“WACHTERS VAN DE NACHT” GEVEN WAARSCHUWINGEN
AAN DE KERK VAN ONZE TIJD EEN PROFETISCHE BEDIENING AAN HET LICHAAM VAN CHRISTUS IN DEZE LAATSTE DAGEN. ANTICHRIST SERIES: BOEK 1 B
DE AANBIDDING VAN CHRISTUS VERSUS DE ANTICHRIST. De identiteit van de Antichrist in de Geschriften vanuit de Historische School van Interpretatie. Een expositie van het Boek Daniel, Openbaring, 2 Thessalonicenzen 2 en de Brieven van Johannes aangaande de identiteitskenmerken van de antichrist. DEEL II : DE ANTICHRIST IN 2 THESSALONICENZEN 2 Terwijl de meerderheid van de Christenen nog naar de antichrist zoekt, heeft deze antichristelijke “mens der wetteloosheid, de zoon des verderfs” reeds voor een lange tijd “als een god” in de “tempel Gods” gezeten! De verborgenheid der ongerechtigheid werkte al in de tijd van de Apostel Paulus, en kwam tot volle uiting toen de weerhoudende macht van het Romeinse Rijk uit de weg werd genomen in de 5e eeuw na Christus, zodat de andere, Rooms Katholieke Macht geopenbaard kon worden om haar antichristelijk werk te doen in vervulling van de profetische geschriften aangaande deze antichrist die zou komen. Eerste Uitgave: Mei 2011
ANTICHRIST SERIES DE AANBIDDING VAN CHRISTUS VERSUS DE ANTICHRIST BOEK no. 1B: De antichrist in 2 Thessalonicenzen 2 EERSTE UITGAVE, MEI 2011 DIT BOEK MAG VRIJ WORDEN VERSPREID, MITS HET IN HAAR GEHEEL WORDT BEWAARD EN ER GEEN PRIJS VOOR WORDT GEVRAAGD.
DIT SCHRIJVEN IS EEN DEEL VAN EEN GROEIEND AANTAL BOEKEN DIE BELANGRIJKE DINGEN AANGAANDE DE GEMEENTE VAN CHRISTUS VAN ONZE TIJD RAKEN. VOOR MEER INFORMATIE, GA NAAR DE WEBPAGINA VAN WATCHMEN OF THE NIGHT MINISTRIES/ WACHTERS VAN DE NACHT: www.watchmanwhatofthenight.com BESCHIKBARE TITELS UIT DE ANTICHRIST SERIES TITEL:
BOEK NUMBER:
- De Aanbidding van Christus versus de Antichrist, deel I. Introductie. - De Aanbidding van Christus versus de Antichrist, deel II. De Antichrist in 2 Thessalonicenzen 2. - De Aanbidding van Christus versus de Antichrist, deel III. De Antichrist In Daniel 7. - De Aanbidding van Christus versus de Antichrist, deel IV. De Antichrist in het boek Openbaring.
1A 1B 1C 1D
ALLE VERWIJZINGEN UIT DE GESCHRIFTEN KOMEN UIT DE STATEN VERTALING [DSV] OF DE NBG VERTALING. WE HEBBEN INTERESSE IN UW OPMERKINGEN OF VRAGEN. GEPUBLICEERD DOOR WATCHMEN OF THE NIGHT MINISTRIES/ WACHTERS VAN DE NACHT, GEEN VAST ADRES. E-mail:
[email protected] Website: www.watchmanwhatofthenight.com
DIT BOEK IS NIET VOOR DE V E R K O O P ! “Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het om niet” (Mattheus 10:8).
INHOUDSOPGAVE DEEL II “ANTICHRIST” IN 2 THESSALONICENZEN 2” ................................................... 4 DE DAG DES HEREN EN DE WEDERKOMST VAN DE HERE JEZUS NIET VÓÓR DE OPENBARING VAN DE ANTICHRIST….............................................................................. 4 DE AFVAL EN DE OPENBARING VAN “DE MENS DER ZONDE, DE ZOON DES VERDERFS”. ... 7 Afval; APOSTASIE..................................................................................................... 7 Afval of Apostasie waarvan?.................................................................................... 10 Niet één maar een opeenvolging van meerdere Antichristen... ............................... 11 Antichrist zittende in de Tempel van God... ............................................................. 16 Het Begin der Ongerechtigheid [Wetteloosheid], de Manifestatie van de Ongerechtigheid [Wetteloosheid] en het Einde van de Ongerechtigheid [Wetteloosheid]; 5 Fasen. ........................................................................................ 20 Ad 1: “Want de verborgenheid der ongerechtigheid [het geheimenis der wetteloosheid] is reeds in werking”...................................................................... 21 1. Het inbrengen van een “andere evangelie”, “andere Jezus” en een “andere geest” ................................................................................................................. 23 2. Het inbrengen van andere leringen en tradities; de afwijking van het Woord van God ............................................................................................................. 26 3. Onbijbelse houding tegenover zonde ............................................................ 30 4. Vervolging van ware Christenen................................................................... 31 5. Afwijking van de oorspronkelijke orde of patroon in samenkomst van de gemeente van Christus....................................................................................... 33 6. Valse, Bedrieglijke Wonderen ...................................................................... 37 7. De verkoop van de genade God! ................................................................... 39 Ad. 2: En nu, wat hem wederhoudt, weet gij.... Alleenlijk, die hem nu wederhoudt, die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden................................................................................................................... 42 Ad. A: Rome niet langer de hoofdstad van het Romeinse Rijk ........................ 45 Ad. B: De lokale macht verplaatst naar Ravenna ............................................. 45 Ad. C: Het einde van het Westelijke gedeelte van het Romeinse Rijk in het jaar 476 na Christus. ................................................................................................. 45 Ad. 3: Dan zal de wetteloze zich openbaren......................................................... 46 Ad. 4: dien de Here Jezus zal doden door den adem zijns monds........................ 48 Ad. 5: “dien de Here Jezus.......machteloos zal maken door Zijn verschijning, als [wanneer] Hij komt” [NBG] “denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst” [DSV] .... 49 De Satan is de macht en kracht achter de Antichrist:.............................................. 50 Daarom; Houdt vast aan de overleveringen van de Apostelen en Profeten! .......... 52 2 THESSALONICENZEN 2 SAMENGEVAT: ....................................................................... 53
3
“ANTICHRIST” IN 2 THESSALONICENZEN 2” Dit gedeelte van de brief van Paulus aan de Thessalonicenzen wordt vaak gebruikt om aan te tonen en te bewijzen dat de manifestatie van “de Antichrist” nog iets van de toekomst is, en dat we dan te maken zouden krijgen met een bepaald individu, “de zoon des verderfs, de tegenstander”, of “de mens der zonde, de zoon des verderfs”, die zich als een openlijke vijand van God en de Messias, in de nog te herbouwen Tempel in Jeruzalem zou moeten openbaren. Dit is nu zo’n algemene lering onder de Christenen, dat het nu moeilijk is geworden om de Christen er van te overtuigen dat deze interpretatie voorheen niet werd geleerd. Christenen van voorbijgegane eeuwen gaven een heel andere interpretatie van “de mens der zonde, de zoon des verderfs”! Wij willen nu de lezer stapsgewijs door de geschriften van 2 Thessalonicenzen 2 nemen om te onderzoeken en te toetsen of de nu populaire lering wel de juiste lering is, en of wellicht de Christenen van voorheen de waarheid hadden verkregen aangaande de ware identiteit van deze “mens der zonde en zoon des verderfs”. We vragen de lezer met open ogen en een open denken het tweede hoofdstuk van Thessalonicenzen nog eens te lezen voordat we nu naar ieder vers afzonderlijk kijken.
De Dag des Heren en de Wederkomst van de Here Jezus niet vóór de Openbaring van de Antichrist… 2 Thessalonicenzen 2:1-2: “Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van [onzen] Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, het zij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren (reeds) aanbrak” [NBG] “En wij bidden u, broeders, door de toekomst van onzen Heere Jezus Christus, en onze toevergadering tot Hem, Dat gij niet haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande ware” (DSV) Paulus instrueert de gelovigen in Thessalonica aangaande de Wederkomst van Christus en wat er eerst nog moet gebeuren voordat die wederkomst kan plaatsvinden. Het lijkt uit deze brief alsof de Christenen bezorgd en bewogen waren door een bepaalde prediking of brief waaruit zij blijkbaar tot de conclusie waren gekomen dat “de dag des Heren” reeds was aangebroken in hun tijd, en dat zij de komst des Heren elk moment konden verwachten1. In deze brief leert Paulus hen wat er aan deze deze “dag des Heren’ vooraf behoort te gaan vóórdat die Dag kan aanbreken. Wij kunnen onszelf de vraag stellen waarom de Christenen zo bewogen en bezorgd waren omtrent zulke berichten, want men zou denken dat zij toch zeer verheugd zouden moeten zijn met de verwachting van de spoedige wederkomst van Christus? Is het niet de kern van onze hoop in Christus, dat wij op een dag weer met Hem verenigd zullen worden, zoals vele geschriften ons beloven? Paulus zelf had in zijn eerste brief aan deze Christenen in Thessalonica hen de hoop gegeven aangaande de belofte van de opstanding van de verlosten en de wederkomst van Jesjoea: “Doch, broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben. Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, weder brengen met Hem. Want dat zeggen wij u door 1
Misschien naar aanleiding van de eerste brief van Paulus aan de gelovigen in Thessalonica; 1 Thess. 5...
4
het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. Zo dan, vertroost elkander met deze woorden” (1 Thessalonicenzen 4:13-18). Hier hebben wij de prachtige belofte zeggende dat al degenen die Christus waarlijk toebehoren, Hem als Koning mogen verwelkomen zoals dat in vroegere tijden bij de komst van koningen gewoon was..... De uitverkoren en verlosten van onze Koning Jesjoea mogen Hem als het ware naar Zijn Troon in Jeruzalem vergezellen. “Zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt aan de oostzijde..... En de HERE [JHWH], mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem. En de HERE [JHWH] zal Koning worden over de gehele aarde..” (lees Zacharia 14). Met veranderde en verheerlijkte en onsterfelijke lichamen (zie 1 Corinthiers 15:52) zullen wij die in Christus Jezus overwinnen, bij Hem in Zijn Koninkrijk mogen zijn om met Hem over de aarde te regeren (Openbaring 20). Het is nu hier in dit schrijven niet de bedoeling dat wij lang op deze prachtige belofte van de Wederkomst ingaan, maar het gaat er nu om dat Paulus in deze brief de Christenen trachtte te instrueren dat deze komst van Christus niet zal komen totdat er bepaalde profetische uitingen en geschriften aangaande de “antichrist” in vervulling zouden gaan! Paulus leerde hen dat zij de wederkomst van Jesjoea niet konden verwachten, totdat de “afval” had plaatsgevonden, en de “mens der wetteloosheid, de zoon des verderfs” zich had geopenbaard... Waarom waren zij zo bewogen en bezorgd? Niet alleen omdat zij, zoals wij, met verlangen uitzien naar de Komst des Heren, maar ook omdat zij vanuit de profetische uitingen, geschriften en waarschuwingen wisten dat “de Dag des Heren” een gevaarlijke, beangstigende en moeilijke tijd zou zijn! Jezus had tot Zijn discipelen gezegd dat in de tijd voor Zijn komst, de mensen zullen “ bezwijken van vrees en verwachting der dingen, die het aardrijk zullen overkomen; want de krachten der hemelen zullen bewogen worden. En alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid” (zie Lukas 21:25-28). Echter, ook dat in die tijd, wanneer deze dingen beginnen te geschieden, mogen wij onze hoofden opwaarts richten omdat onze verlossing nabij is (vers 28). Ook hadden deze eerste Christenen gehoord en geleerd van de komende antichrist die zulke verschrikkelijke, gruwelijk en verleidelijke dingen zou ondernemen tegen Gods volk zodat zij met vreze zulke tijden tegemoet gingen. Zij baden dan ook voor de instandhouding van het Romeinse rijk omdat zij wisten dat de antichrist zich zou openbaren na de val van dit rijk. Wij spreken meer hierover verderop in ons schrijven. De “bewogenheid” of “verschrikking” van deze Christenen moet dan ook een mengeling van hoop, blijdschap, en eerbiedige vreze zijn geweest, wetende dat die tijd, juist voor de komst des Heren, een tijd is waarin al die dingen die niet in Zijn Eeuwige Koninkrijk passen, uit de weg zullen worden geruimd. “Wiens stem toen de aarde bewoog; maar nu heeft Hij verkondigd, zeggende: Nog eenmaal zal Ik bewegen niet alleen de aarde, maar ook den hemel. En dit woord: Nog eenmaal, wijst aan de verandering der bewegelijke dingen, als welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de dingen, die niet bewegelijk zijn. Daarom, alzo wij een onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de genade vast houden, door dewelke wij welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied en godvruchtigheid. Want onze God is een verterend vuur” (Heb. 12:26-29). Alles wat niet tot Zijn “onwankelbaar koninkrijk” behoort, zal door Zijn Hand “schudden”, “wankelen” en vallen. We spreken van een periode of een bepaalde tijd waarin de Here Jezus Zelf de Aarde zal reinigen en ontdoen van al wat Hem en Zijn Heilige Rijk niet toebehoort. Voor zo’n tijd vreesden de Christenen met eerbiedige vreze.... Petrus ook waarschuwt met sombere en ernstige woorden: “ Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden. Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heiligen wandel en godzaligheid! Verwachtende en haastende tot de toekomst van den dag Gods, in welken de hemelen, door vuur ontstoken zijnde, zullen vergaan, en de elementen brandende zullen versmelten. Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont. Daarom, 5
geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede;(Lees 2 Petrus 3:10-14). Het is een tijd waarin de “.. Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk vergaderen al de ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid doen; En zullen dezelve in den vurigen oven werpen; daar zal wening zijn en knersing der tanden. Dan zullen de rechtvaardigen blinken, gelijk de zon, in het Koninkrijk huns Vaders. Die oren heeft om te horen, die hore” (Matt. 13:41-43). Het is een tijd, een periode, waar Gods Gemeente naar mag uitzien, echter met een eerbiedige vreze, want het is een duistere tijd, een moeilijke tijd, een tijd van Gods gericht over de naties; een tijd waarin Hij ook een volledig einde zal maken aan al de landen waarnaar Zijn volk Israel is verstrooid: “Gij dan, vrees niet, o Mijn knecht Jakob! spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israel! want zie, Ik zal u uit verre landen verlossen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil en gerust zijn, en er zal niemand zijn, die hem verschrikke. Want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te verlossen; want Ik zal een voleinding maken met al de heidenen, waarhenen Ik u verstrooid heb; maar met u zal Ik geen voleinding maken; maar Ik zal u kastijden met mate, en u niet gans onschuldig houden” (Jeremia 30:10-11). Volgens de “Tenach” (het Oude Testament) zijn er verscheidene “Dagen des Heren” geweest waarin God in een bepaalde wijze de aarde met Zijn gericht or oordeel bezocht. Het is een speciale “bezoeking” van JHWH, de God van Israel, aan de ongerechtigheden van deze wereld. De laatste “Dag des Heren” is zowel een periode juist voor de komst des Heren, als de tijd waarin Jesjoea werkelijk lichamelijk naar de aarde terugkeert. Het is een bepaalde, begrensde periode waarin de aarde voorbereid wordt voor de komst van Jesjoea en Zijn Koninkrijk, maar ook de tijd waarin Hij daadwerkelijk aan de Hemel zal verschijnen; de dag waarin Hij Zijn Engelen uitzendt om Zijn heiligen te verzamelen, om gezamenlijk naar de Aarde te komen; de beloofde “laatste” dag van de Opstanding; de dag een waarin Hij Zichzelf als Koning der koningen, en Heer der Heerscharen over de gehele Aarde zal manifesteren. Er zijn zoveel geschriften omtrent de wederkomst van Christus dat wij daar nu niet verder op in kunnen gaan. Het is nu belangrijk voor ons om te constateren, aangaande deze brief van Paulus, dat we zo’n wederkomst van Christus niet kunnen verwachten, tenzij er bepaalde profetische geschriften aangaande deze “antichrist” vervuld zijn geworden! Hierdoor wordt de studie van de ware identiteit van de “antichrist” ook bijzonder belangrijk wanneer we Gods kalender met betrekking tot het “eind der tijden” en Zijn wederkomst willen bestuderen. Jesjoea heeft ons opgedragen om ons als “kinderen des lichts” op te stellen, zodat deze dag des Heren ons niet als een dief zal overvallen, zoals het bij de kinderen des duisternis het geval zal zijn (1 Thess. 5). Hij geeft ons de opdracht om Hem te blijven verwachten (Luk. 12:36-38), en om naar Zijn komst uit te kijken (1 Cor. 1:7; 2 Thess. 3:5), om de tekenen die Hij gegeven heeft in Zijn profetische woorden te bestuderen, om waakzaam en wakker te zijn, en om onszelf voor te bereiden voor die Dag (Mat. 24:42; 25:13; Luk. 21:36;1 Thess. 5:6 en vele andere geschriften). Hij bestrafte de discipelen niet toen zij Hem vroegen naar de tijd van Zijn wederkomst, maar hun Meester en Leraar beantwoordde hun verzoek om hen te doen kennen wanneer “deze dingen zullen geschieden”. De discipelen vroegen aan Hem wanneer de Tempel vernietigd zou worden, en wanneer het einde der tijden en de wederkomst zou zijn, en Jesjoea beantwoordde al deze drie vragen. De antwoorden zijn (onderandere) opgeschreven in Mattheus 24, Markus 13 en Lukas 21. Het is aan ons om de antwoorden op deze verschillende vragen te onderscheiden en te bestuderen, zodat wij ook mogen weten hoe ver wij tot de wederkomst van Jezus genaderd zijn. Wij mogen, en worden ook opgedragen, om de profetische woorden te bestuderen zodat wij onderandere mogen weten waar wij ons in Gods grote Kalender bevinden. Het is een leugen om te zeggen dat wij dit niet mogen en kunnen weten, want als wij als Zijn discipelen dit niet mogen weten, vertel ons, waarom zijn ons dan de profetische woorden en tekens gegeven aangaande het seizoen van Zijn wederkomst? De studie van 2 Thessalonicenzen is daarom niet alleen belangrijk vanwege de identiteit van de “antichrist”, maar ook om te zien of de profetische uitingen door Paulus reeds zijn vervuld of niet zodat we in staat zijn Gods kalender correct te lezen. Paulus zegt namelijk in deze brief duidelijk 6
dat wij de Komst van Jezus niet kunnen of moeten verwachten voordat de dingen, waarover hij in deze brief sprak, ook vervuld zijn geworden.... Vele Christelijke leraars van onze tijd vertellen ons dat de profetische woorden van 2 Thessalonicenzen 2 nog vervuld moeten worden, maar wij sluiten ons aan bij de Christenen van voorbijgegane eeuwen die hebben gezien en geweten dat de profetische uitingen van Paulus in dit gedeelte van zijn brief aan de Thessalonicenzen reeds vervulling hebben gevonden in de geschiedenis van de Kerk! Wij willen de lezer nu laten zien dat de “mens der zonde [wetteloosheid], de zoon des verderfs” zich reeds een lange tijd geleden geopenbaard heeft en dat hij met zijn bedriegelijk werk ook nu nog onder ons is, gezeten in de “Tempel Gods”; een Tempel die niet door de mens, maar door de Here Jezus gebouwd wordt, bestaande uit levende stenen van gelovigen in Zijn Naam.
De Afval en de openbaring van “de mens der zonde, de zoon des verderfs”. 2 Thessalonicenzen 2:3: Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs
“Laat niemand u misleiden”, zegt Paulus tot de Christenen, want velen, zei Jezus tot Zijn discipelen, zullen komen en zeggen: “Alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus, of daar, gelooft het niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden. Ziet, Ik heb het u voorzegd” (Mattheus 24:23-25)! Paulus waarschuwt en instrueert de vroege kerk hier om niet naar zulke valse profeten en christussen te luisteren en om hen niet na te lopen, want eerst, EERST, moeten er tenminste twee ontwikkelingen plaatsvinden in de Christelijke gemeente voordat we de wederkomst van Christus kunnen of mogen verwachten! Deze twee dingen of ontwikkelingen zijn: 1. De Afval 2. De Openbaring van “de mens der zonde [wetteloosheid], de zoon des verderfs”. Wat bedoelde Paulus met “de afval”? En waarop duidde hij wanneer hij sprak over “de mens der zonde, de zoon des verderfs? Wie of wat is “de mens der zonde, de zoon des verderfs”? Wanneer wij deze vragen op een bevredigende wijze kunnen beantwoorden aan de hand van andere geschriften en de feiten van de geschiedenis, dan hebben wij al een goed beeld van “de antichrist” kunnen vormen zonder zelfs naar de boeken van Openbaring en Daniël te gaan. We zullen echter nog zien dat deze twee laatstgenoemde boeken de interpretatie van 2 Thessalonicenzen 2 enkel bevestigen en verhelderen zodat we zonder twijfel mogen zijn aangaande de ware identiteit van “antichrist”. Zo zijn wij door God gewaarschuwd en op onze hoede voor deze aartsvijand van onze zielen!
Afval; APOSTASIE Het Griekse woord dat Paulus hier gebruikt voor “afval” is: Apostasia. In het Nederlands zou je zeggen: apostasie, oftewel: afvallligheid. Het Griekse woord “apostasion” (gerelateerd aan “apostasia) wordt vertaald als “scheiding van iets wat staat”. 7
“Apo” = weg-gaan van, scheiden van. “Histemi” = staan, stand houden, vestigen, gevestigd... Met andere woorden, Paulus spreekt hier van een “afval” een weggaan, een verlaten van, een scheiding van wat eens was gevestigd, stand had genomen, een positie had gekregen; namelijk: de waarheid in Christus; het waarlijk geloof; de zuiverheid van geloof dat eens aan de heiligen was overgeleverd! Daarvan zou men zich verwijderen of afvallen... Het wordt duidelijk dat Paulus de Christelijke gemeente er voor waarschuwt, zoals hij ook in andere brieven heeft gedaan, dat er een aanval op het ware geloof in Christus zou komen. Dit zou er toe leiden dat een “afval”, een “apostasie”, een “wegvallen”, een “afwijking” van de apostolische waarheid zou komen. Hetzelfde woord “apostasia” is gebruikt in Handelingen 21:21 wanneer de Joden Paulus er van beschuldigen “afval” te prediken: “En zij zijn aangaande u bericht, dat gij al de Joden, die onder de heidenen zijn, leert van Mozes afvallen [= apostasia], zeggende: dat zij de kinderen niet zouden besnijden, noch naar de wijze der wet wandelen..”. In dit geval spreekt het van een afval.. of afwijking.. of verlaten.. een scheiding.. van de Wet van Mozes. In 1 Timotheus 4:1 wordt de apostasie beschreven als een afval van het geloof en het volgen van dwaalgeesten (verleidende geesten) en leringen van boze geesten, door de huichelarij van leugensprekers. (Zie ook: Hebreeen 3:12; Lukas 8:13; Handelingen 5:37). We herinneren de lezer er aan dat Paulus zelf waarschuwde dat na zijn heengaan “uit uzelven zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te trekken [= apospao] achter zich. Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren lang nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen” (Handelingen 20:30-31). Dit is de “afval” of “apostasie” waartegen de Apostel waarschuwde en waarover hij profeteerde in deze brief aan de Christenen in Thessalonica (zie ook 2 Petrus 2:1-3). Het is daarom niet voor niets dat Judas in zijn brief de gelovigen er toe aanmoedigde om vooral tot het uiterste te strijden voor “het geloof dat eenmaal den heiligen overgeleverd is” (Judas 3-4)! De Here Jezus en Zijn eerste Apostelen wisten dat de tijd zou komen waarin de Gemeente van Christus er toe verleid zou worden om van het pure en ware geloof zoals het door hen was opgebouwd, af te dwalen. Zij zouden andere leringen, andere geesten, een ander evangelie en andere tradities aannemen die niet overeenkomstig zijn met het fundament zoals Jezus en de Apostelen hebben gelegd. Het ware huishouden van God is gebouwd op “het fondament der Apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen” (Efe. 2:20), maar Paulus waarschuwt tegelijkertijd in zijn brief aan de Corinthiers dat een ieder er wel toe moet zien, hoe hij op dit fundament bouwt: goud, zilver en kostbaar gesteente? Of hout, hooi en stro? Een afval van het ware geloof, het afwijken van het fundament dat Jezus en Zijn Apostelen hebben gelegd en het inbrengen van valse, niet-Bijbelse leringen en tradities is gelijk aan het bouwen van “hout, hooi en stro”. Uiteindelijk is in deze afval zo veel valsheid en bedrog binnengekomen, waardoor er eigenlijk een gehele andere fundering werd gelegd. Er bleef niets meer over dan een antichristelijk bouwwerk waarin niet de Christus, maar de antichrist, de “mens der zonde en de zoon des verderfs” gehoorzaamd en aanbeden werd. De ware Christenen die wel getrouw wilden blijven aan het fundament, scheidden zich van dit antichristelijk bouwsel af. De vraag is nu: heeft zo’n “afval” van het ware en pure geloof plaatsgevonden in de geschiedenis van de kerk? Is er zo’n “apostasie” gekomen, of moet deze profetische uiting van Paulus nog in de toekomst vervuld worden? Het antwoord op de eerste vraag is ongetwijfeld: ja! Ja, zo’n verwijdering van het geloof en van het Woord van God heeft inderdaad plaatsgevonden in de geschiedenis van de gemeente van Christus! En nee, we hoeven niet naar de toekomst te kijken voor de vervulling van dit profetische woord want het is overduidelijk dat zo’n “apostasie” zich al heel vroeg in de Christelijke Kerk ontwikkelde. Wanneer we de boeken over de kerkgeschiedenis openslaan, ontdekken we dat het niet lang duurde voordat er werd afgeweken van het patroon dat de Here Jezus en de eerste Apostelen hadden gegeven. Al snel vonden “andere leringen” en “andere tradities” en “andere geesten” ingang in de vroege kerk van de eerste en tweede eeuw. Vanaf het begin was de strijd voor het pure geloof intens! Vanaf het begin was het conflict met de “antichristelijke geesten en werken” aanwezig. 8
Paulus zegt zelf ook in deze brief aan de Christenen in Thessalonica dat “de verborgenheid der ongerechtigheid” (DSV) of “het geheimenis der wetteloosheid” [NBG] “..reeds in werking [is]” (2 Thess. 2:7). Paulus zag in zijn tijd al de zaden van de “antichrist” op de akker van God gestrooid worden. Deze eerste kiemen zouden uiteindelijk volledig tot rijpheid en volwassenheid komen in de volle manifestatie van “de ongerechtige” of “de wetteloze” (vers 8); “de mens der zonde, de zoon des verderfs”. Wij hoeven ook slechts naar de situatie van de huidige Christelijke gemeente te kijken om tot de conclusie te komen dat er inderdaad een “afval”, een “weggaan”, een “scheiding” van het pure geloof zoals deze aan de heiligen was overgeleverd, heeft plaatsgevonden. De kerk van vandaag, is niet de kerk van de eerste eeuw en in vele opzichten is de huidige kerk afgeweken van de apostolische kerk. Als wij het tweede en derde hoofdstuk van het Boek Openbaring lezen, krijgen we een goed beeld van deze strijd tussen het ware geloof en het valse; de ware kerk versus de valse, antichristelijke kerk; het Woord van God versus de leringen en tradities van de mens; de vrijheid van de Geest versus de controle en macht van de vleselijke mens. In deze brieven aan de “zeven kerken van Azie” wordt deze strijd heel duidelijk zichtbaar. Wij geloven met vele andere bijbelstudenten dat deze zeven gemeenten in werkelijkheid zeven tijdperken in de Christelijke kerk aanduiden, beginnend met het tijdperk van Efeze en eindigend met het tijdperk van de gemeente in Laodicea. Hierover spreken we later meer wanneer we het boek van Openbaring nader bestuderen. Het is wellicht voldoende nu om op te merken dat vanaf het begin deze strijd tussen waarheid en leugen; de ware broeders en valse broeders; Christus en antichristus met alle hevigheid woedde! Zo zegt de Here Jezus bijvoorbeeld aan de gemeente in Efeze (die naar onze wijze van interpretatie naar de vroege, eerste kerkperiode verwijst): “Dit zegt Hij, Die de zeven sterren in Zijn rechter hand houdt, Die in het midden der zeven gouden kandelaren wandelt: Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt dragen; en dat gij beproefd hebt degenen, die uitgeven, dat zij Apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden; ... Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten. Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken; .... Maar dit hebt gij, dat gij de werken der Nikolaieten haat, welke Ik ook haat” (Lees Openbaring 2:1-7). Wat een strijd hadden deze eerste Christenen! Zij streden met valse Apostelen die als verleiders van de gemeente van Christus, in de Naam van Christus leugens probeerden binnen te brengen! Zij waren “Apostelen”; claimden deel uit te maken van het Lichaam van Christus, maar zij werden door de ware Christenen getoetst en als vals bevonden. De “werken van Nicolaïeten” waren aanwezig die op een sluwe wijze controle over de schapen probeerden uit te oefenen door de “leiders” van de gemeente boven de gemeente te stellen. Velen hebben het woord “nico-laiten” uitgelegd als “heerser over de laity (leken)”; oftewel; “heerser over de gemeente van God”, met als doel een (vleselijke) hiërarchie op te stellen; een rangorde te maken in de gemeente. Deze geest begon te leren dat bijvoorbeeld de “herder” belangrijker is dan de “schapen” en dat hij het recht en de macht heeft om over hen te heersen. Dit antichristelijk gevaar van de lust voor controle en macht was al vroeg in de Christelijke kerk aanwezig. Niet voor niets waarschuwde Petrus: “De ouderlingen, die onder u zijn, vermaan ik, die een medeouderling, en getuige des lijdens van Christus ben, en deelachtig der heerlijkheid, die geopenbaard zal worden: Weidt de kudde Gods, die onder u is, hebbende opzicht daarover, niet uit bedwang, maar gewilliglijk; noch om vuil gewin, maar met een volvaardig gemoed; Noch als heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren, maar als voorbeelden der kudde geworden zijnde” (1 Petrus 5:1-4). In de derde brief van Johannes wordt ons ook duidelijk dat de gemeente te kampen had met mensen die van het rechte spoor afdwaalden en antichristelijke principes van macht en controle trachtten binnen te brengen: “Ik heb aan de Gemeente geschreven; maar Diotrefes, die onder hen zoekt de eerste te zijn, neemt ons niet aan. Daarom, indien ik kom, zo zal ik in gedachtenis brengen zijn werken, die hij doet, met boze woorden snaterende tegen ons; en hiermede niet vergenoegd zijnde, zo ontvangt hij zelf de broeders niet, en verhindert degenen, die het willen doen, en werpt ze uit de Gemeente (vers 9-10). Als we teruggaan naar de brief aan de gemeente te Efeze en we Gods boodschap aan hen lezen, kunnen we zien dat de “afval van het pure geloof” reeds in werking was gesteld: “ Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten. Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe 9
de eerste werken”. Al in de eerste eeuw, zo spoedig na de dood van de Apostelen, viel de vroege kerk “van haar hoogte en eerste werken” waarin zij had gewandeld. Zelfs zonder dat wij naar de ontwikkeling van de (kerk)geschiedenis kijken, is Het Woord van God al getuige van het feit dat zo’n afval of “apostasie” al heel vroeg in de Christelijke gemeente begon!
Afval of Apostasie waarvan? De “afval” of “apostasie” is niet enkel het afwijken van het oorspronkelijke evangelie of de boodschap van verlossing maar omvat een weggaan van “al den raad Gods” (Hand. 20:27) op alle gebieden en in velerlei wijze. Ja het omvat een weggaan en verlaten van Jesjoea de Messias Zelf, want Hij Zelf is de Weg, de Waarheid en het Leven (Johannes 14:6). Zoals we gelezen hebben, werden de Christenen te Efeze in de brief er van beschuldigd de eerste liefde verzaakt te hebben. Zij hadden de eerste, pure en vurige liefde voor Jezus en Zijn Woord wat laten gaan. Jezus zeide tot Zijn discipelen: “Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden” (Johannes 14:15). Jezus Zelf heeft Zijn discipelen in veel gebieden en op velerlei manieren geïnstrueerd toen zij met Hem op aarde wandelden. Ook later, toen Jezus reeds naar de Hemelse gewesten was opgevaren, instrueerde Hij Zijn discipelen verder door Zijn Heilige Geest hoe zij te werk moesten gaan, en hoe de gemeente van God zou moeten functioneren, en hoe zij geleid zou moeten worden, en opgebouwd diende te worden. Over vele kwesties gaf de Heilige Geest kennis wat de wil en gedachte van God was aangaande Zijn Kerk. Deze woorden, deze instructies, opgeschreven in wat wij kennen als het Nieuwe Testament, is de standaard waaraan wij toetsen of hetgene wat nu in de Christelijke gemeenten plaatsvindt wel overeenstemt met Gods oorspronkelijke wil en plan of niet. Met behulp van de verlichting van de Heilige Geest in ons en in ons midden zijn wij als Christenen er toe geroepen om alles te toetsen met de maatstaf van het Woord van God. De Woorden van God die door Jezus Zelf zijn uitgesproken en door Zijn Heilige Geest aan de Apostelen zijn gegeven, zijn immers de woorden waaraan wij dienen te gehoorzamen. Wanneer wij niet volgens dat Woord leven, dan zijn wij ook “afvallig” of “apostaat” geworden m.b.t. het pure geloof en de Architect daarvan: de Here Jezus Christus Zelf.... Zonder te claimen volledig in onze opsomming te zijn, kunnen we zeggen dat de gemeente van Christus afvallig is geworden met betrekking tot: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De ware kennis van de Here Jezus, de Enige Levende God en onze liefde voor Hem en Zijn Woord. De ware en volle Evangelie, of plan van Verlossing, inclusief de Bijbelse standaard van heilig leven. Het ware doel en Bijbels functioneren van de Gemeente van Christus. Onze taak om te strijden tegen de werken van Satan die vooral gestalte krijgt in de strijd met de valse, antichristelijke kerk. Het plan en doel van God met het land en volk Israel De interpretatie van profetie
Op al deze gebieden is de Kerk (in meerdere of mindere mate) afgeweken van de oorspronkelijke waarheid die door Jezus en Zijn Apostelen is gegrondvest. Wij claimen hier dat de gehele lijn van Roomse pausen de “mens der zonde en zoon des verderfs” vormt, die als “hoofd” van de zogenaamde Christelijke Kerk de ware Christus van Zijn heerlijkheid en aanbidding heeft willen beroven. De Roomse pausen claimen boven de wet van zowel God als mens te zijn. Zij trekken naar zichzelf het recht toe om over de gehele geestelijke en seculiere wereld te regeren omdat zij, zo claimen zijn, door God als hoofd van Zijn Kerk op aarde zijn gesteld. Hierdoor hebben zij de Goddelijke macht verkregen om over de hemelen, de aarde, de dood, en het leven, en alles wat onder de aarde is, in Gods Naam te heersen. De paus is de manifestatie van “de mens der 10
wetteloosheid” of “zonde”, want niet alleen stelt hij zichzelf boven de wet, maar hij claimt ook het recht te hebben om met die wet te doen zoals hij goeddunkt. Hij heeft het recht om het Woord van God en het Evangelie te veranderen zoals hij wil. Hij zelf mag een ieder oordelen, maar hij zelf wordt door niemand geoordeeld. Ook als hij vele zonden bedrijft (en de Pausen staan daarom bekend!), dan worden deze hem niet toegerekend, want hij is immers “de plaatsvervangende Christus” op aarde! De Paus is de “zoon des verderfs” en dat is ook zijn eindbestemming; de fysieke, geestelijke en eeuwige verdoemenis, verderf en ondergang! Judas de verrader van onze Messias werd ook “zoon des verderfs” (Johannes 17:12) genoemd, want hij ook wandelde op de weg “des verderfs” en zijn uiteindelijke bestemming kwam overeen met de weg die hij gekozen had. Op dezelfde wijze zullen deze “pausen” van Rome, die zoveel verraad, verderf, onheil, schade en Godslastering hebben voortgebracht, oogsten wat zij ook gezaaid hebben, namelijk: verderf! “Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien. Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien. Doch laat ons, goed doende, niet vertragen; want te zijner tijd zullen wij maaien, zo wij niet verslappen” (Galaten 6:7-9). We claimen dat de beginselen van “het geheimenis der wetteloosheid” en de “apostasie” of “afval” van het ware geloof uiteindelijk heeft geleid tot de vestiging van de antichristelijke, valse afgodenkerk van Rome, waarin met betrekking tot alle bovengenoemde gebieden zij geheel is afgeweken van de fundering die door de Here Jezus en Zijn Apostelen is gelegd. De Rooms Katholieke kerk is uiteindelijk het resultaat geworden van deze “afval” waartegen Paulus waarschuwde. Alleen in haar worden al de antichristelijke kenmerken gevonden die het Woord van God aan ons geopenbaard heeft. De “afval” had uiteindelijk de Rooms Katholieke Kerk met haar vele dochters als eindresultaat..... De Pausen met hun Rooms Katholieke Kerk zijn geheel en totaal afvallig geworden van het Woord van God en de Auteur daarvan; Jesjoea de Messias. De Roomse Autoriteiten hebben: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Gods Woord gewijzigd Aan Gods Woord toegevoegd Van Gods Woord afgenomen Gods Woord verdraaid en verdorven Gods Woord naar eigen wens fout geïnterpreteerd Zichzelf boven Gods Woord gesteld.
De Roomse kerk heeft haar macht en claims enkel in stand weten te houden door de autoriteit van Gods Woord terzijde te schuiven. Zij zou onmiddellijk in elkaar storten, met bouwsel en fundering en al, op het moment waarin het licht van Gods Woord op haar zou schijnen. Er is niets van Gods Koninkrijk in haar te vinden waardoor ze zou blijven staan in de tijd van Gods gericht, want in al haar leringen en werken is zij geheel en al antichristelijk! Wij zullen daarom verderop in dit schrijven op een praktische wijze de claims, leringen en werken van de Roomse kerk met haar antichristelijke Pausen toetsen aan de waarheid van het Woord van God, zodat wij allen de conclusie kunnen trekken dat de Pauselijke macht en zijn Roomse kerk inderdaad de “antichrist” belichaamt waarover de Heilige Geschriften hebben geprofeteerd!
Niet één maar een opeenvolging van meerdere Antichristen... Onder de Christenen van vandaag wordt nu algemeen aangenomen dat de “mens der wetteloosheidheid [of zonde], de zoon des verderfs”, “de wetteloze”, één individu is, die zichzelf uiteindelijk in de herbouwde Tempel van Jeruzalem zal openbaren om zichzelf als “god” te laten zien. Dit is een concept waarmee de Christenen van onze tijd zo mee overspoeld worden dat het bijna onmogelijk lijkt om hen de waarheid te laten zien zoals deze door de Christenen van voorbijgegane eeuwen gezien werd. Niettemin; wat onmogelijk voor de mens mag zijn, is niet onmogelijk voor God. De Heilige Geest der waarheid is ook nu in staat “u den weg [te] wijzen tot de volle waarheid” 11
(Johannes 16:12-13). Als de schapen die Jezus werkelijk toebehoren zichzelf openstellen voor de werking van de Heilige Geest in hun leven, dan zullen zij ook tot de ware kennis aangaande de antichrist komen. Het is Gods wil dat niet één van Zijn schapen verloren gaat (zie Johannes 17). We hebben tot dusver al vanuit de brieven van Johannes en uit deze brief van Paulus aan de Thessalonicenzen kunnen zien dat de antichristelijke geesten reeds in de vroege, eerste kerk aan het werk waren. Deze werken zouden uiteindelijk leiden tot de “antichrist” die hier in de Tweede brief van Thessalonicenzen “de mens der zonde, de zoon des verderfs”, “de wetteloze” wordt genoemd. Nu is de vraag of we hier werkelijk slechts met één persoon, één individu te maken hebben, of moeten we eerder een successie, een opéénvolging van individuen verwachten die deze mantel van antichrist zouden passen? Is het mogelijk dat één mens, één man, al het antichristelijk werk, in één mensenleven van zeg maar maximaal 70 jaren kan vervullen? Kunnen al de karakteristieken en werken van “de antichrist” zoals die in de Bijbel ons gegeven zijn gestalte krijgen in het leven van slechts één individu? En, is het tot Satan’s voordeel dat zo’n “antichrist” enkel zijn schadelijk en vijandig werk aan het “eind der tijden”, in een beperkte tijd, onder slechts enkele Christenen zou uitwerken? Is het niet in Satan’s belang dat hij Gods gemeente en de waarheid in Christus reeds vanaf het begin zou tegenwerken? Kunnen wij niet uit een gezond geestelijk verstand al tot de voorkennis komen dat de Satan zijn antichristelijk werk zo snel mogelijk tot een succes heeft willen brengen en niet zou hebben willen wachten tot de laatste generatie Christenen voordat zijn antichristelijk meesterwerk resultaat zou hebben? De antichristelijke beginselen werden al in de eerste eeuwen gelegd, en kwamen tot een volledig vrucht in de totstandkoming van het geheel antichristelijk Rooms Katholieke bolwerk van de pausen, kardinalen, aartsbisschoppen, bisschoppen, priesters, jezuïeten, monniken en nonnen. Niet slechts één individu, maar een machtig antichristelijk geestelijk-politiek rijk met niet één maar een reeks, een successie van antichristelijke heersers aan de top [de pausen] is hetgene waar de Satan naar toewerkte toen hij de funderingen daarvan al in de eerste eeuwen begon te leggen! Wanneer de lezer klaar is met dit boek waarin we al de karakteristieken en werken van “de antichrist” bij elkaar hebben genomen, dan kan hij of zij er niet omheen dat al dat antichristelijk werk onmogelijk door enkel één individu vervuld kan worden. Aangezien we echter nu met de brief van Paulus aan de Thessalonicenzen handelen, laten we eerst bekijken of deze brief het idee van een individu of meerdere individuen ondersteunt. Daarna kunnen we onszelf de vraag stellen of andere profetische geschriften leren dat “de antichrist” naar één of meerdere personen wijst. Hierover straks meer. Wat zegt Paulus hierover? Hij zegt ten eerste dat de beginselen van deze “antichrist”, deze “wetteloze” reeds in zijn tijd in werking was (vers 7), maar dat er iets aanwezig was dat zijn openbaring nog hinderde (vers 7). De Christenen in Thessalonica hadden al kennis van de aard van dit obstakel of die hindernis (vers 6). “Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb? En nu, wat hem wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde te zijner eigen tijd. Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden. En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst”. [NBG] Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En gij gij weet thans wel wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren” (vers 5-8). De sleutel tot de vraag of deze “antichrist” zich aan het einde der tijden of al eerder zou moeten openbaren, ligt in de identificatie van hetgene wat volgens Paulus zijn openbaring nog weerhoudt of hindert, want er staat immers hier geschreven dat op het moment waarin deze hinderende entiteit verwijderd is, de “wetteloze” zich zal openbaren; “de mens der wetteloosheid, de zoon des verderfs”..... Wat was nu deze hindernis waarover de Christenen van die tijd al wisten dat die verwijderd zou moeten worden voordat deze “antichrist” de mogelijkheid had om zichzelf te manifesteren? Het antwoord is dat het iets was 12
waarvoor zij ook baden dat het in stand zou mogen blijven, omdat zij wisten dat de verwijdering van deze terughoudende entiteit uiteindelijk de manifestering van deze gevaarlijke, bedriegelijke en Satanische antichrist zou zijn! Wat was nu deze hindernis, waardoor “de antichrist” zich niet ten volle kon manifesteren?
Apostel Paulus en eerste kerk VERWIJDERING VAN DE HINDERNIS * DAG DES HEREN * WEDERKOMST
MANIFESTATIE MENS DER ZONDE, ZOON DES VERDERFS
JESJOEA * GOD'S KONINKRIJK
DE AFVAL
OP AARDE
De verborgenheid der ongerechtigheid,
* EINDE ANTICHRIST
of de geheimenis der wetteloosheid werkt reeds.
Niets anders dan het Romeinse Rijk dat in de tijd van Paulus nog stevig op haar grondvesten stond! Zo lang de Romeinse Keizers of de Romeinse heersers de scepter nog vanuit Rome over de wereld zwaaiden, was er geen plaats voor een andersoortige troon! Zolang het seculiere, heidense Roomse Rijk nog standhield, was er geen ruimte voor de opkomst van het andersoortige, religieuze Roomse Rijk van de antichrist! Zolang de seculiere Romeinse Keizers nog de Babylonische titel “Pontifex Maximus ( = Hoge Priester) droegen, kon deze niet worden overgedragen aan de de Paus als pseudo-christelijke “Pontifex Maximus”.... Het Romeinse Rijk met haar Romeinse Heersers belichaamde de “hij, die op het ogenblik nog weerhoudt” (vers 7)! Op dat ogenblik, in de tijd van Paulus en de eerste kerk, was het Romeinse Rijk sterk, machtig en als het ware onverslaanbaar. Zolang zij in die positie bleef, was er geen plaats voor de trotse en verreikende claims van de Roomse Pausen die zij later zouden maken! De “hij, die nog weerhoudt” was op dat moment aanwezig en enkel wanneer deze terughoudende macht verwijderd zou worden, zou de deur voor de manifestatie van “de antichrist” openen. De val van de ene Romeinse macht, betekende de verrijzing van een andersoortige Romeinse macht; namelijk die van de Romeinse geestelijk-politieke Pausen! Na de ineenstorting van het Romeinse Rijk werd een andersoortig Romeins Rijk opgericht; namelijk die van de Rooms Katholieke Kerk. Het heidens Rome van de keizers moest plaatsmaken voor het heidense christelijk Rome van de antichristelijke pausen.
HINDERNIS
Heidens Romeins Rijk
MANIFESTATIE ANTICHRIST
EINDE ANTICHRIST WEDERKOMST
Pauselijk (Antichristelijk) Romeins Rijk
13
CHRISTUS
De Christenen wisten hiervan en het is ook in verscheidene documenten opgetekend hoe deze Christenen van de eerste eeuwen vurig tot God baden om toch vooral het Romeinse Rijk in stand te doen houden. Zij wisten namelijk dat door de val van dit groots en machtig Rijk plaats zou worden gemaakt voor de komst van deze “wetteloze”, deze “mens der wetteloosheid, en zoon des verderfs”! Niettegenstaande het feit dat ook de seculiere Romeinse Keizers verschrikkelijke vervolgingen er op na hielden waarin vele Christenen gemarteld en gedood werden, waren zij er van bewust dat dit “antichristelijk monster” dat hen zou opvolgen erger zou zijn dan waar zij nu mee moesten leven. Voor hen was duidelijk; na de val van het Romeinse Rijk, komt de tijd van de antichrist, die “naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen” de mensen tot dwaling en ongerechtigheid zou leiden (zie vers 9-10)! Zij waren bevreesd voor de verschijning en werking van deze antichrist! Waar hadden Paulus en de vroege Christenen deze kennis vandaan? Als Paulus het niet direct door de openbaring van de Geest Gods deze kennis had ontvangen, dan moet hij het hoogst waarschijnlijk uit het boek van Daniël hoofdstuk 7 hebben geleerd. Daarin wordt duidelijk beschreven hoe na de uiteenval van het Romeinse Rijk (het vierde Beest or rijk) in tien gebieden, ook de antichristelijke “kleine hoorn” zou opkomen die al deze vreselijke en beangstigende antichristelijke werken zou verrichten tegen God, Zijn Woord en Zijn Geheiligd Volk! Wij spreken hier nog verder over wanneer we bij het boek van Daniël terechtkomen in onze studie naar de ware identiteit van “de antichrist”. Verder kunnen wij hieruit ook leren en opmaken dat het reeds bij de eerste Christenen bekend was dat deze “antichrist”, of “antichristelijke macht” zich in Rome zou vestigen, want zij wisten dat de macht in Rome eerst verwijderd moest worden, voordat deze antichristelijke macht gevestigd en geconsolideerd kon worden. Nu stellen wij ons de volgende vraag: Wordt door de Geschriften het gebruik van enkelvoud voor meerdere personen ook bevestigd en ondersteund of niet? Met andere woorden; zijn er voorbeelden in Gods Woord waarin een enkelvoudige term zoals “hij” of “de koning”, in werkelijkheid op meerdere personen doelt? Is het wel Bijbels om de enkelvoudige uitdrukking “mens der zonde, de zoon des verderfs” (enkelvoud) te interpreteren als een opeenvolging van meerdere antichristen? Wij zullen nu zien dat dit inderdaad het geval is. Ten eerste, als wij binnen de brief van Paulus aan de Thessalonicenzen blijven, mogen wij zien dat de “hij”, “die op het ogenblik nog weerhoudt” (vers 7), niet op enkel een individu maar op een successie, een dynastie van individuen wijzen namelijk: de opeenvolging van de Keizers van Rome! In de tijd van Paulus was het einde van de macht van Rome nog lang niet in zicht en er zouden nog vele personen op die troon in Rome zitten voordat dit Roomse rijk uiteindelijk ineenstortte! Deze profetisch en symbolisch uitgedrukte “hij” doelde op de gehele lijn van Romeinse Keizers die nog moesten volgen! Pas nadat nog eens enkele honderden jaren verlopen waren, en pas nadat vele mannen de Roomse kroon op hun hoofden hadden gezet, werden deze machtige personen “verwijderd” (vers 7). Dus uit dit profetisch gezegde kunnen we eigenlijk al opmaken dat in de profetische, symbolische taal van de Geschriften, enkelvoudige personen kunnen duiden op een gehele reeks of lijn van individuen in werkelijkheid! Verder zijn er andere Bijbelse voorbeelden waarin een enkel persoon, in werkelijkheid een successie van personen aanduidt. Als wij naar het Boek van Daniël hoofdstuk twee gaan, zien wij dat Daniël een droom aan koning Nebukadnezar uitlegt. In deze droom zag de koning een opeenvolging van verschillende koninkrijken, die uiteindelijk zouden plaatsmaken voor de vestiging van Gods Koninkrijk op aarde. Gods koninkrijk zou aan al de voorgaande koninkrijken een einde maken. In vers 39-40 zegt Daniël tot Nebukadnezar : “Gij zijt dat gouden hoofd. En na u zal een ander koninkrijk opstaan, lager dan het uwe...” Het antwoord op onze vraag ligt in de woorden: “na u” zal een ander koninkrijk ontstaan... De feiten van de geschiedenis vertellen ons dat niet direct na de dood van Nebukadnezar maar tijdens het koningschap van een van zijn latere opeenvolgers (Belsazar) “een
14
ander koninkrijk opstond”2. Ten tijde van Belsazar namen de Medo-Perziërs het koninkrijk van Babylon over (538 v. Chr.). Met andere woorden, niet “na koning Nebukadnezar ”, maar na een een lijn van koningen, een successie van opvolgers, zou een ander koninkrijk ontstaan, “geringer dan het uwe”... In deze profetische of symbolische taal is dus het enkelvoudige woord “u” gebruikt voor meerdere personen in werkelijkheid! Zo wordt het ons duidelijk dat in symbolische uitdrukkingen, één persoon of één individu, in werkelijkheid een opeenvolging van meerdere individuen kan betekenen. Daarom hoeft de profetische uitdrukking “de mens der zonde, en de zoon des verderfs” niet noodzakelijk slechts naar één individu te wijzen. Hiermee kan ook een successie, een opeenvolging van “mensen der zonde, en zonen des verderfs” bedoeld worden!
Babylon
Medo Perzie
Grieks
Antichristelijke "kleine horen" van Pauselijk Rome
Romeins
Opeenvolgers van Nebuchadnezzar Nebuchadnezzar (eerste koning van Babylon) ("Na u" = na de opeenvolging van Babylonische koningen!)
Ook in Daniël hoofdstuk 7 wordt hetzelfde principe duidelijk wanneer de Engel aan Daniël uitlegt dat de “vier dieren”, “vier koningen” zijn (vers 17-18) maar wij weten allen uit het Woord van God en uit de feiten van de geschiedenis dat deze Engel niet op vier individuen duidde maar op vier koninkrijken, met een successie of opeenvolging van meerdere koningen aan het hoofd van die koninkrijken. Vier “koningen” = Vier koninkrijken met een opeenvolging van koningen! Niet vier individuen maar vier koninkrijken zouden op de aarde komen voordat “de heiligen des Allerhoogsten het koningschap [zullen] ontvangen (vers 18)! Niet vier individuen maar een reeks van troonopvolgers in vier verschillende rijken zouden elkaar opvolgen voordat de heiligen het koningschap over de aarde zouden ontvangen. We gaan dieper op deze geschriften in wanneer we het boek van Daniël bestuderen. We kunnen hier in Daniël 7 niettemin duidelijk zien dat met de profetische uitdrukking “koning” in werkelijkheid een opeenvolging van meerdere koningen bedoeld wordt. Nog een voorbeeld: In Deuteronomium 17:14-20, wordt beschreven wat JHWH van de koning verwacht. Wanneer de geschriften in de verzen 16-20 over “hij” spreken, dan spreken zij niet enkel en alleen over één koning; één individu, maar over een hele lijn of opéénvolging van verschillende, meerdere koningen! Hetzelfde principe geldt voor het gebruik van “de hogepriester” in Hebreeen 9:67: “Deze dingen nu, aldus toebereid zijnde, zo gingen wel de priesters in den eersten tabernakel, te allen tijde, om de gods diensten te volbrengen; Maar in den tweeden tabernakel ging alleen de hogepriester, eenmaal des jaars, niet zonder bloed, hetwelk hij offerde voor zichzelven en voor des volks misdaden”. “De Hogepriester” (enkelvoud) in dit geschrift staat voor de gehele lijn van hogepriesters die in de Tempel dienst hebben gedaan gedurende de historie van Israel.
2
Na Nebuchadnezzar volgden andere Babylonische opvolgers: Evil-merodach, Neriglissa en Nabonadius (met zijn zoon Belshazzar). Niet in de tijd van Nebuchadnezzar maar in de tijd van Nabonadius en zijn zoon Beshazzar viel het Babylonische rijk in de handen van de Medo-Perziers (538 v. Chr) (zie Daniël 5).
15
Verder hebben wij de uitdrukking “de mens [of man] van God” en we moeten hier vanzelfsprekend niet denken dat er slechts één mens of man van God zou bestaan, maar dat deze enkelvoudige uitdrukking van “de mens”, vanzelfsprekend op meerdere personen duidt! “Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust” (2 Timotheus 3:16-17). We mogen dus uit Gods Woord opmaken en concluderen dat een enkelvoudig gebruik van personen, in werkelijkheid op meerdere personen kan duiden, en dat wij daarom niet moeten denken dat het singuliere beschrijving van “de mens der zonde, de zoon des verderfs” en “de wetteloze”, noodzakelijkerwijs slechts één individu mag en moet zijn. Integendeel! Wij kunnen uit deze brief van Paulus aan de Thessalonicenzen leren dat het onmogelijk is dat deze “antichrist” slechts één individu zou belichamen. Er wordt immers door hem duidelijk beschreven dat het geheimenis der wetteloosheid reeds in zijn tijd werkte, en dat deze wetteloze zich zou openbaren nadat de hindernis die in zijn tijd nog aanwezig was (het Romeinse Rijk) verwijderd was, en dat uiteindelijk, na verloop van tijd, deze “wetteloze” of “mens der zonde, de zoon des verderfs”, zijn ondergang tegemoet zou gaan bij de wederkomst van Jezus Christus (vers 8)! Het is natuurlijk onmogelijk dat één enkel individu zo lang kan leven! We hebben hier ongetwijfeld te maken met een reeks, een lijn, een successie van “antichristen”. Deze manifestatie van de opeenvolging van antichristen is vervuld in de reeks Pausen die in hun Godlasterende antichristelijke claims en werken zich als “mens der zonde en zoon des verderfs” aan het hoofd van de Christelijke kerk hebben gezet om vanuit die positie “zich te laten zien, dat hij een god is” (vers 4)! Wanneer wij verder gaan met onze studie, zal het ook voor de lezer nog duidelijker worden dat deze “antichrist” onmogelijk één individu kan zijn vanwege de lange tijdsspan en de vele werken die hij moest verrichten.
Antichrist zittende in de Tempel van God... “Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als God geeerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertonende, dat hij een God is” [DSV]“...de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in den tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is” [NBG] (2 Thess. 2:4). Deze “antichrist” of beter uitgedrukt, de successie van antichristen, zou zich “als een god” in de “tempel van God” zetten. Is het nu werkelijk vanuit de Geschriften te bewijzen dat wij hier aan een materiële, tastbare tempel van steen moeten denken? Of is het veel meer voor de hand liggend dat Paulus hier doelde op Gods Heilige Tempel, bestaande uit “levende stenen” van al de gelovigen die Christus toebehoren? Is de Satan gericht tegen een gebouw van steen of het heilige bouwwerk van God? Als wij de aard en karakteristieken van de “antichrist” willen begrijpen, dan is het cruciaal om te weten wat Paulus hier met “de Tempel Gods” bedoelt. Verwijst het naar een tempel gemaakt van steen of, zoals in andere geschriften wordt uitgedrukt; de gemeente van God waarin Gods Heilige Geest huist? De geschriften maken het voor ons overduidelijk dat Paulus hier over de levende Tempel van Christus sprak waarin deze “antichrist” of “antichristen” hun antichristelijke claims zouden maken. “Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont? Zo iemand den tempel Gods schendt, dien zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt” (1 Corinthiers 3:16-17). “Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods; gelijkerwijs God gezegd heeft”(2 Corinthiers 6:16). 16
“Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods; Gebouwd op het fondament der Apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen; Op Welken het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot een heiligen tempel in den Heere; Op Welken ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in den Geest” (Epheziers 2:19-22). “Zo wordt gij ook zelven, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus” (1 Petrus 2:5). Temidden van de uitverkoren en verlosten Gods zou de antichrist zich zetten! Niet in een “herbouwde Joodse Tempel” maar in de levende Tempel van God heeft de Satan zijn antichristelijk werk verricht! Het is van groot belang voor Satan als de prins der duisternis om zijn duistere werken naar de gemeente van God te brengen. Om die reden en voor dat doel laat hij zijn “antichrist” en “antichristen” in het midden van het levende bouwwerk Gods werken. Het is daar, in de christelijke gemeente van Christus, waar de Paus zijn macht en claims tot uiting heeft gebracht. Het is daar, temidden van de Christelijke gemeente, waar hij zichzelf op de stoel van geestelijke leider, leraar, profeet, rechter, priester en heerser heeft gezet. De antichristelijke pausen hebben zichzelf temidden van de Tempel Gods getroond en de claims en rechten die enkel de ware Messias Jezus Christus toebehoren naar zichzelf toe getrokken! Het “zitten” in de Tempel van God, oftewel, het “zitten” in de Gemeente van Christus, betekent een positie, een macht, een autoriteit temidden van de verlosten Gods. Zo’n “nederzetten” beslaat verscheidene funkties: De geschriften spreken over een nederzetten in de stoel van een “rechter”; “Als Pilatus dan dit woord hoorde, bracht hij Jezus uit, en zat neder op den rechterstoel, in de plaats, genaamd Lithostrotos, en in het Hebreeuws Gabbatha” (Joh. 19:13. Voor andere voorbeelden zie ook: Matt. 27:19; Hand. 12:21, 23:3, 25:6,17.) De antichrist “zit” in de Tempel van God als “rechter”. Hij beoefent de positie van rechter over de zielen van mensen hoewel zo’n positie echter enkel God toekomt! De Roomse Paus claimt Gods plaats als rechter over de zielen op aarde, in de hemel en in de “hel” te hebben. Hij heeft de macht om zielen vrij te spreken, te vergeven, dan wel te veroordelen! De Paus leert dat hij als hoofd van de Kerk, als Gods representatieve op aarde, het recht en de autoriteit heeft verkregen om over zowel de geestelijke en de seculiere wereld te oordelen. Alle mensen behoren voor zijn troon te buigen om van hem het “woord en gericht” van God te vragen. Zijn stem is als het ware Gods stem op aarde. De Paus zet zich temidden van de Tempel Gods om hemzelf daar als “god” te laten zien, omdat hij de rechten en machten van God zegt te hebben verkregen als Gods representatieve op aarde. Het zet zich als rechter over het geweten van de mens, en houdt hierdoor de mens onder zijn controle door middel van manipulatie en vrees. Ten tweede zet hij zich in de Tempel als “leraar”, als geestelijke onderwijzer voor de mensen die in de “duisternis wandelen”. Jezus Zelf zette Zich meestal neder wanneer Hij het volk onderwees (Matt 5:1; 13:1; 15:29; 24:3; 26:55; Marcus 4:1; 9:35; 13:3; Lukas. 5:3; Johannes 6:3; 8:2). Van de schriftgeleerden en de Farizeeën wordt geschreven dat zij “zijn gezeten op den stoel van Mozes” (Mattheus 23:2). Zij claimden dat zij de autoriteit en kennis bezaten om de Wet te interpreteren en te leren. De “antichrist” zet zich als plaatsvervangende “christus” in de leerstoel die enkel Jezus toebehoort! De Pausen en al zijn ondergeschikte dienaren de kardinalen, aartsbisschoppen, bisschoppen en priesters, zetten zich gezamenlijk in de stoel van leraar en profeet om de mensen Gods woord en weg te onderwijzen. De Paus claimt dat enkel hij het inzicht en autoriteit heeft om de geschriften te interpreteren, en dat de “gewone” mensen, de “leken” hier niet toe in staat zijn! Wanneer de Paus zich in zijn bisschopszetel zet, wat men “ex cathedra” noemt, en in die positie een uitspraak doet dan moet die uitspraak als een woord en absolute waarheid van God worden aangenomen. Het doet er niet toe of zo’n uitspraak of lering of onderwijzing geheel en compleet tegen het Woord van God ingaat (!), want, zo zegt de Pauselijke autoriteit, hij kan met het Woord van God doen zoals hij wil. Hij is immers boven het Woord van God! Hij heeft toch als Gods representatieve 17
op aarde de macht gekregen om Gods Woord te veranderen zoals hij dat goeddunkt! Op deze manier is een heel stelsel van Roomse leringen en tradities ontstaan, die niets met de waarheid van God te maken hebben, maar die wel als waarheid aan de mensen worden voorgehouden. Het is om die reden dat voor honderden jaren de Roomse kerkelijke autoriteiten de Bijbel van de mensen hebben trachten te verbergen. Zodra de gewone mensen het Woord van God voor zichzelf zouden lezen, dan zouden zij onmiddellijk ontdekken dat de Roomse Pauselijke claims en leringen deel uit maken van een groot, gruwelijk en Godlasterend antichristelijk systeem! De Roomse kerk haat de Bijbel, het Woord van God, want het licht van de waarheid zou haar duistere werken en leringen ongetwijfeld aan het licht brengen. Om deze reden was de 16e eeuwse Protestantse Reformatie zo succesvol en krachtig, want dat moment van de herontdekking van het Woord van God en het ware Evangelie ging gepaard met de uitvinding van de boekdrukkunst. Het was voornamelijk door de snelle verspreiding van het geschreven Woord van God in de eigen talen van de mensen dat de Protestantse reformatie zo’n krachtige uitwerking had op zo vele zielen. Zij vonden door ditzelfde Woord der Waarheid bevrijding uit de macht en controle van de Roomse antichrist! Het Woord van God als leraar ontmaskerde de “leraar” van Rome als vals en antichristelijk! Honderdduizenden mensen begonnen te doorzien dat de Roomse zetel als geestelijke leraar en profeet tegenstrijdig was met het Woord van God. De “antichrist” die de ware Christus en Zijn Heilige Geest van Zijn zetel als Leraar uit Zijn Tempel wilde stoten, werd als vals bevonden en uit de Gemeente gezet..... Ten derde “zet” de “antichrist” zich op de stoel of troon als “heerser” over de gehele wereld. In de Geschriften “zitten” koningen en koninginnen, of de geliefden van de heerser, op “tronen”. Aan de Messias Jesjoea is de Allerhoogste Troon en Koningschap gegeven: “ ..den Zoon, Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft; Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter hand der Majesteit in de hoogste hemelen; Zoveel treffelijker geworden dan de engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen geerfd heeft” (Heb. 1:2-4), en: “De hoofdsom nu der dingen, waarvan wij spreken, is, dat wij hebben zodanigen Hogepriester, Die gezeten is aan de rechter hand van den troon der Majesteit in de hemelen: Een Bedienaar des heiligdoms, en des waren tabernakels, welken de Heere heeft opgericht, en geen mens” (Heb. 8:1-2). JHWH; de Here Jezus, de Schepper van alles wat bestaat, is de Allerhoogste en Heerser over alles wat Hij geschapen heeft. Er is geschreven in het Woord der Waarheid dat “de Allerhoogste heerschappij heeft over de koninkrijken der mensen, en geeft ze aan wien Hij wil, ja, zet daarover den laagste onder de mensen” (Dan. 4:17. Zie ook: Mat. 26:64; Mar. 14:62; Luk. 22:69; Col. 3:1; Heb. 10:12; 12:2; Op. 11:15). De Paus echter laat zichzelf als “Koning der koningen, en Heer der heren” toezingen en claimt dat alle tongen, en naties en volkeren voor hem dienen te buigen. Hij zegt de van God gegeven macht te hebben verkregen om over de naties te regeren, om koningen op hun tronen te zetten, en om hen daar van af te werpen. De Paus als plaatsvervangende Christus claimt het alleenrecht om over deze wereld te regeren. Hij heeft de macht om gehele naties te “excommuniceren” en onder de ban of de vloek te leggen. Dit doet hij in Gods Naam want hij heeft immers dezelfde macht en recht als God zelf! Gedurende bepaalde perioden in de Middeleeuwen werd deze claim ten volle benut. Vele naties beefden voor de stem, de uitspraken en beslissingen van de “god” in Rome! Ook nu, in onze “moderne” tijd, heeft de Roomse kerk veel macht achter de politieke schermen van de naties. De Roomse kerk is een welvarend en goed georganiseerd en wijdverpreid systeem waarin de Roomse gezanten veel invloed weten uit te oefenen op alle takken van de maatschappij. Het is niet zonder reden dat de hoofden of leiders van zo veel landen een bezoek hebben gebracht aan de Paus in Rome om zijn gunsten, eer en medewerking te vragen! Wij kunnen nu hier niet ingaan op de vele armen van Rome in de wereld van nu, maar we kunnen er zeker van zijn dan de claims van de Roomse Paus als leider en regeerder over de wereld niet veranderd zijn. De Roomse kerk is nog steeds het machtigste instituut op aarde.
18
Ten vierde zet de antichristelijke Paus zich in de Tempel van God als plaatsvervangend Hogepriester! Hij berooft de ware Messias van Zijn Priesterlijke mantel door zichzelf als bemiddelaar tussen God en de mens op te stellen! Zonder de Paus en zijn “bemiddelaarsteam” van de overige Roomse geestelijke autoriteiten is er geen verlossing mogelijk, zo leert Rome! De Paus heeft de macht om zonden te vergeven, en om de ziel naar “hel”, “hemel” of “vagevuur” te zenden! Door middel van de “mis” wordt Christus telkens weer “geofferd” voor de zonden van de mens, en zonder deze Roomse mis is er geen vergeving, verzoening en verlossing mogelijk! De Roomse priester stelt zichzelf op als bemiddelaar tussen God en mens, en leert hierdoor dat het offer van Jezus aan het kruis niet volledig, perfect of compleet was. Jezus moet als het ware iedere dag, elke keer als de Roomse mis wordt gediend, weer als offer op het Roomse altaar worden gebracht! Deze claim als plaatsvervangend Hogepriester moet wel een van de meest gruwelijke Godslastering zijn die de Satan heeft bedacht! Door deze claims berooft de antichrist de ware Christus van Zijn Heerlijkheid in Zijn Heilig Priesterschap. Hiermee wordt onderwezen dat Zijn Heilig Offer als het Lam van God eigenlijk niet goed genoeg en volledig was. Jezus moet immers door de hand en uitspraken van de Roomse priesters, ZONDIGE (!) Roomse priesters, telkens weer voor de mensen opgeofferd worden in de Roomse mis! In de Roomse mis of “eucharistie” wordt een stukje brood door enkele “magische” uitspraken van de Roomse priester werkelijk veranderd in het lichaam van Christus. Dit dient de mens vervolgens te aanbidden en te eten om verlossing en vergeving te vinden! Wanneer het “stukje brood” door de macht en het toedoen van de priester in het lichaam van Christus is veranderd, dan aanbidden de Roomsen hun “god” in dit stukje brood. Daar is immers de werkelijke aanwezigheid van Christus met Zijn lichaam, ziel en geest...! Op dezelfde wijze, zoals de lezer toch hoogstwaarschijnlijk wel weet, wordt de wijn in het ware bloed van Christus veranderd. Deze leringen en werken vormen een gruwel en Godslastering die niet in woorden uit te drukken zijn. Vanwege deze gruwel waren honderden duizenden ware Christenen bereid om hun leven te verliezen om maar niet met zo’n lastering besmet te worden! In de geschiedenis van de Kerk hebben ontelbare Christenen geweigerd aan deze Roomse afgoderij deel te nemen omdat zij wisten dat zij hiermee hun ware Verlosser Jezus Christus zouden verloochenen en lasteren en zij hierdoor hun ziel zouden verliezen. Hun liefde voor de Here Jezus was te groot en hun zorg voor de verlossing van hun ziel te belangrijk, om aan zo’n Satanische leugen van de Roomse mis deel te nemen! Zij bleven vertrouwen op hun ware Priester in de Hemelen en hadden hun leven niet lief tot de dood. Door deze standvastige en volhardende houding zouden zij voor eeuwig behouden worden. Gewapend met deze kennis en liefde waren zij bereid om te worden gemarteld, verbrand en geroosterd omdat zij wisten dat de deelname aan de Roomse mis en de onderwerping aan de onrechtmatige Roomse priester de eeuwige verdoemenis en dood als gevolg zou hebben! Moge het Woord van God en de ontelbare getuigen van Christenen die aan ons vooraf zij gegaan ons bewaren van deze antichristelijke gruwel! Moge de lezer hierdoor gewaarschuwd worden om geheel vrij te blijven van de Roomse praktijken en leringen. Laten we integendeel een luide protesterende stem tegen haar opheffen zodat ook andere zielen die door haar gevangen zijn genomen vrij mogen worden gemaakt door Jezus, onze ware Hogepriester, gezeten in de Hemelen aan de rechterhand van God! Op deze manier, in deze wijze, zet de pauselijke antichrist zich in de Tempel Gods, om zichzelf als “god” te verheffen, want deze antichrist claimt de rechten en autoriteit die ENKEL EN ALLEEN DE WARE MESSIAS JESJOEA, DE KONING VAN ISRAEL toebehoren! Het is op deze wijze dat de Satan er voor heeft gezorgd dat niet God maar hijzelf aanbeden wordt. Terwijl de mensen in de veronderstelling zijn dat zij niet de Satan, maar Jezus gehoorzamen en aanbidden, hebben zij zich overgegeven aan de antichrist. De misleiding is groot! De blindheid is onbeschrijfelijk! De Godslastering onbegrijpelijk! De antichrist wordt al eeuwen in de Tempel van God aanbeden maar de Christenen van onze tijd zien het niet meer. Zjj zijn met blindheid geslagen en verleid door vele wereldgeesten. Nu wordt door velen een oecumenische religieuze eenheid gezocht met deze valse “god” zonder dat zij weten wat ze doen. Het is om deze reden dat wij de vraag aan de lezer hebben gesteld aan het begin van dit schrijven: “wie wordt er in de gemeente van Christus aanbeden”, want de Satan wordt meer aanbeden dan de Christen zich bewust van is! Het is echter nog niet te laat om de 19
invloed van deze onrechtmatige “mens der zonde en wetteloosheid” uit de ware Gemeente van God te werpen en de ware Christus weer op Zijn rechtmatige Troon te laten! De Roomse kerk zal nimmer veranderen (!), maar laten wij, als de vrijgekochten Gods, er zeker van zijn dat wij deze antichrist uit ons midden bannen! Weg met zijn leringen en tradities! Weg met zijn claims! Weg met zijn invloed en macht! Weg met zijn wereldgeesten! Weg met compromis en valse eenheid! Weg met Rome en haar Paus uit de Heilige Tempel van God! En, weg met de oecumenische beweging die een relatie met deze Roomse antichrist tracht aan te gaan! “Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige (2 Cor. 6:17-18). “En ik hoorde een andere stem uit den hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt. Want haar zonden zijn de ene op de andere gevolgd tot den hemel toe, en God is harer ongerechtigheden gedachtig geworden (Op. 18:4-5). De “mens der zonde en wetteloosheid, de tegenstander, de antichrist” heeft zich in de Tempel van God weten te zetelen. De claims die enkel bij de ware Goddelijke Majesteit passen heeft hij naar zichzelf weten toe te trekken. Al heel vroeg in de eeuwen na de hemelvaart van Christus heeft de Satan er voor gezorgd dat zijn antichrist op de zetel in Rome werd geplaatst waarin hij de positie van de Messias als Bemiddelaar, Koning, Leidsman, Leraar, Profeet en Rechter naar de “antichrist” heeft overgeheveld. Wanneer wij de geschiedenisboeken aangaande de vroege kerk bestuderen, kunnen we leren hoe, op welke wijze, de Christelijke gemeente in Rome en de bisschoppen van die Roomse kerk zich uiteindelijk ontwikkelde in een gruwelijk antichristelijk systeem dat over de gehele wereld haar macht zou gaan uitoefenen. Later zullen wij wat dieper in deze geschiedenis gaan, maar voor nu is het voldoende om te begrijpen dat de Roomse Paus degene is die zich als “mens der zonde en wetteloosheid” in de Levende Gemeente, oftewel Tempel van God heeft gezeteld, om zichzelf als een “god” te laten zien en te laten aanbidden. Wanneer we aan het begin van de vierde eeuw de periode van de Romeinse Keizer Konstatijn bereiken, dan zien we het antichristelijke systeem in Rome al zo ver gevorderd, dat de ware Christenen niet langer deel wilden uitmaken van dit corrupte, geestelijke politieke systeem. Zij begonnen zich van de gevestigde, uiterlijk zichtbare antichristelijke kerk af te scheiden. In de “wildernis” of de bergen van Italie en Zuid Frankrijk bouwden dezen een leven op waar de ware getuigenis van Christus en Zijn Woord in stand werd gehouden. Hoewel de strijd tussen de “ware kerk” en de “valse kerk”, of de “ware broeders” en de “valse broeders” al vanaf de geboorte van de kerk aanwezig was, werd sinds de tijd van Konstatijn de Grote deze scheiding overduidelijk. We kunnen zeggen dat we vanaf dit moment [312] te maken krijgen met een corrupte, antichristelijke pseudo-Christelijke religie aan de ene kant, terwijl aan de andere kant de ware Christelijke gemeente “ondergronds” ging. Voor de buitenwereld was de Roomse religie de Christelijke religie, maar voor Gods ogen was Zijn gemeente “in de wildernis gevlucht” (zie Op. 12). Vanuit die wildernis wist zij de fakkel van de waarheid in Christus brandende te houden temidden van een steeds duister wordende antichristelijke Roomse wereld....
Het Begin der Ongerechtigheid [Wetteloosheid], de Manifestatie van de Ongerechtigheid [Wetteloosheid] en het Einde van de Ongerechtigheid [Wetteloosheid]; 5 Fasen.
“Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; wacht slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren, dien de Here Jezus zal doden door den adem zijns monds en machteloos zal maken door Zijn verschijning, als [wanneer] Hij komt”[NBG] 20
“Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb? En nu, wat hem wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde te zijner eigen tijd. Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden. En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst [DSV] (2 Thes. 2:5-8).
Wetteloosheid [ongerechtigheid DSV] betekent, simpel uitgedrukt, de weigering om zich aan God en Zijn Woord, Raad en Geest te onderwerpen. Een “wetteloze” plaatst zich buiten en zelfs boven Gods autoriteit. We lezen hier van tenminste vijf fasen waarlangs deze antichristelijke “wetteloosheid” zich zou ontwikkelen: 1. 2. 3. 4. 5.
Het geheimenis der wetteloosheid reeds in werking in de tijd van Paulus. De verwijdering van het obstakel dat de openbaring van de wetteloze weerhield. De openbaring van de wetteloze; “de mens der zonde, de zoon des verderfs”. De doding van de wetteloze door “den adem” van de “mond” van Jezus. Het machteloos maken van de wetteloze door de verschijning of wederkomst van Jezus.
Zoals het Roomse Rijk van de Keizers niet in een dag was gebouwd, zo kwam het antichristelijke rijk van de Roomse Pausen ook niet plotsklaps uit de lucht vallen. De satan bracht zorgvuldig, stap voor stap, de beginselen of eerste principes van zijn antichristelijk werk in de gemeente van Christus. Na verloop van tijd groeiden deze uit tot dat gruwelijke antichristelijke afgodentempel van de Roomse pausen. Ongeveer 5 eeuwen verstreken voordat de Roomse bisschop stevig op zijn antichristelijke zetel zat. We hebben reeds geleerd dat eerst het Romeinse rijk diende te wijken voordat de openbaring en manifestatie van de religieuze romeinse “keizers” in de vorm van de “Pausen” tot stand kon komen. Na de val van heidens Rome, groeide de Roomse kerk uit tot een kracht en macht waar de prinsen dezer wereld rekening moesten houden. In de tijd voor de Reformatie werd dit antichristelijk bolwerk nauwelijks aangetast. De zielen die zich niet aan haar macht wilden onderwerpen maar aan Christus getrouw wilden blijven, werden zonder genade afgeslacht en uit de weg geruimd. Niettemin zou haar bestaan niet voor eeuwig zijn. Tot onze vreugde heeft de Raad van God bepaald dat zij door de adem van Gods mond en met de verschijning van Jezus tijdens Zijn wederkomst een volledig einde zal vinden. We gaan nu kijken wat de geschiedenis en de Heilige Geschriften te zeggen hebben over deze vijf fasen waarlangs de “antichrist” zich zou ontwikkelen. Ad 1: “Want de verborgenheid der ongerechtigheid [het geheimenis der wetteloosheid] is reeds in werking”. De “verborgenheid der ongerechtigheid” (DSV) of het “geheimenis der wetteloosheid” (NBG) was reeds in de tijd van de Apostel Paulus in werking. Het “geheimenis” zouden we tegenover de “openbaring”, of “manifestatie” van deze “wetteloosheid” en “de wetteloze” kunnen zetten. Het was in de eerste kerk nog niet duidelijk waar dit antichristelijk werk naar toe zou leiden, maar bij de volle manifestering van “de wetteloze” of “de antichrist” werd dit geheimenis ook openlijk bekend gemaakt aan een ieder die ogen had om te zien. Ook met betrekking tot de ware Messias, of Christus, spreekt de Bijbel over “geheimenissen”, die met de komst van God in het vlees, in Christus Jezus, duidelijk werden aan allen waarvan de ogen werden geopend. In de eerste brief van Paulus aan de Corinthiers bijvoorbeeld, schrijft hij: “En wij spreken wijsheid onder de volmaakten; doch een wijsheid, niet dezer wereld, noch der oversten dezer wereld, die te niet worden; Maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was; Welke niemand van de oversten dezer wereld gekend heeft; want indien zij ze gekend hadden, zo zouden zij den Heere der heerlijkheid niet gekruist hebben. Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft 21
gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben. Doch God heeft het ons geopenbaard door Zijn Geest; want de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods” (1 Cor. 2:6-10). De geheimenis van de verborgen wijsheid Gods werd door de Heilige Geest geopenbaard aan de heiligen, wiens ogen geopend waren. De geheimenis van Christus die eeuwenlang bij God in het verborgene lag, werd bij de komst van Christus geopenbaard: “Hem nu, Die machtig is u te bevestigen, naar mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest; Maar nu geopenbaard is, en door de profetische Schriften, naar het bevel des eeuwigen Gods, tot gehoorzaamheid des geloofs, onder al de heidenen bekend is gemaakt” (Rom. 16:25-26). Lees ook Efeze 3:1-7, waarin paulus spreekt over het geheimenis van Christus, “Welke in andere eeuwen den kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige Apostelen en profeten, door den Geest” (vs. 5). Op dezelfde wijze kwam “het geheimenis der wetteloosheid”, oftewel, “het geheimenis van de antichrist”, uit het verborgene tevoorschijn bij de volle manifestering van “de wetteloze”, oftewel, “de antichrist”. Wat eerst een “geheimenis” was, werd later door de ware Christenen duidelijk geïdentificeerd als de manifestatie van de antichrist. De eerste “afval” van het geloof kwam later duidelijk tot uiting in de volle manifestering van de Roomse antichrist. We hebben al gezien dat de eerste gelovigen in Jesjoea de Messias tijdens de Apostolische kerkperiode reeds met antichristelijke geesten en werken te kampen hadden. Zij werden door de apostelen gewaarschuwd altijd op hun hoede te zijn! Vanaf het begin was het geloof een STRIJD en kon niemand zich veroorloven om het geloof dat zij verkregen hadden lichtvaardig en onverschillig te benaderen. “ Zijt nuchteren, en waakt”, zei Petrus aan de discipelen, “want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden; Denwelken wederstaat, vast zijnde in het geloof, wetende, dat hetzelfde lijden aan uw broederschap, die in de wereld is, volbracht wordt” (1 Petrus 5:8-9). Vanaf het begin waren er “ketterijen”, “scheuringen”, “valse broeders”, valse “profeten en leraars”, zodat, zo zegt Paulus aan de Christenen in Corinthie, “het [zal] blijken wie onder u den toets kunnen doorstaan” [NBG], of anders vertaald: “opdat degenen, die oprecht zijn, openbaar mogen worden onder u” (1 Cor. 11:19). Al eerder moesten ook de stammen van Gods volk Israël op deze manier beproeving en toetsing doorstaan, om te laten zien of zij God en Zijn stem zouden gehoorzamen of niet.... JHWH, de God van Israël, liet hen opzettelijk in aanraking komen met “leugenachtige geesten” opdat zij getest zouden worden of zij wel getrouw aan JHWH hun God zouden blijven. “Wanneer een profeet, of dromendromer, in het midden van u zal opstaan, en u geven een teken of wonder; Deu 13:2 En dat teken of dat wonder komt, dat hij tot u gesproken had, zeggende: Laat ons andere goden, die gij niet gekend hebt, navolgen en hen dienen; Gij zult naar de woorden van dien profeet, of naar dien dromen-dromer niet horen; want de HEERE, uw God, verzoekt ulieden, om te weten, of gij den HEERE, uw God, liefhebt met uw ganse hart en met uw ganse ziel. Den HEERE, uw God, zult gij navolgen, en Hem vrezen, en Zijn geboden zult gij houden, en Zijn stem gehoorzaam zijn, en Hem dienen, en Hem aanhangen. En diezelve profeet, of dromen-dromer, zal gedood worden; want hij heeft tot een afval gesproken tegen den HEERE, uw God, Die ulieden uit Egypteland heeft uitgevoerd, en u uit het diensthuis verlost; om u af te drijven van den weg, dien u de HEERE, uw God, geboden heeft, om daarin te wandelen. Zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen” (Deuteronomium 13:1-5)! Op dezelfde wijze worden wij als de verlosten en uitverkorenen Gods opgedragen om “de geesten te toetsen” of zij wel uit God voortkomen of niet! “Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld” (1 Joh. 4:1). “Beproeft alle dingen; behoudt het goede” (1 Thess. 5:21)! Ook wij zijn verantwoordelijk alle duisternis uit ons midden weg te doen. Niet alles wat bovennattuurlijk of wonderlijk is, komt van God. Niet alles wat in de Naam van Christus ons wordt geleerd en gebracht, komt ook werkelijk van Hem! De geestelijke strijd tegen de antichristelijke geesten was vanaf de geboorte van de kerk aanwezig en wij die nu aan het einde der tijden leven, worden op dezelfde manier er toe geroepen om waakzaam te zijn tegen de werken en leringen van de “antichrist” die zich al voor vele eeuwen in de “Tempel Gods” heeft gezet! 22
Wij kunnen weten vanuit het Woord der Waarheid dat een ieder die in de Naam van Christus mensen er toe aanzet om “andere goden achterna te lopen en te dienen, die gij niet gekend hebt”, niet uit God komt. Zo’n verleidende en valse stem behoren wij uit ons midden weg te doen! Een ieder die ons er toe aanmoedigt om een relatie met dat afgodensysteem van de Pauselijke Roomse kerk aan te gaan, predikt afval van den Here, onze God; van Hem Die ons uit “Egypte”, oftewel, uit deze duistere wereld van Satan heeft verlost, ..om ons af te drijven van den weg, dien de HEERE, onze God, geboden heeft, om daarin te wandelen... Wij dienen zo’n valse profeet en dromer schielijk uit ons midden te verbannen! Wij roepen de gemeente van Christus op tot WAAKZAAMHEID! WORD WAKKER, HUIZE GODS! “Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts. (Want de vrucht des Geestes is in alle goedigheid, en rechtvaardigheid, en waarheid), Beproevende wat den Heere welbehagelijk zij. En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veeleer. Want hetgeen heimelijk van hen geschiedt, is schandelijk ook te zeggen. Maar al deze dingen, van het licht bestraft zijnde, worden openbaar; want al wat openbaar maakt, is licht. Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten” (Ef. 5:8-14)! Laten wij nu zien hoe, op welke manier, de eerste Christenen al met de antichristelijke geesten te maken kregen, en hoe uiteindelijk deze eerste antichristelijke werken tot dat massale antichristelijk bolwerk van de Roomse kerk konden uitgroeien. We stellen de vraag hoe deze “afval” of “apostasie” die in de gemeente van Christus al vroeg plaatsvond, uiteindelijk heeft kunnen leiden tot de volle manifestatie en openbaring van het Satanisch antichristelijk werk in “de mens der zonde, de zoon des verderfs”? Met andere woorden, hoe is deze vroege verlating van de eerste principes van het christelijk geloof geëindigd in het opzetten van dat extreem afwijkend monsterlijk en Godlasterend Rooms afgodensysteem, waarin uiteindelijk niet Christus, maar de antichristelijke pausen als hoofd van de christelijke kerk worden aanbeden? Hoe zijn de eerste zaden van “afval” uiteindelijk uitgegroeid tot de volle manifestatie van de antichrist met al zijn rijpe, bittere vruchten? Laten wij de Here Jezus, ons Licht, ook vragen of onze eigen ogen geopend mogen worden aangaande de mogelijke aanwezigheid van antichristelijk werk in ons eigen leven en in de Christelijke lokale gemeente waartoe wij behoren, zodat wij de duistere werken van Satan aan het licht mogen brengen en uit ons midden mogen doen, opdat wij God weer in “geest en waarheid” kunnen aanbidden en wij als getrouwe getuigen en ambassadeurs van Jezus Christus, Zijn Naam weer met puurheid, eenvoud, kracht en liefde mogen verheerlijken. Het valse antichristelijke kerksysteem is opgebouwd uit een combinatie van Satans werk in samenwerking met de zondige, gevallen mens die dan gezamenlijk tegen Gods koninkrijk vechten. 1. HET INBRENGEN VAN EEN “ANDERE EVANGELIE”, “ANDERE JEZUS” EN EEN “ANDERE GEEST” “Ik verwonder mij, dat gij zo haast wijkende van dengene, die u in de genade van Christus geroepen heeft, overgebracht wordt tot een ander Evangelie; Daar er geen ander is; maar er zijn sommigen, die u ontroeren, en het Evangelie van Christus willen verkeren. Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Gelijk wij te voren gezegd hebben, zo zeg ik ook nu wederom: Indien u iemand een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt” (Gal. 1:6-8). Paulus en de eerste Christenen kregen al snel te maken met valse broederen, ditmaal van Joodse achtergrond, die de vrijheid in Christus aan banden probeerden te leggen. Zij leerden hen dat zij zich aan de Wet van Mozes dienden te houden en zij zich behoorden te besnijden om God te kunnen behagen. Zij trachtten het Nieuwe Verbond in het bloed van Christus te vermengen met het Oude Verbond dat God met Israel had gemaakt. Op deze manier brachten zij een “ander evangelie” dat niet overeenstemde met wat Jezus en de Apostelen hen geleerd en gebracht had. Van zulke valse boodschappers die het pure evangelie trachten te verdraaien, zegt Paulus dat zij vervloekt zijn! De Roomse kerk heeft zich uitermate schuldig gemaakt aan de vervalsing en verdraaiing van het 23
evangelie! Eigenlijk is daar niets van de onvervalste, pure booschap van verlossing overgebleven! Zowel het bouwwerk als het fundament is geheel verrot. Om deze reden alleen al ligt zij onder Gods vloek! De Roomse kerk leert een “evangelie” van werken en eigen-gerechtigheid. It dit “verlossingsstelsel” is het mogelijk voor de mensen om hun verlossing als het ware te verdienen en te kopen. Het is de Roomse kerk waarin deze “middelen of verdiensten van genade” beschikbaar worden gemaakt voor de “verkoop”. Tot haar staat een grote “schatkist” met “verdiensten”3 ter beschikking, die op bevel en autoriteit van de Paus en zijn hiërarchie van Roomse dienaren aan de zondaren kunnen worden gegeven, veelal tegen betaling of het doen van bepaalde “goede werken”. Het heil en de verlossing wordt afhankelijk gesteld van het aantal goede werken dat een persoon zou hebben gedaan, of het aantal bedevaartsreizen naar R.K. oorden, of het bedrag aan geld dat zij aan de R.K. kerk gegeven hebben, of het aantal gebeden die zij aan Maria of een van de andere heiligen hebben gericht. Het Rooms Katholieke plan van verlossing is een complex systeem van verdiensten. Zonder de Roomse Sacramenten en de dienstverlening van de gehele Roomse hiërarchie kan een ziel geen verlossing vinden. De Roomse kerk heeft de macht, kracht en autoriteit om de ziel ofwel naar de “hemel” of naar “de hel” en “het vagevuur” te sturen, en wie zich niet aan haar autoriteit onderwerpt, zal de verzoening met God en het eeuwige leven niet vinden. De Roomse kerk heeft een gigantisch aantal leringen en tradities die simpelweg niet in het Woord van God geschreven staan. Zij zegt echter dat deze onontbeerlijk zijn voor de verlossing van de ziel. We denken hier aan de biecht, het branden van kaarsen en wierook, het bidden naar heiligen, het kopen van aflaten voor de doden en de levenden, de deelname aan de mis, het geven van geld (veel geld) aan de Roomse kerk, het maken van pelgrimsreizen naar de zogenaamde heilige oorden, het aanbidden van Maria, “de moeder van God”, zonder wie, zo leert Rome, de verlossing niet compleet is, de onthouding van het eten van vlees op vrijdag, het verbieden van het huwelijk voor de “geestelijken” en zo zijn er nog meer ontelbare Roomse leringen en tradities die niets met het pure en eenvoudige evangelie van Christus te maken hebben. Niettemin hebben miljoenen mensen zich aan dit valse stelsel onderworpen met de overtuiging dat deze noodzakelijk en onmisbaar zijn voor hun eeuwig heil. Sommigen van ons denken wellicht dat dit iets van het “vage verleden”, van de “donkere Middeleeuwen” is, alsof deze dingen nu niet meer geleerd of gedaan zouden worden... Het is belangrijk om te weten dat de Roomse kerk in geen enkel opzicht is veranderd in haar onbijbelse, antichristelijke leringen en stellingen! Integendeel; zij heeft eigenlijk de een na de andere leugen aan haar lange lijst van gruwelen toegevoegd, zodat zij niet minder, maar meer schuldig is geworden in de ogen van God! Wat begon als een geestelijke strijd tussen de ware Christenen en enkele valse broeders die met een vals evangelie kwamen, groeide uiteindelijk uit tot een strijd tussen de ware Christenen en een buitengewoon goed georganiseerd, krachtig en machtig instituut van de Rooms Katholieke Kerk. In deze strijd zijn intussen vele slachtoffers gevallen. Van de vele stemmen die tegen dit antichristelijk instituut protesteerden, werden de mond gesnoerd door middel van vervolging, dreiging, marteling en een gewelddadige dood. Deze strijd is ook nu nog steeds gaande maar wij moeten met droefheid constateren dat in onze tijd de Roomse kerk met haar valse leringen en werken een geweldig succes heeft geboekt in de harten en gedachten van ontelbare mensen, inclusief Christenen. Haar grootste success is toch wel de recente oecumenische beweging waarin Christenen er toe worden verleid om een relatie of dialoog met deze Roomse “hoer” (Openbaring 17) aan te gaan. Het moet voor een ieder duidelijk worden dat de Roomse Kerk geen waarlijk geestelijk leven biedt, want zij leert niet het ware evangelie, maar komt met een ander stelsel van verlossing dat geheel en al afwijkt met wat Jesjoea Zelf leerde en sprak. Wie zich aan zo’n vals systeem onderwerpt, heeft geen deel aan Christus en Zijn Eeuwig heil en zal hiervan de eeuwige consequenties moeten dragen. Om de lezer een voorbeeld te geven van de valsheid die in deze Roomse kerk huist, nemen we u mee naar Rome in het jaar 2000. Wij waren ook in Rome, in dit “jubileum-jaar” en wij zagen met onze eigen ogen hoe duizenden mensen door de zogenaamde “Heilige Deur” wandelden. Door deze handeling, zo leert de Roomse 3
Deze verdiensten zijn het “surplus” van goede werken van de heiligen die reeds zijn gestorven. Dit “overschot” kan dan door de Roomse kerk worden aangesproken en gebruikt voor het bedienen van “genade” aan de nog levende zondaren. Zie Cathechismus van de Rooms Katholieke kerk.
24
kerk, worden al hun zonden vergeven. Eén keer in de 25 jaar roept de Paus zo’n jubileum-jaar uit en opent hij de “heilige deuren” van de Basilica’s en de “St. Pieter” in Rome. Degenen die door deze “geheiligde deur” wandelen (eigen werken) kunnen vergeving voor hun zonden vinden. Loop simpelweg door deze deur, prevel enkele “ave-maria” gebeden, en, niet te vergeten, werp wat geld in de schatkist van Rome, en al uw zonden zijn vergeven.... Dit is niet iets van de “duistere Middeleeuwen”, maar van onze tijd (!). We hebben dit met onze eigen ogen mogen aanschouwen. Op deze manier worden miljoenen mensen op het pad van eeuwig verderf geleid terwijl zij zelf denken dat zij hiermee God behagen en een plaats in Zijn koninkrijk zullen verwerven. Wanneer worden de (ware) Christenen van onze tijd wakker en komen zij tot kennis en inzicht aangaande de ware aard van de valse Roomse, Satanische kerk? Hoe is het mogelijk dat de Christenen van vandaag de dag, meegesleept met hun moderne sentimenten en ideeën, zo gemakkelijk in deze val van Satan lopen? Waar is het geestelijk onderscheidingsvermogen, en waar is de kennis van het Woord van God bij hen? Slechts één bezoek aan een Roomse kerk zou de levende stenen van de Tempel Gods moeten laten inzien dat de R.K. kerk geheel en volledig Satanisch en antichristelijk is! Geen goed kan in haar gevonden worden, laat staan het ware en pure evangelie van Christus! “Want ik ben ijverig over u met een ijver Gods; want ik heb ulieden toebereid, om u als een reine maagd aan een man voor te stellen, namelijk aan Christus. Doch ik vrees, dat niet enigszins, gelijk de slang Eva door haar arglistigheid bedrogen heeft, alzo uw zinnen bedorven worden, om af te wijken van de eenvoudigheid, die in Christus is. Want indien degene, die komt, een anderen Jezus predikte, dien wij niet gepredikt hebben, of indien gij een anderen geest ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, of een ander Evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, zo verdroegt gij hem met recht. Want ik acht, dat ik nergens minder in ben geweest dan de uitnemendste Apostelen” (2 Cor. 11:2-5). “ Maar wat ik doe, dat zal ik nog doen, om de oorzaak af te snijden dengenen, die oorzaak hebben willen, opdat zij in hetgeen zij roemen, bevonden mochten worden gelijk als wij. Want zulke valse Apostelen zijn bedriegelijke arbeiders, zich veranderende in Apostelen van Christus. En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts. Zo is het dan niets groots, indien ook zijn dienaars zich veranderen, als waren zij dienaars der gerechtigheid; van welke het einde zal zijn naar hun werken”(2 Cor. 11:12-15). “Omdat zij die zochten niet uit het geloof, maar als uit de werken der wet..” (Rom. 9:32). De Rooms Katholieke kerk predikt een “anderen Jezus”, en geeft “een anderen geest”, en brengt een “ander evangelie”. Zij plaatst zichzelf hierdoor in de categorie “schijn-apostelen”, en “bedrieglijke arbeiders”. Haar werkers trachten zich wel voor te doen als dienaren van Christus, maar zij brengen in werkelijkheid de werken van de Satan voort. Het is een “anderen Jezus”, omdat de R.K. kerk niet Jezus maar de satan dient. Zij plaatst zichzelf boven het Woord van God en leert van een “Jezus” die niet overeenkomt met de ware Bijbelse Here Jezus gezeten aan de rechterhand Gods. Het is een “anderen geest” omdat in de R.K kerk niet de Heilige Geest maar de antichristelijke geest van Satan werkt. Het is een “ander evangelie”, omdat in de R.K. kerk het ware evangelie niet gepredikt of geleefd wordt. Zij predikt een religieus systeem van werken, overeenkomend met de geesten en religies van deze wereld. Het verschil is dat zij haar vele valse leringen in de Naam van Christus geeft en niet in de naam van bijvoorbeeld “Allah”, “Mohammed”, “Boedha” of andere religieuze hoofdfiguren. De R.K. kerk geeft een antichristelijke evangelie, omdat zij niet werkelijk naar de Messias Jesjoea, maar de “anti-messias”, oftewel, de “antichrist” wijst. Zij zet de mensen er toe aan om zich niet aan God en Zijn Woord maar aan de Paus en zijn valse, niet-Bijbelse leringen en tradities te onderwerpen! Door haar worden zielen niet aan de Christus, maar aan de Anti-Christus gebonden.... Met het brengen van een “andere Jezus” en een “andere Geest” en een “ander Evangelie” ligt zij al voor vele eeuwen onder Gods vloek.
25
2. HET GOD
INBRENGEN VAN ANDERE LERINGEN EN TRADITIES; DE AFWIJKING VAN HET
WOORD
VAN
We kunnen de lezer er maar niet genoeg op wijzen dat de Bijbel ons leert en waarschuwt dat wij als Christenen altijd en constant waakzaam behoren te zijn tegen valse leringen en werken die niet overeenkomen met het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd. Ziet toe, zei Paulus, hoe je op het fundament van Jezus Christus bouwt, en wees er van bewust dat het mogelijk is om “hout, hooi en stro” te bouwen, wat geheel en al “verbrand” zal worden tijdens Gods bezoeking en toetsing van ons leven in Christus (zie 1 Cor. 3)! Er is veel in de gemeenten van Christus wat de test van het Heilige vuur van God niet kan doorstaan. Er zijn vele tradities en leugens binnen gekropen en gevestigd die niets te maken hebben met Gods Koninkrijk. Hoe kunnen onze ogen worden geopend als wij Gods Woord niet kennen of aannemen als de absolute waarheid en standaard? Hoe kunnen wij toetsen of wij wel in de volheid van Christus en het pure geloof wandelen zoals God dat bedoeld heeft, als wij ons leven en het leven van de gemeente niet aan Zijn Woord meten? De Here Jezus roept ons op om terug te keren naar “de oude paden” (zie Jer. 6:16) en om al het werk der duisternis uit ons midden weg te doen. Moge de God van het Licht onze ogen openen en ons laten zien waar wij van “het oude en goede apostolische pad” zijn afgeweken en ons vervolgens terugbrengen naar Hemzelf, want Jesjoea is de Weg, het Leven en de Waarheid! De R.K. kerk wandelt niet in die Weg, dat Leven en die Waarheid maar heeft haar eigen weg gebaand. Dit is een weg van verleidingen die niet naar Leven maar naar de dood en verdoemenis leidt. De R.K. kerk is vol met leringen en tradities die niet alleen absent zijn in het Woord van God, maar ook totaal tegen de Heilige Geschriften ingaan! Wij weten bijna niet waar te beginnen, want het aantal gruwelijke, leugenachtige leringen en werken in de R.K. kerk is bijna ontelbaar! Waar, zeg ons, staat in het Woord van God geschreven van: De Paus; de Biecht; het Vagevuur, het aanbidden van mensen, dood of levend; het neerknielen voor beelden; de Mis voor de levenden als de doden; de Transsubstantiatie; de bedevaarten; het Oliesel; het Vormsel; de Doop met olie, zout, speeksel en allerlei raadselachtige spreuken; het Priesterschap; de Absolutie (de macht van de Roomse diennaar om zonden te vergeven); het Roomse jubeljaar; de verering en aanbidding van Maria en ontelbare relikwieën....., en zo kunnen wij nog wel even doorgaan met de lijst van valse, duivelse leringen en tradities van mensen..... Zoals we al eerder hebben gelezen, waren onder de eerste Christenen ook valse broeders aan het werk die duisternis in de gemeenten van Christus trachtten te brengen. De vroege kerk echter was waakzaam en op haar hoede. Zij ontdekte “de kwaden” “die zeggen ,dat zij apostelen zijn, maar het niet zijn”.. als “leugenaars”. Ook haatte zij de werken der “Nicolaiten”. Niettemin maakten ook de eerste gemeenten zich op den duur schuldig aan de verzaking van “de eerste liefde” (zie Op. 2:1-7). Deze “eerste liefde” heeft veel te maken met hun getrouwheid aan de geboden en woorden van God. Op welke manier verzaakten zij “de eerste liefde”? Niet veel tijd ging voorbij voordat de Christenen corruptie binnen de gemeenten brachten. Valse, niet Bijbelse leringen en werken druppelden de gemeenten binnen. Het Woord van God zegt: een beetje zuurdeeg maakt het gehele deeg zuur (Gal. 5:9)! Een beetje gif in een glas water maakt al het water ondrinkbaar. Het mengen van Gods waarheid en Geest met de leugens en werken van Satan is voor Hem onaanvaardbaar! Wij moeten leren te gaan zien met Gods ogen. In Zijn ogen is een vermenging van “geest en vlees”; “waarheid en leugen”, “Gods Koninkrijk en de duistere wereld van Satan” niet aanvaardbaar! Van de eerste Christenen werd door God gezegd dat zij hun eerste waakzaamheid en zuivere werken van geloof verzaakten door de beginselen van Satanische valsheden en duisternis binnen te laten. De “afval” van het pure geloof waar Paulus voor had gewaarschuwd, was reeds begonnen. Volgens historische bronnen duurde het niet lang voordat de Christenen gebeden naar de doden begonnen te zenden. Al vroeg werd aan de “heiligen” een eer en aanbidding gegeven die niet gepast is voor een sterfelijk, zondig mens. Men bezocht de graven van de gestorven Christenen en al snel kwam de “wierook” tevoorschijn die zij ter ere van de gestorvenen verbrandden. Deze plekken groeiden uit tot bijzondere “heilige plaatsen” waar naar verloop van tijd ook de eerste “kapellen” of “kerkgebouwen” begonnen te verschijnen. Na enkele eeuwen werden de beelden geïntroduceerd, en 26
ook Maria begon boven haar echte positie verheven te worden. Langzaam maar zeker nam de “controle” en “macht” van de leiders toe en ontstond er een mentaliteit onder hen die een verschil maakte tussen de “geestelijkheid” en de “leken”, oftewel, tussen de geestelijke leiders en de “gewone schapen”... De leiding van de Heilige Geest werd meer en meer verdrongen door de methodes en uitvindingen van mensen. Men begon af te wijken van het patroon dat door Jezus en Zijn profeten en apostelen was getoond. We hebben hier te maken met een groot en groots onderwerp en er zijn vele boeken beschikbaar aangaande de geschiedenis van de kerk. We doen er goed aan als wij ons zelf op de hoogte stellen van deze geschiedenis! Wij moeten ons wapenen met de kennis hoe de Christelijke kerk zich ontwikkeld heeft in de loop der geschiedenis zodat wij beter kunnen inzien waarom de situatie van vandaag is zoals het is. Zonder kennis van de kerk geschiedenis is het onmogelijk om de profetische geschriften te begrijpen en juist te interpreteren. Zonder de kennis van de eeuwenlange strijd tussen de “ware kerk” en de “valse kerk van Rome” blijft bijvoorbeeld het boek van “Openbaring” een gesloten boek. Het is van groots belang te weten waar de niet-Bijbelse tradities en leringen, die ook nu in de gemeenten van Christus werken, eigenlijk vandaan komen. Door de geschiedenis van de kerk te bestuderen, leren wij ook hoe God met Zijn volk, Zijn uitverkorenen heeft gehandeld, en hoe, op welke wijze zij met hun vijanden streden. Wij leren hoe God in het verleden de valse, antichristelijke kerk heeft geoordeeld en wat haar nog te wachten staat. We leren onze wandel met Christus in een breder perspectief te plaatsen; een hemels perspectief, van waaruit we duidelijk kunnen zien wat in overeenstemming met Gods plan en patroon is, en wat niet. Op deze manier kunnen we aan de hand van kerkgeschiedenis, en met behulp van het Woord van God en Gods Heilige Geest alle werken en leringen van de duisternis herkennen en wegwerpen! Wij moeten weet hebben van de aard van onze strijd; wij moeten er van op de hoogte zijn waartegen wij eigenlijk vechten. Wat is het waarvoor wij op onze hoede moeten zijn? Hoe kunnen wij de werken der duisternis aan het licht brengen? De geschiedenis van de kerk is de geschiedenis van de ontwikkeling van Gods koninkrijk en de geschiedenis Gods koninkrijk is onlosmakelijk verbonden met de strijd tussen Christus en Satans antichrist. Zouden wij daarom hiervoor niet de grootste interesse moeten hebben? 4 Honderdenduizenden broeders en zusters, jong en oud, hebben gestreden en verschrikkelijke geleden in deze strijd. Velen van hen hebben hun leven willen geven zodat de getuigenis van de waarheid in Christus kon blijven voortbestaan. Zouden wij daarom niet met warme harten en diep respect in de feiten van de geschiedenis moeten kijken? Voor al deze redenen, en meer, moedigen wij de lezer aan om tijd en aandacht te geven aan de geschiedenis van onze broeders en zusters zodat wij onze gemeenschappelijke Verlosser en Zijn weg en waarheid op een diepere wijze mogen leren kennen. Hierdoor mogen wij ook leren wat van onszelf gevraagd wordt in deze tijd waarin waarheid en getrouwheid aan God en Zijn Woord niet meer hoog wordt geacht! Het grootste gruwel dat de R.K. kerk in de wereld heeft gebracht in de Naam van Jezus is toch wel: AFGODERIJ! Het is overduidelijk in de geschriften en in de wijze waarop JHWH met Zijn volk Israel heeft gehandeld, dat de Heilige God van Israel, de Schepper der Hemelen en der Aarde, AFGODERIJ HAAT! God haat afgoderij en ontrouw! Wie wordt aanbeden? God of Satan? Het moet duidelijk zijn voor ieder mens dat het aanbidden van “beelden” en “afgoden” tot Satan’s afdeling behoort! Israel werd voor vele overtredingen vergeven. Echter, ontrouw worden aan de Enige God door andere goden te dienen en afgodsbeelden te maken, werd met gestrengheid gestraft. God bezocht deze zonde met een gepast oordeel en doeltreffende kastijding. De geschiedenis van Israel is
4
In de studie van kerkgeschiedenis is het belangrijk om te weten dat we daarmee worden geconfronteerd met de geschiedenis van de ware en de valse kerk. Vele kerkgeschiedenissen concentreren zich op de officiele, zichtbare, georganiseerde kerk en geven aan de groepen Christenen die daarbuiten leefden geen aandacht. Dit geeft een verkeerd beeld van de kerkgeschiedenis voor de 16e eeuwse Reformatie! Wel degelijk bestond ook voor deze Reformatie een kerk, de ware kerk, die niets te maken had met de officiele kerk van Rome! Elke eeuw had haar eigen getrouwe getuigen van Christus en Zijn Verlossing maar omdat deze niet in een machtspositie stond zoals de Roomse kerk, is er niet zo veel schriftelijk materiaal van of aangaande hen overgebleven. Niettemin komen zij nog voldoende tevoorschijn in bijvoorbeeld de kerkelijke rechtbankzaken (waar zij ondervraagd werden) om te kunnen weten dat zulken bestonden. Wanneer we de “twee getuigen” van Openbaring 11 bespreken, zal het een en ander duidelijker worden.
27
onlosmakelijk verbonden met de vraag of zij de God van Israel of andere goden zouden volgen en gehoorzamen. Het is voor ons bijna onvoorstelbaar en onverklaarbaar hoe de Christen van vandaag zich durft in te laten met die gruwelijke Roomse afgodentempel..... De R.K. wereld is vol met afgoden! In elk gebouw, of huis, of instituut staat wel een beeld van Maria, Jezus of een van de “heiligen” waarvoor men knielt, wierook aansteekt en geld geeft. Je hoeft in een Rooms gebied niet ver te wandelen voordat je op de gevels van de huizen en in de straten tegen een R.K. afgod aanloopt die de Rooms Katholieken aanbidden en naar wie zij ook hun gebeden richten. Zo is er een “god” (“een heilige”) voor gezondheid, en een “god” voor geluk. Er bestaan “goden” (heiligen”) voor het vinden van verloren voorwerpen, voor een goede oogst, voor welvaart, voor vruchtbaarheid en voor tientallen andere behoeften van de mens. Er is geen nood of er is wel een “god”, “een heilige”, waar de Roomse Katholieken terecht kunnen met hun gebeden, en hun geld, en hun kaarsen en wierook.... De Paus zelf wordt als “god op aarde” aanbeden! Wij hebben met onze eigen ogen gezien hoe de mensen voor hem neerknielen, zijn hand kussen, en hem als een “god” toezingen! Wij hebben ook met onze eigen ogen gezien hoe op bepaalde gezette tijden de Rooms katholieke dorpen of steden hun “goden” uit de kast halen en op hun schouders in een processie door de stad brengen. Terwijl de “god” zo op de schouders van mensen wordt gedragen (immers, deze god kan zelf niet lopen), staan er honderden mensen gereed aan de kant van de straten om hun “god” toe te juichen en eer te geven. Wat is het verschil met het heidendom? Het is overduidelijk en er is geen twijfel over mogelijk dat de Rooms Katholieke “kerk” een tempel vol met afgoden is..... Hoe komt het dan toch, vragen wij ons af, dat een Christen van vandaag een relatie of dialoog met deze Satanische tempel zoekt aan te gaan? Hoe is het mogelijk dat de meeste Christelijke gemeenten van deze tijd de Rooms Katholieke kerk als deel van het “lichaam van Christus” op aarde wenst voor te stellen? De blindheid en onwetendheid is onbegrijpelijk! Een van de gevaarlijkste en meest verfoeilijke antichristelijke leringen en werken die de Roomse “antichrist” heeft gebracht is dan ook: afgoderij! De Apostel Johannes waarschuwde: “Daarom, mijn geliefden, vliedt van de afgodendienst” (1 Cor. 10:14). En, bedrieg uzelf niet: afgodendienaars zullen het Koninkrijk Gods niet beërven (1 Cor. 6:10-11)! JHWH, de Enige en Levende God gebiedt in het eerste gebod: “Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben”, en in het tweede gebod zegt Hij: “Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten; En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden” (Exo. 20:1-6). Afgoden maken en dienen is gelijk aan het haten van God, volgens dit woord. Wat doet de R.K. kerk met dit Gebod van God? De Rooms Katholieke kerk heeft ten eerste, zoals de lezer weet, de Bijbel voor eeuwen van de mensen verborgen gehouden omdat zij wist dat het Woord van God haar valsheden zou ontmaskeren. Toen echter het Woord van God werd “herontdekt” in vooral de tijd van de 16e eeuwse Hervorming en de uitvinding van de “boekdrukkunst”, kwam de R.K. kerk met haar eigen versie van de Bijbel. In deze versie werd dit tweede gebod simpelweg uit “hun Bijbel” geschrapt! In sommige R.K. Bijbels is dit tweede gebod gehandhaafd maar wordt het wel toegelicht met een voetnoot waarin staat dat het maken van gesneden beelden aanvaardbaar is als het de mensen helpt en aanmoedigt in hun aanbidding van God....!! In de Rooms Katholieke Cathechismus heeft zij het volgende te zeggen over Gods Tweede gebod aangaande andere goden en afgoden. In de Roomse cathechismus IV, no. 2129 t/m 2132 kunnen we lezen: 2129 300 2500
28
Gods verordening bracht het verbod met zich mee door mensenhand enige afbeelding van God te maken. Het boek Deuteronomium geeft hiervan de verklaring: “Omdat gij geen gestalte gezien hebt, toen Jahwe u bij de Horeb uit het vuur heeft toegesproken, moet gij zorgen u niet te bezondigen door beelden te maken van welke gestalte dan ook...” (Deut. 4,15-16). Het is de volkomen transcendente God die zich aan Israël heeft geopenbaard. “Hij is alles” maar tegelijkertijd “is Hij groter dan al zijn werken” (Sir. 43,27-28). Hij is de oorsprong van alle geschapen schoonheid (Wijsh. 13,3). 2130 Toch heeft God, al in het Oude Testament, het bevel of de toestemming gegeven afbeeldingen te maken, die op symbolische wijze de komst van het mensgeworden Woord zouden voorbereiden: de bronzen slang bijvoorbeeld, cit. de ark van het verbond en de cherubijnen. cit. 2131 476
Steunend op het mysterie van het mensgeworden Woord heeft het zevende oecumenisch concilie, gehouden in Nicea (787), tegen de iconoclasten, de beeldenverering goedgekeurd: van Christus, maar ook van Gods Moeder, van de engelen en van alle heiligen. Want door mens te worden heeft de Zoon van God een nieuwe “ordening” wat betreft beelden ingesteld. 2132 De christelijke beeldenverering is niet in strijd met het eerste gebod dat de afgodenbeelden veroordeelt. Want “de eer die aan het beeld wordt bewezen, is bestemd voor degene die afgebeeld wordt”cit. en “wie het beeld vereert, vereert daarin de persoon die erin afgebeeld wordt”.cit. De eer aan de afbeelding van heiligen bewezen is een “respectvolle verering” en geen aanbidding. Die komt alleen aan God toe: “Gezegd moet worden dat de godsdienstige verering niet bewezen wordt aan de afbeeldingen, voorzover deze op zichzelf als bepaalde dingen beschouwd worden, maar op de afbeeldingen voorzover ze ons leiden naar de mensgeworden God. De beweging echter die naar de afbeelding gaat, voorzover zij afbeelding is, blijft niet staan bij de afbeelding zelf, maar gaat uit naar datgene waarvan ze de afbeelding is”.cit.
[einde citaat] Niettegenstaande de vele Bijbelse waarschuwingen tegen afgoderij en beeldendienst, heeft Rome besloten dat dit geheel aanvaardbaar en zelfs aanbevelingswaardig is in Gods ogen! Zegt Christus een ding, de Antichristus gaat daar zonder blozen tegenin omdat hij immers “als god op aarde” spreekt! Met deze verdraaiingen van Gods geboden hebben miljoenen mensen zich schuldig gemaakt aan de meest grove afgoderij en valse aanbidding onder de noemer van Christendom. Een ieder die zich op welke wijze dan ook inlaat en associeert met de R.K kerk, maakt zich schuldig aan AFGODERIJ, en moet vervolgens daarvan ook de directe en eeuwige consequenties dragen..... “ Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen; Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan? Want wij kennen Hem, Die gezegd heeft: Mijn is de wraak, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere. En wederom: De Heere zal Zijn volk oordelen. Vreselijk is het te vallen in de handen des levenden Gods” (Heb. 10:28-31).
29
3. ONBIJBELSE HOUDING TEGENOVER ZONDE Bekeert u! Dit is de roep van God aan zondaars. Gods Geest overtuigt een mens van zonde en wijst ons vervolgens naar het Goddelijke Lam Die voor zondaars is gestorven. God leert ons dat wij zondaars NOOIT EN TE NIMMER onze schulden kunnen aflossen, maar dat een Ander de prijs voor onze vergeving en verlossing heeft betaald: Jesjoea de Messias. God kwam in het vlees als mens om voor onze zonden te sterven..... Enkel door het bloed van Jezus ontvangen wij vergeving. Enkel door Zijn offer worden wij met Hem verzoend. Nu is het zo dat in de Roomse wijze een ziel (meestal als pasgeboren baby) automatisch tot de kerk gaat behoren op het moment waarop deze de Roomse “doop” ontvangt. Dit ritueel geeft een zondaar recht op deelname aan het Lichaam van Christus... Wanneer een ziel zondigt, gaat deze (na een bepaalde minimale leeftijd te hebben bereikt) naar de priester om de biecht af te leggen. De priester geeft dan vergeving in Gods Naam na de biechteling wat “straffen” of “boetedoening” te hebben opgelegd. Deze boete-doening kan bestaan uit: een bedevaart afleggen; een som geld geven; een gebedje herhalen; Maria aanbidden enzovoort. Is dit de wijze waarop wij met God verzoend worden en blijven? Is dit wat de Bijbel ons leert aangaande zonde, schuld en vergeving? Waar is het geloof in het bloed van het Lam dat onze zonden wegneemt? Waar is de oprechte bekering en overgave aan Hem die ons gekocht heeft met Zijn bloed? Waar is het oprecht berouw dat wij voor Zijn genadetroon mogen uitstorten? Waar is de troost die wij vinden in de zekerheid van onze aanvaarding bij God vanwege het bloed van Jezus voor ons vergoten? Waar is het werk van heiliging door Zijn Heilige Geest; dat proces van reiniging door Gods genadige werking in ons? In de Roomse kerk wordt op een niet-Bijbelse manier met zonde omgegaan. Ten eerste wordt zonde als een lichtvaardig iets voorgesteld omdat het immers kan worden weggedaan door een woord van de priester en het doen van bepaalde werken. De ziel die denkt vergeving van God te kunnen ontvangen door het verrichten van bepaalde werken, ziet de ernst van zonde en rebellie niet in. God heeft overvloedig geopenbaard hoe Hij zonde ziet, en wat er voor nodig is om de mens te kunnen vergeven. Kijk naar het Lam Gods: in onze plaats geslagen en gedood op het kruis! Dat alleen neemt de zonde weg van een ieder die daarin het vertrouwen stelt! “Het bloed van Jezus reinigt ons van alle zonde” (1 Joh. 1:7. Zie ook: Mat. 26:27; Rom. 3:25; Rom. 5:9; Ef. 1:7; Col. 1:14, 20; Heb. 9:14; Heb. 13:12; 1 Pet. 1:18-19; Op. 1:5; 5:9). De Roomse kerk echter leert dat zonden weggenomen worden door de biecht aan de priester en het doen van bepaalde werken... Dit is niet de ware Bijbelse genade maar antichristelijk bedrog! Ten tweede wordt de ziel in een staat van constante vrees gehouden. Bij de Roomse kerk is nooit zekerheid aangaande de geestelijke situatie van een persoon. Een zondaar kan volgens de Roomse lering van het ene tot het andere moment in een “doodzonde” vallen. Hiervoor moet dan onmiddellijk vergeving worden gevraagd door de bemiddelaars bediening van de priester. In de Roomse weg van verlossing kan een ziel op een en dezelfde dag zo van de hemel naar de hel, of beter gezegd, van het vagevuur naar de hel vallen5. Als deze geen “absolutie” (vergiffenis) van de priester ontvangt, dan is deze voor eeuwig verloren. Een waarlijk verontrust persoon die echt overtuigd is van zonde tegen God, zal in de Roomse kerk nooit rust vinden. Hij of zij blijft immers geketend aan een lange weg van “biechten” en het doen van “werken” die de begane zonden weer wegnemen. Aan de andere kant is er in het Roomse systeem meer dan voldoende ruimte voor de lichtzinnige mens die de zonde niet zo ernstig neemt. Zonden van allerlei aard kunnen immers op een simpele manier worden kwijtgescholden door een bezoekje aan de priester? Zo lang de ziel zich maar onderwerpt aan de autoriteiten van de Roomse kerk, zal het goed gaan en kunnen allerlei zonden vergeven worden. Echter zodra de ziel zich onttrekt van de Roomse autoriteit, dan is deze verloren. 5
In de Roomse kerk wordt er geleerd dat een ziel na de dood een tijd in het “vagevuur” moet doorbrengen voordat deze naar de hemel mag gaan. Dit vagevuur is een plaats van verdere reiniging. Dat is de toekomst voor alle katholieken... De niet gelovigen gaan direct naar de hel; de verdoemenis. Alleen de allerbesten onder de heiligen, waaronder natuurlijk ook Maria, gaan direct naar de hemel. Zij zijn degenen die daar een goed woordje doen voor de zondaars op aarde.... Leugens van de vader der leugens....
30
Zo heeft de antichrist een religieus stelsel opgebouwd waarin de mens de hoop op behoud en verlossing kan behouden terwijl hij of zij vrijmoedig doorgaat met zondigen. De Roomse kerk heeft grote baat bij dit valse verlossingsstelsel, omdat het veel geld in het laatje brengt. Zo lang zij de ziel in vreze kan houden, zal er veel geld binnenkomen. Immers veel van de “goede werken” die de biechtelingen doen bestaat uit iets wat geld kost en dit geld komt terecht in de Roomse schatkist. Rome is er op gericht om de ziel in haar macht en controle te houden. De biecht is hierin een van het belangrijkste instrument! Zowel de vrezenden als de lichtzinnigen vinden in de biechtstoel een oplossing voor hun overtuiging van zonde. Aangezien Rome nooit absolute zekerheid van verlossing kan geven, zullen zij tot het einde van hun leven aan de Roomse diensten gebonden blijven voor het welzijn van hun zielen. Hierdoor is Rome verzekerd van een constante instroom van middelen en is zij tot een welvarende religieuze stad uitgegroeid. Ook kan zij door zo’n biechtsysteem grote controle over de zielen houden want de priester weet alles van het innerlijke leven van de biechteling en is in een positie om het leven van de biechteling te sturen zoals Rome dat wil. Wij zouden hier de lezer het schrijven van de ex-priester Chiniquy willen aanraden! Hij heeft voor vele jaren door eigen ervaring als priester het Roomse systeem van binnenuit meegemaakt en bestudeerd. Toen hij eenmaal hiervan bevrijd werd, heeft hij zijn bevindingen opgeschreven in verscheidene boeken. Enkele daarvan zijn ook vertaald in het Nederlands, waaronder: “Vijftig jaren in de kerk van Rome” en “De vrouw, de priester en de biechtstoel”. Hij legt ons als geen ander duidelijk uit waarom de Roomse religie zo gevaarlijk is! Het eerstgenoemde boek (in de Nederlandse taal) is moeilijk verkrijgbaar. We hebben zelf een digitale copie en hebben ontdekt dat er nog wat exemplaren in enkele bibliotheken liggen die men zou kunnen lenen via de eigen bibliotheek. Engelstalige vertalingen zijn gemakkelijker te verkrijgen. We hebben uit zijn boek ook kunnen leren dat het zondigen juist TOENEEMT door het biechtsysteem! In het biechten moeten ALLE zonden waarvan men bewust is ook aan de priester geuit worden. Chiniquy vertelt in zijn boek dat dit biechten enkel de zondige gedachten en daden sterker doen worden vooral als de priester gaat spreken of vragen over dingen waarover de biechteling nog niet eens had gedacht! Dit effect is met name sterk bij de vrouwelijke biechtelingen die blijkbaar vragen moeten beantwoorden op het gebied van relaties en seksualiteit waardoor hun zielen niet afnemen maar toenemen in duisternis! 4. VERVOLGING VAN WARE CHRISTENEN Gods uitverkorenen zijn vanaf het begin van de schepping gehaat en vervolgd. Hierover moeten wij ons niet verwonderen, waarschuwt Jesjoea, want de kinderen van deze wereld zijn van nature, geboren in zonde, kinderen des toorns (Zie Efe. 2:1). Zij kunnen het Licht en de kinderen van het Licht niet verdragen. “De wereld kan ulieden niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat haar werken boos zijn” (Johannes 7:7). En, “Indien u de wereld haat, zo weet, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld. Gedenk des woords, dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren. Maar al deze dingen zullen zij doen om Mijns Naams wil, omdat zij Hem niet kennen, Die Mij gezonden heeft” (Joh. 15:18-21. Zie ook: 2 Tim. 4:15; 3:12; Gal. 4:29; 6:12; 5:11; Joh. 16:33; Mat. 10; Luk. 6). Op velerlei wijzen heeft Jezus Zijn discipelen geïnstrueerd en gewaarschuwd dat een ieder die Hem waarlijk toebehoort ook zal lijden voor deze getuigenis van Zijn Naam. “En ook allen, die godzalighlijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden (2 Tim. 3:12). Wij die tot het huishouden van God behoren en het burgerschap van Israel hebben ontvangen (Efe. 2:12), zijn geroepen om niet alleen in onze Verlosser en Leidsman Jesjoea de Messias te geloven, maar ook om voor Hem te lijden, in overeenstemming met de geschriften (zie Fil. 1:29). Nu is het een feit in de geschiedenis en de Geschriften dat de volgelingen van Christus op een vaak onbeschrijfelijke manier zijn vervolgd, verdrukt en zelfs gedood door de kinderen van deze wereld. Wij hoeven slechts de getuigenis van Filippus, of van de Apostel Paulus te lezen om te weten op 31
welke manier zij moesten lijden voor hun belijdenis van de Naam van Jezus. Zowel de ongelovigen onder de Joodse natie als de heidenen onder de andere naties konden de discipelen van het Licht en het Evangelie niet verdragen. Zij brachten hun intense haat tot uitdrukking door middel van de meest gewelddadige en gruwelijke wreedheden. In bijvoorbeeld de boeken “Foxe’s Book of Martyrs”, en “Historie der martelaren” (Haemstedius, Braght), kunnen we uitgebreid lezen hoe en op welke wijze de getrouwe Christenen moesten lijden en sterven aan de handen van de ongelovigen uit de Romeinse en de latere Romeins katholieke wereld. Een ieder die de Naam van Jezus aanroept, zou weet moeten hebben van de geschiedenissen van onze broeders en zusters die voor de getuigenis van Jezus Christus hun leven hebben neergelegd tot in de dood. De Satan heeft op deze manier vanaf het begin getracht de gemeente van God uit te roeien met geweld en de dood. Het is een echter bekend gezegde geworden dat het bloed van de ontelbare martelaren tot het zaad van de kerk is geworden waaruit vele nieuwe gelovigen voortsprongen die de de fakkel van het evangelie doorgaven aan de volgende generaties. Waar willen wij met deze gezegden naar toe? Welk punt willen wij hier nu duidelijk maken? Het moet duidelijk zijn voor de lezer dat de Satan op vele manieren heeft getracht om de gemeente van Christus uit te roeien ter vure en ter zwaard. Er is echter geen gruwelijkere manier door hem uitgedacht dan de wijze waarop de Satan door zijn antichristelijke tempel van Rome systematisch tegen de Christenen heeft gevochten! Het “geheimenis der wetteloosheid” in de vorm van wrede vervolgingen was “reeds in werking” in de tijd van de eerste kerken, want ook toen waren er valse apostelen en profeten en valse broeders die de ware Christenen vervolgden en weerstonden. Jezus waarschuwde ook dat de tijd zou komen waarin deze valse broederen in de Naam van Christus, de ware volgelingen van Christus als schapen zouden slachten, denkende daarmee God een dienst te doen: “Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij niet geergerd wordt. Zij zullen u uit de synagogen werpen; ja, de ure komt, dat een iegelijk, die u zal doden, zal menen Gode een dienst te doen. En deze dingen zullen zij u doen, omdat zij den Vader niet gekend hebben, noch Mij. Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer de ure zal gekomen zijn, gij dezelve moogt gedenken, dat Ik ze u gezegd heb; doch deze dingen heb Ik u van het begin niet gezegd, omdat Ik bij ulieden was” (Joh. 16:4). Er is niets of niemand méér schuldig geweest aan het voldoen van deze “heiligen dienst” dan de pausen en bisschoppen van de Rooms Katholieke kerk! Wie weet niet hoe (of is men dit vergeten?) de Rooms Katholieke kerk voor honderden jaren alle mogelijke gewelddadige middelen heeft aangewend, in de poging om de “ketters” die niet aan de R.K kerk wilden onderwerpen met wortel en al uit te roeien? De opeenvolging van “mensen der wetteloosheid”, oftewel de Roomse pausen, hebben meer onschuldig bloed aan hun handen dan de Roomse keizers tezamen. De eenmaal stevig gevestigde antichristelijke Rooms Katholieke troon heeft meer onschuldige lammeren van Christus naar de slachtbank geleid dan welk ander instituut op aarde ook. Miljoenen slachtoffers staan op haar naam en zij is inderdaad dronken geworden van het bloed van de heiligen zoals de geschriften voorspeld hebben (zie Op. 17; Dan. 7; Op. 13). Deze “heilige dienst” deden zij in de Naam van Jezus! Een van de meest ziekelijke en duistere karakteristieken van de Roomse antichrist is dan ook dat hij zogenaamd in de Naam en Autoriteit van Christus ontelbare ware schapen van Christus tot een gruwelijk, pijnlijk en onbeschrijfelijk einde heeft gebracht. Wat begon met een “geheimenis der wetteloosheid” in de tijd waarin de volheid van de plannen van Satan nog niet geheel tot uiting kwamen, groeide uit tot een groots en gruwelijk moorddadige machine waarin de pausen en de vele andere roomse dienaren als geoliede instrumenten werden gebruikt om de ware kerk te verbrijzelen. Wat begon met twistgesprekken van woorden, groeide uit tot een goed-georganiseerd leger. Door dit efficiente religieuze leger werden niet enkel woorden maar ook de pijnigings- en doodsinstrumenten als wapenen ingezet in de strijd tussen de antichrist en de volgelingen van Christus. Met andere woorden; de Pauselijke antichrist groeide uit tot de “generaal” van Satan’s leger in mensenvorm. Door toedoen van deze generaals, hebben vele Christenen hun leven als offer op het altaar van God gelegd, ter ere van de Naam van Christus, en zij zullen in de opstanding, volgens de beloftes van God, met Hem als koningen regeren voor duizend jaren lang (zie Openbaring 20:4-6). Wij zullen dieper op dit moorddadige en bloeddorstige kenmerk van de antichrist ingaan wanneer we de profetische geschriften van Openbaring en Daniël bespreken. 32
5. AFWIJKING VAN DE OORSPRONKELIJKE ORDE OF PATROON IN SAMENKOMST VAN DE GEMEENTE VAN CHRISTUS Waar twee of meer samenkomen in de Naam van Christus, daar is Hij ook in hun midden (Mat. 18:20), en waar de Geest van God is, daar is vrijheid. Wanneer er vrijheid is, dan zal de Here Jezus ook in hun midden doen wat Hem behaagt. De eerste Christenen leefden door de Geest van God. Zij hadden ook de gaven van de Geest voor de opbouwing van de gemeente tot een Heilige Tempel. Deze gaven waren geen doelen op zichzelf, maar middelen om de gemeente te stichten, te vermanen, te instrueren, te verlichten, te waarschuwen, aan te moedigen en dergelijk, zoals wij kunnen lezen in bijvoorbeeld Romeinen 12, 1 Korinthiers 12 en Efeze 4. Zij kwamen veelal bijeen in huizen en de lokale gemeente had alles gemeen. Zij deelden hun bezittingen en levens en waren dagelijks dicht bij elkaar betrokken. Wanneer zij samenkwamen dan had één, door de Geest van God, een lied, een ander een profetisch woord, weer een ander een openbaring of een uiting van een tong en de interpretatie van een tong, zoals de Heilige Geest hen leidde (1 Kor. 14:26). Op deze manier was de samenkomst een hemelse samenkomst waarin zij samen hemelse dingen deelden. Christus was in hun midden als Hoofd en Leidsman. Vanuit Zijn hoogste positie aan de rechterhand van God in de hemelen was Hij ook temidden van Zijn gemeente door Zijn Heilige Geest. Door de kracht van de Heilige Geest volhardden zij in de verwachting van de beloofde wederkomst van Jesjoea als hun Koning en Heerser over de gehele aarde. De eerste gemeenten van Christus leefden en functioneerden in alle eenvoud. Zij waren niet van deze wereld en leefden ook niet in overeenstemming met de methodes en wijze van deze wereld. Zij geloofden in de Koning van die andere wereld, en waren zich er van bewust dat het leven op deze aarde enkel een voorbereiding is, een fase, waarin zij werden voorbereid voor dat eeuwige Koninkrijk dat spoedig komen zou. Zij geloofden in de beloftes van Gods Woord en hun geloof bracht vruchten voort. Zij gebruikten de dingen van deze wereld om te leven maar deze werden niet als uiteindelijke doelen gesteld. Hun visie en hoop was namelijk hemelwaarts. Terwijl zij op aarde leefden, wilden zij hun Heer in de Hemelen verheerlijken door hun geloof en werken. Velen van hen leefden samen in huizen of gingen van huis tot huis om ter gedachtenis van de offerande van Christus de liefdesmalen te delen, het Woord van God te horen, onderwijs te genieten, de bediening van een profeet, apostel, of leraar te ontvangen of wat de Here ook maar voor hen bereid had. Deze gemeenten waren flexibel en niet gevestigd of geconcentreerd rondom een gebouw of mens (!) maar om Christus en Zijn Woord. Toen de vervolging uitbrak, werden de gemeentes uit elkaar gedreven en op deze manier kon het evangelie snel verspreid worden “tot de uithoeken van de wereld”... De intense vervolgingen die van tijd tot tijd uitbraken in de vroege kerk zorgden er voor dat de gemeente tot op grote hoogte puur bleef. Er was geen plaats voor geveinsdheid want de belijdenis van Christus betekende vaak vervolgingen tot de dood! Op deze manier konden de schapen van de geiten worden onderscheiden want de vuurproeven brachten hun ware aard aan het licht. Niettemin duurde het niet lang voordat menselijke instellingen, tradities, leringen en organisatievormen de invloeden en leiding van de Heilige Geest van God verdrongen en uiteindelijk zelfs vervingen. Na vele honderden jaren groeiden deze uit tot dat massale antichristelijke bouwwerk van de Roomse kerk waarin eigenlijk niets meer gevonden kan worden van het oorspronkelijke patroon dat Christus had ingesteld! De lezer kan zich terecht afvragen hoe het mogelijk is geweest dat zo’n religieus instituut zoals de Roomse kerk kon voortspruiten uit die simpele eenvoud van de eerste Christelijke samenkomsten. Het is een satanisch wonder dat de religieuze tempel van Rome nog de naam van Christen weet te dragen, terwijl het compleet is afgeweken van het fundament dat was gelegd door de Apostelen en profeten, Jezus Christus de hoeksteen zijnde.... Een zware geestelijke verblinding heeft miljoenen mensen er toe gebracht om het Rooms Katholieke bolwerk als de ware kerk van Christus op aarde te erkennen, terwijl daar niets en dan ook niets is te vinden wat nog overeenkomt met de Bijbelse gemeente van Christus. In alle mogelijke wijzen en vanuit elk gezichtspunt, of het nu de lering betreft, de organisatie, de levenswijze, of de handelingen, kunnen we observeren dat de antichristelijke Roomse synagoge van Satan is afgeweken van Gods bedoelingen 33
met Zijn gemeente. Een simpele vergelijking van het Woord van God met de handel en wandel van dat Rooms instituut zou een ieder er van moeten overtuigen dat de christelijke claims van de Roomse kerk op valse gronden zijn gebaseerd. Immers, alles waar de Rooms katholieke kerk voor staat, komt niet overeen met de handel en wandel van de eerste apostolische gemeenten van Christus! Willen wij als discipelen van Christus Hem getrouw dienen, dan moeten wij terug naar het patroon zoals de Grote Ontwerper en Architect dat voor ons heeft neergelegd. Dit patroon is opgeschreven in de Heilige Geschriften zodat wij daarvan niet zouden afwijken. Het is de grootste arrogantie en lastering en het tegenovergestelde van ootmoed en nederigheid, om te denken dat wij beter zouden weten dan Hem Die alles gemaakt heeft in overeenstemming met Zijn Eigen Eeuwige Raad! Het geheimenis der wetteloosheid was reeds in werking in de samenkomsten ten tijde van de apostelen. We kunnen dit constateren uit de geschriften waarin staat beschreven hoe de Christenen al vroeg te maken kregen met valse broeders en leraren die valse leringen, verordeningen en werkwijzen trachtten in te brengen. Zo had de Apostel Johannes te maken met een man die zichzelf onder de Christelijke broederen begaf maar die het vleselijke verlangen had om controle en macht over de anderen uit te oefenen: “Ik heb aan de Gemeente geschreven; maar Diotrefes, die onder hen zoekt de eerste te zijn, neemt ons niet aan. Daarom, indien ik kom, zo zal ik in gedachtenis brengen zijn werken, die hij doet, met boze woorden snaterende tegen ons; en hiermede niet vergenoegd zijnde, zo ontvangt hij zelf de broeders niet, en verhindert degenen, die het willen doen, en werpt ze uit de Gemeente” (3 Joh. 1:9-10). Deze zondige drijfveren van menselijke controle, macht, manipulatie en eerzucht zijn uiteindelijk uitgegroeid tot dat tiranniserend antichristelijk pseudo-christelijke religieus instituut waarin de Rooms Katholieke autoriteiten macht en controle wisten en weten uit te oefenen over het leven en zielen van miljoenen mensen over de gehele aardbol! Deze geest van de “Nicolaïeten”6, uitgedrukt in de heerszucht over mensen, is reeds lange tijd onder de mensheid werkzaam geweest. Deze zondige vleselijke drijfveren kunnen wij bijvoorbeeld goed zien in het denken en werken van de Joodse geestelijke leiders in de tijd waarin Jezus op aarde wandelde. In het bolwerk van de Kerk van Rome zijn deze zondige, antichristelijke houdingen en motieven uiteindelijk perfect tot uiting gekomen. In haar en door haar werd en wordt over de zielen, gewetens en lichamen van mensen geregeerd als geen ander. Satan werkt samen met de zondige natuur van de mens; deze twee zijn met elkaar samengespannen tegen het Koninkrijk van God! De antichrist is een manifestatie van deze samenzwering tussen de rebellerende mens en de Satan. Het is belangrijk om in te zien hoe deze geest van de “nikolaieten” reeds in de eerste gemeenten werkzaam was (zie Openbaring 2:6 en 2:15), en hoe deze werken uiteindelijk met een krachtig en machtig bouwwerk werden bekleed in de vorm van de Roomse kerk waarin deze antichristelijke geest een vernietigend en tiranisernd bewind kon voeren over miljoenen mensen. Waar in de geschriften zien wij samenkomsten zoals in de Rooms Katholieke kerk? Waar in het Woord van God zien wij de hooggeplaatste Paus, de Kardinalen en het gehele Roomse leiderschap, opgedost in paars, scharlaken en rood? Waar zien wij de oprichting van een altaar, en een hoogmoedig priesterschap volgens het patroon van de Roomse kerk? Waar zien we de trotse kathedralen en basilica’s? Waar zien we de machtige biechtstoelen, de lasterende mis, de mens-gerichte processies, de beelden en afbeeldingen van Jezus, Engelen, heiligen en ook Maria? Waar zien we de toegevoegde kandelaren, de wierook, de offerdozen, de kaarsen en wat niet al? Al deze uitvindingen en tradities komen niet van de Christelijke kerk maar van Babylon en daarom wordt zij ook genoemd; “het grote Babylon; de moeder der hoererijen (of hoeren) en der gruwelen der aarde” (Op. 17:5) Nergens wordt meer macht, manipulatie en controle uitgeoefend in de Naam van Christus als in de Roomse kerk. Wanneer iemand zich niet onderwerpt aan de Paus en zijn handlangers, dan ben je “vervloekt” en zul je “branden in het vagevuur en hel”.... Zij heersen over mensen door vrees in hun 6
Nikolaieten betekent: de onderwerping, verovering, van de “laity”, de “leken”, de “gewone mensen”, een onderscheid makende tussen de positie van de geestelijke leiders en de rest van de gemeente; een werk en geest waarin de geestelijke leiding door manipulatie, macht en controle, over de kudde van Christus wil en tracht te heersen, in vijandschap met de woorden van de apostel Peter Wie zei: “De ouderlingen, die onder u zijn, vermaan ik, die een medeouderling, en getuige des lijdens van Christus ben, en deelachtig der heerlijkheid, die geopenbaard zal worden: Weidt de kudde Gods, die onder u is, hebbende opzicht daarover, niet uit bedwang, maar gewilliglijk; noch om vuil gewin, maar met een volvaardig gemoed; Noch als heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren, maar als voorbeelden der kudde geworden zijnde” (1 Pet. 5:1-3).
34
harten te leggen. Deze vrees doet hen niet naar de Enige Bemiddelaar en Verlosser Jezus Christus rennen, maar naar de gruwelijke en Godlasterende grote “schatkist” van Roomse “genade middelen”. Zonder de grote voorraad van verdiensten die Rome uitdeelt (tegen meestal een aardige prijs) kan een ziel niet gered worden, zo leert zij. De Roomse kerk is een slim en sluw commercieel bedrijf waarin op een lucratieve wijze wordt gehandeld in de zielen van mensen. Het fundament van de Roomse kerk is zo opgezet om ten koste van ontelbare zielen, rijkdommen en macht te vergaren, terwijl de slachtoffers van haar vele leugens aan donkere ketens gebonden blijven! Door middel van leugens, intimidatie en machtsuitoefening, zijn vele mensen naar de Roomse boezem getrokken om daar hun middelen van genade als het ware af te kopen met geld of bepaalde ‘werken’. Wanneer de lezer over de leringen en werken van de Roomse kerk leest en leert, dan wordt het overduidelijk dat het apostolische voorbeeld van Christelijke samenkomsten geheel niet meer gevonden kan worden in de Rooms Katholieke afgodentempels. Vele andere (niet Roomse) Christelijke gemeentes zijn door de antichristelijke invloed van de Roomse kerk ook ver van het nieuwe testamentische patroon afgedwaald. Die invloed is door deze “hervormde” of “protestante” of “evangelische” groepen Christenen helaas niet voldoende afgeschud en verwijderd. Integendeel; de vele Christelijke denominaties van vandaag de dag gaan meer en meer op die van Rome lijken m.b.t. de wijze waarop zij samenkomen en functioneren. Zij zijn ook niet vrij van de vele antichristelijke werken zoals: menselijke controle, structuren en uitvindingen; lust naar macht en welvaart; tradities; niet-Bijbelse rituelen en visies.... en dergelijke. De Antichrist en de geest van Antichrist zit en werkt inderdaad in de “Tempel van God”..... Als de lezer wil leren hoe de eerste primitieve Christelijke gemeente van Rome kon uitgroeien tot zo’n dictatoriaal en Godlasterend monster, moeten wij door de feiten van kerkgeschiedenis gaan. Door de studie van de ontwikkelingen in de kerk van de eerste eeuwen na Christus zal het ons meer duidelijk worden hoe Rome zich zo hoog boven de andere gemeenten wist te verheffen. De Roomse antichristelijke tempel van Satan was niet in één dag geboren of gemaakt. Er gingen honderden jaren overheen voordat de bisschop van Rome zich kon verheffen boven de andere geestelijke opzieners. Jaren van voorbereiding en antichristelijke werken bereidden de weg voor de uiteindelijke openbaring en manifestatie van de “mens der wetteloosheid” die zich als hoofd in de Christelijke gemeente, ofwel: “de (levende) Tempel van God” nederzette. Het ware Geestelijke “Hoofd” van de kerk is in de hemelen gezeten, zittende aan de rechterhand van God (Col. 1:18), maar het “hoofd” van de antichristelijke kerk vond zijn plek en troon op de zeven heuvelen van Rome..... (Op. 17:18) We kunnen stellen dat de antichrist vrij stevig op zijn troon begon te zitten wanneer we de 6e en 7e eeuw na Christus bereiken. We hebben niettemin niet alleen met het “hoofd” van het antichristelijk werk te maken, maar ook met allerlei andere antichristelijke werken en geesten die er voor gezorgd hebben dat de afval van het oorspronkelijke patroon compleet werd. De verhouding tussen de geestelijke leiding en de “gewone” volgelingen van Christus veranderde; de wijze waarop de Christenen samenkwamen werd meer gereguleerd door methodes, menselijke werkwijzen en tradities dan door de Heilige Geest; er ontstonden speciale gebouwen waarin de gelovigen samenkwamen; er werden aparte structuren gebouwd die wij nu kloosters noemen waarin de christenen zich wilden afscheiden van deze wereld om op die manier zogenaamd “heilig” te kunnen leven; er kwam een machtsstrijd tussen de leiders of bisschoppen (overzieners) van verschillende gemeentes, strijdende om de vraag wie er belangrijker was en meer gewicht zou moeten hebben in bepaalde beslissingen over geestelijke zaken. Zo gebeurde het in de eerste eeuwen na Christus dat het (vleselijke) idee begon te rijzen dat de gemeentes in de grotere steden of plaatsen, belangrijker zouden zijn dan de kleinere gemeentes in kleinere plaatsen. De bisschoppen van de gemeentes in Jeruzalem, Antiochie, Konstantinopel, Karthage en Rome verkregen uiteindelijk de naam: “patriarchen”. De bisschoppen van deze plaatsen werden als belangrijker geacht dan de leiders van andere gemeentes. Uit deze strijd tussen de gemeentes kwam op den duur de bisschop van Rome als overwinnaar tevoorschijn. Hij riep constant dat de gemeente in Rome als het hoogste en belangrijkste zou moeten worden beschouwd omdat de stad Rome toch ook de voornaamste positie in het Romeinse rijk innam. Deze strijd ging niet zonder slag of stoot, en zoals we al eerder zeiden, eeuwen gingen voorbij voordat de Satan zijn antichrist en zijn antichristelijke 35
kerk stevig wist te gronden. Wanneer we echter de 6e eeuw bereiken, is het fundament van zijn antichristelijk bouwwerk toch al diep en sterk gelegd. Rondom deze tijd bevestigden de wereldlijke keizers van het Oost Romeinse Rijk7 de bisschop van Rome als algemeen “hoofd” van de gehele Christelijke kerk, en deden zij officiele verklaringen rondgaan waarin de Christenen als het ware werden bevolen om zich aan dit hoofd te onderwerpen. In 533 na Christus proclameerde de Romeinse keizer Justinius (van het overgebleven oostelijk rijk) de bisschop van Rome als “hoofd van al de heilige kerken en van al de heilige priesters van God”. Enkele jaren later in 607 herhaalde keizer Phocas deze verklaring dat de bisschop van Rome als hoofd van alle kerken moet worden aanvaard.. Het grootste keerpunt in de geschiedenis en ontwikkeling van de vroege kerk kwam toch wel met de zogenaamde bekering tot het Christendom van de Romeinse Keizer Konstatijn de Grote in het jaar 312 n. Chr. Door deze gebeurtenis werd het “christen zijn” aanvaardbaar, voordelig en winstgevend. Hierdoor stroomden ontelbare “heidenen” in de “christelijke kerk”! Sinds het “christendom” door latere opvolgers als staatsgodsdienst werd vastgelegd (sinds 380), waren er sociale, economische en politieke voordelen te behalen uit het “Christen zijn”. Met deze nieuwe ontwikkelingen in de wereldpolitiek werd de christelijke kerk (als het nog een kerk kan worden genoemd) een politiekreligieus systeem, waarin slechts aan de oppervlakte nog een schijn van “christelijkheid” te zien was. Enkele termen en namen uit het Christelijk geloof bleven nog als enkele verouderde en stoffige webben hangen, maar voor het grootste gedeelte was deze vorm van Christendom die nu geboren werd niets anders dan een afgodisch Babylonische heidendom met een Christelijke verpakking. Voormalige heidense tempels werden omgezet in “christelijke” tempels. Heidense roomse afgoden, werden vervangen door zogenaamde “christelijke” beelden. De afbeeldingen van “heiligen”, heidense feesten en heidense tradities verkregen een “christelijke” teint en benaming. Zo konden vele heidenen de Christelijke (?) kerk binnentreden zonder dat er veel van hun oude leven veranderd of opgeofferd hoefde te worden. Kwantiteit ging ten koste van de kwaliteit. De corrupties en schandalen die zich sinds die tijd inzetten, zijn bijna niet te beschrijven. De zogenaamde christelijke kerk werd één groot Babylonische afgodentempel waarin zeker niet Jezus, maar de Satan aanbeden werd, onder de noemer van een Christelijke naam. Vele beelden van de zogenaamde “heiligen” en natuurlijk die van Maria werden in deze gebouwen aanbeden in plaats van de oudere Romeinse afgoden waaraan de mensen gewend waren. De zetel van antichrist was gevestigd. De christelijke religie werd een sociale, religieuze en politieke club waaruit de leden hun wereldlijke voordelen trokken. Het is de tijd van de “verheidening” van de Christelijke gemeente, en we kunnen zeggen dat de strijd tussen de ware kerk en de valse antichristelijke kerk nu in alle ernst was begonnen. De ware gemeentes van Christus vluchtten in deze tijd aan het begin van de vierde eeuw als “de vrouw in de wildernis” (Op. 12) uit deze officiele gevestigde vorm van christendom. Zij gingen als het ware ondergronds. Hier bleef zij voor zo’n 12 eeuwen, terwijl de antichristelijke kerk van Rome zich meer en meer voor het publieke oog vestigde, uitbreidde en manifesteerde in haar macht, kracht en Godlasterende werken. Om een goed beeld te krijgen van deze crisis in de christelijke kerk zou de lezer enkele boeken en verslagen van deze gebeurtenis rondom de tijd van Konstatijn de Grote moeten lezen. Wij raden het boek van dhr. Edward Gibbon, “The Decline and Fall of the Roman Empire” (De verval en ondergang van het Romeinse Rijk) ten zeerste aan! De zogenaamde “bekering” van Konstatijn was een crisis; een keerpunt. Daar de vervolgingen van de Christelijke gemeentes min en meer ophielden met de “bekering” van Konstatijn, verdween ook het beproevende vuur om de echtheid en oprechtheid van de gelovigen de bepalen. Als gevolg stroomde de wereld en de dingen dezer wereld de christelijke kerk binnen waarvan zij niet meer hersteld is. De ware Christelijke groepen scheidden zich van deze corrupte vorm af en trokken naar onderandere de bergen van Italie en Frankrijk om daar hun ware en getrouwe getuigenis van Jezus voort te zetten. Wij hebben veel te danken aan deze Christenen die zich van de antichristelijke kerk afscheidden want door hen is toch de fakkel van de waarheid en het licht doorgegeven aan volgende generaties. Uit deze getrouwe getuigen is toch het licht van de 15e7
Het Westelijke gedeelte van het Romeinse Rijk kwam officieel aan haar einde in het jaar 476 n. Chr.
36
16e eeuwse reformatie en hervormingen voortgesprongen! Zonder deze ware getuigen en hun werken, zou de wereld zonder licht en zout zijn geweest. De belofte van God zeggende dat de krachten van Satan de kerk van Christus niet zal kunnen overwinnen, werd in dezen bewaarheid. Wij spreken over deze getrouwe getuigen van Christus nog meer wanneer wij tot het boek van Openbaring komen. Wellicht is het nu voldoende om te weten dat de eerste beginselen van de “geheimenis der wetteloosheid” en “afval” van het pure en ware geloof ook tot uiting is gekomen in de gehele wijze waarop de kerk zou moeten functioneren. Het patroon, zoals God dat had laten zien, is door de Satan vervangen met zijn eigen werken en wijzen die geheel en al niet overeenkomen met het Woord van God. God heeft een doel met Zijn kerk en de Satan met de zijne... De Rooms Katholiek kerk is Satan’s uitdrukking en manifestatie van een gemeente die God niet toebehoort of gehoorzaamt en toch de naam van Christus draagt. Op deze wijze wordt zij en haar hoofd de paus terecht beschuldigd en aangewezen als “de antichrist” of “mens der wetteloosheid” waarvan de geschriften ons gewaarschuwd hebben! Als wij deze verdraaiingen van Gods plan volgen, dan onderwerpen wij ons aan de antichrist en niet aan Christus. 6. VALSE, BEDRIEGLIJKE WONDEREN Was de “geheimenis der wetteloosheid” reeds met valse, bedrieglijke, leugenachtige wonderen aan het werk in de tijd van de apostel Paulus? We weten nu vanuit de geschiedenis en vanuit hedendaagse observaties van de Roomse kerk dat bedrieglijke wonderen deel uitmaken van haar antichristelijk systeem. Wie heeft niet gehoord van de huilende maria’s; de bloedende wonden van Christus in de handen en voeten van mensen; de bezoekingen en visioenen van Maria aan mensen; de vele ontelbare overblijfselen van de lichamen of voorwerpen van de apostelen, Maria of Jezus die zij relieken noemen; de claims van genezingen door de “heiligen”; het “wonder” van de verandering van het brood en wijn in het werkelijke lichaam van Jezus in de zogenaamde “Roomse mis”...... Er werd eens opgetekend hoe de priesters kaarsen op de rug van enkele schildpadden bonden, en deze in de nachtelijke duisternis in de achtertuin van de roomse kerk lieten wandelen. De priesters vertelden het bijgelovige volk dat deze wandelende lichten de verloren en verdwaalde zielen waren die geen rust konden vinden omdat zij henzelf niet aan de Roomse autoriteiten hadden onderworpen...... De Roomse kerk is vol van leugenachtige wonderen met het doel om de onwetende ziel in haar donkere labyrinth van Satan te trekken. Christenen weten en onderkennen dat er een geestelijke, bovennatuurlijke wereld is, maar vergeten vaak om onderscheid te maken tussen de geestelijke wereld van Satan en de geestelijke, bovennatuurlijk wereld die God toebehoort! Niet alle bovennatuurlijke verschijnselen of gebeurtenissen zijn vanzelfsprekend van God en Zijn Heilige Geest! Christenen zijn geroepen om de geesten te onderscheiden, en om te toetsen of wat zij zien, horen of ervaren wel van God, of wellicht van een andere bron komt. “Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld” (1Joh. 4:1). Het doel van Satan met zijn bovennatuurlijke, bedrieglijke krachten en machten is om een ziel in de leugen te houden of te brengen. Het Woord van God vertelt ons dat de Here dit toestaat om Zijn volk te toetsen en te testen of zij Hem en Zijn Woord werkelijk liefhebben en volgen. “Wanneer een profeet, of dromen-dromer, in het midden van u zal opstaan, en u geven een teken of wonder; En dat teken of dat wonder komt, dat hij tot u gesproken had, zeggende: Laat ons andere goden, die gij niet gekend hebt, navolgen en hen dienen; Gij zult naar de woorden van dien profeet, of naar dien dromendromer niet horen; want de HEERE, uw God, verzoekt ulieden, om te weten, of gij den HEERE, uw God, liefhebt met uw ganse hart en met uw ganse ziel. Den HEERE, uw God, zult gij navolgen, en Hem vrezen, en Zijn geboden zult gij houden, en Zijn stem gehoorzaam zijn, en Hem dienen, en Hem aanhangen. En diezelve profeet, of dromen-dromer, zal gedood worden; want hij heeft tot een afval gesproken tegen den HEERE, uw God, Die ulieden uit Egypteland heeft uitgevoerd, en u uit het diensthuis verlost; om u af te drijven van den weg, dien u de HEERE, uw God, geboden heeft, om daarin te wandelen. Zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen (Deut. 13:1-5).
37
“Want er moeten ook ketterijen onder u zijn, opdat degenen, die oprecht zijn, openbaar mogen worden onder u” (1 Kor. 11:19). De Roomse kerk is vol met leugenachtige bedrieglijke wonderen die soms door de priesters bewust met voorbedachte rade werden opgezet met het doel de mensen onder controle te houden. In andere gevallen hebben we te maken met de werkelijke bovennatuurlijke kracht van Satan die ook in staat is om zulke ander-wereldse wonderen te bewerkstelligen. Het verkrijgen van een visioen en boodschap van Maria bijvoorbeeld is niet iets wat een priester kan imiteren. Dit komt werkelijk van die geesteswereld maar niet van God. De Woorden van Jezus leren ons dat het mogelijk is voor een mens om bepaalde wonderen, tekens en krachten te verrichten zonder dat die mens zelf aan het Koninkrijk van Jezus deel heeft of deel zal hebben! We lezen in Mattheus 7 waarschuwende woorden die ons allen zou moeten raken met een eerbiedige vrees en ons zou moeten doen afvragen of wij zelf wel in het ware geloof van Jezus wandelen! Jezus zegt: “Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt” (Matt. 7:21-23)! Het is dus mogelijk om te “profeteren”, “boze geesten uit te drijven” en “vele krachten” te doen in de Naam van Jezus, zonder dat wij uiteindelijk bij Hem in Zijn Koninkrijk mogen treden! Aan hun vruchten zult gij de oprechte, ware volgelingen van Christus kennen, zegt Jezus (vers 23) en niet aan hun bovennatuurlijke krachten of werken.... Een waarlijk werk van genade en een wandel in liefde en gehoorzaamheid aan God, Zijn Woord en Zijn wil zijn dingen die de ware Christen kenmerken. Velen zullen volgens dit Woord tot hun schrik ontdekken dat zij Jezus niet werkelijk liefhadden en volgden in die tijd waarin zij op aarde leefden en werkten... Judas deed ook bovennatuurlijke werken in de Naam van Jezus, maar hij werd uiteindelijk verworpen omdat zijn hart niet met Jezus was... “Gaat weg van Mij, gij werker der wetteloosheid”, gij “zoon des verderfs”, zegt Hij ook tot de Judas-kerk... De Rooms Katholieke kerk is zo’n Judas kerk, zo’n “zoons des verderfs” want zij heeft Jezus en Zijn Woorden niet lief. Zij zit vol met leugens en werkt in de kracht van de Satan. Zij bindt de mensen aan afgoden en niet aan Christus. Door Satanische werkingen en krachten, ook in de vorm van bedrieglijke, verleidelijke leugens, maakt de Roomse afgodenkerk de mensen dronken met haar geestelijk overspel en onreinheid. Het gehele Roomse systeem is een bovennatuurlijk leugen! Zonder de kracht en macht van Satan achter haar zou zij niet zo succesvol zijn geweest. Haar toverachtige leugens en wonderen werken als een bedwelmende wijn in de harten en gedachten van mensen waardoor zij niet meer kunnen zien of horen. Zij worden hierdoor overgeleverd aan de grootste dwaasheid. Mensen geven zich over aan diepe bijgelovigheid en kortzichtigheid die zij voor hun ganse levens als zware ketens aan hun voeten moeten voortslepen tenzij zij door Gods genade het Licht en de Waarheid in Christus vinden en ontvangen en zij zich hiervan bekeren..... Afgoderij is een leugenachtig wonder op zichzelf. Er moet al een bepaalde geestelijke bedwelming van het denken plaatsvinden voordat een mens zich kan overgeven aan zo’n donker, blind en waanzinnig gedrag zoals het aanbidden van een stukje klei of hout of steen!! (zie Jes. 44). Het gaat het verstand te boven hoe een intelligent wezen kan buigen en bidden voor een dood ding door mensenhanden gemaakt. En toch, zo zijn wij van nature; Goddeloos en afgodisch.... De god van deze wereld heeft de beklagenswaardige mensen met blindheid geslagen (2 Kor. 4:4). Afgoderij is inderdaad een Satanisch wonder. Dit wonder is wijd verspreid in de gehele wereld in de vorm van de vele verschillende religies maar het is in de Roomse kerk waarin deze leugen wordt geleerd in de Naam van Christus (!) Die ons juist heeft bevrijd van zulke afgoderij. Hiermee voldoet de kerk van Rome perfect aan de term “antichrist”. De bestaande wereldreligies van Boeddha of Hindoeïsme kennen wel afgoderij tegen de ware God, maar deze zijn niet antichristelijk in de ware zin van het woord. Zij doen of leren deze dingen immers niet in de plaats of naam van Christus. De Roomse kerk maakt zich hieraan echter wel schuldig. Zij claimt met de mond tot Christus te behoren maar in
38
werkelijkheid bindt zij mensen aan de Satan door haar vele leugenachtige wonderen en leringen. Hiermee vervult zij een waarlijk antichristelijk werk. [Hier volgen wat geschriften die ook over zulke “leugenachtige wonderen” spreken: zonen van Sceva Hand. 19:13-16; wonderen en afgoderij Deut. 13; waarzeggende geest Hand. 16:17-18; kracht, tekenen en wonderen van Satan 2 Thess. 2:9; Egyptische tovenaars Ex. 7:11; gaven van de Geest, maar geen deelname aan Verlossing Mat. 7:22; 23:28; 13:41; en de meest algemene en overkoepelende toverij en afgoderij: wederspannigheid en wederstreven: Want wederspannigheid is een zonde der toverij, en wederstreven is afgoderij en beeldendienst. Omdat gij des HEEREN woord verworpen hebt, zo heeft Hij u verworpen, dat gij geen koning zult zijn (1 Sam. 15:23).]
7. DE VERKOOP VAN DE GENADE GOD! Reeds in de vroege periode waarin “de geheimenis der wetteloosheid” in werking was, werd er een extreem gevaarlijk en zondig principe zichtbaar binnen de gemeente van Christus. Deze vleselijke en zondige drijfveer van de mens zou in latere eeuwen tot geweldige proporties leiden en zelfs tot één van de hoekstenen van het antichristelijk bouwwerk worden! We spreken hier van de lust naar geld, materiële welvaart en macht. “Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele smarten doorstoken” (1 Tim. 6:10). “En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, van u een koopmanschap maken; over welke het oordeel van over lang niet ledig is, en hun verderf sluimert niet” (2 Pet. 2:3). Het antichristelijke R.K. systeem is gebouwd op deze zondige lust naar materiële rijkdom en macht. De R.K. kerk is een groot geestelijk warenhuis waar allerlei “geestelijke verdiensten en diensten” verkocht en gekocht worden. Alles is mogelijk in de R.K. tempel als je maar vrijgevig bent met je materiële giften aan de kerk. Vergeving kan gekocht worden; een “heilige” zal gebeden verhoren als je maar voor wat geld een kaarsje voor hem of haar aansteekt; de vader, moeder, of andere geliefden kunnen uit het “vagevuur” bevrijd worden voor een bepaalde som geld; de r.k. priester zal je zonden vergeven (!) nadat je aan de opgelegde straf, bestaande bijvoorbeeld uit het geven van een bepaalde som geld, voldaan hebt.... Allerlei voorwerpen van verering, plaatjes, kaartjes, beelden, kaarsen, wierook, kandelaars, portretten van pausen en “heiligen”, kalenders, en wat niet al kan voor een bepaald bedrag gekocht worden in de ontelbare R.K. winkels en kraampjes verspreid over de gehele wereld. Pelgrimsoorden bieden in allerlei soorten en vormen en groottes kaarsen aan die je, natuurlijk voor een mooi rond bedrag zoals 2,5,10, en zelfs 100 euro’s, kunt kopen en aansteken voor je favoriete “heilige” die dan voorspraak bij God voor u zal doen. Deze zal voor zo’n gulle gift de gebeden zeker horen..., zo leren de R.K. leiders hun schapen.... “Heilig water” is overigens ook te koop... Wij hebben al deze dingen met onze eigen ogen gezien en weten ook dat deze verkoop van “geestelijke diensten” niet enkel iets van het verleden is (wat overigens Maarten Luther er toe aanzette om de 95 Stellingen op de deur van de “Schlosskirche” in Wittenberg te hangen...). “Aflaten” (een papier, of bewijs voor de kwijtschelding van zonden, waardoor het verblijf in het vagevuur kan worden verkort of overgeslagen door de verrichting van bepaalde werken vaak in combinatie met de betaling van een bepaalde som geld..) is een Roomse antichristelijke uitvinding die vandaag ook nog bestaat. Zij zijn zelfs op het internet in een gemoderniseerde vorm verkrijgbaar...! (zie Rooms Katholieke cathechismus paragrafen 1471-1479; en de “enchiridian Indulgentiarum” = handboek m.b.t. aflaten, ook vertaald in het Engels; of: www.ourladswarriors.org en vele andere gelijksoortige webpagina’s waar een lange lijst vermeldt op welke manieren je “aflaten” kunt verkrijgen). Ja, de R.K. kerk is een “huis van koophandel” waar haar leugenachtige religieuze diensten gekocht kunnen worden met materiële dingen. Zij is één van de rijkste en machtigste instituten in de wereld omdat zij een winst heeft kunnen maken uit de verontruste gewetens van mensen die van hun schuldgevoelens over hun zonde af willen. De R.K. autoriteiten hebben hier op een sluwe wijze 39
ingehaakt en hen middelen aangeboden om hen van hun gewetenslasten te verlichten. Met een gebedje naar Maria en een paar “euros” in de tinnen doos, kun je wel weer een paar dagen vooruit totdat het besef van zonde en schuld weer terug komt en je weer naar de R.K. priester moet om te biechten. Deze “bemiddelaar” tussen God en de ziel zal u vervolgens weer vertellen wat te doen om van dat schuldbesef af te komen. De mensen worden hierdoor door angsten en verontrustheid gebonden aan een religieus systeem waarin je voortdurend je schuld als het ware moet aflossen door het verrichten van bepaalde werken en het geven van materiële giften. Op deze wijze zijn de schatkisten van de R.K. afgoden tempel volgestroomd met rijkdom. Zij handelt in “zielen” en in de “gewetens van zielen” op zo’n manier dat het een lucratieve onderneming is geworden. De R.K. kerk is waarschijnlijk de meest succesvole zaak of onderneming in de wereld. Voor vele mensen, vooral voor hen die in een positie van autoriteit en leiderschap zijn, is het een bron van welvaart, macht en prestige geworden. Het is diep triest om te aanschouwen hoe miljoenen mensen in haar valstrik terecht zijn gekomen. Het is echter nog betreurenswaardiger om te zien hoe ook de ware opnieuw geboren Christenen verleid worden om een relatie met dit geestelijk warenhuis van Rome aan te gaan waar niets ander dan een pakket van leugens gekocht en verkocht worden aan vele mensen die door haar zijn gestrikt. Deze mentaliteit van geld willen verdienen door middel van het evangelie is zo’n gruwelijke misdaad in Gods ogen die dan ook om Zijn grootste toorn en gericht vraagt! Dit aspect van de beginselen van de “geheimenis der wetteloosheid” was reeds in werking in de tijd van de eerste kerk. Dit werd bijvoorbeeld zichtbaar in de man genaamd Simon Magis. Hij sloot zich uiterlijk wel aan bij het geloof van de Apostelen maar tegelijkertijd liet hij zien dat zijn hart nog in deze wereld van verderf lag. Hij bood geld aan voor het verkrijgen van de gave en kracht van de Heilige Geest! Toen Simon Magis de gave van de Heilige Geest met geld wilde kopen, zei Petrus met heilige verbolgenheid: “Maar Petrus zeide tot hem: Uw geld zij met u ten verderve, omdat gij gemeend hebt, dat de gave Gods door geld verkregen wordt! Gij hebt geen deel noch lot in dit woord: want uw hart is niet recht voor God. Bekeer u dan van deze uw boosheid, en bid God, of misschien u deze overlegging uws harten vergeven wierd. Want ik zie, dat gij zijt in een gans bittere gal en samenknoping der ongerechtigheid. Doch Simon, antwoordende, zeide: Bidt gijlieden voor mij tot den Heere, opdat niets over mij kome van hetgeen gij gezegd hebt” (zie Handelingen 8:17-24). In latere eeuwen is deze verkoop en koop van geestelijke posities in de Roomse kerk als “simonie” bestempeld, verwijzende naar deze man “Simon” die geestelijke autoriteit van Petrus wilde kopen. Het werd de gewoonte in de Roomse kerk van de Middeleeuwen om de positie van “bisschop” of andere functies te geven aan de “hoogste bieder”. Zo werd de R.K. wereld als het ware een veiling waarin de geestelijke leiderschapsfuncties als dienaren van Christus (?) gekocht konden worden.....! Ananias en zijn vrouw Saphira moesten het met de dood bekopen toen zij zichzelf lieten meeslepen door deze binding aan geld. Zij logen voor het aangezicht van God over het bedrag waarmee zij een stuk land hadden verkocht.... God oordeelde hen direct met de dood. Het overige deel van de gemeente leerde hierdoor God met eerbied te vrezen (Handelingen 5:1-11)! Als God hen op deze manier oordeelde, hoe zal dan dit antichristelijk systeem van Rome gericht en bestraft worden daar zij denkt de genade en gift van God voor geld te kunnen verkopen en kopen, alsof de geestelijke schatten met “goud en zilver” verkrijgbaar zouden zijn??! “Daarom dat er geschreven is: Zijt heilig, want Ik ben heilig. En indien gij tot een Vader aanroept Dengene, Die zonder aanneming des persoons oordeelt naar eens iegelijks werk, zo wandelt in vreze den tijd uwer inwoning; Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele wandeling, die u van de vaderen overgeleverd is; Maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam”(1 Peter 1:16-19). De R.K. kerk leert dat de middelen voor verlossing met materiële dingen gekocht kunnen worden! Er staat echter geschreven: “Niemand van hen zal zijn broeder immermeer kunnen verlossen; hij zal Gode zijn rantsoen niet kunnen geven; (Want de verlossing hunner ziel is te kostelijk, en zal in eeuwigheid ophouden)”(Psalm 49:8-9). En: “Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is, Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twist vragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade 40
nadenkingen. Verkeerde krakelingen van mensen, die een verdorven verstand hebben, en van de waarheid beroofd zijn, menende, dat de godzaligheid een gewin zij. Wijk af van dezulken” (1 Tim. 6:35). Met grote toorn en woede dreef Jezus de “geestelijke zakenmensen” uit Zijn Tempel in Jeruzalem en met grote toorn en woede zal Hij dit nogmaals doen! “O, alle gij dorstigen”, zegt God, “komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet: ja komt, koopt zonder gelden zonder prijs, wijn en melk. Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan” (Jes. 55:1-3)? Het christelijke geloof is voor velen een lucratieve bron van inkomsten geworden en dit fenomeen is helaas niet binnen de straten van de Roomse kerk gebleven! Met de opkomst van het zogenaamde “welvaartsevangelie” zijn deze antichristelijke werken van de verkoop van geestelijke gaven en verdiensten ook diep binnen de zogenaamde evangelische kringen gedrongen. Er wordt nogal veel over geld gepredikt de laatste tijd, en sommige “dienaren” van Christus (?) gaan zelfs zo ver dat zij hun gebeden te koop aanbieden! We hebben gelezen dat zij voor individuen zo veel minuten zullen bidden als zij zo en zo veel geld op de bankrekening hebben gestort... Dit is directe Godslastering en wij vrezen het allerergste voor zulke valse “apostelen” van Christus en voor allen die in zulke verleiders geloven. Wij zelf hebben vele Christelijke gemeenten in vele delen van de wereld bezocht en moeten helaas constateren dat het onderwerp geld een zeer belangrijke plaats heeft ingenomen in de harten van hen die Christenen genoemd willen worden... “Maar het oordeel houdt zich reeds lang met hen bezig en hun verderf sluimert niet” (NBG, zie 2 Pet. 2:1-3). Jezus gebood de twaalf discipelen: “En heengaande predikt, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Geneest de kranken; reinigt de melaatsen; wekt de doden op; werpt de duivelen uit. Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het om niet. Verkrijgt u noch goud, noch zilver, noch koper geld in uw gordels” (Matt. 10:7-9). Wat denkt de Here van een gemeente die een relatie met die geldgierige en machtlustige tempel van Rome zoekt en de ‘machtige dollar’ najaagt? “Zoudt gij den goddeloze helpen, en die den HEERE haten, liefhebben? Nu is daarom over u van het aangezicht des HEEREN grote toornigheid” (2 Kron. 19:2). Maar, protesteert de lezer wellicht, zei Jezus niet dat wij iedereen, zelfs onze vijanden, moeten liefhebben? Ja, door hen in liefde de waarheid te laten zien maar niet door een ongepaste, intieme relatie met hen aan te gaan die de weg des Heren lasteren en verduisteren; “Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met den ongelovige? Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods” zegt God (Zie 2 Cor. 6:14-18). De R.K. kerk is geheel vervloekt en ligt onder Gods toorn en de komende jaren zullen ons laten zien op welke wijze God haar lasterende werken zal oordelen! Israel lag onder een vloek en Gods ban toen één persoon, Achan, uit begeerte van het gebannene nam (lees Jozua 7): “Want ik zag onder den roof een schoon sierlijk Babylonisch overkleed, en tweehonderd sikkelen zilvers, en een gouden tong, welker gewicht was vijftig sikkelen; en ik kreeg lust daartoe, en ik nam ze; en zie, zij zijn verborgen in de aarde, in het midden mijner tent, en het zilver daaronder” (Joz. 7:21). Hierdoor ontbrandde de toorn des HEEREN (JHWH) tegen de Israelieten en konden zij niet langer stand houden tegen hun vijanden. JHWH was voortaan niet langer met Israel in haar strijd tegen de vijanden totdat zij de oorzaak van de vloek en de ban uit hun midden weg zouden doen! Er vond een gericht plaats. De schuldige werd aangewezen, geoordeeld, en de vloek was opgeheven. JHWH, de God van Israel, gaf hen vervolgens weer de overwinningen over hun vijanden..... Dit gebeuren laat ons de macht en het gevaar van de lust naar materiële dingen zien omdat deze zonde ons wegtrekt van onze liefdevolle gehoorzaamheid aan de Here Jezus, de God van Israel. De Christenen van vandaag zijn in gelijksoortige zonden gevallen en hebben hierdoor een vloek over zichzelf uitgeroepen door heimelijk dan wel openlijk van “het gebanne” en van “Babylon” te nemen. Zowel het eerste (geldzucht) als het laatste (de Babylonische mantel) is in de Heilige Tempel van God terecht gekomen! Hierdoor kan zij niet langer stand houden tegen de vijanden want Gods toorn rust 41
op hen. Later in dit document wanneer wij Openbaring17 bestuderen, zal de lezer duidelijk worden dat “Babylon” (“de moeder der hoeren”) gerelateerd moet worden aan de Roomse kerk. God roept Zijn volk op om het gebannene uit hun midden weg te doen zodat Hij Zijn brandende toorn zal laten varen en ons zal zegenen met geestelijke zegeningen. Zo zullen wij in Zijn Naam over onze vijanden zegevieren. Amen.
In al deze bovengenoemde punten is de “verborgenheid der ongerechtigheid” of “de geheimenis der wetteloosheid” uitgegroeid tot een effectief georganiseerd antichristelijk systeem. De antichristelijke kiemen waren reeds in de vroege kerk aanwezig. Deze konden in de loop der eeuwen groeien tot de volle manifestatie van die “mens der wetteloosheid, de zoon des verderfs” in de reeks van roomse pausen die zichzelf als god in de Tempel hadden nedergezet. De kerk dwaalde af van de apostolische waarheid in alle gebieden totdat we in de officiële, gevestigde kerk niet veel meer van het ware Christen-zijn herkennen. Vanaf de tijd van Konstatijn kunnen we stellen dat we duidelijk te maken krijgen met een tweedeling in het Christendom: de ware kerk versus de valse, afvallige kerk; de kerk van Christus, versus de kerk van Antichristus. Het is uiterst belangrijk om dit te herkennen zodat wij hierin niet dwalen. Niet alles wat de naam “Christelijk” draagt is Christelijk, ofwel: waarlijk gezalfd met de Geest van God..... De strijd tussen de Christelijke en de Antichristelijke kerk heeft sindsdien niet opgehouden. Ook nu hebben wij als Christenen te maken met deze geestelijke oorlog. Deze zal woeden totdat Jesjoea terugkomt en Hij een volledig einde maakt aan het antichristelijke Babylon. Nu gaan we zien hoe de “antichrist” snelle vooruitgang kon maken nadat een bepaalde “hindernis” werd weggenomen. Ad. 2: En nu, wat hem wederhoudt, weet gij.... Alleenlijk, die hem nu wederhoudt, die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden. [DSV] “En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt... (Wacht) slechts, totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is...” [NBG]; “En nu, wat hem wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde te zijner eigen tijd. Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden. En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden..”(2 Thess. 2:6-8). Wanneer de christelijke kerk van vandaag niet geinfiltreerd zou zijn geworden met allerlei verwarrende valse leringen aangaande dit schrijven van de Apostel Paulus, dan zou de interpretatie van dit zeggen in 2 Thesslonicenzen 2 vers 6 en 7 eigenlijk voor de hand liggen en door niemand betwist of gewantrouwd worden! Er was “iets” aanwezig in de tijd van Paulus en de vroege Christelijke gemeente wat de volle manifestatie van deze “antichrist” nog weerhield, nog in de “houdgreep” hield, nog tegenwerkte... Deze Christenen wisten al, zegt Paulus, wat die macht of entiteit was! “Gij weet...” (vers 6). Reeds de eerste Christenen waren ervan op de hoogte dat er in hun tijd iets was dat de volle ontwikkeling en openbaring van de “mens der wetteloosheid” ernstig hinderde. Zij waren er ook van op de hoogte dat de verwijdering van deze entiteit de volle manifestatie van de antichrist met al zijn gruwelijke werken het gevolg zou zijn. Wat was nu deze hindernis, deze “hij” die de volle openbaring van de “wetteloze” nog voor een tijdje tegenhield? Dit was simpelweg niets meer en minder dan het Romeinse Rijk en haar Romeinse Keizers die in Rome waren gezeteld! Zo lang deze macht nog in Rome en het toenmalige Roomse territorium heerste, zou de mogelijkheid niet bestaan voor de verrijzenis van een andere macht. Zo lang de Romeinse “Pontifex Maximus” (Hoge Priester) nog stevig op zijn troon zat, was er geen ruimte voor de ontwikkeling van de antichristelijke Pauselijke “Pontifex Maximus”! Het Romeinse rijk was zonder twijfel de hindernis waarover de Apostel Paulus hier sprak. Paulus en de Christenen 42
van deze vroege kerk waren er zich goed van bewust dat het bestaan van het Romeinse rijk de macht van het antichristelijke rijk zou weerhouden. Het is ook opgeschreven in verscheidene bronnen hoe deze Christenen van de eerste eeuwen na Christus vurig tot God baden dat het Romeinse rijk in stand zou mogen blijven. Zij WISTEN namelijk dat het einde van het Romeinse Rijk het begin zou zijn van het gruwelijke, Godlasterende en wrede rijk van de Antichrist! In het schrijven van hen die nu bekend staan als ‘kerkvaders’ (Justin Martyr, Irenaeus, Tertullian, Hippolytus..) kunnen we de verwachtingen van hun tijd aangaande de antichrist weerspiegeld zien. Zij ook legden verband tussen de “antichrist”, “de kleine horen” van Daniël 7, het “beest” van Openbaring 13 en “de mens der zonde, de zoon des verderfs” van 2 Thessalonicenzen 2. In Elliott’s Engelstalige boek “Horae Apocalyptica” (= uren met de Openbaring), Volume 1, pag 227-232 en Volume 4, Appendix 1, kan de lezer meer vinden over de interpretaties van de vroege kerk van de eerste eeuwen. Ook het boek van H. Grattan Guinness, “History unveiling prophecy, or Time as an Interpreter” geeft hiervan een algemeen overzicht. Zo schrijft hij op pagina 36: “The continued existence of the Roman Empire was commonly regarded by the early fathers as the “let” or hindrance to the manifestation of “the Man of Sin” or Antichrist. In his magnificent apology addressed to the rulers of the Roman Empire, Tertullian says that the Christian Church prayed for the stability of the empire, because they knew “that a mighty shock impending over the whole earth – in fact the very end of all things, threatening dreadful woes – was only retarded by the continued existence of the Roman Empire. We have no desire to be overtaken by thse dire events; and in praying that their coming may be delayed we are lending our aid to Rome’s duration.” As to the “let” or hindrance to the manifestation of the “man of Sin” “ we have the consenting testimony of the early Fathers”, says Elliott, “from Irenaus, the disciple of the disciple of St. John, down to Chrysostom and Jerome, to the effect that it was understood to be the imperial power ruling and residing at Rome”. Elliott, Volume 1, pag 228-229 aangaande de interpretaties van de vroege kerk: “First, they judged with one consent that Daniël ’s fourth wild Beast symbolized the Roman empire; as also that the little horn of this wild Beast, or its equivalent the last head of the Apocalyptic Beast, symbolized one and the same antichristian power as St. Paul’s Man of Sin, and St. John’s Antichrist. Further they judged that the Roman empire, in its then existing state, was the let or hindrance meant by St. Paul, standing in the way of Antichrist’s manifestation; and that its removal would take place on the empire’s dissolution into a new form of ten kingdoms: among which, or contemporarily with which, Antichrist, the Man of the Apostasy, would forthwith arise, and reign over the Roman world and empire in this its latest form; Rome itself, and its empire, (so the most learned thought), having been revived to supremacy under him. Moreover they were agreed that this Antichrist would persecute the Christian Church with a fierceness altogether unparalleled: and thus there would be a second series of Roman persecutions, and a second series of martyrs slain under Roman oppression; persecutions that would only terminate in Christ’s coming and taking vengeance at the end of the world”. …… “This time they inferred to be very nigh at hand. For nothing, they reasoned, prevented Antichrist’s development but the intervention of the Roman empire in its then existing state which state they thought would pass away speedily..” (230).
Deze “antichrist” zou volgens Hippolytus, bisschop van Portus Romanus (3e eeuw) in alles op Christus trachten te lijken: “The seducer will seek to appear in all things like the Son of God. As Christ a Lion, so he a lion; as Christ a King, so he a king; as Christ a Lamb; so he as a lamb, though inwardly a wolf; as Christ sent out apostles to all nations, so will he similarly send out false apostles” (Elliott Vol 4, pag 283-
284).
43
Antichrist Romeins Rijk
Wederkomst Christus en het einde van Antichristus
Tien rijken
Model vervulling profetie aangaande de komst van de antichristus na de val van het Romeinse rijk.
Antichrist Romeins Rijk
Tien rijken
Wederkomst Christus en het einde van Antichristus
Model interpretatie vroege kerk aangaande de komst en het einde van antichristus na de val van het Romeinse rijk
Niettegenstaande het feit dat de autoriteiten van het Romeinse Rijk ook de Christenen niet konden dulden, en dat velen van hen in opdracht van deze Romeinse heersers ook op een wrede wijze vervolgd en gedood werden, WISTEN de eerste gemeenten van Christus dat na de val van het heidense Rome een gruwelijker “beest” [=heerschappij] (zie Dan. 7) zou verrijzen. Deze antichristelijk macht zou de wreedheden en gruwelen van het Romeinse monster vele malen en in velerlei wijzen overtreffen!8 De voornaamste bron voor deze kennis onder de eerste Christenen was de profetie zoals die is opgetekend in het 7e hoofdstuk van Daniël . Zij hadden hierin gelezen en geleerd dat het vierde beest het Romeinse Rijk besloeg. Zij leefden in het tijdperk van het vierde beest. Wanneer dit Romeinse Rijk uiteen zou vallen in tien onafhankelijke gebieden zou er een antichristelijke “hoorn” of macht verrijzen die zich schuldig zou maken aan al die antichristelijke werken die in de rest van hoofdstuk 7 beschreven staan. Zij vreesden de opkomst van deze verleidelijke en Godlasterende macht en baden daarom voor de instandhouding van het heidense Romeinse Rijk! Uit dezelfde en andere bronnen kunnen we opmaken dat de eerste Christenen er van overtuigd waren dat deze antichrist of antichristelijke macht zou verrijzen na de val of ineenstorting van het Romeinse Rijk. Zij verwachtten dat het Romeinse rijk opgevolgd zou worden door het antichristelijke Roomse rijk. Deze zou dan uiteindelijk met de terugkomst van Jezus vernietigd zou worden. Dit was het algemeen aanvaarde denkpatroon onder de Christenen; dit was de algemeen aanvaarde verwachting en interpretatie van deze profetie. Dit weten en dit onderwijs werd als waarheid in de Christelijke kerk aangenomen totdat sommigen in het begin en midden van de 19e eeuw aan de profetische interpretaties begonnen te sleutelen! Wij moeten weten en ons ervan bewust zijn dat vele, vele Christenen van voorbijgegane eeuwen geloofden en leerden dat deze hindernis zonder twijfel naar de aanwezigheid en het bestaan van het Romeinse Rijk verwees. 8
De lezer dient voor ogen te houden dat de eerste Christenen de spoedige wederkomst van Christus verwachtten en dat hun vooruitblik op het tijdsaspect van de heerschappij van antichrist maar beperkt was. Feiten van de geschiedenis hebben ons echter doen laten weten dat het antichristelijke rijk langer zou heersen dan de eerste Christenen hadden verwacht en dat de wederkomst van Christus verder in de tijd moet worden geplaatst dan de vroege kerk hoopte.
44
Nu zijn er meerdere fasen geweest waarin deze hindernis of weerhoudende macht van het Romeinse Rijk stap voor stap verwijderd werd. Het Romeinse rijk nam af en de antichristelijke plant van Satan kwam op. We spreken hier in het kort van: A. De zogenaamde “bekering” van Konstatijn de Grote (312) en zijn beslissing om Konstantinopel (huidig Istanboel) de hoofdstad van het Romeinse Rijk te maken in het jaar 330 na Chr. B. De verwijdering van de lokale macht naar Ravenna (408) ten tijde van Theodoric, koning van de Goten. C. De complete ineenstorting van het Romeinse Rijk in het Westen, die meestal officieel geplaatst wordt in het jaar 476 n. Chr. AD. A: ROME NIET LANGER DE HOOFDSTAD VAN HET ROMEINSE RIJK Keizer Konstatijn de Grote “bekeerde” zich zogenaamd tot het Christelijke geloof in het jaar 312 na Christus. Het verhaal rondom zijn bekering is gerelateerd aan Konstatijn’s geloof dat hij de strijd tegen zijn rivaal Maxentius gewonnen had met behulp van de “God van de Christenen” aangezien hij een teken van het kruis in de lucht had gezien voordat hij het zwaard uit zijn schede trok. Deze keizer maakte het Christelijk geloof zijn officiele religie. Met deze revolutionaire daad werden de deur van de Christelijke gemeente wijd geopend voor de binnenkomst van de heidense wereld. Deze zelfde Konstatijn verplaatste de hoofdstad van het Romeinse Rijk naar een stad die hij naar zijn eigen naam vernoemde; Konstantinopel (het latere Byzantium en huidige Istanboel). Deze werd aangewezen als “het nieuwe Rome”. Deze nieuwe hoofdstad werd in het jaar 330 door hem ingewijd. Met deze verplaatsing van het centrum van de Romeinse macht naar een andere plek kwam er meer ruimte en vrijheid voor de bisschoppen van Rome om hun autoriteit te doen gelden in die stad waarin zij waren gezeteld; Rome! Niettemin was dit slechts het begin want de stad Rome en het gebied rondom was in deze tijd nog steeds onderworpen aan oftewel de Romeinse keizers, dan wel de plaatselijke koningen. AD. B: DE LOKALE MACHT VERPLAATST NAAR RAVENNA Het Romeinse Rijk was nog niet ten einde en hoewel de hoofdstad nu meer ten Oosten van Rome lag, was Rome toch nog steeds een stad waarin de Roomse afgevaardigde macht was geconcentreerd totdat deze verplaats werd naar een stad ten Noorden van Rome, Ravenna genaamd. Met deze verplaatsing van macht rondom het jaar 408 kregen de bisschoppen van Rome nog meer vrij spel om hun eigen macht en rijk te vestigen. We spreken hier over een lange en ingewikkelde geschiedenis, en de lezer zal er mee geholpen worden om zelf wat achtergrondinformatie over deze eerste ontwikkelingen in de kerkgeschiedenis en het Romeinse Rijk te bestuderen. AD. C: HET EINDE VAN HET WESTELIJKE GEDEELTE VAN HET ROMEINSE RIJK IN HET JAAR 476 NA CHRISTUS. Uiteindelijk kwam het (Westelijke) Romeinse Rijk geheel ten val door de toenemende aanwezigheid en macht van de zogenaamde “barbaarse” volkeren. Velen onder ons hebben al op de basisscholen kunnen leren dat de “barbaren” uiteindelijk een einde maakten aan het Westelijke Romeinse Rijk. Hoewel de werkelijkheid wat ingewikkelder in elkaar steekt, is het voldoende om de weten dat het Westelijke Romeinse Rijk ophield te bestaan rondom het jaar 476 na Christus. Dit uiteenvallen van het eens sterk en machtig Roomse rijk baande de weg voor de opkomst van een ander “Rooms” rijk; namelijk het Roomse rijk van de Pausen en hun Rooms Katholieke kerk. Het Romeinse Rijk continueerde als het ware als een “Romeins Rijk”, zij het onder een ander “hoofd”. Niet langer de keizers maar de bisschoppen van Rome zouden de touwtjes in handen nemen. Niet langer de seculiere Romeinse autoriteiten, maar de Rooms-katholieke bisschoppelijke en priesterlijke autoriteiten zouden de verschillende provincien van het voormalige Roomse rijk gaan besturen. Het seculiere Romeinse rijk werd, simpel gezegd, op den duur, na verloop van tijd, overgenomen door het politieke-religieuze systeem van de Rooms Katholieke kerk. Nogmaals, ook hier moeten wij de lezer 45
er aan herinneren dat we hier spreken over honderden jaren ingewikkelde en gecompliceerde geschiedenis waarin wij nu hier niet zo diep kunnen ingaan. Wij raden een ieder die dit cruciale onderwerp van de identiteit van de antichrist beter wil begrijpen aan om enkele geschiedenisboeken open te slaan om zo voor zichzelf gewapend te worden met de feiten van de ontwikkelingen in de Christelijke kerk temidden van haar antichristelijke vijanden. Zonder hier diep op de geschiedenis te willen ingaan, hebben wij de lezer duidelijk willen maken dat de apostel Paulus hier duidde op de aanwezigheid en het bestaan van het (heidense) Romeinse Rijk toen hij over een hindernis, obstakel of weerhoudende entiteit of macht sprak. De Christenen van zijn tijd wisten dat het bestaan van het Romeinse Rijk de komst van de “mens der zonde, zoon van verderf” zou weerhouden totdat dit Rijk, waarvan de macht in Rome was geconcentreerd, verwijderd zou worden. Wanneer we het midden van de 5e eeuw bereiken, kunnen we met zekerheid stellen dat deze “weerhoudende” macht zodanig van het wereldtoneel verwijderd was, dat het voldoende ruimte voor de manifestatie van de antichrist op de zeven heuvelen van Rome schiep. Hoe meer de macht van de Romeinse keizers afnam, des te meer de macht van de Roomse antichrist toenam. Het ene Satanische bolwerk moest plaats maken voor een ander(soortig) Satanisch bolwerk. De taktieken van de Satan werden zodanig gewijzigd dat de Christelijke gemeenten niet langer te maken hadden met de seculiere Romeinse vijanden, maar met een pseudo-Christelijk religieus bolwerk dat in de Naam van Christus tegen hen zou strijden. Nu de weg was gebaand voor de volle ontwikkeling van dit antichristelijk vals religieus systeem kwam er meer en meer een scheiding tussen de ware kerk en de valse kerk. Voor de ware Christenen werd het in de loop der tijd overduidelijk dat de antichrist zich in hun midden manifesteerde in de vorm van de bisschoppen (later Pausen genoemd) van Rome. Deze kennis was reeds vroeg aanwezig en deze kennis werd door de eeuwen heen levend gehouden door ontelbare getrouwe getuigen van Christus die voor deze waarheid vaak van hun leven werden beroofd door deze zelfde antichrist. Op deze manier vervulden de Roomse antichristen de profetische geschriften door datgene te doen wat de profetische geschriften voor gewaarschuwd hadden, namelijk; de oorlogsverklaring aan de ware heiligen van God! Wij spreken hierover meer wanneer we de boeken van Openbaring en Daniël bestuderen. We concluderen dat de instandhouding van het Romeinse Rijk met haar Romeinse Keizers in de stad van Rome, de manifestatie van de antichristelijke “wetteloze” weerhield, totdat zij geheel verwijderd werd door de inval van de Barbaarse, Germaanse volkeren uit het noorden. Zonder deze verwijdering van de Romeinse Keizers zou de opkomst van de Rooms Katholieke kerk en haar macht niet hebben kunnen plaatsvinden! Zie hier de wijsheid van God Die in Zijn Heilige Geschriften Zijn kudde schapen duidelijk waarschuwt voor de dingen die komen zouden, zodat zij voorbereid en bewapend konden zijn met de waarheid. Wij hopen en bidden dat de Here Jezus ook u de ogen moge openen aangaande de ware identiteit van de Antichrist zodat ook u van hem verschoond kunt blijven, en tegen hem kunt strijden met het zwaard van de Geest; het Woord der Waarheid. Ad. 3: Dan zal de wetteloze zich openbaren Wanneer de weerhoudende entiteit uit de weg zou zijn, dan zou deze “wetteloze”; de “zoon des verderfs, de tegenstander” zich ten volle openbaren. Wanneer de successie van Romeinse Keizers ten einde zou komen, dan zou een nieuwe lijn, successie of opeenvolging van “keizers” of “heersers” ontstaan, namelijk die van de Roomse Pausen! Vanaf de 5e eeuw zien we dan ook hoe de claims en macht van de Roomse bisschoppen (pausen) zich meer en meer uitbreiden, zowel in de geestelijke als de wereldlijke sferen. Wij die nu in het begin van de 21e eeuw leven, kunnen terugkijken op honderden jaren geschiedenis waarin de ontwikkelingen van deze antichrist voor onze ogen worden geschetst. De eerste Christenen konden niet weten tot welke hoogtes deze antichristelijke macht zou komen. Wij die nu ongeveer 2000 jaren kerkgeschiedenis achter ons hebben, zijn wel in staat om te zien tot welke proporties deze “geheimenis der wetteloosheid” zich heeft ontwikkeld! Wij zien namelijk een goed en strak georganiseerd gruwelijk en Godlasterend pseudo-christelijk systeem waarin het “hoofd” of de “heerser” ten volle is geconcentreerd in een man: de Paus van Rome. Voor 46
hem moet elke knie buigen, en elke tong belijden dat hij Gods plaatsvervangende messias is op aarde..... Deze “wettelozen” hebben een pseudo-christelijk systeem ontwikkeld dat compleet buiten de autoriteit van God staat. Het is daarom het werk van de Satan. Wetteloosheid is rebellie tegen Gods autoriteit en de R.K. kerk is daarom buitengewoon rebellerend omdat zij in geen enkele wijze onderworpen is aan God en Zijn Woord! Wanneer een persoon of groep van personen wel met hun mond de Naam van Christus belijden, maar in werkelijkheid niet aan Zijn wil en Zijn woord gehoorzaam zijn, dan zijn deze nog handlangers van Satan en zijn rijk. Nee, er is geen twijfel over mogelijk. Als we alle geschriften aangaande de antichrist of antichristelijke macht samennemen, dan zien we dat de Paus met al zijn diennaars de volle uitdrukking van de antichrist zijn. Zij onderwerpen zich niet aan de wet van God maar claimen toch leraars en bemiddelaars te zijn van de geestelijke goederen en diensten.... De Rooms Katholieke kerk en haar diennaars zijn zodanig “wetteloos” dat zij vrijwel alle woorden van Jezus onder hun voeten hebben getreden. Haar hoofd (de paus) zegt dat hij de macht heeft verkregen om te doen met Gods Woord zoals het hem behaagt. Hij is immer degene die in de plaats van Christus (anti-christus) hier op aarde regeert... Hij heerst over zowel de “kudde van Christus” als de “koningen dezer wereld”. De Pausen van Rome hebben geclaimd dat zij in alle dingen, in zowel geestelijke als wereldlijke zaken gehoorzaamd moeten worden. Voor vele honderden jaren gedurende vooral de middeleeuwen werden deze claims voor een groot gedeelte werkelijkheid. Zij regeerden over de mensen met instrumenten van angst en intimidatie en regeerden over vele seculiere autoriteiten door middel van manipulatie, macht en rijkdom.... Een ieder die de geschiedenis van de Rooms Katholieke kerk bestudeert, kan zien hoe zij onlosmakelijk verbonden was (en is) met de politieke leiders en machten van deze wereld. Zij is waarlijk die “antichristelijke wetteloze” die zou komen in de naam van Christus.... Alle “beginselen van wetteloosheid” zoals we hiervoor beschreven hebben en die al tot op zekere hoogte aanwezig waren in de vroege kerk, zijn tot volle wasdom gekomen in de antichristelijke Tempel van Rome! De afwijking van het Woord van God; de inbreng van valse leringen en werken; het opzetten van een niet-Bijbels systeem; de toename van macht, geldlust en controle; de afgoderij; het schuldig maken aan vele zonden; het wrede vervolgen van de ware Christenen.... Al deze antichristelijke kenmerken die reeds in de vroege gemeenten van Christus wortel schoten, begonnen tot een grote boom te groeien nadat de weerhoudende of hinderende macht van het Romeinse Rijk van de wereldkaart verdween.. De “geheimenis” is een woord dat tegenover “openbaring” staat. Het verborgene maakte plaats voor een publieke manifestatie. Voor een ieder die ogen had om te zien, en oren had om te horen, werd dit alsmaar duidelijker. Het masker van de “geheimenis der wetteloosheid” werd als het ware afgelegd op het moment toen de Roomse kerk machtig en krachtig genoeg was om haar ware gezicht te tonen. Wat in het verborgene op een subtiele en sluwe wijze begon, werd later ten volle openbaar in de woorden en werkwijzen van de Paus en zijn hiërarchie van diennaars. De sluier werd opgelicht; de ware aard van Satan’s valse kerk werd openbaar; de naam geschreven op haar voorhoofd werd leesbaar: “Geheimenis, HET GROTE BABYLON, MOEDER VAN DE HOEREN EN VAN DE GRUWELEN DER AARDE” [NBG]; “Verborgenheid, HET GROTE BABYLON, MOEDER HER HOERERIJEN EN DER GRUWELEN DER AARDE” (Openbaring 17:5), de “MENS DER WETTELOOSHEID, DE ZOON DES VERDERFS”..... Zoals vele kleine druppels water bij de wijn de kwaliteit van de wijn uiteindelijk zal doen afnemen, en zoals vele kleine druppels vergif toegevoegd aan puur water, het water uiteindelijk ondrinkbaar en dodelijk maakt, zo hebben de vele subtiele binnengeslopen valse leringen, tradities en handelingen de eens pure Christelijke gemeente tot een gruwelijk antichristelijk monster kunnen maken. De ware christelijke gemeenten hoefden slechts te wachten totdat de weerhoudende invloed van het Romeinse Rijk weggenomen was om de snelle carrière van Satan’s antichristelijke kerk met hun eigen ogen te kunnen volgen. We hebben zelfs schriftelijke overleveringen van Christenen uit de 7e/8e eeuw die de Roomse kerk en haar bisschoppen als de antichrist bestempelden en voor deze
47
getuigenis ook moesten sterven. De wrede vervolgende hand van de antichrist begon al vroeg.... (zie bijvoorbeeld Elliott’s “Horae Apocalyptica” aangaande deze eerste slachtoffers van de antichrist). In het jaar 416 eist “Innocent de 1e”, bisschop van Rome dat alle Westelijke kerken zich naar de gewoontes van de Roomse kerk moeten voegen; in 425 verklaart Valentinian III dat alle bisschoppen van het Westelijke gedeelte van het Romeinse rijk de bisschop van Rome moeten gehoorzamen; in 533 verordent Keizer Justinian (van het Oostelijke gedeelte, want, de lezer herinnert hoe het westelijke gedeelte tot haar einde kwam in 476) uit pragmatische politieke overwegingen dat de bisschop van Rome “het hoofd van alle heilige kerken en van alle heilige priesters van God” constitueert; tussen de jaren 536 en 555 verzekeren de generaals van (Oostelijke) Keizer Justinian deze verordening door Italie te veroveren; in het jaar 590 wordt Gregorius de Grote bisschop van Rome en hij versterkte de macht en claims van de Roomse kerk ten zeerste; in 607 stelt Keizer Phocas de paus “Bonifatius III” aan als hoofd over de gehele Christelijke kerk; in 756 verkrijgt de Paus van Rome voor het eerst een geografisch gebied wat als het begin van zijn wereldlijke/seculiere macht kan worden gezien. Met andere woorden, we kunnen stellen dat in de periode van 527 - 607 - 756 de Pauselijke macht op zijn troon werd gezet die vanaf die tijd gestadig toenam. De “wetteloze”, of “zoon des verderfs, de tegenstander” openbaarde zich in Rome als de antichrist die zou komen. Het is bijna onvoorstelbaar hoe een eens eenvoudige en ootmoedige, liefdevolle “bisschop” of geestelijke overziener van een lokale Christelijke gemeente kon uitgroeien tot een pompeus en grotesk figuur dat onder de naam van “Paus” bekend is geworden. Enkel de macht en intelligentie van de Satan in combinatie met de rebellie en verdorvenheid van de menselijke natuur kon zoiets weerzinwekkends tot stand brengen en staande houden... De Rooms Katholieke kerk is Satan’s bedrieglijk wonder en de Paus is zijn mond waardoor de Satan vele antichristelijke werken en leringen in de wereld heeft weten te brengen. De Roomse kerk en haar successie van pausen is de volle belichaming en uiting van Satan’s wetteloosheid, ongehoorzaamheid en duisternis. Door haar doen is er een valse aanbidding ontstaan waarin mensen denken God te aanbidden terwijl zij in werkelijkheid de Satan, de prins der duisternis aanbidden en gehoorzamen. Om deze en andere redenen heeft de Here Jezus verscheidene malen gericht over haar doen komen. Haar compleet einde ligt echter nog voor ons volgens de beloftes van het Woord van God. Ad. 4: dien de Here Jezus zal doden door den adem zijns monds De woorden in 2 Thessalonicenzen 2 lijken te leren dat er twee soorten gerichten over de Roomse antichrist zouden komen, namelijk; 1. De doding door de adem Zijns Monds en 2. Het machteloos maken ten tijde van Jezus’ wederkomst. Vele geschriften, zowel in het oude als het nieuwe testament profeteren over de vraag wanneer en op welke wijze deze “antichrist” tot zijn einde zal komen. Hierover zullen we in dit manuscript nog meer spreken wanneer we de profetische uitingen in het boek van Daniël en de Openbaring bestuderen. Hier in het schrijven van Paulus zegt hij dat één van de wijzen waarop de Here Jezus deze “antichrist” zal richten is door het “doden door den adem Zijns Monds”. We leren vanuit andere geschriften dat de “adem” van God naar Zijn Geest verwijst. De “adem” hier is een symbolische representatie van Gods Geest waarmee Hij de antichrist zal “doden”, “vernietigen”, “consumeren”.... “...doch Hij zal de aarde slaan met de roede Zijns monds, en met den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden” (Jes. 11:4). De “mond” van de Here Jezus spreekt Zijn Woord met kracht en zalving. Wanneer God spreekt, zal het gesprokene ook zonder twijfel een werkelijkheid worden. Andere Bijbelteksten spreken over de “mond” van de Here: “..uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard” (Op. 1:16); “Bekeer u; en zo niet, Ik zal u haastelijk bijkomen en zal tegen hen krijg voeren met het zwaard Mijns monds” (Op. 2:16); “En uit Zijn mond ging een scherp zwaard,opdat Hij daarmede de heidenen slaan zou” (Op. 19:15); “En de overigen werden gedood met het zwaard Desgenen, Die op het paard zat, hetwelk uit Zijn mond ging” (Op. 19:21). Het “zwaard van de Geest” is het “woord van God” (Eph 6:17). “Door het Woord des HEREN zijn de hemelen gemaakt, door den 48
Geest Zijns monds al hun heir” (Psalm 33:7). “De Geest is het, die levend maakt, het vlees is niet nut; De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven” (Joh. 6:63). De eerste wijze waarop de “antichrist” zou worden gericht, was dan ook door het krachtige en gezalfde Woord van God. We kunnen dit gericht wellicht op twee manieren opvatten: Als eerste is elk Woord dat uit de mond van God komt een Woord dat ook tot stand brengt wat gesproken is in de raad van God. “Want”, zegt JHWH, “gelijk de regen en de sneeuw van den hemel nederdaalt, en derwaarts niet wederkeert; maar doorvochtigt de aarde, en maakt, dat zij voortbrenge en uitspruite, en zaad geve den zaaier, en brood den eter; Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen, hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zende” (Jes. 55:10-11). Wanneer de Here Jezus Zijn gericht over de antichrist heeft uitgesproken, overeenstemmend met Zijn eeuwige raad, dan zal zo’n gericht ook belist plaatsvinden. God heeft de Roomse antichristelijke wereld reeds op meerdere en verschillende wijzen gericht waardoor zij sterk verzwakt en vernederd werd. Deze gerichten staan opgeschreven in het boek van Openbaring en in de feiten der geschiedenis. Wij spreken uitgebreid over deze Godsoordelen over de antichrist wanneer we de desbetreffende hoofdstukken bespreken. Het is echter een feit dat geen van deze (zware) gerichten een volledig einde aan het antichristelijke rijk hebben gemaakt. De opkomst van het antichristelijke roomse rijk was in fasen, en haar einde zal ook in fasen verlopen, want zo heeft “Gods Mond” gesproken. Naast Gods directe gerichten over de antichristelijke wereld (door bijvoorbeeld oorlog, ziekte, honger..), was er een tweede wijze waarop de “antichrist” gedood zou worden: “met de adem Zijns monds”. Hierbij denken we aan de geestelijke strijd die de ware getuigen van Christus hebben geleverd tegen de leugens en gruwelen van de antichrist en zijn rijk. De monden van vele Christenen zijn door Jezus gebruikt om tegen de Roomse antichrist te getuigen. Door deze strijd, door deze confrontatie tussen Licht en Duisternis; waarheid en leugens, werd het werk van de antichrist “gedood” of “geconsumeerd”... Nu heeft deze strijd vele eeuwen gekend maar wanneer we in de tijd van de “Reformatie” komen, wordt het Zwaard van de Geest doeltreffend midden in het hart van de Roomse “mens der wetteloosheid” gestoken. Hierdoor raakte hij ernstig gewond. Hij verloor veel van zijn macht en claims en autoriteit! Het boek Openbaring spreken van een “dodelijke wond” die dit antichristelijke systeem zou worden toegebracht (waarvan zij overigens ook weer zou herstellen; zie Op. 13). Deze “dodelijke verwonding” door de “Geest van God” werd vooral in de 16e eeuwse Protestantse Reformatie toegebracht toen vele Christelijke monden gezamenlijk openbare getuigenis aflegden tegen de Rooms Katholieke antichrist en hiervoor ook hun levens verloren. Door de prediking van de waarheid, in combinatie met de zalving en werking van Gods geest werden vele zielen uit de Roomse afgodentempel bevrijd. Zij verloor hierdoor meer en meer macht en invloed. Gehele landen zoals Engeland en de Nederlanden braken weg van de Roomse Stad en stelden een meer zuivere godsdienst in haar plaats. Deze reformatiebeweging was ongetwijfeld een bezoek van Hogerhand en een uiting van de “mond” des Heren in de vorm van het leren van het ware evangelie en weg van verlossing. Door de prediking van het ware eenvoudige evangelie werden vele bouwwerken van het Roomse bolwerk weggeslagen. Rome ondervond hierdoor inderdaad een ernstige verwonding. Niettemin kwam de Rooms Katholieke kerk hierdoor niet ten einde. Zij kon zichzelf vrij snel herstellen met als gevolg dat in onze tijd wij haar weer hoog op haar troon zien verheven, zeggende: “Ik zit [troon] als koningin, en ben geen weduwe en zal geen rouw zien” (Op. 18:7)... De “mond des Heren” deed haar grote schade aan door middel van Zijn getrouwe diennaars en getuigen, maar de tijd voor haar volledig einde was nog niet. Dit gericht was, zo lijkt het, gereserveerd voor de tijd van de wederkomst van Christus. Niettemin, nog voor de spoedige wederkomst van onze Heer en Koning zal nog eenmaal het geroep voortgaan: “Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt” (Op. 18:4), en wij hopen en bidden dat dit manuscript deel mag uitmaken van deze hartekreet van God aan Zijn Volk! Ad. 5: “dien de Here Jezus.......machteloos zal maken door Zijn verschijning, als [wanneer] Hij komt” [NBG] “denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst” [DSV] 49
De Roomse antichrist ligt onder een vloek; de toorn van God rust op hem; zijn zonden hebben zich opgehoopt tot aan den hemel, en de tijd zal komen - en is niet ver van ons verwijderd- waarin het Roomse antichristelijke rijk een volledig en compleet einde zal vinden door middel van Gods laatste gericht over haar. De profeten Jeremia, en Jesaja, Daniel, en ook Johannes in het boek van Openbaring, beschrijven de wijze waarop zij tot haar einde zal komen. Na dit laatste gericht zal zij niet meer herrijzen tot in eeuwigheid. Het volgende Goddelijke bezoek aan haar is de laatste want van dit gericht zal zij zich niet meer kunnen herstellen! Andere vertalingen in het Engels geven deze uiting weer als volgt: (KJV) And then shall that Wicked be revealed, whom the Lord shall consume with the spirit of his mouth, and shall destroy with the brightness of his coming; (ALT) And then the lawless [one] will be revealed, whom the Lord will consume with the breath of His mouth and will destroy by the appearance of His Arrival;(WEBSTER) And then shall that Wicked be revealed, whom the Lord will consume with the spirit of his mouth, and will destroy with the brightness of his coming; (YLT) and then shall be revealed the Lawless One, whom the Lord shall consume with the spirit of his mouth, and shall destroy with the manifestation of his presence. Een ding is zeker; wanneer Jezus naar de aarde terugkeert om Zijn eeuwig Koninkrijk op te zetten, zal er geen plaats zijn voor het antichristelijke afgodensysteem van de Rooms Katholieke kerk! In die tijd zal er niets van haar te vinden zijn, want er staat geschreven dat alles wat niet overeenkomt met Gods koninkrijk, verwijderd zal worden (Mat. 13:41). We kunnen er zeker van zijn dat de antichrist en zijn rijk vernietigd zal zijn met de wederkomst van Jezus. Haar Godlasterende woorden, bloeddorstige daden en gruwelijke werken zullen eindelijk ophouden te bestaan. Gods laatste gericht over haar moet nog moet plaatsvinden. Zij zit vandaag nog redelijk comfortabel op haar troon, denkende dat zij daar nog wel voor een lange tijd ongestoord kan blijven. Het profetische Woord van God leert ons echter dat het laatste en ZWAARSTE gericht over haar nog moet plaatsvinden juist voor de terugkomst van Christus! God gaat haar nog een keer bezoeken; niet met zegeningen maar met Zijn toornig aangezicht. Deze laatste bezoeking zal zij niet overleven! Gods woorden van Openbaring 18 zullen in vervulling gaan, “Aldus zal de grote stad Babylon met geweld geworpen worden, en zal niet meer gevonden worden” (vers 21).... Gods gericht over de antichrist zal hem zo nederwerpen dat deze niet meer gevonden kan worden. We spreken uitgebreid hierover in het hoofdstuk aangaande Gods gericht over antichristelijk Babylon. Voor nu is het voldoende om te weten dat de Here Jezus tegen dit antichristelijke rijk heeft gevochten met de Geest Zijner Monds. Hij zal dit ook nog blijven doen totdat Hij dit antichristelijke bouwwerk met de grond gelijk zal maken juist voor en tijdens Zijn wederkomst. Het bloed van de ontelbare martelaren zal gewroken worden; de vele Godslasteringen zullen geoordeeld worden; de valse fundamenten zullen blootgelegd worden; de gruwelijke antichristelijke werken zullen verbrand worden... Ja, God gaat Zijn antichristelijke vijand nog eenmaal met gericht bezoeken en hierna zal hij niet meer zijn. Wanneer de ware Christus op Zijn troon in Jeruzalem is gezeten, is er vanzelsprekend geen ruimte voor een antichristelijke troon in Rome! Wanneer Jezus Christus Zijn Koninschap aanvaardt, zal de heerschappij van de antichrist moeten verdwijnen. De komst van Christus betekent daarom vanzelfsprekend het einde van de antichrist! Willen wij deel uit maken van dat Eeuwige Koninkrijk van Christus, dan moeten we er nu zeker van zijn dat we niets te maken hebben met het rijk van de antichrist! Moge Jesjoea uw ogen openen!
De Satan is de macht en kracht achter de Antichrist:
“Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden 50
geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid” [NBG] “Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen; En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in degenen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden. En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid”[DSV] (2 Thess. 2:9-12)
De antichrist en zijn antichristelijk rijk is ongetwijfeld door de Satan is opgezet! Nu ligt wel de “gehele wereld onder de invloed van de Satan” (zie 1 Joh. 5:19) maar dit antichristelijk werk is Satan’s subliem meesterwerk omdat deze antichristelijke werken in de Naam van Christus gedaan en geleerd worden! Als we ervan overtuigd zijn, als we kunnen aanvaarden dat de Rooms Katholieke kerk met haar Pauselijke hoofden de belichaming van de antichrist is die zou komen, dan kunnen we uit bovenstaande geschriften tot de conclusie komen dat de R.K. kerk door de Satan bestuurd wordt en dat de leden daarvan niet God maar de Satan toebehoren! Een ieder die Jezus waarlijk liefheeft, scheidt zich af van dit antichristelijk instituut en haar vele gelijkende dochters.... Dit is wellicht een schokkende conclusie voor velen maar niettemin overeenstemmend met het Woord en Getuigenis der Waarheid. Deze leren ons dat wij niet alleen in de ware God moeten geloven maar Hem ook moeten liefhebben. Wij gelovigen zijn geroepen om ons aan Zijn Woord en Wil te onderwerpen want de “duivelen geloven ook en sidderen”! Het betekent NIETS om de Naam van Jezus met de mond te belijden als het hart en de mond en de werken niet overeenstemmen met de principes van Zijn Koninkijk; Waarheid, Liefde, Gerechtigheid, Heiligheid, Trouw, Gehoorzaamheid.... De komst van de antichrist wordt hier tegenover de komst van de ware Christus gezet. Paulus zegt hier dat de antichrist in de kracht van de Satan zou komen! Met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid zou de Satan door deze antichrist velen tot de leugen van ongerechtigheid gevangen houden. Zij denken behouden te zijn maar in werkelijkheid is Gods toorn nog tegen hen! Hun hoop is een valse hoop omdat die niet op de ware Rots is gebouwd. Het is een geheimenis maar God ZELF zendt hen deze leugen, omdat deze geen liefde voor de waarheid hebben gehad..... (vs.11-12). Wanneer we de Here Jezus en Zijn Woord niet geloven en ons niet aan Hem en aan Zijn wil onderwerpen dan maken wij God een leugenaar! De Rooms Katholieke antichrist heeft er voor gezorgd dat ontelbare zielen God voor een leugenaar hebben uitgemaakt, omdat zij liever de (valse) woorden van mensen dan de woorden van God hebben willen aanvaarden. Voor zo’n houding zullen zij geoordeeld worden. Dit geschrift zou een ieder Christen vurig moeten aansporen om Gods Waarheid te zoeken en ook ernstig te nemen. Wij behoren God te bidden dat wij een liefde voor de waarheid, de gehele waarheid, mogen hebben, zodat wij niet zo gemakkelijk door de Satan in zijn ontelbare dwaalleringen en verleidingen worden getrokken! Wij zijn geroepen om waakzaam te zijn en om alle dingen te toetsen of zij wel overeenkomen met het Woord van God. Wij behoren ons met behulp van het Licht van de Heilige Geest der Waarheid te bewapenen met de kennis van het Woord van God. Hoe zullen wij anders weten wat waar is en wat niet? Willen wij zulke schokkende Satanische dodelijke werken vermijden, dan moeten wij Jezus liefhebben met geheel ons hart, onze ziel en ons verstand. Laten wij Hem ook volgen en gehoorzamen. Vraag om vervuld te worden met de Geest der Waarheid en word bewapend met de kennis van het Woord. Er zijn vele werken in de Christelijke gemeenten die niet overeenkomen met het Woord van God. Als Christenen hier onverschillig tegenover staan en de liefde voor de waarheid niet hebben dan vallen zulke lauwwarmen in de valstrikken van de Satan. Wij worden hier geconfronteerd met het pijnlijke feit dat de Rooms katholieke “kerk” het werk van Satan is! De Rooms Katholieke kerk is Satan’s antichristelijk bolwerk op aarde, en de Paus is de antichrist. In dit instituut en door de werken van dit instituut, heeft de Satan in de Naam van Christus 51
een valse aanbidding opgezet waarin niet Jezus, maar de Satan wordt aanbeden! Niet de ware Messias maar de plaatsvervangende messias, de “anti-messias” wordt daar aanbeden. Wanneer een mens zich niet van dit antichristelijk instituut afscheidt, maar bij deze Roomse anti-messias de vergeving en verlossing en eeuwig leven zoekt, dan zal Gods toorn en oordeel op zo’n persoon blijven! Vlucht dan toch weg van zo’n Satanisch leugen voordat het te laat is. Werp u op Jezus Die voor u gestorven en ook opgestaan is. Hij is gezeten aan de Rechterhand Gods in de hemelen vanwaar wij Hem verwachten terug te komen om te oordelen de levenden en de doden (2 Tim. 4:1; 1 Petr. 4:5). We kunnen het niet anders stellen; het Woord van God overtuigt ons: wanneer u uw vertrouwen blijft stellen op de Roomse Paus dan gaat u voor eeuwig verloren. Wanneer u een relatie met deze antichristelijke troon zoekt of aangaat (door bijvoorbeeld de oecumenische beweging) dan zult u daarvan de eeuwige consequenties moeten dragen. Onze God is een jaloers God, sprekende: “Ik ben de HEERE [JHWH], dat is Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik geen anderen geven, noch Mijn lof den gesneden beelden” (Jes. 42:8-9)! “ Of weet gij niet, dat de onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet zullen beerven? Dwaalt niet; noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beerven” (1 Cor. 6:9-10)! God is geen aannemer des persoon! Laten wij die Jezus waarlijk toebehoren Hem daarom liefhebben en vrezen, en ons van alle werken der ongerechtigheid, inclusief die van Roomse afgoderij en geestelijk overspel, AFSCHEIDEN, zodat wij door Jezus in Zijn eeuwig Koninkrijk zullen worden ontvangen. “Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige” (2 Cor. 6:17-18). Amen.
Daarom; Houdt vast aan de overleveringen van de Apostelen en Profeten!
Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door den Here geliefde broeders, dat God us als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door den Geest en geloof in de waarheid. Daartoe heeft Hij u ook door ons evangelie geroepen tot het verkrijgen van de heerlijkheid van onzen Here Jezus Christus. Zo dan, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen die u door ons, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, geleerd zijn. En Hij, onze Here Jezus Christus, en God, onze Vader, die ons heeft liefgehad en ons eeuwigen troost en goede hoop door Zijn genade verleend heeft, trooste uw harten, en make ze sterk in alle goed werk en woord” [NBG]. “Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die van den Heere bemind zijt, dat u God van den beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes, en geloof der waarheid; Waartoe Hij u geroepen heeft door ons Evangelie, tot verkrijging der heerlijkheid van onzen Heere Jezus Christus. Zo dan, broeders, staat vast en houdt de inzettingen, die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onzen zendbrief. En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade, Vertrooste uw harten, en versterke u in alle goed woord en werk” [DSV] (2 Thess. 2:13-17).
Zo sprak de Apostel Paulus aan de gelovigen van zijn tijd; de “eerstelingen” van Christus. Hij vermaande hen om de woorden van God die hen mondeling dan wel schriftelijk gegeven waren goed te bewaren en daarvan niet af te wijken. Zij wisten immers dat er een afval van het pure geloof zou plaatsvinden en er een gruwelijk antichristelijke apostasie zou worden opgezet in het midden van de Christelijke gemeente... Paulus waarschuwde hen keer op keer om op hun hoede te zijn; om waakzaam te zijn; om alles te toesten aan het Woord van God en om het goede te behouden, en het kwade te vermijden en buiten te werpen, zodat de Gemeente van Christus in de zuivere leer zou wandelen. 52
Tot de Christenen van onze tijd echter zou de Apostel Paulus zeggen: houdt u aan de overleveringen van de apostelen en profeten, maar houdt u niet aan de overleveringen die door mensen bedacht en ingesteld zijn! Wij leven in een tijd waarin de slechte vruchten van de antichrist tot volle rijpheid zijn gekomen. Wij worden geconfronteerd met een antichrist waar de eerste Christenen in de tijd van Apostel Paulus nog niet mee te maken hadden. De eerste kerk was een nieuwe schepping. Hoewel ook zij te kampen hadden met vele valse broederen, profeten, apostelen en leringen, was het toch niet zo dat zij eeuwen van ernstige apostasie achter de rug hadden. De roep aan ons is: verwerp de menselijke tradities, leringen en instellingen die de gemeente van Christus zijn binnengeslopen! Ga terug naar de goede oude paden, en sta weer op het fundament van de apostelen en profeten, Jezus Christus de hoeksteen zijnde (zie Ef. 2:20; 2 Pet. 3:2). Reinigt u van alles wat niet met Gods Koninkrijk te maken heeft; toets wat welbehagelijk is in de ogen van God en neemt het Woord van God als standaard of meetstok om te beoordelen wat wel of niet overeenstemt met Gods wil. De gemeente van onze tijd is beinvloed door de eeuwenlange werken van antichrist en nu is het onze taak en verantwoordelijkheid om met de hamer en het vuur van Gods Woord de bolwerken van Satan te slechten en op te bouwen dat wat goed is. Staat vast, weest standvastig, en klemt u stevig aan de apostolische overleveringen zoals die in de Heilige Geschriften bewaard zijn gebleven. Weest ijverig in de liefde voor de waarheid en strijd voor het geloof dat eens aan de heiligen was gegeven (Jud. 3). Bekeer van de duistere kwade werken van de Roomse Antichrist; breek met de trouweloze en overspelige op Rome gerichte oecumenische beweging en keert weder naar het rechte pad der waarheid en gerechtigheid. Laten wij terugkeren naar het eenvoudige leven in Christus zoals deze in de Apostlische tijd bestond.....“En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade, Vertrooste uw harten, en versterke u in alle goed woord en werk”... (2 Thess. 2:16-17)!
2 Thessalonicenzen 2 Samengevat: We hebben kunnen zien dat de apostel Paulus Zijn gemeente waarschuwde dat er een afval of apostasie van het ware geloof zou plaatshebben. Deze afval zou uiteindelijk uitlopen in de volle manifestatie van de antichristelijke “mens der wetteloosheid”, “zoons des verderfs, de tegenstander”, of “de wetteloze”. Door Satanische werken en bedriegerijen zou deze vele zielen naar de eeuwige verdoemenis leiden. Het is duidelijk dat de Here Jezus in deze profetische uitingen op de successie van Pausen en zijn valse Roomse kerk doelde die zich als “antichristen”, of “plaatsvervangende” christussen in de Tempel of Gemeente van God hebben gezeteld om daar de claims en eer van Jezus Christus naar zichzelf toe te trekken. Wanneer wij Jezus in alle zuiverheid verlangen te aanbidden dan mogen wij niets te maken hebben met de werken en leringen van de antichrist! Het is aan ons om met behulp van de Heilige Geest en het Woord van God te toetsen en te bepalen of we wel in het zuivere geloof leven. Het is aan ons om te toetsen en te bepalen of er wellicht valse (antichristelijke) tradities en werken zijn binnengeslopen die niet overeenstemmen met het Woord der waarheid. De tijd om voort te kabbelen in de hedendaagse lauwwarme, onverschillige Laodiceaanse houding (Op. 3:14-22) is voorbij! Nu is de dag aangebroken om ons te BEKEREN en ons te kleden met vurige waakzaamheid en ijver; om de “lendenen van ons verstand” te omgorden, en de gave Gods die in ons is op te wekken. Laten we de Here Jezus te zoeken met geheel ons wezen nu er nog wat tijd is, zodat wij mogen ontsnappen aan de vele onreinheden die ons omringen en onbevlekt en onberispelijk voor Hem mogen staan in die Dag! Moge de profetische woorden van Paulus in deze brief aan de Christenen van Thessalonica diep in onze harten en gedachten doordringen zodat wij met zijn ernstige waarschuwingen de rechte weg mogen vinden en van de slipperige paden van de antichrist bewaard mogen worden totdat Jezus komt om ons tot Hemzelf te nemen. Amen.
53
We gaan nu verder met de ontmaskering van de identiteit van de “antichrist” met behulp van de desbetreffende geschriften in het boek van Daniël . Daniël was een van de jonge prinsen van Israel die aan het einde van de 7e eeuw voor Christus in Babylonische ballingschap ging. Hij bleef daar tot zijn dood rondom het midden van de 6e eeuw voor Christus. Het boek van Daniël is een prachtig profetisch boek waarin de carrière van de grote “heidense” (niet-Joodse) koninkrijken worden voorspeld voordat zij geboren waren. Gods volk, zowel Israel als de Christelijke kerk, zou met dezen te maken krijgen totdat de God van Israel, Yeshua de Messias, zou terugkeren om Zijn Eigen Koninkrijk op aarde te vestigen. In dat rijk zou geen plaats meer zijn voor de eens machtige en uitgebreide menselijke koninkrijken. In het boek van Daniël zien we de rijken van Babylon, MedoPerzie, Griekenland, het Romeinse Rijk, en de rijken van de Rooms Katholieke kerk en Islam aan onze ogen voorbij trekken. Daniël kreeg zicht op ongeveer 25 eeuwen toekomst. Hij zelf begreep niet wat hij zag, maar voor ons die aan het einde van deze lange periode van 25 eeuwen leven en de profetische woorden in vervulling hebben zien gaan, zijn de visies bevattelijk en duidelijk geworden. We slaan nu het zevende hoofdstuk van Daniël open omdat in dit gedeelte ook in grote lijnen en met verbazingwekkende nauwkeurigheid de carrière van de Godlasterende en vervolgende antichristelijke Roomse kerk wordt geschilderd. Deze profetieën kwamen tot stand in een tijd waarin Rome nog niet eens een bijrol op het wereltoneel speelde! Wij zullen zien dat de Roomse kerk en haar pausen perfect aan het profetische plaatje van Daniël hoofdstuk 7 voldoen en dat er geen reden is om naar een ander te zoeken. Om onze zoektocht naar de ware identiteit van de “antichrist” volledig te maken, kunnen we na deze studie van Daniël naar de meer gedetailleerde beschrijvingen van de antichrist in het boek van de Openbaring gaan, zodat er (hopelijk) geen twijfel meer zal bestaan in het hart en denken van de lezer aangaande het feit dat de Rooms Katholieke kerk en al haar dochters deel uit maken van de grote Apostasie die zou komen en dat de Paus die “antichrist” belichaamt.....
Apostel Paulus en eerste kerk VERWIJDERING VAN DE HINDERNIS * DAG DES HEREN * WEDERKOMST
MANIFESTATIE MENS DER ZONDE, ZOON DES VERDERFS
JESJOEA * GOD'S KONINKRIJK
DE AFVAL
OP AARDE
De verborgenheid der ongerechtigheid,
* EINDE ANTICHRIST
of de geheimenis der wetteloosheid werkt reeds.
"Kleine horen" temidden van de tien horens
476 n .Chr.
Vierde Beest Westelijk Romeins Rijk 1e Fase
Uiteenvalling in tien horens; tien koninkrijken Opkomst en ontwikkeling antichristelijke "kleine horen" Pauselijke Roomse heerschappij
54