DE AFFICHE: MEER TROEVEN DAN VERMOED? Pol Martens
Een website die een uitzonderlijke erfgoedverzameling ontsluit, met name een sinds jaren zorgvuldig uitgebouwde collectie affiches omtrent Brugge vormt het uitgangspunt voor onderstaande tekst. De vraag naar het nut van een dergelijk affichebestand deed ons nadenken over de troeven van de affiche voor de geschiedenisleerkracht. Wij formuleren een handvol losse bedenkingen omtrent de affiche, een medium dat mogelijks meer verdient dan een bescheiden rol als illustratie in de marge van uw cursus.
Het selecteren van beeldmateriaal blijkt voor al wie het opmaken van een cursus ernstig neemt – voor alle leerkrachten geschiedenis, dus – altijd weer een moeilijke keuze. Was in lang vervlogen tijden het gebrek aan bruikbare illustraties wel eens een probleem, dan is vandaag het overaanbod aan visuele documentatie veeleer een struikelblok. De nieuwe media staan er immers garant voor dat werkelijk alle beeldmateriaal nooit verder dan een muisklik van ons scherm verwijderd is. Toch valt op dat een aantal vaste waarden blijven terugkeren. Bladert men door een willekeurige cursus omtrent de geschiedenis van de Nieuwste Tijd, dan is de kans groot dat men een handvol afbeeldingen van affiches aantreft. De opkomst van de arbeidersbeweging, het fascisme, de schoolstrijd… bij het duiden van de grote omwentelingen wordt ter illustratie niet zelden een affiche in stelling gebracht. Dat mag niet verbazen. Van bij het ontstaan van het medium in de tweede helft van de negentiende eeuw heeft de affiche een duidelijk afgelijnde functie: het in één oogopslag duidelijk maken van een boodschap. Inderdaad: ook de illustratie in onze cursus dient precies hetzelfde doel. En laten wij vooral niet voorbij gaan aan de esthetische aspecten van de affiche. Wanneer het op kunstgeschiedenis aan komt, laten wij ons – geheel terecht – graag verleiden tot het presenteren van de affiche als kind van haar tijd: weinig is meer oogstrelend dan zo’n laat-negentiende-eeuws ontwerp van Jules Cheret of Alfons Mucha.
4 2 • H er me s • Jaarg an g 1 5 • nr. 49 • Ma ar t 20 11
DE AFFICHE: HET LEVENSVERHAAL Hier en daar een affiche in uw cursus: het blijven dankbare prentjes. Maar naar onze bescheiden mening heeft de affiche voor de geschiedenisleerkracht meer te bieden. Alleen al de geschiedenis van het medium in de voorbije honderd jaar biedt ons inziens voldoende stof om er tenminste terloops bij stil te staan. Een geschiedenis die zowat parallel loopt met de ontwikkeling van de moderne druktechnieken. Even kort schetsen. Het tekstplakkaat was al langer een vertrouwd middel om boodschappen – in het ancien régime veelal van de overheid – tot bij het morrende volk te brengen. Niet het meest efficiënte middel overigens, als men weet dat slechts een kleine minderheid de betreffende teksten kon ontcijferen. Het was wellicht niets minder dan een schok toen in de tweede helft van de negentiende eeuw de eerste kleurenaffiches het straatbeeld inpalmden. De opkomst van de kleurenlitho maakte het mogelijk grotere oplagen te maken van kleurafbeelding en tekst op groot formaat. In een tijd waarin de burger meer en meer als consument werd benaderd, bleek dit een gedroomde troef. En waar men eerder zou verwachten dat de nieuwe techniek slechts stapsgewijs veld zou winnen, gaan zich al van meet af aan een handvol bijzonder getalenteerde kunstenaars met de affiche inlaten. Voor de meesten onder hen bovendien een lucratieve bijverdienste. In de kortste tijd resulteert dat in een golf van uitmuntende creaties. In haar hoogdagen is de affiche bij uitstek de brenger van de nieuwste boodschappen. Commercieel, cultureel of politiek: wie iets te melden heeft, laat een affiche ontwerpen. En uiteraard volgt zij de evolutie van de druktechniek. Wanneer na de Tweede Wereldoorlog de offsetpers algemeen ingang vindt, wordt de aloude lithografie bedankt voor bewezen diensten. En komt ook de affiche in ander vaarwater terecht. Het toevoegen van fotografische afbeeldingen wordt het nieuwe ding. En nog later, wanneer de informatisering de grafische wereld grondig herschikt, kan ook de affiche niet achter blijven. Door die recentere ontwikkeling wordt het ontwerpen van affiches overigens een bezigheid met groot doe-het-zelfgehalte. Waar vroeger
een ontwerper en een drukker onontbeerlijk waren, ontwerpt wie vandaag een affiche wil aanmaken zelf zijn eigen creatie op pc. En print het resultaat ook nog op bevredigende wijze af. En toch: ondanks die drempelverlagende evolutie en het feit dat elke dag oeverloos veel affiches worden ontworpen, stelt men de efficiëntie van de affichecampagne meer en meer in vraag. Dat beweren wij niet zomaar: dat werd zowaar grondig onderzocht. Het was marktonderzoeksbureau Rogil dat een tijd geleden de boer op ging met een heus onderzoek naar de efficiëntie van de affiche in het straatbeeld. De resultaten logen er niet om. Een aantal proefpersonen, voorzien van een fietshelm met camera, namen plaats als passagier in een wagen. De camera registreerde nauwgezet waarnaar zij keken. Na de rondrit vulden de respondenten een vragenlijst in over wat hen was bij gebleven. Een teleurstellend geringe rol bleek daarbij weggelegd voor de affiche. Meer zelfs: wanneer ze evenwijdig met de straat wordt aangebracht, blijkt haar rol totaal verwaarloosbaar. Ook blijkt haar invloed af te nemen naarmate er meer beweging is in het straatbeeld. Daar tegenover staat, dat bewegende billboards het aanzienlijk beter doen: de rondrijdende reclame-aanhangwagen, we merkten hem allemaal wel al eens op. Ook de beweegbare panelen waarbij affiches mekaar na een paar seconden afwisselen, blijken enig soelaas te brengen. In de hoogdagen van Cheret en tijdgenoten – de koets was zowat het snelste vervoermiddel – was de kans dat een affiche de aandacht van de voorbijganger trok een stuk groter dan in onze hyperactieve leefwereld. En dus liggen de gloriejaren van de affiche achter ons. Meer dan kapers genoeg op de kust, overigens. Anno 2011 is de stroomversnelling waarin de wereld van de communicatie is beland niet meer bij te houden. In een tijd waarin zelfs tv- radio- of bioscoopreclame nog nauwelijks kunnen verrassen, bedenken reclamejongens elke dag weer andere middeltjes om ons in te lichten over alle nieuwe must-haves waarvan wij nog niet wisten dat wij ze missen. De gratis aansteker met het logo en de datum van uw volgende fuif. Het coole reflecterende armbandje met uw
nieuwste slogan. En ja, het met uw boodschap bedrukte condoom: u bestelt het via internet. Thuis geleverd. Het mag niet verwonderen dat in dit verhaal een hoofdrol is weggelegd voor het internet. Informatie overbrengen hoeft nog nauwelijks iets te kosten. Nu Facebooken andere sociale netwerksites u de mogelijkheid bieden om kosteloos Jan en alleman op de hoogte te brengen van uw nieuwste project, lijkt iets archaïsch als een affiche wel weggegooid geld. Toch mag, midden in alle communicatiegeweld, de brave affiche nog een figurantenrol vervullen. Al is ook dat geen certitude meer. Een voorbeeld, geput uit de affichecollectie waarvan sprake. Brugges Festival is een jaarlijks initiatief waarbij in de Brugse stadsschouwburg een weekend lang folk en wereldmuziek wordt gebracht. Bij de jongste editie besluit de organisatie, voor het eerst in een kwarteeuw, geen affiche te verspreiden. Andere communicatiemiddelen krijgen de voorkeur. In zekere zin staat het levensverhaal van de affiche model voor de ontwikkeling van onze communicatiemedia in de voorbije decennia. Biedt dit uitgangspunt stof voor een boeiende les die bovendien aansluit bij de leefwereld van uw leerlingen? Er is de affiche als medium in een veranderende maatschappij. En er is de boodschap en de evolutie van de wijze waarop die boodschap door de affiche wordt overgebracht. Misschien kunnen een paar verrassende conclusies worden getrokken. Wij selecteerden een handvol mogelijke invalshoeken.
BRUGGE: AFFICHEKUNST BADEND IN NEOGOTIEK Een eerste mogelijk uitgangspunt: affichekunst is schatplichtig aan het milieu waarin ze ontstaat. Wij selecteerden voor u een paar affiches uit de hogervermelde verzameling om dat te illustreren. De affichecollectie waaruit wij putten, heeft betrekking op Brugge. Een stad die, zoals u ongetwijfeld weet, vanaf de laatste decennia van de negentiende eeuw in de ban is van de neogotiek. En waar met name de architec-
Hermes • J a a rg a ng 1 5 • n r. 4 9 • M a a r t 2 0 1 1 •
43
tuur nog tot laat in de twintigste eeuw trouw blijft aan het neogotische concept. In die dagen zien wij in andere steden de affichekunst mee evolueren met de nieuwe grafische tendensen. Niet zo in Brugge. De volgzame wijze waarop de affichegrafiek in Brugge tot aan de Tweede Wereldoorlog het neogotische gedachtengoed blijft koesteren en bijgevolg bepaalde tendensen aan zich laat voorbij gaan,is zondermeer frappant. De aanwezigheid van een invloedrijke katholieke burgerij en haar visie op de middeleeuwse samenleving als rolmodel is daar niet vreemd aan. “Goddeloze” kunststromingen, de Art Nouveau om er maar eentje te noemen, kunnen in Brugge blijkbaar nauwelijks iemand bekoren. Dat is zo in de architectuur. En dat is niet anders in de affichekunst. Wat niet betekent dat geen interessante affiches ontworpen werden. Wel integendeel. Ondermeer een ontwerper als kunstschilder-academiedirecteur Florimond “Flori” Van Acker (1858-1940) stond binnen dat neogotische idioom garant voor boeiende creaties. Wat wij hier graag illustreren met twee fraaie voorbeelden. Waaruit zal blijken, dat ze voor meer interpretatie vatbaar zijn dan op het eerste zicht mag blijken.
Gulden Vlies Ter gelegenheid van de inhuldiging van de nieuwe zeehaven, het latere Zeebrugge, wordt in 1907 in het Provinciaal Hof in Brugge een spraakmakende Gulden Vliestentoonstelling georganiseerd. De affichecampagne rond deze tentoonstelling komt in handen van Flori Van Acker. Er worden twee affiches verspreid, waarvan wij er hier één bespreken. De kunstenaar deelt de bladspiegel van de affiche op in twee helften. Onderaan een fraai gotisch geïnspireerd tekstgedeelte. Boven dat tekstgedeelte een pronkerig kader. Daarin de trotse figuur van Filips de Goede, in 1430 stichter van de orde,in een weelde van heraldische motieven. In feestelijk Bourgondisch ornaat, met het typische hoofddeksel en wijd openwaaiende mantel. Zijn rechterhand rust zelfverzekerd aan zijn riem-met-dolk, terwijl zijn linker steunt op een soort wandelstok. Een scepter? Om zijn hals draagt hij vanzelfsprekend het snoer van de Orde van het Gulden Vlies.
4 4 • H er me s • Jaarg an g 1 5 • nr. 49 • Ma ar t 20 11
Op de achtergrond rijst in volle glorie Brugge op, met opvallend prominente stadspoorten en de gekende torens van de stad. Maar Van Acker kent zijn geschiedenis. De voorstelling van de torens stelt hem voor een dilemma: het belfort, voor Brugge zondermeer het meest iconische gebouw, is in de dagen van Filips de Goede nog niet voltooid. Pas tegen het eind van de vijftiende eeuw zal het belfort verhoogd worden met de kenmerkende octagonale bovenbouw, de zogenaamde “lantaarn”. Het vertrouwde silhouet van het meest herkenbare gebouw van de stad kan hij op de affiche dan ook niet weergeven zoals zijn tijdgenoten het kennen. Van Ackers oplossing voor dit probleem is even eenvoudig als spitsvondig: hij laat de mantel van Filips de Goede op een heel gracieuze wijze opwaaien, waarbij schijnbaar volkomen toevallig de bovenbouw van het belfort aan het oog van de toeschouwer wordt onttrokken. Van Acker is zich duidelijk bewust van de wijze waarop het menselijk oog waarnemingen aanvult met informatie die in het geheugen ligt opgeslagen. De toeschouwer “ziet” op de affiche een herkenbare toren, die in werkelijkheid niet wordt afgebeeld.
Neogotisch knipoogje Neogotiek speelt niet enkel met de vormentaal van de gotische kunst. Daarnaast blijken de neogotiekers zich ook te laten verleiden tot speelse knipoogjes naar de gebruiken en normen van de middeleeuwse kunstwereld. Een voorbeeld. Flori Van Acker tekent een affiche voor de Plechtige Stoet en Historische Feesten in het Prinselijk Begijnhof, ter gelegenheid van het zevende eeuwfeest in augustus 1925. Hier kiest hij voor een geslaagde versmelting van tekst en beeld. De achtergrond wordt enerzijds gevormd door een zicht op de Begijnhofkerk, met hoge kale bomen, waaronder een drietal begijntjes zich kerkwaarts begeven. Daaronder een tekstvak waarin de gotische letters, geflankeerd door een druiventros en een Vlaamse Leeuw. Frontaal voor de hele compositie de statige figuur van Johanna van Constantinopel. De gravin, frontaal afgebeeld, kijkt de toeschouwer pal in de ogen. Haar hoofddoek wordt door een kroon vastgehouden, haar kostbare gewaad drapeert zich in zware plooien tot op
de grond. In haar rechterhand houdt zij een keure waaraan twee zegels prijken, in haar linkerhand een scepter. Uiteraard beschikken wij, zoals dat met de meeste middeleeuwse figuren het geval is, niet over een portret of afbeelding die ons een beeld geeft van de figuur van Johanna van Constantinopel. Dus rijst de vraag, waar Flori van Acker voor deze vrouwenfiguur de inspiratie haalt. Nemen wij daarvoor u in gedachten mee naar de gotische zaal van het Brugse stadhuis. Daar treffen wij de fameuze muurschilderingen, die tussen 1805 en 1901 door Albrecht De Vriendt en zijn toenmalige Brugse leerling Emile Rommelaere werden ontworpen en uitgevoerd. Neogotiek, alweer. Tussen de talrijke figuren die op deze historiserende wandschilderingen staan afgebeeld, vinden wij ondermeer Boudewijn van Contantinopel, vergezeld van zijn dochters Margaretha en Johanna. En wat blijkt? Jawel: precies dezelfde dame kijkt ons hier aan, in precies dezelfde kledij, vergezeld van dezelfde attributen. Spreken wij hier van plagiaat? Nee, toch! Iemand als Flori van Acker, die zich zo graag door het middeleeuwse denken liet leiden bij het tot stand brengen van zijn kunstwerken, zal ongetwijfeld van de wetenschap zijn uitgegaan, dat bij de middeleeuwse meesters het gebruiken van elkaars iconografisch materiaal geenszins als oneerlijk werd aanzien. Meer zelfs: wie beeldmateriaal van een ander kunstenaar gebruikte, bracht als het ware een eerbetoon aan de schepper van dat materiaal. Van Ackers affiche als lofdicht op de muurschilderingen van Albrecht De Vriendt... Hij signeert het ontwerp zoals de meer zelfbewusten onder de middeleeuwse kunstenaars hun werken signeerden met “Flori Van Ackerfecit”, zeg maar: “Flori Van Acker heeft deze affiche ontworpen”. Elke grafische taal heeft haar eigen vocabularium. Er moeten beslist andere voorbeelden te vinden zijn van campagnebeelden die meer gelaagd blijken dan men bij een eerste oogopslag kan vermoeden.
NORMEN EN WAARDEN Wat destijds ondenkbaar was, is vandaag bon ton. Bedacht je gisteren een sterke slogan, dan blijkt die vandaag een foute keuze. En het
campagnebeeld dat vandaag gesmaakt wordt, interpreteert men morgen misschien wel verkeerd. Affiches en de relativiteit van beeldtaal. Het taalgebruik en de beeldtaal van vroeger? Goed voor een meewarige glimlach. Ocharme, zie dat aan: die moraliserende toon, die wijsvinger! Hoe schoolmeesterachtig allemaal! Maar laten wij niet te vroeg neerbuigend reageren. Twee voorbeelden uit de wereld van de politieke propaganda. Allebei van dezelfde gemeenteraadsverkiezingen. We schrijven Brugge, 1994. Op de lijst van SP, de toenmalige socialistische partij, krijgt Toon Colpaert de elfde plaats toegewezen. Op de VLD-lijst prijkt Roger Cools op de tweede stek. De verkiezingsaffiche van Toon Colpaert? Een cartoon. Bijzonder ophefmakend is dat anno 1994 niet meer. Hooguit leuk. Vandaag kijkt daar nog nauwelijks iemand van op. Maar kunt u zich inbeelden dat een politicus van een gevestigde partij zichzelf pakweg vijftig jaar geleden zou aanprijzen met een striptekening?Achiel Van Acker? Niet dus. Anderzijds: bij diezelfde verkiezingen laat VLD’er Roger Cools zich portretteren tegen een voor Bruggelingenoverbekende achtergrond: de Rozenhoedkaai met uitzicht op het belfort. Een cliché doet het altijd. Bovendien wil de man graag als een vertrouwenwekkend politicus voor de dag komen. Oplossing: we gaan voor het imago van de bezadigde politicus. Compleet met de huiselijke gezelligheid van de geurende pijp, ultiem attribuut van vaderlijke wijsheid. Vader weet het beter. We zijn vandaag amper zeventien jaar later. Welk politicus durft het nog aan om met pijp, sigaret of welk genotsmiddel dan ook op een verkiezingsaffiche te prijken? Foei, vuile roker! Juist, ja: belerende wijsvingers zijn iets van lang vervlogen tijden … Kunnen de leerlingen nog andere voorbeelden vinden van hoe de wijze waarop een boodschap wordt aangebracht een kind van zijn tijd blijkt te zijn?
MORRENDE STAD Stakende werknemers, hardnekkige kraakpandbewoners, studentenoproer: elke stedelijke gemeenschap kent haar eigen frustraties en spanningen. Vinden wij in het
Hermes • J a a rg a ng 1 5 • n r. 4 9 • M a a r t 2 0 1 1 •
45
affichebestand van zo’n gemeenschap iets terug van de breuklijnen waarmee ze te kampen heeft? Nemen wij opnieuw Brugge als casus. Wat blijkt? Onze zoektocht naar affiches die enige onrust laten vermoeden, lijkt niet meteen schokkende resultaten op te leveren. Een enkele affiche die wat ontevredenheid laat uitschijnen, heeft betrekking op de onrust die een nieuw verkeersplan met zich mee brengt. Een andere heeft het over bezorgdheid om de leefbaarheid van een stad met toenemende toeristische drukte. De affiche dateert van 1990. De betreffende campagne, S.O.S. voor een leefbaar Brugge, kwam destijds zowaar landelijk in de belangstelling. Het ontwerp van Benoit van Innis: een zwart vlak tegen een rode achtergrond, waarop de slogan in strakke, witte belettering. Een enkele maal verwijst een affiche uit het recente verleden van de stad naar echte onlusten. Naar de campagnes rond het fameuze Lappersfort, het bedreigde bos aan de stadsrand dat tot voor enige tijd met hand en tand werd verdedigd door een legioen standvastige groene jongens en meisjes. Markant: de ontwerper van de affiche waarmee tot actie werd opgeroepen, liet zich onmiskenbaar inspireren door het S.O.S.-campagnebeeld waarvan hierboven sprake. Met een logische keuze voor groen als achtergrond, in plaats van het rood van de affiche uit 1990.
4 6 • H er me s • Jaarg an g 1 5 • nr. 49 • Ma ar t 20 11
Conclusie: er zijn in de recente geschiedenis van Brugge wel een handvol affiches te vinden die enige opschudding doen vermoeden. Maar affichecampagnes rond zware sociale conflicten of andere onrust: niet in deze stad. En dan kan je gaan uitvissen hoe dat te verklaren valt. Aan uw leerlingen om uit te zoeken in welke mate in hun leefomgeving meer affiches maatschappijkritische boodschappen uitdragen. Niet alle steden heten Brugge.
De affiche als “massamedium” in de voorbije anderhalve eeuw … een verhandeling omtrent de tanende rol van de affiche in het huidige medialandschap … de affiche, de boodschap die ze overbrengt en de verpakking van die boodschap: voer voor een – waarom niet vakoverschrijdende – lesopdracht? Mocht bovenstaande tekst u inspireren om met uw leerlingen een project uit te werken, dan zouden wij en de lezers van Hermes het op prijs stellen, daar meer over te vernemen. Meer over de verzameling Brugse affiches op www.bruggeinaffiches.be U kan ons contacteren via
[email protected]