DCN multimedia. Vergadersysteem. nl Softwarehandleiding

DCN multimedia Vergadersysteem

nl

Softwarehandleiding

DCN multimedia

Inhoud | nl

3

Inhoudsopgave 1

Veiligheid

4

2

Over deze handleiding

5

2.1

Doelgroep

5

2.2

Copyright en disclaimer

5

2.3

Documenthistorie

5

3

Systeemoverzicht

6

3.1

Hardwarevereisten

8

3.2

Netwerkvereisten

10

3.3

Softwarevereisten

10

3.4

Licentievereisten

10

4

Software-installatie en apparaat downloaden

11

4.1

Softwarepakket DCN multimedia installeren

11

4.2

Software naar de apparaten downloaden

11

5

Software server

12

5.1

Activeringsprogramma

12

5.2

Serverconsole

12

6

Vergaderapplicatie

13

6.1

Gebruikersrechten en vergaderrechten

14

6.2

Beheren

16

6.2.1

Vergadering

16

6.2.2

Agenda

17

6.2.3

Discussie

17

6.2.4

Menu

19

6.3

Voorbereiden

20

6.3.1

Personen

20

6.3.2

Discussiesjablonen

20

6.3.3

Vergaderingen

21

6.3.4

Vergaderdetails

21

6.3.5

Deelnemers

22

6.3.6

Agenda

23

6.3.7

Onderwerpdetails

23

6.3.8

Deelnemerlijst

23

6.3.9

Sprekerswachtlijst

23

6.4

Configureren

25

6.4.1

Gebruikersgroepen

25

6.4.2

Gebruikers

25

6.4.3

Ruimten

25

7

Systeemuitbreiding

29

8

Hints en tips

33

8.1

Vervangen van een defect apparaat

33

8.2

Configuratie netwerkinterface

33

8.3

Licentie retourneren en repareren

33

9

Problemen oplossen

34

9.1

Klantenservice

34

Bosch Security Systems B.V.

Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

4

nl | Veiligheid

1

DCN multimedia

Veiligheid Lees voordat u apparaten gaat installeren of bedienen altijd de belangrijke veiligheidsvoorschriften die als afzonderlijk meertalig document beschikbaar zijn: belangrijke veiligheidsvoorschriften (veiligheidshandleiding). Deze voorschriften worden geleverd bij alle apparaten die op het elektriciteitsnet kunnen worden aangesloten. Veiligheidsmaatregelen Enkele producten van de DCN multimedia productserie zijn ontworpen voor aansluiting op het publieke stroomnetwerk. Om het risico op elektrische schokken te voorkomen moeten alle ingrepen worden uitgevoerd bij ontkoppelde netspanning. Ingrepen bij een ingeschakeld apparaat zijn alleen toegestaan als het onmogelijk is het apparaat uit te schakelen. Werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Oude elektrische en elektronische apparaten Elektrische of elektronische apparaten die niet langer kunnen worden gerepareerd, moeten afzonderlijk worden verzameld en ingezonden voor een milieuvriendelĳke recycling (conform de Europese norm voor Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA). Om oude elektrische of elektronische apparatuur weg te gooien, dient u gebruik te maken van de retour- en verzamelsystemen van uw betreffende land.

2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

2

Over deze handleiding | nl

5

Over deze handleiding Het doel van deze handleiding is het verstrekken van de vereiste informatie voor configuratie, voorbereiding van vergaderingen en beheer van voorbereide vergaderingen van het DCN multimedia vergadersysteem. In deze handleiding worden geen hardware-installatie en bedieningsvoorschriften voor de gebruiker beschreven. Raadpleeg indien nodig de DCN multimedia hardware-installatiehandleiding en de DCN multimedia bedieningshandleiding voor de gebruiker. Deze handleiding is beschikbaar als digitaal document in Adobe Portable Document Format (PDF). Raadpleeg de productinformatie op www.boschsecurity.com.

2.1

Doelgroep Deze handleiding is bedoeld voor technici, systeemontwikkelaars en mensen die geautoriseerd zijn voor het voorbereiden en/of beheren van voorbereide vergaderingen van een DCN multimedia vergadersysteem.

2.2

Copyright en disclaimer Alle rechten voorbehouden. Niets van deze documentatie mag worden gereproduceerd of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Neem voor informatie over toestemming voor herdrukken en uittreksels contact op met Bosch Security Systems B.V.. De inhoud en afbeeldingen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

2.3

Documenthistorie Uitgiftedatum

Documentatieversie

Reden

2013-08

V1.0

1e editie.

2014-02

V1.1

Update van paragrafen: 2.3, 3.1, 3.3, 4.1, 6.3.4.

2014-07

V1.2

Update van paragrafen: 1, 2, 2.1, 2.3, 3.1, 3.4, 4.2, 5.1, 6.2, 6.2.2, 6.2.3, 6.3, 6.3.2, 6.3.3, 6.3.4, 6.3.5, 6.3.8, 6.3.9, 6.4.1 en 6.4.3. Nieuwe paragrafen: 7, 8.


Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

6

nl | Systeemoverzicht

3

DCN multimedia

Systeemoverzicht Het DCN multimedia-systeem is een op IP gebaseerd vergadersysteem dat draait op een OMNEO-compatibel Ethernet-netwerk. Het wordt gebruikt voor de distributie en verwerking van audio-, video- en gegevenssignalen. Raadpleeg de meest recente releasenotes voor belangrijke informatie. Het verdient aanbeveling een training over het DCN multimedia vergadersysteem te volgen alvorens een DCN multimedia systeem te installeren, voor te bereiden, te configureren en bedienen. 1

2

9

5.1

8 7

8 8 8

4

8 6

6

8

6

3 6

6

5.2

5

Afbeelding 3.1: Typisch systeemoverzicht DCN multimedia

Een typisch DCN multimedia vergadersysteem bestaat uit: 1.

Systeemservercontroller (PC): –

Het hart van het systeem. Het regelt de functionaliteit, configureert en stuurt het systeem aan.

2.

Client-pc (optioneel): –

Kan worden gebruikt voor: het beheren van vergaderingen, voorbereiden van vergaderingen en het configureren van het systeem.

3.

Audio Powering Switch (DCNM-APS): –

Regelt de systeemaudio, leidt audiosignalen van en naar het systeem en levert vermogen aan de apparaten.

4.

Powering Switch (DCNM-PS): –

Deze wordt gebruikt om het aantal op het systeem aangesloten apparaten te vergroten.

5.

Multimedia-apparaten voor vergaderingen (DCNM-MMD): –

Deelnemers kunnen met behulp van het multimedia apparaat een bijdrage aan een vergadering leveren.

–

5.1 is een DCNM-MMD die wordt gebruikt voor het "in-/uitschakelen van het systeem". Deze DCNM-MMD is altijd aangesloten op de spanningsaansluiting van de DCNM-APS of de DCNM-PS.

–

5.2 is een DCNM-MMD die wordt gebruikt via de “Power-over-Ethernet” (PoE) Ethernet-switch.

2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


Systeemoverzicht | nl

DCN multimedia

6.

7

Systeemnetwerkkabel (DCNM-CBxxx): –

Hiermee worden DCN multimedia apparaten, de audio powering switch en de powering switchmet elkaar verbonden.

7.

Ethernet-switch: –

Ethernet-switch met PoE op bepaalde poorten. Leidt de systeemgegevens via Ethernet.

8.

CAT-5e Ethernet-kabel (minimumvereisten).

9.

Optionele HD Conference Dome (VCD-811-IWT) + externe voeding: –

Slaat het beeld vast van een sprekende deelnemer op.

Softwarepakket DCN multimedia De software van het DCN multimedia vergadersysteem wordt gebruikt voor het volgende: –

Aansturen en bewaken van een DCN multimedia vergadersysteem.

–

Leiden van een vergadering in een ruimte.

Iedere vergadering bestaat uit een agenda met verschillende onderwerpen en ieder onderwerp heeft een discussie. Het softwarepakket van DCN multimedia bestaat uit twee belangrijke onderdelen: 1.

De DCN multimedia software server.

2.

De vergaderapplicatie.

DCN multimedia software server De DCN multimedia software server bestaat uit een reeks Windows-services. De services hebben geen gebruikersinterface en draaien op de achtergrond om alle DCN multimedia apparaten en de vergaderapplicatie die draait op client-pc's aan te sturen en te bewaken. De software server bevat tevens een licentieactiveringsmodule. Deze module is noodzakelijk om de licentie van het volledige DCN multimedia vergadersysteem te activeren. Vergaderapplicatie DCN multimedia De vergaderapplicatie van DCN multimedia fungeert als een gebruikersinterface voor de pc om het systeem te configureren en vergaderingen voor te bereiden en te beheren. De pc waarop de services draaien, fungeert als een server voor het aansturen van het systeem en vereist geen interactie van een operator in een werkend DCN multimedia vergadersysteem. Basisfuncties voor het beheren van een vergadering zijn beschikbaar in het DCN multimedia apparaat. Optioneel kan de vergaderapplicatie worden geïnstalleerd op de server-pc voor het leiden en controleren van de vergadering. Indien nodig kan de vergaderapplicatie ook worden geïnstalleerd op een client-pc. Dit betekent dat de server-pc kan worden geïnstalleerd in een 19-inch rek dat normaal gesproken is geplaatst in een technische ruimte. De vergaderapplicatie kan tegelijkertijd draaien op meerdere pc's. De systeemaudio wordt aangestuurd door de DCN multimedia Audio Powering Switch (DCNM‑APS). Dit betekent dat het systeem niet over audio beschikt wanneer een DCNM‑APS niet aanwezig is.


Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

8


3.1

DCN multimedia

Hardwarevereisten In dit gedeelte worden de minimale vereisten voor elk onderdeel van het systeem vermeld. Raadpleeg voor een overzicht van de vereiste of optionele onderdelen de hoofdstukken Systeemoverzicht in de handleiding van het DCN multimediasysteem. PC Een pc kan worden gebruikt voor drie doeleinden: 1.

Pc met Server Software binnen een meervoudig pc-systeem.

2.

Client-pc (met enkel de Meeting Application).

3.

Eén pc voor beide bovenstaande doeleinden.

Voor elke toepassing gelden minimale vereisten zoals vermeld in de onderstaande tabel. Eén pc-systeem met zowel Server Software

–

Windows 7 Home Premium 64 bits of:

als Meeting Application:

–

Windows 8 Pro 64-bits (inclusief .NET Framework 3.5-functie): –

Quad core processor i5 (2,4 GHz).

–

8 GB RAM.

–

20 GB vrije ruimte op de harde schijf.

–

1 GB Ethernet-kaart.

Pc met Server Software binnen meervoudig

–

Windows server 2008 R2 64-bits of:

pc-systeem:

–

Windows server 2012 R2 64-bits: –


–

8 GB RAM.

–


– Pc met enkel de Meeting Application:


–

Windows 7 Home Premium 64 bits of:

–

Windows 8 Pro 64-bits (inclusief .NET Framework 3.5-functie): –


–

8 GB RAM.

–


–


Switches De volgende minimale vereisten zijn van toepassing op switches: –

1 Gbit of meer met hardwareschakelcapaciteit.

–

Quality of Service door middel van gedifferentieerde services met 4 of meer uitvoerwachtrijen en strikte scheduling van pakketprioriteiten.

–

(Optioneel) IGMPv3- of IGMPv2-snooping. Het is mogelijk IGMP-snooping in te zetten voor een optimaal bandbreedtegebruik. Dit is nuttig bij systemen met >10 multicastkanalen, maar strikt gesproken niet vereist. Voldoende capaciteit voor het afhandelen van een groot aantal IGMP-queryresponsen, afhankelijk van het aantal (direct of indirect) aangesloten apparaten op de betreffende switch. Hardwaresupport voor IGMP wordt sterk aangeraden.

2014.07 | V1.2 |

–

(Optioneel) (Rapid) Spanning Tree-support bij gebruik van redundante netwerken.

–

(Optioneel) SNMPv3-support ten behoeve van switchbewaking. Softwarehandleiding


DCN multimedia

Systeemoverzicht | nl

9

Routers De volgende minimale vereisten zijn van toepassing op routers: –

1 Gbit of meer ethernet-poorten.

–

Ondersteunt PIM-DM of bi-directionele PIM.

–

Verzorgt IP-routing in hardware (bv. een ‘layer 3 switch’) voor minimale routingvertraging.

–

Pakketdoorstuursnelheid > 1.000.000 pakketten per seconde per poort (oftewel 8 Mpps voor een router met 8 poorten).

–

Niet-blokkerende backplane per switchport, bv. 2 Gbit per poort (oftewel 16 Gbps voor een router met 8 poorten).

–


MAC-adressentabel met minimaal 1000 adressen per direct verbonden subnet.

Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

10


3.2

DCN multimedia

Netwerkvereisten Wanneer het DCN multimedia vergadersysteem wordt gebruikt als een standalone-systeem, dan wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde dynamic link‑lokale adressen. Dit betekent dat de TCP/IPv4 instelling van de server-pc en de client-pc's moet worden ingesteld op "Obtain an IP address automatically" (IP-adres automatisch verkrijgen). Normaal gesproken zijn deze instellingen standaard; er zijn daarom geen PC-netwerkconfiguratie-instellingen nodig. Wanneer meer functionaliteit nodig is (bijvoorbeeld internettoegang), kunnen de dynamic link‑lokale adressen niet worden gebruikt. In een dergelijk geval moeten de DCN multimedia apparaten en de pc's worden aangesloten op een DHCP-server en gateway voor internettoegang. Raadpleeg uw plaatselijke IT-afdeling voor het instellen van het netwerk wanneer het DCN multimedia systeem onderdeel wordt van een lokaal netwerk. Aanwijzing! In deze handleiding wordt niet beschreven hoe een Ethernet-netwerk moet worden ingesteld.

3.3

Softwarevereisten Vereisten DCN multimedia: –

Windows 7 Home Premium 64 bits of hoger, of

–

Windows 8 Home Premium of hoger, of

–

Windows 2008 Server R2 of

–

Windows 2012 Server R2.

Alle versies moeten voorzien zijn van de meest recente service packs en updates.

3.4

Licentievereisten Voordat de DCN multimediasoftware kan worden gebruikt, is een licentie vereist op de serverpc. Raadpleeg voor de aanschaf van licenties de DCN multimedia specificatiebladen op www.boschsecurity.com voor de beschikbare softwaremodules. Voordat de DCN multimediasoftware kan worden gebruikt, moet deze worden geactiveerd.

Aanwijzing! DCN multimedia System Server Software (DCNM‑LSYS) is altijd vereist.

2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

4

Software-installatie en apparaat downloaden | nl

11

Software-installatie en apparaat downloaden Voordat het DCN multimedia vergadersysteem kan worden gebruikt, moet dit worden geconfigureerd. Configuratie van het systeem vindt in de onderstaande volgorde plaats: –

Netwerkinstallatie: –

Geen onderdeel van één van onze Bosch Security Systems B.V. handleidingen en moet worden gedefinieerd samen met uw plaatselijke IT-afdeling. Zie Hardwarevereisten, Pagina 8 en Netwerkvereisten, Pagina 10.

–

Installatie van hardware-apparaten: –

Geen onderdeel van deze handleiding. Raadpleeg de DCN multimedia hardwareinstallatiehandleiding. Raadpleeg de productinformatie op www.boschsecurity.com.

–

Installatie van software: Softwarepakket DCN multimedia installeren, Pagina 11.

–

Activeer de systeem- en applicatiesoftware door de software te registreren: Activeringsprogramma, Pagina 12.

–

Apparaat (firmware) software updaten: Software naar de apparaten downloaden, Pagina 11.

–

4.1

Systeem- en applicatiesoftware configureren: Vergaderapplicatie, Pagina 13.

Softwarepakket DCN multimedia installeren Volg de installatie-instructies op de DVD (geleverd bij de DCNM‑APS) of de instructies in de gedownloade bestanden van het internet www.boschsecurity.com en zoek naar DCNM-LSYS DCN-multimedia System Server Software. Aanwijzing! Zorg vóór het installeren dat de pc slechts over één ingeschakelde netwerkinterface beschikt (Bluetooth wordt ook beschouwd als een netwerkinterface).

Raadpleeg de productinformatie op www.boschsecurity.com.

4.2

Software naar de apparaten downloaden Alle apparaten worden geleverd met diagnosesoftware die voor gebruik moet worden gedownload. Zorg dat alle apparaten correct zijn aangesloten op het netwerk en volledig zijn gestart: 1.

Start in het Windows startmenu het firmware-uploadprogramma in de map

2.

Raadpleeg de online-Help van het firmware-uploadprogramma voor meer informatie.

Programma's > Bosch > OMNEO > firmware-uploadprogramma.

Aanwijzing! Het is niet raadzaam de DCNM-MMD en DCNM-APS tegelijkertijd te downloaden, omdat de DCNM-APS tijdens het proces wordt gereset.


Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

12

nl | Software server

DCN multimedia

5

Software server

5.1

Activeringsprogramma Voordat de systeemsoftware kan draaien moet deze worden geactiveerd. Voor het activeren van software hebt u een activerings-ID nodig die na aanschaf van de software is verstuurd via e‑mail. Voor activering is een USB-sleutel en een met het internet verbonden pc nodig. Activeringsprogramma starten: 1. Selecteer in het Windows startmenu Programma's > Bosch > DCN multimedia > Activeringsprogramma of start het via de serverconsole. 2.

Klik op de knop Licentie toevoegen.

3.

Voer alle benodigde informatie inclusief de activerings-ID in en klik op Activeren. –

Er wordt een dialoogvenster Opslaan als getoond. Sla het Verzoekbestand op de USB‑stick op.

4.

Ga naar de website https://license.boschsecurity.com, plaats de USB-stick en upload het Verzoekbestand. Sla na uploaden van het Verzoekbestand het Responsbestand op de USB-stick op.

5.

Neem de USB-stick naar het DCN multimedia activeringsprogramma en klik op Responsbericht verwerken.

6.

Upload het Responsbestand. –

5.2

Het systeem is nu geactiveerd.

Serverconsole Voor het bekijken van de status van de DCN multimedia server is een console-applicatie aanwezig. De DCN multimedia serverconsole bevindt zich in het meldingsgebied van de server-pc. –

Klik voor het stoppen en starten van de services met de rechter muisknop op de DCN multimedia serverconsole.

Status DCN multimedia serverconsole Status

Beschrijving In uitvoering. Gestopt. Waarschuwing.

2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

6

Vergaderapplicatie | nl

13

Vergaderapplicatie De vergaderapplicatie wordt gebruikt voor het beheren en voorbereiden van vergaderingen en het configureren van het DCN multimedia systeem. De vergaderapplicatie starten: Selecteer in het Windows startmenu Programma's > Bosch > DCN multimedia > Vergaderapplicatie. Tijdens het starten van de toepassing wordt een dialoogvenster voor aanmelden weergegeven. Dit dialoogvenster wordt gebruikt voor het aanmelden bij toepassingen met behulp van een Gebruikersnaam en een Wachtwoord. De gebruiker kan tevens de gewenste applicatietaal selecteren.

Afbeelding 6.1: Hoofdscherm vergaderapplicatie

Aanwijzing! De standaard Gebruikersnaam is "admin" en het wachtwoord is blanco. De standaard taal is de taal van het besturingssysteem; als de standaardtaal niet beschikbaar is, dan wordt automatisch Engels gekozen.

De vergaderapplicatie bestaat uit drie hoofdonderdelen (alleen beschikbaar met de correcte licentie): 1. Beheren, Pagina 16: Beheren van de vergadering. 2.

Voorbereiden, Pagina 20: Voorbereiden van de vergadering.

3.

Configureren, Pagina 25: Configureren van het systeem.


Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

14

nl | Vergaderapplicatie

6.1

DCN multimedia

Gebruikersrechten en vergaderrechten Voor het gebruik van functies zijn bepaalde rechten nodig. DCN multimedia kent twee typen rechten: 1.

Gebruikersrechten –

2.

Gebruikersrechten worden gedefinieerd in Gebruikersgroepen, Pagina 25.

Vergaderrechten –

Vergaderrechten worden gedefinieerd per stoel en per deelnemer in een vergadering.

–

Raadpleeg Plaatstoewijzing, Pagina 27.

–

Raadpleeg Deelnemers, Pagina 22.

Afbeelding 6.2: Hoofdscherm vergaderapplicatie

(Aanraak-)kno

Beschrijving

Gebruikersrechten

Vergaderrechten

p Beheren

Beheren van vergaderingen.

Beheren van vergadering.

Voorbereiden

Voorbereiden van vergaderingen.

Voorbereiden van vergadering en agenda.

Configureren

Configureren van het systeem.

Configureren van systeem.

Voeding

Stelt het systeem in op stand-by of activeert het

Apparaatrecht:

systeem.

Uitschakelen.

WWW

Een webbrowser openen.

Afsluiten

De applicatie afsluiten.

Home

Terugkeren naar het startscherm van de vergaderapplicatie.

Terug

Eén pagina terug vanaf de navigatiegeschiedenis.

Terug naar

Brengt u naar het actieve deel van de

actief

vergadering.

2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

(Aanraak-)kno


Beschrijving

Gebruikersrechten

15

Vergaderrechten

p Volume

De schuifregelaar van het hoofdvolume openen.

Apparaatrecht: volumeregeling.

Oproepen

Menu (…)

Een attentiesignaal activeren om de deelnemers

Beheren van

op te roepen.

vergadering.

Een menu openen voor aanvullende

Beheren van

functionaliteit.

vergadering.

Zie ook –

Beheren, Pagina 16

–

Voorbereiden, Pagina 20

–

Configureren, Pagina 25


Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

16


6.2

DCN multimedia

Beheren De optie Beheren wordt gebruikt om een vergadering te beheren. Klik op Beheren om beheren op het hoofdscherm te starten. Het scherm Beheren wordt geopend. Het scherm Beheren toont in eerste instantie de voorbereide vergaderingen. De lijst is leeg wanneer er geen vergaderingen zijn voorbereid. Dit betekent dat de standaard vergadering actief is en een standaard discussie is geopend. Klik voor toegang tot deze standaard discussie op de groene knop terug naar actief. Raadpleeg Discussie, Pagina 17 voor het beheren van een discussie. Beheren van een vergadering betekent: – Activeren/deactiveren van een vergadering. De vergaderstatus wordt "actief/ gedeactiveerd". –

Openen/sluiten van een vergadering. De vergadering wordt geopend/gesloten.

–

Beheren van de vergaderagenda.

–

Beheren van de discussie.

–

Beheren van het menu.

Voorwaarden – De pc waarop de vergaderapplicatie wordt uitgevoerd, moet vergaderrechten hebben: Vergadering beheren.

6.2.1

Vergadering Alleen een voorbereide vergadering kan worden beheerd. Klik voor het beheren van een vergadering op de knop Beheren in het hoofdscherm: Een lijst met alle voorbereide vergaderingen wordt getoond. Het pictogram in de lijst dat voor de naam van de vergadering is geplaatst, geeft de vergaderstatus weer: –

Groen: De vergadering is geactiveerd.

–

Rood: Vergadering is geopend.

–

Grijs: De vergadering is gedeactiveerd.

De vergadering activeren Druk op de knop Activeren naast de te activeren vergadering om de vergadering te activeren. Klik op de driehoek om de inhoud van de vergadering te tonen zonder de vergadering te activeren of te deactiveren. Nadat de vergadering is geactiveerd, worden alle voorbereide details van de vergadering verstuurd door het hele systeem. De details bevatten namen en vergaderrechten van de deelnemers en de toegewezen stoelen. De naam van de geactiveerde vergadering wordt getoond in het kopje van de vergaderapplicatie. Wanneer de knop Activeren niet wordt getoond: –

De stoel waaraan de pc is toegewezen beschikt niet over rechten voor het beheren van een vergadering of

–

de gebruikersnaam voor het aanmelden bij de vergaderapplicatie is niet toegewezen aan de vergadering en/of beschikt niet over het recht Vergadering beheren.

Wanneer de vergadering is geactiveerd, wordt het scherm met vergaderdetails geopend. Links worden de agenda en de toegewezen deelnemers getoond. Rechts worden de vergaderdetails en de agenda getoond. De vergadering wordt automatisch geopend wanneer de optie Automatisch open is ingeschakeld. 2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia


17

De vergadering openen Klik op de knop Openen om de vergadering te starten. Het eerste agendaonderwerp wordt automatisch geopend wanneer de optie Automatisch starten is ingeschakeld. De vergadering sluiten Selecteer voor het sluiten van de vergadering de vergadering aan de linkerzijde en klik vervolgens op Sluiten aan de rechterzijde. De vergadering is gesloten en de vergaderlijst wordt getoond waar de vergadering kan worden gedeactiveerd.

6.2.2

Agenda Alleen een voorbereide agenda kan worden beheerd. Een agenda beheren: –

Open eerst de vergadering: –

Wanneer de vergadering is geopend, kan het gewenste agendaonderwerp worden geselecteerd aan de linker- of rechterzijde.

–

Wanneer het agendaonderwerp is geopend worden de voorbereide discussieinstellingen en de voorbereide sprekerslijst verstuurd door het hele systeem en vervolgens geactiveerd.

– –

De geopende agenda wordt getoond in het kopje van de vergaderapplicatie.

Om door te gaan met het volgende agendaonderwerp: open het volgende agendaonderwerp.

6.2.3

Discussie Klik op de knop terug naar actief om de discussie te beheren. De lijst aan de linkerzijde toont de discussielijst. Deze lijst bevat sprekende en wachtende deelnemers. –

Een rood pictogram betekent: de deelnemer spreekt.

–

Een grijs pictogram betekent: de microfoon van de deelnemer is gedempt.

–

Een groen pictogram betekent: de deelnemer wacht om te kunnen spreken.

Gebruik de knop aan de onderzijde van de vergaderlijst om deelnemers te verplaatsen van wachtend naar sprekend. Als de sprekerslijst vol is, wordt de spreker die het langst heeft gesproken uit de sprekerslijst verwijderd. Contextmenu De discussielijst beschikt over een contextmenu voor het beheren van de discussie. Klik met de rechter muisknop op de discussielijst om het contextmenu te tonen. Het contextmenu bevat de volgende opties: –

Indien niet wordt geklikt op een item: –

Alles annuleren: alle sprekers stoppen en alle verzoeken verwijderen.

–

Alle verzoeken annuleren: alle verzoeken verwijderen.

–

Toevoegen: opent een menu om een deelnemer aan de lijst toe te voegen als spreker of als wachtende deelnemer. Klik met de rechter muisknop op de gewenste deelnemer om de deelnemer toe te voegen en selecteer Spreekverzoek toekennen of Toevoegen aan wachtlijst. Afhankelijk van het aantal open microfoons en de instelling van de microfoonmodus kan een deelnemer die aan de wachtlijst is toegevoegd onmiddellijk naar de sprekerslijst worden verschoven.

–


Na klikken op een sprekende deelnemer is een aanvullende optie beschikbaar:

Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

18


DCN multimedia

–

Spreken stoppen: zorgt ervoor dat de geselecteerde deelnemer stopt met spreken. Afhankelijk van het aantal open microfoons en de instelling van de microfoonmodus kan de eerste wachtende deelnemer onmiddellijk naar de sprekerslijst worden verschoven.

–

2014.07 | V1.2 |

Na klikken op een wachtende deelnemer zijn aanvullende opties beschikbaar: –

Verplaatsen: verplaatst de geselecteerde deelnemer van wachtend naar sprekend.

–

Verwijderen: verwijdert de geselecteerde deelnemer uit de lijst.

Softwarehandleiding


DCN multimedia

6.2.4


19

Menu Klik voor meer beheeropties op de menuknop (...). Wanneer de menuknop niet wordt getoond, ontbreekt het recht voor beheren van een vergadering. Het menu bevat de volgende opties: –

Presentatie: Klik op het pictogram Presentatie en schuif naar "aan" om de presentatiemodus in te schakelen. Schuif naar "uit" om de presentatiemodus uit te schakelen. –

De systeemlicentie moet DCNM‑LMS bevatten. Raadpleeg het addendum op de dvd bij de DCNM‑APS voor het configureren van de functie Presentatie.

–

Discussie-instellingen: Klik op het pictogram Discussie-instellingen om de discussieinstelling van de huidig geactiveerde discussie te openen. –

Gewijzigde instellingen worden niet opgeslagen in de voorbereide discussie-

–

De systeemlicentie moet DCNM‑LMPM bevatten.

instellingen van de agenda. –

Kantelen en zwenken van camera besturen: Klik op het pictogram voor kantelen en zwenken van camera besturen en schuif naar "aan" om het kantelen en zwenken van camera besturen te tonen. Schuif naar "uit" om te verbergen.

–

–

Het pictogram is alleen zichtbaar tijdens een actieve vergadering.

–

De systeemlicentie moet DCNM‑LCC bevatten.

Stemmen: Klik op het pictogram Stemmen om de stemmodus te activeren . –

Knoppen voor stembeheer: onderbreken, hervatten, sluiten, voor, tegen en onthouden.

–


De systeemlicentie moet DCNM‑LSVT bevatten.

Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

20


6.3

DCN multimedia

Voorbereiden De vergaderbeheerder moet een pc gebruiken om een vergadering voor te bereiden. Klik op Voorbereiden om een vergadering voor te bereiden. Het scherm Voorbereiden wordt geopend. Voorbereiden van een vergadering betekent: – Personen toewijzen. –

–

Vergaderingen toevoegen. –

Personen toevoegen aan de vergadering.

–

Agendaonderwerpen toevoegen.

–

Vergaderingsdetails toevoegen.

Discussiesjablonen voor het definiëren van de discussie-instellingen.

Voorwaarden – De aangemelde gebruiker moet beschikken over het gebruikersrecht Voorbereiden van vergadering en agenda.

6.3.1

Personen Klik voor het toevoegen van Personen die later aan een vergadering kunnen worden toegewezen op Personen in de boomstructuur (hier staan de Personen aangegeven in een lijst). Gebruik voor het toevoegen of verwijderen van Personen de pictogrammen voor bewerken. Voor iedere Persoon kan toegang worden verkregen tot de velden Algemeen en Beveiliging: De velden Algemeen zijn bijvoorbeeld voor naam, aanspreektitel en land. Beveiliging wordt gebruikt voor aanmeldingsactivering in de vergaderapplicatie.

6.3.2

Discussiesjablonen De discussiesjablonen worden gebruikt voor het definiëren van de discussie-instellingen. Deze sjablonen worden gebruikt tijdens de voorbereiding van de agendaonderwerpen. Gebruik de pictogrammen voor bewerken om discussiesjablonen toe te voegen of te verwijderen. Het volgende kan worden ingesteld: –

Naam sjabloon: De naam van het sjabloon.

–

Modus: –

Openen: Indien geselecteerd, kunnen deelnemers hun microfoon bedienen. Als de sprekerslijst vol is, wordt een microfoonverzoek in de rij gezet in de lijst met spreekverzoeken. Automatisch verplaatsen: Indien geselecteerd, worden rijen in de verzoekenlijst automatisch verplaatst naar de sprekerslijst.

–

Onderdrukken: Indien geselecteerd kunnen deelnemers hun eigen microfoon bedienen. Als de sprekerslijst vol is, heeft een microfoonverzoek prioriteit over de spreker die het langst aan het woord is.

–

Microfoonopties: –

Automatisch microfoon uit na 30 seconden inactiviteit: Deze functie kan worden gebruikt wanneer deelnemers zijn vergeten de microfoon handmatig uit te schakelen.

–

Microfoon uit toestaan: Indien geselecteerd, mogen deelnemers hun microfoon uitschakelen.

–

Maximaal aantal open microfoons: Het maximale aantal open microfoons in de sprekerslijst kan vooraf worden geselecteerd (maximaal 25).

2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia


–

21

Omgevingsmicrofoon: Wanneer deze optie is geselecteerd, is de omgevingsmicrofoon die is aangesloten op ingang 1 ingeschakeld.

–

Prioriteit: –

Prioriteitstoon: Indien geselecteerd is een prioriteitstoon hoorbaar wanneer prioriteit wordt gebruikt.

–

Alle sprekers dempen: Indien geselecteerd, worden alle sprekers tijdelijk gedempt wanneer prioriteit wordt gebruikt.

–

Alle sprekers en wachtenden annuleren: Indien geselecteerd, worden alle sprekers en verzoeken geannuleerd wanneer prioriteit wordt gebruikt.

–

Spreekverzoekopties: –

Eerste in spreekverzoekenlijst op stoel weergeven: Indien geselecteerd, knippert de LED boven op de microfoon van het multimedia-apparaat dat het eerst in de verzoekenlijst staat, groen in plaats van onafgebroken groen (= aan). Kan alleen worden gebruikt als Wachtenden weergeven in spreekverzoekenlijst op stoel ook is geselecteerd. Opmerking: dit heeft geen invloed op het gedrag van de LED's op de knoppenbalk.

–

Wachtenden in spreekverzoekenlijst op stoel weergeven: Indien geselecteerd, brandt de LED in de microfoon van de multimedia-apparaten in de verzoekenlijst (in plaats van uit als deze optie niet is geselecteerd). Bij het eerste multimedia-apparaat in de verzoekenlijst kan de LED knipperen in plaats van branden, afhankelijk van het feit of de instelling Eerste ... op stoel weergeven is geselecteerd of niet. Bij alle andere multimedia-apparaten in de verzoekenlijst brandt de LED continu.

–

Verzoekenlijst: –

Maximaal aantal verzoeken: Het maximale aantal verzoeken in de verzoekenlijst.

–

Spreekverzoek toestaan: Indien geselecteerd, wordt het spreekverzoek toegestaan.

–

Verzoek annuleren toestaan: Indien geselecteerd, kunnen deelnemers hun spreekverzoek annuleren.

–

Weergaveopties spreker: –

Spreker tonen: Indien geselecteerd wordt het camerabeeld van de deelnemer getoond.

–

Nieuwste spreker tonen: Indien geselecteerd wordt het camerabeeld van de nieuwste spreker getoond.

6.3.3

Vergaderingen Een vergadering voorbereiden: 4

Gebruik de pictogrammen voor bewerken om een vergadering toe te voegen of te verwijderen. Als een nieuwe vergadering wordt toegevoegd, kunnen de Vergaderingsdetails worden ingevoerd.

Zie ook –

6.3.4

Vergaderdetails, Pagina 21

–

Deelnemers, Pagina 22

–

Agenda, Pagina 23

Vergaderdetails –

Naam: Voer de naam van de vergadering in.

–

Begin-/einddatum en tijd: Selecteer de gewenste vergaderdatum en -tijd.

–

Beschrijving: Voer een geschikte beschrijving in.

–

Locatie: Voer de locatiedetails van de vergadering in.


Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

22


–

DCN multimedia

URL: Wordt gebruikt voor het definiëren van een website-hyperlink die kan worden gebruikt vanaf het multimedia-apparaat.

–

Automatisch open: Indien geselecteerd, wordt de vergadering automatisch geopend nadat deze is geactiveerd.

–

Automatisch starten: Indien geselecteerd, wordt de agenda automatisch gestart nadat de vergadering is geopend.

–

Identificatie (Alleen aanwezig wanneer licentie DCNM-LSID aanwezig is in het systeem.): Indien geselecteerd, worden deelnemers aan een vergadering verzocht zich te identificeren. Selecteer de vereiste optie: –

Geen identificatie bij stoel vereist: deelnemers zijn toegewezen aan stoelen tijdens het voorbereiden van de vergadering en hoeven zich niet te verifiëren tijdens de vergadering

–

Identificatie deelnemer op stoel met: Bevestiging: deelnemers bevestigen hun identiteit op een toegewezen stoel met behulp van de knop Aanmelden Gebruikersnaam: deelnemers voeren hun gebruikersnaam in om hun identiteit te bevestigen. Selecteer uit lijst: deelnemers kunnen selecteren uit een lijst van deelnemers (geeft de schermregel weer) om hun identiteit te bevestigen.

–

Authenticeren deelnemer op stoel met: Gebruikersnaam en wachtwoord: deelnemers gebruiken hun gebruikersnaam en wachtwoord om zichzelf te verifiëren. Selecteer uit lijst en wachtwoord: deelnemers selecteren hun naam in een lijst in combinatie met een wachtwoord om zichzelf te verifiëren.

6.3.5

Deelnemers Personen, Pagina 20 kunnen worden toegewezen aan een vergadering. Wanneer een persoon is toegewezen aan de vergadering, wordt deze persoon een Deelnemer. Knop

Beschrijving

Toevoegen

Gebruikt voor het toevoegen van Personen.

Verwijderen

Verwijdert de geselecteerde deelnemer uit de lijst.

Tabel 6.1: Knopfunctie

De volgende rechten kunnen worden toegewezen aan de Deelnemers: –

Vergaderen: De Deelnemer mag deelnemen aan een vergadering.

–

Vergadering beheren: De deelnemer kan de vergadering beheren.

–

Prioriteit: De deelnemer kan de prioriteitsknop gebruiken.

–

Vip-type: De deelnemer heeft aanvullende microfoonautorisaties onafhankelijk van de microfoonmodus en het aantal open microfoons. –

Bediend met drukknop: Eenmaal drukken op de knop activeert de microfoon. Dit is de standaard instelling voor een voorzitter.

–

PTT ingeschakeld: Push To Talk. Houd deze knop ingedrukt om de microfoon te activeren. Deze instelling wordt standaard gebruikt als een onderbrekingsmicrofoon.

– –

Stoelnaam: Selecteren van de naam van de stoel waaraan de deelnemer is toegewezen. Schermregel: Weergeven van de zichtbare tekst/naam. Schermregel is geconfigureerd in Configureren > Ruimten.

2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

6.3.6


23

Agenda Een agenda die deel uitmaakt van iedere vergadering kan over meerdere onderwerpen beschikken. 1.

Gebruik de pictogrammen voor bewerken om een onderwerp toe te voegen of te verwijderen. Gebruik de pijlknoppen om de volgorde van de onderwerpen te wijzigen.

2.

Selecteer voor het voorbereiden van een onderwerp het nieuwe onderwerp in de boomstructuur en voer de benodigde informatie in: Onderwerpdetails, Pagina 23 Deelnemerlijst, Pagina 23 Sprekerswachtlijst, Pagina 23

Zie ook –

6.3.7

Discussiesjablonen, Pagina 20

Onderwerpdetails De volgende informatie kan worden gedefinieerd voor het agendaonderwerp: –

Onderwerp: Vrije beschrijving.

–

Beschrijving: Vrije beschrijving.

–

URL: Wordt gebruikt voor het definiëren van een website-hyperlink die kan worden gebruikt van het multimedia apparaat.

–

Discussie-instellingen: – –

Selecteer het benodigde sjabloon uit de vervolgkeuzelijst. Klik op de tekst in de vervolgkeuzelijst. De discussie-instelling van het agendaonderwerp wordt geopend. Voer de instellingen door en sla deze eventueel op als een nieuw sjabloon.

–

Raadpleeg tevens: Discussiesjablonen, Pagina 20.

Aanwijzing! Aangezien de discussie-instellingen worden gedefinieerd in een sjabloon wordt een plaatselijke kopie gemaakt van de discussie-instellingen die wordt opgeslagen in het agendaonderwerp. Dit betekent dat, nadat een sjabloon is geselecteerd in een agendaonderwerp, de discussie-instellingen van een agendaonderwerp niet worden bijgewerkt wanneer een sjabloon wordt gewijzigd.

6.3.8

Deelnemerlijst Alle deelnemers die worden toegewezen aan de vergadering kunnen worden geselecteerd en toegevoegd aan de Sprekerswachtlijst. –

Gebruik de knop Toevoegen om de geselecteerde Deelnemer toe te voegen aan de Sprekerswachtlijst.

–

Het tekstvak Filteren op kan worden gebruikt om de zoekactie te verkleinen (bijvoorbeeld namen van Deelnemers).

6.3.9

Sprekerswachtlijst De Sprekerswachtlijst wordt gebruikt voor het instellen van de volgorde van de Deelnemers die staan ingepland om te spreken tijdens het agendaonderwerp. –


Gebruik de pijlknoppen om de volgorde te wijzigen. Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

24


–

DCN multimedia

Gebruik de knop Verwijderen om de geselecteerdeDeelnemer uit deSprekerswachtlijst te verwijderen. Deze deelnemer blijft een deelnemer in deze vergadering.

2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

6.4


25

Configureren Configureren wordt gebruikt om het systeem in te stellen en te configureren. Klik op Configureren om de configuratie op het hoofdscherm te starten. Het scherm Configureren wordt geopend. Configureren betekent: – Toevoegen van Gebruikersgroepen. –

Toevoegen/wijzigen/wissen van informatie van Gebruikers.

–

Definiëren van Ruimten.

Voorwaarden – De aangemelde gebruiker moet beschikken over het gebruikersrecht Systeem configureren.

6.4.1

Gebruikersgroepen Gebruikersgroepen kunnen alleen worden gedefinieerd door een beheerder. Verschillende typen Gebruikersgroepen kunnen worden aangemaakt door bevoegdheden voor iedere gebruikersgroep te definiëren. Voorbeelden van Gebruikersgroepen; secretaresse, operators enz. –

Gebruik voor het toevoegen, verwijderen of kopiëren van Gebruikersgroepen de pictogrammen voor bewerken.

–

Toegangsrechten: per Gebruikersgroep kunnen verschillende opties worden geselecteerd.

6.4.2

Gebruikers Klik voor het toevoegen van Gebruikers die bij het systeem moeten worden aangemeld op Gebruikers in de boomstructuur. Hier staan de Gebruikers vermeld in een lijst. Gebruik de pictogrammen voor bewerken om Gebruikers toe te voegen of te verwijderen. Voor iedere Gebruiker: zijn de velden Algemeen en Beveiliging toegankelijk:

6.4.3

–

Algemeen: bijvoorbeeld naam, aanspreektitel, land.

–

Beveiliging wordt gebruikt voor het aanmelden bij de vergaderapplicatie.

Ruimten De optie Ruimte bevat alle instellingen met betrekking tot de ruimte. Voor het wijzigen van de ruimtegegevens is gebruikersrecht: Systeem configureren nodig. Ruimtegegevens – Automatische plaatstoewijzing: Indien geselecteerd wordt een nieuw op het systeem aangesloten apparaat automatisch toegewezen aan een stoel, en worden, indien beschikbaar, de stoellicenties automatisch toegewezen. –

GUI-taal standaard deelnemerapparaat: Selecteert de benodigde GUI-taal van alle multimedia-apparaten.

–

Definitie: Hier wordt de schermregel gedefinieerd. Klik op de knop "Accepteren schermregel" om te activeren. De gegevens die u in de hebt ingevoerd in de algemene velden van een Persoon of Gebruiker (voornaam, achternaam, tweede voornaam, functie, regio, land) kunnen in de schermregel worden geplaatst door het $-teken direct vóór de beschrijving te plaatsen. Voorbeeld:


Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

26


DCN multimedia

– –

$Voornaam $Achternaam $TweedeVoornaam $Functie $Regio $Land

HTTP Proxyapparaat: –

Proxyadres: Adres (IP-adres of hostnaam) van de host waarop de proxyserver draait.

–

Proxypoort: Poortnummer van de host waarop de proxyserver draait. Dit is de poort

–

Uitsluitingslijst: Lijst met hosts die niet mogen worden aangesloten via de

waarbij de proxyserver luistert naar clients. proxyservers (hosts op het lokale netwerk). Deze lijst kan meerdere ingangen bevatten gescheiden door ";". –

Presentatiebron: –

Standaard: Gebruik standaard de DcnBeamer-toepassing als presentatiebron.

–

Voer de URL van de H.264-presentatiebron in die u gebruikt. Raadpleeg de documentatie van uw presentatiebron (bijv. RTSP://).

Audio-instellingen – Audiotonen: hier kunnen specifieke tonen naar het systeem worden geladen. Specificatie audiobestand:

–

–

PCM-formaat.

–

16 bits per sample.

–

48 k samplingfrequentie.

–

Mono.

–

Bestandsformaat maximaal 700 kb.

Systeem: –

Hoofdvolume: Hoofdvolume voor het aansturen van de luidsprekers van de apparaten en de geluidversterkingsuitgang.

–

LSP: Instellen van het volume voor de luidsprekers van het apparaat.

–

SR: Instellen van het volume voor de geluidversterkingsuitgang.

–

EQ wijzigen: Instellen van de equalizer voor de luidspreker van de apparaten en de geluidversterkingsuitgang.

–

Lijningang/-uitgang: Instellen van de gevoeligheid van de analoge audio-ingang en uitgangen.

–

OMGEVING: Definiëren van de modus van ingang 1: –

Indien geselecteerd (standaard), wordt ingang 1 ingeschakeld voor het ingangssignaal van de omgevingsmicrofoon.

–

Als deze optie niet is geselecteerd, wordt ingang 1 ingeschakeld voor het ingangssignaal van een audiolijn.

–

I/O 2 modus: Definiëren van de modus van ingang/uitgang 2.

–

Akoestische feedback: –

Onderdrukking van akoestische terugkoppeling: Inschakelen van het AFS (indien geselecteerd).

–

Luidspreker is actief als de microfoon is ingeschakeld: Inschakelen van de luidspreker van het apparaat als de microfoon is ingeschakeld.

–

Dempen hoofdtelefoon bij spreken met x dB: x kan worden ingesteld met behulp van het tekstvak of de schuifregelaar. Het bereik van x is 0 tot 12 dB. Dempt het volume van de hoofdtelefoon als de microfoon is ingeschakeld.

–

Testtoon: Testen van de audio in het systeem.

Camera-instellingen (alleen wanneer DCNM‑LCC is geïnstalleerd). – Overzicht: Definiëren van de camera voor gebruik als de overzichtscamera. 2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia


–

27

Presets: Definiëren van de gebruikte preset voor het overzicht. Dit veld is verborgen wanneer de "camera geselecteerd voor overzicht" geen presets ondersteunt.

Aanwijzing! Zorg dat de Bosch Onvif Camera over firmware 5.80 of hoger met de volgende instellingen beschikt: - H.264. - 720p25 of 720p30. - Gewenste bitsnelheid 2 Mbit/s. - Maximale bitsnelheid 2,5 Mbit/s. - GOP-lengte 15 (beter bekend als Afstand I-frame). - Geen B-frames, alleen I- en P-frames. Apparaten Hier wordt een overzicht getoond van de aangesloten apparaten: –

Heeft selectievakje uitschakelen: Voor het uitschakelen van het systeem.

–

Heeft selectievakje volumeregeling: Voor het regelen van het hoofdvolume van het apparaat.

Plaatstoewijzing Hier kunnen apparaten worden toegewezen aan plaatsen: –

Modus configureren (selecteren op apparaat): Indien geselecteerd kan een apparaat worden gelokaliseerd door het selectievakje in een willekeurige lijst te selecteren. Apparaten kunnen niet worden gebruikt wanneer de modus configureren actief is.

–

Vergaderrechten, vergadering beheren en prioriteit kunnen worden ingesteld voor de stoelen.

–

VIS-type (Zeer belangrijke stoel): De deelnemer heeft aanvullende microfoonautorisaties onafhankelijk van de microfoonmodus en het aantal open microfoons: –

Bediend met drukknop: Eenmaal drukken op de knop activeert de microfoon. Dit is de standaard instelling voor een voorzitter.

–

PTT ingeschakeld: Push To Talk. Houd deze knop ingedrukt om de microfoon te activeren. Deze instelling wordt standaard gebruikt als een onderbrekingsmicrofoon.

–

Stemmen: Als DCNM-LSVT beschikbaar is, kan destemfunctie worden toegewezen aan gelicentieerde stoelen. Voor het beheren en regelen van het stemmen in een actieve vergadering is het gebruikersrecht 'vergadering beheren' vereist. Vrije en beschikbare licenties zijn genummerd in het kopje van de kolom stemmen. Wanneer deze optie is geselecteerd: –

Het aantal vrije stemlicenties neemt af.

–

Stemprocedures kunnen worden beheerd en geregeld.

–

Via alle DCN multimedia-apparaten met licentie kan worden gestemd door de betreffende knop op het scherm van het multimedia-apparaat aan te raken (Voor: groene knop, Tegen: rode knop of Onthouden: gele knop).

–

De tussentijdse stemresultaten (totalen van Voor, Tegen, Onthouden) worden automatisch weergegeven als een staafdiagram (groen, rood en geel) op het display van de multimedia-apparaten.


Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

28


–

DCN multimedia

Identificatie: Als DCNM-LSID beschikbaar is, kunnen de aanmeldgegevens van de deelnemers ter identificatie worden toegewezen aan gelicentieerde stoelen/multimediaapparaten. Vrije en beschikbare licenties zijn genummerd in het kopje van de kolom identificatie. Wanneer deze optie is geselecteerd: –

Het aantal vrije identificatielicenties neemt af.

–

Vrije en vaste zitplaatsen zijn mogelijk.

–

Er wordt een welkomstscherm voor de deelnemer (met persoonlijke gegevens van de deelnemer) weergegeven op het display van het multimedia-apparaat.

–

Een aanmeldscherm voor de deelnemer kan worden weergegeven op het display van het multimedia-apparaat.

– –

De aanmeldgegevens van de gebruiker kunnen worden opgevraagd en ingevoerd.

Wanneer DCNM‑LCC beschikbaar is, kunnen de camera en de preset van deze camera worden toegewezen aan de plaatsen.

2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

7

Systeemuitbreiding | nl

29

Systeemuitbreiding –

Vereist voor 1 tot 100 DCN multimedia-apparaten: 1x netwerk. Raadpleeg Systeemoverzicht, Pagina 6.

–

Vereist voor 101 tot 200 DCN multimedia-apparaten: 1x netwerk inclusief 1x ARNI‑S voor prestaties.

–

Voor 201 tot 750 DCN multimedia-apparaten zijn meerdere subnetten, elk met maximaal 200 apparaten vereist: –

Voor het eerste subnet is een DCN‑APS en ARNI‑E vereist.

–

Voor elk ander subnet is DCN‑PS en ARNI‑S vereist.

Er wordt gebruik gemaakt van een ARNI (Audio Routed Network Interface) om het aantal multimedia-apparaten op één subnet uit te breiden en meerdere subnetten voor het DCN multimediasysteem aan te sluiten. Als er meer dan één subnet is vereist, moeten er twee types ARNI worden gebruikt (ARNI‑E en ARNI‑S). –

ARNI‑S (ARNI‑Standard): De ARNI‑S is noodzakelijk om de systeemomvang uit te breiden naar meer dan 100 DCN multimedia-apparaten. Een ARNI‑S ondersteunt max. 200 DCN multimedia-apparaten in het bijbehorende subnet. De ARNI‑S dient ook als een DHCPserver in het subnet.

–

ARNI‑E (ARNI‑Enterprise): De ARNI‑E is noodzakelijk om de systeemgrootte uit te breiden naar meer dan 200 DCN multimedia-apparaten. Een ARNI‑E ondersteunt max. 200 DCN multimedia-apparaten in het bijbehorende subnet. De ARNI‑E dient ook als een DHCPserver in het subnet. Met de ARNI‑E kunnen maximaal 40 subnetten, elk met een ARNI‑S, onderling worden verbonden.

Aanwijzing! Een gedetailleerdere beschrijving van de ARNI vindt u in de ARNI-handleiding op www.boschsecurity.com > DCN multimediaproduct-gerelateerde informatie.

Voorwaarden voor DCN multimediasubnet en ARNI – Een ARNI wordt gebruikt in systemen waarin meer dan honderd (100) DCN multimediaapparaten nodig zijn. –

Wanneer meerdere subnetten worden gebruikt, is er voor het subnet waarin de DCN multimedia-pc-server zich bevindt, een ARNI‑E vereist en voor de andere subnetten een ARNI‑S.

–

Het ARNI-configuratieprogramma moet worden gebruikt, deze bevindt zich in het startmenu na het installeren van de serversoftware van het DCN multimediasysteem.

–

Zorg er bij het configureren van ARNI's voor dat de pc-services van de DCN multimediaserver niet actief zijn. Stop de services met behulp van de serverconsole.

–

Sluit bij het configureren van ARNI's de ARNI rechtstreeks aan op de pc (zonder een

–

Sluit bij het instellen van een multi-subnetconfiguratie elke ARNI één voor één aan op de

(managed) switch ertussen). pc om deze te configureren.


Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

30

nl | Systeemuitbreiding

DCN multimedia

DCN multimediasysteem met meerdere subnetten De onderstaande afbeelding toont een standaard DCN multimediasysteem met meerdere subnetten, met in totaal 750 DCN multimedia-apparaten. –

Het systeem is verdeeld over vier (4) subnetten, waarop twee (2) subnetten met maximaal 200 DCN multimedia-apparaten en een ARNI‑S zijn aangesloten.

–

Het systeem is uitgevoerd met één ARNI-E in het eerste subnet waarop maximaal 200 DCN multimedia-apparaten zijn aangesloten (Houd er rekening mee dat er slechts één ARNI‑E is toegestaan met een DCN multimediasysteem met meerdere subnetten).

–

Subnet vier (4): bij gebruik van meerdere subnetten dient u te controleren of alle camera's die nodig zijn voor het vastleggen van videobeelden van de stoelen, op hetzelfde subnet zijn aangesloten.

192.168.70.x VLAN70 192.168.71.255 Internal DHPC server Ports 13, 14, 15, 16

1 DCNM-MMD Max. 200

2

ARNI-S 192.168.68.1

192.168.68.x VLAN68 192.168.69.254 Ports 9, 10, 11, 12

Internet Router 192.168.1.254

DCNM-PS DCNM-MMD Max. 200

192.168.1.x

ARNI-S 192.168.66.1

VLAN74 (internet) 192.168.1.253 Ports 17, 18, 19, 20 192.168.66.x VLAN66 192.168.67.254 Ports 5, 6, 7, 8

DCNM-PS DCNM-MMD Max. 200

ARNI-E 192.168.64.1

192.168.64.x VLAN64 192.168.65.254 Ports 1, 2, 3, 4 L3 Switch

DCNM-APS DCNM server PC

Afbeelding 7.1: Standaard DCN multimediasysteem met meerdere subnetten

–

1: Externe videoswitcher.

–

2: Domecamera.

Aanwijzing! Raadpleeg altijd de DCN multimedia hardware-installatiehandleiding voor bijvoorbeeld de inschakelbelasting.

2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia


Systeemuitbreiding | nl

Softwarehandleiding

31

2014.07 | V1.2 |

32

nl | Systeemuitbreiding

DCN multimedia

Configuratie van een ARNI 1. Upgrade indien nodig/gevraagd de ARNI met de OMNEO firmware-upgradetool naar de firmwareversie die reeds beschikbaar/geïnstalleerd is tijdens het instellen van het DCN multimediasysteem. 2.

Start het ARNI-configuratieprogramma.

3.

Volg de stappen in de wizard van het ARNI-configuratieprogramma om de ARNI('s) te configureren. Bovendien: –

Het type ARNI is altijd primair wanneer u niet werkt met redundantie.

–

Geef elke ARNI een naam, vooral als er meer dan één ARNI binnen het systeem wordt gebruikt.

–

Zorg ervoor dat de IGMP-querier is uitgeschakeld.

–

Schakel DHCP in voor elke ARNI.

–

Als het IP-adres van een ARNI moet worden gewijzigd: zet de ARNI terug naar de fabrieksinstellingen met het ARNI-configuratieprogramma. Gebruik de functie "fabrieksinstellingen herstellen".

Configuratie van een switch met VLAN's Zorg bij het configureren van een switch met VLAN's voor het volgende: –

Gebruik de ARNI als de DHCP-server voor alle VLAN's die DCN multimedia-apparaten, DCNM-APS en DCNM-PS-units bevatten. Voor andere VLAN's kan een andere DHCP-server worden gebruikt.

–

Schakel IGMP-snooping in op alle poorten.

–

Schakel Multicast-routing in tussen alle VLAN's. Gebruik "dense-mode" als routeringsmodus.

2014.07 | V1.2 |

–

Configureer de unicastroutering correct tussen alle VLAN's.

–

Gebruik MTU 1500 of groter.

–

Stel de IGMP-snooping in op ten minste 70s (meestal 7 pogingen met 10s interval).

–

Schakel het Spanning Tree-protocol in op de modus "pvst".

–

Gebruik IGMP versie 3.

Softwarehandleiding


DCN multimedia

Hints en tips | nl

8

Hints en tips

8.1

Vervangen van een defect apparaat

33

Een defect apparaat kan eenvoudig worden vervangen, zonder opnieuw te configureren. Dit doet u als volgt: 1.

Vervang het defecte apparaat.

2.

Upgrade het vervangende apparaat met de juiste firmware, indien nodig.

3.

Selecteer: Configureren > Ruimten > Plaatstoewijzing.

4.

Maak de toewijzing van het defecte apparaat aan de stoel ongedaan met behulp van de

5.

Wanneer "Automatische plaatstoewijzing" is ingeschakeld, moet de toewijzing van het

knop "Toewijzing apparaten aan stoel ongedaan maken". vervangende apparaat aan de huidige plaats eerst ongedaan worden gemaakt voordat deze kan worden toegewezen aan de juiste stoel. Maak de toewijzing van het vervangende apparaat aan de stoel ongedaan met behulp van de knop "Toewijzing apparaten aan stoel ongedaan maken". 6.

Wijs het vervangende apparaat toe aan de juiste stoel met behulp van de knop "Apparaat

7.

Verwijder de lege stoel met de knop "Lege stoelen verwijderen".

toewijzen aan stoel".

8.2

Configuratie netwerkinterface 1.

Installeer DCN multimedia op een server-pc met meerdere netwerkinterfaces.

2.

Open > "Netwerk en deelcentrum" > Adapterinstellingen.

3.

Selecteer > Geavanceerd > Geavanceerde instellingen.

4.

Verplaats de "adapter waarop de DCNM-APS is aangesloten" in de lijst met verbindingen naar boven, met behulp van de pijlknoppen.

8.3

Licentie retourneren en repareren Licentie retourneren Met de functie Licentie retourneren van het activeringprogramma kan een licentie worden teruggestuurd of vrijgegeven. In geval van het retourneren van een licentie hebt u de mogelijkheid de DCN-multimediasoftware te installeren op een andere pc. De procedure voor het retourneren van een licentie is vergelijkbaar met Activeringsprogramma, Pagina 12 maar selecteer het tabblad "Licentie retourneren". Licentie repareren Wanneer een licentie defect is, werkt de software niet goed. De serverconsole geeft dan het probleem aan met een waarschuwing op het scherm. Daarna schakelt het activeringprogramma de knop Licentie repareren in. Een licentie repareren: klik op de knop Licentie repareren en volg de aanwijzingen op het scherm. De procedure voor het repareren van een licentie is vergelijkbaar met Activeringsprogramma, Pagina 12 maar selecteer het tabblad "Licentie repareren".


Softwarehandleiding

2014.07 | V1.2 |

34

nl | Problemen oplossen

9

DCN multimedia

Problemen oplossen Raadpleeg voor problemen oplossen het hoofdstuk Installatietest van de DCN multimedia hardware-installatiehandleiding. Raadpleeg de productinformatie op www.boschsecurity.com.

9.1

Klantenservice Als een storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met uw leverancier of systeemontwikkelaar of neem rechtstreeks contact op met uw contactpersoon van Bosch.

2014.07 | V1.2 |

Softwarehandleiding


Bosch Security Systems B.V. Torenallee 49 5617 BA Eindhoven The Netherlands www.boschsecurity.com © Bosch Security Systems B.V., 2014

DCN multimedia. Vergadersysteem. nl Softwarehandleiding

Recommend Documents