YOUR PICTURE(S) IN THIS CELL Activiteitenplan Floraen faunawet Activiteitenplan voor de ontheffingsaanvraag voor sloopwerkzaamheden ten behoeve van de bedrijfsverplaatsing van de Beijer Groep B.V. naar de Waalwaard te Neder-Betuwe
de Beijer Groep B.V. 12 december 2014 (versie 2) 9W9730
HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS
Jonkerbosplein 52 Postbus 151 6500 AD Nijmegen +31 88 348 70 00
[email protected] www.royalhaskoningdhv.com Amersfoort 56515154
Documenttitel
Telefoon E-mail Internet KvK
Activiteitenplan Flora- en faunawet Activiteitenplan voor de ontheffingsaanvraag voor sloopwerkzaamheden ten behoeve van de bedrijfsverplaatsing van de Beijer Groep B.V. naar de Waalwaard te Neder-Betuwe
Verkorte documenttitel
Activiteitenplan sloop Waalwaard
Status
Definitief (versie 2)
Datum
12 december 2014
Projectnaam
de Beijer Waalwaard
Projectnummer
9W9730
Opdrachtgever
de Beijer Groep B.V.
Referentie
Auteur(s) Collegiale toets Datum/paraaf Vrijgegeven door Datum/paraaf
9W9730/R0024/902513/Nijm
Hanita Zweers Peter Schils 12 december 2014 Robin Wagenaar 12 december 2014
A company of Royal HaskoningDHV
-i-
9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
ACTIVITEITENPLAN 1.1 Adres, eigendom en kadastrale gegevens ingreep (A) 1.2 Omschrijving activiteiten en werkzaamheden (B) 1.3 Topografische kaart (C) 1.4 Manier waarop de activiteiten worden uitgevoerd, planning en onderbouwing activiteiten (D + F) 1.5 Doel en belang van de activiteiten, dwingende redenen en alternatieven ( E + S + U) 1.6 Deskundigen die bij het project betrokken zijn en verantwoording ontheffingsaanvraag (G + J) 1.7 Verspreiding van beschermde soorten op en nabij de uitvoeringslocatie, inclusief de verantwoording van de verspreidingsinformatie(N + O) 1.8 Effecten op beschermde soorten, mitigerende maatregelen(H + I +P + Q + R) 1.8.1 Soorten waarvoor de Ffw-ontheffing wordt aangevraagd 1.8.2 Soorten waarvoor géén Ffw-ontheffing benodigd is 1.9 Beschrijving huidige situatie (L) 1.10 Positie ten opzichte van natuurgebieden (M) 1.11 Beschrijving zorgvuldig handelen (T)
1 1 1 1 3 7 9
9 13 13 16 19 20 21
9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
1
ACTIVITEITENPLAN
1.1
Adres, eigendom en kadastrale gegevens ingreep (A) Het adres en kadastrale gegevens van de werklocaties zijn in tabel 1 weergegeven. De kadastrale kaart is opgenomen in bijlage 1 van dit activiteitenplan. Tabel 1. Gegevens bedrijventerrein de Waalwaard
Beschrijving terrein Bedrijventerrein, werkterrein inclusief uitbreidingsdeel, slopen woonhuis en bedrijfsgebouwen
Adres en kadastrale gegevens Waalbandijk 69 6669 MC Dodewaard Gemeente Neder-Betuwe Provincie Gelderland Hien, sectie D 376, 418 en 444
1.2
Omschrijving activiteiten en werkzaamheden (B) Deze ontheffingaanvraag ziet toe op de sloopwerkzaamheden ten aanzien van het woonhuis en de bedrijfsgebouwen. Deze werkzaamheden maken deel uit van een groter geheel van toestemmingen voor het project ‘ontwikkeling locatie Waalwaard’. Op deze toestemmingen is de coördinatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. De toestemmingen worden in zogenaamde clusters aangevraagd en vergund. Relatie met bouw- en oprichting nieuwe bedrijf ‘de Beijer’ Na de fase van de sloopwerkzaamheden door (of in opdracht van) de Beijer is het terrein bouwrijp en zal door of namens de Beijer worden gestart met de bouw- en oprichting van het nieuwe bedrijf. Voor deze bouw- en oprichtingswerkzaamheden is geen Ffw-ontheffing benodigd.
1.3
Topografische kaart (C) Topografische kaart In bijlage 1 is de topografische kaart van het plangebied en omgeving opgenomen. In figuur 1 is een impressie gegeven van de huidige situatie van de opstallen op het bedrijventerrein. Om de verplaatsing naar de Waalwaard mogelijk te maken heeft de provincie Gelderland een MER/Provinciale Inpassingsplan (verder PIP of IPWaalwaard) opgesteld. Het Voorkeursalternatief (hierna VKA) is weergegeven in figuur 2. Het IPWaalwaard is door Provinciale Staten vastgesteld op 25 september 2013 en is onherroepelijk. Voor de vestiging van de Beijer (of een watergebonden bedrijf categorie 4.2) is gekozen voor het Voorkeursalternatief uit de MER zoals in figuur 2 staat weergegeven. Er wordt invulling gegeven aan de doelen om ruimte voor watergebonden bedrijvigheid te behouden (bij verplaatsing van de Beijer) c.q. te realiseren en om vervoer over water te versterken. Er wordt een passende herinvulling gegeven aan het terrein van de voormalige steenfabriek.
9W9730/R0024/902513/Nijm -1-
12 december 2014
Figuur 1: Impressie huidige situatie opstallen bedrijventerrein de Waalwaard. (bron: provincie Gelderland)
Figuur 2. Voorziene ingrepen in De Waalwaard; x-y coördinaten bedrijventerrein 174.340-434.646 (bron: IPWaalwaard figuur 2.7, pag 32).
9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
-2-
1.4
Manier waarop de activiteiten worden uitgevoerd, planning en onderbouwing activiteiten (D + F) Inleiding In deze paragraaf zal worden ingegaan op de wijze van uitvoering van de activiteiten, alsmede op de planning en de onderbouwing daarvan. Eerst wordt inzicht gegeven in het ontwerp van het nieuwe bedrijventerrein. Vervolgens wordt ingegaan op de tijdelijke aanlegen bouwwerkzaamheden. Ontwerp de Beijer: Inrichting bedrijventerrein, 2 In figuur 3 staat een ontwerptekening van inrichting van het bedrijventerrein (12.750 m bebouwd terrein, maximale goothoogte van 18 meter voor de bedrijfshal en maximale hoogte van 23 meter voor de betoncentrale). Samenlopend met het inrichtingsontwerp en eisen vanuit de Natuurbeschermingswet is een kaart gemaakt van de op te stellen lichtmasten. De uitstraling naar het omliggende natuurterrein wordt zoveel mogelijk voorkomen door beperkte en aangepaste vorm (groen licht) buiten werktijden. De uitstraling van licht naar de omgeving wordt standaard voorkomen door toepassing van de juiste armaturen, gerichte verlichting en zo laag mogelijk situering. In figuur 4 is aangegeven in hoeverre de beplanting moet worden verwijderd en welke beplanting rond het terrein zal blijven staan.
Figuur 3. Ontwerp inrichting (concept Ontwerp terrein de Beijer Dodewaard, dd 10-03-2014).
9W9730/R0024/902513/Nijm -3-
12 december 2014
Figuur 4: Ligging uitgebreid bedrijventerrein ten opzichte van de aanwezige beplanting.
Aanlegfase: Sloop- en bouwfase: sloop- en heiwerkzaamheden (fundering/aanmeerpalen) en/of intrillen van de damwanden loskade (gedurende enkele weken) De sloop van de opstallen en heiwerkzaamheden en/of intrillen van de damwanden loskade wordt uitgevoerd door de Beijer. Deze activiteiten worden mogelijk gelijktijdig met de herinrichtingswerkzaamheden door de provincie uitgevoerd (bv het graven van de invaar opening, dempen van bestaande invaar opening, het bekleden van de oevers (stortsteen/klei), ophogen van het terrein en vullen van de kleiputten). De daarbij gepaarde geluidbelasting is berekend. Dit is nader beschreven in bijlage 2 “Notitie Geluideffecten in relatie tot natuur gedurende de aanlegfase voorbereidende werkzaamheden en bouwfase In figuur 5 is de geluidbelasting weergegeven als gevolg van deze werkzaamheden er van uitgaande dat deze activiteiten gelijktijdig uitgevoerd worden (‘worst-case’-situatie).
9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
-4-
Figuur 5. Geluidcontouren werkzaamheden berekend op 1,5 m boven maaiveld (bron HaskoningDHV 2014).
Gebruiksfase de Beijer: Werkzaamheden en inname (was) water en lozing van water Het bedrijf omvat op- en overslag van primaire en secundaire stoffen zoals zand, grind, splitten, breuksteen en klei. Werktijden zijn tussen 5:30 – 23:00 (maandag tot vrijdag) en 5:30-17:00 (zaterdag), met de nadruk op 7:00 – 19:00. Het transport omvat 400 vrachtwagenbewegingen en 3 schepen per dag. Er wordt met een nieuw onttrekkingspunt (nabij de loskade) oppervlaktewater onttrokken voor verschillende doeleinden (o.a. wassen van grind, vrachtwagens en transportsysteem, als antistofmaatregel). Vanuit de inrichting wordt proces- en hemelwater afgevoerd. Huishoudelijk en sanitair afvalwater wordt geloosd via de nieuwe persriolering. Vervuiling van het oppervlaktewater wordt door scheiding van watersystemen en bezinking voorkomen. Schoon hemelwater (afkomstig van de daken) wordt direct op het oppervlaktewater geloosd. Het overige hemelwater dat op het terrein valt, wordt via zandvangputten geloosd en water van de wasplaats zal pas na het passeren van de olie- en benzineafscheider worden geloosd. Bij de lozingspunten zal een controlevoorziening worden aangebracht. Voor het onttrekken en lozen op de Waal wordt een watervergunning aangevraagd. Deze vergunning
9W9730/R0024/902513/Nijm -5-
12 december 2014
stelt eisen, mede vanuit ecologisch oogpunt. Hierdoor worden negatieve gevolgen voor het watersysteem voorkomen. Planning Algemeen De werkzaamheden van de Beijer kunnen binnen een tijdsbestek van 2 jaar worden uitgevoerd. De werkzaamheden worden pas uitgevoerd als er een overeenkomst is tussen de provincie en de Beijer. De ontheffing wordt aangevraagd voor de periode 1 december 2014 - 1 december 2019. Planning sloopwerkzaamheden Voor wat betreft de planning van de Ffw-ontheffingplichtige sloopwerkzaamheden van de Beijer is het volgende van belang. De sloop van de huidige opstanden van de oude steenfabriek, inclusief asbestverwijdering, zal plaatsvinden na inwerkingtreding van deze aangevraagde ontheffing en kan een tijdsduur van 6 maanden omvatten. De gehele bouwperiode vanaf de sloop en bouwrijp maken van het terrein duurt 11 tot 12 maanden met daarna nog 3 maanden voor de verhuizing van het bedrijf. Voor zover nu is te overzien is de e bouwperiode voorzien in de periode 2 kwartaal 2015 tot en met juli 2016. Planning bouwwerkzaamheden de Beijer (waarvoor géén Ffw-ontheffing benodigd is) De voorziene bouwwerkzaamheden zijn volgordelijk conform de planning als volgt. Voor een deel hebben de bouwwerkzaamheden overlap. De tijdsduur in de planning geeft de doorlooptijd aan. Specifieke werkzaamheden zoals heien en aanleg van de weegbruggen duren veelal korter.
Aanleg van een loswalkade noordzijde van 60m ( maximaal 250m) en aanmeerpalen, inclusief heien/intrillen damwanden loswalkade; tijdsduur van de aanleg is maximaal 1 maand waarvan enkele weken heien/intrillen van damwanden. Aanleg ondergrondse infrastructuur (mantelbuizen/trekputten/kolken), riolering, wateraanvoer/ont-trekkingspunt/water-lozingspunten etc.; tijdsduur 3,5 maand deels gelijktijdig met aanleg loswalkade). Heien van de fundering van gebouwen (gedurende enkele weken na aanleg ondergrondse infrastructuur. 2 Bouwfase gebouwen: 12.750 m bebouwd terrein, maximale goothoogte gebouwen van 18 m, maximale hoogte betoncentrale 23 m en een maximale opslaghoogte van grondstoffen/ materialen op het buitenterrein van 15m (ontwerp zie par. 2.3); tijdsduur 7 maanden. Aanbrengen van de (tussen) wanden (gestorte wand/legoblokken); tijdsduur 3 maanden; deels overlap einde bouwfase gebouwen. Aanbrengen weegbruggen in werk storten van wand; tijdsduur planning 2 maanden einde bouwfase – daadwerkelijk uitvoering. Aanbrengen kolken en verhardingen (hergebruik vrijgekomen materiaal); tijdsduur 3 maanden Afbouw en overige inrichting van het terrein (verlichting/hekwerk); tijdsduur 1 maand. Verhuizing van de Beijer; tijdsduur 3 maanden.
9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
-6-
1.5
Doel en belang van de activiteiten, dwingende redenen en alternatieven ( E + S + U) Aanleiding PKB Ruimte voor de Rivier In het kader van de Planologische Kernbeslissing (verder PKB) Ruimte voor de Rivier, heeft de Programma Directie Ruimte voor de Rivier opdracht gegeven om de Millingerwaard te herinrichten. Hiermee wordt bijgedragen aan de waterstand verlagende opgave voor de korte en lange termijn voor de Rijn en Waal. Daarnaast zijn er voor de Millingerwaard opgaven in het kader van Natura 2000. Het zand- en grind-, en op- en overslagbedrijf de Beijer Groep BV uit Kekerdom (de Beijer) is gevestigd in de Millingerwaard (areaal 12 ha, gemeente Ubbergen). Dit bedrijf kan vanwege de realisatie van de water- en natuurdoelen in het gebied, zonder wezenlijke aantasting van het bedrijf, niet worden gehandhaafd. Hierin spelen vooral de lange termijn waterdoelen, die aan het PKB project zijn gekoppeld, een belangrijke rol. Dit betekent dat het bedrijf uit de Millingerwaard moet vertrekken. Er zijn afspraken gemaakt tussen de direct belanghebbende partijen, zijnde het Ministerie van EZ/Dienst Landelijk Gebied, de Programma Directie Ruimte voor de Rivier en de Provincie Gelderland, over de herinrichting van de Millingerwaard en de uitplaatsing van het bedrijf de Beijer. Op 4 januari 2011 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland besloten om te starten met het opstellen van een inpassingsplan voor de Millingerwaard. De herinrichting van de Millingerwaard moet in december 2015 zijn gerealiseerd om de waterdoelen voor het gebied te behalen. De Beijer heeft aangegeven dat zij haar activiteiten niet wil beëindigen en zich wil hervestigen op een nieuwe locatie. De overheid moet zich inspannen om een alternatieve locatie te bieden als het bedrijf zich wil hervestigen. Economisch en maatschappelijk belang voor de Beijer en de regio De Beijer is al bijna vijftig jaar de leverancier van de grondstoffen voor de weg- en waterbouw, de betonindustrie, de tuin- en landschapsarchitectuur en de grof keramische industrie in Nederland. Het bedrijf werkt daarbij nauw samen met de andere dochterondernemingen van de Beijer, waaronder eigen productiebedrijven, scheepstransport, op- en overslag locaties in Nederland en Duitsland en transport per as. Door grote voorraden grondstoffen en snelle levering neemt de Beijer een goede marktpositie in Nederland in. De Beijer heeft op de bestaande locatie een bedrijf in op- en overslag van bouwmaterialen. Deze bestaan uit zand en grind, splitten, breuksteen en klei. Een groot gedeelte van deze materialen wordt over het water aangevoerd (circa 80-90%) vanuit diverse steengroeves in geheel Europa opgeslagen en per as afgevoerd. Ook wordt er per schip afgevoerd (circa 1020%). Daarnaast worden er materialen verpakt en gesepareerd door middel van zeef- en breekinstallaties. De klanten van de Beijer zijn aannemers, de GWW sector, Overheden, Architecten etc. Op de locatie zijn mobiele kranen en shovels aanwezig, ook zijn de vrachtwagens van de Beijer op het terrein gestationeerd. De Beijer heeft een loswal waar schepen geladen en gelost worden. In totaal werken er circa 20 mensen op het terrein. Op de huidige locatie heeft de Beijer ook haar hoofdkantoor voor de groep waar circa 25 mensen werkzaam zijn. De Beijer beschouwt de locatie Waalwaard als perspectiefvol voor een tijdige hervestiging. De oude situatie van de steenfabriek en de locatie lijken zeer sterk op de locatie in Kekerdom. De nieuwe locatie is gelegen op de Waal rivierkilometer 898; Kekerdom op 873. Het transport over de Waal en as (nabij A15) kan worden voortgezet. De nieuwe locatie kan hetzelfde afzetgebied naar haar klanten garanderen. Voor de werknemers betekent dit behoud van werk en het biedt tevens kansen voor nieuwe werknemers uit de directe regio. 9W9730/R0024/902513/Nijm -7-
12 december 2014
De nieuwe locatie betekent daarnaast een positieve ‘spin off’ voor de omgeving. De Beijer maakt gebruik van plaatselijke loonbedrijven, transportondernemingen, installatiebedrijven, constructiebedrijven etc. Programma WaalWeelde De herinrichting van de Waalwaard en de verplaatsing van de Beijer is onderdeel van het programma WaalWeelde. Dit programma is er op gericht om de Waal en haar omgeving mooier, veiliger, natuurlijker en economisch sterker te maken. Het programma WaalWeelde is een samenwerking tussen de provincie Gelderland, 15 Waalgemeenten, Waterschap Rivierenland, Rijkswaterstaat, Dienst Landelijk Gebied, de ministeries van Economie, Landbouw en Innovatie en Infrastructuur en Milieu, belangenorganisaties, bedrijven en omwonenden. In de Visie Waalweelde is economie één van de thema’s. Binnen dit thema wordt gestreefd naar voldoende en strategisch gesitueerde laad- en losplekken langs de Waal, om meer vervoer over water mogelijk te maken. Langs de Waal gaat mogelijk een tekort ontstaan van ongeveer tien hectare watergebonden bedrijventerreinen. Dit tekort ontstaat ondanks de verwachte ontwikkelingen in Tiel, Druten en mogelijk een locatie in het westelijk deel van de Waal. Samenvatting rechtvaardigingsbelang Gelet op het vorenstaande kan worden gesteld dat de bedrijfsverplaatsing van de Beijer haar grondslag vindt in ‘Ruimte voor de Rivier’. Het belangrijkste doel dat in dat verband wordt nagestreefd, is waterbeheersing en daarmee de bescherming tegen overstromingen. Dit kan worden aangemerkt als het uit de Vogel- en Habitatrichtlijn voortvloeiende rechtvaardigingsbelang ‘Volksgezondheid en openbare veiligheid’. Daarnaast kan onder verwijzing naar de betrokken economische en maatschappelijke belangen voor de Beijer en de regio worden gesteld dat eveneens sprake is van overige ‘dwingende redenen van groot openbaar belang’ als bedoeld in de Habitatrichtlijn. Alternatieven (zowel locatie- als uitvoeringsalternatieven) In gezamenlijkheid met de Provincie Gelderland zijn – onder andere in het kader van m.e.r.studies diverse locaties beoordeeld waaronder de Waalwaard. De Waalwaard bleef als enige locatie over, omdat de overige locaties scheepvaarttechnisch een probleem bleken, te klein waren en of financieel niet haalbaar waren. In januari 2010 heeft de steenfabriek De Waalwaard aan de Waalbandijk 69, 6669 MC Dodewaard (gemeente Neder-Betuwe) haar deuren gesloten. De Waalwaard is een buitendijks gelegen locatie in de Hiensche Uiterwaarden. Het fabrieksterrein ligt aan de Waal en heeft een Waterwetvergunning voor het lossen van grondstoffen tussen de kribben. Daarnaast biedt de nabijgelegen zandwinplas met een invaart naast het terrein van de steenfabriek de mogelijkheid om elders op het terrein te lossen. De locatie Waalwaard past binnen het provinciale perspectief op het bieden van ruimte voor watergebonden bedrijvigheid en het versterken van vervoer over water. Eind juni 2010 hebben Provinciale Staten besloten middelen beschikbaar te stellen voor de aankoop van de locatie door Bureau Beheer Landbouwgronden en is de locatie aangekocht. Sindsdien hebben verschillende activiteiten op de Waalwaard plaatsgevonden in het kader van tijdelijk beheer. Sinds begin 2012 is in verschillende panden op het terrein een handel in historische bouwmaterialen gevestigd. Naast locatie-alternatieven is het in het kader van de Ffw-beoordeling tevens van belang om zogenaamde uitvoeringsalternatieven te bekijken. Specifiek voor de sloopwerkzaamheden is in dat verband relevant om na te gaan of er ook in een later stadium, bijvoorbeeld pas ná gereedkoming van de nieuwbouw inclusief de permanente mitigerende maatregelen, kan worden gesloopt. Dit is in het onderhavige geval niet mogelijk. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de het grootste deel van de nieuwbouw (bouwwerken + terrein) fysiek niet kan worden gerealiseerd zonder sloop van de huidige bedrijfsbebouwing. 9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
-8-
1.6
Deskundigen die bij het project betrokken zijn en verantwoording ontheffingsaanvraag (G + J) Verantwoording onderliggende rapporten en deskundigen die de rapporten hebben opgesteld: 1. Onderzoek Flora- en faunawet, tijdelijk beheer Steenfabriek Waalwaard. EcologischAdviesbureau Viridis, Culemborg, 3 oktober 2012. Auteur H.G. Venema. Projectnummer: 2012-16 Opdrachtgever Dienst Landelijk Gebied, Regio Oost. 2. Mitigatie- en compensatieplan Waalwaard, Dodewaard, in het kader van de Floraen faunawet. Bureau Waardenburg Culemborg, 27 februari 2013. Auteurs: drs. A.D.G. Koopman R.J. Jonkvorst MSc. drs. T.J. Boudewijn. Projectnummer 12-725. Opdrachtgever Provincie Gelderland. 3. Notitie Mitigatie slikkige oevers Hiensche Waard Dodewaard. Dienst Landelijk Gebied, 17 september 2013. Auteurs. C. Buddingh (DLG), mede auteur F. van Gaasbeek (provincie Gelderland), brongegevens Jan Schieven (Grondbereik). 4. Notitie Mitigatie en compensatie t.b.v. de rugstreeppad, dwergvleermuis en huismus in de Waalwaard. Bureau Waardenburg Culemborg, 3 oktober 2013; Auteurs: G.F.J. Smit, E. Korsten & T.J. Boudewijn. Projectnummer 13-227. Opdrachtgever Provincie Gelderland. 5. Notitie Onderbouwing en toelichting toegepaste inventarisatiemethoden en voorkomen van soorten. Ecologisch adviesbureau Viridis, 9 december 2013. Auteur: Th. de Jong. Opdrachtgever Provincie Gelderland. 6. Notitie Geluideffecten in relatie tot natuur gedurende de aanlegfase voorbereidende werkzaamheden (cluster 1) en bouwfase (cluster 3). Royal HaskoningDHV, 17 maart 2014. Auteurs: W. Bont & G. Konings. Opdrachtgever Provincie Gelderland. 7. Onderhavig Activiteitenplan voor de ontheffingsaanvraag voor sloopwerkzaamheden ten behoeve van de bedrijfsverplaatsing van de Beijer Groep B.V. naar de Waalwaard te Neder-Betuwe. Royal HaskoningDHV, 3 november 2014; herzien 8 december 2014. Auteurs Hanita Zweers & Peter Schils (Royal HaskoningDHV). Opdrachtgever de Beijer Groep BV.
1.7
Verspreiding van beschermde soorten op en nabij de uitvoeringslocatie, inclusief de verantwoording van de verspreidingsinformatie(N + O) Het projectgebied omvat de voormalige steenfabriek De Waalwaard met een groot aantal bedrijfspanden met aan de westkant een woonhuis en een kantoorgebouw. Naast het woonhuis is een haag met struweel aanwezig. Het fabrieksterrein ligt midden in de Hiensche Uiterwaarden dat onderdeel is het Natura 2000 Uiterwaarden Waal (op termijn Rijntakken). Dit gebied omvat kaal begraasde weilanden, diepe en ondiepe plassen (Noordplas is voormalige zandwinning), wilgenstruweel langs de oevers en bos met wilgen- en populieren.
9W9730/R0024/902513/Nijm -9-
12 december 2014
Voor meer informatie over terreinbeschrijving wordt verwezen naar par. 2.1 van het Mitigatieen compensatieplan (Bureau Waardenburg 27 februari 2013) dat als bijlage 4 is bijgevoegd. Uit de Flora- en faunawet-onderzoeken blijkt dat de volgende relevante zwaarder beschermde soorten in het werk- en plangebied voorkomen:
huismus in woonhuis, gebouwen inclusief erfbeplanting; buizerd oude en nieuwe nest schietwilg bij fabrieksterrein; gewone dwergvleermuis in woonhuis; rugstreeppad kleiputten en fabrieksterrein; bever burcht in strang; broedvogels algemeen; rivierrombout bij de rivieroever (niet relevant - buiten werkgebied).
Vogels met vaste verblijfplaatsen: huismus (cat 2) & buizerd (cat.4) In figuur 6 zijn de waarnemingen van vogels met jaarrond beschermde verblijfplaatsen weergegeven. Op het fabrieksterrein van de Waalwaard zijn in 2012 zijn één tot drie nestplaatsen van huismussen vastgesteld. Onder de dakgoot van het woonhuis, het aardgasstation en de steenfabriek. De huismus is een koloniebroeder en valt onder categorie 2 van jaarrond beschermde nesten.
Figuur 6. Aanwezige beschermde soorten Flora- en faunawet.(bron: Bureau Viridis,2012). Vaste verblijfplaats van steenuil en kerkuil is niet aanwezig. (Bureau Waardenburg, oktober 2013).
Vaste verblijfplaats van steenuil en kerkuil is niet aanwezig (Bureau Waardenburg, oktober 2013). Verblijfplaats gewone dwergvleermuis is ter hoogte van het woonhuis waar tevens de huismus verblijfplaats heeft.
9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
- 10 -
De buizerd (categorie 4) staat met twee nesten op de kaart. De oostelijke nestlocatie bij de huidige invaart is waarschijnlijk een oude nest van 2011 (en niet meer in gebruik). De westelijke is een nieuw nest in een schietwilg (waarneming 2012). Aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen van de kerkuil en/of steenuil bij de loods van de oude steenfabriek kan op basis van het aanvullend veldonderzoek in het voorjaar van 2013 worden uitgesloten. Het projectgebied is daarmee geen onderdeel van functioneel leefgebied van deze twee soorten. (zie Notitie Bureau Waardenburg, 3 oktober 2013 in bijlage 3). Gewone dwergvleermuis (tabel 3/hr) In het woonhuis aan de westzijde van de Waalwaard (tevens locatie van de huismus) is in 2012 een zomerverblijfplaats van vier gewone dwergvleermuizen (tabel 3/hr) aangetroffen (Bureau Viridis, 2012). Deze verblijfplaats bevindt zich vermoedelijk in de daklaag van het woonhuis, met in- en uitvliegopeningen langs de daklijst. Er is geen spouw aanwezig. Het betreft waarschijnlijk een vaste rust- en verblijfplaats van enkele mannetjes. Er zijn in het najaar geen paarverblijfplaatsen aangetroffen. Rugstreeppad (tabel 3/hr) De kleiputten aan de noord- en oostzijde van het fabrieksterrein zijn leefgebied van de rugstreeppad (zie figuur 7). Het fabrieksterrein biedt voldoende plekken om in weg te kruipen (zand, muizenholletjes, opslag van stenen, tegels, hout et cetera). In de winterperiode van sept/oktober tot maart bieden de dijken en taluds van het fabrieksterrein hoogwatervrije overwinteringsgebied. De provincie Gelderland voert een aantal activiteiten waaronder demping van de kleiputten met voorplantingswater waarvoor apart een ontheffing is aangevraagd en maatregelen voor de rugstreeppad wordt getroffen. De werkzaamheden van de Beijer betreffen het slopen van woonhuis en opstallen. Uitgangspunt is dat de compenserende en mitigerende maatregelen voor de rugstreeppad getroffen zijn, de opstallen leeggeruimd zijn en dat het fabrieksterrein als leefgebied niet aantrekkelijk en ongeschikt gemaakt is. Bever (tabel 3/hr) De bever heeft leefgebied in de Waalwaard. De voor deze soort geschikt biotoop is in figuur 8 weergegeven (groene en bruine stippen). De bever heeft een (hoofd)burcht in de strang langs de Waalbandijk ten zuidwesten van Herberg De Engel (mond. med. E. Reijers, Agrarische Natuurvereniging). De burcht ligt op ongeveer 1 km ten oosten van de toegangsweg en oude steenfabriek. De bever foerageert in de strang langs de dijk, bij de toegangsweg (ter hoogte van de duiker) en in de plas ten noordoosten van de Waalwaard (zie figuur 7, bureau Viridis 2012). Op ca.150 meter ten oosten van de toegangsweg en direct naast de toegangsweg, onder de grote duiker nabij de aansluiting van de toegangsweg op de Waalbandijk zou een burchtlocatie aanwezig zijn Het betreft restanten van een zogenaamde bijburcht. Als hoofdburchtlocatie is deze locatie in verband met droogval van de strang ongeschikt. Daarnaast is door appellanten aangegeven dat er een burcht ten noordoosten van het bedrijfsterrein zou zijn. De locatie is gezien de zeer instabiele waterstanden niet waarschijnlijk (Jong, T. de 9-12-2013. Onderbouwing en toelichting toegepaste inventarisatiemethoden en voorkomen van soorten. Bureau Viridis).
9W9730/R0024/902513/Nijm - 11 -
12 december 2014
Figuur 7. Waarneming van de bever (geen burcht) en rugstreeppad (bron: Bureau Viridis,2012).
Figuur 8. Potentiële leefgebieden van habitatrichtlijnsoorten in/rondom plangebied (bron Passende beoordeling Bureau Waardenburg & SOVON (24 april 2013) en MER actualisatie bestemmingsplan.
9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
- 12 -
Beschermde vissoorten De aanwezigheid van beschermde vissoorten in het werkgebied ter hoogte van de Noordplas, invaar opening en Waaloever kan worden uitgesloten. In de aanvullende notitie van Bureau Viridis (december 2013) wordt duidelijk aangegeven dat gericht veldonderzoek is uitgevoerd naar mogelijk voorkomende beschermde soorten in de meest oostelijke plas en bij de Waaloever. Gezien de aanwezige biotopen en landelijke verspreiding zou alleen rivierdonderpad (tabel 2), kleine modderkruiper (tabel 2) en paling (RL) voor kunnen komen. De trekvissen beekprik, rivierprik, houting en steur (tabel 3) zijn zeldzaam en houden zich in de hoofdstroom van de Waal op. Deze soorten worden niet langs de oever en in de plas verwacht (geen functioneel leefgebied). De grote modderkruiper (tabel 3) komt in verband met concurrentie van andere vissoorten eveneens niet voor. Uit de visbemonstering in het werkgebied is aangetoond dat er geen beschermde vissoorten aanwezig zijn.
1.8
Effecten op beschermde soorten, mitigerende maatregelen(H + I +P + Q + R) Korte en lange termijn effecten op de beschermde soorten en staat van instandhouding per fase en per activiteit. Maatregelen om schade aan de soort te voorkomen of te beperken en maatregelen om onvermijdelijke schade aan de soort te herstellen. Tijdstip en locatie mitigerende en compenserende maatregelen In dit onderdeel zijn de effecten en maatregelen per soort beschreven. Allereerst worden de soorten behandeld waarvoor de Ffw-ontheffing wordt aangevraagd. Vervolgens worden de soorten behandeld waarvoor is gebleken dat in dit geval geen Ffw-ontheffing hoeft te worden aangevraagd. Per soort zal kort worden toegelicht waarom geen Ffw-ontheffing nodig is.
1.8.1
Soorten waarvoor de Ffw-ontheffing wordt aangevraagd Huismus Sloop van woonhuis en aangrenzende gebouwen De sloop van de gebouwen betekent vernietiging van vaste rust- en verblijfplaatsen van de huismus (categorie 2- koloniebroeder) en daarmee overtreding van artikel 11 van de Floraen faunawet. Overtreding kan voorkomen worden door tijdig alternatieve verblijfplaatsen te realiseren conform de soortenstandaard (DR 2011). In de toekomst worden nieuwe bedrijfsgebouwen gerealiseerd. Een voorwaarde voor de realisatie van de nieuwe bedrijfsgebouwen is dat geschikte nestplaatsen aangebracht worden voor de huismus. Een deel van de (erf)beplanting nabij het woonhuis en kantoor wordt verwijderd. Er blijft voldoende (erf)beplanting aanwezig voor de huismussen. Maatregelen: Sloop van de woning niet gedurende aanwezigheid broedende huismussen. Tijdelijke verblijfplaatsen huismussen realiseren. Permanente verblijfplaatsen realiseren in de toekomstige inrichting van de Beijer. In de zomer 2013 zijn conform bijlage 3 (Notitie Mitigatie en compensatie Bureau Waardenburg, 3 oktober 2013) in opdracht van de provincie/DLG twaalf huismuskasten (en vier vleermuiskasten) geplaatst in de buurt van het woonhuis waar de huidige verblijfplaatsen zijn. In figuur 9 is dit weergegeven. De tijdelijke locatie ligt zoveel mogelijk buiten het plan/werkgebied. De constructie kan indien noodzakelijk verplaatst worden buiten verstoringsgevoelige periode. Er dient voldoende groenblijvende beplanting (coniferen, haag, klimplanten) direct bij de constructie aanwezig te zijn. De tijdelijke voorzieningen kunnen drie maanden na het gereedkomen van de permanente voorzieningen verwijderd worden (buiten het broedseizoen). 9W9730/R0024/902513/Nijm - 13 -
12 december 2014
Figuur 9. Geplaatste tijdelijke nestkasten voor vleermuizen en huismussen. (locatie rode cirkel)
Blijvende verblijfplaatsen in toekomstige inrichting van de Beijer In de nieuwe bedrijfsgebouwen moeten minimaal 10 nestgelegenheden voor huismussen aangebracht worden. De maatregelen moeten zich richten op het in stand houden van voldoende nestgelegenheid voor een volledige kolonie, door (zie Koopmans et al. 2013): maken van spleten tussen laatste rij dakpannen en dakgoten; plaatsen van neststenen; aanleg van vogelvides (bijvoorbeeld speciale dakpannen) In het uiteindelijk ontwerp van de inrichting worden neststenen t.b.v. 10 nestgelegenheden opgenomen die uitwendig aan de gevel wordt geplaatst. De locatie van deze vaste verblijfplaatsen wordt door een ter zake deskundige bepaald. Daarnaast is de groeninrichting ook gericht op de huismus (variatie inclusief wintergroene erfbeplanting). Geluidbelasting – Heien of intrillen van fundering, aanmeerpalen en damwanden (enkele weken) De overige werkzaamheden op het terrein of omgeving hebben verder geen negatieve gevolgen voor de huismussen, met uitzondering van de tijdelijke heiwerkzaamheden en/of intrillen van de damwanden van de loskade wanneer dit gedurende het broedseizoen (maart t/m augustus) wordt uitgevoerd. Deze werkzaamheden die nabij de nestlocaties worden uitgevoerd gaan gepaard met een hoge geluidbelasting (100-130 dB(A)) en impulsgeluiden. In combinatie met zichtbaar fysieke aanwezigheid van machines, mensen en trilling (met name als gevolg van heien van de fundering) is het verlaten van de (tijdelijke) nestlocatie met eieren/jongen, en daarmee doding (verbodsart. 9), 9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
- 14 -
niet uit te sluiten. Het heien van de fundering van de gebouwen, aanmeerpalen en aanleg van de loskade moet zeker buiten het broedseizoen plaatsvinden, naar verwachting begin of eind 2015. Overig Er zijn verder geen activiteiten die negatieve gevolgen hebben voor deze soort. Ontheffing Er is voor de huismus in verband met art. 11 alleen een ontheffing benodigd voor de sloop van de woning en aangrenzende bouwwerken (locatie zie figuur 6). Met compenserende en mitigerende maatregelen worden negatieve effecten opgeheven en wordt de gunstige staat van instandhouding van deze soort gegarandeerd. Onder verwijzing naar het betrokken rechtvaardigingsbelang ‘Volksgezondheid en openbare veiligheid’ kan de ontheffing worden verleend. Gewone dwergvleermuis Sloop van het woonhuis De sloop van de het woonhuis betekent vernietiging van vaste rust- en verblijfplaatsen (zomerverblijfplaats) van de gewone dwergvleermuis (vier exemplaren) en daarmee overtreding van artikel 11 van de Flora- en faunawet. De gunstige staat van instandhouding van de soort kan – net als bij de huismus – worden gegarandeerd door tijdig alternatieve verblijfplaatsen te realiseren conform de soortenstandaard (DR 2011). In de toekomstige bedrijfsgebouwen moeten geschikte verblijfplaatsen aangebracht worden. Tijdelijke verblijfplaatsen gewone dwergvleermuis. Tijdelijke verblijfplaatsen zijn in de zomer 2013 gerealiseerd (Zie huismussen) conform bijlage 3 (Notitie mitigatie en compensatie, Bureau Waardenburg, 3 oktober 2013). Permanente maatregelen In de nieuwe bedrijfsgebouwen worden vier nieuwe verblijfplaatsen voor vleermuizen gerealiseerd. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van een Vleermuis wandschaal, zoals in figuur 10 is aangegeven.
Figuur 10: Voorbeeld zomerschuilplaats vleermuizen.
Heien of intrillen van fundering, aanmeerpalen en damwanden (enkele weken) De werkzaamheden kunnen verstorend werken wanneer de vleermuizen (4 mannelijke exemplaren) in de kasten aanwezig zijn (periode maart-september). In verband met aanwezigheid van de huismus vindt het heien en intrillen van de damwanden plaats buiten 9W9730/R0024/902513/Nijm - 15 -
12 december 2014
het voortplantingsseizoen (maart-augustus) waardoor verstoring van de gewone vleermuis in deze periode niet plaatsvindt. Wanneer in september geheid wordt kan dit tijdelijk een verstorend effect hebben. Om verstoring zekerheidshalve te voorkomen dient ook in deze periode niet geheid te worden. Heien zal dan ook vóór maart 2015 of na september 2015 moeten plaatsvinden. Overig Er zijn verder geen activiteiten die negatieve gevolgen hebben voor deze soort. Ontheffing Er is voor de gewone dwergvleermuis in verband met art. 11 een ontheffing benodigd voor de sloopwerkzaamheden met betrekking tot het woonhuis. Met compenserende en mitigerende maatregelen worden negatieve effecten opgeheven en wordt de gunstige staat van instandhouding van deze soort gegarandeerd. Onder verwijzing naar het betrokken rechtvaardigingsbelangen ‘Volksgezondheid en openbare veiligheid’ en ‘economische dwingende redenen van groot openbaar belang’ kan de ontheffing worden verleend.
1.8.2
Soorten waarvoor géén Ffw-ontheffing benodigd is Rugstreeppad Sloop bestaande fabriek en bouw nieuwe opstallen Uitgangspunt is dat het fabrieksterrein niet geschikt is als leefgebied door de mitigerende en compenserende maatregelen die getroffen zijn door de provincie Gelderland. Het fabrieksterrein is leeggeruimd, de kleiputten gedempt, het fabrieksterrein is opgehoogd en uitgebreid en er is alternatief geschikt voortplantings- en overwinteringsbiotoop gerealiseerd. De sloop- en bouwwerkzaamheden heeft geen negatieve gevolgen voor de rugstreeppad. Overig Er zijn verder geen activiteiten die negatieve gevolgen hebben voor deze soort. Ontheffing Er is voor de rugstreeppad geen ontheffing benodigd. Bever Heien en/of intrillen Het heien en/of intrillen (fundering, loskade, aanmeerpalen -gedurende enkele weken) heeft gezien de grote afstand van de beverburcht tot de geluidbron ( enkele honderden meters) geen verstorende werking. De ingreep heeft geen negatieve effecten op de bever Overig Er zijn verder geen activiteiten die negatieve gevolgen hebben voor deze soort. Ontheffing Er is voor de bever geen ontheffing benodigd. Buizerd Geluidverstoring voorbereidingswerkzaamheden, sloop, heien en/of intrillen De extra geluidverstoring als gevolg van de voorbereidingswerkzaamheden, sloop van de opstallen, heien en/of intrillen (fundering, loskade, aanmeerpalen - gedurende enkele weken) heeft mogelijk een verstorende werking op de buizerd. Het nest bevindt zich op basis van de bevinding van Viridis (2012) nabij de ingang van het bedrijventerrein. Op basis van recent veldbezoek (H. Zweers, 13 maart 2014) is geen geschikt buizerdnest meer aangetroffen. Conform waarneming van waarneming.nl bevindt de buizerd zich regelmatig ter hoogte van de plassen westelijk van het bedrijventerrein en bevindt daar mogelijk een nest. De geluidbelasting is hier minder dan 55 dB(A) (heien) of minder dan 47 dB(A) bij de 9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
- 16 -
voorbereidingswerkzaamheden. De buizerd komt vaker in de nabijheid van mensen geluidbelaste situaties voor. De werkzaamheden, het heien en/of intrillen heeft gezien de afstand en ongevoeligheid van de soort geen verstorende werking op de buizerd en mogelijke nieuwe broedlocatie. Overig Er zijn verder geen activiteiten die negatieve gevolgen hebben voor deze soort. Ontheffing Er is voor de buizerd geen ontheffing benodigd. Broedvogels Geluidverstoring als gevolg van voorbereidingswerkzaamheden, slopen, heien en/of intrillen De verschillende voorbereidingswerkzaamheden, slopen en heien en/of intrillen van de damwanden (gedurende enkele weken) gaan gepaard met extra geluidbelasting. Het heeft mogelijk een verstorende werking op broedvogels. De geluidbelasting gedurende de sloopen heiwerkzaamheden (enkele weken) is iets hoger en intensiever dan in de huidige situatie maar heeft naar verwachting geen verstorende invloed op broedvogels. Wanneer de werkzaamheden gestart zijn voor het broedseizoen zijn negatieve effecten zeker uitgesloten. De vogels kunnen tijdig uitwijken naar alternatief broedbiotoop. Wanneer de activiteiten starten gedurende het broedseizoen kan het mogelijk een verstorende werking hebben. Dit geldt specifiek voor het heien van de fundering van de gebouwen nabij de broedlocatie van huismus, waar ook andere broedvogels zoals mezen aanwezig zijn. Negatieve effecten kunnen worden uitgesloten wanneer buiten broedseizoen wordt geheid op het bedrijventerrein nabij de huismuskasten. De aanleg van de loskade en aanmeerpalen en overige voorbereidende werkzaamheden hebben naar verwachting een minder verstorend effect. De afstand tussen geluidbron en broedvogels is groter. Bij (impuls)geluiden treedt er eerst een schrikreactie op. Wanneer er geen associatie met gevaar volgt treedt er veelal snel gewenning op. Het geluid is bij heien niet continue en overdag waardoor er geen of beperkte verstoring van gezang/territoriumgedrag plaatsvindt. Daarnaast is door fysieke aanwezigheid in verband met recreatie al sprake van verstoring. In figuur 11 zijn de verstoringszones weergegeven zoals ook opgenomen in de Passende beoordeling (4.5.4 - tijdelijke verstoring door aanlegwerkzaamheden). Aanwezigheid van broedvogels op het werkterrein wordt met mitigerende werkzaamheden voorkomen Buiten het werkgebied komen gezien de recreatieve druk geen verstoringsgevoelige broedvogels voor. De tijdelijke extra geluidbelasting heeft op de aanwezige broedvogels geen verstorend effect.
9W9730/R0024/902513/Nijm - 17 -
12 december 2014
Figuur 11. Recreatieve verstoring in de Hiensche Uiterwaarden (bron: Passende beoordeling par. 2.1 – fig.2.2)
Samengevat worden ten aanzien geluidverstoring van broedvogels de volgende mitigerende maatregelen voorgesteld: Heien fundering van de gebouwen (mede i.v.m. huismus) buiten broedseizoen uitvoeren. Aanbeveling (niet noodzakelijk): heien/intrillen loskade/aanmeerpalen uitvoeren buiten broedseizoen. Overig Er zijn verder geen activiteiten die negatieve gevolgen hebben voor deze groep. Ontheffing Er is voor broedvogels geen ontheffing benodigd. Deze groep profiteert van mitigerende maatregelen die zijn voorzien voor de huismus. Vissen Wateronttrekking en –lozing Er wordt via een nieuw aan te leggen onttrekkingspunt (nabij de loskade) oppervlaktewater onttrokken voor verschillende doeleinden (o.a. wassen van grind/vrachtwagen/antistofmaatregel). De hoeveelheid is beperkt en veroorzaakt alleen lokaal voor aanzuiging. De onttrekkingshoeveelheid en maatvoering van de inlaat is zodanig dat de aanzuigsnelheid 9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
- 18 -
past binnen de referentie snelheden voor visvriendelijke inlaten (voorkeur aanzuigsnelheid <0,1 m/s; maximaal <0,3 m/s; bron KIWA). De inlaat wordt voorzien van een rooster en/of zeef om ongewenste vervuiling te voorkomen waarbij eveneens inzuiging van vis/waterfauna verder wordt voorkomen. De wateronttrekking heeft geen negatieve effecten op de aanwezige en (potentiele) vissoorten die na aansluiting op de Waal in de plas kunnen voorkomen. Er zijn twee lozingspunten richting het oppervlaktewater voorzien. De hoeveelheid is afhankelijk van de wasactiviteiten en hoeveelheid neerslag. Voordat het spoel- en/of regenwater geloosd wordt vindt er bezinking van zwevende delen plaats in speciale straatkolken. Bij de lozingspunten zal een controlevoorziening worden aangebracht. Vuil water wordt geloosd via de nieuwe persriolering. Er is geen sprake van negatieve effecten op beschermde soorten die in de rivier (trekvissen) en/of rivieroevers (rivierrombout) voorkomen. Vervuiling van het oppervlaktewater wordt door scheiding van watersystemen en bezinking voorkomen. Daarnaast is de geloosde hoeveelheid beperkt en vindt er directe menging op met het Waalwater. Voor het onttrekken en lozing op de Waal wordt een watervergunning aangevraagd. Deze vergunning stelt eisen, mede vanuit ecologisch oogpunt. Hierdoor worden negatieve gevolgen voor het watersysteem voorkomen. Overig Er zijn verder geen activiteiten die negatieve gevolgen hebben voor deze groep. Ontheffing Er is geen ontheffing benodigd voor vissen.
1.9
Beschrijving huidige situatie (L) Beschrijving huidige situatie De Waalwaard is een buitendijks aan de Waal gelegen locatie, ten zuiden van het dorp Dodewaard. Het terrein ligt omsloten door het Natura 2000-gebied Rijntakken. Tot januari 2010 was op deze locatie een steenfabriek in bedrijf. In oktober 2010 is de locatie gekocht door Bureau Beheer Landbouwgronden. Op het moment van aankoop zijn alle logistieke activiteiten van de steenfabriek op het terrein afgerond (afvoer bakstenen). Na het beëindigen van de activiteiten van de steenfabriek hebben er verschillende activiteiten plaatsgevonden op de Waalwaard in het kader van tijdelijk beheer. De bedrijfswoning wordt bewoond en er zijn verschillende bijeenkomsten geweest. Sinds begin 2012 is in verschillende panden van de voormalige steenfabriek een handel in historische bouwmaterialen gevestigd. Het bedrijf heeft 10 werknemers en ontvangt circa 20 klanten per dag. Aan- en afvoer vinden plaats in lage frequenties met vrachtwagens. De activiteiten betreffen de aan- en afvoer en opslag van materialen, en het maken van hout op maat. Men heeft hiervoor een lintzaag en een afkortzaag in bedrijf. Bedrijfsvoering ten tijde van de steenfabriek Tot januari 2010 was de steenfabriek in bedrijf. Per vrachtwagen werden zand en klei aangevoerd en bakstenen afgevoerd. Hiervoor waren 200 vervoersbewegingen per dag vergund voor de ontsluitingswegen (komt overeen met 100 vrachtwagens, die heen- en terugrijden). In de fabriek waren onder meer een zanddrooginstallatie, vlamovens en stoomketels in bedrijf. Op het terrein zelf vonden constant vervoersbewegingen plaats voor het aan- en afvoeren van grondstoffen en fabricaten. De locatie is, ondanks de ligging direct aan de Waal, niet ontsloten via het water. Er is wel een loswal vergund tussen de kribben aan de Waal, maar deze is nooit gerealiseerd.
9W9730/R0024/902513/Nijm - 19 -
12 december 2014
1.10
Positie ten opzichte van natuurgebieden (M) Positie ten opzichte van natuurgebieden Het plangebied is omsloten door het Natura 2000-gebied Rijntakken (figuur 12).
Figuur 12 A en B Natura 2000 gebied Rijntakken (overzicht) en ter hoogte van planlocatie
9W9730/R0024/902513/Nijm 12 december 2014
- 20 -
1.11
Beschrijving zorgvuldig handelen (T) In tabel 2 zijn per werkactiviteit de gevoelige periodes weergegeven van de beschermde soort die binnen het werkgebied voorkomen. Binnen de oranje en rode periodes is werken mogelijk onder voorwaarden. De nadere inplanning en uitwerking van de mitigerende maatregelen wordt conform het vereiste vanuit de Flora- en faunawet aantoonbaar uitgewerkt in een ecologisch werkprotocol. Tabel 2. De gevoelige periodes van de beschermde soorten gerelateerd aan de sloop woning en aangrenzende gebouwen. activiteit sloop woning/ aangrenzende gebouwen
soort huismus
sloop woning
vleermuis
jan
feb
mrt april mei juni juli aug verstoring broedvogels is verboden; bij afwezigheid broedvogels is sloop mogelijk bij afwezigheid is sloop mogelijk
sept
okt
nov
dec
strippen van woning
mogelijk onder voorwaarde mogelijk (onder ecologische begeleiding door een ter zake deskundige) niet mogelijk - uitzondering wanneer verblijfplaatsen/broedlocaties niet aantoonbaar gebruikt worden vastgesteld op basis van onderzoek door een ter zake deskundige =o=o=o=
9W9730/R0024/902513/Nijm - 21 -
12 december 2014