmaar.
Schilderij van David, zoon van Ron. 207
SLOTWOORD. Bij de start van dit boekwerkje had ik nog niet een juist beeld gevormd over de vorm en inhoud hiervan. Zo langzamerhand krijgt ”HET” het dan - door eigen ideeën en door het lezen van andere genealogie verhalen van andere families - “ zijn huidige ”body”. Onder het motte “ Beter goed gejat dan slecht bedacht”. Daar ik nu bepaald niet als een techneut bekend sta, is het prettig te ervaren, dat ik op technische bijstand kon rekenen op gebied van de computer van Jan van Breugel, Hielke Huisman. De hulp van Jansiem Schoorl uit Barsingerhorn was van eminent belang bij de samenstelling van dit boekwerkje. Zowel op het gebied van de computer, als zijn assistentie op het grafische vlak was van grote “klasse”. Hij leerde mij het boekwerk in ruwbouw aan te leveren, waarna hij het echte fijne werk deed. Louck en Marijke fungeerden als bewaker van tekst en Nederlandse taal. Allen hartstikke bedankt. Cees de Boer. BERGEN, 20 mei 2005. (ook de verjaardag van mijn moeder) P.S.: De titel van dit boekwerkje had ook als titel meegekregen kunnen hebben: OM EEN KORT VERHAAL HEEL LANG TE MAKEN.
208
OVERZICHT VAN “AANGETROUWDEN” , OFWEL DE “KOUWE KANTERS”: (Is achter de naam (m) vermeld, dan is de man van de kouwe kant en is hij dus met een “de Boer” getrouwd. S= achter de naam betekent samenwonen met ene de Boer. De datum in de kolom is de trouwdatum): Aerle, R. (m) circa 1975 Appelboom, Henny 10-05-1939 Nieuwendijk, Irene 19-12-1969 Arts, R. (m) 22-05-1946 Bastiaanse, Gladys 29-10-1969 Blaauw, A.M. circa 1938 Bojoh, Bo (S) circa 1985 Borsius, Trijn Symonsd. circa 1659 Bronkhorst v. , Pieter (m) 25-06-1908 Bruin, Helene 21-05-1953 Bui, Anna 05-05-1872 Cardinaal Cornsd., Neeltje 13-11-1807 Clasener, Ed (m) circa 1928 Dekker, Barbara circa 1960 Dekker, Mattheus Nic. (m) 16-08-1934 Delemarre, Rina 24-05-1984 Egberts, Richard (m) 26-09-1995 Engel, Elisabeth 29-03-1812 Eschweiler, Sus. Joh. Wilh. 12-09-1907 Frei, Martha circa 1970 Gasser, Elisabeth 17-07-1997 Gersonius, Berend (m) 03-06-1976 Geuzenbroek, Theo (m) 29-10-1925 Groot, Antje 10-05-1868 Haver, Aal(g)je 14-07-1754 Holm, Janny circa 1965 Hop, Maartje 17-06-1899 Jacobs, Marja circa 1960 Jansz., Claes (m) circa 1688/90 Jong de, Petrus Nic. 09-12-1961 Kaandorp, Antje 29-04-1877 Kat, Helena circa 1812 Kint, Apalonia 02-02-1910 Laar, v.d. C.T.T. 09-12-1970
Maas, Rosalia Dorothea 30-09-1942 Marre dela, Rina circa 1985 Meekel`J.N.A.M. (m) 27-04-1938 Muller, C.J. (m) circa 1965 Nass, J.H. (m) circa 1960 Pand(t), Willempje 22-06-1783 Paulusd., Neeltje circa 1708 Pietersd., Antje 21-02-1714 Plas, v.d.,Arnold (m) circa 1930 Pronk, Brigit 10-03-2000 Ramaker, Hendrica 07-10-1838 Rijs, van Meindert (m) circa 1930 Roemer, Guurtje circa 1948 Ruiter, Klaas (m) 29-04-1926 Schoen, Maria 10-11-1904 Steeman,Teunissina 30-07-1843 Swart, Annemiek (S) circa 1998 Terstal, Robert 23-08-1977 Tiggers, Louisa Ger 04-06-1948 Uytenhaak, Maria A.C. 06-02-1931 Veel, Dina Maria 19-04-1874 Visser, Petronella circa 1920 Volmer, Cor (m) 05-08-1942 Weil, Petronella 20-02-1960 Wijnhoud, Maaike (S) circa 1994 Willemsd.Trijn circa 1680 Wissel v.d. , Cornelia 16-02-1966 Wolffensperger H (m) circa 1966 Wulfften Palthe v.B (m) 10-04-1974 Zalm, Neeltje na 1791 Zwart, de Goverd.M.G 18-08-1945
209
210
211