De bijdrage van het TurksNederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie
Sonja Roolvink
Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, Universiteit Utrecht Begeleid door de Leerstoel Organisatie van de Utrecht University School of Economics
November 2009
CIP GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Roolvink, S.L. Turks-Nederlands ondernemerschap / S.L. Roolvink Utrecht: Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, Universiteit Utrecht. Begeleid door de Leerstoel Organisatie van de Utrecht University School of Economics ISBN: 978-90-5213-182-5 trefw: Turks-Nederlands ondernemerschap, werkgelegenheid, branchespreiding, aantal Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie Janskerkhof 3 3512 BK UTRECHT Tel. 030-2537025 Website: www.uu.nl/kennispunten/rebo Deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk geciteerd worden mits de auteur en het Kennispunt Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie vermeld worden en mits geen wijzigingen in het geciteerde worden aangebracht.
Voorwoord Het onderzoek dat voor u ligt, is uitgevoerd in opdracht van HOGIAF, ‘Federatie van Jonge Ondernemers in Nederland.’ In 2006 is HOGIAF in het leven geroepen door een zestal lokale ondernemersverenigingen waarbij voornamelijk allochtone ondernemers zijn aangesloten. De organisatie heeft een landelijke dekking gerealiseerd en is het grootste platform in Nederland dat door en voor allochtone ondernemers is opgericht. Momenteel telt HOGIAF ruim 650 leden en heeft daarmee een bereik van 4500 ondernemers. Ondanks het feit dat de organisatie openstaat voor alle ondernemers, is het grootste gedeelte van de leden van Turkse afkomst. Om de kwaliteit en kwantiteit van de ondernemers en ondernemingen te verbeteren en daarnaast bij te dragen aan het participatie- en integratieproces van ondernemers binnen de bestaande ondernemersnetwerken, spant HOGIAF zich optimaal in. Hierbij werkt zij nauw samen met haar partners. Ook wil HOGIAF bijdragen aan het bevorderen van de internationale handel met voornamelijk de herkomstlanden van de ondernemers en tevens hun belangen behartigen op nationaal en internationaal niveau. Tot slot hecht HOGIAF veel waarde aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en wil dat het Nederlandse bedrijfsleven zich hier meer bewust van wordt. Alle ondernemers die het belang inzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen, verdienen een vruchtbaar ondernemersklimaat om zichzelf en hun ondernemingen optimaal te kunnen ontplooien en ontwikkelen. In een gunstig economisch klimaat kunnen ondernemingen bijdragen aan de groei van welvaart, werkgelegenheid en het algemeen welzijn. Ook TurksNederlandse ondernemers en hun ondernemingen dragen hieraan bij. De grootte en diversiteit van hun rol is onderdeel van en aanleiding voor nader onderzoek met betrekking tot hun bijdrage aan de Nederlandse economie. HOGIAF hecht groot belang aan de uitkomsten van dit onderzoek. Het is interessant voor HOGIAF om zicht te krijgen op de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie over een langere tijdsreeks. Daarnaast is het van belang om inzicht te krijgen in de huidige positie van het Turks-Nederlandse ondernemerschap en de bijbehorende trends die hierin zijn te ontdekken. Antwoorden op bovengenoemde punten kunnen vervolgens iets zeggen over de verwachte ontwikkelingen en trends voor de (nabije) toekomst. Deze uitkomsten zullen wij gebruiken voor het maken van aanpassingen in ons beleid. Maar ook derden, zoals overheidsinstel-
i
lingen of maatschappelijke organisaties, zouden de bevindingen kunnen gebruiken voor beleidsontwikkeling. Het onderzoek heeft geresulteerd in een voor ons duidelijk overzicht van de ontwikkelingen in de groei van het aantal bedrijven, de werkgelegenheid en de branchering voor Turks-Nederlandse ondernemers voor een tijdsperiode van twintig jaar. Inzicht in de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland betekent dat HOGIAF haar dienstverlening beter kan laten aansluiten. HOGIAF is van mening dat een beter beeld van het Turks-Nederlandse ondernemerschap en het inspelen hierop van de overheid en belangstellende organisaties, kunnen leiden tot het beter benutten van de potentie van Turks-Nederlandse ondernemers. Een vergroting van kennis over de trends in aantallen Turkse ondernemingen/ondernemers en hun branchespreiding kunnen daarnaast bijdragen aan het verder stimuleren van het Turks-Nederlandse ondernemerschap. HOGIAF zet zich graag samen met andere betrokkenen en belangstellenden in om de potentie die er is optimaal te benutten om zo bij te dragen aan welzijn en welvaart in Nederland. Onze dank gaat in het bijzonder uit naar Universiteit Utrecht voor het uitvoeren van het onderzoek en de Kamer van Koophandel voor het leveren van ondersteuning. Utrecht, november 2009 Ahmet Taskan
ii
Geachte lezer, Voor u ligt het onderzoek met als titel ‘De bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie’, welke is geschreven in opdracht van Hogiaf; federatie van jonge ondernemers Nederland. Dit onderzoek is geschreven als afstudeerscriptie voor de Master International Economics and Business aan de Utrecht School of Economics. Voor het schrijven van deze afstudeerscriptie heb ik getracht een geschikt onderwerp te kiezen dat niet alleen voor mijzelf interessant zou zijn maar ook een breder publiek aan zou spreken. Via het Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie ben ik in contact gekomen met Hogiaf. Het Turks-Nederlandse ondernemerschap is een actueel onderwerp dat mij erg aanspreekt. Tijdens mijn Bacheloropleiding Economie had ik eerder onderzoek naar ondernemerschap gedaan. Het feit dat er in de samenleving en politiek veel interesse is voor onderzoek naar Turks-Nederlands ondernemerschap heeft mij doen besluiten hier verder op in te gaan. Na literatuur te hebben gelezen over het Turks-Nederlandse ondernemerschap en steeds meer over dit onderwerp te weten te zijn gekomen, ben ik gestart met eigen onderzoek. De resultaten van het onderzoek zijn in dit boek te vinden. Via deze weg wil ik Erik Stam, Judith Beugels en Ahmet Taskan bedanken voor hun begeleiding bij dit onderzoek. Utrecht, november 2009 Sonja Roolvink
iii
iv
Samenvatting Dit onderzoek geeft inzicht in de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie over de afgelopen twintig jaar. Tevens geeft het een indicatie van de ontwikkeling hiervan in de toekomst. Op basis van data van de Kamer van Koophandel, het Centraal Bureau voor de Statistiek, het EIM en het Instituut voor Toegepaste Sociale wetenschappen is onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van het aantal ondernemers/ondernemingen, de branchespreiding en het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemers over de periode 1989 tot en met 2009. Sinds de komst van migranten uit Turkije naar Nederland en de start van het TurksNederlandse ondernemerschap is veel veranderd. Eerste generatie Turkse Nederlanders werden in tijden van afnemende economische groei gedwongen tot ondernemerschap en maakten veelal gebruik van het informele netwerk van familie en vrienden, terwijl tweede generatie Turkse Nederlanders juist voor het ondernemerschap kiezen omdat zij kansen zien en zich naast het informele netwerk ook op de autochtone bevolking richten. Uit dit onderzoek blijkt dat het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen sterk is gegroeid de afgelopen jaren. De branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers is meer gaan lijken op die van autochtone ondernemers. Turks-Nederlandse ondernemers zijn zich gaan richten op meer verschillende sectoren, in het bijzonder de sectoren onroerend goed & zakelijke dienstverlening en bouw, waardoor het aandeel van de sectoren groothandel, detailhandel & reparatie en met name horeca is gedaald. Het groeiende aantal TurksNederlandse ondernemers leidt tot de creatie van werkgelegenheid voor de Turks-Nederlandse en autochtone bevolking. Vooral de tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers met een beter opleidingsniveau en een externe oriëntatie, zal de toekomst van het Turks-Nederlandse ondernemerschap beïnvloeden. Daarnaast kunnen de opkomende economie in Turkije, de mogelijke toetreding van Turkije bij de Europese Unie en het aanhouden van een externe oriëntatie van Turks-Nederlandse ondernemers in de toekomst het Turks-Nederlandse ondernemerschap stimuleren.
v
Abstract This research aims to provide insight into the contribution of TurkishDutch entrepreneurship to the Dutch economy over the past twenty years. In addition, it also gives an indication of the development of Turkish-Dutch entrepreneurship in the future. Using data from 1989 to 2009 from the following Dutch institutions: Kamer van Koophandel, Centraal Bureau voor de Statistiek, EIM and Instituut voor Toegepaste Sociale wetenschappen, research has been done with respect to the development of the number of entrepreneurs/businesses, their branch of industry and the number of employees of Turkish-Dutch entrepreneurs. A lot has changed since migrants from Turkey have moved to the Netherlands and started businesses. First-generation Turkish-Dutch were forced to become entrepreneurs due to periods of declining economic growth. These entrepreneurs used mainly their network of family and friends to start up the business. However, second-generation Turkish-Dutch choose to become entrepreneurs, because they see opportunities for new businesses. These entrepreneurs do not only focus on their own social network, but also on the native population of the Netherlands. This research has shown that the number of Turkish-Dutch entrepreneurs/businesses has rapidly grown from 1989 until 2009. Turkish-Dutch entrepreneurs have become more interested in different branches of industries, especially in the real estate & concise services sector and the construction sector. As a result, the share of the catering industry and the sector wholesale, retail & repair among Turkish-Dutch entrepreneurs has declined. The growing number of Turkish-Dutch entrepreneurs has led to the creation of employment for Turkish-Dutch as well as the native population. Especially secondgeneration Turkish-Dutch entrepreneurs, who have received higher education and have an external orientation, will influence the development of Turkish-Dutch entrepreneurship. In addition, the upcoming Turkish economy, the possible entry of Turkey to the European Union and the continuing external orientation of TurkishDutch entrepreneurs will stimulate Turkish-Dutch entrepreneurship in the future.
vi
Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Abstract Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Doelstelling Probleemstelling Deelvragen en leeswijzer
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Wetenschappelijke context Begripsbepaling Arbeidsmigratie Onderzoek naar etnisch ondernemerschap De markt van etnische ondernemers Eerste en tweede generatie etnische ondernemers Turks-Nederlandse ondernemers Kansen en bedreigingen voor Turks-Nederlandse ondernemers Samenvatting
2.8 3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3
4 4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.4
Verantwoording van de data Beschrijving van databronnen Beschrijving van onderzoeksvariabelen Beschrijving van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen Beschrijving van de branchespreiding van TurksNederlandse ondernemers Beschrijving van het aantal werknemers van TurksNederlandse ondernemingen
i v vi vii 1 3 4 4 7 7 8 9 13 14 16 19 20 23 23 26 26 27 29
De bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie 31 Kenmerken van de Turks-Nederlandse bevolking 31 Kenmerken van de Turks-Nederlandse ondernemers 32 Ontwikkeling van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen 35 Het aantal Turks-Nederlandse- en autochtone ondernemers/ ondernemingen 35 Het aantal eerste generatie en tweede generatie TurksNederlandse ondernemers / ondernemingen 38 Het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemingen 41 Ontwikkeling van de branchespreiding van Turks-Nederlandse
vii
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.5 4.5.1 4.5.2 4.6 4.6.1 4.7 5
ondernemers 43 Branchespreiding van Turks-Nederlandse- en autochtone ondernemers 43 Branchespreiding van eerste generatie en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers 48 Branchespreiding van startende Turks-Nederlandse ondernemingen 49 Specificatie van de grootste sectoren van Turks-Nederlandse ondernemers 51 Specificatie grootste sectoren naar klasse 53 Specificatie grootste sectoren naar type onderneming 55 Het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen 61 Het aantal werknemers van startende Turks-Nederlandse ondernemingen 64 Conclusie 66
5.2
Trends en ontwikkelingen in het Turks-Nederlandse ondernemerschap 71 Ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in de toekomst 71 Kansen voor het Turks-Nederlandse ondernemerschap 73
6
Conclusie
5.1
Literatuurlijst
77 81
Bijlage 1. Ontwikkeling van het geregistreerde werkloosheidspercentage Turks-Nederlands/autochtoon 1996-2005 87 2. Percentage eerste generatie ondernemingen van totale beroepsbevolking 2009 88 3. Aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen 1989-2009 89 4. Aantal autochtone ondernemers/ondernemingen 1993-2009 90 5. Procentuele stijging/daling van het aantal autochtone en TurksNederlandse ondernemers/ondernemingen 1994-2009 91 6. Ontwikkeling van het aantal niet-westerse allochtone ondernemers/ondernemingen 1999-2005 92 7. Aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen naar generatie 1999-2005 93 8. Percentage eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers van totale bevolking 1999-2005 94 9. Onderwijsniveau geslaagden van de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking 1999-2006 95 10. Leeftijd van de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse
viii
bevolking 2009 96 11. Procentuele stijging/daling van het aantal startende ondernemingen per jaar Turks-Nederlands/autochtoon 2000-2008 97 12. Herindeling sectoren op SBI-code 98 13. Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 1989-2009 100 14. Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 1989 102 15. Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 2004 103 16. Branchespreiding autochtone ondernemers 1993-2009 104 17. Branchespreiding autochtone ondernemers 1993 106 18. Branchespreiding autochtone ondernemers 1999 107 19. Branchespreiding autochtone ondernemers 2009 108 20. Branchespreiding eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers 1999-2005 109 21. Branchespreiding eerste en tweede generatie ondernemers Marokko/Suriname/Nederlandse Antillen 1999-2005 110 22. Branchespreiding startende Turks-Nederlandse ondernemingen 2000-2008 113 23. Branchespreiding startende Turks-Nederlandse ondernemingen 2000 114 24. Branchespreiding startende autochtone ondernemingen 2000-2008 115 25. Branchespreiding startende autochtone ondernemingen 2008 116 26. Ontwikkeling sectoren Turks-Nederlandse ondernemers 1989-2009 117 27. Ontwikkeling sectoren autochtone ondernemers 1993-2009 118 28. Branchespreiding naar klasse van Turks-Nederlandse en autochtone ondernemingen 2005-2009 119 29. Branchespreiding naar klasse Turks-Nederlands/autochtoon stijging/daling 2005-2009 122 30. Sector groothandel, detailhandel & reparatie naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon 2005-2009 123 31. Sector horeca naar type onderneming TurksNederlands/autochtoon 2005-2009 125 32. Sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon 2005-2009 127 33. Branchespreiding naar type onderneming TurksNederlands/autochtoon stijging/daling 2005-2009 129 34. Klasse automatiseringsdiensten naar type onderneming TurksNederlands/autochtoon 2005-2009 130 35. Aantal ondernemingen per grootteklasse Turks-Nederlands/ totaal Nederland 2005 132 36. Aantal werknemers per grootteklasse Turks-Nederlands/ totaal Nederland 2005 132 37. Aantal werknemers per grootteklasse totaal Nederland
ix
2005-2009 133 38. Aantal werknemers per grootteklasse Turks-Nederlands 2009 133 39. Aantal werknemers per grootteklasse startende ondernemingen Turks-Nederlands/autochtoon 2004-2007 134
x
1
Inleiding
Het ondernemerschap is een prominent thema in de wetenschappelijke literatuur. Onderzoek naar ondernemerschap is divers en er zijn verschillende richtingen waarin onderzoek wordt gedaan. Één specifiek thema binnen de literatuur over ondernemerschap is die van het allochtone/etnische ondernemerschap. Sinds de komst van migranten naar Nederland en het feit dat zij eigen ondernemingen zijn gestart, is er veel geschreven met betrekking tot dit fenomeen. Er is echter nog weinig onderzoek gedaan naar het Turks-Nederlandse ondernemerschap in het bijzonder. Daarom gaat dit onderzoek dieper in op het Turks-Nederlandse ondernemerschap en probeert zo meer inzicht te geven in de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie. In dit hoofdstuk wordt een inleiding in het Turks-Nederlandse ondernemerschap gegeven. Daarna worden de doelstelling, probleemstelling en deelvragen van dit onderzoek besproken. Onder andere Van den Tillaart en Reubsaet (1988) deden onderzoek naar het etnische ondernemerschap. Het etnische ondernemerschap, waaronder het Turks-Nederlandse ondernemerschap, was in die tijd nog een recent verschijnsel. Migranten uit Turkije zijn veelal naar Nederland gekomen als gastarbeider. Zij hadden in eerste instantie niet als doel voor ogen om in Nederland ondernemer te worden, maar werden overvallen door de economische recessie begin jaren tachtig. Uit het onderzoek van Van den Tillaart en Reubsaet (1988) kwam naar voren dat 56 procent van de ondervraagde Turks-Nederlandse ondernemers geen betere alternatieven had en daarom een onderneming is gestart. Tevens bleek dat deze eerste generatie TurksNederlandse ondernemers geen tijd en geld had om een onderneming te starten die veel voorbereiding vereiste en daarom is begonnen in een laagdrempelige branche. Het belang van onderzoek naar etnisch ondernemerschap vloeit voort uit het feit dat allochtonen een grote groep van de Nederlandse bevolking vormen. Op basis van tellingen in 2008 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009a), telt de bevolking in Nederland ruim drie miljoen allochtonen. Dit betekent dat één op de vijf personen in Nederland van allochtone afkomst is. Er is daarom een economisch belang om onderzoek te doen naar allochtonen en in het bijzonder naar allochtone ondernemers. Daarnaast is er ook een maatschappelijk belang om onderzoek te doen naar het etnische ondernemerschap. Wanneer meer onderzoek wordt gedaan naar etnisch ondernemerschap en hier meer duidelijkheid over ontstaat, zal het etnische ondernemerschap meer geaccepteerd en begrepen worden. Dit is be-
1
langrijk in de huidige multiculturele samenleving (Masurel & Nijkamp, 2003). Het belang van het etnische ondernemerschap is onder andere door de Sociaal Economische Raad (1998) onderstreept. Op het gebied van integratie en werkgelegenheid kan het Turks-Nederlandse ondernemerschap bijdragen aan de Nederlandse samenleving. Door te ondernemen bestaat voor deze ondernemers de mogelijkheid om in economische zin te participeren en tegelijkertijd maatschappelijk te integreren in de Nederlandse samenleving. Tevens verschaffen zij hiermee werkgelegenheid aan werkzoekenden in de samenleving. De Sociaal Economische Raad (1998) vermeldt dat de gecreëerde werkgelegenheid onder Turkse Nederlanders in de periode 1986 tot en met 1992 voor een groot deel het gevolg was van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in die periode. Daarnaast wordt het belang van het etnische ondernemerschap onderstreept met betrekking tot de omgeving waarin de kinderen van etnische ondernemers opgroeien. Het hebben van ouders die ondernemer zijn heeft een positieve invloed op kansen in het onderwijs en werk. Ten slotte, als resultaat van het voorgaande, kan het etnische ondernemerschap een positieve invloed hebben op wijken waar veel migranten wonen, door de stimulatie van de economische groei. De overheid erkent het belang van het etnische ondernemerschap in Nederland. Het Actieplan ‘Nieuw ondernemerschap’: Kansen benutten, gepresenteerd door het Ministerie van Economische Zaken (2005), bevat concrete acties waarmee het etnische ondernemerschap moet worden versterkt en bevorderd en waardoor barrières die etnische ondernemers ondervinden met betrekking tot het starten van een onderneming moeten worden verminderd. Hierin wordt aangegeven dat etnische ondernemers met een sterke ondernemersgeest nieuwe ideeën, producten en diensten hebben ingebracht in de Nederlandse samenleving. Staatssecretaris van het Ministerie van Economische Zaken, Karien van Gennip (2004), geeft aan dat etnische ondernemers een brugfunctie kunnen vervullen tussen Nederland en het land van herkomst. Het land van herkomst is vaak een belangrijke afzetmarkt en/of toeleverancier voor deze ondernemers. Daarnaast kunnen internationale betrekkingen, onder andere handelsrelaties en opleidingsrelaties, een rol spelen in de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland. In 2006 werd ook door de Dutch Trade Board het belang van het versterken van de handelsrelaties tussen ondernemers in Turkije en Nederland benadrukt. Het betrekken van TurksNederlandse ondernemers en Turks-Nederlandse ondernemingsverenigingen bij het beleid is daarbij van belang. Zij kunnen veel toevoe-
2
gen aan de versterking van de handels- en investeringsrelaties tussen Nederland en Turkije (Ministerie van Economische Zaken, 2006). In de wetenschappelijke literatuur worden termen als ‘etnische ondernemer’, ‘allochtone ondernemer’ en ‘nieuwe ondernemer’ veelvuldig gebruikt. In dit onderzoek worden de definities van deze begrippen gehanteerd conform de definities van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009a). Autochtoon is een persoon van wie beide ouders in Nederland zijn geboren, terwijl van iemand van allochtone afkomst ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Wanneer het gaat om eerste generatie allochtonen, wordt bedoeld: personen die zelf in het buitenland zijn geboren en minstens één in het buitenland geboren ouder hebben. Tweede generatie allochtonen zijn personen die in Nederland zijn geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder. Onderscheid wordt gemaakt tussen westerse en niet-westerse allochtonen. In dit onderzoek wordt de groep niet-westerse allochtonen besproken. Hieronder valt een persoon met als herkomstland één van de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. 1.1
Doelstelling
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van HOGIAF, een federatie van jonge ondernemers in Nederland. HOGIAF probeert meer inzicht te krijgen in de kwaliteit, kwantiteit en potentie van de TurksNederlandse ondernemers in Nederland. Wanneer zij meer inzicht heeft in de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie, kan zij haar dienstverlening hierop aanpassen. Volgens HOGIAF kan meer inzicht in het Turks-Nederlandse ondernemerschap en het inspelen hierop van de overheid en belangstellende organisaties, leiden tot het beter benutten van de potentie van Turks-Nederlandse ondernemers en het stimuleren van het Turks-Nederlandse ondernemerschap. Tevens is voor HOGIAF de economische relatie tussen Nederland en Turkije van belang. Door deze relatie te verbeteren kunnen de Turks-Nederlandse ondernemers in Nederland en de Nederlandse economie hiervan profiteren. De doelstelling van dit onderzoek is als volgt: door middel van dit onderzoek wordt getracht meer inzicht te geven in de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie om daarmee een indicatie te geven van de ontwikkeling van de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie in de toekomst.
3
1.2
Probleemstelling
Het Turks-Nederlandse ondernemerschap zal centraal staan in dit onderzoek. De probleemstelling van dit onderzoek is als volgt: Wat is de huidige bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie en wat was deze bijdrage de afgelopen twintig jaar? Dit onderzoek beschrijft het Turks-Nederlandse ondernemerschap over de afgelopen twintig jaar. Om de probleemstelling te beantwoorden, wordt onderzoek gedaan naar de volgende aspecten van het Turks-Nederlandse ondernemerschap om zo een beeld te geven van haar bijdrage aan de Nederlandse economie: de ontwikkeling van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen, de ontwikkeling van de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers en het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen over de afgelopen twintig jaar. Deze onderzoeksvariabelen worden beschreven en er zullen verklaringen worden gegeven voor de ontwikkeling van deze variabelen en hun effect op de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap. Ten slotte wordt aan de hand van de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap over de afgelopen twintig jaar een beeld geschetst van de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in de toekomst. 1.3
Deelvragen en leeswijzer
Bovenstaande aspecten van de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie zijn verwerkt in de volgende deelvragen: 1. Wat was de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie de afgelopen twintig jaar met betrekking tot het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen, de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers en de gecreëerde werkgelegenheid door TurksNederlandse ondernemers? 2. Wat is de huidige bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie met betrekking tot het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen, de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers en de gecreëerde werkgelegenheid door Turks-Nederlandse ondernemers? 3. Welke trends zijn waar te nemen in de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland over de afgelopen twintig jaar met betrekking tot de ontwikkeling van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen, de ontwikkeling
4
van de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers en de gecreëerde werkgelegenheid door Turks-Nederlandse ondernemers? Na beantwoording van de probleemstelling en de deelvragen wordt gekeken naar de ontwikkeling van de onderzoeksvariabelen die van invloed zijn op de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland in de toekomst. Met betrekking tot de laatste deelvraag kan men zich daaropvolgend afvragen hoe kansen en bedreigingen voor het Turks-Nederlandse ondernemerschap van invloed zijn op de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in de toekomst, wanneer trends en ontwikkelingen in het verleden zich niet zouden voortzetten. Het volgende hoofdstuk gaat verder in op het etnische ondernemerschap in het algemeen en het Turks-Nederlandse ondernemerschap in het bijzonder. De wetenschappelijke context geeft een overzicht van de literatuur en onderzoeken met betrekking tot het etnische en Turks-Nederlandse ondernemerschap. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 uiteengezet welke data voor dit onderzoek zijn gebruikt. Daarna beantwoordt hoofdstuk 4 de eerste twee deelvragen met betrekking tot de huidige bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap en haar bijdrage over de afgelopen twintig jaar aan de Nederlandse economie. Hierna wordt in hoofdstuk 5 de derde deelvraag met betrekking tot de trends die te zien zijn in het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland beantwoord. Ten slotte volgt in hoofdstuk 6 de conclusie van dit onderzoek.
5
6
2
Wetenschappelijke context
In dit hoofdstuk worden de meest voorkomende thema’s die in de literatuur en onderzoeken genoemd worden met betrekking tot het etnische en het Turks-Nederlandse ondernemerschap uiteengezet. Besproken wordt wat tot op heden is onderzocht in de literatuur met betrekking tot deze specifieke groepen ondernemers. Paragraaf 2.1 gaat verder in op de definities van begrippen gebruikt in dit onderzoek, waarna paragraaf 2.2 ingaat op de migratie van Turken naar Nederland. In paragraaf 2.3 worden de belangrijkste thema’s uit de literatuur met betrekking tot etnisch ondernemerschap uiteengezet. Paragraaf 2.4 gaat in op de markt voor etnische ondernemers. Daarna bespreekt paragraaf 2.5 het verschil tussen eerste en tweede generatie etnische ondernemers. Paragraaf 2.6 en 2.7 bespreken het Turks-Nederlandse ondernemerschap en kansen voor het TurksNederlandse ondernemerschap. Ten slotte volgt in paragraaf 2.8 een schematische samenvatting van de belangrijkste thema’s uit dit hoofdstuk. 2.1
Begripsbepaling
Zoals is vermeld in de inleiding, worden in dit onderzoek definities met betrekking tot allochtoon ondernemerschap gehanteerd conform de definities van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009a). In Choenni (1997) wordt de term ‘allochtoon ondernemerschap’ gebruikt om het ondernemerschap van migranten in algemene zin aan te duiden. Hij stelt dat de term ‘etnische ondernemer’ enerzijds verwijst naar het land van herkomst van de ondernemer en anderzijds naar kenmerken die specifiek gelden voor etnische ondernemers. Het etnische ondernemerschap onderscheidt zich van het autochtone ondernemerschap, doordat in de onderneming van de etnische ondernemer aspecten zijn terug te vinden die kenmerkend zijn voor het land van herkomst. Etnisch ondernemerschap onderscheidt zich op grond van de achtergrond van de ondernemer als persoon, de producten die worden aangeboden, de manier waarop etnische ondernemers hun onderneming financieren, het personeel in dienst van de onderneming, de wijze van bedrijfsvoering en de locatie waar de onderneming is gevestigd. Choenni (1997) geeft aan dat wanneer een groep ondernemers met een bepaald land van herkomst zich op twee van voorgaande specifieke karakteristieken onderscheidt van autochtone ondernemers, de manier van ondernemen kan worden toegeschreven aan de achtergrond en het land van herkomst van de ondernemer en daarom de term ‘etnisch ondernemerschap’ mag dragen. De definitie van etnisch ondernemerschap zoals gebruikt in het onderzoek van Choenni (1997) zal ook in dit onderzoek worden gehanteerd. Het Turks-Nederlandse ondernemerschap kan daarom op grond van deze
7
definitie, op basis van het land van herkomst en de daaraan gerelateerde kenmerken, aangemerkt worden als etnisch ondernemerschap. 2.2
Arbeidsmigratie
Vanaf 1960, in perioden van economische groei, werden arbeidsmigranten uit Turkije aangetrokken om in Nederland te komen werken. Deze migranten uit Turkije moesten laaggeschoolde arbeiders in de industrie in Nederland vervangen. De jaren zestig werden gekenmerkt door een grote golf migranten uit Turkije naar Nederland. In eerste instantie dacht men dat de migranten uit Turkije tijdelijk in Nederland zouden blijven. Later werd echter duidelijk dat veel migranten uit Turkije permanent in Nederland bleven wonen. Van de verschillende groepen migranten die naar Nederland zijn gekomen gedurende de jaren zestig, heeft de Turks-Nederlandse bevolking een dominante positie gekregen (Sahin, Nijkamp & Baycan-Levent, 2007). De eerste oliecrisis van 1973 maakte een einde aan het aantrekken van migranten uit Turkije naar Nederland. Als gevolg van het rekruteren van gastarbeiders uit Turkije kwamen vanaf de jaren zeventig de eerste families van gastarbeiders naar Nederland, de zogeheten gezinshereniging. Hoewel het aantrekken van gastarbeiders uit Turkije was gestopt, kwamen hierdoor nog steeds migranten uit Turkije naar Nederland. Daaropvolgend was voornamelijk sprake van gezinsvorming; kinderen van migranten uit Turkije in Nederland trouwden vaak met personen uit het land van herkomst. Voorgaande groepen migranten uit Turkije behoren allen tot de eerste generatie TurksNederlandse bevolking in Nederland. In Nederland lag de focus van het beleid met betrekking tot migranten op betere arbeidsmogelijkheden, onderdak en onderwijs, het gemakkelijk verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit en het behouden van de eigen cultuur van migranten; de zogeheten multiculturele samenleving. De positie op de arbeidsmarkt van deze gastarbeiders werd beïnvloed door een aantal factoren. Ten eerste was het onderwijsbeleid van de overheid van invloed. Beter onderwijs zou zorgen voor een betere positie op de arbeidsmarkt voor migranten uit Turkije. Daarnaast heeft de invloed van de economische crisis in de jaren tachtig en een teruggang in sociale zekerheid, effect gehad op de positie van migranten op de arbeidsmarkt. Veel migranten werden werkloos en zochten alternatieven voor inkomen. Ten slotte is het bovengenoemde beleid met betrekking tot migratie van invloed geweest op de arbeidsmarktpositie van migranten (Euwals, Gijsberts, Dagevos & Roodenburg, 2007). Door een slechte positie op de arbeidsmarkt van Turks-Nederlandse ondernemers was sprake van ‘gedwongen ondernemerschap’. Door Masurel en Nijkamp (2003) wordt hieronder verstaan dat de keuze voor het starten van een onderneming wordt
8
bepaald door het feit dat deze persoon geen alternatieven heeft om zijn of haar gezin te onderhouden. 2.3
Onderzoek naar etnisch ondernemerschap
Rath en Kloosterman (2000) beschrijven in hun artikel bestaande literatuur met betrekking tot het etnische ondernemerschap in Nederland tot 2000. Al vanaf de jaren zestig ontstonden etnische ondernemingen. Er was rond die tijd echter weinig interesse voor het ondernemerschap in het algemeen. Onderzoek naar etnische ondernemers is op gang gekomen begin jaren tachtig. In 1982 gaf Bovenkerk (in Rath en Kloosterman, 2000) aan dat tot op dat moment nog weinig bekend was over het etnische ondernemerschap. Ook over het TurksNederlandse ondernemerschap was weinig bekend. Voor het gebrek aan onderzoek naar etnische ondernemers en ondernemingen gaf Bovenkerk een aantal verklaringen. De overheid dacht in eerste instantie dat de migranten uit Turkije tijdelijk zouden verblijven in Nederland. Daarnaast hadden onderzoekers toen nog weinig aandacht voor kleinere ondernemingen omdat zij dachten dat deze uit de markt zouden worden gedreven door grotere ondernemingen. Later bleek dit niet altijd het geval te zijn. Tevens werd er toen nog vanuit gegaan dat etnische ondernemers zich veelal bezig hielden met illegale activiteiten. Omdat er geen zicht was op deze activiteiten leek onderzoek hiernaar niet mogelijk. Ten slotte hadden etnische ondernemers tot dat moment zelf weinig de aandacht getrokken van de overheid en waren daarom een minder besproken groep. Sinds het artikel van Bovenkerk is steeds meer aandacht voor het etnische ondernemerschap gekomen, zowel vanuit de wetenschap als de politiek. Veel van deze onderzoeken zijn gefinancierd door overheidsinstanties. Halverwege de jaren tachtig werd duidelijk dat niet alle etnische ondernemers even succesvol waren en werd voornamelijk de negatieve kant van het etnische ondernemerschap gezien. Vanaf 1990 werd het ondernemerschap in het algemeen en daarmee het etnische ondernemerschap wederom in een positief daglicht gesteld en was er veel aandacht voor het succes van etnische ondernemers. Onderzoek met betrekking tot het etnische ondernemerschap is vanuit verschillende disciplines gedaan en heeft verschillende modellen voortgebracht die het ontstaan, de groei en het overleven van etnische ondernemingen verklaren en beschrijven. In dit rapport wordt ingegaan op onderzoeken vanuit de sociologie en economie. Deze onderzoeken zijn voornamelijk gericht op de invloed van een etnische groep en haar specifieke kenmerken op het ondernemerschap. Binnen de sociologie zijn twee belangrijke theorieën te onderscheiden. Deze hebben beiden te maken met de start van etnische onder-
9
nemingen. Ten eerste stelt de ‘disadvantage theory’ dat migranten uit Turkije en andere landen nadelen ondervinden als gevolg van hun migratie naar Nederland, die het starten van een etnische onderneming kunnen belemmeren. Deze barrières voor het starten van een onderneming bestaan uit algemene barrières en specifieke barrières. Algemene barrières bestaan onder andere uit criminaliteit in de wijken waar etnische ondernemers gevestigd zijn en minder kennis van regelgeving en wetgeving met betrekking tot het starten van een onderneming. Dit kan leiden tot conflicten tussen instanties en etnische ondernemers, wanneer zij zich (onbewust) niet aan deze wet- of regelgeving hebben gehouden (Ministerie van Economische Zaken, 2005). Wat specifiek voor etnische ondernemers geldt, is dat bij hen de voorbereiding voor het starten van een onderneming nogal eens te wensen over laat. Tevens kunnen lage overlevingskansen van etnische ondernemers ook verklaard worden door een laag opleidingsniveau van etnische ondernemers (Fregetto, 2004). Het is van belang voor het succes van een etnische ondernemer dat de potentiële ondernemer de benodigde kennis van de Nederlandse taal heeft. Wanneer de ondernemer de Nederlandse taal niet beheerst, is het moeilijk om met de autochtone bevolking te communiceren en kan dit de ontwikkeling van de onderneming belemmeren. Ook kan weinig basiskennis van het ondernemerschap en management de groei en overlevingskansen van de Turks-Nederlandse onderneming remmen. Een andere barrière voor veel etnische ondernemers is het verwerven van bedrijfsfinanciering. Etnische ondernemers hebben vaak meer moeite met het krijgen van financiering van formele instanties zoals banken. Banken zijn vaak niet bekend met het etnische ondernemerschap en zijn daarom wantrouwend wanneer zij een ondernemingsplan bekijken. Daarnaast hebben etnische ondernemers vaak weinig eigen vermogen, waardoor banken vaak geen lening willen verstrekken. Uit onderzoek van de Gemeente Eindhoven en de Kamer van Koophandel Oost-Brabant (2007) blijkt dat het kenmerkend is voor etnische ondernemers dat zij vaak gebruik maken van het informele netwerk van mensen van de eigen etnische groep, zoals familie en vrienden, voor het verkrijgen van kapitaal. Van formele netwerken voor voorlichting en ondersteuning, zoals brancheorganisaties of ondernemersnetwerken, maken etnische ondernemers minder vaak gebruik dan autochtone ondernemers. Onder specifieke barrières valt ook de toenemende concurrentiedruk in markten waar Turks-Nederlandse ondernemers actief zijn. De toename van het aantal concurrenten heeft geleid tot een verslechtering van de winstmarges voor de Turks-Nederlandse ondernemers. Hierbij is het in stand houden of uitbreiden van het klantenbestand door middel van het aantrekken van autochtone klanten en klanten van buiten de wijk waar men gevestigd is, van belang (Van den Tillaart en Reubsaet, 1988).
10
Een tweede belangrijke theorie uit de sociologie is de ‘cultural theory’. Deze gaat er vanuit dat de Turks-Nederlandse bevolking en andere etnische bevolkingsgroepen in Nederland eigenschappen en vaardigheden bezitten die voortvloeien uit de cultuur van het land van herkomst, waardoor zij eerder voor het ondernemerschap kiezen (Masurel, Nijkamp en Vindigni, 2004). In de Turkse cultuur zijn trots en het op eigen benen staan belangrijk, waardoor de TurksNederlandse bevolking sneller voor het ondernemerschap kiest. Volery (2007) heeft in zijn artikel een model ontwikkeld dat het fenomeen etnisch ondernemerschap als geheel kan verklaren. Binnen dit model worden twee dimensies onderscheiden: de ondernemerschapsdimensie en de etnische dimensie. In de ondernemerschapsdimensie worden vier aspecten van het etnische ondernemerschap genoemd. Ten eerste wordt het belang van de psychologische eigenschappen kenmerkend voor etnische ondernemers onderstreept, waaronder: drang naar succes, eigen baas willen zijn en de mate waarin een ondernemer bereid is risico te nemen. Ten tweede wordt gewezen op kennis en informatie die een ondernemer tot zijn of haar beschikking heeft vanuit een sociaal informeel netwerk met andere potentiële etnische ondernemers, wat de keuze voor ondernemerschap kan beïnvloeden. Ten derde wordt gesproken over ‘creative processing’, de manier waarop een ondernemer kansen ziet en benut door een onderneming te starten in een sector waar mogelijkheden zijn. Ten slotte is de snelheid waarmee beslissingen worden genomen en of deze efficiënt worden genomen van belang, ‘cognitive heuristics’. Bij de etnische dimensie gaat het om aspecten van het ondernemerschap die alleen van toepassing zijn op etnische ondernemers. Deze specifieke factoren hebben te maken met verschillen in cultuur tussen de etnische en autochtone bevolking in Nederland. Factoren die deze dimensie beïnvloeden zijn: strategieën van etnische ondernemers, de mogelijkheden om een onderneming te starten voor etnische ondernemers in Nederland, karakteristieken van grote steden die het etnische ondernemerschap kunnen bevorderen en hulpbronnen binnen de etnische groep. Bovenstaande aspecten kunnen de groei en het overleven van etnische ondernemingen bevorderen. De meest prominente theorie vanuit de economische literatuur is de ‘middleman minority theory’ besproken door Waldinger, McEvoy en Aldrich (in Volery, 2007). Deze theorie gaat verder in op het proces van ontstaan en overleven van etnische ondernemingen. Voor het ontstaan van etnisch ondernemerschap moet er vraag zijn naar etnische producten die de onderneming kan bieden. Als gevolg van het permanente verblijf van migranten in Nederland zijn families van etnische ondernemers naar Nederland gekomen waardoor de vraag naar etnische producten is gegroeid. Ook handel tussen verschillende
11
groepen van etnische ondernemers onderling bevordert het bereiken van consumenten en acceptatie door de autochtone bevolking. Etnische ondernemingen kunnen hierdoor verder groeien en er zal geleidelijk ook vraag van autochtonen zijn naar etnische producten. Kloosterman, Van der Leun en Rath (1999) gaan verder in op het ontstaan van ondernemingen en introduceren het concept ‘mixed embeddedness’, de wisselwerking tussen de sociale, economische en institutionele context. Veranderingen in de sociaal-culturele context enerzijds en de economische en institutionele context anderzijds, kunnen leiden tot het ontstaan van etnische ondernemingen. De mogelijkheden die er zijn voor migranten om een onderneming te starten en het werkelijk ontstaan van deze ondernemingen is een belangrijk aspect van ‘mixed embeddedness’. Mogelijkheden voor het starten van een onderneming worden op twee manieren gecreëerd. Ten eerste hebben migranten vaak een voorkeur voor andere producten dan de autochtone bevolking. Dit geeft etnische ondernemers de mogelijkheid om in te spelen op de vraag naar producten uit hun land van herkomst. Ten tweede zullen etnische ondernemers de vraag naar producten kunnen opvullen daar waar autochtone ondernemingen die al zijn gegroeid zich verplaatsen naar grotere of andere markten waar meer vraag is. Etnische ondernemers opereren niet alleen in markten waar veel vraag is van de etnische gemeenschap, maar ook in markten waar vraag is van de autochtone bevolking, hoewel deze nog altijd achterblijft bij de vraag van de etnische gemeenschap. Doordat er veel concurrentie is in markten waarin etnische ondernemers opereren, zullen zij uiteindelijk innovatief moeten zijn, nieuwe producten op de markt moeten brengen of zich moeten specialiseren in een bepaalde niche van de markt. Het overleven van etnische ondernemingen beschrijven Dana en Morris (2007) door middel van een model met de volgens hen belangrijkste factoren die het etnische ondernemerschap beïnvloeden. Hierbij is de migrant als persoon van belang, hij of zij is immers de potentiële etnische ondernemer. Voor de potentieel etnische ondernemer zijn de volgende factoren van invloed op het feit of voor het ondernemerschap wordt gekozen: vasthouden aan waarden die sterk gerelateerd zijn aan de cultuur in het land van herkomst, motivatie als aantrekkingsfactor voor het ondernemerschap of juist als factor die leidt tot gedwongen ondernemerschap en vooropleidingen die wellicht niet aansluiten bij banen die aangeboden worden. Tevens, wanneer de culturen van het land van herkomst en het vestigingsland veel van elkaar verschillen, kan dit leiden tot vasthouden aan de cultuur van het land van herkomst, waardoor men meer gericht is op de eigen etnische gemeenschap. Ten slotte is het geslacht en de leeftijd van een potentiële etnische ondernemer van belang.
12
Daarnaast zijn er factoren die te maken hebben met het land waarin de etnische ondernemers gevestigd zijn. De mate waarin in dit land illegale economische activiteiten wordt toegestaan, beïnvloedt de keuze voor het ondernemerschap. Wanneer deze worden toegestaan, worden er (illegale) ondernemingen gecreëerd wanneer hier vraag naar is. Etnische ondernemers zoeken eigen niches, zelfs als dit betekent dat zij zich moeten mengen in illegale activiteiten. Tevens is van belang hoe over ondernemerschap wordt gedacht. Wanneer het land ondernemerschap aanmoedigt, instanties heeft die ondernemers ondersteunen, wetgeving het ondernemerschap niet remt en markten toegankelijk zijn voor ondernemers, zal dit de overleving van etnische ondernemingen bevorderen. Een andere veelgenoemde factor in de literatuur is de etnische onderneming zelf, waarbij de branche, het soort onderneming en de afhankelijkheid van de eigen etnische groep van belang is. Ook kan het eigen informele sociale netwerk in verschillende behoeften van etnische ondernemers voorzien. Dit netwerk dient als hulpbron voor producten, kapitaal, werknemers, klanten, kennis en informatie. Wanneer er veel vertrouwen heerst binnen het netwerk en er een grote diversiteit aan bedrijven is, zal de afhankelijkheid van de etnische ondernemer groot zijn. Daarnaast zijn het informele netwerk, kennis en de manier waarop de etnische ondernemer leert van zijn ervaringen, van invloed op de groei van de onderneming en zal de groei bevorderd worden wanneer er tussen het informele netwerk en de etnische ondernemer dezelfde belangen en interesses zijn. Ten slotte zorgen voorgaande factoren ervoor dat etnische ondernemingen op hun beurt effect hebben op de migrant, de onderneming en de samenleving. 2.4
De markt van etnische ondernemers
Uit onderzoek van Aldrich en Waldinger (in Sahin et al., 2007) blijkt dat de markt voor etnische ondernemers wordt gekenmerkt door het feit dat de vraag naar etnische producten beperkt is, doordat vooralsnog voornamelijk de etnische gemeenschap de vraag naar producten bepaalt. Hierdoor kan op een gegeven moment een onderneming niet langer blijven groeien. Er is daarom in de markt voor etnische producten een beperkt aantal plaatsen voor ondernemingen. In markten met lage toetredingsdrempels kunnen etnische ondernemers zich moeilijk differentiëren van andere etnische ondernemingen, waardoor veelal geconcurreerd wordt op de prijs van producten en diensten. Kloosterman et al. (1999) geeft aan dat om te overleven in een markt waar veel concurrentie heerst, etnische ondernemers kosten moeten
13
beperken door bijvoorbeeld het loon van werknemers laag te houden. Aangezien sectoren met lage toetredingsdrempels erg arbeidsintensief zijn, kan het bijvoorbeeld voor de etnische ondernemer aantrekkelijk zijn om zich te mengen in illegale activiteiten om op deze manier kosten voor werknemers te verlagen. Waldinger (in Kloosterman et al., 1999) noemt in zijn onderzoek positieve effecten van het beschikken over een informeel netwerk van etnische ondernemers. Het blijkt dat door dit informele netwerk transactiekosten voor het starten en onderhouden van een onderneming worden verlaagd, waardoor etnische ondernemers een grotere kans hebben om te overleven. Tevens overleven etnische ondernemingen vaker doordat etnische ondernemers andere waarden en voorkeuren hebben in vergelijking tot autochtone ondernemers. Zij zijn veelal afkomstig uit landen waar lange werkdagen gelden en waar men minder betaald krijgt dan in Nederland. Hierdoor zullen etnische ondernemers minder snel hun onderneming opgeven wanneer weinig tot geen winst wordt gemaakt door hevige concurrentie en zullen zij lange werkdagen maken om de onderneming in stand te houden. Afhankelijk zijn van het eigen etnische informele netwerk kan voor hen een aantal barrières wegnemen en daardoor de concurrentiepositie verbeteren. Lage personeelskosten door het in dienst nemen van vrienden en familie is hier een voorbeeld van. Het afhankelijk zijn van een etnisch informeel netwerk kan echter ook tegenwerken, de onderneming kan geremd worden in haar groei en mate van innovatie (Dana en Morris, 2007). Uit onderzoek van het EIM (2007) blijkt dat in de praktijk veel ondervraagde etnische ondernemers te maken krijgen met stijgende concurrentie in de markt waarin zij actief zijn. Dit geldt zowel voor etnische als autochtone ondernemers. De ondervraagde etnische ondernemers noemen als voornaamste oorzaken voor de toenemende concurrentie dat meer etnische ondernemers in hun buurt zijn gestart, dat etnische ondernemers zich gemakkelijker kunnen vestigen in hun markt en de stijgende concurrentie van grotere ondernemingen. Ondervraagde etnische ondernemers gaven ook aan dat het werven van klanten hierdoor bemoeilijkt werd. 2.5
Eerste en tweede generatie etnische ondernemers
Onderzoek naar verschillen tussen eerste en tweede generatie etnische ondernemers is een recent verschijnsel. De nadruk van veel literatuur met betrekking tot etnische ondernemers ligt op de eerste generatie etnische ondernemers en minder op de tweede generatie etnische ondernemers. Uit onderzoek dat gedaan is naar de tweede generatie etnische ondernemers blijkt over het algemeen dat zij een betere uitgangspositie heeft dan de eerste generatie etnische ondernemers. In de Monitor Etnisch Ondernemerschap 2004 (EIM, 2004) wor-
14
den verschillen tussen eerste en tweede generatie etnische ondernemers aangegeven. De eerste generatie etnische ondernemers werd gedwongen tot ondernemerschap door discriminatie, een laag onderwijsniveau, ongeldigheid van diploma’s uit het land van herkomst en het moeten verkrijgen van status binnen de etnische gemeenschap. De tweede generatie etnische ondernemers voelt zich juist aangetrokken tot het ondernemerschap, doordat zij bijvoorbeeld geen promotiekansen ziet in de huidige baan. Eerste en tweede generatie etnische ondernemers verschillen op een aantal vlakken van elkaar. Ten eerste gaat het om de mate waarin zij zijn ingeburgerd in de Nederlandse samenleving, onder andere door de beheersing van de Nederlandse taal. Dat de tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers meer succesvol is dan de eerste generatie ondernemers, heeft te maken met een betere beheersing van de Nederlandse taal en het gewend zijn met cultuurverschillen om te gaan. Bij de mate van inburgering is de opvoeding van belang. Wanneer een Turks-Nederlandse ondernemer traditioneel Turks is opgevoed, zal hij of zij van huis uit minder van de Nederlandse cultuur te weten komen. Hierdoor is het moeilijker om een onderneming te starten in de Nederlandse samenleving (Gemeente Eindhoven en de Kamer van Koophandel Oost-Brabant, 2007). Ten tweede blijkt uit onderzoek van Sahin et al. (2007) dat het verschil tussen eerste en tweede generatie etnische ondernemers voornamelijk voortvloeit uit het genoten onderwijs. De eerste generatie etnische ondernemers is veelal naar Nederland gekomen om hier te komen werken. Deze ondernemers zijn minder hoog geschoold doordat veel ondernemers onderwijs genoten hebben in het land van herkomst, waar het niveau van onderwijs vaak lager is dan in Nederland. De tweede generatie etnische ondernemers is geboren in Nederland en heeft daarom het Nederlandse onderwijs gevolgd. Hierbij wordt opgemerkt dat het opleidingsniveau van de tweede generatie etnische ondernemers nog wel achterblijft op de autochtone bevolking. Ook biedt de tweede generatie etnische ondernemers vaker producten en diensten aan die buiten de traditionele etnische markten vallen. Voorgaande leidt tot hogere slagingskansen voor tweede generatie etnische ondernemers. Ten derde zijn er verschillen tussen eerste en tweede generatie etnische ondernemers op het gebied van informele en formele netwerken. Onderzoek door Baycan-Levent, Nijkamp en Sahin (2007) naar de relatie tussen etnische ondernemers en het eigen informele sociale netwerk, maakt een onderscheid naar interne en externe oriëntatie van etnische ondernemers. Wanneer de etnische ondernemer alleen producten en diensten aanbiedt voor de etnische gemeenschap is de
15
ondernemer intern georiënteerd. Wanneer de etnische ondernemer levert aan een markt breder dan de etnische gemeenschap, is deze extern georiënteerd. Het verschil in interne en externe oriëntatie heeft onder andere te maken met de mogelijkheid tot het volgen van onderwijs die verschillende generaties etnische ondernemers hebben gekregen. Ook de leeftijd waarop zij naar Nederland zijn gekomen of wanneer zij zijn geboren in Nederland is van belang. De eerste generatie etnische ondernemers richt zich in eerste instantie voornamelijk op de eigen etnische groep. Zij bieden producten en diensten aan die aansluiten op de vraag van de etnische gemeenschap. Om extern georiënteerd te zijn heeft de etnische ondernemer betere vaardigheden, contact met de autochtone bevolking en toegang tot steun van de overheid nodig. Het verschil tussen eerste generatie etnische ondernemers en tweede generatie etnische ondernemers is het feit dat de tweede generatie etnische ondernemers meer aandacht heeft voor kwaliteit van het ondernemerschap, vaker kiest voor verbreding van de markt en hoogwaardige producten, minder kiest voor laagdrempelige markten en meer voor niet-traditionele markten en beter toegang heeft tot formele netwerken en instanties. Wat betreft de keuze voor de sector waarin de ondernemer wil starten, kiest de tweede generatie etnische ondernemers vaker voor niet-traditionele sectoren, zoals hoogwaardige dienstverlening. Ook binnen deze sectoren kiest de tweede generatie ondernemers ervoor om een ander type onderneming te starten dan eerste generatie etnische ondernemers (Gemeente Eindhoven en de Kamer van Koophandel Oost-Brabant, 2007). Deze ondernemingen hebben een positief effect op de eerste generatie ondernemers, aangezien zij nu gebruik kan maken van hoogwaardige ondernemingen waarvan de ondernemers dezelfde achtergrond hebben als zij (Van den Tillaart, 2007). 2.6
Turks-Nederlandse ondernemers
Na het bespreken van het etnisch ondernemerschap in de vorige paragrafen, wordt in deze paragraaf verder ingegaan op het TurksNederlandse ondernemerschap in het bijzonder. Masurel en Nijkamp (2003) beschrijven dat Turks-Nederlandse ondernemers veel gebruik maken van informele sociale netwerken. Het gaat hierbij vooral om de eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers die gebruik maakt van de ‘eigen groep’ met hetzelfde land van herkomst en dezelfde culturele achtergrond. Turkse Nederlanders onderhouden goede contacten met familie en vrienden, waardoor de Turks-Nederlandse gemeenschap een hechte gemeenschap is. Het gebruik maken van een informeel sociaal netwerk heeft onder andere effect op de klantenkring, arbeidskrachten en de bedrijfsfinanciering van de Turks-Nederlandse ondernemers. Wanneer een Turks-
16
Nederlandse ondernemer een klantenkring heeft van mensen die dezelfde taal spreken en dezelfde culturele achtergrond hebben, maakt dit het communiceren tussen klant en ondernemer gemakkelijker. Deze sociale en informele netwerken van familie en vrienden zijn ook een mogelijkheid voor de Turks-Nederlandse ondernemers om personeel te werven, waardoor hun ondernemingen vaker familiebedrijven zijn dan autochtone ondernemingen. Daarnaast lenen TurksNederlandse ondernemers, anders dan autochtone ondernemers, vaker kapitaal bij familieleden en vrienden. Zij zijn niet altijd op de hoogte van de procedures en criteria die formele kapitaalverstrekkers hanteren. Tevens wordt in de islamitische gemeenschap nog het renteverbod in stand gehouden, waardoor geen rente betaald wordt aan familieleden of vrienden van wie men geld leent. In Masurel en Nijkamp (2003) wordt vermeld dat het kenmerkend is voor Turks-Nederlandse ondernemers dat zij een sterke drang hebben om zich te bewijzen in Nederland, waardoor zij gemotiveerd zijn hun onderneming zo succesvol mogelijk te maken. Voorgaande heeft onder andere te maken met persoonlijke kenmerken/eigenschappen die voortvloeien uit de Turkse cultuur, die de Turks-Nederlandse bevolking sneller zou aanzetten tot het starten van een onderneming. In het onderzoek van Arends-Tóth en Van de Vijver (2004) participeerden 147 Turks-Nederlandse volwassenen. De vier aspecten van de Turkse cultuur die de participanten het hoogst waardeerden, waren: familie en het opvoeden van kinderen, religie, het aantal en de manier waarop sociale contacten onderhouden worden en culturele tradities en trots. Vooral het aspect trots dat voortkomt uit de Turkse cultuur zou bevorderlijk kunnen zijn voor het (willen) starten van een onderneming, aangezien men met het starten van een onderneming en het succesvol maken hiervan status kan verwerven binnen de Turks-Nederlandse gemeenschap. Om een duidelijker beeld te geven van de ondernemendheid van de Turks-Nederlandse bevolking in Nederland en de relatie met kenmerken/eigenschappen van Turks-Nederlandse ondernemers, vermeldt de Turks-Nederlandse ondernemer Atilla Aytekin, oprichter van Triodor International, dat ondernemerschap in Turkije hoog gewaardeerd wordt en dat Turkse Nederlanders niet alleen voor het ondernemerschap kiezen wanneer ze geen alternatieven meer hebben (Boland, 2007). Atilla Aytekin geeft aan van huis uit meegekregen te hebben dat onafhankelijk zijn status geeft binnen de Turkse gemeenschap. Ook Sezer Arslan benadrukt in een interview dat ondernemerschap status geeft binnen de Turks-Nederlandse gemeenschap. Daarnaast wijst hij op het hechte gemeenschapsgevoel van familie en vrienden (Van der Ziel, 2002). In Zweers (2006) geeft Alper Bulduk, organisator van Turks-georiënteerde feesten, aan dat het de TurksNederlandse bevolking in het bloed zit om ondernemer te worden. Het
17
is de trots die voorvloeit uit de Turkse cultuur; het op eigen kracht ergens komen geeft veel aanzien. De Turks-Nederlandse ondernemers zijn actief in een aantal specifieke markten. Uit onderzoek van Van den Tillaart en Reubsaet (1988) bleek dat een kenmerk van veel eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers was, dat zij veelal hun onderneming startten in een laagdrempelige branche om na verloop van tijd over te stappen naar een branche waarin zij zich verder konden ontwikkelen en welke meer winstgevend was. De Turks-Nederlandse koffiehuizen zijn een voorbeeld van starten in een laagdrempelige branche, waarbij weinig startkapitaal is vereist en waarbij het voor de eerste generatie TurksNederlandse ondernemers niet nodig was dat zij Nederlands spraken. Een tweede markt waarin veel Turks-Nederlandse ondernemers van vroeger uit actief zijn is de markt van islamitische slagers in Nederland (Kloosterman et al., 1999). In 1997 was van de islamitische slagers in Nederland, 38 procent Turks-Nederlands. De TurksNederlandse slagers zijn veelal gevestigd in buurten waar veel Turkse Nederlanders wonen. De mogelijkheid voor het starten van een islamitische slagerij ontstond wanneer een Turks-Nederlandse slager uit de markt trad. Het verschil tussen een autochtone slager en een islamitische Turks-Nederlandse slager is dat laatstgenoemde hâlal vlees aanbiedt.1 Toen rond 1960 migranten uit Turkije naar Nederland kwamen, bestonden er geen slagers die hâlal vlees aanboden. De vraag naar hâlal vlees was in het begin vooral afkomstig van de TurksNederlandse gemeenschap. In de loop der jaren is de interesse van de autochtone bevolking in hâlal vlees gegroeid, mede door de lage prijs van het vlees. Er zijn echter nog steeds weinig mogelijkheden tot uitbreiding, doordat na verloop van tijd veel Turkse Nederlanders een slagerij zijn begonnen en dit heeft geresulteerd in veel concurrentie waardoor slechts een gering aantal Turks-Nederlandse slagers succesvol is. Deze inmiddels verzadigde markt zorgt ervoor dat bij elke Turks-Nederlandse slagerij de vraag beperkt is. Uit onderzoek van Baycan-Levent, Nijkamp en Sahin (2009) specifiek naar tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers in de hoogwaardige dienstverlening, bleek dat de opkomst van het ondernemerschap onder deze ondernemers plaatsvond rond 1996. Vooral na 2000 is het aantal ondernemingen gestart door tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers gestegen. De onafhankelijkheid van tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers van het informele netwerk wordt mede bepaald door de persoonlijke kenmerken van de tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers, namelijk een hoger onderwijsniveau, goede beheersing van de Nederlandse taal en 1
Dieren zijn geslacht volgens een islamitische ceremonie.
18
werkervaring in de sector waarin men een onderneming wil starten. De potentiële etnische ondernemer wordt aangetrokken door het ondernemerschap door het zien van een tekort aan ondernemingen in een bepaalde sector of omdat deze sector in zijn ogen veelbelovend is. Een andere verklaring voor het kiezen voor het ondernemerschap kan zijn dat het starten van een eigen onderneming status geeft binnen de Turks-Nederlandse gemeenschap. Wanneer familie van de potentiële ondernemer ook ondernemer is, kan dit hem of haar aansporen tot het starten van een onderneming. De tweede generatie TurksNederlandse ondernemers gaat meer uit van eigen informatie en ervaringen die zij heeft opgedaan, heeft meer contact met formele instanties voor bijvoorbeeld het werven van kapitaal en gebruikt vaker eigen vermogen om een onderneming te starten. Voor het werven van werknemers blijkt echter dat zij juist wel afhankelijk zijn van de Turks-Nederlandse gemeenschap. Ook komt de vraag naar producten van Turks-Nederlandse ondernemers veelal van de eigen groep. De tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers probeert zowel voordelen te halen uit sociale contacten in de Turks-Nederlandse gemeenschap, als uit contacten met de autochtone bevolking in Nederland. 2.7
Kansen en bedreigingen ondernemers
voor
Turks-Nederlandse
De bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie wordt onder andere beïnvloed door kansen en bedreigingen die tegenwoordig waarneembaar zijn voor het TurksNederlandse ondernemerschap. Een begrip geïntroduceerd door Baycan-Levent et al. (2007) is de ‘break-out strategy’: etnische ondernemers richten zich in mindere mate op de eigen etnische groep, met betrekking tot het werven van kapitaal, de vraag naar producten en diensten en werknemers. Hiermee wordt afgerekend met de interne oriëntatie van veel eerste generatie etnische ondernemers. Door de focus te leggen op de eigen etnische gemeenschap wordt vaak de relatie met autochtone markten beperkt, wanneer een etnische ondernemer zich eigenlijk ook zou willen richten op autochtone producten en diensten. Hierdoor is weinig mogelijkheid tot uitbreiding van de onderneming, wat de toekomst van de onderneming in gevaar kan brengen. Vaak vinden etnische ondernemers het moeilijk om de relatie met de etnische gemeenschap te doorbreken. Er is een paradox met betrekking tot de relatie tussen de etnische ondernemer en de etnische gemeenschap; focus leggen op de eigen groep kan zowel een voordeel als een nadeel zijn voor etnische ondernemers. Wanneer het de Turks-Nederlandse ondernemers lukt om extern georiënteerd te zijn, geeft dit kansen voor
19
groei van de onderneming. Wanneer Turks-Nederlandse ondernemers sterk hun focus zouden leggen op de eigen gemeenschap en het eigen informele sociale netwerk, kan dit juist een bedreiging vormen voor de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap. De opkomende economie in Turkije kan gezien worden als een kans voor Turks-Nederlandse ondernemers. Zij zouden hierdoor de afzet en inkoop in Turkije kunnen vergroten, wat bijdraagt aan de groei van de onderneming. Een begrip geïntroduceerd door Saxenian (2006) is ‘argonauts’. Het gaat hierbij om migranten die naar Amerika zijn gekomen en daar ondernemer zijn geworden. Deze ondernemers hebben kennis van de taal, cultuur en regelgeving van het land van herkomst, zodat samenwerking met dit land gemakkelijker is voor hen dan voor autochtonen. Er is sprake van overdracht van kennis naar het land van herkomst door het starten van ondernemingen en ontwikkelen van handelsrelaties met het land van herkomst, terwijl men ook sterke banden heeft met het land waar de ondernemer nu gevestigd is. Door te investeren in het land van herkomst met kennis opgedaan in het vestigingsland kan zowel het vestigingsland, in dit geval Nederland, als het minder ontwikkelde herkomstland, Turkije, hiervan profiteren. 2.8
Samenvatting
Factoren met betrekking tot het etnische ondernemerschap kunnen worden gebruikt om kenmerken van de populatie Turks-Nederlandse ondernemers te verklaren. Ontwikkelingen in deze factoren zouden veranderingen in het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland met betrekking tot het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen, de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers en het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemers, kunnen verklaren. Tabel 1 vat de meest voorkomende thema’s uit de literatuur en onderzoeken met betrekking tot het etnische ondernemerschap samen.
20
Factoren
Onderzoeken
Barrières algemeen
Kennis Nederlandse taal/ondernemerschap
Start
Opleidingsniveau
Kapitaal/personeel verwerven
Overleven
Informeel netwerk
Concurrentie
sociaal
Ministerie van Economische Zaken (2005): criminaliteit in wijken en minder algemene kennis van regelgeving en wetgeving. Etnische ondernemers hebben veelal weinig tijd en geld voor een goede voorbereiding voor het starten van een onderneming. Fregetto (2004), Van den Tillaart & Reubsaet (1988): weinig kennis van de Nederlandse taal en basiskennis van het ondernemerschap. Van den Tillaart & Reubsaet (1988): laag opleidingsniveau voornamelijk onder de eerste generatie etnische ondernemers. Van den Tillaart & Reubsaet (1988): kapitaal verwerven is problematisch voor etnische ondernemers. Masurel & Nijkamp (2003): voor het werven van personeel maakt men daarom gebruik van het hechte informele netwerk binnen de Turks-Nederlandse gemeenschap. Gemeente Eindhoven & Kamer van Koophandel Oost-Brabant (2007), Volery (2007), Dana & Morris (2007): veel etnische ondernemers maken gebruik van het informele netwerk om barrières voor het starten van een onderneming te overkomen, o.a. voor het werven van kapitaal, personeel en klanten. Er wordt in mindere mate gebruik gemaakt van formele netwerken. Van den Tillaart & Reubsaet (1988), Sahin et al. (2007), Kloosterman, Van der Leun & Rath (1999): toenemende concurrentie in markten van etnische ondernemers, verslechteren van winstmarges en teruggang in het aantal klanten in laagdrempelige markten. Kloosterman, Van der Leun & Rath (1999): etnische ondernemers zouden zich ook moeten richten op de autochtone bevolking en innovatief moeten zijn om te overleven.
21
Kenmerken van de ondernemer en het land van herkomst
Groei
Kansen bedreigingen
en
Dana & Morris (2007): persoonskenmerken zijn vasthouden aan waarden die sterk gerelateerd zijn aan de cultuur in het land van herkomst, motivatie en vooropleidingen die wellicht niet aansluiten bij banen die aangeboden worden, geslacht en leeftijd. Vestigingland: moedigt ondernemerschap aan, instanties aanwezig die ondernemers ondersteunen, gunstige wetgeving en markten zijn toegankelijk voor ondernemers. Volery (2007), Kloosterman et al. (1999): de vraag van autochtone klanten stijgt. Baycan-Levent et al. (2007): ‘break-out strategy’; minder focus op het informele netwerk. Zich blijven richten op de TurksNederlandse gemeenschap kan een bedreiging vormen voor de groei van de onderneming. Saxenian (2006): argonauts; ondernemers starten ondernemingen en handelsrelaties met het land van herkomst met kennis opgedaan in het vestigingsland.
Tabel 1: Overzicht literatuur etnisch ondernemerschap.
22
3
Verantwoording van de data
Dit hoofdstuk beschrijft de data gebruikt in dit onderzoek. Besproken wordt in paragraaf 3.1 welke data gebruikt zijn en van welke bron deze data afkomstig zijn. Daarna worden de onderzoeksvariabelen die in dit onderzoek centraal staan, besproken in paragraaf 3.2. 3.1
Beschrijving van databronnen
Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van data afkomstig van verschillende onderzoeken/wetenschappelijke literatuur en instanties. De verschillende databronnen worden in deze paragraaf beschreven. Data met betrekking tot het Turks-Nederlandse ondernemerschap die voor dit onderzoek bruikbaar zijn, hebben een tijdspanne van meer dan twintig jaar. Voor dit onderzoek is data bruikbaar vanaf 1989 tot en met 2009. In recent onderzoek van Van den Tillaart (2007) wordt ook uitgegaan van een tijdspanne van twintig jaar. De reden hiervoor is dat door middel van het gebruik van deze data, de eerste gegevens en de meest recente gegevens met betrekking tot het TurksNederlandse ondernemerschap worden meegenomen. In de wetenschappelijke literatuur werd vanaf de start van het etnische ondernemerschap al onderscheid gemaakt tussen cijfers met betrekking tot allochtone ondernemers en specifieke etnische groepen. Het Turks-Nederlandse ondernemerschap wordt hierin apart beschreven. In het onderzoek van Van den Tillaart en Poutsma (1998) zijn tellingen meegenomen van onder andere Turks-Nederlandse ondernemers van 1989 tot en met 1997. Een aantal van de door Van den Tillaart en Poutsma (1998) onderzochte thema’s sluit aan bij de probleemstelling en deelvragen van dit onderzoek. Dit onderzoek gaat verder in op de ontwikkeling van het aantal ondernemers/ondernemingen en op de verschillende branches waarin ondernemers actief zijn.2 Na voorgaande tellingen van allochtone ondernemers, zijn de Monitor Etnisch Ondernemerschap 2000, de Monitor Etnisch Ondernemerschap 2004 en de Monitor Nieuw Ondernemerschap 2006 gepubliceerd. Met deze monitoren is getracht een actueel beeld te geven van de stand van zaken van het etnische ondernemerschap. Gegevens met betrekking tot de ontwikkeling van het aantal ondernemers/ondernemingen en de branchespreiding uit de monitoren worden gebruikt ter vergelijking en controle van de resultaten van dit onderzoek wanneer zij betrekking hebben op dezelfde tijdsperiode. Tevens wor2
Bruikbare gegevens voor het jaar 1998 zijn niet beschikbaar voor dit onderzoek.
23
den de gegevens met betrekking tot het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemers in 2005 van de Monitor Nieuw Ondernemerschap 2006 (EIM, 2007) gebruikt in dit onderzoek. Ten slotte zijn de meest recente data afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Kamer van Koophandel. De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek die in dit onderzoek gebruikt worden, hebben betrekking op een tijdsperiode van zes jaar, namelijk van 1999 tot en met 2004 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b). Hierbij wordt gebruik gemaakt van gegevens met betrekking tot het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen en de branches waarin zij actief zijn. Data afkomstig van de Kamer van Koophandel hebben betrekking op een tijdsperiode van vijf jaar, namelijk van 2005 tot en met 2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e).3 Ook hiervan zijn data gebruikt met betrekking tot het aantal ondernemingen en de branches waarin deze actief zijn. Tevens zijn cijfers beschikbaar met betrekking tot het aantal startende ondernemingen en de branches waarin ondernemers starten voor de periode 2000 tot en met 2008 (2009g, 2009h, 2009i, 2009j, 2009k, 2009l, 2009m, 2009n, 2009o). Ten slotte zijn gegevens bruikbaar met betrekking tot het aantal werknemers van startende ondernemingen voor de periode 2004 tot en met 2007 (Kamer van Koophandel, 2009f). In dit onderzoek gaat het in beginsel om de eerste generatie TurksNederlandse ondernemers, welke de basis vormt voor dit onderzoek.4 Deze groep wordt aangeduid als ‘Turks-Nederlandse ondernemers’. In de datasets van de Kamer van Koophandel wordt enkel uitgegaan van eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemingen. Er wordt gespecificeerd naar Nederlandse ondernemingen, ofwel autochtone ondernemingen, en Turks-Nederlandse ondernemingen. Het aantal ondernemingen wordt geselecteerd op geboorteland. Wanneer het geboorteland van de oprichter van een onderneming Turkije is, is deze conform de eerdergenoemde definitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek van de eerste generatie. Aangezien een groot deel van dit onderzoek op deze datasets gebaseerd is, worden enkel eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers meegenomen. In eerdere onderzoeken die betrekking hebben op de jaren 1989 tot en met 3
Cijfers van 2009 zijn voorlopige cijfers. Er zal niet altijd worden aangegeven dat het gaat om eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers. Wanneer data betrekking hebben op tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers, wordt dit expliciet vermeld. De eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers, waar dit onderzoek veelal op is gebaseerd, is slechts een deel van het totale aantal TurksNederlandse ondernemers in Nederland. De bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie is meer dan enkel die van eerste generatie TurksNederlandse ondernemers. 4
24
1997 werd geen onderscheid gemaakt tussen eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers, omdat vrijwel alleen eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers bestonden. Op basis van deze data kan de groep eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers geanalyseerd worden over een periode van meer dan twintig jaar, aangezien het Centraal Bureau voor de Statistiek ook specificeert naar eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers. Uit data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b) blijkt dat het aantal tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers nog steeds sterk achterblijft bij het aantal eerste generatie TurksNederlandse ondernemers.5 De ontwikkelingen van tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers kunnen wel een beeld schetsen voor de toekomst. Het Turks-Nederlandse ondernemerschap wordt in dit onderzoek vergeleken met het autochtone ondernemerschap. Voor autochtone ondernemers zijn data bruikbaar vanaf 1993 tot en met 2009.6 Hiertoe wordt in dit onderzoek deels gebruik gemaakt van een dataset van het EIM (2009a), met cijfers met betrekking tot het totale aantal ondernemingen in Nederland voor de periode van 1993 tot en met 1997. In deze cijfers worden dus zowel autochtone ondernemingen als allochtone ondernemingen meegenomen. In de periode 1993 tot en met 1997 was het aantal allochtone ondernemers kleiner dan tegenwoordig. Autochtone ondernemers maakten het grootste deel uit van het totale aantal ondernemers in Nederland.7 Om deze reden en omdat dit de enige bruikbare cijfers zijn, zal in dit onderzoek worden uitgegaan van de cijfers van het EIM. Tevens wordt voor autochtone ondernemers gebruik gemaakt van de datasets van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b) en de Kamer van Koophandel (2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e) voor gegevens van 1999 tot en met 2009. Daarnaast beschikt de dataset van het EIM (2009a) over cijfers met betrekking tot het aantal werknemers van het totale aantal onderne5 In 2005 was het aantal eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers 10.200, terwijl het aantal tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers 2.000 was (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b). 6 Voor de vergelijking van het Turks-Nederlandse ondernemerschap met het autochtone ondernemerschap, wordt in hoofdstuk 4 voor Turks-Nederlandse ondernemers ook gebruik gemaakt van data van 1993 tot en met 2009. Eerdere data vanaf 1989 met betrekking tot TurksNederlandse ondernemers zijn opgenomen in de bijlagen. 7 Wanneer gekeken wordt naar het totale aantal allochtone ondernemers in 1997, was dit aantal 40.721 (Van den Tillaart en Reubsaet, 1998). Vergeleken met het totale aantal ondernemers in Nederland op dat moment, namelijk 604.102, vertegenwoordigden deze allochtone ondernemers ongeveer 6 procent van het totale aantal ondernemers. Wanneer gekeken wordt naar dit percentage in 2005, blijkt dat op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b), dit percentage is gegroeid tot ongeveer 13 procent, met 127.200 allochtone ondernemers en in totaal 969.100 ondernemers in Nederland. In de periode 1993 tot en met 1997 was het percentage beduidend lager.
25
mingen in Nederland. Ten slotte is data beschikbaar met betrekking tot startende autochtone ondernemingen en de branches waarin zij actief zijn over de periode 2000 tot en met 2008 (Kamer van Koophandel, 2009g, 2009h, 2009i, 2009j, 2009k, 2009l, 2009m, 2009n, 2009o) en het aantal werknemers van startende autochtone ondernemingen over de periode 2004 tot en met 2007 (Kamer van Koophandel, 2009f). Tevens worden Turks-Nederlandse ondernemers vergeleken met andere niet-westerse allochtone ondernemers, om zo een goede situering van het Turks-Nederlandse ondernemerschap te kunnen geven. Hiervoor zijn data bruikbaar van 1999 tot en met 2005 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b). Daarnaast worden eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers met elkaar vergeleken. Van de tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers is data bruikbaar van 1999 tot en met 2005 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b). 3.2
Beschrijving van onderzoeksvariabelen
In deze paragraaf worden de onderzoeksvariabelen beschreven die centraal staan in dit onderzoek. 3.2.1
Beschrijving van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen
Voor de meest recente cijfers met betrekking tot het aantal TurksNederlandse ondernemers/ondernemingen wordt gebruik gemaakt van datasets van de Kamer van Koophandel (2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e) voor 2005 tot en met 2009. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b), die betrekking hebben op 1999 tot en met 2004. Tevens worden data gebruikt voor Turks-Nederlandse ondernemers uit het onderzoek van Van den Tillaart en Poutsma (1998), welke betrekking hebben op de periode van 1989 tot en met 1997. De ontwikkeling van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen kan hiermee over een periode van twintig jaar worden gevolgd. In dit onderzoek zal geen duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen tellingen van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers en het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen. In de datasets van de Kamer van Koophandel gaat het om het aantal ondernemingen, deze zijn gebaseerd op inschrijvingen van ondernemingen in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ook de data van het EIM zijn gebaseerd op het aantal ondernemingen. Data van Van den Tillaart en Poutsma en van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn echter
26
gebaseerd op het aantal ondernemers. Het aantal ondernemers en het aantal ondernemingen verschilt van elkaar. Echter, aangezien ondernemers meerdere ondernemingen kunnen hebben, maar één onderneming ook meerdere ondernemers kan hebben, wordt in dit onderzoek hier geen verschil tussen gemaakt en worden cijfers met betrekking tot ondernemers en ondernemingen aan elkaar gekoppeld. Om die reden is dit onderzoek gebaseerd op de aanname dat tellingen van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers en ondernemingen nagenoeg gelijk aan elkaar zijn en daarom wordt er gesproken over Turks-Nederlandse ‘ondernemers/ondernemingen’ wanneer verschillende databronnen naast elkaar worden gebruikt. Wanneer één databron wordt gebruikt, zal aangegeven worden of het gaat om ondernemers of ondernemingen. Er zijn verschillen in metingen tussen de databronnen met betrekking tot het aantal ondernemers/ondernemingen. In de data van de Kamer van Koophandel worden ondernemingen geteld die op dat moment bestaan. Ondernemingen die bestaan, maar waar de ondernemer niet actief bezig is met de onderneming, worden ook meegenomen in de data van de Kamer van Koophandel en van Van den Tillaart en Poutsma (1998). In de data van het Centraal Bureau voor de Statistiek worden inactieve ondernemers niet meegenomen (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b). Bij de cijfers van het EIM gaat het ook om actieve ondernemingen.8 Dit leidt ertoe dat het aantal ondernemers gemeten door de Kamer van Koophandel en Van den Tillaart en Poutsma hoger ligt dan dat van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het EIM. Ten slotte wordt op basis van gegevens van de Kamer van Koophandel over de periode 2000-2008 gekeken naar het aantal TurksNederlandse startende ondernemingen. 3.2.2
Beschrijving van de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers
In deze paragraaf wordt voor Turks-Nederlandse ondernemers wederom gebruik gemaakt van bovengenoemde datasets van de Kamer van 8
Voor Turks-Nederlandse ondernemers geldt dat in het onderzoek van Van den Tillaart en Poutsma het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen is gebaseerd op gegevens van de Kamer van Koophandel uit het handelsregister. Deze gegevens zouden daarom in lijn zijn met meer recente gegevens van de Kamer van Koophandel van 2005 tot en met 2009. Hierbij gaat het om dezelfde criteria die zijn gehanteerd met betrekking tot het meten van het aantal ondernemingen. Naast de inschrijvingsplicht voor ondernemingen in het handelsregister, moeten ondernemingen ook uitgeschreven worden wanneer deze ophouden te bestaan. Het Centraal Bureau voor de Statistiek hanteert een andere meting van het meten van het aantal ondernemers. Voor cijfers die in dit onderzoek gebruikt worden met betrekking tot 1999 tot en met 2004 is gebruik gemaakt van definitieve belastingaanslagen, belastingaangiften of andere registraties van de belastingdienst.
27
Koophandel over de periode 2005 tot en met 2009 (2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e), het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b) voor de periode 1999 tot en met 2004 en van Van den Tillaart en Poutsma (1998) over de periode 1989 tot en met 1997. Hierdoor kunnen trends in de branchespreiding van TurksNederlandse ondernemers over een periode van twintig jaar worden onderzocht. Sectoren die genoemd worden in voorgaande databronnen en de data voor autochtone ondernemers (EIM, 2009a) komen niet geheel overeen. In totaal onderscheidt de Kamer van Koophandel veertien sectoren, het Centraal Bureau voor de Statistiek vijftien sectoren, Van den Tillaart en Poutsma twaalf sectoren en het EIM twintig sectoren. Hiervan kunnen negen sectoren aan elkaar gekoppeld worden die betrekking hebben op dezelfde typen ondernemingen.9 Branche-indelingen door de verschillende databronnen zijn aan elkaar gekoppeld op basis van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 1993 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009f). Op basis van codes die gegeven worden aan bepaalde sectoren, zijn de sectoren opnieuw ingedeeld. Hierdoor kan de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers bekeken worden over de periode 1989 tot en met 2009. Daarnaast gaan de datasets van de Kamer van Koophandel dieper in op de sectoren. Ten eerste kunnen de veertien sectoren worden opgedeeld in 55 klassen. Ten tweede worden typen ondernemingen onderscheiden. Over de periode 2005 tot en met 2009 zal worden onderzocht in welke klassen en typen ondernemingen Turks-Nederlandse ondernemers veelal actief zijn. Aangezien binnen de negen onderscheiden branches vergelijkingen worden gemaakt van tellingen afkomstig van verschillende databronnen die verschillende definities hanteren, kunnen verschillen ontstaan in het aantal Turks-Nederlandse ondernemers dat geteld is in een bepaalde sector. Verschillen in het aantal ondernemers actief in een bepaalde branche kunnen gedeeltelijk verklaard worden door een verschil in het meten van het aantal ondernemingen dat in deze sector behoort.10 Tevens wordt op basis van gegevens van de Kamer van Koophandel over de periode 2000 tot en met 2008 gekeken naar de branchesprei-
9
Bijlage 12: Herindeling sectoren op SBI-code. De sector ‘overig’ is niet meegenomen in dit onderzoek, aangezien niet alle databronnen deze hebben genoemd. Tevens zijn bij de data van de Kamer van Koophandel ondernemingen die actief zijn in de culturele sector in dit onderzoek meegenomen in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening, terwijl onder de definitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek deze automatisch worden meegenomen in de sector algemene diensten. Uit de data van het Centraal Bureau voor de Statistiek kan echter niet meer achterhaald worden hoeveel ondernemers actief zijn in de culturele sector. Voor Turks-Nederlandse ondernemers geldt dat de sector algemene diensten niet voorkomt in het onderzoek van Van den Tillaart en Poutsma. 10
28
ding van startende Turks-Nederlandse ondernemingen. Hierbij zijn de negen sectoren aangehouden die eerder onderscheiden zijn. 3.2.3
Beschrijving van het aantal Nederlandse ondernemingen
werknemers
van
Turks-
Op basis van gegevens voor het jaar 2005 van het EIM (2009a) en de Monitor Nieuw Ondernemerschap 2006 (EIM, 2007), wordt de gecreëerde werkgelegenheid door Turks-Nederlandse ondernemingen in kaart gebracht. Voor de meest recente gegevens met betrekking tot het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen wordt gebruik gemaakt van de Monitor Nieuw Ondernemerschap 2006, deze gegevens zijn afkomstig uit 2005. De gecreëerde werkgelegenheid zal worden onderzocht op basis van de spreiding van het aantal ondernemingen over de verschillende grootteklassen van werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen en het totale aantal ondernemingen in Nederland. Door te kijken naar het aantal ondernemingen en de spreiding van het aantal werknemers van het totale aantal ondernemingen in Nederland, wordt de spreiding van het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen en de gecreëerde werkgelegenheid berekend voor 2005 en 2009. Ten slotte kan op basis van data van de Kamer van Koophandel (2009f) gekeken worden naar het aantal werknemers van startende Turks-Nederlandse ondernemers over de periode 2004 tot en met 2007. Op basis van verschillende bronnen is bruikbare data geselecteerd en geanalyseerd. Op basis van deze analyses worden conclusies getrokken met betrekking tot de ontwikkeling van de onderzoeksvariabelen: het aantal ondernemers/ondernemingen, de branches waarin ondernemers actief zijn en het aantal werknemers van een onderneming. Aan de hand van de datasets zijn grafieken gemaakt om trends in de ontwikkeling van het aantal ondernemers/ondernemingen en de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers te kunnen ontdekken. Er wordt in dit onderzoek veelal gebruik gemaakt van percentages en gemiddelden.
29
30
4
De bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie
In dit hoofdstuk worden deelvraag 1 en 2 van dit onderzoek beantwoord, welke betrekking hebben op de bijdrage van het TurksNederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie over de afgelopen twintig jaar en de huidige bijdrage van het TurksNederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie. In paragraaf 4.1 worden de kenmerken van de Turks-Nederlandse bevolking besproken en in paragraaf 4.2 worden de kenmerken van TurksNederlandse ondernemers besproken. In paragraaf 4.3 wordt de ontwikkeling van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen behandeld. Daarna wordt in paragraaf 4.4 de ontwikkeling van de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers bekeken en wordt in paragraaf 4.5 dieper ingegaan op de meest interessante sectoren waarin Turks-Nederlandse ondernemers actief zijn. In paragraaf 4.6 wordt het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemers besproken en ten slotte volgt in paragraaf 4.7 de conclusie van dit hoofdstuk. 4.1
Kenmerken van de Turks-Nederlandse bevolking
Voordat dit onderzoek verder in gaat op het Turks-Nederlandse ondernemerschap, wordt eerst de Turks-Nederlandse bevolking in Nederland beschreven. Op basis van voorlopige gegevens uit 2009 afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009a) blijkt dat de Turks-Nederlandse bevolking in Nederland inmiddels gestegen is tot 378.400. Van de Turks-Nederlandse bevolking vallen 195.520 Turkse Nederlanders onder de definitie van eerste generatie allochtoon en 182.880 onder de definitie tweede generatie allochtoon; beiden maken ongeveer de helft uit van de Turks-Nederlandse bevolking. In vergelijking met tellingen uit 2008, is de Turks-Nederlandse bevolking in Nederland in 2009 gegroeid met 1,5 procent. Het aantal eerste generatie Turkse Nederlanders is gestegen met 0,4 procent en het aantal tweede generatie Turkse Nederlanders is sterker gestegen met 2,7 procent. Ontwikkelingen in deze aantallen zijn naar verwachting, aangezien de Turks-Nederlandse bevolking vooral toeneemt als gevolg van groei van de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking en er in mindere mate sprake is van migranten uit Turkije naar Nederland. Onderzoek van Euwals et al. (2007) laat zien dat de TurksNederlandse bevolking in Nederland gemiddeld lager geschoold is dan autochtonen. Tevens is de Turks-Nederlandse bevolking in Nederland vaker getrouwd, heeft zij gemiddeld meer kinderen en is ze relatief
31
jonger dan de autochtone bevolking. Het lage opleidingsniveau van de Turks-Nederlandse bevolking leidt tot een minder gunstige positie op de arbeidsmarkt. Voor de Turks-Nederlandse bevolking leidt zelfs een goede beheersing van de Nederlandse taal niet tot een verbetering van haar positie op de arbeidsmarkt en blijft er een verschil bestaan tussen het aantal werkzame personen binnen de TurksNederlandse en de autochtone bevolking. Euwals et al. (2007) tonen tevens aan dat een verbetering van het opleidingsniveau wel leidt tot een betere positie op de arbeidsmarkt. De vertegenwoordiging van Turkse Nederlanders in banen met een hoog vereist opleidingsniveau is vaak laag. Een verbetering van het opleidingsniveau kan leiden tot een verkleining van dit verschil met de autochtone bevolking. Wanneer gekeken wordt naar het geregistreerde werkloosheidspercentage onder de Turks-Nederlandse bevolking en de autochtonen, blijkt dat in 2005 het geregistreerde werkloosheidspercentage bij de Turks-Nederlandse bevolking bijna drie keer zo hoog is. Uit de meest recente gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009c), afkomstig uit 2005, blijkt dat het geregistreerde werkloosheidspercentage onder autochtonen 3,5 procent en voor Turkse Nederlanders 9,9 procent is. Het geregistreerde werkloosheidspercentage komt echter steeds dichter bij dat van de autochtonen.11 4.2
Kenmerken van de Turks-Nederlandse ondernemers
In het onderzoek van Van den Tillaart (2007) worden de meest recente gegevens met betrekking tot de Turks-Nederlandse ondernemers gebruikt uit 2005. Uit deze gegevens blijkt dat met betrekking tot de leeftijd van Turks-Nederlandse ondernemers, zij gemiddeld jonger zijn dan autochtone ondernemers, vergelijkbaar met de gemiddeld jongere Turks-Nederlandse bevolking in Nederland. Het percentage ondernemers met een leeftijd van 35 jaar of jonger is voor TurksNederlandse ondernemers 52 procent, terwijl deze voor autochtone ondernemers 21 procent is. Daarnaast ligt het percentage van ondernemers ouder dan 50 voor autochtone ondernemers meerdere malen hoger, op 34 procent, terwijl dit voor Turks-Nederlandse ondernemers 4 procent is. Wanneer gekeken wordt naar het percentage mannelijke en vrouwelijke ondernemers, ligt het percentage voor Turks-Nederlandse vrouwelijke ondernemers op 16 procent. Dit betekent dat meer dan 80 procent van de Turks-Nederlandse ondernemers man is (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b). In vergelijking met de verdeling tussen het aantal mannen en vrouwen in de Turks-Nederlandse bevolking, komt de verdeling naar man en vrouw binnen de groep onder-
11
Bijlage 1: Ontwikkeling van Nederlands/autochtoon 1996-2005.
32
het
geregistreerde
werkloosheidspercentage
Turks-
nemers niet overeen. In 2005 was het percentage Turks-Nederlandse vrouwen in Nederland ongeveer 48 procent en het percentage TurksNederlandse mannen in de Nederlandse samenleving ongeveer 52 procent (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009d). Uit deze gegevens blijkt dat van de Turks-Nederlandse vrouwen in Nederland maar weinig ondernemer worden. De vier grootste niet-westerse allochtone groepen in Nederland zijn afkomstig uit Turkije, Marokko, Suriname en de Nederlandse Antillen. Deze groepen zijn weergegeven in tabel 2. Voor het jaar 2005 kan op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b, 2009c) worden gekeken naar het totale aantal ondernemers, eerste en tweede generatie, als percentage van de beroepsbevolking. In tabel 2 is te zien dat in vergelijking met andere niet-westerse allochtone groepen, het absolute aantal Turks-Nederlandse ondernemers veruit het hoogst is, terwijl het beroepsbevolkingsaantal niet veel verschilt van die van Marokkanen en Surinamers in Nederland. Tevens ligt het percentage ondernemers van de beroepsbevolking voor Turks-Nederlandse ondernemers hoger dan voor de andere groepen niet-westerse allochtone ondernemers. Ook in vergelijking met de totale groep van niet-westerse allochtonen is de TurksNederlandse beroepsbevolking meer ondernemend. Het percentage autochtone ondernemers van de autochtone beroepsbevolking is echter nog wel hoger dan die van de Turks-Nederlandse beroepsbevolking.
2005 Autochtonen Niet-westerse allochtonen Turkije Marokko Suriname Nederlandse Antillen
Totale beroepsbevolking
Aantal ondernemers
6.025.000 682.000 136.000 112.000 162.000 60.000
841.900 49.400 12.200 4.900 8.300 2.300
Percentage ondernemers van totale beroepsbevolking 14,0% 7,3% 9,0% 4,4% 5,1% 3,8%
Tabel 2: Percentage ondernemers van totale beroepsbevolking 2005 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b, 2009c).
Voor de meest recente gegevens met betrekking tot het aantal ondernemingen is gebruik gemaakt van gegevens afkomstig van de Kamer van Koophandel (2009e). Hierbij gaat het enkel om eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemingen. Wanneer voor voorlopige cijfers van 2009 gekeken wordt naar het absolute aantal ondernemingen, is te zien dat de 18.095 Turks-Nederlandse ondernemingen in de meerderheid zijn in vergelijking met andere groepen niet-westerse allochtonen, terwijl het bevolkingsaantal wederom niet veel verschilt van
33
die van Marokkanen en Surinamers. Wanneer wordt gekeken naar het percentage ondernemingen van de beroepsbevolking, blijkt dat de Turks-Nederlandse beroepsbevolking met 11,9 procent meer ondernemend is dan andere niet-westerse allochtone beroepsbevolkingsgroepen en de totale niet-westerse allochtone beroepsbevolking. De Turks-Nederlandse beroepsbevolking is echter nog wel minder ondernemend dan de autochtone beroepsbevolking op basis van deze gegevens. Echter kunnen bovenstaande gegevens met betrekking tot het aantal ondernemingen en de totale beroepsbevolking niet geheel zuiver aan elkaar gekoppeld worden.12
2009
Autochtonen Niet-westerse allochtonen Turkije Marokko Suriname Nederlandse Antillen
Bevolking eerste generatie
13.198.081 1.034.194 195.375 166.774 184.961 79.785
Percentage eerste geneAantal onderratie ondernemingen nemingen van eerste geneeerste generatie ratie bevolking 1.121.941 8,5% 42.427 4,1% 18.095 9,3% 7.899 4,7% 12.105 6,5% 4.328 5,4%
Tabel 3: Percentage eerste generatie ondernemingen van eerste generatie bevolking 2009 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009c, Kamer van Koophandel, 2009e).
Daarom is vervolgens gekeken naar het aantal ondernemingen als percentage van de eerste generatie bevolking, aangezien het Centraal Bureau voor de Statistiek wel specificeert naar generatie. Wanneer gekeken wordt naar het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen als percentage van de eerste generatie Turks-Nederlandse bevolking, is te zien dat deze met een percentage van 9,3 procent hoger ligt dan het percentage voor andere niet-westerse allochtonen en de totale niet-westerse allochtone bevolking.13 Opvallend is dat het percentage
12 Bijlage 2: Percentage eerste generatie ondernemingen van totale beroepsbevolking 2009. Het Centraal Bureau voor de Statistiek specificeert binnen de beroepsbevolking niet naar generatie. Hierdoor is het percentage ondernemingen voor alle niet-westerse bevolkingsgroepen, waaronder Turks-Nederlandse ondernemingen, lager dan wanneer enkel de eerste generatie beroepsbevolking onderzocht zou worden. Het percentage ondernemingen van de autochtone beroepsbevolking is daarom hoger dan die van Turks-Nederlandse ondernemers. Wanneer alleen de eerste generatie Turks-Nederlandse beroepsbevolking zou zijn beschouwd zou wellicht het percentage van Turks-Nederlandse ondernemers hoger zijn dan die van autochtone ondernemers in 2009. 13 Het percentage ondernemingen van de totale niet-westerse allochtone (beroeps)bevolking is laag. Hierbij moet vermeld worden dat de totale bevolkingsgroep niet-westerse allochtonen bij tellingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek uit meer etnische groepen bestaat dan geteld zijn in het aantal ondernemingen van de Kamer van Koophandel. Bij het Centraal Bureau
34
autochtone ondernemingen van de autochtone bevolking lager ligt, op 8,5 procent, in vergelijking met dit percentage voor de TurksNederlandse bevolking in 2009. 4.3
Ontwikkeling van het aantal ondernemers/ondernemingen
Turks-Nederlandse
In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van het aantal TurksNederlandse ondernemers/ondernemingen besproken. 4.3.1
Het aantal Turks-Nederlandse- en autochtone ondernemers/ondernemingen
De ontwikkeling van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen wordt in deze paragraaf vergeleken met de ontwikkeling van het aantal autochtone ondernemers/ondernemingen. Hierbij wordt gekeken naar de periode 1993 tot en met 2009 op basis van data van de Kamer van Koophandel (2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e), het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b), Van den Tillaart en Poutsma (1998) en het EIM (2009a).14 Door gebruik te maken van verschillende assen voor het aantal Turks-Nederlandse en autochtone ondernemers/ondernemingen kan onderzocht worden of de groei van het aantal ondernemers/ondernemingen een soortgelijke trend heeft gevolgd over de periode 1993 tot en met 2009. Het aantal Turks-Nederlandse ondernemers is snel gestegen, van 5.564 Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen in 1993 tot 18.095 in 2009. Een stijging van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen van meer dan 200 procent. Ook het aantal autochtone ondernemers/ondernemingen is gestegen van 604.102 in 1993 tot 1.121.941 ondernemers/ondernemingen in 2009, een stijging van 85 procent.15
voor de Statistiek worden personen van de Nederlandse Antillen en Aruba bij elkaar opgeteld. Bij de Kamer van Koophandel gaat het enkel om personen van de Nederlandse Antillen. 14 In figuur 1 zijn de vier verschillende databronnen met een kleur aangegeven. Data afkomstig van het onderzoek van Van den Tillaart en Poutsma is donkergroen, data afkomst van het EIM is lichtgroen, data afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek is blauw en data afkomstig van de Kamer van Koophandel is paars. 15 Bijlage 3: Aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen 1989-2009 en Bijlage 4: Aantal autochtone ondernemers/ondernemingen 1993-2009.
35
Figuur 1: Ontwikkeling van het aantal ondernemers/ondernemingen.
Turks-Nederlands/autochtoon 1993-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e, Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b, Van den Tillaart & Poutsma, 1998, EIM, 2009a) Uit figuur 1 blijkt dat tot 2004 de groei van het aantal TurksNederlandse en autochtone ondernemers/ondernemingen een soortgelijke trend volgde. In de loop der jaren is te zien dat het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen harder is gaan groeien dan het aantal autochtone ondernemers/ondernemingen.16 Te zien is in figuur 1 dat tussen 2001 en 2004 het aantal ondernemers/ondernemingen weinig steeg voor Turks-Nederlandse en autochtone ondernemers. In de Volkskrant (2002) wordt daaromtrent vermeld dat het gelijk blijven van het aantal Turks-Nederlandse en autochtone ondernemers/ondernemingen waarschijnlijk te maken heeft met de dalende economische groei in die periode. Wanneer er een groot arbeidstekort is durven mensen risico te nemen en een onderneming te starten, aangezien de kans op een baan groot is wanneer de onderneming niet succesvol blijkt te zijn. Echter, wanneer deze kans kleiner
16
De stijging van het aantal Turks-Nederlandse en autochtone ondernemers/ondernemingen van 2004 tot 2005 is erg groot. Dit kan voor een deel verklaard worden doordat dit de overgang is van data van het Centraal Bureau voor de Statistiek naar data van de Kamer van Koophandel. Zoals in hoofdstuk 3 is vermeld, zijn aantallen Turks-Nederlandse en autochtone ondernemers/ondernemingen van de Kamer van Koophandel per definitie hoger dan die van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De forse stijging na 2004 zal daarom in werkelijkheid waarschijnlijk gematigder zijn geweest.
36
begint te worden door een krappere arbeidsmarkt is het minder interessant om een onderneming te starten. Het kan ook beargumenteerd worden dat periodes van dalende economische groei zouden aanzetten tot het starten van een onderneming, aangezien in tijden van hoge werkloosheid het beginnen van een eigen onderneming een laatste alternatief kan zijn voor het verkrijgen van werk en inkomen. In figuur 1 is echter te zien dat tussen 2001 en 2004 het aantal Turks-Nederlandse en autochtone ondernemers/ondernemingen daalt, hetgeen zou kunnen wijzen op het feit dat Turkse Nederlanders en autochtonen in tijden van dalende economische groei toch huiverig zijn voor het ondernemerschap te kiezen en zich niet gedwongen voelen te kiezen voor het ondernemerschap. Tevens is gekeken naar de procentuele stijging/daling van het aantal Turks-Nederlandse en autochtone ondernemers/ondernemingen per jaar. Het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen fluctueert meer en groeit gemiddeld harder dan het aantal autochtone ondernemers/ondernemingen.17
Figuur 2: Ontwikkeling index aantal ondernemers/ondernemingen Turks-Nederlands/autochtoon 1993-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e, Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b, Van den Tillaart & Poutsma, 1998, EIM, 2009a).
Om een beter beeld te krijgen van de groei van het aantal Turks-Nederlandse en autochtone ondernemers/ondernemingen, is de ontwik17 Bijlage 5: Procentuele stijging/daling van het aantal ondernemers/ondernemingen Turks-Nederlands/autochtoon 1994-2009.
37
keling hiervan weergegeven in indexcijfers, met als basisjaar 1993. In figuur 2 is te zien dat tot en met 2000 de groei van het aantal TurksNederlandse en autochtone ondernemers/ondernemingen niet veel van elkaar verschilt. Echter, vanaf 2001 begint het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen sterker te groeien dan onder autochtonen. Rond 1986 is voor het eerst onderzoek gedaan naar het Turks-Nederlandse ondernemerschap. Turkse Nederlanders in Nederland zijn rond die tijd voor het eerst gaan ondernemen. In 1993 was het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen daarom nog relatief laag. Het autochtone ondernemerschap bestond echter al geruime tijd en groeit vanaf 1993 gestaag. Uit hoofdstuk 2 bleek dat volgens Baycan-Levent et al. (2009) het aantal ondernemingen gestart door tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers vooral na 2000 is gestegen. In figuur 2 is inderdaad een sterke groei te zien vanaf 2000, welke kan duiden op de start van het ondernemerschap onder de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking. Op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b) kan een vergelijking van het aantal ondernemers worden gemaakt met andere niet-westerse allochtone groepen in Nederland voor de periode 1999 tot en met 2005. De ontwikkeling van het aantal overige niet-westerse allochtone ondernemers heeft in de periode 1999 tot en met 2005 een soortgelijke trend gevolgd als die van Turks-Nederlandse ondernemers. Echter blijkt dat het aantal TurksNederlandse ondernemers het grootst en het snelst is gegroeid in vergelijking met het aantal Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse ondernemers.18 4.3.2
Het aantal eerste generatie en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen
Gegevens afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b) zijn in figuur 3 weergegeven en hebben betrekking op de periode van 1999 tot en met 2005. Deze gegevens maken onderscheid tussen eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers.19 Het absolute aantal eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers is met ongeveer 40 procent van 7.200 in 1999 tot 10.200 gestegen in 2005. Het absolute aantal tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers is meer dan verdubbeld over de periode 1999 tot en met 2005 van 800 in 1999 tot 2000 tweede generatie Turks-Nederlandse 18 Bijlage 6: Ontwikkeling van het aantal niet-westerse allochtone ondernemers/ondernemingen 1999-2005. 19 Bijlage 7: Aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen naar generatie 19992005. De som van het aantal eerste en tweede generatie ondernemers is een aantal keren niet gelijk aan het totale aantal Turks-Nederlandse ondernemers in bijlage 7. Dit heeft te maken met de afronding op veelvouden van honderd in de dataset van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b). Percentages tellen daarom niet altijd op tot 100 procent.
38
ondernemers in 2005. Het absolute aantal tweede generatie TurksNederlandse ondernemers blijft over deze periode ver achter bij het aantal eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers. Voor 2005 geldt dat 83,6 procent van de Turks-Nederlandse ondernemers onder de definitie van eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemer valt. Uit figuur 3 blijkt dat het aandeel van het aantal eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers als percentage van het totale aantal Turks-Nederlandse ondernemers over de periode van 1999 tot en met 2005 is gedaald met meer dan 7 procent. Over dezelfde periode is het aandeel tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers als percentage van het totale aantal Turks-Nederlandse ondernemers met meer dan 6 procent gestegen. In 2005 valt echter nog steeds slechts 16,4 procent van de Turks-Nederlandse ondernemers onder de definitie van tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemer (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b).
Figuur 3: Percentage eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers van totaal Turks-Nederlandse ondernemers 1999-2005 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b).
Wanneer wordt gekeken naar het aantal eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers als percentage van de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking in Nederland, blijkt dat de eerste generatie Turks-Nederlandse bevolking meer onderne-
39
mend is dan de tweede generatie.20 Van de eerste generatie TurksNederlandse bevolking is in 2005 5,21 procent ondernemer, terwijl van de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking slechts 1,23 procent voor het ondernemerschap heeft gekozen. Over de periode 1999 tot en met 2005 is het aantal ondernemers onder de eerste generatie Turks-Nederlandse bevolking meer gestegen dan onder de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking, een stijging van respectievelijk meer dan 1 procent ten opzichte van meer dan 0,5 procent. Dat het percentage tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers slechts licht stijgt, kan een gevolg zijn van het achterblijven van de groei van het aantal tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers bij een grotere groei van de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking met 3,7 procent. De tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking groeit harder dan de eerste generatie Turks-Nederlandse bevolking in Nederland (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009a, 2009b).21 Dat de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking minder ondernemend lijkt te zijn, kan ook een gevolg zijn van het verschil in onderwijsniveau van beide generaties. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009e) hebben betrekking op de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking.22 Uit deze gegevens blijkt dat in 2002 het aantal geslaagden van een wetenschappelijke opleiding onder de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking gelijk was. In 2006 is dit aantal voor de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking echter bijna 3,5 keer zo hoog in vergelijking met de eerste generatie Turks-Nederlandse bevolking. Hetzelfde geldt voor het aantal geslaagden in het hoger beroepsonderwijs, welke in 1999 ongeveer gelijk was voor beide generaties, maar in 2006 voor de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking bijna drie keer zo hoog is. Doordat de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking vaker een hoger opleidingsniveau heeft, zou het ondernemerschap voor hen minder snel een laatste optie kunnen zijn, aangezien zij door een hoger opleidingsniveau een betere positie op de arbeidsmarkt krijgen. Ten slotte is de eerste generatie Turks-Nederlandse bevolking gemiddeld ouder dan de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking. De meeste eerste generatie Turkse Nederlanders zitten in 2009 in de leeftijdsklasse van dertig tot vijftig jaar. De tweede generatie Turkse
20
Cijfers met betrekking tot de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse beroepsbevolking zijn niet beschikbaar. Daarom wordt een vergelijking gemaakt met de totale Turks-Nederlandse eerste en tweede generatie bevolking. 21 Bijlage 8: Percentage eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers van totale bevolking 1999-2005. 22 Bijlage 9: Onderwijsniveau geslaagden van de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking 1999-2006. Voor het aantal geslaagden van het hoger beroepsonderwijs zijn data beschikbaar van 1999 tot en met 2006 en voor het wetenschappelijk onderwijs van 2002 tot en met 2006.
40
Nederlanders is op dit moment veelal jonger dan veertig jaar. De meeste tweede generatie Turkse Nederlanders zitten in de leeftijdsklasse nul tot twintig jaar (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009a). Dit betekent dat zij op dit moment in hun leven vaak nog een opleiding aan het volgen zijn. De tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking zal naar verwachting over een aantal jaren, wanneer zij klaar zijn met hun opleiding, pas ondernemer worden.23 4.3.3
Het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemingen
Om een beter beeld te krijgen van de ontwikkeling van het aantal ondernemers en verwachtingen in de toekomst wordt gekeken naar het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemingen van 2000 tot en met 2008. Deze data zijn afkomstig van de Kamer van Koophandel (2009g, 2009h, 2009i, 2009j, 2009k, 2009l, 2009m, 2009n, 2009o). In figuur 4 is het verloop van het aantal startende Turks-Nederlandse en autochtone ondernemingen te zien van 2000 tot en met 2008. Uit deze figuur blijkt dat het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemingen van 2000 tot en met 2001 gestegen is, waarna tussen 2001 en 2003 het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemingen gedaald is. Vanaf 2004 stijgt het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemingen wederom. Voor autochtone ondernemingen geldt dat de daling van het aantal startende ondernemingen al start voor 2000. Vanaf 2003 stijgt het aantal startende autochtone ondernemingen sterk en deze stijging is sterker dan de Turks-Nederlandse ondernemingen.
23
Bijlage 10: Leeftijd van de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking 2009.
41
Figuur 4: Ontwikkeling aantal startende ondernemingen Turks-Nederlands/autochtoon 2000-2008 (Kamer van Koophandel, 2009g, 2009h, 2009i, 2009j, 2009k, 2009l, 2009m, 2009n, 2009o).
Wanneer gekeken wordt naar de procentuele stijging/daling van het aantal startende ondernemingen, blijkt dat over het algemeen het aantal startende ondernemingen harder groeit onder autochtonen dan onder de Turks-Nederlandse ondernemers. Hoewel in de vorige paragraaf nog te zien was dat het totale aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen harder groeit dan de autochtone ondernemers/ondernemingen, groeit het aantal starters minder hard. Dit zou de groei van het totale aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen kunnen remmen. Het lijkt erop dat tijden van dalende economische groei meer van invloed zijn op de keuze voor het ondernemerschap voor Turkse Nederlanders dan voor autochtonen. Zowel het aantal Turks-Nederlandse startende ondernemingen als het aantal autochtone startende ondernemingen daalt sterk tussen 2001 en 2004. Wanneer echter het aantal startende ondernemingen weer stijgt, stijgt deze voor autochtonen harder dan voor de Turks-Nederlandse ondernemers in Nederland. Het lijkt erop dat startende TurksNederlandse ondernemers meer tijd nodig hebben om weer op gang te komen. Zij zijn wellicht meer huiverig om een onderneming te starten na perioden van dalende economische groei.24
24 Bijlage 11: Procentuele stijging/daling van het aantal startende ondernemingen per jaar Turks-Nederlands/autochtoon 2000-2008.
42
4.4
Ontwikkeling van de branchespreiding Nederlandse ondernemers
van
Turks-
In deze paragraaf wordt de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers onderzocht op basis van data van de Kamer van Koophandel (2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e), het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b), Van den Tillaart en Poutsma (1998) en het EIM (2009a). Om dit te onderzoeken worden voor Turks-Nederlandse en autochtone ondernemers data vergeleken over de periode 1993 tot en met 2009. Nadat de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers is besproken, wordt in paragraaf 4.5 dieper ingegaan op drie branches waarin Turks-Nederlandse ondernemers veelal vertegenwoordigd zijn. In hoofdstuk 3 is reeds toegelicht dat het aantal sectoren waar naar gekeken wordt in dit onderzoek, gereduceerd is tot negen sectoren.25 4.4.1
Branchespreiding van Turks-Nederlandse- en autochtone ondernemers
In figuur 5, 6 en 7 is de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers weergegeven voor de jaren 1993, 1999 en 2009. Op basis van deze figuren kan gekeken worden of de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers is veranderd over de afgelopen twintig jaar.26 Sinds de start van het Turks-Nederlandse ondernemerschap heeft er een aantal verschuivingen plaatsgevonden in de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers. Voor het jaar 1993 is in figuur 5 te zien, dat veruit de meeste Turks-Nederlandse ondernemers actief zijn in de sector horeca, met een aandeel van 31 procent, en de sector groothandel, detailhandel & reparatie, met een aandeel van 36 procent van de ondernemers. In de sector algemene diensten zijn in 1993 geen Turks-Nederlandse ondernemers actief.
25
Bijlage 12: Herindeling sectoren op SBI-code. Bijlage 13: Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 1989-2009, Bijlage 14: Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 1989 en Bijlage 15: Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 2004. 26
43
Figuur 5: Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 1993 (Van den Tillaart en Poutsma, 1998).
Wanneer de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers in 1993 wordt vergeleken met de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers in 1999, weergegeven in figuur 6, blijkt dat er een aantal verschuivingen heeft plaatsgevonden. De branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers is groter geworden; de Turks-Nederlandse ondernemers zijn in meer sectoren vertegenwoordigd dan voornamelijk in de sectoren horeca en groothandel, detailhandel & reparatie. De sectoren horeca en groothandel, detailhandel & reparatie zijn nog steeds het grootst, met respectievelijk 27 en 32 procent. Het aandeel van deze sectoren in de totale branchespreiding is echter wel kleiner geworden in vergelijking met 1993. Dit wordt mede veroorzaakt doordat de sector algemene diensten met 8 procent in aandeel is gestegen.27
27 Wanneer het aandeel in de totale branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers van bepaalde sectoren daalt, betekent dit niet dat het absolute aantal Turks-Nederlandse ondernemers in deze sector per definitie ook daalt. Het absolute aantal Turks-Nederlandse ondernemers in een bepaalde sector kan per jaar stijgen, terwijl het aandeel van deze sector daalt als gevolg van een grotere stijging van andere sectoren waarin Turks-Nederlandse ondernemers actief zijn.
44
Figuur 6: Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 1999 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b).
Uit figuur 7 blijkt dat in vergelijking met 1999 de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers in 2009 wederom is veranderd. Het aandeel in het aantal Turks-Nederlandse ondernemers is het meest gestegen voor de sectoren onroerend goed & zakelijke dienstverlening en bouw, met een stijging van respectievelijk 13 en 11 procent.28 Sectoren die voor de Turks-Nederlandse ondernemers relatief minder aantrekkelijk zijn geworden, zijn de sector horeca, met een daling van 13 procent, de sector groothandel, detailhandel & reparatie met een daling van 5 procent en de sector algemene diensten met een daling van 5 procent. Wanneer gekeken wordt naar figuur 7 blijkt dat de grootste sectoren groothandel, detailhandel & reparatie en onroerend goed & zakelijke dienstverlening zijn. De sector horeca, samen met de sector bouw, zijn de op twee na grootste sectoren waarin de Turks-Nederlandse ondernemers actief zijn. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van Turks-Nederlandse ondernemers die vaker kiezen voor de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening en bouw, terwijl Turks-Nederlandse ondernemers
28 De grote stijging van de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening wordt voor een deel veroorzaakt doordat in de data van de Kamer van Koophandel uit 2009 ondernemingen actief in de culturele sector worden meegenomen in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening. Deze werden in de data van 1999 van het Centraal Bureau voor de Statistiek nog meegenomen in de sector algemene diensten. Ook de forse stijging van het aantal TurksNederlandse ondernemers in de sector bouw kan voor een deel verklaard worden doordat het aantal ondernemingen dat geteld wordt in deze sector volgens de Kamer van Koophandel en het Centraal Bureau voor de Statistiek niet gelijk is. In werkelijkheid zouden beide stijgingen wellicht gematigder zijn geweest tijdens de overgang van databronnen.
45
voorheen meer voor de sectoren horeca en groothandel, detailhandel & reparatie kozen.
Figuur 7: Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 2009 (Kamer van Koophandel, 2009e).
In vergelijking met 1993 is in 2009 de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening in aandeel gestegen van 12 procent naar 23 procent en de sector bouw gestegen van 1 procent naar 14 procent. De sector groothandel, detailhandel & reparatie is in aandeel gedaald van 36 procent naar 27 procent en de sector horeca is nog sterker in aandeel gedaald van 31 procent naar 14 procent. Voor een juiste situering van het Turks-Nederlandse ondernemerschap, wordt de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers tevens vergeleken met de branchespreiding van autochtone ondernemers. Het blijkt dat deze van elkaar verschilt. In de bijlage is voor autochtone ondernemers gekeken naar de branchespreiding in 1993, 1999 en 2009.29 In 1993 is de sector groothandel, detailhandel & reparatie met een aandeel van 25 procent de grootste sector waarin de autochtone ondernemers actief zijn. Daarna zijn de sectoren onroerend goed & zakelijke dienstverlening, algemene diensten en landbouw, bosbouw & visserij het grootst, met respectievelijk 14, 16 en 19 procent van de autochtone ondernemers. Wanneer de branchespreiding van autochtone ondernemers in 1993 wordt vergeleken met de branchespreiding 29
Bijlage 16: Branchespreiding autochtone ondernemers 1993-2009, Bijlage 17: Branchespreiding autochtone ondernemers 1993, Bijlage 18: Branchespreiding autochtone ondernemers 1999 en Bijlage 19: Branchespreiding autochtone ondernemers 2009.
46
in 1999 zijn geen grote verschillen te zien. In 1999 is een lichte stijging te zien van het aandeel van de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening met 3 procent. Daar staat tegenover dat de sector groothandel, detailhandel & reparatie licht in aandeel is gedaald met 2 procent. De sector groothandel, detailhandel & reparatie is nog steeds de grootste sector en de sectoren onroerend goed & zakelijke dienstverlening, algemene diensten en landbouw, bosbouw & visserij volgen daarop. Wanneer gekeken wordt naar de branchespreiding in 2009, zijn er in vergelijking met 1999 wel grote verschillen te zien. Net als voor de Turks-Nederlandse ondernemers geldt voor de autochtone ondernemers dat een grote stijging is te zien in het aandeel van de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening. Deze sector is harder gestegen voor de autochtone ondernemers dan voor de Turks-Nederlandse ondernemers van 17 naar 48 procent. Grote dalingen zijn te zien in het aandeel van de sectoren algemene diensten30, een daling van 15 naar 4 procent, en landbouw bosbouw & visserij, een daling van 19 naar 4 procent, welke niet te zien zijn bij de TurksNederlandse ondernemers. De sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening is in 2009 de grootste sector onder de autochtone ondernemers. Daarna is de sector groothandel, detailhandel & reparatie het grootst. In de sector horeca zijn weinig autochtone ondernemers actief. Geconcludeerd kan worden dat de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers meer gaat lijken op die van de autochtone ondernemers op basis van de branchespreiding in 2009. Over de periode 1993 tot en met 2009 is een aantal soortgelijke verschuivingen opgetreden: een lichte daling van het aandeel van de sector groothandel, detailhandel & reparatie en een sterke stijging van de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening. De ontwikkeling van de sector horeca is niet vergelijkbaar met die van de Turks-Nederlandse ondernemers, aangezien de vertegenwoordiging van de Turks-Nederlandse ondernemers in deze sector vele malen groter is. Het aandeel van de sector horeca en de sector groothandel, detailhandel & reparatie is bij de autochtone ondernemers kleiner, als gevolg van een grotere stijging van het aandeel van de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening. Terwijl voor de Turks-Nederlandse ondernemers een grote stijging van het aandeel van de sector bouw te zien was, is deze niet te zien voor de autochtone ondernemers.
30
De sterke daling van het aantal autochtone ondernemingen in 2009 in de sector algemene diensten, kan ook een gevolg zijn geweest van het feit dat ondernemingen actief in de culturele sector voorheen werden meegenomen in de sector algemene diensten, maar in 2009 worden meegenomen in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening. De daling van de sector algemene diensten kan in werkelijkheid gematigder zijn geweest.
47
4.4.2
Branchespreiding van eerste generatie en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers
Door te kijken naar verschillen in de branchespreiding tussen eerste generatie en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers, kan onderzocht worden of in de toekomst wellicht de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers verder zal veranderen. De tweede generatie ondernemers zal in de toekomst veelal dit beeld bepalen. Op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b) kan gekeken worden naar verschillen tussen de branchespreiding van eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers in 2004.31
Figuur 8: Branchespreiding tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers 2004 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b).
Figuur 8 geeft een beeld van de branchespreiding van tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers in 2004. Opvallend is dat tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers niet vertegenwoordigd zijn in de sector landbouw, bosbouw & visserij en financiële dienstverlening in 2004. Daarnaast zijn tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers minder vertegenwoordigd in de sector horeca dan eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers in 2004, met 17 procent van de ondernemers. Tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers zijn meer vertegenwoordigd in de sectoren onroerend goed & zakelijke dienstverlening, vervoer, opslag & communicatie en algemene diensten. Te zien is in figuur 8 dat de tweede generatie Turks-Ne31 Bijlage 20: Branchespreiding eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers 1999-2005 en Bijlage 15: Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 2004.
48
derlandse ondernemers een andere voorkeur voor branches hebben dan eerste generatie ondernemers. Zij kiezen minder voor de sector horeca en meer voor de sectoren voor hoogwaardige dienstverlening. Ten slotte wordt de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers vergeleken met andere niet-westerse allochtone groepen in Nederland, namelijk: Marokkanen, Surinamers en Antillianen. Hierbij wordt wederom gebruik gemaakt van data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b) over de periode 1999 tot en met 2005. Uit deze gegevens blijkt dat de eerste generatie Marokkaanse ondernemers veelal actief zijn in de sectoren groothandel, detailhandel & reparatie en horeca. Er zijn nog weinig tweede generatie Marokkaanse ondernemers in Nederland en zijn verspreid over verschillende sectoren. De tweede generatie Surinaamse ondernemers volgen de trend van de eerste generatie Surinaamse ondernemers in Nederland en zijn het meest actief in de sectoren groothandel, detailhandel & reparatie, onroerend goed & zakelijke dienstverlening en algemene diensten. Er zijn absoluut gezien het minst eerste generatie en tweede generatie Antilliaanse ondernemers, welke actief zijn in de sectoren onroerend goed & zakelijke dienstverlening en algemene diensten. De sector horeca is onder de tweede generatie Marokkanen, Surinamers en Antillianen in Nederland steeds minder populair.32 Voorgaande branchespreidingen komen overeen met de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers. Hoewel bij andere niet-westerse allochtone groepen de sector algemene diensten belangrijk is, ligt net als de bij Turks-Nederlandse ondernemers de nadruk op de sectoren groothandel, detailhandel & reparatie en onroerend goed & zakelijke dienstverlening en wordt de sector horeca steeds minder populair onder ondernemers over de periode 1999 tot en met 2005. 4.4.3
Branchespreiding van startende Turks-Nederlandse ondernemingen
Voor startende Turks-Nederlandse ondernemingen is met betrekking tot de branchespreiding gekeken naar de meest recente gegevens uit 2008 (Kamer van Koophandel, 2009o).33 In figuur 9 is te zien dat vooral de sectoren groothandel, detailhandel & reparatie, onroerend goed & zakelijke dienstverlening en bouw populair zijn bij startende Turks-Nederlandse ondernemingen. De andere sectoren zijn ongeveer gelijk vertegenwoordigd onder startende Turks-Nederlandse ondernemingen. Opvallend is dat het percenta32 Bijlage 21: Branchespreiding eerste en tweede generatie ondernemers Marokko/Suriname/Nederlandse Antillen 1999-2005. 33 Bijlage 22: Branchespreiding startende Turks-Nederlandse ondernemingen 2000-2008.
49
ge Turks-Nederlandse ondernemers dat een onderneming begint in de horeca slechts 7 procent is. Dit komt overeen met voorgaande figuren, waarin het aandeel van het aantal ondernemingen in de sector horeca daalt en het aandeel van het aantal ondernemingen in de sectoren onroerend goed & zakelijke dienstverlening en bouw stijgt. In vergelijking met de branchespreiding van startende Turks-Nederlandse ondernemers in 2000, is te zien dat het aandeel van de sector horeca gedaald is met 3 procent, dat het aandeel van de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening is gedaald met 9 procent en dat het aandeel van de sector groothandel, detailhandel & reparatie is gedaald met 5 procent. Wanneer gekeken wordt naar de absolute stijging/daling van het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemingen, blijkt dat het aandeel van de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening is gestegen, terwijl het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemingen in de sectoren horeca en groothandel, detailhandel & reparatie licht is gedaald. De daling van het aandeel van deze sectoren in de totale branchespreiding van startende Turks-Nederlandse ondernemingen wordt veroorzaakt door een stijging van het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemingen in de sector bouw. Het aandeel van de sector bouw is sterk gestegen met 16 procent. Het lijkt erop dat de huidige startende ondernemers steeds meer interesse krijgen in de sector bouw. Dit was ook al te zien aan de stijging van het aandeel in de branchespreiding van het totale aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen.34
Figuur 9: Branchespreiding startende Turks-Nederlandse ondernemingen 2008 (Kamer van Koophandel, 2009o).
34
Bijlage 23: Branchespreiding startende Turks-Nederlandse ondernemingen 2000.
50
Wanneer gekeken wordt naar startende autochtone ondernemingen, is te zien dat dezelfde drie sectoren het meest populair zijn. Echter, de verdeling van het aantal ondernemingen dat is gestart in een bepaalde sector is verschillend. Het aantal startende autochtone ondernemers is in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening meer dan drie keer zo hoog als in de sectoren bouw en groothandel, detailhandel & reparatie.35 4.5
Specificatie van de grootste sectoren van Turks-Nederlandse ondernemers
Uit bovenstaande blijkt dat groothandel, detailhandel & reparatie, horeca en onroerend goed & zakelijke dienstverlening de grootste sectoren zijn in 2009 onder de Turks-Nederlandse ondernemers.36 In deze paragraaf wordt verder ingegaan op de ontwikkeling van deze sectoren op basis van data van de Kamer van Koophandel (2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e), het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009b) en Van den Tillaart en Poutsma (1998).37 Het absolute aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen is in de drie grootste sectoren vanaf 1989 blijven stijgen. Het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen in de sector horeca is licht gestegen. De sector horeca was de grootste sector in 1989 maar is in 2009 kleiner dan de andere twee sectoren. De sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening stijgt sterk. In 1989 waren slechts weinig Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen actief in deze sector, terwijl in 2009 het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen hoger ligt dan het aantal actief in de sector horeca en dicht ligt bij het aantal ondernemers/ondernemingen actief in de sector groothandel, detailhandel & reparatie.
35
Bijlage 24: Branchespreiding startende autochtone ondernemingen 2000-2008 en Bijlage 25: Branchespreiding startende autochtone ondernemingen 2008. 36 De sector bouw is ook sterk gestegen en heeft in 2009 een even groot aandeel in de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers als de sector horeca. De sector horeca is echter vanaf de start van het Turks-Nederlandse ondernemerschap een belangrijke sector geweest. De sector horeca is daarom meer interessant om te onderzoeken. De sector bouw wordt in deze paragraaf buiten beschouwing gelaten. 37 Bijlage 13: Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 1989-2009 en Bijlage 26: Ontwikkeling sectoren Turks-Nederlandse ondernemers 1989-2009.
51
Figuur 10: Onwikkeling index sectoren Turks-Nederlandse ondernemers 1989-2009 (1989=100) (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e, Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b, Van den Tillaart en Poutsma, 1998).
Ook wanneer gekeken wordt naar de sterkte van de groei van het aantal ondernemers/ondernemingen in de drie sectoren, is duidelijk te zien in figuur 10 dat het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening het sterkst is gestegen. De stijging van het aantal ondernemers/ondernemingen in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening is mede een gevolg van het feit dat werknemers uit het bedrijfsleven steeds vaker zelf een onderneming starten. De drempel om een onderneming te beginnen ligt in de dienstensector vaak lager dan in de industrie (Kluwer, 2008). De stijging van het aantal ondernemers/ondernemingen in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening wordt veelal bepaald door de ondernemingen actief in de zakelijke dienstverlening. Volgens het EIM (2009) zijn deze ondernemingen al geruime tijd de ondernemers/ondernemingen die de economische groei in Nederland het meest stimuleren. “Wat dat betreft is de sector minder conjunctuurgevoelig dan sectoren als de bouw en de industrie. Daarnaast is de afzet in deze sector minder afhankelijk van het economische klimaat in het buitenland, waardoor het beeld vooral door binnenlandse ontwikkelingen wordt bepaald.” (EIM, 2009b). Wanneer gekeken wordt naar de ontwikkeling van deze sectoren voor autochtone ondernemers is een soortgelijke trend te zien. Ook hier lijkt het aantal ondernemingen in de horeca stabiel te blijven, het
52
aantal ondernemingen in de sector groothandel, detailhandel & reparatie te groeien en het aantal ondernemingen in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening het hardst te groeien.38 4.5.1
Specificatie grootste sectoren naar klasse
Om te onderzoeken wat de stijging in het aantal ondernemingen in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening heeft veroorzaakt, zal nu dieper worden ingegaan op deze sector. Ook zal dieper worden ingegaan op de sectoren horeca en groothandel, detailhandel & reparatie, aangezien deze sectoren ook behoren tot de grootste sectoren onder de Turks-Nederlandse ondernemers. In de data van de Kamer van Koophandel (2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e) worden de vijftien onderscheiden sectoren voor 2005 tot 2009 ook gespecificeerd naar klasse. Dit zijn 55 kleinere klassen op basis waarvan een meer specifiek beeld gevormd kan worden van een sector.39 Groothandel, detailhandel & reparatie Turks-Nederlands Klasse
2005 2006 2007 2008 2009
KVK55_20 Groothandel
1.273 1.288 1.320 1.312 1.318
KVK55_21 Detailhandel food
861
943
960
950
920
KVK55_22 Detailhandel non-food
744
774
804
790
802
KVK55_23 Reparatie, postorders
296
330
405
448
479
KVK55_24 Detailhandel auto
631
700
781
821
904
KVK55_25 Markt- en straathandel
421
419
431
461
480
Tabel 4: Groothandel, detailhandel & reparatie naar klasse Turks-Nederlands 20052009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e).
Uit tabel 4 blijkt dat de Turks-Nederlandse ondernemers vertegenwoordigd in de sector groothandel, detailhandel & reparatie in 2009, voornamelijk ondernemingen hebben in de klasse groothandel en daarna in de verschillende klassen met betrekking tot detailhandel. Het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen is in alle klassen, met uitzondering van detailhandel food, van de sector groothandel, detailhandel & reparatie gestegen over de periode van 2005 tot 2009. Het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen in de klassen reparatie/postorders en detailhandel auto is het meest gestegen over de periode 2005 tot en met 2009, met respectievelijk 61,8 procent en 43,3 38
Bijlage 27: Ontwikkeling sectoren autochtone ondernemers 1993-2009. Bijlage 28: Branchespreiding naar klasse Turks-Nederlands/autochtoon 2005-2009 en Bijlage 29: Branchespreiding naar klasse Turks-Nederlands/autochtoon stijging/daling 2005-2009. Voor de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening zijn de zes klassen met de meeste Turks-Nederlandse ondernemingen weergegeven. Voor de sectoren groothandel, detailhandel & reparatie en horeca zijn alle klassen weergegeven. 39
53
procent. Er zijn binnen de vijf meest voorkomende klassen onder de Turks-Nederlandse ondernemers relatief meer autochtone ondernemingen vertegenwoordigd in de klasse detailhandel non-food, wanneer wordt gekeken naar het aantal ondernemingen in dezelfde klassen onder autochtonen. Onder autochtone ondernemingen is alleen een sterke stijging voor de klasse reparatie/postorders te zien, met 107,6 procent. In de rest van de klassen is het aantal autochtone ondernemingen gedaald of licht gestegen. Horeca
Turks-Nederlands
Klasse
2005 2006 2007 2008 2009
KVK55_26 Hotels, pensions
22
KVK55_27 Kampeer-/vakantie verblijven 1
22
25
27
26
0
0
0
0
KVK55_28 Restaurants/cafetaria
1.828 1.905 1.971 1.939 1.990
KVK55_29 Cafés
657
669
597
603
587
Tabel 5: Horeca naar klasse Turks-Nederlands 2005-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e).
Wat betreft de sector horeca hebben de Turks-Nederlandse ondernemers in 2009 vaak restaurants/cafetaria’s. Tevens zijn er ook veel Turks-Nederlandse cafés. Grote stijgingen van het aantal ondernemingen in klassen binnen de sector horeca zijn niet waar te nemen. Het aantal restaurants/cafetaria’s is voor Turks-Nederlandse ondernemers over de periode 2005 tot en met 2009 gestegen met 8,9 procent. Het aantal cafés van Turks-Nederlandse ondernemers is gedaald met 10,7 procent over de periode 2005 tot en met 2009. Ook voor autochtone ondernemingen is binnen deze vier klassen te zien dat de grootste klasse die van restaurants en/of cafetaria’s is. Tevens zijn voor deze groep geen grote stijgingen/dalingen van het aantal ondernemingen waar te nemen in de sector horeca. Onroerend goed & zakelijke dienstverlening Turks-Nederlands Klasse
2005 2006 2007 2008 2009
KVK55_36 Economische diensten
132
151
178
222
243
KVK55_43 Schoonmaakbedrijven
274
299
319
335
384
KVK55_44 Uitzendbureaus/beveiliging
1.074 1.001 972
1.051 1.073
KVK55_45 Fotografie, beurzen, ov.
171
189
197
227
253
KVK55_49 Kapper, schoonheidsverzorging, ov.
316
355
409
470
529
KVK55_54 Zakelijk beheer
504
574
636
746
835
Tabel 6: Onroerend goed & zakelijke dienstverlening naar klasse Turks-Nederlands 2005-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e).
54
Binnen de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening zijn veruit de meeste Turks-Nederlandse ondernemingen aanwezig in de klasse uitzendbureaus/beveiliging in 2009. De rest van de Turks-Nederlandse ondernemingen is verspreid over de rest van de klassen in deze sector, met als grootste klasse zakelijk beheer. Echter, wanneer gekeken wordt naar de stijging van het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen in de verschillende klassen over de periode 2005 tot en met 2009, is te zien dat het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen in de klasse uitzendbureaus/beveiliging ongeveer gelijk is gebleven, terwijl voor de rest van de klassen te zien is dat het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen bijna of meer dan is verdubbeld. Er zijn tevens verschillen in vergelijking met de autochtone ondernemingen, die binnen deze vijf klassen het meest vertegenwoordigd zijn in de klasse zakelijk beheer. Met uitzondering van de klasse uitzendbureaus/beveiliging is het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen in de klassen binnen de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening relatief even hard of harder gestegen dan het aantal autochtone ondernemingen. Het aantal autochtone ondernemingen in de klasse uitzendbureaus/beveiliging is gestegen met 47,4 procent, terwijl deze voor Turks-Nederlandse ondernemers gelijk bleef. 4.5.2
Specificatie grootste sectoren naar type onderneming
Ten slotte wordt binnen de data van de Kamer van Koophandel (2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e) naast klasse ook gespecificeerd naar type onderneming. Op basis hiervan kan een meer gedetailleerd beeld worden gevormd van het Turks-Nederlandse ondernemerschap. Tabel 7, 8 en 9 geven per branche de vijf typen ondernemingen aan die binnen de drie eerdergenoemde sectoren het meeste voorkomen onder de Turks-Nederlandse ondernemers.40 Groothandel, reparatie
detailhandel
Type onderneming 527402 Overige reparatie consumentenartikelen
& Turks-Nederlands 2005
2006
2007
2008
2009
248
271
331
349
377
521102 Supermarkten
237
276
302
301
300
501044 Reparatie personenauto's
211
230
255
259
287
van
40 Voor de sectoren groothandel, detailhandel & reparatie en onroerend goed & zakelijke dienstverlening zijn in de bijlage de veertig meest voorkomende typen ondernemingen opgenomen. Voor de sector horeca zijn alle typen ondernemingen opgenomen. Tabellen en bijlagen naar type onderneming zijn gesorteerd op meest voorkomende ondernemingen onder TurksNederlandse ondernemers in Nederland en het bijbehorende aantal autochtone ondernemingen voor een bepaald type onderneming. De vijf meest voorkomende typen ondernemingen onder autochtone ondernemers zijn niet gelijk aan de vijf meest voorkomende typen ondernemingen onder Turks-Nederlandse ondernemers.
55
502053 Autowasserijen 501043 Winkels personenauto's
167
177
193
192
234
146
171
199
223
226
gebruikte
Tabel 7: Groothandel, detailhandel & reparatie naar type onderneming Turks-Nederlands 2005-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e).
Voor de sector groothandel, detailhandel & reparatie is er geen type onderneming dat duidelijk in de meerderheid is onder de Turks-Nederlandse ondernemingen in de periode 2005 tot en met 2009. Voor overige reparatie van consumentenartikelen, het type onderneming dat het meest voorkomt onder Turks-Nederlandse ondernemers, is moeilijk te zeggen welke ondernemingen het grote aandeel van deze groep bepalen, aangezien dit een verzamelnaam is voor veel verschillende ondernemingen.41 Opvallend is dat van de vijf meest voorkomende typen ondernemingen onder de Turks-Nederlandse ondernemingen er drie betrekking hebben op auto’s. Wanneer gekeken wordt naar de stijging/daling van het aantal ondernemingen in deze sector, blijkt dat het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen fors is gestegen. Het aantal supermarkten is daarbij nog het minst gestegen met 26,6 procent, terwijl het aantal ondernemingen actief in overige reparatie van consumentenartikelen en winkels voor gebruikte personenauto’s met meer dan 50 procent is gestegen. Voor de autochtone ondernemingen is voor deze vijf typen ondernemingen te zien dat de reparatie van personenauto’s het meest voorkomende type onderneming is. Het aantal autochtone ondernemingen is minder hard gestegen, dan wel gedaald, binnen de vijf meest voorkomende typen ondernemingen onder Turks-Nederlandse ondernemingen in deze sector.42 Supermarkten Het aantal Turkse Nederlanders in Nederland met een supermarkt is de laatste jaren gestegen. Het assortiment met veel verschillende producten in de Turks-Nederlandse supermarkten spreekt tegenwoordig zowel de Turks-Nederlandse bevolking als de autochtone bevolking aan. Daarnaast is vaak de prijs van producten lager dan bij reguliere supermarkten. De Turks-Nederlandse supermarkten zijn veelal familiebedrijven, waardoor zij lage personeelskosten hebben en daarom goedkoper kunnen zijn. Vaak wordt bij TurksNederlandse supermarkten gedacht aan kleine supermarkten die veelal groente, fruit en producten uit het land van herkomst verkopen. Steeds meer
41 Hieronder valt: reparatie van niet-elektrische huishoudelijke apparaten, reparatie, stoppage van kleding, textielwaren en dergelijke, slijpen van scharen en messen voor huishoudelijk gebruik, reparatie en stemmen van muziekinstrumenten, reparatie van optische artikelen, reparatie van sportartikelen, speelgoed, reparatie van fietsen en bromfietsen, reparatie van caravans. 42 Bijlage 30: Sector groothandel, detailhandel & reparatie naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon 2005-2009 en Bijlage 33: Branchespreiding naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon stijging/daling 2005-2009.
56
Turks-Nederlandse ondernemers zijn echter een kleine winkel of buurtsuper ontgroeid. In 2000 werd in Rotterdam de toen grootste Turks-Nederlandse supermarkt van Nederland geopend. Deze supermarkt is gestart met het geld van individuele Turkse Nederlanders in Nederland. In Duitsland was dit concept al langer bekend, maar sinds 2000 is deze ook in Nederland in gebruik genomen. De reden voor het openen van een dergelijke supermarkt is dat veel kleine Turks-Nederlandse supermarkten een te klein assortiment hebben volgens klanten. Het assortiment in de grootste Turks-Nederlandse supermarkt bestaat voor dertig procent uit producten van het land van herkomst. “Directeur Erol Poyraz gelooft heilig in de opkomst van de Turks-Nederlandse supermarkten in Nederland, omdat Nederland steeds meer openstaat voor multicultureel eten. Het begon met de aparte schappen in de Nederlandse supermarkten. Nu komen de supermarkten zelf.” (Hemmer, 2000). Ook de klantenkring van Turks-Nederlandse ondernemers met een supermarkt is veranderd. Gülten Genco, mede-eigenaresse van een Turks-Nederlandse supermarkt, vertelt hierover: “Kwamen er vroeger, in de tijd dat haar moeder in de winkel werkte, vrijwel uitsluitend Turkse klanten, nu weet bijna iedereen de winkel te vinden. Eigenlijk zien we hier nog het minst Turken. ... Er komen vooral veel Nederlanders, Marokkanen en Surinamers. Vanwege de lage prijzen weet tegenwoordig iedereen de Turkse buurtsuper te vinden.” (Intermediair, 2003). Logischerwijs is ook het assortiment van Turks-Nederlandse supermarkten veranderd. In 2007 werd door Turks-Nederlandse ondernemers uit Utrecht de eerste supermarkt opgericht met een gemixt Nederlands-allochtoon assortiment. De ondernemers, afkomstig uit de wijk Zuilen, willen aansluiten op de vraag naar producten uit deze wijk afkomstig van zowel allochtonen als autochtonen (Distrifood, 2007). Box 1: Groothandel, detailhandel & reparatie; Turks-Nederlandse supermarkten.
Voor de sector horeca zijn cafe’s en dergelijke het meest voorkomende type onderneming binnen de Turks-Nederlandse ondernemingen in 2009. Over de periode 2005 tot en met 2009 is het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen gedaald of slechts licht gestegen in deze sector, met uitzondering van Turks-Nederlandse ondernemingen actief in overige Zuideuropese restaurants. Opvallend is dat binnen deze selectie het enige type onderneming waarin Turks-Nederlandse ondernemers in absolute cijfers meer vertegenwoordigd zijn dan autochtone ondernemers shoarmazaken zijn. Het aantal Turks-Nederlandse shoarmazaken is meer dan drie keer zo groot als het aantal autochtone shoarmazaken. Voor autochtone ondernemers is het meest voorkomende type onderneming cafés en dergelijke binnen deze selectie van de vijf meest voorkomende typen ondernemingen onder Turks-Nederlandse ondernemingen. Wanneer gekeken wordt naar de stijging/daling van het aantal autochtone ondernemingen over de zes typen ondernemingen, is te zien dat wanneer het aantal ondernemingen van een bepaald type onderneming voor Turks-Nederlandse ondernemers daalt, het aantal autochtone ondernemingen ook daalt, en het aantal autochtone ondernemingen stijgt wanneer
57
het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen van een bepaald type ook stijgt over de periode 2005 tot en met 2009.43 Horeca
Turks-Nederlands
Type onderneming
2005 2006 2007 2008 2009
554001 Cafés e.d.
513
514
455
469
456
553022 Cafetaria's/snackbars
393
388
394
386
386
553014 Italiaanse restaurants
305
319
335
328
327
553016 Overige Zuid-Europese restaurants 221
269
267
275
282
553024 Shoarmazaken
279
275
256
271
282
Tabel 8: Horeca naar type onderneming Turks-Nederlands 2005-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e).
Shoarmazaken Turks-Nederlandse ondernemers zijn sterk vertegenwoordigd in het door de Kamer van Koophandel benoemde type onderneming: shoarmazaken. In dit segment van de sector horeca is de afgelopen jaren het één en ander veranderd. De markt waarin Turks-Nederlandse ondernemers tegenwoordig voornamelijk een onderneming beginnen is de markt voor döner, in plaats van shoarma.44 Het aantal Turks-Nederlandse ondernemers met döner zaken neemt nog steeds toe. Dit heeft als gevolg dat veel nog bestaande shoarmazaken ook zijn overgestapt op het verkopen van döner. Tabara Groothandel Shoarmavlees in Rotterdam: Zowat elke week komt er in de Randstad een nieuwe dönerzaak bij, verklaart Aydin Güç, die al achttien jaar in Nederland en België shoarma aan vierhonderd verkooppunten levert en sinds vier jaar ook het dönervlees. De vraag naar döner is de laatste twee à drie jaar bij ons met 65 procent toegenomen, vervolgt de eigenaar van de eerste en grootste leverancier van dönervlees. Sindsdien is de omzet van shoarmavlees met 50 procent afgenomen, zegt groothandelaar Güc. Volgens hem stappen steeds meer Turkse ondernemers over op döner (Çinibulak, 2007). Deze verschuiving is het gevolg van een verschuiving van de etnische afkomst van de ondernemers in het shoarma-segment. Toen de eerste shoarmazaken werden geopend, was oorspronkelijk vooral sprake van Israëlische en Palestijnse ondernemers. Turks-Nederlandse ondernemers vertegenwoordigden toen nog een kwart van dit segment. De laatste jaren is dit echter veranderd en zijn het de Turks-Nederlandse ondernemers die een groot aandeel hebben in de markt voor döner. Dit betekent ook dat nieuwe recepturen en producten hun intrede doen (Foodexpress, 2007a). Twee Turks-Nederlandse onderne43 Bijlage 31: Sector horeca naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon 2005-2009 en Bijlage 33: Branchespreiding naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon stijging/daling 2005-2009. 44 Shoarma en döner zijn grilmaaltijden die komen uit het Midden-Oosten, Turkije en Griekenland. Deze worden draaiend aan de spies gegrild. Dönervlees wordt met andere kruiden gemarineerd dan shoarma en is vaak van kalkoen, kalfsvlees, kip of rundergehakt gemaakt in plaats van varkensvlees.
58
mers die hebben ingespeeld op deze ontwikkeling, zijn Murat en Necati Tastan. Zij zijn de oprichters van de eerste landelijke kebabketen in Nederland, de Döner Company (Blauw, 2007). Doordat NS-dochter Servex in zee ging met Döner Company, is deze tegenwoordig aanwezig op verschillende stations in Nederland en heeft daarmee veel bekendheid gekregen (Foodexpress, 2007b). Box 2: Horeca; Turks-Nederlandse shoarmazaken.
Binnen de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening correspondeert het meest voorkomende type onderneming uitzendbureaus met tabel 6 waaruit bleek dat de klasse uitzendbureaus/beveiliging het meest voorkomt binnen Turks-Nederlandse ondernemingen. Beveiliging lijkt in mindere mate de grote vertegenwoordiging van Turks-Nederlandse ondernemingen in deze klasse te bepalen. Wanneer gekeken wordt naar de stijging/daling van het aantal ondernemingen is voor Turks-Nederlandse ondernemers te zien dat alleen het aantal uitzendbureaus is gedaald met 7,8 procent van 2005 tot en met 2009. Het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen is voor de rest van de meest voorkomende typen ondernemingen juist fors gestegen, met in het bijzonder het aantal organisatie- en adviesbureaus met 128 procent. Voor autochtone ondernemingen geldt dat veruit de meeste ondernemingen financiële holdings zijn binnen onderstaande selectie van typen ondernemingen. Binnen de autochtone ondernemingen is het aantal uitzendbureaus gestegen. Binnen de vier andere typen ondernemingen is het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen harder gestegen dan onder de autochtone ondernemingen.45 De stijging van het deel zakelijke dienstverlening van de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening is in Nederland rond 2004 voor een groot deel het gevolg geweest van een stijging van de uitzendbranche en de IT-sector (Personeelsnet, 2004). Voor Turks-Nederlandse ondernemers was echter een lichte daling te zien met betrekking tot de uitzendbranche. Uitzendbureaus zijn onder de TurksNederlandse ondernemingen echter nog wel het meest voorkomende type in 2009. Onroerend goed & zakelijke dienstverlening Turks-Nederlands Type onderneming
2005 2006 2007 2008 2009
74501 Uitzendbureaus
941
867
817
866
868
65234 Financiële holdings
384
427
476
564
620
747012 Schoonmaak gebouwen
236
257
275
276
318
45
Bijlage 32: Sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening naar type onderneming TurksNederlands/autochtoon 2005-2009 en Bijlage 33: Branchespreiding naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon stijging/daling 2005-2009.
59
930213 Dames-/herenkappers
211
230
264
286
316
74141 Organisatie- adviesbureaus
75
95
112
147
171
Tabel 9: Onroerend goed & zakelijke dienstverlening naar type onderneming Turks-Nederlands 2005-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e).
Uitzendbureaus Turks-Nederlandse ondernemers zijn sterk vertegenwoordigd in de uitzendbranche. In Kiliçarslan (2004) wordt een voorbeeld gegeven van een TurksNederlands uitzendbureau en haar specifieke kenmerken. Het gaat om Nuray Yildirim en de onderneming Multicultureel Uitzendbureau. Veel Turks-Nederlandse uitzendbureaus zijn gespecialiseerd in laagopgeleide banen zoals schoonmaken, bouw en horeca. Yildirim vertelt over de Turks-Nederlandse uitzendbranche: Turken zijn ondernemende mensen en sinds het niet meer nodig is om een vergunning te hebben is het veel gemakkelijker geworden om een uitzendbureau te openen. ... In Tiel waren er voor ik begon twee andere Turkse uitzendbureaus en die hadden zo’n slechte naam dat ik minstens een jaar heb moeten knokken om bedrijven ervan te overtuigen dat ik niet bij die organisaties hoor. Het is een groot probleem dat veel Turkse uitzendbureaus niet genoeg ervaring hebben en te onkundig zijn op hun gebied. ... Ik krijg bijvoorbeeld vrouwen die een hoofddoek dragen over de vloer die bij een Nederlands uitzendbureau waren langs geweest. Daar werd hen meteen verteld dat er geen werk voor ze was, terwijl deze vrouwen gewoon een Hbo-opleiding hadden. Ik selecteer nooit mensen voor een soort werk waar ik zelf geen verstand van heb en dus niet voor kan bepalen of iemand hier geschikt voor is. Wat je merkt is dat degenen die deze uitzendbureaus hebben, zelf ook geen hoge opleiding hebben. Heel vaak voelen allochtonen zich niet geholpen door Nederlandse uitzendbureaus, wij kunnen ze op hun gemak stellen. Ook spelen taalproblemen een rol. Ik heb ook buitenlanders in dienst die bijvoorbeeld Marokkaans kunnen spreken. Als een Nederlands uitzendbureau geen mensen meer wil inschrijven, kunnen sommige allochtonen zich gediscrimineerd voelen. Als wij het uitleggen, kunnen ze het beter begrijpen (Kiliçarslan, 2004). Box 3: Onroerend goed & zakelijke dienstverlening; Turks-Nederlandse uitzendbureaus.
Met betrekking tot de IT-sector worden Turks-Nederlandse ondernemingen die hierin actief zijn, volgens de SBI ’93 indeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009f) geschaard onder de klasse automatiseringsdiensten. Wanneer gekeken wordt naar cijfers voor 2009, blijkt dat de klasse automatiseringsdiensten niet behoort tot de vijf grootste klassen wat betreft het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen. Voor autochtone ondernemingen geldt dat deze klasse wel behoort tot de vijf grootste klassen in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening. Over de periode 2005 tot en met 2009 is het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen in de klasse automatiseringsdiensten echter wel met gemiddeld 80 procent gestegen. Het aantal autochtone ondernemingen in deze klasse is gemiddeld met
60
meer dan 40 procent gestegen.46 Binnen de klasse automatiseringsdiensten is te zien dat over het algemeen het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen binnen de verschillende typen ondernemingen harder groeit dan het aantal autochtone ondernemingen. Voor meerdere typen ondernemingen is het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen met meer dan 100 procent toegenomen. Het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen dat zich bezighoudt met exploitatie van websites en dergelijke is zelfs met 350 procent gestegen.47 Een voorbeeld van een succesvol IT-bedrijf is de in 2003 opgerichte onderneming Triodor International, gestart door de Turks-Nederlandse ondernemer Atilla Aytekin. Triodor International maakt goed gebruik van het feit dat deze Turks-Nederlandse ondernemer zowel kennis heeft van als relaties heeft met Nederland als Turkije. Een ontwikkelingskantoor in Istanbul en het hoofdkantoor van Triodor International in Amsterdam zijn hiervan het bewijs (Triodor International, 2009). 4.6
Het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen
In deze paragraaf zal worden gekeken naar de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap met betrekking tot de werkgelegenheid die door de Turks-Nederlandse ondernemers wordt gecreëerd op basis van data van het EIM (2009a) en de Monitor Nieuw Ondernemerschap 2007 (EIM, 2007). In figuur 11 is de spreiding van het aantal ondernemingen over drie verschillende grootteklassen van het aantal werknemers in 2005 weergegeven. Te zien is dat de spreiding van het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen een soortgelijke verdeling heeft als die van het totale aantal ondernemingen in Nederland. Duidelijk is te zien dat de meeste Turks-Nederlandse ondernemingen en ook het totale aantal ondernemingen in Nederland 0 – 9 werkzame personen in dienst hebben. Voor Turks-Nederlandse ondernemingen geldt dat 97 procent van de ondernemingen minder dan 9 werkzame personen in dienst heeft. Voor het totale aantal ondernemingen in Nederland ligt dit percentage lager, op 93,4 procent. Het aantal ondernemingen met 10 – 99 werkzame personen is voor Turks-Nederlandse ondernemingen 3 procent en voor het totale aantal ondernemingen in Nederland 5,9 procent. Op basis van deze gegevens is te zien dat er geen Turks-Nederlandse ondernemingen zijn met meer dan 100 werknemers in 2005. In het totale aantal ondernemingen in Nederland zijn er echter
46
Bijlage 28: Branchespreiding naar klasse Turks-Nederlands/autochtoon 2005-2009. Bijlage 34: Klasse automatiseringsdiensten naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon 2005-2009. 47
61
wel ondernemingen met meer dan 100 werknemers te vinden, deze zijn mogelijk van autochtone ondernemers.48
Figuur 11: Aantal ondernemingen per grootteklasse Turks-Nederlands/totaal Nederland 2005 (EIM, 2007, 2009a).
Op basis van gegevens van het EIM (2009a) is bekend wat het totale aantal werknemers is dat werkzaam is bij het totale aantal ondernemingen in Nederland; de gecreëerde werkgelegenheid van het totale aantal ondernemingen in Nederland. Tevens is bekend wat de verdeling van het totale aantal werknemers is over de drie grootteklassen. Op basis hiervan kan gekeken worden hoeveel werknemers worden vertegenwoordigd door het totale aantal ondernemingen in Nederland in een bepaalde grootteklasse. Door te kijken naar het aantal werknemers dat één onderneming in Nederland in een bepaalde grootteklasse vertegenwoordigt, kan onderzocht worden hoeveel werknemers het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen in die klasse aan werknemers zou vertegenwoordigen. Ook kan op basis hiervan onderzocht worden wat het totale aantal werknemers zou zijn van Turks-Nederlandse ondernemingen in Nederland. Uitgerekend kan worden wat het percentage is van het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen van het totale aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen.
48
Bijlage 35: Aantal ondernemingen per grootteklasse Turks-Nederlands/totaal Nederland 2005.
62
In figuur 12 op de volgende pagina is te zien dat de verdeling van het aantal werknemers over de drie grootteklassen voor Turks-Nederlandse ondernemingen en het totale aantal ondernemingen in Nederland sterk verschilt. Te zien is dat in 2005 voor het totale aantal ondernemingen in Nederland, het grootste aantal werknemers werkzaam is in een onderneming met meer dan 100 werkzame personen. Dit is begrijpelijk, aangezien een beperkt aantal ondernemingen met meer dan 100 werknemers al snel het totale aantal werknemers van veel ondernemingen met minder dan negen werknemers zal overtreffen. Aangezien er geen Turks-Nederlandse ondernemingen zijn met meer dan 100 werknemers, is in figuur 12 te zien dat het totale aantal werknemers is verdeeld over de klassen 0 – 9 werknemers, met 20.646 werknemers en daarmee een aandeel van 61,6 procent, en de klasse 10 – 99 werknemers, met 12.850 werknemers en daarmee een aandeel van 38,4 procent. In totaal is er in 2005 dus een gecreëerde werkgelegenheid door Turks-Nederlandse ondernemingen van 33.496 personen. Vergeleken met de werkgelegenheid die alle ondernemingen in Nederland creëren, namelijk voor 7.125.480 personen, is dit 0,5 procent van de totale werkgelegenheid in Nederland.49
Figuur 12: Aantal werknemers per grootteklasse Turks-Nederlands/totaal Nederland 2005 (EIM, 2007, 2009a).
Om een beeld te schetsen van de huidige gecreëerde werkgelegenheid door Turks-Nederlandse ondernemingen wordt in het volgende 49
Bijlage 36: Aantal werknemers per grootteklasse Turks-Nederlands/totaal Nederland 2005.
63
uitgegaan van data van de Kamer van Koophandel (2009e). In 2009 waren er in totaal 18.095 Turks-Nederlandse ondernemingen in Nederland. Wanneer verondersteld wordt dat de verdeling van het aantal werknemers over de drie grootteklassen weinig verschilt van 2005 in 2009, zou de gecreëerde werkgelegenheid door Turks-Nederlandse ondernemingen zijn gestegen. Uitgaande van 2005 waarin 61,6 procent want de werknemers zich bevond in de grootteklasse 0 – 9 werknemers, zou in 2009 het aantal werknemers in deze grootteklasse gestegen zijn naar 32.771 werknemers. Voor de grootteklasse 10 – 99 werknemers zou het aantal werknemers in 2009 gestegen zijn tot 20.396 werknemers. In de klasse voor ondernemingen met meer dan 100 werknemers zijn wederom geen werknemers te vinden. In totaal zou daarom de gecreëerde werkgelegenheid door Turks-Nederlandse ondernemingen in Nederland in 2009 gestegen zijn tot een werkgelegenheid voor 53.167 personen.50 De voorlopige werkgelegenheid van het totale aantal ondernemingen in Nederland is 7.453.165 in 2009 (EIM, 2009a). De berekende gecreëerde werkgelegenheid door TurksNederlandse ondernemingen is in dit onderzoek gestegen tot 0,7 procent van de totale gecreëerde werkgelegenheid in Nederland in 2009. Op basis van deze gegevens stijgt de gecreëerde werkgelegenheid door Turks-Nederlandse ondernemingen. 4.6.1
Het aantal werknemers van startende Turks-Nederlandse ondernemingen
Op basis van data van de Kamer van Koophandel (2009f) kan voor zeven verschillende klassen van het aantal werknemers gekeken worden naar het aantal startende ondernemingen voor 2005.51
50
Bijlage 37: Aantal werknemers per grootteklasse totaal Nederland 2005-2009 en Bijlage 38: Aantal werknemers per grootteklasse Turks-Nederlands 2009. De verdeling van het aantal werknemers in een bepaalde grootteklasse is voor het totale aantal ondernemingen in Nederland weinig veranderd van 2005 tot 2009. Er wordt daarom voor de spreiding van het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen vanuit gegaan dat deze gelijk is gebleven van 2005 tot 2009. 51 Bijlage 39: Aantal werknemers per grootteklasse startende ondernemingen Turks-Nederlands/autochtoon 2004-2007.
64
Figuur 13: Aantal startende ondernemingen per grootteklasse Turks-Nederlands/autochtoon 2005 (Kamer van Koophandel, 2009f).
Wanneer gekeken wordt naar de spreiding van het aantal startende ondernemingen over de grootteklassen van werknemers, is te zien dat voor startende Turks-Nederlandse en autochtone ondernemingen geldt dat een soortgelijke verdeling te zien is. In figuur 13 is te zien dat de meeste startende Turks-Nederlandse en autochtone ondernemingen starten met minder dan 5 werknemers. Opvallend is dat startende Turks-Nederlandse ondernemingen gemiddeld meer werknemers blijken te hebben dan startende autochtone ondernemingen. Startende Turks-Nederlandse ondernemingen zijn meer vertegenwoordigd dan startende autochtone ondernemingen in alle grootteklassen met één of meer werknemers, terwijl startende autochtone ondernemingen in de meerderheid zijn in de klasse zonder werkend personeel. Logischerwijs heeft een onderneming weinig werknemers wanneer deze wordt opgericht. Zowel startende Turks-Nederlandse ondernemingen als startende autochtone ondernemingen zijn dan ook niet vertegenwoordigd in de grootteklassen met meer dan 50 werknemers.52
52
Bijlage 23: Branchespreiding startende Turks-Nederlandse ondernemingen 2000-2008 en Bijlage 25 Branchespreiding startende autochtone ondernemingen 2000-2008. Op basis van dezelfde gegevens voor de jaren 2004, 2006 en 2007 kan niet veel worden gezegd met betrekking tot de ontwikkeling van het aantal werknemers van startende Turks-Nederlandse ondernemingen. De verdeling van het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemingen over de grootteklassen van werknemers verschilt per jaar. Een periode van vier jaar is tevens te kort om een duidelijke trend te ontdekken in het aantal werknemers van startende Turks-Ne-
65
Uit figuur 13 blijkt dat bij de start van de onderneming de Turks-Nederlandse ondernemingen gemiddeld meer werknemers hebben dan de startende autochtone ondernemingen. Dit zou verklaard kunnen worden door de branchespreiding van startende Turks-Nederlandse en autochtone ondernemingen. Wanneer voor startende Turks-Nederlandse en autochtone ondernemingen wordt gekeken naar de branchespreiding in 2005, blijkt dat Turks-Nederlandse ondernemingen relatief meer actief zijn in de sectoren groothandel, detailhandel & reparatie en horeca en dat startende autochtone ondernemingen relatief meer actief zijn in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening. Het aandeel van de sector bouw is voor startende TurksNederlandse en autochtone ondernemingen ongeveer gelijk. Een mogelijke verklaring voor het feit dat startende Turks-Nederlandse ondernemingen gemiddeld meer werknemers in dienst hebben dan startende autochtone ondernemingen, is dat het voor ondernemingen in de horeca en groothandel, detailhandel & reparatie mogelijk is om gebruik maken van het informele netwerk van vrienden en familie. Daarom hebben zij wellicht vaker personeel in dienst. In de sector horeca en groothandel, detailhandel & reparatie is het gemakkelijker om familie of vrienden in dienst te nemen dan in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening, aangezien voor laatstgenoemde sector meer specifieke kennis is vereist. Tevens zouden Turks-Nederlandse ondernemers al kunnen samenwerken met het land van herkomst, waardoor het totale aantal werknemers hoger ligt.53 Het lijkt erop dat Turks-Nederlandse ondernemingen na de start met betrekking tot het aantal werknemers weinig groeien, aangezien uit de vorige paragraaf bleek dat Turks-Nederlandse ondernemingen gemiddeld minder dan negen werknemers hebben. Startende Turks-Nederlandse ondernemingen hebben meer werknemers dan startende autochtone ondernemingen, terwijl Turks-Nederlandse ondernemers op een later tijdstip gemiddeld minder werknemers hebben dan autochtone ondernemers. 4.7
Conclusie
Ontwikkelingen in het Turks-Nederlandse ondernemerschap over de afgelopen twintig jaar, kunnen deels verklaard worden door factoren
derlandse ondernemingen. Ook voor autochtone ondernemers is hier geen duidelijke trend in te ontdekken. 53 Binnen het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen kan niet geheel worden gecontroleerd voor de sectoren waarin zij actief zijn. Het aantal werknemers binnen een onderneming kan afhangen van de sectoren waarin de Turks-Nederlandse ondernemers veelal actief zijn. Wanneer zij bijvoorbeeld vaak ondernemingen hebben in sectoren waar een relatief laag aantal werknemers is vereist, zal het aantal ondernemingen in een lage grootteklasse logischerwijs hoog liggen.
66
die genoemd zijn in hoofdstuk 2 met betrekking tot de start, groei en het overleven van Turks-Nederlandse ondernemingen. In dit hoofdstuk is gebleken dat de Turks-Nederlandse bevolking in Nederland snel is gegroeid. Van de Turks-Nederlandse bevolking in Nederland worden velen ondernemer vergeleken met andere nietwesterse allochtone groepen en de autochtone bevolking. Het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen is sterk gegroeid de afgelopen jaren en is sneller gegroeid dan niet-westerse allochtone ondernemers en autochtone ondernemers. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat trots en zelfstandigheid belangrijk is binnen de Turks-Nederlandse gemeenschap. Tevens hebben Turks-Nederlandse ondernemers de mogelijkheid om gebruik te maken van een informeel sociaal netwerk binnen de Turks-Nederlandse gemeenschap voor het werven van kapitaal en personeel. Het opleidingsniveau van de Turks-Nederlandse bevolking in Nederland ligt nog steeds lager dan die van autochtonen waardoor zij een minder goede positie op de arbeidsmarkt hebben en daardoor mogelijk eerder kiezen voor het ondernemerschap. Onder Turks-Nederlandse ondernemers daalt het aandeel van eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers en stijgt het aandeel van tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers. Het aantal eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers is echter nog steeds vele malen groter dan het aantal tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers. Tevens blijkt dat de eerste generatie Turks-Nederlandse bevolking meer ondernemend is dan de tweede generatie. Doordat de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking jonger is, een beter opleidingsniveau heeft en nog steeds gebruik kan maken van een informeel sociaal netwerk, wordt verwacht dat wanneer de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking ondernemer wordt, zij minder te maken krijgt met barrières voor het starten van een onderneming dan eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers. De tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking heeft een betere positie op de arbeidsmarkt, waardoor zij niet gedwongen maar aangetrokken wordt tot het ondernemerschap, doordat zij bijvoorbeeld werkervaring heeft opgebouwd in een bepaalde sector of geen promotiekansen meer ziet in haar huidige baan. Een hoog opleidingsniveau en meer basiskennis van het ondernemerschap helpen ook bij het contact met formele instanties en een externe oriëntatie richting de autochtone bevolking. Wanneer gekeken wordt naar de branches waarin Turks-Nederlandse ondernemers actief zijn, blijkt dat in 1993 de sector horeca en de sector groothandel, detailhandel & reparatie het meest populair waren onder Turks-Nederlandse ondernemers. In de loop der jaren is de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers veranderd. Het aandeel van de sector groothandel, detailhandel & reparatie is
67
licht gedaald van 1993 tot en met 2009, maar deze sector is nog steeds één van de grootste sectoren. De sector horeca is sterk in aandeel gedaald in de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers. Opvallend is dat de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening snel in aandeel is gestegen en in 2009 één van de grootste sectoren is geworden. Ook de sector bouw is in aandeel snel gestegen. Ontwikkelingen in de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers zijn vergelijkbaar met die van andere niet-westerse allochtone ondernemers en autochtone ondernemers. Verschuivingen in de branchespreiding zijn ook te zien onder tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers en startende Turks-Nederlandse ondernemers, die vaker kiezen voor hoogwaardige dienstverlening en minder voor de sector horeca. Binnen de sector groothandel, detailhandel & reparatie is in 2009 geen klasse of type onderneming duidelijk in de meerderheid. Wat betreft de sector horeca hebben TurksNederlandse ondernemers in 2009 vaak restaurants en/of cafetaria’s en zijn de cafés het type onderneming dat het meeste voorkomt. Turks-Nederlandse ondernemers hebben vaker shoarmazaken dan autochtone ondernemers. Binnen de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening zijn veruit de meeste Turks-Nederlandse ondernemers actief in de klasse uitzendbureaus/beveiliging in 2009, zij hebben veelal uitzendbureaus. In deze sector is ook de klasse automatiseringsdiensten sterk gegroeid onder de Turks-Nederlandse ondernemers. Verschuivingen in de branchekeuze van Turks-Nederlandse ondernemers kunnen onder andere verklaard worden door het feit dat in markten waar veel Turks-Nederlandse ondernemers actief waren veel concurrentie heerste, wat leidt tot lagere winstmarges. Turks-Nederlandse ondernemers moeten innovatief zijn om te overleven of voor een andere branche kiezen. Veel Turks-Nederlandse ondernemers zijn van oudsher gestart in de sector horeca met lage toetredingsdrempels, aangezien er weinig tijd en geld was voor een goede voorbereiding. In de loop der jaren is meer interesse ontstaan voor nieuwe sectoren. Vooral tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers hebben meer interesse in de hoogwaardige dienstverlening. De branchekeuze van tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers zou beïnvloed kunnen worden door de opleidingsrichting die de ondernemer heeft gevolgd.54 Wanneer gekeken wordt naar het aantal werknemers is te zien dat de meeste Turks-Nederlandse ondernemingen en het totale aantal ondernemingen in Nederland 0 – 9 werkzame personen in dienst hebben. De meeste Turks-Nederlandse ondernemingen starten met min54
Verschuivingen in de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers de afgelopen jaren zijn niet geheel te verklaren aan de hand van factoren die specifiek zijn voor Turks-Nederlandse ondernemers, aangezien deze ontwikkelingen ook in zekere mate te zien zijn onder autochtone ondernemers.
68
der dan 5 werknemers. Vooralsnog lijkt het erop dat het aantal werknemers in een Turks-Nederlandse onderneming na de start weinig groeit. Uit dit onderzoek blijkt dat de Turks-Nederlandse ondernemingen voor 33.496 personen werk hebben gecreëerd in Nederland in 2005 en voor 53.167 personen in 2009. De berekende gecreëerde werkgelegenheid door Turks-Nederlandse ondernemingen is sterk gestegen van 0,5 tot 0,7 procent van de totale werkgelegenheid in Nederland. Het in dienst nemen van de autochtone bevolking kan hierbij een rol hebben gespeeld.
69
70
5
Trends en ontwikkelingen in het TurksNederlandse ondernemerschap
In dit hoofdstuk wordt deelvraag 3 van dit onderzoek beantwoord. Trends en ontwikkelingen in het Turks-Nederlandse ondernemerschap worden in paragraaf 5.1 besproken. Kansen voor het Turks-Nederlandse ondernemerschap worden in 5.2 besproken. In de Monitor Etnisch ondernemerschap 2000 (Instituut voor Toegepaste Sociale wetenschappen, 2001) worden trends en ontwikkelingen van het etnische ondernemerschap, die tot 2000 te ontdekken waren, besproken. Op basis van eerder onderzoek door Van den Tillaart en Poutsma (1998) is gekeken of ontwikkelingen die tot 1997 te zien waren, ook doorgezet hebben in de periode tot 2000. In de Monitor Etnisch ondernemerschap 2000 wordt een aantal trends onderscheiden. Ten eerste wordt de groei van het aantal etnische ondernemers en ondernemingen genoemd. Ten tweede is gekeken naar de toenemende branchespreiding van de etnische ondernemers. Tijdens de opkomst van het etnische ondernemerschap waren de etnische ondernemers in een beperkt aantal sectoren actief. Tegenwoordig is het aantal sectoren waarin Turks-Nederlandse ondernemers actief zijn groter. Meer recent onderzoek door Baycan-Levent et al. (2009) naar trends in het etnische ondernemerschap in Nederland, geeft aan dat etnische ondernemers steeds meer interesse krijgen in nieuwe sectoren en minder in sectoren waarin etnische ondernemers al lang actief waren. Etnische ondernemers kiezen steeds vaker voor sectoren in de dienstverlening. Ten slotte zien zij het toenemende aantal tweede generatie etnische ondernemers als een trend in het etnische ondernemerschap. In dit onderzoek met betrekking tot Turks-Nederlandse ondernemers in het bijzonder voor de periode 1989 tot en met 2009 zijn dezelfde trends ontdekt.55 5.1
Ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in de toekomst
Op basis van de resultaten uit hoofdstuk 4 kan een indicatie gegeven worden van de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in de toekomst. Naar verwachting zal het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen verder doorgroeien in de toekomst. Uit hoofdstuk 4
55
Trends in het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen zijn op basis van de data gebruikt voor dit onderzoek niet te ontdekken, omdat bruikbare gegevens een korte tijdsperiode hebben.
71
blijkt dat het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen snel groeit. Vooral tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers spelen hierbij een rol, aangezien het aandeel van eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers daalt en het aandeel van tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers in het totaal van Turks-Nederlandse ondernemers blijft stijgen. Sinds de opkomst van het ondernemerschap onder de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking in Nederland rond 2000, is het aantal Turks-Nederlandse ondernemers verder gestegen. Aangezien de tweede generatie Turkse Nederlanders nog erg jong is, haar opleiding moet afmaken en wellicht werkervaring wil opdoen in een bepaalde sector, kan verwacht worden dat pas over een aantal jaren voor het ondernemerschap wordt gekozen. De tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking is nu veelal tussen de nul en twintig jaar oud. Of het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen sterk zal blijven stijgen is nog de vraag, aangezien de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking ook een betere positie op de arbeidsmarkt heeft en daarom minder gedwongen wordt tot het ondernemerschap, zoals het geval was bij de eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers. Het TurksNederlandse ondernemerschap zal in de toekomst kennisintensiever zijn; Turks-Nederlandse ondernemers hebben meer algemene kennis en een hoger opleidingsniveau. Wanneer gekeken wordt naar de ontwikkeling van het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemers, is te zien dat deze vanaf 2004 stijgt. Wanneer deze stijging aanhoudt omdat de tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking voor het ondernemerschap kiest, zal het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen in Nederland verder kunnen groeien. De tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers zal ook invloed hebben op de ontwikkeling van de branchespreiding. Uit onderzoek van Van den Tillaart (2007) blijkt dat de branchespreiding van TurksNederlandse ondernemers een verschuiving doormaakt. Zoals in hoofdstuk 4 is beschreven, is de sector horeca minder populair aan het worden. Van den Tillaart vermeldt dat de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers steeds meer op die van autochtone ondernemers gaat lijken. De branchespreiding van tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers lijkt volgens hem al erg op die van autochtone ondernemers. Uit hoofdstuk 4 bleek dat de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers in 2009 meer op die van autochtone ondernemers lijkt, in vergelijking met de branchespreiding in 1993. Wanneer de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers steeds meer op die van autochtone ondernemers gaat lijken, wordt verwacht dat het aandeel van de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening binnen het totale aantal Turks-Nederlandse ondernemingen blijft stijgen. Voor de sector horeca kan voor Turks-Nederlandse ondernemers worden verwacht dat de daling
72
van het aandeel van deze sector zal blijven doorzetten. Het aandeel van de sector groothandel, detailhandel & reparatie is voor Turks-Nederlandse ondernemers de afgelopen jaren licht gedaald. Hoewel het aandeel van de sectoren horeca en groothandel, detailhandel & reparatie in de totale branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers relatief gezien daalt, blijft het absolute aantal Turks-Nederlandse ondernemers in voorgaande sectoren stijgen, aangezien het totale aantal Turks-Nederlandse ondernemers blijft stijgen. De branchespreiding van de startende Turks-Nederlandse ondernemers kan een indicatie geven voor de verdere ontwikkeling van de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers in de toekomst. Uit hoofdstuk 4 is gebleken dat de branchespreiding van startende Turks-Nederlandse ondernemers in 2008 en de branchespreiding van tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers in 2004, meer overeenkomt met de branchespreiding van autochtone ondernemers. Het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemers lijkt beperkt te blijven. Tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers die beter geïntegreerd zijn in de samenleving en verder kijken dan alleen het eigen informele sociale netwerk, zullen voor het werven van personeel zich ook richten op de autochtone bevolking. Wanneer zij steeds meer voor sectoren kiezen waarvoor hoogopgeleid personeel is vereist, hebben zij voor het selecteren van personeel meer mogelijkheden wanneer zij ook de autochtone bevolking betrekken bij dit proces. Het aannemen van autochtoon personeel kan ook een instrument zijn voor een gemakkelijkere toetreding tot markten waarin veel autochtone ondernemers actief zijn, wanneer autochtonen meer kennis hebben van deze markten. Voor tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers is dit waarschijnlijk gemakkelijker dan voor eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers, aangezien de tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers beter ingeburgerd is in de Nederlandse samenleving en daardoor meer contact heeft met autochtonen. Doordat tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers zich zowel richten op het informele netwerk als de autochtone bevolking voor het werven van personeel, kan dit leiden tot een stijging van het aantal werknemers van de Turks-Nederlandse ondernemingen. Ook wanneer enkele Turks-Nederlandse ondernemers succesvol zouden worden en daardoor uit zouden groeien tot ondernemingen met veel werknemers, zal de gecreëerde werkgelegenheid verder stijgen. 5.2
Kansen voor het Turks-Nederlandse ondernemerschap
Wanneer trends en ontwikkelingen van de afgelopen jaren zich niet zouden voortzetten in de toekomst, kunnen kansen en bedreigingen voor het Turks-Nederlandse ondernemerschap een indicatie geven
73
van mogelijke veranderingen van de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in de toekomst. Wanneer het de tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers lukt om een break-out strategy aan te houden, zal dit de ontwikkeling en groei van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland stimuleren. Tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers zullen zich ook op de autochtone bevolking richten met betrekking tot het werven van kapitaal, werknemers en de vraag naar producten en diensten. Het hebben van een break-out strategy vormt voor TurksNederlandse ondernemers een kans voor groei van het Turks-Nederlandse ondernemerschap. Ook de opkomende economie in Turkije kan gezien worden als een kans voor Turks-Nederlandse ondernemers. Turks-Nederlandse ondernemers kunnen doordat zij kennis hebben van zowel het land van herkomst als Nederland, voordeel ondervinden van handelsrelaties met Turkije. Doordat Turkije aantrekkelijker wordt om mee samen te werken, kan de afzet en toeleverantie uit Turkije worden vergroot. Een voorbeeld hiervan is de sector groothandel, detailhandel & reparatie, welke baat kan hebben bij een vergrootte toeleverantie en afzet tussen Turkije en Nederland. De sector groothandel, detailhandel & reparatie is hiervoor geschikt, aangezien in deze sector het veelal gaat om producten die gemakkelijk geïmporteerd of geëxporteerd kunnen worden. De bevolking in Turkije is veelal goed opgeleid en relatief jong. Het is daarom interessant voor ondernemers in Nederland te investeren in Turkije. Ook in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening zijn er mogelijkheden voor samenwerking met Turkije wanneer het gaat om hoogopgeleide Turken. In de klasse automatiseringsdiensten wordt hier door onder andere Triodor International al gebruik van gemaakt. “De kracht van Istanbul is de aanwezigheid en beschikbaarheid van goed opgeleide mensen, die loyaal zijn, met een goede arbeidsethos werken en een hoge technologische kennis hebben. Het internationaal werken staat hoog aangeschreven bij deze mensen” (Triodor International, 2009). Het Ministerie van Economische Zaken (EVD, 2008) meldt dat Turkije directe investeringen door buitenlandse midden- en kleinbedrijven wil stimuleren. Van 5.000 buitenlandse bedrijven die investeerden in Turkije in 2002 is dit aantal gestegen naar 17.500 investeerders in 2007. Sectoren die voor investeerders interessant zijn in Turkije zijn de automobielindustrie, elektrische huishoudelijke apparaten en de voedingsmiddelen- en elektronica-industrie. Daarnaast is de groeiende interesse in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening niet alleen te zien in Nederland, maar ook onder ondernemers in Turkije. Er zijn echter ook een aantal aspecten waar buitenlandse investeerders rekening mee moeten houden, wanneer zij gaan investeren in Turkije. Mogelijke problemen waar ondernemers mee te maken
74
krijgen in Turkije zijn de bureaucratische traagheid, slechte informatievoorziening en het feit dat in Turkije een netwerkmaatschappij belangrijk is, waarbij veel aandacht is voor het opbouwen van persoonlijke relaties (Bizz, 2006). Turks-Nederlandse ondernemers hebben hierbij een voorsprong op autochtone ondernemers, aangezien zij de taal, cultuur en regelgeving van Turkije beter kennen. De Turks-Nederlandse ondernemers zijn de argonauten van Nederland wanneer het gaat om investeringen in Turkije door ondernemers in Nederland. Tevens kan de mogelijke toetreding van Turkije bij de Europese Unie in de toekomst verandering brengen in de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland. De mogelijke toetreding van Turkije bij de Europese Unie brengt met zich mee dat de Turkse overheid het investeringsklimaat moet verbeteren. Daartoe worden handelsbarrières afgebroken en wordt er geïnvesteerd in infrastructuur, onderwijs en watervoorzieningen. Tevens is Turkije aantrekkelijk om in te investeren door een gunstige geografische ligging; Turkije is een springplank naar de Balkan, het Midden-Oosten, Noord Afrika, Centraal Azië en Rusland (Bizz, 2006). Met de groei van het Turks-Nederlandse ondernemerschap en het groeiende aantal hoger opgeleide tweede generatie Turkse Nederlanders in Nederland, kan verwacht worden dat zij de ambitie hebben om met het land van herkomst handelsrelaties te sluiten. Dit kan leiden tot een verdere groei van het Turks-Nederlandse ondernemerschap, waar zowel Nederland als Turkije van kan profiteren. Bovengenoemde kansen voor het Turks-Nederlandse ondernemerschap kunnen een positieve invloed hebben op de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie. Naast genoemde trends in de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap, kan het benutten van de kansen voor het TurksNederlandse ondernemerschap ertoe leiden dat de potentie van het Turks-Nederlandse ondernemerschap beter wordt benut.
75
76
6
Conclusie
In de voorgaande hoofdstukken is de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie over de periode 1989 tot en met 2009 beschreven. Allereerst is er gekeken naar de wetenschappelijke literatuur met betrekking tot het TurksNederlandse ondernemerschap. Daarna is de bijdrage van het TurksNederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie onderzocht met betrekking tot de ontwikkeling van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen, de ontwikkeling van de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers en het aantal werknemers van een Turks-Nederlandse onderneming. Ten slotte is gekeken naar het toekomstperspectief van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland. Sinds de migratie van Turken naar Nederland en de start van het Turks-Nederlandse ondernemerschap is veel veranderd: van migranten uit Turkije die gedwongen werden tot ondernemerschap tot tweede generatie Turkse Nederlanders die juist kiezen voor het ondernemerschap omdat zij kansen hiertoe zien. Het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen is sterk gegroeid de afgelopen jaren. Tevens wordt verwacht dat het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen verder zal groeien, op basis van kansen voor het Turks-Nederlandse ondernemerschap en de opkomst van tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers. In vergelijking met andere niet-westerse allochtone bevolkingsgroepen en autochtonen in Nederland, worden Turkse Nederlanders vaker ondernemer. Hierdoor voorzien zij zichzelf van werk en inkomen. Dit heeft niet alleen een positieve invloed op de ondernemer zelf, maar geeft ook kansen voor hun kinderen in het onderwijs en werk. Het groeiende aantal Turks-Nederlandse ondernemers leidt tot de creatie van werkgelegenheid onder de Turks-Nederlandse bevolking. Tevens, wanneer deze Turks-Nederlandse ondernemers ook werknemers in dienst nemen uit zowel de Turks-Nederlandse als de autochtone bevolking, creëren zij werkgelegenheid voor beide bevolkingsgroepen in Nederland. Turks-Nederlandse ondernemingen hebben op basis van dit onderzoek voor 53.167 personen werk gecreëerd in 2009. Turks-Nederlandse ondernemers kunnen daarnaast een bijdrage leveren aan de integratie in de Nederlandse samenleving van de Turks-Nederlandse bevolking in Nederland door hen werk te bieden. Wanneer een onderneming bestaat uit zowel Turkse Nederlanders als autochtonen, helpt dit de Turks-Nederlandse bevolking met integratie in de Nederlandse samenleving. Tweede generatie TurksNederlandse ondernemers zullen zich meer richten op de autochtone bevolking dan de eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers, voor zowel het werven van personeel en kapitaal als de vraag naar
77
hun producten. Ook draagt de groei van het aantal Turks-Nederlandse ondernemingen bij aan de economische groei in wijken waar veel allochtonen wonen. De branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers is in de periode van 1989 tot 2009 aanzienlijk veranderd. Ten eerste zijn steeds minder Turks-Nederlandse ondernemers actief in de sector horeca. Ten tweede zijn steeds meer Turks-Nederlandse ondernemers actief in de sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening en bouw; de branchespreiding begint meer te lijken op die van autochtone ondernemers. Ten derde is de sector groothandel, detailhandel & reparatie sinds de start van het Turks-Nederlandse ondernemerschap nog steeds één van de grootste sectoren onder Turks-Nederlandse ondernemers, maar in aandeel licht gedaald. Turks-Nederlandse ondernemers zijn zich gaan richten op nieuwe sectoren, doordat voornamelijk in de sector horeca de concurrentie groot is. In de loop der jaren zijn Turks-Nederlandse ondernemers zich gaan richten op meer verschillende sectoren. Doordat vooral tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers zich steeds meer zijn gaan richten op hoogwaardige diensten, hebben eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers hier profijt van. Eerste generatie Turks-Nederlandse ondernemers die van oudsher actief zijn in sector horeca kunnen op deze manier gebruik maken van tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemingen in de hoogwaardige dienstverlening, met als voordeel dat deze ondernemers kennis hebben van de Turkse omgangsvormen. Wanneer de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers steeds meer op die van autochtone ondernemers gaat lijken en zij steeds meer actief worden in sectoren waar veel autochtone ondernemers aanwezig zijn, zullen Turks-Nederlandse ondernemers gebruik kunnen maken van de autochtone bevolking door hen in dienst te nemen. Als gevolg hiervan zullen de Turks-Nederlandse werknemers in dienst beter integreren en leren van autochtone werknemers en wordt werkgelegenheid gecreëerd voor de autochtone bevolking. “Ondernemers hebben vernieuwing in de Nederlandse economie gebracht” (Van den Tillaart, 2007, p 15). Turks-Nederlandse ondernemers hebben voorzien in de behoeften van de Turks-Nederlandse bevolking en andere allochtonen in Nederland. Tevens hebben zij bijgedragen aan de diversiteit van ondernemingen in Nederland, door het leveren van nieuwe producten en diensten. Deze producten werden hiervoor niet aangeboden door autochtone ondernemers. Ook autochtonen waarderen de producten van Turks-Nederlandse ondernemers. Doordat Turks-Nederlandse ondernemers veelal lage personeelskosten hebben omdat zij gebruik maken van het informele sociale netwerk van familie en vrienden, zijn prijzen van producten van TurksNederlandse ondernemers veelal laag. Door de hevige concurrentie in
78
markten waar Turks-Nederlandse ondernemers actief zijn, zullen ondernemers die minder efficiënt en innovatief zijn uit de markt gedreven worden. De Turks-Nederlandse ondernemingen die overblijven dragen bij aan een verbetering van de kwaliteit van bedrijven in Nederland. Meer innovatieve Turks-Nederlandse ondernemingen hebben zich bijvoorbeeld gedifferentieerd van andere Turks-Nederlandse ondernemingen door ook autochtone producten aan te bieden. De consument, zowel de Turks-Nederlandse bevolking als de autochtone bevolking, profiteert hiervan en dit draagt bij aan de economische groei in Nederland (Amsterdam Center for Entrepreneurship, 2008). Tevens kunnen Nederland en Turkije profiteren wanneer Turks-Nederlandse ondernemers handelsrelaties aangaan met Turkije en investeren in het land van herkomst, deze gebruiken voor afzet en toeleverantie, en zo de economische groei stimuleren. Turkije wordt steeds aantrekkelijker om in te investeren en dit is gunstig voor Turks-Nederlandse ondernemers in Nederland. Veel tweede generatie allochtone ondernemers hebben kennis en toegang tot het land van herkomst die autochtone ondernemers veelal niet hebben; zij vervullen daarom een brugfunctie. Geconcludeerd kan worden dat het vooral de tweede generatie TurksNederlandse ondernemers is die de toekomst van het Turks-Nederlandse ondernemerschap verder zal bepalen. Hoewel zij nu nog in de minderheid zijn, groeit het aantal tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers. Een beter opleidingsniveau en een externe oriëntatie, die ook gericht is op de autochtone bevolking, moeten zorgen voor verdere groei van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers, branchekeuze voor hoogwaardige diensten en een verdere bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie. Er is steeds meer aandacht gekomen voor het etnische ondernemerschap. Onderzoek naar etnisch ondernemerschap heeft haar vruchten afgeworpen. Er zijn echter nog voldoende aspecten van het etnische ondernemerschap die nog onvoldoende onderzocht zijn. Daarvoor zijn nieuwe initiatieven nodig die dit in gang zetten. Het blijven monitoren van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland is een goede basis voor het volgen van de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap. In dit onderzoek is de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland en daarmee de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie onderzocht. Dit onderzoek geeft meer inzicht in het Turks-Nederlandse ondernemerschap voor een periode van twintig jaar. Doordat over een lange periode onderzoek is gedaan, kunnen trends en ontwikkelingen in het Turks-Nederlandse ondernemerschap blootgelegd worden. Dit onderzoek kan helpen bij het beter benutten
79
van de potentie van Turks-Nederlandse ondernemers en het stimuleren van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland door de overheid en andere belangstellende organisaties.
80
Literatuurlijst •
•
•
•
• •
•
•
•
•
•
Amsterdam Center for Entrepreneurship. (2008). Hoe beïnvloedt ondernemerschap economische groei? Opgehaald 7 augustus, 2009, van http://www.fee.uva.nl/template/downloadAsset.cfm?objectid=A65A0E9D-1321-B0BE-68FA80258207EE91 Arends-Tóth, J., & Vijver, F. J. R. van de (2004). Domains and dimensions in acculturation: Implicit theories of Turkish-Dutch. International journal of intercultural relations, 28, 19-25. Baycan-Levent, T., Nijkamp, P., & Sahin, M. (2007). New orientations in ethnic entrepreneurship: motivation, goals and strategies of new generation ethnic entrepreneurs. 7th International conference on diversity in organizations, communities and nations. Baycan-Levent, T., Nijkamp, P., & Sahin, M. (2009). The urban growth potential of secondgeneration migrant entrepreneurs. Tinbergen Institute discussion paper, 26. Bizz. (2006). Turkije. Opgehaald 6 augustus, 2009, van http://www.bizz.nl/650-turkije.html Blauw, B. de (2007). Draaiend vlees verdrijft shoarma. Opgehaald 25 juli, 2009, van http://www.ad.nl/economie/1599218/Draaiend_vlees_verdrijft_shoarma.html Boland, C. (2007). Interview met internetondernemer Atilla Aytekin. Opgehaald 25 februari, 2009, van http://starters.intermediair.nl/artikel.jsp?id=666325 Centraal Bureau voor de Statistiek. (2009a). Bevolking; kerncijfers naar diverse kenmerken. Opgehaald 1 mei, 2009, van http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37296 ned&D1=25,27,30,34,36,38,42,44,46,50&D2=0,10,20,30,40,50,5 8-59&HDR=G1&STB=T&VW=T Centraal Bureau voor de Statistiek. (2009b). Ondernemers en hun loon/winst. Opgehaald 1 mei, 2009, van http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=70968NED&D1=0-2,57&D2=0&D3=0&D4=0&D5=0&D6=a&VW=T Centraal Bureau voor de Statistiek. (2009c). Beroepsbevolking; geslacht, 1996-2009. Opgehaald 18 mei, 2009, van http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=60035 ned&D1=4-10,17-20&D2=a&D3=a&D4=0,5-6&D5=4,(l-1)l&VW=T Centraal Bureau voor de Statistiek. (2009d). Bevolking; generatie, geslacht, leeftijd en Herkomst-groepering. Opgehaald 29 juni, 2009, van http://statline.cbs.nl/StatWeb/selection/?VW=D&DM=SLNL&PA=37325&D1=0&D2=a&D3=0&D4=0&D5=2 32&D6=9- 13&HDR=T,G2,G3,G1&STB=G4,G5
81
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
82
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2009e). Geslaagden voortgezet, beroeps- en hoger onderwijs per woongemeente. Opgehaald 2 juli, 2009, van http://statline.cbs.nl/StatWeb/selection/?VW==T&DM=SLNL&PA=71493NED&D1=0&D2=0&D3= 0&D4=a&D5=0&D6=0,23,175,409,476&D7=6&HDR=T,G6,G2,G1, G4,G5&STB=G3 Centraal Bureau voor de Statistiek. (2009f). SBI ’93 – Standaard Bedrijfsindeling 1993. Opgehaald 5 juli, 2009, van http://www.cbs.nl/nlNL/menu/methoden/classificaties/overzicht/sbi/sbi1993/default.htm Choenni, A. (1997). Veelsoortig assortiment. Allochtoon ondernemerschap in Amsterdam als Incorporatietraject 19651995. Amsterdam: Het Spinhuis. Çinibulak, T. (2007). Döner kebab verdringt shoarma. Opgehaald 25 juli, 2009, van http://www.ad.nl/archive/?service=archive&articleID=2326543 Dana, L., & Morris, M. (2007). Towards a synthesis: a model of immigrant and ethnic Entrepreneurship. [Elektronische versie]. In Dana, L. P. (Ed.), Handbook of research on ethnic minority entrepreneurship (p. 803-811). Cheltenham: Edward Elgar. Distrifood. (2007). Troefmarkt met Turkse ondernemers. Opgehaald 25 juli, 2009, van http://www.distrifood.nl/web/Reportages/Foto-artikel-pagina/Troefmarkt-met-Turkseondernemers.htm EIM. (2004). Monitor Etnisch Ondernemerschap 2004. Zoetermeer: EIM. Opgehaald 13 februari, 2009, van http://www.ez.nl/dsresource?objectid=81205&type=PDF EIM. (2007). Monitor Nieuw Ondernemerschap 2006. Zoetermeer: EIM. Opgehaald 13 februari, 2009, van http://www.ez.nl/dsresource?objectid=150483&type=PDF EIM. (2009a). Reeksen kerngegevens MKB (incl. Prognoses). Opgehaald 1 juli 2009, van http://data.ondernemerschap.nl/WebIntegraal/userif.aspx?SelectDataset=14&SelectSubset=41&C ountry=NL&CFID=1831589&CFTOKEN=663f55faf238ad4c0870E38C-1560-A8C6-839BCADE4C9A85C6&jsessionid=3a30abf7c8f34563f7dc EIM. (2009b). Dalende afzet zakelijke dienstverlening 2009. Opgehaald 30 juli, 2009, van http://www.ondernemerschap.nl/index.cfm/1,150,0,0,html/Zakelijke-dienstverlening Euwals, R., Gijsberts, M., Dagevos, J., & Roodenburg, H. (2007). Immigration, integration and the labour market: Turkish immigrants in Germany and the Netherlands. IZA discussion paper, 2677. EVD. (2008). Turkije: investeringen MKB gewenst. Opgehaald 15 juli, 2009, van http://www.evd.nl/zoeken/showbouwsteen.asp?bstnum=206734&location=&highlight=turkije
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • • • •
Foodexpress. (2007a). Stille revolutie in de shoarmabranche. Met Turken en Marokkanen komt ook döner-kebab. Opgehaald 25 juli, 2009, van http://www.foodexpress.info/~foodexpressupl/pdfs/ FoodExpress11.pdf Foodexpress. (2007b). Van shoarma tot döner. Opgehaald 25 juli, 2009, van http://www.foodexpress.info/~foodexpressupl/pdfs/FoodExpress11.pdf Fregetto, E. (2004). Immigrant and ethnic entrepreneurship: a U.S. perspective. [Elektronische versie]. In Welsch, H. P. (ed.), Entrepreneurship: The way ahead (p.253-268). New York: Rouledge. Gemeente Eindhoven & Kamer van Koophandel Oost-Brabant. (2007). Rapport: Allochtone/Turkse ondernemers in Eindhoven. Opgehaald 23 januari, 2009, van http://www.kvk.nl/regio/brabant /Images/Allochtonen%20ondernemers%20in%20Eindhoven_tcm5 6-146320.pdf Hemmer, M. (2000). Grootste Turkse super in Rotterdam. Opgehaald 25 juli, 2009, van http://www.zibb.nl/10140868/Nieuwsartikel/Grootste-Turkse-super-in-Rotterdam.htm Instituut voor Toegepaste Sociale wetenschappen. (2001). Monitor Etnisch Ondernemerschap 2000. Nijmegen: Instituut voor Toegepaste Sociale wetenschappen. [Elektronische versie]. Opgehaald 13 februari, 2009, van www.nicis.nl/kcgs/dossiers/Economie/Ondernemen/Etnischondernemerschap/5515_1015.html Intermediair. (2003). Tros-tomaten van de Turkse supermarket. Opgehaald 25 juli, 2009, van http://www.agf.nl/nieuwsbericht_detail.asp?id=2322 Kamer van Koophandel. (2009a). Turkse ondernemers 2005 – Nederland – naar etniciteit. Ontvangen 4 mei, 2009. Kamer van Koophandel. (2009b). Turkse ondernemers 2006 – Nederland – naar etniciteit. Ontvangen 4 mei, 2009. Kamer van Koophandel. (2009c). Turkse ondernemers 2007 – Nederland – naar etniciteit. Ontvangen 4 mei, 2009. Kamer van Koophandel. (2009d). Turkse ondernemers 2008 – Nederland – naar etniciteit. Ontvangen 4 mei, 2009. Kamer van Koophandel. (2009e). Turkse ondernemers 2009 – Nederland – naar etniciteit. Ontvangen 4 mei, 2009. Kamer van Koophandel. (2009f). Starters naar grootteklasse. Ontvangen 4 juni, 2009. Kamer van Koophandel. (2009g). 2000 starters – Nederland – naar ethniciteit. Ontvangen 6 juni, 2009. Kamer van Koophandel. (2009h). 2001 starters – Nederland – naar ethniciteit. Ontvangen 6 juni, 2009.
83
• • • • • • • •
•
•
•
•
•
•
•
84
Kamer van Koophandel. (2009i). 2002 starters – Nederland – naar ethniciteit. Ontvangen 6 juni, 2009. Kamer van Koophandel. (2009j). 2003 starters – Nederland – naar ethniciteit. Ontvangen 6 juni, 2009. Kamer van Koophandel. (2009k). 2004 starters – Nederland – naar ethniciteit. Ontvangen 6 juni, 2009. Kamer van Koophandel. (2009l). 2005 starters – Nederland – naar ethniciteit. Ontvangen 6 juni, 2009. Kamer van Koophandel. (2009m). 2006 starters – Nederland – naar ethniciteit. Ontvangen 6 juni, 2009. Kamer van Koophandel. (2009n). 2007 starters – Nederland – naar ethniciteit. Ontvangen 6 juni, 2009. Kamer van Koophandel. (2009o). 2008 starters – Nederland – naar ethniciteit. Ontvangen 6 juni, 2009. Kiliçarslan, M. (2004). Turk zoekt werk. Opgehaald 25 juli, 2009, van http://www.spunk.nl/index.php?nav=51&intArticleId2=1103538477781 Kloosterman, R., Van der Leun, J., & Rath, J. (1999). Mixed embeddedness: (In)formal economic activities and immigrant businesses in the Netherlands. International journal of urban and regional research, p. 253-267. Kluwer. (2008). Aantal ondernemers stijgt. Opgehaald 25 juli, 2009, van http://www.deondernemer.nl/artikel/666449/Aantal_ondernemers_stijgt Masurel, E., & Nijkamp, P. (2003). Allochtoon ondernemerschap. In Risseeuw, P., & Thurik, A.R. (Eds.), Handboek voor ondernemers en adviseurs: economie en management van het midden- en kleinbedrijf (p. 207-216). Deventer: Kluwer. Masurel, E., Nijkamp, P., & Vindigni, G. (2004). Breeding places for ethnic entrepreneurs: a comparative marketing approach. Entrepreneurship & regional development, 16, 77-86. Ministerie van Economische Zaken. (2004). Opzet speech Seminar Nieuwe Ondernemers. Opgehaald 25 februari, 2009, van http://www.ez.nl/Actueel/Toespraken/Archief/Toespraken_Ministe r_en_Staatssecretaris_2004/Toespraken_staatssecretaris_Van_Ge nnip_2004/Congres_Het_Nieuwe_Ondernemen Ministerie van Economische Zaken, Ministerie van Justitie, Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport, Ministerie van Onderwijs Cultuur & Wetenschappen, VNO-NCW & MKB Nederland. (2005). Actieplan ‘Nieuw ondernemerschap’: Kansen benutten. Opgehaald 2 mei, 2009, van http://www.ez.nl/dsresource?objectid=105145&type=PDF Ministerie van Economische Zaken. (2006). Iftar diner HOGIAF. Opgehaald 2 mei, 2009, van
•
•
•
• • •
•
•
•
•
•
•
•
http://www.ez.nl/Actueel/Toespraken/Archief/Toespraken_staatss ecretaris_Van_Gennip_2006/Iftar_diner_HOGIAF Personeelsnet. (2004). Outsourcing brengt herstel zakelijke dienstverlening. Opgehaald 30 juli, 2009, van http://www.personeelsnet.nl/dossier.php?Id=1529&waar=9 Rath, J., & Kloosterman, R. (2000). Outsiders’ Business: A critical review of research on immigrant entrepreneurship. International migration review, 34, 657-681. Sahin, M., Nijkamp, P., & Baycan-Levent, T. (2007). Migrant entrepreneurship from the perspective of cultural diversity [Elektronische versie]. In Dana, L. P. (Ed.), Handbook of research on ethnic minority entrepreneurship (p. 99-113). Cheltenham: Edward Elgar. Saxenian, A. (2006). The new argonauts: regional advantage in a global economy. London: Harvard University Press Cambridge. Sociaal Economische Raad. (1998). Etnisch ondernemerschap. Den Haag: Sociaal Economische Raad. Tillaart, H. J. M. van den. (2007). Etnisch ondernemerschap in Nederland: ontwikkelingen en perspectieven. Migrantenstudies, 23(2), 76-98. Tillaart, H. J. M. van den, & Poutsma, E. (1998). Een factor van betekenis. Zelfstandig ondernemerschap van allochtonen in Nederland. Nijmegen: Instituut voor Toegepaste Sociale wetensschappen. Tillaart, H. J. M. van den, & Reubsaet, T. J. M. (1988). Etnische ondernemers in Nederland. Nijmegen: Instituut voor Toegepaste Sociale wetenschappen. Triodor International. (2009). Organisations. Opgehaald 25 augustus, 2009, van http://www.triodor.nl/Default.aspx?id=15484&mid=44560 Volery, T. (2007). Ethnic entrepreneurship: a theoretical framework. [Elektronische versie]. In Dana, L. P. (Ed.), Handbook of research on ethnic minority entrepreneurship (p. 30-41). Cheltenham: Edward Elgar. Volkskrant. (2002). Aantal beginnende ondernemers daalt. Opgehaald 30 juli, 2009, van http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article928709.ece/Aantal _beginnende_ondernemers_daalt Ziel, A. van der. (2002). Turkse ondernemers. De Turken komen. Opgehaald 6 februari, 2009, van http://archief.fembusiness.nl/2002/08/31/nummer-35/Turkseondernemers-De-Turkenkomen.htm Zweers, A. (2006). Turkse trots. Opgehaald 6 februari, 2009, van http://www.sprout.nl/ artikel.jsp?id=240195
85
86
Bijlagen 1. Ontwikkeling van het geregistreerde werkloosheidspercentage Turks-Nederlands/autochtoon 1996-2005 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009c)
87
2. Percentage eerste generatie ondernemingen van totale beroepsbevolking 2009 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009d, Kamer van Koophandel, 2009e)
2009
Autochtonen Niet-westerse allochtonen Turkije Marokko Suriname Nederlandse Antillen
88
Totale beroepsbevolking
Aantal ondernemingen eerste generatie
Percentage ondernemingen eerste generatie van totale beroepsbevolking
6.213.000 754.000 152.000 123.000 173.000 60.000
1.121.941 42.427 18.095 7.899 12.105 4.328
18,06% 5,63% 11,90% 6,42% 7,00% 7,21%
3. Aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen 19892009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e, Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b, Van den Tillaart & Poutsma, 1998)
Jaar
Aantal Stijging/ ondernemers/ daling Index ondernemingen per jaar 1993=100
1989
3.053
1990
3.844
25,90%
1991
4.431
15,26%
1992
5.074
14,52%
1993
5.564
9,66%
100
1994
6.034
8,45%
108
1995
6.176
2,35%
111
1996
6.614
7,11%
119
1997
6.971
5,39%
125
1999
7.300
2,36%
131
2000
8.100
10,96%
146
2001
9.700
19,75%
174
2002
9.900
2,06%
178
2003
10.400
5,05%
187
2004
10.100
-2,88%
182
2005
13.361
32,29%
240
2006
14.238
6,56%
256
2007
15.273
7,27%
275
2008
16.789
9,93%
302
2009
18.095
7,78%
325
89
4. Aantal autochtone ondernemers/ondernemingen 1993-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e, Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b, EIM, 2009a) autochtoon
90
Jaar
Aantal ondernemers/ ondernemingen
Stijging/ daling per jaar
1993
604.102
1994
602.241
-0,31%
100
1995
618.731
2,74%
102
1996
639.135
3,30%
106
1997
671.766
5,11%
111
1999
822.300
11,20%
136
2000
843.100
2,53%
140
2001
849.100
0,71%
141
2002
845.700
-0,40%
140
2003
845.200
-0,06%
140
2004
824.700
-2,43%
137
2005
926.014
12,28%
153
2006
960.427
3,72%
159
2007
1.010.815
5,25%
167
2008
1.072.545
6,11%
178
2009
1.121.941
4,61%
186
Index 1993=100 100
5. Procentuele stijging/daling van het aantal autochtone en Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen 1994-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e, Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b, Van den Tillaart & Poutsma, 1998, EIM, 2009a)
91
6. Ontwikkeling van het aantal niet-westerse allochtone ondernemers/ondernemingen 1999-2005 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b)
92
7. Aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen naar generatie 1999-2005 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b) Eerste
Totaal Jaar
generatie
TurksNederlandse ondernemers
Tweede
% eerste generatie van
TurksNederlandse ondernemers
totaal ondernemers
% tweede
generatie
generatie van
Turks-
totaal
Nederlandse ondernemers
ondernemers
1999
7.900
7.200
91,14%
800
10,13%
2000
9.300
8.200
88,17%
1.000
10,75%
2001
11.000
9.600
87,27%
1.300
11,82%
2002
11.500
10.000
86,96%
1.500
13,04%
2003
12.000
10.300
85,83%
1.700
14,17%
2004
12.000
10.100
84,17%
1.900
15,83%
2005
12.200
10.200
83,61%
2.000
16,39%
93
8. Percentage eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers van totale bevolking 1999-2005 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009a, 2009b)
94
Jaar
Aantal eerste generatie TurksNederlandse ondernemers
Eerste generatie TurksNederlandse bevolking
% eerste generatie ondernemers van bevolking
Aantal tweede generatie TurksNederlandse ondernemers
Tweede generatie TurksNederlandse bevolking
% tweede generatie ondernemers van bevolking
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005
7.200 8.200 9.600 10.000 10.300 10.100 10.200
175.229 177.754 181.595 185.943 190.219 194.319 195.678
4,11% 4,61% 5,29% 5,38% 5,41% 5,20% 5,21%
800 1.000 1.300 1.500 1.700 1.900 2.000
124.433 131.136 138.005 144.766 151.181 157.329 163.168
0,64% 0,76% 0,94% 1,04% 1,12% 1,21% 1,23%
9. Onderwijsniveau geslaagden van de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking 1999-2006 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009e) 1999 /'00 Totaal hoger beroepsonderwijs Totaal wetenschappelijk onderwijs Totaal hoger beroepsonderwijs Totaal wetenschappelijk onderwijs
Turks190 Nederlands eerste generatie Turks150 Nederlands tweede generatie
2000 /'01
2001 /'02
2002 /'03
2003 /'04
2004 /'05
2005 /'06
2006 /'07
180
210
210
240
220
230
250
10
20
30
40
50
340
450
430
570
640
10
40
90
110
170
0 220 0
280
95
10. Leeftijd van de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking 2009 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009a)
62.740 71.653 67.461 73.306 57.523 22.881 17.425 7.143 657
Eerste generatie TurksNederlandse bevolking 1.358 5.601 25.589 58.545 56.756 22.848 17.400 7.127 647
Tweede generatie % van alle Turksleeftijden Nederlandse bevolking 0,69% 61.382 2,86% 66.052 13,06% 41.872 29,88% 14.761 28,97% 767 11,66% 33 8,88% 25 3,64% 16 0,33% 10
52
52
0,03%
0
0,00%
380.841
195.923
100,00%
184.918
100,00%
Totaal
0 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 tot 30 jaar 30 tot 40 jaar 40 tot 50 jaar 50 tot 60 jaar 60 tot 70 jaar 70 tot 80 jaar 80 tot 90 jaar 90 jaar of ouder Totale bevolking (alle leeftijden)
96
% van alle leeftijden 33,19% 35,72% 22,64% 7,98% 0,41% 0,02% 0,01% 0,01% 0,01%
11. Procentuele stijging/daling van het aantal startende ondernemingen per jaar Turks-Nederlands/autochtoon 2000-2008 (Kamer van Koophandel, 2009g, 2009h, 2009i, 2009j, 2009k, 2009l, 2009m, 2009n, 2009o)
97
12. Herindeling sectoren op SBI-code (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009f) Centraal Bureau voor de Statistiek 01-05 Landbouw, bosbouw en visserij 10-14 Delfstoffenwinning 15-37 Industrie
Van den Tillaart en EIM Poutsma KVK14_01 Landbouw en visserij 1 landbouw/bosbouw 6 landbouw 01-05 KVK14_02 Industrie 10-37 2 industrie 11 delfstoffenwinning 16 voedingsen genotmiddelenindustrie 21 metaalindustrie 26 chemische, rubber-, kunststofindustrie 31 overige industrie 45 Bouwnijverheid KVK14_03 Bouw 452-455 3 bouwnijverheid 41 bouw 50-52 Handel en reparatie KVK14_04 Groothandel 501-504, 4 handel in 46 autosector 51 auto's/motorfietsen, reparatie KVK14_05 Detailhandel 50, 52 5 groothandel 51 groothandel 6 detailhandel 56 detailhandel 55 Horeca KVK14_06 Horeca 551-555 7 horeca 61 horeca 60-64 Vervoer, opslag en KVK14_07 Vervoer 60-64 8 vervoer 66 transportsector communicatie 71 communicatie 65-67 Financiële instellingen KVK14_08 Financiën 65-67 9 financiële diensten 76 financiele dienstverlening
98
Kamer van Koophandel
70-74 Onroer.goed, zakelijke KVK14_10 Facilitaire diensten 90, dienstv. 71-73, 743-748 KVK14_09 Adviesdiensten 741744 KVK14_13 Zakelijk beheer 6523, 67131,7012, 702042, 2032, 7415 KVK14_11 Persoonlijke diensten 70, 92, 930 40-41 Openbare KVK14_12 Algemene diensten 40, voorzieningsbedrijven 41, 75, 80, 85, 91 75 Openbaar bestuur, soc. verzekeringen 80 Onderwijs 85 Gezondheidsen welzijnszorg 90-99 Milieu, cultuur, recr, ov dienstv. Onbekend KVK14_14 overig
10 verhuur
81 verhuur en exploitatie van onroerend goed zakelijke 86 zakelijke dienstverlening
11 overige dienstverlening 12 persoonlijke dienstverlening
36 nutsbedrijven 91 overige dienstverlening 96 zorg 101 overheid
99
13. Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 1989-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e, Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b, Van den Tillaart & Poutsma, 1998) Turks1989 Nederlands 1. Landbouw, 93 bosbouw & visserij 2. Delfstoffenwinning 432 & industrie 3. Bouw
0
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1999
152
226
308
337
299
312
327
414
500
533
588
615
618
597
499
524
552
600
38
45
51
56
119
125
131
207
200
4. Groothandel, detailhandel & 956 reparatie
1.218
1.492
1.743
1.967
2.151
2.308
2.423
2.554
2.300
5. Horeca
1.370
1.492
1.640
1.742
1.852
1.871
1.834
1.864
1.900
76
90
103
112
179
187
262
276
300
38
45
51
56
60
62
131
138
100
419
452
564
674
777
811
982
966
700
1.172
6. Vervoer, opslag 62 & communicatie 7. Financiële 31 dienstverlening 8. Onroerend goed & zakelijke 308 dienstverlening 9. Algemene diensten Totaal
100
1990
3.053 3.844 4.431 5.074
600 5.564
6.034
6.176
6.614
6.971
7.200
Turks2000 Nederlands 1. Landbouw, 500 bosbouw & visserij 2. Delfstoffenwinning 600 & industrie 3. Bouw
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
600
500
500
500
556
587
629
766
875
700
700
700
600
845
893
938
1.026
1.073
600
600
700
700
891
1.076
1.413
1.992
2.482
4. Groothandel, detailhandel & 2.500 reparatie
2.800
2.900
3.100
3.100
4.226
4.454
4.701
4.782
4.903
5. Horeca
2.000
2.200
2.200
2.300
2.200
2.508
2.596
2.593
2.569
2.603
300
500
500
600
600
786
863
964
1.109
1.206
100
100
100
100
100
107
123
112
116
119
1.000
1.500
1.600
1.500
1.400
3.014
3.164
3.402
3.847
4.190
600
600
700
800
800
424
481
519
576
643
6. Vervoer, opslag & communicatie 7. Financiële dienstverlening 8. Onroerend goed & zakelijke dienstverlening 9. Algemene diensten Totaal
400
2001
8.000 9.600 9.800 10.300 10.000 13.357 14.237 15.271 16.783 18.094
101
14. Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 1989 (Van den Tillaart & Poutsma, 1998)
102
15. Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers 2004 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b)
103
16. Branchespreiding autochtone ondernemers 1993-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e, Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b, EIM, 2009a autochtoon
1993
1. Landbouw, bosbouw & 118.375 visserij 2. Delfstoffenwinning 44.026 & industrie 3. Bouw
1996
1997
1999
2000
2001
115.820
110.864
112.262
109.905
148.300
142.200
134.800
42.998
44.385
45.126
47.419
46.700
47.400
46.800
43.419
47.936
50.956
57.953
71.200
77.400
82.300
148.293
152.670
156.212
163.077
185.800
184.600
180.400
5. Horeca
38.153
37.318
37.547
38.100
39.522
40.900
40.300
40.300
22.253
22.164
22.787
23.647
25.341
32.600
37.000
37.900
11.559
11.518
11.933
12.228
15.097
18.200
18.900
19.900
85.782
87.721
95.366
103.138
110.376
131.100
140.800
145.300
100.080
101.243
104.693
106.675
110.874
122.500
127.200
128.400
815.800
816.100
Totaal
104
1995
4. Groothandel, detailhandel & 151.305 reparatie 6. Vervoer, opslag & communicatie 7. Financiële dienstverlening 8. Onroerend goed & zakelijke dienstverlening 9. Algemene diensten
41.319
1994
612.852 610.494 628.181 648.344 679.564 797.300
autochtoon
2002
1. Landbouw, bosbouw & 129.000 visserij 2. Delfstoffenwinning 45.800 & industrie 3. Bouw
2004
2005
2006
2007
2008
2009
125.600
120.900
39.379
40.212
41.370
42.535
43.804
44.800
43.200
52.514
52.360
52.891
53.491
53.743
84.400
83.900
92.799
97.426
105.340
115.886
121.422
4. Groothandel, detailhandel & 175.400 reparatie
173.100
169.300
211.256
212.917
215.787
214.431
213.197
5. Horeca
39.300
38.200
36.700
43.202
43.291
43.164
42.590
42.580
37.600
36.100
34.500
35.144
35.394
35.973
36.344
36.539
20.900
22.300
22.300
17.557
17.968
18.629
18.623
18.759
146.500
150.600
148.000
405.276
429.380
462.526
506.258
540.572
129.600
130.400
128.300
28.629
31.340
34.945
42.155
51.228
6. Vervoer, opslag & communicatie 7. Financiële dienstverlening 8. Onroerend goed & zakelijke dienstverlening 9. Algemene diensten Totaal
84.000
2003
808.100 805.500 787.100 925.756 960.288 1.010.625 1.072.313 1.121.844
105
17. Branchespreiding autochtone ondernemers 1993 (EIM, 2009a)
106
18. Branchespreiding autochtone ondernemers 1999 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b)
107
19. Branchespreiding autochtone ondernemers 2009 (Kamer van Koophandel, 2009e)
108
20. Branchespreiding eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers 1999-2005 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b) Turks-Nederlands eerste generatie
Turks-Nederlands tweede generatie
Sector 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 1. Landbouw, bosbouw & 500 500 600 500 500 500 500 0 0 0 0 0 0 0 visserij 2. Delfstoffenwinning 600 600 700 700 700 600 600 0 0 100 100 100 100 100 & industrie 200 400 600 600 700 700 700 0 3. Bouw 4. Groothandel, detailhandel & 2.300 2.500 2.800 2.900 3.100 3.100 3.100 300 reparatie 5. Horeca 6. Vervoer, opslag & communicatie 7. Financiële dienstverlening 8. Onroerend goed & zakelijke dienstverlening 9. Algemene diensten
100
100
100
100
100
100
300
400
400
500
600
600
1.900 2.000 2.200 2.200 2.300 2.200 2.100 200
200
300
300
300
300
300
300
300
500
500
600
600
600
100
100
100
200
200
200
200
100
100
100
100
100
100
100
0
0
0
0
0
0
0
700
1.000 1.500 1.600 1.500 1.400 1.400 100
200
200
300
300
300
300
600
600
100
100
200
200
200
200
600
700
800
800
900
0
109
21. Branchespreiding eerste en tweede generatie ondernemers Marokko/Suriname/Nederlandse Antillen 19992005 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b) Marokko eerste generatie Marokko tweede generatie 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 1. Landbouw, bosbouw & visserij 2. Delfstoffenwinning & industrie 3. Bouw 4. Groothandel, detailhandel & reparatie 5. Horeca 6. Vervoer, opslag & communicatie 7. Financiële dienstverlening 8. Onroerend goed & zakelijke dienstverlening 9. Algemene diensten
110
100
100
100
100
100
100
100
0
0
0
0
0
0
0
100
100
100
100
100
100
100
0
0
0
0
0
0
0
100
100
200
200
300
300
300
0
0
0
0
0
0
0
900
1.000 1.100 1.100 1.300 1.300 1.300 100
100
100
100
200
200
200
700
700
800
800
800
800
700
0
0
100
100
100
100
100
100
200
300
400
400
400
400
0
0
100
100
100
100
100
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
200
300
400
500
500
500
500
0
100
100
100
100
100
100
300
300
300
400
500
500
500
0
100
100
100
100
100
100
Suriname eerste generatie Suriname tweede generatie 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 1. Landbouw, bosbouw & visserij 2. Delfstoffenwinning & industrie 3. Bouw 4. Groothandel, detailhandel & reparatie 5. Horeca 6. Vervoer, opslag & communicatie 7. Financiële dienstverlening 8. Onroerend goed & zakelijke dienstverlening 9. Algemene diensten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
200
200
200
200
200
200
200
0
100
100
0
0
0
0
200
300
400
400
400
400
400
100
100
100
100
100
100
100
1.200 1.300 1.400 1.300 1.300 1.300 1.300 200
200
300
300
300
300
300
600
600
600
600
600
500
500
100
100
100
100
100
100
100
300
400
400
400
400
400
400
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
0
0
0
0
0
0
0
1.000 1.200 1.300 1.300 1.400 1.400 1.400 300
400
400
500
500
500
500
1.400 1.600 1.700 1.700 1.700 1.700 1.700 300
400
400
400
500
500
500
111
Nederlandse Antillen eerste generatie Nederlandse Antillen tweede generatie 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 1. Landbouw, bosbouw & visserij 2. Delfstoffenwinning & industrie 3. Bouw 4. Groothandel, detailhandel & reparatie 5. Horeca 6. Vervoer, opslag & communicatie 7. Financiële dienstverlening 8. Onroerend goed & zakelijke dienstverlening 9. Algemene diensten
112
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
100
100
100
100
100
100
100
0
0
0
0
0
0
0
100
100
200
200
200
200
200
0
100
100
100
100
100
100
200
200
200
200
200
200
200
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
300
300
400
400
300
300
400
100
200
200
200
200
200
200
300
300
300
300
400
400
500
100
100
100
200
200
200
200
22. Branchespreiding startende Turks-Nederlandse ondernemingen 2000-2008 (Kamer van Koophandel, 2009g, 2009h, 2009i, 2009j, 2009k, 2009l, 2009m, 2009n, 2009o) Turks-Nederlands
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
1. Landbouw, bosbouw & visserij
146
100
96
73
97
115
155
173
198
2. Delfstoffenwinning & industrie
85
96
103
89
71
87
117
120
125
199
248
217
168
138
269
389
521
714
480
538
525
576
606
639
626
578
577
5. Horeca
179
155
173
165
187
201
168
194
181
6. Vervoer, opslag & communicatie
106
259
93
97
138
124
144
137
181
7. Financiële dienstverlening
11
11
8
14
6
13
6
11
6
565
619
539
418
419
416
439
488
577
9. Algemene diensten
34
22
42
54
50
62
51
51
117
Totaal
1.805 2.048 1.796 1.654 1.712 1.926 2.095 2.273 2.676
3. Bouw 4. Groothandel, reparatie
8. Onroerend dienstverlening
detailhandel
goed
&
&
zakelijke
113
23. Branchespreiding startende Turks-Nederlandse ondernemingen 2000 (Kamer van Koophandel, 2009g)
114
24. Branchespreiding startende autochtone ondernemingen 2000-2008 (Kamer van Koophandel, 2009g, 2009h, 2009i, 2009j, 2009k, 2009l, 2009m, 2009n, 2009o) autochtoon
2000
1. Landbouw, bosbouw & 1.456 visserij 2. Delfstoffenwinning & 2.951 industrie 3. Bouw
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
1.497
1.359
1.136
1.315
1.635
1.850
1.975
1.893
2.347
2.053
2.029
2.393
2.656
2.917
3.139
2.924
8.593
6.700
5.402
6.628
8.841
11.594
13.392
12.210
4. Groothandel, detailhandel 10.946 & reparatie
9.971
10.140
11.396
14.162
15.611
15.692
15.197
14.711
5. Horeca
1.945
1.851
1.672
1.768
2.054
2.242
2.259
2.277
2.340
2.461
2.258
1.713
1.694
2.025
2.156
2.275
2.362
2.379
7. Financiële dienstverlening 956
731
627
630
605
638
471
486
415
8. Onroerend goed zakelijke dienstverlening
27.520
23.197
21.723
21.148
25.027
28.370
31.862
37.376
42.782
9. Algemene diensten
1.998
2.054
1.986
2.236
2.884
3.532
4.402
6.450
9.698
Totaal
59.431 52.499 47.973 47.439 57.093 65.681 73.322 82.654 89.352
6. Vervoer, communicatie
9.198
2001
opslag
&
&
115
25. Branchespreiding startende autochtone ondernemingen 2008 (Kamer van Koophandel, 2009o)
116
26. Ontwikkeling sectoren Turks-Nederlandse ondernemers 1989-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e, Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009b, Van den Tillaart & Poutsma, 1998)
117
27. Ontwikkeling sectoren autochtone ondernemers 1993-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e, Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009, 1998, EIM, 2009a)
118
28. Branchespreiding naar klasse van Turks-Nederlands en autochtone ondernemingen 2005-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e) Turks-Nederlands
Horeca
Groothandel, detailhandel & reparatie
Branche Klasse KVK55_20 Groothandel KVK55_21 Detailhandel food KVK55_22 Detailhandel non-food KVK55_23 Reparatie, postorders KVK55_24 Detailhandel auto KVK55_25 Markt- en straathandel KVK55_26 Hotels, pensions KVK55_27 Kampeer/vak. verblijven KVK55_28 Restaurants, cafetaria KVK55_29 Cafés
autochtoon
2005 2006 2007 2008 2009 2005
2006
2007
2008
2009
1.273 1.288 1.320 1.312 1.318 75.786
76.147
76.541
75.885
75.076
861
943
960
950
920
17.233
16.871
16.670
15.966
15.637
744
774
804
790
802
67.335
67.403
67.798
65.526
64.329
296
330
405
448
479
7.599
9.077
11.140
14.037
15.773
631
700
781
821
904
21.486
21.617
22.023
22.329
22.497
421
419
431
461
480
21.817
21.802
21.615
20.688
19.885
22
22
25
27
26
2.940
2.941
2.968
2.975
3.074
1
0
0
0
0
3.895
4.014
4.072
4.097
4.125
1.828 1.905 1.971 1.939 1.990 21.664
21.939
22.093
22.139
22.359
657
14.397
14.031
13.379
13.022
669
597
603
587
14.703
119
Onroerend goed & zakelijke dienstverlening 120
KVK55_35 Rechtsk-/adm.diensten KVK55_36 Economische diensten KVK55_37 Ingenieursbureaus KVK55_38 Reclamebureaus KVK55_39 Automatiseringsdiensten KVK55_40 Onderzoek/ontwikkeling KVK55_41 Verhuurbedrijven KVK55_42 Milieubedrijven KVK55_43 Schoonmaakbedrijven KVK55_44 Uitzendbureaus/beveiliging KVK55_45 Fotografie, beurzen, ov. KVK55_46 Onroerend goed KVK55_47 Cultuur, recreatie KVK55_48 Wasserij, stomerij KVK55_49 Kapper,schoonh.verz., ov.
94
116
133
152
171
22.837
23.620
25.101
26.569
28.753
132
151
178
222
243
48.195
51.795
57.106
64.999
71.292
43
57
69
90
99
21.253
21.996
23.387
25.500
27.157
59
58
57
61
73
18.790
19.417
20.317
21.364
22.409
108
120
146
183
194
27.599
30.208
33.379
37.074
39.369
3
4
3
2
5
1.499
1.620
1.799
1.993
2.160
41
44
44
44
43
6.840
7.038
7.216
7.265
7.393
2
0
3
5
7
514
511
516
494
494
274
299
319
335
384
8.458
8.595
8.799
9.165
9.324
1.074 1.001 972
1.051 1.073 6.602
7.052
7.926
9.068
9.731
171
189
197
227
253
19.512
20.825
22.904
26.085
29.139
55
59
75
77
77
9.786
10.189
10.567
10.887
11.005
88
87
105
123
135
34.898
36.801
39.632
44.073
49.190
50
50
56
59
69
1.226
1.228
1.215
1.190
1.164
316
355
409
470
529
39.573
41.716
44.459
47.203
49.119
KVK55_54 Zakelijk beheer
504
574
636
746
835
137.694 146.769 158.203 173.329 182.873
121
29. Branchespreiding naar klasse Turks-Nederlands/autochtoon Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e)
stijging/daling
2005-2009
(Kamer
Stijging/daling 2005-2009
Onroerend goed & zakelijke dienstverlening
Horeca
Groothandel, detailhandel & reparatie
Branche Klasse
122
Turks-Nederlands
autochtoon
KVK55_20 Groothandel
3,53%
-0,94%
KVK55_21 Detailhandel food
6,85%
-9,26%
KVK55_22 Detailhandel non-food
7,80%
-4,46%
KVK55_23 Reparatie, postorders
61,82%
107,57%
KVK55_24 Detailhandel auto
43,26%
4,71%
KVK55_25 Markt- en straathandel
14,01%
-8,86%
KVK55_26 Hotels, pensions
18,18%
4,56%
KVK55_27 Kampeer-/vak.verblijven
-100,00%
5,91%
KVK55_28 Restaurants, cafetaria
8,86%
3,21%
KVK55_29 Cafés
-10,65%
-11,43%
KVK55_36 Economische diensten
84,09%
47,92%
KVK55_43 Schoonmaakbedrijven
40,15%
10,24%
KVK55_44 Uitzendbureaus/beveiliging
-0,09%
47,39%
KVK55_45 Fotografie,beurzen, ov.
47,95%
49,34%
KVK55_49 Kapper, schoonh.verz., ov.
67,41%
24,12%
KVK55_54 Zakelijk beheer
65,67%
32,81%
van
30. Sector groothandel, detailhandel & reparatie naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon 20052009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e)
Code 527402 521102 501044 502053 501043 5221 526241 52221 513902 52273 51421 52621 501041 524241 51311 5261 524221 521101 51921 524831 526226 5226 524541 524412 52494
Type onderneming Ov. rep. van consumenten art. Supermarkten Reparatie personenauto's Autowasserijen Winkels gebr. personenauto's Winkels agf MH kleding Winkels vlees/vleeswaren GH vgm - alg.ass. Winkels buitenlandse eetwaren GH bovenkleding MH agf GH/TH personenauto's Winkels dames-/herenboven GH groenten/fruit Postorderbedrijven Winkels damesbovenkleding Kruideniers (bediening) Niet-gespec. GH cons. artikelen Winkels juweliersartikelen MH ov. voedingsmiddelen Winkels tabaksproducten Winkels telecommunicatie app. Winkels meubelen alg.ass Winkels computers
Turks-Nederlands 2005 2006 2007 248 271 331 237 276 302 211 230 255 167 177 193 146 171 199 154 171 165 118 113 107 143 136 145 107 115 108 122 125 117 142 144 121 78 80 84 80 75 84 81 85 96 62 64 65 17 23 39 59 58 60 59 54 54 34 35 49 51 59 56 41 41 40 30 36 39 59 54 57 40 41 32 42 44 49
2008 349 301 259 192 223 169 128 132 103 113 112 83 87 78 61 63 67 58 57 51 48 44 54 42 44
2009 377 300 287 234 226 147 130 120 107 107 104 86 85 78 68 65 63 58 56 54 49 48 48 47 41
Autochtoon 2005 2006 966 983 2.598 2.488 7.548 7.486 1.167 1.215 4.585 4.736 2.054 1.960 2.091 2.137 3.915 3.782 1.203 1.188 138 139 1.927 1.920 1.387 1.384 2.659 2.598 2.638 2.707 1.030 970 2.956 4.453 3.220 3.210 377 362 1.351 1.600 1.935 2.004 557 583 1.766 1.750 241 266 1.634 1.642 1.717 1.652
2007 1.062 2.395 7.483 1.248 5.013 1.902 2.157 3.669 1.165 153 1.913 1.361 2.590 2.776 951 6.435 3.270 344 1.713 2.071 589 1.751 256 1.706 1.564
2008 1.109 2.303 7.421 1.256 5.381 1.739 2.074 3.431 1.127 124 1.922 1.319 2.622 2.859 884 9.329 3.243 318 1.828 1.986 606 1.738 249 1.684 1.409
2009 1.149 2.200 7.458 1.274 5.519 1.662 1.942 3.350 1.091 129 1.866 1.290 2.612 2.815 877 11.043 3.218 308 1.826 1.930 607 1.715 255 1.632 1.329
123
51322 51481 51537 522411 526269 5184 526252 502042 5186 52442 524996 52444 51571 5117 52452
124
GH vlees/vleeswaren GH woningtextiel/vloerbedekking GH gespec. ov. bouwmateriaal Winkels brood/banket (koud) MH overig non-food GH computers/-randapp./so MH tweedehands goederen Autoplaatwerk annex spuit. GH el.instr./inst.mat. Winkels woningtextiel Winkels geschenkartikelen Winkels woninginrichting art. alg GH autosloopmateriaal TH voedings-/genotmiddelen Winkels bruingoed
38 40 38 24 36 41 18 29 21 18 46 25 34 15 24
40 37 36 31 29 39 24 28 27 21 43 24 37 23 26
39 32 39 32 34 38 26 27 25 26 41 27 33 24 26
40 36 34 30 35 32 29 28 30 29 34 34 32 20 27
39 39 38 36 36 35 34 33 33 33 33 32 31 28 27
740 571 1.549 506 1.011 4.381 1.489 1.296 2.146 1.118 1.767 1.735 663 800 887
701 555 1.576 503 1.100 4.277 1.428 1.304 2.115 1.099 1.897 1.781 639 860 850
683 540 1.614 497 1.159 4.183 1.445 1.314 2.063 1.077 1.993 1.846 624 928 857
651 524 1.587 453 1.148 3.964 1.399 1.305 2.035 1.021 1.933 1.807 592 904 788
623 505 1.595 447 1.142 3.809 1.297 1.291 2.012 1.002 1.895 1.789 566 902 764
31. Sector horeca naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon 2005-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e)
Code 554001 553022 553014 553016 553024 553019 553011 553028 553021 554005 5552 553015 553023 553025 554004 553013 55101 554002 551021 55303 554003 555101 553017 551022 553018
Type onderneming Cafés e.d. Cafetaria's/snackbars Italiaanse restaurants Ov. Zuid-Europese rest. Shoarmazaken Ov. buitenlandse keuken Nederlandse restaurants Ov. kleine eetwaren bedr. Broodjeszaken Koffiehuizen e.d. Catering Griekse restaurants Lunchrooms Patates-friteskramen Tearooms Franse restaurants Hotel-restaurants Bardancing/disco/nachtcl. Hotels IJssalons Zalenverhuur Bedrijfskantines Mexicaanse restaurants Pensions Indiase restaurants
Turks-Nederlands 2005 2006 2007 513 514 455 393 388 394 305 319 335 221 269 267 282 279 275 138 143 147 164 153 168 94 112 120 91 95 97 99 110 105 38 30 34 48 50 48 16 21 35 14 19 24 25 26 20 9 9 8 11 13 14 11 10 9 5 4 7 6 6 5 9 9 8 2 2 2 2 3 3 6 5 4 3 3 3
2008 469 386 328 275 256 150 142 118 98 102 39 48 32 29 20 12 15 8 8 7 4 5 3 4 3
2009 456 386 327 282 271 148 145 124 109 99 47 44 35 26 15 13 12 11 10 9 6 6 5 4 3
Autochtoon 2005 2006 12.564 12.302 5.147 5.025 490 499 196 226 95 90 230 243 6.441 6.432 835 838 439 462 577 566 2.757 2.982 140 135 903 972 581 576 162 166 668 688 1.719 1.693 334 303 413 403 424 432 477 482 617 635 88 72 722 757 14 16
2007 11.951 4.911 502 248 81 237 6.410 834 482 563 3.197 132 996 572 171 699 1.676 293 387 451 498 650 67 817 13
2008 11.364 4.676 508 279 94 253 6.207 830 470 527 3.534 150 1.040 583 189 749 1.580 268 382 453 504 658 74 918 14
2009 11.072 4.634 502 296 88 256 6.164 885 464 512 3.738 151 1.114 562 176 782 1.601 252 372 467 511 631 79 1.006 16
125
553027 555102 553012 553026
126
Crêperie/poffertjeszaak Kantine sportvereniging Chinees-Ind. restaurants Viskramen
1 1 0 0
1 2 1 0
2 2 1 1
2 3 1 2
3 3 2 2
358 529 238 474
363 515 260 478
364 492 282 473
363 465 281 458
372 460 269 429
32. Sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon 2005-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e)
Code 74501 65234 747012 930213 74141 74123 74502 7415 930211 748501 930221 7460 743022 74401 7031 747011 722202 65233 741432 748764 742012 93012 725001 722201 7012
Type onderneming Uitzendbureaus Financiële holdings Schoonmaak gebouwen Dames-/herenkappers Organisatie-/adviesbureaus Boekhoudbureaus Uitleenbedrijven Holdings (excl. fin.) Herenkappers Vertaalwerk Schoonheidsverzorging Beveiliging/opsporing Keuring auto's Reclame/ontwerp/adv. bur. Bemiddeling. handel/(ver)huur o.g Glazenwasserijen Bouwen van websites/webdesign Belegging inst. bep. toetr. Ov. economische adviesbureaus Zakelijke dienstverlening ov. Ontwikkeling/advies voor de bouw Chemische wasserij/ververij Ond./rep. computers e.d. Ontwikkelen maatwerk soft Handel onroerend goed
Turks-Nederlands 2005 2006 2007 941 867 817 384 427 476 236 257 275 211 230 264 75 95 112 62 70 85 71 66 72 45 55 66 45 50 51 60 58 57 20 22 30 28 33 36 36 36 38 41 36 39 34 37 52 27 33 33 23 28 35 18 20 28 29 25 28 11 19 18 15 18 18 24 25 29 13 17 21 13 16 21 11 16 14
2008 866 564 276 286 147 100 91 70 62 56 47 44 43 43 49 42 37 27 38 29 33 29 33 28 30
2009 868 620 318 316 171 113 100 86 72 65 61 54 51 51 49 48 39 38 38 38 37 35 31 30 28
autochtoon 2005 2006 1.463 1.484 92.832 99.448 5.287 5.320 11.554 12.463 36.060 39.160 10.943 11.415 982 1.066 16.770 17.751 952 910 1.999 2.007 10.368 10.860 1.494 1.579 232 252 14.452 14.928 6.910 7.228 2.053 2.125 6.219 7.263 14.008 15.083 5.473 5.637 2.679 3.134 5.976 6.228 502 497 936 1.080 5.126 5.411 2.503 2.608
2007 1.633 108.144 5.423 13.376 43.731 12.148 1.197 19.071 875 2.067 11.568 1.734 255 15.612 7.463 2.192 8.505 16.148 5.877 3.753 6.618 481 1.266 5.708 2.708
2008 1.760 120.287 5.719 14.119 50.418 12.836 1.370 20.389 819 2.209 12.256 1.886 267 16.605 7.625 2.210 9.800 16.647 6.281 4.717 7.334 448 1.336 6.089 2.797
2009 1.834 125.946 5.830 14.558 55.929 13.644 1.500 21.070 799 2.480 12.842 2.009 265 17.623 7.682 2.251 10.611 19.365 6.585 5.653 7.866 424 1.417 6.387 2.838
127
930212 745034 74811 92323 722207 7482 745032 702042 74204 74125 92721 74112 67131 722203 7413
128
Dameskappers Arbeidsbemiddeling (ex overheid) Fotografie Dienst/org. cultuur Automatiseringsbureaus-1 Pakken/sorteren/schillen Werven/selectie personeel Verhuur ov. o.g. Adv. elektrotechniek/telematica Administratiekantoren Exploitatie amusementsautomaten Rechtskantoor/adviesbureaus Beheer/adm. aandelen/obl. Software consultancy Marktonderzoekbureaus
16 18 10 14 12 17 15 21 16 9 21 11 14 10 14
21 18 19 16 13 19 16 24 19 13 18 13 14 14 18
24 26 19 24 14 19 20 21 23 15 18 13 14 15 21
26 29 24 29 20 22 20 16 22 15 19 18 16 13 20
27 26 26 26 25 25 24 22 22 19 19 18 17 17 17
2.608 1.323 4.767 5.982 3.451 373 1.107 3.566 2.756 1.687 423 1.636 2.388 1.662 3.679
2.461 1.496 5.138 6.437 3.808 348 1.194 3.525 2.819 1.708 422 1.747 2.561 1.935 4.048
2.357 1.738 5.749 7.160 4.259 343 1.383 3.521 2.932 1.763 410 1.954 2.694 2.291 4.540
2.216 2.062 6.674 7.912 4.856 349 1.722 3.496 3.087 1.914 413 2.218 2.951 2.806 5.366
2.140 2.218 7.611 8.582 5.204 320 1.891 3.469 3.170 2.037 392 2.558 3.103 3.153 5.805
33. Branchespreiding naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon stijging/daling 2005-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e) Stijging/daling 2005-2009
Onroerend goed & zakelijke Horeca dienstverlening
Groothandel, detailhandel & reparatie
Branche
Type onderneming Overige reparatie 527402 consumentenartikelen
Turks-Nederlands autochtoon
Code
van
52,02%
18,94%
521102 Supermarkten
26,58%
-15,32%
501044 Reparatie personenauto's
36,02%
-1,19%
502053 Autowasserijen
40,12%
9,17%
501043 Winkels gebruikte personenauto's
54,79%
20,37%
554001 Cafés e.d.
-11,11%
-11,88%
553022 Cafetaria's/snackbars
-1,78%
-9,97%
553014 Italiaanse restaurants
7,21%
2,45%
553016 Overige Zuid-Europese rest.
27,60%
51,02%
553024 Shoarmazaken
-3,90%
-7,37%
74501
Uitzendbureaus
-7,76%
25,36%
65234
Financiële holdings
61,46%
35,67%
747012 Schoonmaak gebouwen
34,75%
10,27%
930213 Dames-/herenkappers
49,76%
26,00%
74141
128,00%
55,10%
Organisatie-/adviesbureaus
129
34. Klasse automatiseringsdiensten naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon 2005-2009 (Kamer van Koophandel, 2009a, 2009b, 2009c, 2009d, 2009e) Turks-Nederlands
Code 722202 725001 722201 722207 722203 7221 724002
Type onderneming Bouwen van websites /webd. Ond./rep. computers e.d. Ontwikkelen maatwerk soft Automatiserings bureaus-1 Software consultancy Ontw. standaard software Exploitatie websites e.d.
72101
Autochtoon
Stijging 2005 2006 2007 2008 2009 / daling 2005 2006 2007 2008 2009
Stijging / daling
23
28
35
37
39
69,57%
6.219 7.263 8.505 9.800 10.611 70,62%
13
17
21
33
31
138,46% 936
1.080 1.266 1.336 1.417
51,39%
13
16
21
28
30
130,77% 5.126 5.411 5.708 6.089 6.387
24,60%
12
13
14
20
25
108,33% 3.451 3.808 4.259 4.856 5.204
50,80%
10
14
15
13
17
70,00%
1.662 1.935 2.291 2.806 3.153
89,71%
7
9
11
11
11
57,14%
2.099 2.052 2.073 2.102 2.093
-0,29%
2
1
1
9
9
350,00% 752
1.006 1.368 1.891 2.215
194,55%
5
5
5
8
8
60,00%
918
1.035 1.133 1.342 1.443
57,19%
Systeemhuizen Applicatie-/ 722204 systeembeheer Softwarebureaus 722206 (allround)
6
6
6
9
6
0,00%
2.364 2.281 2.249 2.174 2.162
-8,54%
8
5
5
5
5
-37,50%
1.518 1.446 1.370 1.300 1.246
-17,92%
723003 Webhosting
4
2
5
2
4
0,00%
667
80,06%
130
893
1.065 1.178 1.201
726001 Netwerkbeheer Dienstverlening 726003 aut. neg Detachering 722205 aut.-personeel Exploitatie 724001 databanken
2
2
3
4
4
100,00% 503
540
570
601
614
22,07%
1
1
2
2
3
200,00% 485
503
539
570
563
16,08%
1
1
0
1
1
0,00%
406
415
423
455
466
14,78%
0
0
1
1
1
100,00% 148
159
163
163
166
12,16%
131
35. Aantal ondernemingen per grootteklasse Turks-Nederlands/totaal Nederland 2005 (EIM, 2007, 2009a) 2005
0-9 wp
0-9 wp %
10-99 wp
10-99 wp %
100+
100+ %
TOTAAL
TOTAAL %
Totaal Nederland
712.293
93,38%
44.609
5,85%
5.922
0,78%
762.825
100,00%
TurksNederlands
11.058
97,00%
342
3,00%
0
0,00%
11.400
100,00%
36. Aantal werknemers per grootteklasse Turks-Nederlands/totaal Nederland 2005 (EIM, 2007, 2009a) 2005
0-9 wp
0-9 wp %
10-99 wp
10-99 wp %
100+
100+ %
TOTAAL
TOTAAL %
Totaal Nederland
1.329.894
18,66%
1.676.081
23,52%
4.119.505
57,81%
7.125.480
100,00%
TurksNederlands
20.646
61,64%
12.850
38,36%
0
0,00%
33.496
100,00%
132
37. Aantal werknemers per grootteklasse totaal Nederland 2005-2009 (EIM, 2009a) Jaar
0-9 wp
0-9 wp %
10-99 wp
10-99 wp %
100+
100+ %
TOTAAL
2005
1.329.894
18,66%
1.676.081
23,52%
4.119.505
57,81%
7.125.480
2006
1.293.780
17,93%
1.776.238
24,61%
4.145.981
57,45%
7.215.999
2007
1.341.736
18,11%
1.826.306
24,65%
4.241.385
57,24%
7.409.427
2008
1.362.341
18,07%
1.861.100
24,69%
4.315.418
57,24%
7.538.859
2009
1.336.479
17,96%
1.825.736
24,53%
4.280.434
57,51%
7.442.649
38. Aantal werknemers per grootteklasse Turks-Nederlands 2009 (Kamer van Koophandel, 2009e, EIM, 2009a) 2009
0-9 wp
0-9 wp %
10-99 wp
10-99 wp %
100+
100+ %
TOTAAL
TOTAAL %
TurksNederlands
32.771
61,64%
20.396
38,36%
0
0,00%
53.167
100,00%
133
39. Aantal werknemers per grootteklasse startende ondernemingen Turks-Nederlands/autochtoon 20042007 (Kamer van Koophandel, 2009f) Turks-Nederlands geen geen wp% 1 wp Jaar wp
1 wp%
2004 160
9,35%
1.129
65,95% 401
23,42% 20
1,17% 2
0,12% 0
0,00% 0
0,00% 1.712
2005 152
7,89%
1.328
68,92% 418
21,69% 24
1,25% 5
0,26% 0
0,00% 0
0,00% 1.927
2006 187
8,92%
1.480
70,58% 392
18,69% 28
1,34% 10
0,48% 0
0,00% 0
0,00% 2.097
2007 161
7,08%
1.656
72,79% 416
18,29% 32
1,41% 10
0,44% 0
0,00% 0
0,00% 2.275
2004 12.881 22,56% 35.556 62,26% 8.456 14,81% 178
0,31% 36
0,06% 0
0,00%
0
0,00% 57.107
2005 14.842 22,59% 40.954 62,33% 9.583 14,58% 284
0,43% 42
0,06% 0
0,00%
0
0,00% 65.705
2006 16.756 22,84% 46.909 63,95% 9.327 12,72% 289
0,39% 68
0,09% 0
0,00%
0
0,00% 73.349
2007 18.642 22,52% 54.445 65,76% 9.350 11,29% 278
0,34% 83
0,10% 0
0,00%
0
0,00% 82.798
2-5 wp
2-5 wp%
5-9 wp
5-9 wp%
10-49 10-49 50-99 wp wp% wp
50-99 100+ wp% 100+ %
TOTAAL
Autochtoon
134