De 14 Europese Kwaliteitsterreinen Voorbeelden van indicatoren en bronnen voor toelichting
Kwaliteitsterrein 1: Curricula Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Voorbeelden van indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruikt worden)
Bronnen voor toelichting
Leerplannen/op -leidingsplannen
•
•
Er is een opleidingsplan/leerplan dat de onderwijsdoelen bepaalt. Deze doelen zijn voldoende transparant voor docenten en studenten.
Leerplannen/opleidingsplannen
•
OER Studiegidsen
•
• •
Verslagen van vergaderingen o.a. van teamoverleg.
•
Plannen van het instituut of de afdeling
•
Leerplannen/opleidingsplannen
•
Documenten voor leerplanplanning
•
Informatie over extra studiemogelijkheden
•
Leerplannen/opl eidingsplannen
•
Interviews
Opleidingsplan:
Haalbaarheid:
Zowel docenten als studenten voelen aan dat de beschikbare tijd voor het behalen van de leerdoelen toereikend is: het programma kan hierdoor met succes binnen de geplande tijd worden afgesloten. •
Ruimte:
De educatieve doelen van het leerplan geven de docenten voldoende ruimte om een persoonlijk accent aan het leer- en onderwijsproces te geven. •
Verband tussen leerplan en beroepspraktijk:
Het opleidingsplan/leerplan zorgt voor de ontwikkeling van professionele vaardigheden en heeft een duidelijke relatie met de huidige praktijk. Opleidingsplannen/leerplannen worden regelmatig bekeken om ze te kunnen aanpassen aan veranderingen in de beroepspraktijk en de samenleving. Organisatie kader voor het lesgeven
•
Organisatie kader:
De voorwaarden (tijd, opdrachten voor lesinhouden, etc.) maken het mogelijk om de leerdoelen en de belangrijkste pedagogische ideeën en waarden te realiseren. Het organisatiekader ondersteunt het behalen van de educatieve doelen. •
Duur:
Het lesprogramma voldoet aan de formele eisen hiervoor. •
Extra lesopties:
Om bijzondere interesses en talenten te ontwikkelen biedt de school speciale mogelijkheden voor studenten aan (alternatieve onderwerpen, remedial teaching, etc.) Inhoud van de leerplannen/opleidingsplannen
•
Adequate inhoud van de leerplannen/opleidingsplannen:
De leerplannen/opleidingsplannen zijn voldoende breed en evenwichtig opgebouwd en bevatten kennis in de breedte en kennis in de diepte. Ze passen zowel bij het landelijke opzet als bij die van het instituut zelf. De leerplannen/opleidingsplannen zijn daarnaast voldoende relevant voor het beroepsveld.
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 1: Curricula •
Leerplannen/opleidingsplannen zijn in overeenstemming met de competenties van de studenten:
In verband met de structuur en het uitvoeren van het lesprogramma wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de deelnemers in hun behoeften en mogelijkheden (programma’s op maat, individuele studieprogramma’s). •
Formulering van de leerdoelen:
De kwalificaties zijn op de juiste manier vertaald in leerdoelen voor het opleidingsprogramma of voor onderdelen ervan. De inhoud ervan biedt studenten de mogelijkheid de eindkwalificaties te halen. •
Combinatie en samenhang van de verschillende leerinhouden:
De inhoud van ieder onderdeel van het programma is goed geïntegreerd in de andere delen van het programma. De programma’s tonen de juiste volgorde en maken in samenhang jaarlijkse vooruitgang mogelijk. •
Verband tussen zowel de voorafgaande opleiding en vervolgopleiding:
De inhoud van de programma’s sluit aan bij de voorafgaande opleidingen en de vervolgopleidingen. Bevorderen van het behalen van de voornaamste kwalificaties
De leerplannen/opleidingsplannen bevorderen het behalen van de belangrijkste competenties inclusief de soft skills: Dit houdt bijv. in: leren leren, sociale vaardigheden, communicatieve vaardigheden, zelfmanagementvaardigheden en het ontwikkelen van het probleemoplossende vermogen. Speciale aandacht wordt ook besteed aan het bereiken van algemene basisvaardigheden zoals lezen en schrijven, basiswiskunde, computerkennis, etc.
Stage
•
Praktische vorming:
Het leerplan bevat externe praktische training. Er is een sterke samenhang tussen de opleiding binnen het instituut en de opleiding tijdens de stage. •
•
Controlelijsten voor de kwaliteit van de stageplaatsen
Afstemming theorie/praktijk:
Het instituut vergewist zich ervan of de inhoud van de praktijkopleiding overeenkomt met de eisen uit het opleidingsplan en of het toezicht van het bedrijf /instelling hierop voldoende is geregeld.
Peer Review
ROC Aventus
2
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 2: Leren en onderwijzen Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruikt worden)
Bronnen voor toelichting
Leerinhouden
•
•
Leerplannen/opleidingsplannen
•
Observatie van leren en lesgeven
•
Interviews personeel
•
Lesmateriaal
•
Werk verricht door de studenten
•
Leerplannen/opleidingsplannen en lesverslagen
•
Interviews personeel (inclusief lesdoelstellingen).
•
Lesmaterialen en leermaterialen
•
Observatie leren en lesgeven
•
Interviews personeel (inclusief doelen en doelstellingen van de lessen
•
Interviews studenten
•
Samenvattingen van waarnemingen
•
IT faciliteiten
Samenhang tussen lesinhoud en de leerdoelen van het instituut:
De lesinhoud is in overeenstemming met de leerdoelen en sluit aan op het opleidingsplan. Lesmateriaal is up-to-date, adequaat en ondersteunt de diverse leermethoden.
Lesplanning
•
Samenhang tussen leerdoelen van het instituut en leren en lesgeven:
Het leren en lesgeven zijn gebaseerd op de missie van het instituut, de instituutswaarden en leerplaneisen. De lessen worden zorgvuldig door de docenten gepland. Lesplannen zijn duidelijk en kunnen binnen het instituut gedeeld worden. De juistheid en het effect van de diverse plannen worden regelmatig beoordeeld. lesmethoden en didactische aanpak
•
Samenhang methoden
De lesmethoden (in de leslokalen, praktijklokalen, via ‘e-learning’ ) zijn effectief en samenhangend, passen bij het gekozen beginpunt en bieden ruimte voor de onafhankelijkheid van de studenten. •
Het begrijpen van de leerdoelen:
De docenten verzekeren zich ervan dat de studenten de leerdoelen begrijpen. •
Uitleg van complexe onderwerpen:
De docenten slagen er in complexe situaties uit te leggen gebruikmakend van de juiste bewoordingen. •
Belangstelling wekken:
De docenten zijn in staat de belangstelling van de studenten voor de lesinhouden te wekken. •
Actieve medewerking door de studenten:
De inrichting van lessituatie bevordert een actieve betrokkenheid van de studenten. •
Verantwoordelijkheid studenten:
Docenten slagen er in de studenten bewust te maken van hun eigen verantwoordelijkheden voor hun studie en het studiesucces (studenten voelen zich ook verantwoordelijk voor hun studieresultaten). •
Combinatie theorie en praktijk:
De overeenkomsten moedigen studenten aan de theorie en de praktijk (en eigen
Peer Review
ROC Aventus
3
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 2: Leren en onderwijzen ervaringen) te combineren.
Promotie van de belangrijkste kwalificaties (soft skills)
•
Het bereiken van kerncompetenties:
De docenten stimuleren het behalen van de kerncompetenties en de soft skills. •
•
Samenvattingen van waarnemingen
•
Interviews
•
Observaties
•
Individueel leren en het steunen van plannen
•
Het geven van vrijstellingen voor begeleiding en het ondersteunen van het personeel
•
Samenvattingen van waarnemingen
•
Toegang tot informatie
Leervaardigheden:
de studenten wordt o.a. geleerd kritisch na te denken over de effectiviteit van de eigen manier van leren. •
Sociale en communicatieve vaardigheden:
Het contact kent een opzet die zowel intensieve communicatie als nadenken over die communicatie verzekeren. •
Probleemoplossende vaardigheden:
De studenten wordt geleerd complexe problemen op te lossen door gebruik te maken van de juiste leer- en onderwijsmethoden. Het begeleiden van en adviseren van studenten
•
Het herkennen van individuele behoeften en een juiste ondersteuning hierbij:
Een planning van begeleiding maakt individuele en passende ondersteuning van studenten mogelijk. •
Begeleiding en raad geven:
Docenten voorzien op een stimulerende wijzer in de individuele behoeften op het gebied van begeleiding en instructie. Ze nemen passende, specifieke maatregelen om goed te kunnen reageren op de uiteenlopende behoeften bij de studenten. •
Bekwaamheid:
Docenten beschikken over de juiste competenties om de studenten goed te kunnen begeleiden. Informatie naar de studenten
•
Informatie voorafgaand aan het lesprogramma:
De informatie betreffende de inhoud, de structuur van de opleiding en van de examens is juist en tijdig. •
Informatie gedurende het lesprogramma:
De informatie over voor de student relevante zaken is juist en tijdig.
Peer Review
ROC Aventus
4
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 3: Assessment Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruik worden)
Bronnen voor toelichting
Beoordelings concept
•
•
Beoordelingsbeleid en Beoordelingspro cedures
•
Beoordelingsinstumenten
•
Beoordelingscriteria en normeringen
•
Interviews
•
Beoordelingsbeleid en procedures
•
Interviews docenten
•
Interviews studenten
•
Het beoordeelde werk
•
Beoordelingsbeleid en procedures
•
Interviews docenten
•
Interviews studenten
•
Het beoordeelde werk
•
Beoordelingsbeleid en procedures
•
Interviews docenten
•
Interviews studenten
Kwaliteit van het beoordelingsconcept:
Het instituut houdt zich aan afgesproken toetsen en aan het afgesproken beoordelingsconcept. •
Formatieve beoordeling:
Het onderwijs bevat ook een formatieve prestatiebeoordeling (dwz. een analyse van de leerontwikkeling van de studenten die geen invloed heeft op de cijfers).
Functie van beoordeling in leer- en onderwijsprocessen
Cijfers geven
•
Systematische controle van de mate van succes:
De wijze van lesgeven maakt het mogelijk goed zicht te houden op de vooruitgang van de studenten. De studenten krijgen geregeld een adequate feedback op hun sterke en zwakke punten. De docenten bespreken de voornaamste tekortkomingen/fouten met de studenten en helpen hen zich te verbeteren.
•
Duidelijkheid:
De beoordelingsprocedures en de waarderingscijfers zijn duidelijk voor de studenten. De studenten kennen de beoordelingscriteria die worden toegepast door de docenten. •
Eerlijke beoordeling van prestaties:
De docenten laten onderzoeken of de studenten de beoordeling als eerlijk en juist ervaren. Een negatieve feedback kan leiden tot een verbetering van de beoordelingsprocedure. Examen
•
Examen:
Het instituut heeft een duidelijke examensystematiek. •
Vroegtijdig waarschuwingssysteem:
Het instituut waarschuwt de studenten die mogelijk niet gaan voldoen aan de exameneisen. •
Analyse van mislukkingen:
Onderpresteren, speciaal bij het toetsen, wordt geanalyseerd om mogelijke oorzaken ervan vast te stellen en om zo mogelijk maatregelen voor verbetering te vinden.
Peer Review
ROC Aventus
5
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 4: Leerresultaten & uitkomsten Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruik worden)
Ontwikkelingsplan
Kwalitatieve indicatoren:
Bronnen voor toelichting •
Interviews met personeel
De leerresultaten van de studenten moeten op gepaste tijden met de juiste instrumenten en met de juiste procedures gemeten worden.
•
Interviews met studenten
•
•
Niveau van de cursussen
•
Evaluatie van hun eigen studie door de studenten
•
Verslagen van procesonderzoeken
De kwalificatie van aantallen studenten op de verschillende niveaus.
•
Resultaten van landelijke /locale toetsen
Kwalitatieve indicatoren:
•
Drop outs
•
Duur en oorzaken van vertragingen in de opleiding
•
Werkervaring
•
Interviews met personeel
•
Waar komen de studenten na de opleiding terecht?
•
Details en verslagen van prestaties van studenten
•
Gegevens vaste meetpunten
•
De juiste manier van het meten van het leerproces:
Voldoen aan de gestelde leerdoelen door de studenten:
Het geplande aantal studenten moet de gestelde leerdoelen halen. •
Vergelijking van de leerresultaten:
Het instituut vergelijkt zijn resultaten met die van gelijksoortige instituten. Kwantitatieve indicatoren:
Leer- en loopbaanresultaten
•
Toegang tot en gebruik van informatie:
De gegevens over de studievoortgang worden door het management gebruikt als stuurinformatie. •
Informatie over de functioneren van de studenten in hun werk:
Het instituut wint informatie in over de tevredenheid van het werkveld over de oudstudenten. •
kritische feedback van oud-studenten:
Feedback, ook negatieve, van de studenten wordt besproken en kan leiden tot een verbeteraanpak. Kwantitatieve indicatoren: •
Educatieve kwaliteit:
De lesprogramma’s voldoen aan de door het instituut gestelde eisen. •
Slagingspercentages:
Het instituut realiseert de afgesproken slagingspercentages. •
Duur van de studie:
De opleidingen worden gemiddeld in de nominale studieduur afgerond.
Peer Review
ROC Aventus
6
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 4: Leerresultaten & uitkomsten •
Uitval:
Het drop-out percentage bij de studenten blijft binnen de gestelde marge. •
Het vinden van werk:
Het aantal studenten dat werk vindt is gelijk aan of groter dan dat in de geformuleerde doelstelling.
Peer Review
ROC Aventus
7
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 5: Sociale omgeving en toegankelijkheid Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruikt worden)
Bronnen voor toelichting
Sociale omgeving
De regionale economische situatie.
• Officiële statistieken
Bevolkingskarakteristieken:
• Overzichten
•
opleidingsniveaus
• Arbeidsmarktgegevens
•
inkomen
Kansarme groepen. Toegankelijkheid en verscheidenheid:
•
Het toelatingsbeleid is breed en sluit aan bij de achtergronden en behoeften van de studenten.
•
Toelatingsbeleid en procedures
Toelatingsbeleid en -procedures
•
Het toelatingsbeleid wordt toegepast gedurende de werving, de informatievoorziening, de beoordeling en de plaatsing.
•
Voorlichtingsmateriaal
•
Toelatingsformulieren
•
Interviews personeel
•
Interviews studenten
•
Statistische gegevens
•
Interviews studenten
•
Interviews personeel
•
Overzichten van de toelating
•
Informatie over ondersteunende technieken
•
Informatie over werkomstandigheden
•
Statistische gegevens
Toegang en diversiteit: Steun en toelating
Resultaten toelating en diversiteit
Peer Review
•
Het toelaten van studenten met verschillende achtergronden en met verschillende behoeften is voldoende gewaarborgd. De onderwijspraktijk is hierop aangepast.
•
Begeleiding en raadgeving worden aangepast aan de diverse behoeften bij de studenten en contacten met relevante externe diensten zijn voldoende adequaat.
•
Toegankelijkheid van de faciliteiten voor studenten met bijzondere behoeften is gegarandeerd.
•
Aantal studenten met speciale behoeften op het instituut.
•
Diversiteitbeleid is vormgegeven.
ROC Aventus
8
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 6: Infrastructuur and financiële bronnen Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruikt worden)
Bronnen voor toelichting
Infrastructuur en de kwaliteit van de inrichting
Kwalitatieve indicatoren:
•
•
De accommodatie en de materiële faciliteiten zijn voldoende om adequaat onderwijs te geven.
Lokalen en praktijkruimtes
•
Laboratoria
•
De kwaliteit van de lokalen, de praktijklokalen en de inventaris is voldoende om de leerdoelen te realiseren.
•
Energiebesparingen t.o.v. afgelopen jaren
•
Totaal energieverbruik
•
Beperking afval
•
Gebruik van gerecycled materiaal, etc
•
Materiaal en uitrusting inventarisatie
•
Observatie van accommodaties tijdens gebruik
•
Gebruik van ICT
•
Overzichten waarnemingen
•
Onderhoudsrapporten
•
Interviews personeel
•
Interviews studenten
•
Verslagen externe inspecties
•
•
Onderhoud
Financiële bronnen
Studenten hebben toegang tot ruimtes en materiaal binnen het instituut zoals bijv. de kopieerapparatuur, de bibliotheek, etc. om efficiënt zelfstandig te kunnen werken. Het instituut beschikt over gebruiksvriendelijke (buiten)ruimtes en ruimtes voor ontspanning ter bevordering van het sociaalcommunicatieve aspecten.
•
De schoolinfrastructuur zorgt voor een gezonde, veilige en milieuvriendelijke omgeving.
•
Het aantal computers is toereikend voor het aantal studenten dat er gebruik van wil maken.
•
Het gebouw wordt regelmatig schoongemaakt en defecten worden snel en goed verholpen.
•
Verantwoordelijkheden voor de onderhoud zijn toegewezen. Er zijn procedures vastgelegd voor onderhoud en service.
•
Regelmatige inspecties vinden plaats zodat gebreken op tijd ontdekt worden. Deze worden binnen de gestelde tijd hersteld. Hiervoor zijn voldoende financiële middelen beschikbaar.
Kwalitatieve indicatoren: •
Voldoende financiële ruimte beschikbaar.
•
Het handboek Administratieve Organisatie wordt gevolgd.
Kwantitatieve indicatoren: •
Peer Review
Efficiency in het gebruik van de bronnen: gemiddelde uitgaven per student komen overeen met die van vergelijkbare instituten.
ROC Aventus
9
De Europese Kwaliteitsterreinen
Peer Review
ROC Aventus
10
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 7: Management en administratie Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruikt worden)
Bronnen voor toelichting
Managementstijl
•
•
Training van het management
•
Aantal klachten
•
Interviews personeel
•
Evaluatie leiderschap
•
Verslagen van personeelsvergaderingen
•
Verslagen van bijeenkomsten met studenten
toegankelijkheid management:
Het management betrekt belanghebbenden en geïnteresseerde groepen voldoende bij beslissingen. Er zijn omstandigheden aanwezig die het geven en gebruiken van respons gemakkelijker maken. •
Open communicatie:
De communicatie tussen management, docenten en administratief personeel wordt gekarakteriseerd als open. De informatiestroom is betrouwbaar en transparant en er is wederzijds vertrouwen. Conflicten worden open besproken en een oplossing wordt hierbij nagestreefd. •
Respect:
Het management toont respect voor de behoefte aan zelfstandigheid bij de uitvoering van taken door medewerkers. Met voorkeuren wordt waarmogelijk rekening gehouden. Medewerkers geven aan dat ze zich gehoord voelen. Besluitvormingsprocessen
•
Helderheid:
Besluiten en besluitvormingsprocessen zijn voldoende helder voor de medewerkers. •
Competenties m.b.t. de besluitvorming:
Het is duidelijk wie waarover zeggenschap heeft en welke inspraakmogelijkheden er zijn. •
Interne commissies:
Bij inspraak worden niet alleen individuen gehoord, maar deze is ook belegd in diverse organen om zo het collectieve belang te borgen. •
Managementinterventies:
Het management gebruikt de bevoegdheid in te grijpen wanneer afspraken en beslissingen niet worden nagekomen. •
Inspraak van de studenten:
Het instituut stelt vast op welke wijze de inspraak is vormgegeven. Er is een studentenraad die aantoonbaar betrokken wordt bij belangrijke instituutszaken.
Peer Review
ROC Aventus
11
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 7: Management en administratie Organisatie van conferenties en vergaderingen
•
Efficiënte besturing:
•
Diverse verslagen
•
Diverse verslagen
•
Roosters medewerkers
Het management draagt aanwijsbaar zorg voor een efficiënte aanpak tijdens vergaderingen en conferenties. •
Duidelijke beslissingen:
Het management draagt zorg voor heldere besluiten en de uitvoering ervan. Taakverdelingen
•
Helderheid procedures:
Er zijn heldere en eerlijke criteria voor de procedure betreffende de taakverdeling. •
De functieomschrijvingen:
Voor de medewerkers van het instituut zijn functieomschrijvingen aanwezig. De werkzaamheden sluiten aantoonbaar aan op de functieomschrijvingen. Administratieve organisatie
•
Adequate administratieve organisatie:
Het instituut werkt aantoonbaar volgens de richtlijnen in het handboek Administratieve Organisatie. Goede afspraken zijn vastgelegd over: * de lokaalindeling, * de vervanging bij lesuitval, * de inhaallessen, * de (uitgifte van) officiële documenten als diploma’s * het documentenbeheer. •
Lange termijnplanning:
Terugkerende activiteiten zoals roostering, inkoop e.d. zijn systematisch ingepland •
Werkdruk:
Vastgesteld is dat de werkdruk acceptabel is. Voor scholing en het bijwonen van (externe) bijeenkomsten is tijd beschikbaar. •
Technische inrichting:
De inrichting van de administratie is zodanig dat een redelijk efficiënte uitvoering van de werkzaamheden mogelijk is.
Peer Review
ROC Aventus
12
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 8: Instituutscultuur en strategische planning Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruikt worden)
Bronnen voor toelichting
Beleidsplanning
Kwalitatieve indicatoren:
•
Interviews met personeel op elk niveau
•
Institutionele en afdelingsstrategie en werkplannen
•
Missie verklaring, etc.
•
Waarnemingsverslagen
•
Verslagen bijeenkomsten
•
Aantal afdelingoverstijgende projecten
•
Beschrijving van deelname aan sociale gebeurtenissen
•
Strategische beleidsvorming:
Er is een vastgesteld strategisch beleidsplan en er zijn hiervan afgeleide ontwikkelplannen. Het instituut heeft zijn strategie, beleid en budget vastgelegd. Er is een missiedocument. De doelstellingen zijn uitgewerkt in concrete maatregelen en projecten. De medewerkers kunnen zich vinden in de in het strategische beleidsplan opgenomen uitgangspunten en de uitwerkingen hiervan. Leidinggevende kwaliteiten
•
Onderwijsvisie
•
Aansturing:
Het management geeft op een aantoonbaar effectieve wijze leiding en handelt zelf ook in overeenstemming met de visie van het instituut en met de instituutswaarden. Onderwijsconcept:
Pedagogische uitgangspunten zijn regelmatig onderwerp van gesprek in overleggen met medewerkers om zo het belang ervan te blijven benadrukken. Het instituut heeft concrete en bindende afspraken gemaakt over de operationele vertaling van een aantal belangrijke onderwijskundige aspecten. Het ziet er op toe dat deze afspraken worden nagekomen. Het personeel identificeert zich met het instituut
•
Instituutscultuur:
Het instituut organiseert (informele) bijeenkomsten die onder meer tot doel hebben de teamgeest te versterken. Het instituut start projecten die afdelingsoverstijgend zijn.
Peer Review
ROC Aventus
13
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 9: Personeelsbeleid, benoemingsbeleid en bijscholing Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren ( niet voorgeschreven, de voorgestelde indicatoren zijn uitwisselbaar)
Personeelsplanning
Kwalitatieve indicatoren: •
Functies en taken:
De verdeling van functies en taken draagt bij aan de realisatie van (onderwijskundige) doelstellingen van het instituut. De verschillende taken, verantwoordelijkheden en de bevoegdheden om besluiten te nemen zijn duidelijk omschreven en helder voor alle betrokkenen op het instituut.
Bronnen voor toelichting
•
Organisatiestructuur
•
Omschrijvingen van banen
•
Verslagen waarnemingen
•
Beroepskwalificaties en opleidingskwalificaties docenten
•
Participatie en effect van opleidingsactiviteiten
•
Interviews personeelsleden
•
Evaluatie van de effectiviteit van opleidingen
•
Evaluaties van de prestaties van het personeel
•
Plannen en opleidingsprogramma’s
•
Aantal klachten van medewerkers
•
Werkschema’s, lesplanning
Het niveau van het personeel is voldoende om het studieprogramma op het vereiste niveau te verwezenlijken. Het personeel is aantoonbaar voldoende gekwalificeerd. Kwantitatieve indicatoren: Aantal personeelsleden:
Aannamebeleid personeel en ontwikkeling
•
verhouding docenten/studenten
•
verhouding overig personeel/studenten
•
man/vrouw verhoudingen personeel
•
Werving:
Het aannamebeleid is vormgegeven in een effectieve procedure. Er is voldoende ruimte voor persoonlijke wensen van medewerkers. De medewerkers zijn aantoonbaar bereid en in de gelegenheid zich verder te scholen. •
Persoonlijk Professioneel Ontwikkelingsplan:
Er is een speciale procedure voor het voeren van loopbaangesprekken. De procedure is voldoende bekend bij en duidelijk voor de medewerkers. •
Instituutsontwikkelplan:
Er is voldoende mogelijkheid voor een verdere ontwikkeling op persoonlijk gebied en op het terrein van de doelstellingen van het instituut. Er is een effectief introductieprogramma voor nieuw personeel. Verdeling van werk en lesroosters
•
Er zijn duidelijke en eerlijke criteria en procedures bij de verdeling van de werkzaamheden in het instituut. •
Peer Review
Werkverdeling:
Relatie werkzaamheden en strategische uitgangspunten:
ROC Aventus
14
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 9: Personeelsbeleid, benoemingsbeleid en bijscholing De werkzaamheden houden aantoonbaar verband met de missie en de doelstellingen van het instituut en de belangrijkste stakeholders. Beschikbare tijd
•
Planning:
Er is i.h.a. voldoende tijd om de opgedragen of afgesproken werkzaamheden naar behoren uit te voeren. Daarnaast is het i.h.a. mogelijk om flexibel en adequaat op te treden als zich onverwachte situaties voordoen.
Peer Review
ROC Aventus
15
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 10: Werkomstandigheden van medewerkers Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruikt worden)
Bronnen voor toelichting
Personeelsbeleid
Kwalitatieve indicatoren:
•
Waarnemingsverslagen
•
•
Absentie wegens ziekte
•
Klachten personeel
•
Aantal sollicitaties
•
Overzicht personeelsverloop
•
Personeelsvergaderingen
•
Personeelshandboek
•
Waarnemingsverslagen
Alle werknemers voelen zich i.h.a. prettig binnen het instituut. De balans tussen stress en voldoening is in evenwicht.
•
Discussies over problemen in het dagelijkse werk kunnen openlijk gevoerd worden. Er is respect voor elkaar.
•
Medewerkers zijn voldoende bekend met hun rechten en plichten. De medewerker vindt i.h.a. voldoende gehoor bij problemen.
Kwantitatieve indicatoren:
Communicatie instituutscultuur met medewerkers
Samenwerking docenten
•
Absentie medewerkers
•
Personeelsverloop
•
Aantal klachten van medewerkers
•
Deelname van medewerkers aan sociale activiteiten
•
Er zijn institutionele structuren en middelen op het gebied van communicatie, informatie en coöperatie die goed teamwork bij het lesgevende personeel garanderen.
•
Deze communicatie is open, tolerant en oordeelkundig. Er is een onderling klimaat van achting en waardering bij het lesgevende personeel.
•
Er zijn duidelijke regels en afspraken over de manier waarop onderwerpen worden besproken.
•
Er is onderlinge waardering voor elkaars inzet.
•
De instituutafspraken worden aantoonbaar uitgevoerd.
•
Teamvergaderingen Personeelshandboek
Docenten bespreken voldoende vaak over de voortgang van de geplande werkzaamheden.
• •
Waarnemingsverslagen
•
Peer Review
ROC Aventus
16
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 11: Externe relaties en Internationalisatie Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruikt worden)
Bronnen voor toelichting
Brochures
•
Samenwerking met relevante belanghebbenden
Internationale contacten
•
Brochures
De brochures van het instituut zijn aantoonbaar geschikt zijn voor de doelgroep.
•
Website instituut
•
•
Website
•
Cursus programma’s
•
Correspondentie met locale instanties en bedrijfsleven
•
Verslagen open dagen
•
Gezamenlijk projecten of ondernemingen
Brochures:
Er is een regelmatige uitwisseling van informatie met relevante belanghebbenden zoals studenten, ouders, bedrijven, sociale partners, overheden over ontwikkelingsplannen, educatieve doelen, nieuwe projecten, etc.
•
Het instituut heeft de contacten met het regionale en plaatselijke bedrijfsleven als toekomstige werkgevers geoptimaliseerd
•
Het instituut draagt zorg voor een regelmatige en systematische uitwisseling van informatie met externen zoals stagebedrijven en ouders.
Kwalitatieve indicatoren: •
Het instituut maakt het mogelijk voor studenten om in het buitenland te studeren en voor buitenlandse studenten om hier te studeren. Hiervoor zijn streefdoelen geformuleerd. Er zijn targets geformuleerd voor de bijdrage uit Europese fondsen voor deze activiteit.
Kwantitatieve indicatoren:
Peer Review
•
Het percentage van de studenten dat ieder jaar in het buitenland gaat studeren en het absolute aantal studenten.
•
Het percentage buitenlandse studenten dat ieder jaar op het instituut komt studeren en het absolute aantal studenten.
•
Het bedrag uit Europese fondsen in relatie tot het geplande bedrag.
ROC Aventus
17
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 12: Deelname aan samenleving & interacties Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruikt worden)
Ontwikkelingsplan
Kwalitatieve indicatoren: •
De studenten voelen zich binnen het instituut op hun gemak en ze zijn bereid verantwoordelijkheden op zich te nemen. De school organiseert verschillende sociale activiteiten om een beter contact tussen de studenten onderling en met de docenten te bevorderen (ook met docenten buiten klassenverband )
•
Studenten krijgen de gelegenheid deel te nemen aan het besluitvormingsproces betreffende belangrijke besluiten binnen de school.
Bronnen voor toelichting
Kwantitatieve indicatoren:
Social interactie tussen docenten en studenten
•
Aantal klachten
•
Aantal sociale activiteiten
•
Deelname van studenten aan sociale activiteiten
Kwalitatieve indicatoren: •
De communicatie over en weer tussen docenten en studenten voldoet aan de door het instituut gestelde waarden en doelstellingen
•
Deze communicatie over en weer kan gekarakteriseerd worden als vriendelijk, vol respect en persoonlijk.
•
Het studieprogramma voorziet in een systeem voor individuele begeleiding van de deelnemers bij serieuze problemen betreffende het leerproces en persoonlijke en sociale begeleiding
•
Er is een formele procedure voor het indienen van klachten door studenten.
•
Geschreven en mondelinge feedback
•
Studenten personeel interactie
Kwantitatieve indicatoren:
Sociale interactie onder studenten
Peer Review
•
Aantal klachten
•
Studenten hebben respect voor elkaar.
•
Docenten zorgen er voor dat de studenten leren voor hun overtuiging uit te komen en dat de studenten naar elkaar luisteren, ook wanneer ze van mening verschillen.
ROC Aventus
18
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 13: Gelijke kansen Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruikt worden)
Bronnen voor toelichting
Beleidsplan gelijke kansen
Kwalitatieve indicatoren:
•
Waarnemingsverslagen
•
Het instituut heeft een plan, structuren en bronnen om het realiseren van gelijke kansen te bevorderen. Het instituut heeft adequate maatregelen ingevoerd om dit te realiseren in de praktijk.
•
Analyse van de ontwikkelingen op dit gebied
•
Het leerplan bevat een voldoende aantal onderwijsmethoden om een actieve deelname aan het leerproces te bevorderen van zowel mannen als vrouwen. Er is advies bij de bij de opleidingskeuze om stigmatisering te voorkomen. Boeken en andere studiematerialen zijn niet of nauwelijks seksespecifiek. De taal, de afbeeldingen en de voorbeelden kunnen zowel mannen als vrouwen aanspreken.
•
Er is geen directe of indirecte discriminatie bij de toegankelijkheid en het gebruik van de faciliteiten door mannen en vrouwen.
Kwantitatieve indicatoren:
Peer Review
•
Bij het verzamelen van gegevens wordt de man/vrouwverhouding aangegeven om het aandeel van mannen en vrouwen te kunnen vergelijken.
•
Er is sprake van een evenredige deelname van mannen en vrouwen aan de onderwijsactiviteiten. Als er sprake is van een onbalans zijn hiervoor streefcijfers en streefpercentages geformuleerd.
•
Het drop-outpercentage is uitgesplitst naar de seksen.
•
Er is sprake van een redelijke man/vrouwverhouding in het management. Als de man/vrouwverhouding scheef is, zijn targets geformuleerd.
•
Er is sprake van een redelijke man/vrouwverhouding bij het totale personeel. Als de man/vrouwverhouding scheef is, zijn targets geformuleerd.
ROC Aventus
19
De Europese Kwaliteitsterreinen
Kwaliteitsterrein 14: Kwaliteitsmanagement Criteria (Evalueer ten minste 2 criteria)
Mogelijke indicatoren (niet verplicht; ook andere indicatoren kunnen gebruikt worden)
Ontwikkelingsplan
•
Er is een werkend kwaliteitszorgsysteem
Peer Review
Resultaten tevredenheidsonderzoeken
•
Interviews studenten
•
Absentie wegens ziekte
Studenten en andere belanghebbenden zijn in voldoende mate tevreden over de onderwijsprogramma’s en de ondersteunende diensten.
•
Het instituut heeft een integraal en samenhangend kwaliteitsbewakingssysteem. In de beleidscyclus zijn de doelstellingen hiervoor opgenomen. Kwaliteitsdoelen en hiermee samenhangende taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd. Het beleidsplan wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld.
•
Correspondentie met belanghebbenden
•
Interviews
•
Evaluatie leren en onderwijzen
•
Verslagen interne evaluatie
Het management werkt systematisch aan de verwezenlijking van de gestelde doelen.
•
Vaste gegevens
•
Verslag over kwaliteitsbevorderi ng
•
Strategische en operationele plannen
•
Verificatie door de verschillende groepen
•
Rooster voor feedbackbijeenkom sten
•
Resultaten van evaluaties en/of waardering
•
Evaluatie leren en onderwijzen
•
Verslagen interne evaluatie
•
Vaste gegevens
•
Institutionele evaluatie en institutionele ontwikkeling
•
•
•
Feedback en verdere ontwikkeling op individueel niveau
Het instituut verzamelt regelmatig en systematisch relevante gegevens over de tevredenheid van de studenten en andere belanghebbenden. Deze informatie wordt gebruikt bij het evalueren van programma’s, doelstellingen en prestaties. Hiervoor heeft het instituut doelstellingen geformuleerd.
Bronnen voor toelichting
•
Het management betrekt in voldoende mate relevante belanghebbenden bij het beoordelen van de opleiding en verwerkt hun wensen bij het formuleren van de doelstellingen. De medewerkers krijgen regelmatig feedback vanuit verschillende kanten feedback op hun functioneren. Ze stellen dit op prijs en gebruiken de feedback als een waardevolle bron van kennis voor een continu leerproces.
•
De feedback wordt gebruikt om individuele prestaties te verbeteren. Er is beleid vastgesteld om dit vorm te geven.
•
Het instituut vraagt regelmatig en op systematische wijze om feedback die voor een permanent ontwikkelingsproces zorgdraagt
•
Het instituut heeft hiervoor een formele evaluatiecyclus opgesteld. Het is duidelijk wie wat dit betreft waarvoor verantwoordelijk is.
ROC Aventus
20