De bemiddelingscel heeft als opdracht bijstand te verlenen en te bemiddelen in volgende scenario s:

BIJKOMENDE (VIERDE) TAAK VOOR DE BEMIDDELINGSCEL De bemiddelingscel heeft als opdracht bijstand te verlenen en te bemiddelen in volgende scenario’s: - bij een doorverwijzing van een nieuw ingeschreven leerling in een school voor gewoon onderwijs om de vooropgestelde verhouding te waarborgen tussen de leerlingen waarvan de thuistaal niet of afhankelijk van het geval – wel het Nederlands is (decreet art. III.4), én de ouders/voogd/wettige vertegenwoordiger/leerling bemiddelingshulp nodig hebben. - bij een doorverwijzing in een school voor gewoon onderwijs van een nieuw ingeschreven leerling die blijkens een inschrijvingsverslag geörienteerd wordt naar een school voor buitengewoon onderwijs, wanneer de draagkracht van de school onvoldoende is om tegemoet te komen aan de noden van de leerling inzake onderwijs, therapie, verzorging, (..) (decreet art. III.7), én de ouders/voogd/wettige vertegenwoordiger/leerling bemiddelingshulp nodig hebben. - indien de Commissie inzake leerlingenrechten een weigering gegrond acht en de leerling nog nergens ingeschreven is (decreet art. V.5) én de ouders/voogd/wettige vertegenwoordiger/leerling bemiddelingshulp nodig hebben. Na overleg binnen de Focusgroepen Leerplicht/leerrecht en Bemiddeling en Inschrijvingsrecht én met een voorzet vanuit de Voorzetgroep, wordt er voorgesteld hieraan een vierde taak toe te voegen, namelijk bemiddelen in moeilijke dossiers. Hieronder vindt u beweegredenen en argumentatie om dit te doen. SITUERING Het decreet GOK-I verankert het inschrijvingsrecht van alle onderwijzoekenden in het basis- en secundair onderwijs. Vanaf het schooljaar 2003-2004 kan dus elke jongere (ouder) het inschrijvingsrecht uitoefenen in de secundaire school (vestigingsplaats) van zijn/haar keuze. Een school kan nog slechts in twee gevallen een leerling weigeren: - wanneer een structuuronderdeel (administratieve groep of pedagogische eenheid in BuSO) fysiek 'vol' is of - wanneer de leerling het vorige of daaraan voorafgaande schooljaar via een tuchtprocedure met een definitieve uitsluiting uit de school werd verwijderd. Het inschrijvingsrecht is uiteraard ook van toepassing op leerlingen die met een tuchtdossier definitief uitgesloten werden, en dus op zoek moeten naar een nieuwe school. In een gezamenlijk initiatief van de uitschrijvende school en het betrokken CLB dient zo vlug mogelijk, liefst nog tijdens de lopende tuchtprocedure, een oplossing gevonden te worden. Het inschrijvingsrecht is ook van toepassing op leerlingen die om uiteenlopende redenen zich laattijdig en dus in de loop van het schooljaar aandienen om ingeschreven te worden. Een

Werkdocument AV 1 juli 04 1 C:\Documents and Settings\Administrator\Local Settings\Temporary Internet Files\OLKAA\3 Bemiddelingscel m b t bemiddeling in moeilijke dossiers.doc

verandering van school wegens verhuis van de ouders is een vaak voorkomende reden. Deze en andere redenen leiden niet altijd onmiddellijk tot een inschrijving. Het inschrijvingsrecht moet het makkelijker maken om in deze omstandigheden goede oplossingen te vinden. Daarenboven ontwikkelt het LOP initiatieven om de zoektocht te vergemakkelijken. Zo wordt bvb. het overzicht van alle volle richtingen in de regio ter beschikking gesteld van alle LOPpartners (VRINT). Op die wijze kunnen alle partijen zich informeren en gericht zoeken naar een nieuwe school. In twee zeer specifieke situaties zou het afdwingen van het inschrijvingsrecht echter tot perverse situaties kunnen leiden: - in zeer uitzonderlijke omstandigheden (vb. duo’s en trio’s uit dezelfde klas of school melden zich aan in dezelfde school, eenzelfde leerling met veel tuchtdossiers in verschillende scholen op korte termijn,…). Alhoewel in dit geval het inschrijvingsrecht van toepassing blijft, is het wenselijk via onderling overleg een alternatieve oplossing te vinden die meer kansen biedt op slagen (i.p.v.een verschuiving van het probleem). - indien zou blijken dat veel definitief uitgesloten leerlingen zich, om welke reden dan ook, steeds aanmelden in dezelfde school of in scholen die nog niet ‘vol’ verklaard werden waardoor er een neiging tot concentratie problemen ontstaat. Voor die scholen waarvan op die manier de draagkracht in het gedrang komt, is het wenselijk om via overleg met de ouders en de scholen die een alternatief vormen, in consensus tot een betere spreiding van de last te komen. Om pro-actief op te treden in zulke situaties stelt het LOP/SO Gent voor om de Bemiddelingscel, binnen de krijtlijnen van de huidige regelgeving, een vierde opdracht bij te geven, nl. bemiddelen in deze ‘moeilijke’ dossiers. De Bemiddelingscel die voor deze opdracht wordt samengesteld – hierna ‘bijzondere bemiddelingscel’ genoemd - zal pas aan haar opdracht beginnen als de andere, wettelijk voorziene, maatregelen en gezamenlijk genomen inspanningen van de school en het CLB niet tot een oplossing leiden. De uitschrijvende school en het begeleidende CLB blijven betrokken tot een oplossing gevonden wordt. Het behoort niet tot de bevoegdheid van de Bijzondere Bemiddelingscel om na te gaan of de uitsluiting van een leerling door een secundaire school conform de regelgeving is gebeurd. Het zijn enkel de ouders die dit kunnen betwisten via de daartoe geëigende kanalen (cfr. schoolreglement). Om deze vorm van bemiddeling correct, objectief en transparant te kunnen uitvoeren zijn de scholen er toe gehouden loyaal mee te werken en deel te nemen aan de bemiddelingsbijeenkomsten waartoe ze worden uitgenodigd, en de gevraagde gegevens te bezorgen aan de Bijzondere Bemiddelingscel.


De bemiddelingsuitkomsten zijn ‘adviezen’ die niet kunnen afgedwongen worden. Immers, het inschrijvingsrecht, en meer bepaald de keuze van school/vestigingsplaats, moet ook in deze omstandigheden blijven gelden. Het spreekt echter voor zich dat er gestreefd zal worden naar een algemene consensus, zodat alle partijen zich kunnen vinden in het advies, én het vervolgens correct uitvoeren. Wanneer de ouders zich niet met het advies kunnen verzoenen, blijft voor hen de mogelijkheid bestaan om het inschrijvingsrecht af te dwingen (wat niet persé de beste oplossing hoeft te zijn voor alle betrokkenen). Om deze vorm van bemiddeling te kunnen uitvoeren, stelt de Focusgroep de hierbijgevoegde procedure, samenstelling en werkwijze voor. Tegelijkertijd werd een voorstel van aanvulling van het Huishoudelijk Reglement uitgewerkt.

PROCEDURE Wie

Wat

Aanvraag

(telefonisch of per mail, geen formaliteiten of drempels, aan voorzitter of deskundige)

CLB

Vraagt om bemiddeling wanneer ze een leerling binnen de 10 lesdagen niet ingeschreven krijgt of een andere passende oplossing vindt (externe hulp, instelling,…).

Ouders/ Leerling

Vraagt om bemiddeling wanneer een onderwijszoekende niet ingeschreven raakt en wanneer er geen begeleidend CLB is.*

Wanneer (streefdata)

Dag 1

* Komt zeer zelden voor omdat de ouders/leerling geen leerplichtbegeleiding van een CLB mogen weigeren! Het zal hier soms al volstaan om de ouders/leerling naar een CLB toe te leiden.

Ontvangende school

Vraagt om bemiddeling bij specifieke aanmeldingen (duo’s en trio’s van elders uitgeschreven lln.) en wanneer een inschrijving van een elders uitgeschreven lln. de pedagogische draagkracht dreigt te overstijgen.


Bemiddelingscel

Voorzitter, deskundige en begeleidend CLB informeren zich over het dossier = verkenning.

Voorzitter Tijdens de verkenning wordt er nagegaan welke inspanningen Deskundige er al gebeurd zijn om tot een inschrijving te komen, conform Begeleidend CLB de geldende regelgeving. Indien zich hierin nog lacunes voordoen, motiveert de Bijzondere Bemiddelingscel de betrokkenen om hiervan eerst werk te maken à voorlopig einde van de procedure, vraag voorlopig onontvankelijk.

Dag 3

Wanneer de vraag voor bijzondere bemiddeling handelt over een structuuronderdeel waarvoor geen alternatief meer is in de regio, wordt die vraag doorgegeven aan het begeleidend CLB en/of aan de bemiddelingscel van het LOP, indien het bestaat à overdracht via CLB en/of deskundige LOP. De Bijzondere Bemiddelingscel kan niet handelen over een vraag wanneer er tegelijkertijd een klacht ingediend is bij de Commissie inzake leerlingenrechten à einde van de procedure, vraag onontvankelijk.

Als uit de eerste verkenning blijkt dat de vraag ontvankelijk is, Dag 3-6 dan wordt de procedure verder gezet. De Bijzondere Bemiddelingscel verzamelt informatie over de pedagogische draagkracht van de mogelijke alternatieve scholen in het werkingsgebied. De scholen bezorgen de gevraagde informatie loyaal aan de bemiddelingscel binnen de gestelde termijn (ongeveer 3 dagen). De gevraagde informatie moet van die aard zijn dat de draagkracht geobjectiveerd en gemeten kan worden. Vbn.: - lln. met BuSO-attest - lln. met extra zorg rond taal - lln. met gedragscontracten en gedragsproblemen - lln. met lopende tuchtdossiers - het aanmeldingsregister voor die administratieve groep - een overzicht van in- en uitschrijvingen in de betrokken administratieve groep in de loop van het schooljaar e.a. …


Bijzondere Bemiddelingscel Voorzitter Deskundige Elk CLB Elk Net

De effectieve bemiddelingspoging. Van alle betrokken scholen die een alternatief kunnen zijn voor Dag 7 de inschrijving wordt een directielid of gemandateerde uitgenodigd; zij krijgen de kans hun argumentatie te ontwikkelen. Ze kunnen d.m.v. verifieerbare gegevens schetsen of de eigen draagkracht al dan niet gehypothekeerd wordt. De ouder/leerling krijgt de kans zijn/haar verhaal te doen. Nadruk ligt op de gewenste studiekeuze, school of vestigingsplaats van keuze en de eventuele extra zorg die de leerling nodig heeft. Ook de begeleidende CLB-medewerker en eventuele externe specialisten kunnen betrokken worden. Afhankelijk van situatie en strategie en met oog voor de werkbaarheid van het overleg bepaalt de bijzondere bemiddelingscel wanneer eenieder betrokken wordt.

Bijzondere Bemiddelingscel Voorzitter Deskundige Elk CLB Elk Net

Consensus

Dag 7

De bemiddelingscel probeert tot consensus te komen met alle betrokkenen. Ofwel dient zich minstens 1 goede alternatieve oplossing aan waarin ook de ouders zich kunnen vinden à consensus à einde procedure. Ofwel dient zich minstens 1 goede alternatieve oplossing aan maar de ouders kunnen er zich niet in vinden à geen consensus; einde procedure; de ouders maken hun keuze en maken gebruik van het inschrijvingsrecht. Ofwel dient zich geen goed alternatief aan à geen consensus à de ouders maken hun keuze en maken gebruik van hun inschrijvingsrecht.

Bemiddelingscel- Verslaggeving en overzicht LOP De bemiddelingscel maakt van elk dossier een verslag met de bereikte resultaten en de argumenten waarop dat advies gebaseerd is.

schooljaar


De bemiddelingscel brengt minimum jaarlijks verslag uit aan de Focusgroep Bemiddeling en Inschrijvingsrecht, de Voorzetgroep en aan de Algemene Vergadering. Dit gebeurt met respect voor de privacy van de betrokken partijen. Volgende aspecten komen hierbij aan bod: - Aantal personen dat gebruik maakt van de bemiddelingsprocedure en duurtijd van de procedure. - Resultaten van de procedures (knelpunten, succesfactoren). Deze rapportering gebeurt in functie van mogelijke bijsturingen van de interne bemiddelingsprocedures en het garanderen van het leerrecht aan de ouders / leerling. Follow-up

Opvolging / nazorg:

Scholen Ouders/leerling Begeleidend CLB -

schooljaar

Alle betrokkenen volgen gedurende het lopende schooljaar de correcte uitvoering van de bij consensus genomen adviezen door de bemiddelingscel op. Indien bij de uitvoering de betrokken partijen hun afspraken niet nakomen, wordt dit gemeld aan de voorzitter van het LOP.


Aanvulling Huishoudelijk Reglement Structuur Artikel 7 Deelorganen §4 Bis Bemiddelen in moeilijke dossiers 1° Om te voorzien in een bemiddelingsopdracht inzake het recht op toegang in zeer specifieke dossiers, andere dan overeenkomstig de bepalingen van artikel V.1, §1 en §2, tweede lid, en V.5., wordt een bijzondere bemiddelingscel opgericht 2° De bijzondere bemiddelingscel wordt samengesteld uit volgende leden: de voorzitter van het LOP/SO de deskundige van het LOP/SO één vertegenwoordiger van elk van de CLB’s één vertegenwoordiger van elk van de netten met scholen in de regio. 3° Afhankelijk van de aard van de situatie waarin bemiddeld moet worden en de gekozen strategie bepaalt de bijzondere bemiddelingscel: - het moment waarop de ouders betrokken worden om een consensus met alle partijen te bereiken - met welke externe deskundigen de bijzondere bemiddelingscel wordt uitgebreid en op welk moment ze betrokken worden. 4° Er wordt een nominatieve lijst aangelegd van de leden van deze bijzondere bemiddelingscel en hun plaatsvervangers. 5° Deze nominatieve lijst wordt bekrachtigd door de algemene vergadering van het LOP/SO en wordt toegevoegd aan het huishoudelijk reglement. (bijlage 3 Bis) Werking en bevoegdheden Artikel 11 Deelorganen Lokaal Overlegplatform §4 Bis Bemiddelingscel bij moeilijke dossiers 1° De bijzondere bemiddelingscel heeft als opdracht bijstand te verlenen en te bemiddelen in volgende scenario’s: - er wordt bemiddeld op vraag van een CLB wanneer na 10 lesdagen en ondanks het inschrijvingsrecht geen gepaste oplossing voor de leerling gevonden werd, - er wordt bemiddeld op vraag van ouders/voogd/wettige vertegenwoordiger/leerling van een onderwijszoekende, die niet begeleid wordt door een CLB, die na 10 lesdagen en ondanks het inschrijvingsrecht geen gepaste oplossing gevonden heeft, - er wordt bemiddeld op vraag van een school of scholen wanneer de concentratie van uitgeschreven leerlingen met een tuchtdossier de draagkracht van de school in het gevaar dreigt te brengen.


2° De Bijzondere Bemiddelingscel kan enkel bemiddelen voor onderwijszoekenden die binnen de regio en het werkingsgebied van het LOP/SO Gent een inschrijving nastreven. 3° Bij elke bemiddeling worden minimaal volgende partijen uitgenodigd en gehoord: - de ouders/voogd/wettige vertegenwoordiger van de leerling en de leerling zelf, die zich kunnen laten bijstaan door een raadspersoon naar keuze, - elke school uit de LOP-regio, die een alternatief voor een inschrijving kan zijn en die nog niet administratief vol verklaard werd (via document ‘weigering van inschrijving van een leerling’). 4° Alle partijen zijn gehouden de door de bemiddelingscel gevraagde inlichtingen en documenten onverwijld voor te leggen of te bezorgen binnen de aangeduide termijn. De gevraagde inlichtingen zijn cruciaal in het vormen van een objectief beeld van de situatie, vb. draagkracht. 5° Anderstalige ouders/leerlingen kunnen zich laten bijstaan door een tolk. Eventueel daaraan verbonden kosten zijn nooit ten laste van het LOP/SO. 6° Wanneer bij een vraag tot bemiddelen blijkt dat één van de betrokkenen geen of te weinig initiatief genomen heeft volgens de geldende regelgeving, dan kunnen de voorzitter, de deskundige en het begeleidende CLB in overleg nog maatregelen aanmoedigen om vooralsnog een oplossing, in casu een inschrijving, te verwezenlijken. 7° De bemiddeling wordt geleid door de voorzitter van het LOP/SO. Bij afwezigheid van die voorzitter neemt een ander lid van de bemiddelingscel het voorzitterschap waar en leidt de bemiddeling. 8° Een bemiddeling is geslaagd wanneer alle betrokken partijen in consensus een beslissing genomen hebben. Indien geen consensus bereikt kan worden, wordt het dossier én de verantwoordelijkheid (leerplicht, inschrijvingsrecht, begeleidend CLB,…) terug overgelaten aan de aanvrager en de andere betrokkenen. 9° Alle lopende procedures worden automatisch verlengd met de door de Commissie inzake leerlingenrechten en/of het LOP/SO vooraf vastgelegde periodes van opschorting en met de schoolvakantieperiodes. 10° De bemiddelingscel kan niet bemiddelen wanneer het dossier bij de Commissie inzake leerlingenrechten werd ingeleid via een klacht. 11° Alle briefwisseling van de bemiddelingscel gebeurt van en naar de zetel van het LOP/SO, nl. Aan de voorzitter van het LOP/SO Vakgroep Pedagogiek Henri Dunantlaan 1 9000 Gent


12° De afspraken en procedures inzake bemiddeling in moeilijke dossiers worden in een apart document vastgelegd en door de voorzetgroep ter goedkeuring aan de algemene vergadering voorgelegd. Dit document wordt na goedkeuring toegevoegd aan het huishoudelijk reglement (bijlage 6). Wat moet er nog bepaald en vastgelegd worden? 1. Samenstelling bemiddelingscel: het aanduiden van de netvertegenwoordigers. Voorstel: oproep doen tijdens de AV van 1 juli 04. 2. Objectiveren draagkracht: om tot goede beslissingen (adviezen) te kunnen komen is het van cruciaal belang dat we er in slagen om de draagkracht toch enigszins te kunnen beschrijven in verifieerbare gegevens. Voorstel: wanneer de netvertegenwoordigers aangeduid zijn moet nog afstemming gebeuren; dit kan één van de te behandelen thema’s zijn. Indien hierover overeenstemming is, kan er heel toepasselijke info aan de scholen gevraagd worden. 3. Consensus: de AV moet in consensus (HHR) dit voorstel aanvaarden voor we 1. en 2. kunnen uitvoeren.


De bemiddelingscel heeft als opdracht bijstand te verlenen en te bemiddelen in volgende scenario s:

Recommend Documents