DCN multimedia. Vergadersysteem. nl Softwarehandleiding

DCN multimedia Vergadersysteem

nl

Softwarehandleiding

DCN multimedia

Inhoudsopgave | nl

3

Inhoudsopgave 1

Veiligheid

5

2

Over deze handleiding

6

2.1

Doelgroep

6

2.2

Deze handleiding gebruiken

7

2.3

Copyright en disclaimer

7

2.4

Documenthistorie

8

3

Systeemoverzicht

9

3.1

Hardwarevereisten

11

3.2

Netwerkvereisten

14

3.3

Softwarevereisten

14

3.4

Licentievereisten

14

3.4.1

Licentieoverzicht

15

3.5

GUI-talen

17

4

Software-installatie en apparaat downloaden

18

4.1

Softwarepakket DCN multimedia installeren

18

4.2

Software naar de apparaten downloaden

19

4.3

Externe toepassing toevoegen aan multimedia-apparaat

19

5

Softwareserver

20

5.1

Activeringsprogramma

20

5.2

Serverconsole

22

5.3

Rapid Spanning Tree Protocol (RSTP)-support

23

6

Vergaderapplicatie

24

6.1

Gebruikersrechten en vergaderrechten

25

6.2

Beheren

27

6.2.1

Vergadering

27

6.2.2

Agenda

28

6.2.3

Stemmen

28

6.2.4

Discussie

30

6.2.5

Menu

32

6.3

Voorbereiden

33

6.3.1

Personen

33

6.3.2

Discussiesjablonen

33

6.3.3

Vergaderingen

34

6.3.4

Vergaderdetails

36

6.3.5

Deelnemers

37

6.3.6

Agenda

37

6.3.7

Onderwerpdetails

38

6.3.8

Deelnemerslijst

38

6.3.9

Sprekerswachtlijst

38

6.3.10

Stemscript

39

6.3.11

Stemrondedetails

39

6.4

Configureren

42

6.4.1

Gebruikersgroepen

42

6.4.2

Gebruikers

42

6.4.3

Ruimten

42

6.4.4

Audio-instellingen

44

6.4.5

Instellingen voor audioroutering

46

Bosch Security Systems B.V.

Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

4

nl | Inhoudsopgave

DCN multimedia

6.4.6

Camera-instellingen

50

6.4.7

Stoelen en apparaten

50

6.4.8

Taalkeuze

54

7

Systeemuitbreiding

55

8

Een externe HD-SDI-switcher configureren

59

9

Hints en tips

62

9.1

Vervangen van een defect apparaat

62

9.2

Configuratie netwerkinterface

62

9.3

Licentie retourneren en repareren

62

9.4

Automatische aanmelding in de Vergaderapplicatie in- of uitschakelen

63

9.5

Apparatuur herstellen uit fail-safe-modus

63

9.6

Aanvullende videostreams configureren

63

9.7

Back-up van licentiebestand

64

9.8

Een kopie maken van uw database

65

9.9

Een schone database maken

65

9.10

Een bestaande database importeren

65

9.11

Extra toetsenborden aan een apparaat toevoegen

65

9.12

DCN multimediasoftware naar een eerdere versie downgraden

66

9.13

NetTime-opties wijzigen

67

9.14

Een (externe) SQL-server aan DCN multimedia toevoegen

67

9.15

Bestanden uploaden en openen (documenten, afbeeldingen en presentaties)

71

9.16

De opslaglocatie voor de stemresultaten configureren

72

10

Problemen oplossen

73

10.1

Klantenservice

73

10.2

Bekende problemen

73

10.2.1

Licentiebeheer

73

10.2.2

Netwerk

73

10.2.3

Installatie van software en hardware

74

10.2.4

Vergaderapplicatie en multimedia-apparaat

75

10.2.5

Camerabesturing

76

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

1

Veiligheid | nl

5

Veiligheid Lees voordat u apparaten gaat installeren of bedienen altijd de belangrijke veiligheidsvoorschriften die als afzonderlijk meertalig document beschikbaar zijn: belangrijke veiligheidsvoorschriften (veiligheidshandleiding). Deze voorschriften worden geleverd bij alle apparaten die op het elektriciteitsnet kunnen worden aangesloten. Veiligheidsmaatregelen Enkele producten van de DCN multimedia productserie zijn ontworpen voor aansluiting op het publieke stroomnetwerk. Om het risico op elektrische schokken te voorkomen, moeten alle ingrepen worden uitgevoerd bij ontkoppelde netspanning. Ingrepen bij een ingeschakeld apparaat zijn alleen toegestaan als het onmogelijk is het apparaat uit te schakelen. Werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Oude elektrische en elektronische apparatuur Elektrische of elektronische apparaten die niet meer worden onderhouden, moeten afzonderlijk worden verzameld en opgestuurd voor milieuvriendelijke recycling (volgens de richtlijnen voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur). Om oude elektrische of elektronische apparatuur weg te gooien, dient u gebruik te maken van de retour- en verzamelsystemen van uw betreffende land.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

6

nl | Over deze handleiding

2

DCN multimedia

Over deze handleiding Het doel van deze handleiding is het verstrekken over het configureren van het DCN multimedia vergadersysteem, het voorbereiden van vergaderingen en het beheren van voorbereide vergaderingen in de Vergaderapplicatie. In deze handleiding worden geen hardware-installatie en bedieningsvoorschriften voor de gebruiker beschreven. Raadpleeg indien nodig de DCN multimedia hardware-installatiehandleiding en de DCN multimedia bedieningshandleiding voor de gebruiker. Deze handleiding is beschikbaar als digitaal document in Adobe Portable Document Format (PDF). Raadpleeg de productinformatie op www.boschsecurity.com.

2.1

Doelgroep Deze handleiding is bedoeld voor technici, systeemontwikkelaars en mensen die geautoriseerd zijn voor het voorbereiden en/of beheren van voorbereide vergaderingen van een DCN multimedia vergadersysteem. Voordat u deze handleiding gebruikt, moet u de training voor het DCN multimedia vergadersysteem hebben gevolgd.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

2.2

Over deze handleiding | nl

7

Deze handleiding gebruiken Lees de volgende hoofdstukken bij de installatie en het onderhoud van uw systeem: –

Hoofdstuk 1 Veiligheid: bevat de belangrijkste informatie over veiligheid. Lees dit hoofdstuk voordat u uw systeem installeert of bedient.

–

Hoofdstuk 2 Over deze handleiding: in dit deel vindt u informatie over de doelgroep en hoe u deze handleiding moet gebruiken.

–

Hoofdstuk 3 Overzicht van het systeem: hier vindt u een uitgebreide beschrijving van het DCN multimediasysteem. In dit hoofdstuk treft u ook een korte beschrijving van de systeemhardware en de software aan.

–

Hoofdstuk 4 Software installeren en naar apparaat downloaden: hierin wordt beschreven hoe u het systeem configureert door het DCN multimediasoftwarepakket te installeren en software naar de apparaten te downloaden.

–

Hoofdstuk 5 Softwareserver: hierin wordt de serversoftware uitgelegd, met onder andere het activeringsprogramma, dat u nodig hebt om het systeem te activeren en om desgewenst extra softwaremodules toe te voegen.

–

Hoofdstuk 6 Vergaderapplicatie: hier vindt u een beschrijving van alle menuopties van de DCN multimediasysteemsoftware. In dit deel wordt ervan uitgegaan dat uw DCN multimediasysteem over alle beschikbare licenties beschikt. Opmerking: als de vereiste softwarelicenties niet zijn geïnstalleerd, zijn mogelijk niet alle menuopties in uw systeem aanwezig die in deze handleiding worden beschreven. Wanneer u door de menuopties in de systeemsoftware navigeert, gebruikt u het kleine driehoekje in het linkervenster om alle opties in de structuur open te vouwen. Deze opties worden in de subgedeelten van dit hoofdstuk in volgorde beschreven.

–

Hoofdstuk 7 Systeemuitbreiding: hierin worden de vereisten uitgelegd die nodig zijn om het systeem uit te breiden, dat wil zeggen, hoe u een ARNI (Audio Routed Network Interface) kunt gebruiken om extra multimedia-apparaten aan het systeem toe te voegen.

–

Hoofdstuk 8 Een externe HD‑SDI-switcher configureren: hierin wordt uitgelegd hoe u een externe videoswitcherservice aan het DCN multimediasysteem kunt toevoegen om HD‑SDI-videosignalen dynamisch te switchen. Hiermee kunnen videosignalen van een Dome-camera met lage latency op een groot beeldscherm worden weergegeven.

–

Hoofdstuk 9 Hints en tips: hierin vindt u handige hints en tips voor het upgraden en onderhouden van de software. Informatie als ´een kopie maken van de database´ en ´een back-up maken van de licentiebestanden´ kunt u hier aantreffen.

–

Hoofdstuk 10 Problemen oplossen: hier vindt u informatie over waar u terecht kunt om problemen op te lossen.

2.3

Copyright en disclaimer Alle rechten voorbehouden. Niets van deze documentatie mag worden gereproduceerd of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Neem voor informatie over toestemming voor herdrukken en uittreksels contact op met Bosch Security Systems B.V.. De inhoud en afbeeldingen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

8

nl | Over deze handleiding

2.4

DCN multimedia

Documenthistorie Uitgiftedatum

Documentatieversie

Reden

2013.08

V1.0

1e editie.

2014.02

V1.1

Bijgewerkte paragrafen: 2.3, 3.1, 3.3, 4.1, 6.3.4.

2014.07

V1.2

Bijgewerkte paragrafen: 1, 2, 2.1, 2.3, 3.1, 3.4, 4.2, 5.1, 6.2, 6.2.2, 6.2.3, 6.3, 6.3.2, 6.3.3, 6.3.4, 6.3.5, 6.3.8, 6.3.9, 6.4.1 en 6.4.3. Nieuwe paragrafen: 7, 8.

2014.10

V1.3

Verplaatste paragrafen: oud 8 > nieuw 9 en oud 9 > nieuw 10. Bijgewerkte paragrafen: 2.3, 3.1, 5.1, 6, 6.1, 6.2.4, 6.4.3, 7, 9.1. Nieuwe paragrafen: 4.3, 5.3, 8, 9.4 tot en met 9.10.

2015.01

1.4

Nieuwe paragrafen: 2.3, 6.2.3, 6.4.5. Bijgewerkte paragrafen: 2.2, 3, 3.4, 5.1, 5.2, 5.3, 6, 6.2, 6.2.1, 6.2.2, 6.2.4, 6.2.5, 6.3.2, 6.3.3, 6.3.4, 6.3.5, 6.3.6, 6.3.7, 6.3.11, 6.4, 6.4.1, 6.4.2, 6.4.3, 6.4.4, 6,4,5, 6.4.7, 6.4.8, 8, 9, 10.

2015.04

V1.5

Nieuwe paragrafen: 3.4.1, 3.5, 9.12, 9.13, 9.14, 9.15, 9.16, 10.2 met subparagrafen 10.2.1 tot en met 10.2.5. Bijgewerkte paragrafen: 3.2, 3.4, 4.1, 5.3, 6, 6.2.3, 6.3.4, 6.3.7, 6.3.10, 6.3.11, 6.4.3, 9.4.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

3

Systeemoverzicht | nl

9

Systeemoverzicht Het DCN multimedia-systeem is een op IP gebaseerd vergadersysteem dat draait op een OMNEO-compatibel Ethernet-netwerk. Het wordt gebruikt voor de distributie en verwerking van audio-, video- en gegevenssignalen. Raadpleeg de meest recente releasenotes voor belangrijke informatie. Het verdient aanbeveling een training over het DCN multimedia vergadersysteem te volgen alvorens een DCN multimedia systeem te installeren, voor te bereiden, te configureren en bedienen. 1

2

9

5.1

8 7

8 8 8

8

4

8 6

6

6

3 6

6

5.2

5

Afbeelding 3.1: Overzicht standaard DCN multimedia systeem

Een standaard DCN multimedia vergadersysteem bestaat uit: 1.

Systeemserver-controller (pc): –

Het hart van het systeem. Het regelt de functionaliteit, configureert en stuurt het systeem aan.

2.

Client-pc: –

Kan worden gebruikt voor: het beheren van vergaderingen, voorbereiden van vergaderingen en het configureren van het systeem.

3.

Audio Powering Switch (DCNM‑APS): –

Regelt de systeemaudio, leidt audiosignalen van en naar het systeem en levert vermogen aan de apparaten.

4.

Powering Switch (DCNM‑PS): –

Deze wordt gebruikt om het aantal op het systeem aangesloten apparaten te vergroten.

5.

Multimedia-apparaten voor vergaderingen (DCNM-MMD): –

Deelnemers kunnen met behulp van het multimedia-apparaat een bijdrage aan een vergadering leveren.

–

5.1 is een DCNM-MMD die wordt gebruikt voor het "in-/uitschakelen van het systeem". Deze DCNM-MMD is altijd aangesloten op de spanningsaansluiting van de DCNM-APS of de DCNM-PS.

–

5.2 is een DCNM-MMD die wordt gebruikt via de “Power-over-Ethernet” (PoE) Ethernet-switch.

6. Bosch Security Systems B.V.

Systeemnetwerkkabel (DCNM-CBxxx): Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

10

nl | Systeemoverzicht

DCN multimedia

–

Hiermee worden DCN multimedia-apparaten, de audio powering switch en de powering switch met elkaar verbonden.

7.

Ethernet-switch: –

Ethernet-switch met PoE op bepaalde poorten. Leidt de systeemgegevens via Ethernet.

8.

CAT-5e Ethernet-kabel (minimumvereisten).

9.

Optionele HD Conference Dome (VCD-811-IWT) + externe voeding: –

Slaat het beeld van een sprekende deelnemer op.

DCN multimediasoftwarepakket De software van het DCN multimedia vergadersysteem wordt gebruikt voor het volgende: –

Aansturen en bewaken van een DCN multimedia vergadersysteem.

–

Leiden van een vergadering in een ruimte.

Iedere vergadering bestaat uit een agenda met verschillende onderwerpen en ieder onderwerp heeft een discussie. Het softwarepakket van DCN multimedia bestaat uit twee belangrijke onderdelen: 1.

De DCN multimedia software server.

2.

De vergaderapplicatie.

DCN multimedia softwareserver De DCN multimedia software server bestaat uit een reeks Windows-services. De services hebben geen gebruikersinterface en draaien op de achtergrond om alle DCN multimediaapparaten en de vergaderapplicatie die draait op client-pc's aan te sturen en te bewaken. De software server bevat tevens een licentieactiveringsmodule. Deze module is noodzakelijk om de licentie van het volledige DCN multimedia vergadersysteem te activeren. Zie Activeringsprogramma, Pagina 20. DCN multimedia vergaderapplicatie De vergaderapplicatie van DCN multimedia fungeert als een gebruikersinterface voor de pc om het systeem te configureren en vergaderingen voor te bereiden en te beheren. De pc waarop de services draaien, fungeert als een server voor het aansturen van het systeem en vereist geen interactie van een operator in een werkend DCN multimedia vergadersysteem. Basisfuncties voor het beheren van een vergadering zijn beschikbaar in het DCN multimediaapparaat. Optioneel kan de vergaderapplicatie worden geïnstalleerd op de server-pc voor het leiden en controleren van de vergadering. Indien nodig kan de vergaderapplicatie ook worden geïnstalleerd op een client-pc. Dit betekent dat de server-pc kan worden geïnstalleerd in een 19-inch rek dat normaal gesproken is geplaatst in een technische ruimte. De vergaderapplicatie kan tegelijkertijd draaien op meerdere pc's. De systeemaudio wordt aangestuurd door de DCN multimedia Audio Powering Switch (DCNM‑APS). Dit betekent dat het systeem niet over audio beschikt wanneer een DCNM‑APS niet aanwezig is.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

3.1


11

Hardwarevereisten In dit gedeelte worden de minimale vereisten voor elk onderdeel van het systeem vermeld. Raadpleeg voor een overzicht van de vereiste of optionele onderdelen de hoofdstukken Systeemoverzicht in de handleiding van het DCN multimediasysteem. PC Een pc kan worden gebruikt voor drie doeleinden: 1.

Pc met Server Software binnen een meervoudig pc-systeem.

2.

Client-pc (met enkel de vergaderapplicatie).

3.

Eén pc voor beide bovenstaande doeleinden.

Voor elke toepassing gelden minimale vereisten zoals vermeld in de onderstaande tabel. Eén pc-systeem met zowel Server Software

–

Windows server 2008 R2 64-bits of:

als Meeting Application:

–

Windows server 2012 R2 64 bits (inclusief .NET Framework 3.5-functie): –

Quad core processor i5 (2,4 GHz).

–

8 GB RAM.

–

20 GB vrije ruimte op de harde schijf.

–

1 GB Ethernet-kaart.

Pc met Server Software binnen meervoudig

–

Windows server 2008 R2 64-bits of:

pc-systeem:

–

Windows server 2012 R2 64 bits (inclusief .NET Framework 3.5-functie): –


–

8 GB RAM.

–


– Pc met enkel de Meeting Application:


–

Windows 7 Home Premium 64-bits of:

–

Windows 8 Pro 64-bits (inclusief .NET Framework 3.5-functie): –


–

8 GB RAM.

–


–


Switches De volgende minimale vereisten zijn van toepassing op switches: –

1 Gbit of meer met hardwareschakelcapaciteit.

–

Quality of Service door middel van gedifferentieerde services met 4 of meer uitvoerwachtrijen en strikte scheduling van pakketprioriteiten.

–

(Optioneel) IGMPv3- of IGMPv2-snooping. Het is mogelijk IGMP-snooping in te zetten voor een optimaal bandbreedtegebruik. Dit is nuttig bij systemen met >10 multicastkanalen, maar strikt gesproken niet vereist. Voldoende capaciteit voor het afhandelen van een groot aantal IGMP-queryresponsen, afhankelijk van het aantal (direct of indirect) aangesloten apparaten op de betreffende switch. Hardwaresupport voor IGMP wordt sterk aangeraden.

– Bosch Security Systems B.V.

(Optioneel) (Rapid) Spanning Tree-support bij gebruik van redundante netwerken. Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

12


–

2015.04 | V1.5 |

DCN multimedia

(Optioneel) SNMPv3-support ten behoeve van switchbewaking.

Softwarehandleiding


DCN multimedia


13

Routers De volgende minimale vereisten zijn van toepassing op routers: –

1 Gbit of meer ethernet-poorten.

–

Ondersteunt PIM-DM of bi-directionele PIM.

–

Verzorgt IP-routing in hardware (bv. een ‘layer 3 switch’) voor minimale routingvertraging.

–

Pakketdoorstuursnelheid > 1.000.000 pakketten per seconde per poort (oftewel 8 Mpps voor een router met 8 poorten).

–

Niet-blokkerende backplane per switchport, bv. 2 Gbit per poort (oftewel 16 Gbps voor een router met 8 poorten).

–


MAC-adressentabel met minimaal 1000 adressen per direct verbonden subnet.

Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

14


3.2

DCN multimedia

Netwerkvereisten Wanneer het DCN multimedia vergadersysteem wordt gebruikt als een standalone-systeem, dan wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde dynamic link‑lokale adressen. Dit betekent dat de TCP/IPv4-instelling van de server-pc en de client-pc's moet worden ingesteld op "Obtain an IP address automatically" (IP-adres automatisch verkrijgen). Normaal gesproken zijn deze instellingen standaard; er zijn daarom geen pc-netwerkconfiguratie-instellingen nodig. Wanneer meer functionaliteit nodig is (bijvoorbeeld internettoegang), kunnen de dynamic link‑lokale adressen niet worden gebruikt. In een dergelijk geval moeten de DCN multimediaapparaten en de pc's worden aangesloten op een DHCP-server en gateway voor internettoegang. Neem contact op met uw plaatselijke IT-afdeling voor het instellen van het netwerk als het DCN multimedia systeem onderdeel wordt van een lokaal netwerk. De DHCP-server moet voldoen aan RFC 4676 en moet 500 aanvragen per 30 seconden aankunnen. Een normale DHCP-server, zoals deze bij de meeste thuisrouters/draadloze toegangspunten wordt gebruikt, is hier niet geschikt voor en zal onverwacht gedrag vertonen. De DHCP-serverfunctionaliteit van Windows 2008 Server en Windows 2012 Server voldoet niet aan deze vereisten.

Aanwijzing! In deze handleiding wordt niet beschreven hoe een Ethernet-netwerk moet worden ingesteld.

3.3

Softwarevereisten Vereisten DCN multimedia: –

Windows 7 Home Premium 64-bits of hoger, of

–

Windows 8 Home Premium of hoger, of

–

Windows 2008 Server R2, of

–

Windows 2012 Server R2.

Alle versies moeten voorzien zijn van de meest recente service packs en updates.

3.4

Licentievereisten Voordat u het DCN multimedia vergadersysteem kunt gebruiken, moet u het volgende doen: 1.

De licentie van de systeemserversoftware DCN Multimedia (DCNM LSYS) installeren op de server-pc.

2.

De DCN Multimedia-software activeren.

Als u functionaliteit aan het systeem wilt toevoegen, kunt u vervolgens extra licenties aanschaffen. Zie Licentieoverzicht, Pagina 15.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

3.4.1


15

Licentieoverzicht In dit hoofdstuk worden de belangrijkste kenmerken van de DCN Multimedialicenties beschreven. Raadpleeg voor meer (bestel)informatie over DCN Multimedia de productinformatie op www.boschsecurity.nl. DCNM-LSYS Systeemserversoftware DCN Multimedia Opmerking: deze licentie is altijd vereist –

Automatisch apparaatherstel

–

Aansturing van maximaal 750 multimedia-apparaten

–

Client-/serveroplossing

–

Geen tussenkomst door gebruikers vereist om het systeem te laten functioneren

–

Automatisch aanmaken en toewijzen van stoelen

DCNM-LCC Camerabediening DCN Multimedia-systeem – Automatische weergave van huidige spreker op het scherm van multimedia-apparaten –

Interface voor IP-camera's die compatibel zijn met Bosch Onvif

–

Automatische herkenning van camera's

–

Besturing van HD-SDI-videoswitchers

DCNM-LMS Delen DCN Multimedia – Delen van media vanaf externe presentatiecomputer –

De verhoudingen van het gedeelde scherm worden automatisch aangepast

DCNM-LMPM Voorbereiding en beheer vergadering DCN Multimedia – Voorbereiding en beheer van vergadering en agenda –

Creëren van gestructureerde vergaderingen met agendapunten

–

Koppelen van multimediacontent aan vergadering en/of agendapunten

–

Beheer van vergaderingen

DCNM-LPD Deelnemersdatabase DCN Multimedia – Uitgebreide database-informatie over alle deelnemers –

Hergebruik van deelnemerinformatie voor andere vergaderingen

–

Definieert discussie en beheert vergaderings- en prioriteitautorisatie voor elke individuele deelnemer

DCNM-LVPM DCN Multimedia voorbereiding en beheer van stemmingen – Stemronden kunnen vooraf worden voorbereid en eenvoudig worden geselecteerd. –

Stemrecht kan individueel worden gedefinieerd voor deelnemers.

–

Beveiligde opslag van en eenvoudige toegang tot stemgegevens voor analyse na de stemming of de vergadering.

–

Optie voor geheime stemming, individuele resultaten worden niet weergegeven of opgeslagen.

–

Eenvoudige gegevenstoegang van derden via systeem-API's.

DCNM-LSVT Stemmen op stoel DCN Multimedia – Gebruikersvriendelijke stemprocedure –

De stemkeuze en uitslagen van de stemming worden automatisch weergegeven op de DICENTIS en DCN multimedia-apparaten.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

16


DCN multimedia

–

Hergebruik van stemlicenties voor nieuwe stoelen als oude stoelen zijn verwijderd.

–

Gebruiksvriendelijke, intuïtieve stemknoppen met verschillende kleuren.

DCNM-LSID Identificatie DCN Multimedia op stoel – Gebruik van een unieke gebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding bij een DCN multimedia-apparaat –

Welkomstscherm met persoonlijke deelnemerinformatie voor DCN multimedia apparaat

–

Gebruik van NFC-tag voor aanmelding bij een DICENTIS draadloos apparaat

–

Vrije en vaste zitplaatsen mogelijk

–

Automatische herkenning en zichtbaarheid van deelnemers binnen het systeem

DCNM-LSSL Taalkeuze DCN Multimedia op stoel – Intuïtieve interface om te schakelen tussen de voertaal en andere beschikbare talen –

De naam van de geselecteerde taal wordt duidelijk weergegeven met de oorspronkelijke naam en tekens

–

Vertaling van tolk kan worden beluisterd via hoofdtelefoonuitgang van multimediaapparaat

DCNM-SMA DCN Multimedia Software Maintenance Agreement – Probleemloze, optimale systeemprestaties

2015.04 | V1.5 |

–

Handige software-upgrades in plaats van dure hardware

–

Regelmatige updates

Softwarehandleiding


DCN multimedia

3.5


17

GUI-talen Het DCN multimedia vergadersysteem bevat de volgende GUI-talen: ar

de

en

es

fr

fi

id

it

ja

ko

nl

pl

pt

ru

th

tr

vi

zh-

zh-

CN TW Multimedia-

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

Serverconsole

•

•

•

•

Activeringsprogr

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

•

apparaat Vergaderapplicat ie

amma APK uploadtool Activeringswebsi

• •

•

•

te


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

18

nl | Software-installatie en apparaat downloaden

4

DCN multimedia

Software-installatie en apparaat downloaden Voordat het DCN multimedia vergadersysteem kan worden gebruikt, moet dit worden geconfigureerd. Configuratie van het systeem vindt in de onderstaande volgorde plaats: –

Netwerkinstallatie: –

Geen onderdeel van één van onze Bosch Security Systems B.V. handleidingen en moet worden gedefinieerd samen met uw plaatselijke IT-afdeling. Raadpleeg Hardwarevereisten, Pagina 11 en Netwerkvereisten, Pagina 14.

–

Installatie van hardware-apparaten: –

Geen onderdeel van deze handleiding. Raadpleeg de DCN multimedia hardwareinstallatiehandleiding. Raadpleeg de productinformatie op www.boschsecurity.com.

–

Installatie van software: Softwarepakket DCN multimedia installeren, Pagina 18.

–

Activeer de systeem- en applicatiesoftware door de software te registreren: Activeringsprogramma, Pagina 20.

–

Apparaat (firmware) software updaten: Software naar de apparaten downloaden, Pagina 19.

–

4.1

Systeem- en applicatiesoftware configureren: Vergaderapplicatie, Pagina 24.

Softwarepakket DCN multimedia installeren Download en installeer de nieuwste versie van de systeemserversoftware DCN Multimedia van internet: 1.

Ga naar: www.boschsecurity.com

2.

Selecteer de regio en het land van uw keuze.

3.

Typ DCNM-LSYS systeemserversoftware DCN Multimedia in het zoekvenster en druk op Enter.

4.

Klik op de blauwe hyperlink Productpagina.

5.

Klik op het tabblad Software & Support.

6.

Download en installeer de software door op de blauwe hyperlink te klikken en volg de aanwijzingen op het scherm.

Aanwijzing! Zorg vóór het installeren van de software dat de pc slechts over één ingeschakelde netwerkinterface beschikt (Bluetooth wordt ook beschouwd als een netwerkinterface).

Aanwijzing! De systeemserversoftware DCN Multimedia staat ook op de dvd die bij de DCNM-APS wordt meegeleverd. Het is echter mogelijk dat op deze dvd niet de nieuwste versie van de software staat.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

4.2

Software-installatie en apparaat downloaden | nl

19

Software naar de apparaten downloaden Alle apparaten worden geleverd met diagnosesoftware die voor gebruik moet worden gedownload. Zorg dat alle apparaten correct zijn aangesloten op het netwerk en volledig zijn gestart: 1.

Start in het Windows startmenu het firmware-uploadprogramma in de map Programma's > Bosch > OMNEO > firmware-uploadprogramma.

2.

Raadpleeg de online-Help van het firmware-uploadprogramma voor meer informatie.

Aanwijzing! Het is niet raadzaam de DCNM-MMD en DCNM-APS tegelijkertijd te downloaden, omdat de DCNM-APS tijdens het proces wordt gereset.

4.3

Externe toepassing toevoegen aan multimedia-apparaat Het APK-uploadprogramma wordt gebruikt voor het toevoegen van een Android-applicatie aan een multimedia-apparaat. Voordat u een Android-applicatie van derden kunt toevoegen, moet u controleren of de applicatie compatibel is met het multimedia-apparaat. Neem contact op met uw contactpersoon van Bosch.

Voorzichtig!

!

Alle bestaande applicaties van derden die aanwezig zijn op een multimedia-apparaat worden verwijderd wanneer de multimedia wordt geüpload.

Aanwijzing! Het APK-uploadprogramma kan niet gelijktijdig met de OMNEO firmware-upgradetool worden gebruikt.

Voeg als volgt een Android-applicatie van derden aan een multimedia-apparaat toe: 1.

Plaats de APK-bestanden op de server-PC.

2.

Klik op de knop Bladeren.

3.

Blader naar de locatie van de APK's.

4.

Selecteer het multimedia-apparaat dat de APK nodig heeft.

5.

Selecteer de APK.

6.

Klik op Uploaden.

Aanwijzing! Als de nieuwe APK niet op het home-scherm van het multimedia-apparaat wordt weergegeven, probeer dan diverse keren op de home-knop te klikken, of start het multimediaapparaat opnieuw op.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

20

nl | Softwareserver

DCN multimedia

5

Softwareserver

5.1

Activeringsprogramma U gebruikt het activeringsprogramma voor: –

het toevoegen van fulfillments aan het DCN multimediasysteem.

–

het retourneren van fulfillments die niet meer nodig zijn.

Een fulfillment bestaat uit een of meer licenties die op het DCN multimediasysteem kunnen worden geïnstalleerd. Voordat u het systeem kunt gebruiken, moet u systeemsoftware DCN Multimedia installeren. Dit is de basisfunctionaliteit van het systeem. Daarna kunt u extra softwaremodules toevoegen om meer functies te krijgen, mits het systeem voorzien is van een geldige Software Maintenance Agreement (SMA).

Aanwijzing! De systeemsoftware DCN Multimedia bevat een SMA die één jaar geldig is vanaf de datum van activering van de systeemsoftware.

Eerste activering van het systeem Activeer het systeem als volgt voor uw eerste gebruik: 1.

Zorg ervoor dat u beschikt over: –

een activerings-ID (deze is na aanschaf van de softwarelicentie via e‑mail verzonden).

–

een USB-sleutel.

–

een met internet verbonden pc.

2.

Selecteer in het menu Start van Windows Programma's > Bosch > DCN multimedia >

3.

Klik op de knop Licentie toevoegen.

4.

Voer alle benodigde informatie inclusief de activerings-ID in en klik op Activeren.

Activeringsprogramma of start het activeringsprogramma via de serverconsole.

5.

Er wordt een dialoogvenster Opslaan als getoond. Sla het Verzoekbestand op de USB‑stick op.

6.

Ga naar de website https://license.boschsecurity.com, plaats de USB-stick en verwerk het Verzoekbestand op het tabblad Licentie beheren.

7.

Sla na verwerking van het Verzoekbestand het Responsbestand op de USB-stick op.

8.

Neem de USB-stick naar het DCN multimedia activeringsprogramma en klik op Responsbericht verwerken.

9.

Upload het Responsbestand. Het systeem is nu geactiveerd.

Extra fulfillments/licenties toevoegen 1. Als u extra fulfillments/licenties aan het systeem wilt toevoegen, moet het systeem over een geldige SMA beschikken. Dit zorgt ervoor dat de nieuwste functies van DCN multimedia goed functioneren. Voorzichtig!

!

Als u zonder geldige SLA een upgrade uitvoert op het DCN multimedia systeem, kan het systeem hierdoor stoppen.

1. 2015.04 | V1.5 |

Voeg als volgt extra fulfillments/licenties toe: Softwarehandleiding


Softwareserver | nl

DCN multimedia

2.

21

Open het activeringsprogramma en controleer de activeringsdatum van het systeem. Als het systeem minder dan een jaar geleden is geactiveerd, kunt u zonder problemen verdergaan met de installatie.

3.

Als de Einddatum SMA onder in het venster rood is weergegeven, moet u uw SMA verlengen.

4.

Softwareversie 1.3 en eerder: als het veld Einddatum SMA niet onder in het venster wordt weergegeven en het systeem meer dan een jaar geleden is geactiveerd, kunt u als volgt berekenen of de einddatum SMA nog geldig is: –

tel 1 jaar bij de activeringsdatum op.

–

tel 1 jaar bij de activeringsdatum op voor elke DCNM-1SMA die in de lijst met licenties staat.

–


–


5.

Als de uitkomst in de toekomst ligt, kunt u zonder problemen verdergaan met de installatie.

6.

Als de uitkomst in het verleden ligt, moet u uw SMA verlengen, omdat de DCN multimedia software na de upgrade niet zal opstarten.

7.

Als u de fulfillment wilt toevoegen, klikt u op de knop Licentie toevoegen en herhaalt u de stappen van de procedure van de eerste activering.

8.

Als na het toevoegen van de fulfillment de Einddatum SMA onder in het venster rood is weergegeven, moet u uw SMA verlengen.

Beschrijving van het activeringsprogramma – Het venster Fulfillments: de fulfillments die in het systeem zijn geactiveerd. Wanneer meerdere fulfillments zijn geactiveerd, wordt boven aan het venster Fulfillments een regel Alle Fulfillments weergegeven. Als u een fulfillmentregel selecteert, worden de bijbehorende licenties in het deelvenster Lijst van licenties en aantal weergegeven. De fulfillmentregels hebben de volgende kleurcodering: –

Zwart: de fulfillment is in orde.

–

Oranje: de fulfillment is niet helemaal in orde en moet hersteld worden.

–

Grijs en doorgestreept: de fulfillment is geretourneerd en wacht op de respons om te worden verwijderd.

–

Grijs en doorgestreept: de fulfillment is verlopen (beperkte tijdsduur). Retourneer de licenties om uw systeem op te ruimen.

–

Het venster Lijst van licenties en aantal: in dit venster wordt voor elke licentie het volgende getoond: Aant. (aantal licenties), Ordernummer, Beschrijving, Geactiveerd (activeringsdatum van licentie) en Verloopt (afloopdatum van licentie).

–

Het venster Software Maintenance Agreement (SMA): toont de einddatum van de Software Maintenance Agreement (SMA). Wanneer de SMA is verlopen, wordt de datum rood weergegeven en wordt in rood de tekst Systeem is niet operationeel! Extra SMA is vereist onder aan het venster weergegeven.

–

Licentie toevoegen: wordt gebruikt om een licentie toe te voegen.

–

Responsbericht verwerken: wordt gebruikt om het responsbestand te uploaden.

–

De knop Licenties terugzetten: wordt gebruikt om fulfillments/licenties te retourneren die niet meer nodig zijn.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

22

nl | Softwareserver

5.2

DCN multimedia

Serverconsole In Windows Server 2008 en 2012 is een console-applicatie aanwezig voor het bekijken van de status van de DCN multimedia server. Het DCN multimedia server console-pictogram wordt in het meldingsgebied van de server-pc weergegeven, aan de rechterkant van de taakbalk, naast de tijd. Status DCN multimedia serverconsole Klik met de rechtermuisknop op de DCN multimedia serverconsole om: –

Services (te) starten/stoppen.

–

Het activeringsprogramma te starten.

Een pictogram met de status van de DCN multimedia server wordt weergegeven. Status

Beschrijving Actief Gestopt Waarschuwing. Dit pictogram wordt bijvoorbeeld weergegeven wanneer een licentie niet is geactiveerd.

Het serverconsole-pictogram permanent weergeven Standaard wordt het serverconsole-pictogram alleen bij bepaalde gebeurtenissen weergegeven. U kunt dit pictogram als volgt permanent weergeven: 1.

Selecteer het venster Systeemvakpictogrammen: –

Windows Server 2008: Klik op de pijl aan de linkerkant van het meldingsgebied en klik op Aanpassen. Of Klik op de knop Start en zoek het woord systeemvak in het zoekvak van het menu Start. Klik dan op Systeemvakpictogrammen:

–

Windows Server 2012 Ga naar het scherm Start en typ systeemvak. Filter de resultaten op Instellingen en klik op Systeemvakpictogrammen.

2015.04 | V1.5 |

2.

Blader met de schuifbalk naar beneden naar DCN multimedia serverconsole.

3.

Selecteer Pictogram en meldingen weergeven.

4.

Klik op OK. Het serverconsole-pictogram wordt nu permanent weergegeven.

Softwarehandleiding


DCN multimedia

5.3

Softwareserver | nl

23

Rapid Spanning Tree Protocol (RSTP)-support Het DCN multimediasysteem ondersteunt redundante bekabeling wanneer het Rapid Spanning Tree Protocol (RSTP) is ingeschakeld. RSTP is standaard uitgeschakeld om netwerkstoringen te voorkomen in een systeem waarin RSTP niet wordt ondersteund of niet is toegestaan. Kabelredundantie inschakelen: 1.

Schakel het systeem zonder kabelredundantie in.

2.

Schakel Rapid Spanning Tree Protocol (RSTP) in de DCN multimediaserver in: – –

Selecteer in Verkenner van Windows C:\Program Files\Bosch\DCN multimedia. Open: Bosch.Dcnm.Services.DeviceService.Main.exe.config. Als u Administrator-rechten hebt, kunt u dit bestand in Kladblok openen. Anders kopieert u het bestand lokaal naar uw pc.

–

Als u RSTP wilt inschakelen, zet u de OcaRstpModeEnabled-sleutel van false op true.

3.

Start de DCN multimedia server opnieuw op.

4.

Wacht totdat het systeem volledig is opgestart. De apparaten kunnen vervolgens redundant worden bekabeld (lussen kunnen worden gesloten).


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

24

nl | Vergaderapplicatie

6

DCN multimedia

Vergaderapplicatie De vergaderapplicatie wordt gebruikt voor het beheren en voorbereiden van vergaderingen en het configureren van het DCN multimedia systeem. De vergaderapplicatie starten: 1. Selecteer in het menu Start van Windows Alle programma´s > Bosch > DCN multimedia > Vergaderapplicatie. Het aanmeldvenster wordt weergegeven. 2.

Als u op de applicatie wilt inloggen, voert u een Gebruikersnaam en een Wachtwoord in. U kunt ook de gewenste taal voor de applicatie selecteren.

Afbeelding 6.1: Hoofdscherm vergaderapplicatie (met alle pictogrammen)

Standaard meldt de DCN multimedia Vergaderapplicatie u automatisch aan wanneer de gebruikersnaam van de Windows-aanmelding dezelfde is als een gebruikersnaam in het DCN multimediasysteem. In dit geval worden de autorisatierechten van deze gebruiker gebruikt voor de DCN multimedia Vergaderapplicatie. Zie Automatische aanmelding in de Vergaderapplicatie in- of uitschakelen, Pagina 63 voor meer informatie over het uit- en inschakelen van deze functie.

Aanwijzing! De standaard Gebruikersnaam is "admin" en het wachtwoord is blanco. De standaard taal is de taal van het besturingssysteem; als de standaardtaal niet beschikbaar is, dan wordt automatisch Engels gekozen.

De vergaderapplicatie bestaat uit drie hoofdonderdelen (alleen beschikbaar met de correcte licentie): 1. Beheren, Pagina 27: Beheren van de vergadering.

2015.04 | V1.5 |

2.

Voorbereiden, Pagina 33: Voorbereiden van de vergadering.

3.

Configureren, Pagina 42: Configureren van het systeem.

Softwarehandleiding


DCN multimedia

6.1

Vergaderapplicatie | nl

25

Gebruikersrechten en vergaderrechten Voor het gebruik van functies zijn bepaalde rechten nodig. DCN multimedia kent twee typen rechten: 1.

Gebruikersrechten –

2.

Gebruikersrechten worden gedefinieerd in Gebruikersgroepen, Pagina 42.

Vergaderrechten –

Vergaderrechten worden gedefinieerd per stoel en per deelnemer in een vergadering.

–

Zie Seat assignment.

–

Zie Deelnemers, Pagina 37.

Afbeelding 6.2: Hoofdscherm vergaderapplicatie (met alle pictogrammen)

(Aanraak-)kno

Beschrijving

Gebruikersrechten

Vergaderrechten

p Beheren

Beheren van vergaderingen.

Vergadering beheren (Manage meeting).

Voorbereiden

Voorbereiden van vergaderingen.

Voorbereiden van vergadering en agenda.

Configureren

Configureren van het systeem.

Configureren van systeem.

In Bedrijf

Stelt het systeem in op stand-by of activeert het

Apparaatrecht:

systeem.

Uitschakelen.

WWW

Een webbrowser openen.

Afsluiten

De applicatie afsluiten.

Start

Terugkeren naar het startscherm van de vergaderapplicatie.

Achterkant

Eén pagina terug vanaf de navigatiegeschiedenis.

Terug naar

Brengt u naar het actieve deel van de

actief

vergadering.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

26


(Aanraak-)kno

DCN multimedia

Beschrijving

Gebruikersrechten

Vergaderrechten

p Volume

De schuifregelaar van het master-volume openen.

Apparaatrecht: volumeregeling.

Oproepen

Menu (…)

Een attentiesignaal activeren om de deelnemers

Vergadering beheren

op te roepen.

(Manage meeting).

Een menu openen voor aanvullende

Vergadering beheren

functionaliteit.

(Manage meeting).

Aanwijzing! De knop “Inschakelen” in de Vergaderapplicatie of op een DCN multimedia-apparaat dat is aangesloten op de aansluiting met laag vermogen van de DCNM-APS wekt alleen DCN multimedia-apparaten die gevoed worden door een DCNM-APS of DCNM-PS-apparaat. DCN multimedia-apparaten die worden gevoed via een PoE-switch moeten worden ingeschakeld met de knop “Inschakelen” op het DCN multimedia-apparaat. Deze apparaten worden ook ingeschakeld wanneer de PoE-poort de PoE-functionaliteit in- en uitschakelt. Zie ook

2015.04 | V1.5 |

–

Beheren, Pagina 27

–

Voorbereiden, Pagina 33

–

Configureren, Pagina 42

Softwarehandleiding


DCN multimedia

6.2


27

Beheren Beheren wordt gebruikt om een vergadering te beheren. Klik op de knop Beheren op het hoofdscherm om het scherm Beheren te openen. Het scherm Beheren toont in eerste instantie een lijst met alle voorbereide vergaderingen. De lijst is leeg wanneer er geen vergaderingen zijn voorbereid. Dit betekent dat de standaard vergadering actief is en een standaard discussie is geopend. Klik voor toegang tot deze standaard discussie op de groene knop terug naar actief. Zie Discussie, Pagina 30. Beheren van een vergadering betekent: – Activeren en Deactiveren van een vergadering. Zie Vergadering, Pagina 27. –

Openen en Sluiten van een vergadering. Zie Vergadering, Pagina 27.

–

Beheren van de vergaderagenda. Zie Agenda, Pagina 28.

–

Beheren van stemmen. Zie Stemmen, Pagina 28.

–

Beheren van de discussie. Zie Discussie, Pagina 30.

–

Beheren van het menu. Zie Menu, Pagina 32.

Voorwaarden – De pc waarop de vergaderapplicatie wordt uitgevoerd, moet vergaderrechten hebben: Vergadering beheren. –

Een vergadering moet zijn voorbereid om te kunnen worden beheerd. Zie Voorbereiden, Pagina 33 voor informatie over het voorbereiden van een vergadering.

6.2.1

Vergadering Klik op de knop Beheren in het hoofdscherm om een lijst met alle voorbereide vergaderingen weer te geven. Het pictogram links van de naam van de vergadering geeft de status van de vergadering aan: –

Grijs: De vergadering is gedeactiveerd.

–

Groen: De vergadering is geactiveerd.

–

Rood: De vergadering is geopend.

De vergadering activeren Activeer de vergadering door op de knop Activeren naast de te activeren vergadering te drukken. Klik op het gebied naast de knop Activeren waar de datum en het tijdstip van de vergadering staan om de inhoud van de vergadering te tonen zonder de vergadering te activeren of te deactiveren. Wanneer de vergadering is geactiveerd: –

Het scherm met de vergaderingsdetails is geopend. Links worden de agenda en de toegewezen deelnemers getoond. Rechts worden de vergaderdetails en de agenda getoond. De naam van de geactiveerde vergadering wordt getoond in het kopje van de vergaderapplicatie.

–

Alle voorbereide gegevens van de vergadering worden door het hele systeem verzonden. De details bevatten namen en vergaderrechten van de deelnemers en de toegewezen stoelen.

–

De vergadering wordt automatisch geopend wanneer de optie Automatisch open is ingeschakeld.

Wanneer de knop Activeren niet wordt getoond: Bosch Security Systems B.V.

Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

28


–

DCN multimedia

De stoel waaraan de pc is toegewezen beschikt niet over rechten voor het beheren van een vergadering of

–

de gebruikersnaam voor het aanmelden bij de vergaderapplicatie is niet toegewezen aan de vergadering en/of beschikt niet over het recht Vergadering beheren.

De vergadering openen Klik op de knop Openen om de vergadering te starten. Het eerste agendaonderwerp wordt automatisch geopend wanneer de optie Automatisch starten is ingeschakeld. De vergadering sluiten Selecteer voor het sluiten van de vergadering de vergadering aan de linkerzijde en klik op Sluiten aan de rechterzijde. De vergadering is gesloten en de vergaderlijst wordt getoond waar de vergadering kan worden gedeactiveerd.

6.2.2

Agenda Alleen een voorbereide agenda kan worden beheerd. Een agenda beheren: 1.

zorg dat er een vergadering is geactiveerd en geopend.

2.

Selecteer het benodigde onderwerp in het linker- of rechterdeelvenster. –

De geopende agenda wordt getoond in het kopje van de vergaderapplicatie.

–

De voorbereide discussie-instellingen en de voorbereide sprekerslijst worden door het hele systeem verzonden en vervolgens geactiveerd.

3.

Als u door wilt gaan naar het volgende agendaonderwerp, opent u het volgende agendaonderwerp in de agendaweergave.

6.2.3

Stemmen –

Als u een voorbereide stemronde wilt houden, moet deze tevoren zijn voorbereid met de knop Voorbereiden op het hoofdscherm. Zie Stemscript, Pagina 39 en Stemrondedetails, Pagina 39 voor meer informatie.

–

U kunt tijdens een vergadering een vereenvoudigde ad-hoc stemronde houden door de details van de stemronde tijdens de vergadering in te voeren.

Een stemronde beheren 1. Klik in de Vergaderapplicatie op het pictogram Beheren. 2. 3.

zorg dat er een vergadering is geactiveerd en geopend. Klik op het stempictogram (vinkje) op de menuknop (…) rechtsonder op het scherm om het volgende weer te geven: –

Een lijst met voorbereide stemronden (op beide deelvensters).

–

De velden voor de ad-hoc stemronde (het grijze gebied onder aan het rechterdeelvenster). Opmerking: Nadat u op een ander item in het linkerdeelvenster hebt geklikt, kunt u op Stemronden klikken om de lijst met alle stemronden weer in het rechterdeelvenster weer te geven.

4.

Ofwel: –

houd een ad-hoc stemronde door de velden Nummer, Onderwerp en Beschrijving in

–

open een voorbereide stemronde door op de knop Klaar om te stemmen van een

te vullen en op de knop Klaar om te stemmen te klikken, ofwel stemronde te klikken. 5.

Het stemscherm wordt weergegeven: –

2015.04 | V1.5 |

Het onderwerp van de stemming wordt boven aan het scherm weergegeven.

Softwarehandleiding



DCN multimedia

–

29

Knop Vorige: Hiermee selecteert u de vorige stemronde. Deze knop is verborgen wanneer: - de eerste stemronde in de lijst is geselecteerd. - ad-hoc stemmen wordt gebruikt.

–

Knop Volgende: Hiermee selecteert u de volgende stemronde. Deze knop is verborgen wanneer: - de eerste stemronde in de lijst is geselecteerd. - ad-hoc stemmen wordt gebruikt.

–

Knop Opnieuw oproepen: Hiermee wordt de geselecteerde stemronde opnieuw opgeroepen. Gebruik deze knop bijvoorbeeld als u per ongeluk de verkeerde stemronde hebt geselecteerd.

–

Knop Openen: Hiermee opent u de geselecteerde stemronde.

–

Knop Sluiten (Close): Hiermee sluit u de stemronde.

–

Knop Onderbreken: De stemronde wordt gepauzeerd. De stemknoppen van de deelnemers worden tijdelijk uitgeschakeld en er kunnen geen stemmen worden gewijzigd of uitgebracht.

– –

Knop Accepteren: Hiermee bevestigt u dat de motie is geaccepteerd. Knop Weigeren: Hiermee bevestigt u dat de motie is geweigerd. De stemronde kan op een ander tijdstip worden uitgevoerd.

–

Knop Afbreken : Hiermee breekt u de huidige stemronde af wanneer deze is geopend. Stemresultaten worden niet opgeslagen.

Toon stemresultaten De stemgegevens worden veilig op de DCNM-server opgeslagen, in beveiligde XML-bestanden. De volgende informatie is beschikbaar: –

Naam en land van de deelnemer

–

Naam en omschrijving van de vergadering

–

Onderwerp en beschrijving van een agenda-item

–

Details van de stemronde, zoals onderwerp en beschrijving

–

Begin- en eindtijden van de stemronde, inclusief de datum

–

Totale en individuele resultaten

De stemresultaten bekijken: 1.

Typ op de client-pc %programdata% in het vak Programma´s en bestanden zoeken.

2.

Blader naar \Bosch\DCN multimedia. De stemrondebestanden worden per onderwerp weergegeven.

3.

Gebruik Mozilla Firefox of Google Chrome om een stemronde te openen. U kunt de weergegeven browserpagina afdrukken of bij de notulen van de vergadering insluiten.

Een XSLT-sjabloon (VotingResult.xslt) vindt u in de directory :\ProgramData\Bosch\DCN multimedia\. De opgeslagen stemronden verwijzen naar deze sjabloon, waarmee de XMLinhoud eenvoudig kan worden weergegeven en afgedrukt. U kunt de items "Meeting" en "Name:" in deze sjabloon wijzigen, zodat u de resultaten in een andere taal kunt weergeven. Dit doet u als volgt: 1. 2.

Maak een back-up van de sjabloon. Wijzig de items "Meeting" en "Name:" in een andere taal (zie de volgende tekst uit de sjabloon):

<xsl:variable name="variableMeeting" select="'Vergadering'" /> Bosch Security Systems B.V.

Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

30


DCN multimedia

<xsl:variable name="variableMeetingName" select="'Naam: '" /> Wanneer de software wordt bijgewerkt, wordt de bestaande sjabloon (VotingResult.xslt) niet overschreven, omdat daardoor eventuele aangepaste instellingen zouden worden verwijderd. Het installatieprogramma kopieert in plaats daarvan een nieuwe versie van de sjabloon (VotingResult_new.xslt), met alle nieuwste updates, naar de directory :\ProgramData\Bosch \DCN multimedia\. Deze nieuwe sjabloon gebruiken (en eventuele aangepaste instellingen uit de vorige sjabloon toevoegen): 1.

Geef VotingResult.xslt een andere naam, bijvoorbeeld VotingResult_oud1.xslt.

2.

Open VotingResult_nieuw.xslt en voer dezelfde aanpassingen in als voor

3.

Voeg desgewenst nieuwe aanpassingen aan VotingResult_nieuw.xslt toe.

4.

Wijzig de naam VotingResult_nieuw.xslt in VotingResult.xslt.

VotingResult_oud1.xslt.

Opmerking: het installatieprogramma overschrijft tijdens een software-update altijd VotingResult_nieuw.xslt, dus moet u deze bestandsnaam nooit gebruiken om aangepaste instellingen in op te slaan.

6.2.4

Discussie Klik op de knop terug naar actief om de discussie te beheren. De lijst aan de linkerzijde toont de discussielijst. Deze lijst bevat sprekende en wachtende deelnemers. Voor de pictogrammen worden de volgende kleurcoderingen gebruikt: –

Rood pictogram: De deelnemer spreekt.

–

Grijs pictogram: De microfoon van de deelnemer is gedempt.

–

Groen pictogram: De deelnemer wacht op zijn beurt om te spreken.

Gebruik de knop onder aan de discussielijst om deelnemers te verschuiven van wachtend naar sprekend. Als de sprekerslijst vol is, wordt de spreker die het langst heeft gesproken uit de sprekerslijst verwijderd. Contextmenu De discussielijst beschikt over een contextmenu voor het beheren van de discussie. Klik met de rechtermuisknop op de discussielijst om het contextmenu te tonen. Het contextmenu bevat de volgende opties: –

Wanneer een item niet is geselecteerd (wanneer er niet op is geklikt): –

Alles annuleren: Alle sprekers stoppen en alle verzoeken worden verwijderd.

–

Alle verzoeken annuleren: Alle verzoeken worden verwijderd.

–

Toevoegen: Opent een menu om deelnemers aan de lijst toe te voegen als spreker of als wachtende deelnemer. Klik met de rechtermuisknop op de gewenste deelnemer om de deelnemer toe te voegen en selecteer Het woord geven of Toevoegen aan wachtlijst. Afhankelijk van het aantal open microfoons en de instellingen van de microfoonmodus kan een deelnemer die aan de wachtlijst is toegevoegd onmiddellijk naar de sprekerslijst worden verplaatst.

–

Wanneer een sprekende deelnemer is geselecteerd (wanneer erop is geklikt), is de volgende optie beschikbaar: –

Spreken stoppen: Laat de geselecteerde deelnemer niet meer spreken. Afhankelijk van het aantal open microfoons en de instelling van de microfoonmodus kan de eerste wachtende deelnemer onmiddellijk naar de sprekerslijst worden verschoven.

–

Wanneer een wachtende deelnemer is geselecteerd (wanneer erop is geklikt), zijn de volgende opties beschikbaar:

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia



–

Verplaatsen: verplaatst de geselecteerde deelnemer van wachtend naar sprekend.

–

Verwijderen: verwijdert de geselecteerde deelnemer uit de lijst.

Softwarehandleiding

31

2015.04 | V1.5 |

32


6.2.5

DCN multimedia

Menu Klik op de menuknop (…) rechtsonder op het scherm voor meer beheeropties. Een popupmenu met pictogrammen wordt weergegeven. Als de menuknop (...) niet wordt weergegeven, is het selectievakje Vergadering beheren niet ingeschakeld op het scherm Stoelen en apparaten. Zie Stoelen en apparaten, Pagina 50 voor meer informatie. Het pop-upmenu bevat de volgende opties: –

Presentatie: Klik op het pictogram Presentatie en klik op "aan" om de presentatiemodus in te schakelen. Klik op "uit" om de presentatiemodus uit te schakelen. –

–

De systeemlicentie moet DCNM‑LMS bevatten.

Discussie-instellingen: Klik op het pictogram Discussie-instellingen om de discussieinstelling van de huidig geactiveerde discussie te openen. Gewijzigde instellingen worden niet opgeslagen in de voorbereide discussie-instellingen van de agenda. Het volgende kan worden ingesteld:

–

–

Prioriteitopties

–

Discussiemodus

–

Microfoonopties

–

Spreekverzoekopties

–

Weergaveopties spreker

Kantelen en zwenken van camera besturen: Klik op het pictogram voor kantelen en zwenken van camera besturen en klik op Tonen om het kantelen en zwenken van camera besturen te tonen. Klik op Verbergen om de camerabesturing te verbergen.

–

–

Het pictogram is alleen zichtbaar in het discussiescherm.

–

De systeemlicentie moet DCNM‑LCC bevatten.

Stemmen: Klik op het pictogram Stemmen om naar de stemschermen te gaan. De stemprocedure die wordt gebruikt (¨basis¨ of ¨voorbereid¨), is afhankelijk van de geïnstalleerde licenties en de systeeminstellingen.

–

Vereisten voor de basisstemprocedure: –

de DCNM-LSVT stemlicentie is geactiveerd.

–

de stemfunctie is toegewezen aan gelicentieerde stoelen in de vergaderapplicatie. Zie Stoelen en apparaten, Pagina 50 voor meer informatie. Opmerking: in schermen voor de basisstemprocedure worden geen onderwerp en beschrijving weergegeven op het multimedia apparaat; de stemresultaten worden niet opgeslagen.

–

Vereisten voor voorbereide stemprocedure: –

is voldaan aan alle vereisten voor de basisprocedure.

–

de DCNM-LVPM stemlicentie is geactiveerd.

–

een of meer stemronden zijn voorbereid in de vergaderapplicatie. Zie Stemscript,

–

Een vergadering is geactiveerd en geopend.

Pagina 39 voor meer informatie. Opmerking: in schermen voor de voorbereide stemprocedure worden een onderwerp en een beschrijving weergegeven op het multimedia-apparaat; de stemresultaten worden opgeslagen.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

6.3


33

Voorbereiden De vergaderbeheerder moet een pc gebruiken om een vergadering voor te bereiden. Klik op Voorbereiden om een vergadering voor te bereiden. Het scherm Voorbereiden wordt geopend. Voorbereiden van een vergadering betekent: – Personen toewijzen. –

–

Vergaderingen toevoegen. –

Personen toevoegen aan de vergadering.

–

Agendaonderwerpen toevoegen.

–

Vergaderingsdetails toevoegen.

–

Een Stemscript en een of meer Stemronden toevoegen

Discussiesjablonen voor het definiëren van de discussie-instellingen.

Voorwaarden – De aangemelde gebruiker moet beschikken over het gebruikersrecht Vergadering en agenda voorbereiden.

6.3.1

Personen Klik voor het toevoegen van Personen die later aan een vergadering kunnen worden toegewezen op Personen in de boomstructuur (hier staan de Personen aangegeven in een lijst). Gebruik voor het toevoegen of verwijderen van Personen de pictogrammen voor bewerken. Voor iedere Persoon kan toegang worden verkregen tot de velden Algemeen en Beveiliging: De velden Algemeen zijn bijvoorbeeld voor naam, aanspreektitel en land. De velden voor Beveiliging worden gebruikt voor aanmeldingsactivering in de vergaderapplicatie en op multimedia-apparaten.

6.3.2

Discussiesjablonen Discussiesjablonen worden gebruikt voor het definiëren van de discussie-instellingen. Klik op Discussiesjablonen in de boomstructuur. Deze sjablonen worden gebruikt tijdens de voorbereiding van de agendaonderwerpen. Gebruik de pictogrammen voor bewerken om discussiesjablonen toe te voegen of te verwijderen. Het volgende kan worden ingesteld: –

Naam sjabloon: De naam van het sjabloon.

–

Modus: –

Openen: Deelnemers kunnen hun microfoon bedienen. Als de sprekerslijst vol is, wordt een microfoonverzoek in de rij gezet in de lijst met spreekverzoeken. Automatisch verplaatsen: Rijen in de verzoekenlijst worden automatisch verplaatst naar de sprekerslijst.

–

Onderdrukken: Deelnemers kunnen hun eigen microfoon bedienen. Als de sprekerslijst vol is, heeft een microfoonverzoek prioriteit over de spreker die het langst aan het woord is.

–

Microfoonopties: –

Automatisch microfoon uit na 30 seconden inactiviteit: Deze functie kan worden gebruikt wanneer deelnemers zijn vergeten de microfoon handmatig uit te schakelen.

–

Microfoon uit toestaan: Deelnemers mogen hun microfoon uitschakelen. Uitgeschakeld wanneer AutoShift of Onderdrukken is ingeschakeld.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

34


DCN multimedia

–

Omgevingsmicrofoon: Wanneer deze optie is geselecteerd, is de omgevingsmicrofoon die is aangesloten op ingang 1 ingeschakeld.

–

Maximaal aantal open microfoons: Het maximale aantal open microfoons in de sprekerslijst kan vooraf worden geselecteerd (maximaal 25).

–

Prioriteit: –

Prioriteitstoon: Een prioriteitstoon is hoorbaar wanneer prioriteit wordt gebruikt.

–

Alle sprekers dempen: Alle sprekers worden tijdelijk gedempt wanneer prioriteit wordt gebruikt. Uitgeschakeld wanneer AutoShift is gekozen.

–

Alle sprekers en verzoeken annuleren: Alle sprekers en verzoeken worden geannuleerd wanneer de prioriteit wordt gebruikt.

–

Spreekverzoekopties: –

De eerste in spreekverzoekenlijst tonen op stoel: De LED boven op de microfoon van het multimedia-apparaat dat het eerst in de verzoekenlijst staat, knippert groen in plaats van onafgebroken groen (= aan). Kan alleen worden gebruikt als Wachtenden in spreekverzoekenlijst tonen op stoel ook is geselecteerd. Opmerking: dit heeft geen invloed op het gedrag van de LED's op de knoppenbalk.

–

Wachtenden in spreekverzoekenlijst op stoel weergeven: De LED in de microfoon van de multimedia-apparaten in de verzoekenlijst brandt (in plaats van uit als deze optie niet is geselecteerd). Bij het eerste multimedia-apparaat in de verzoekenlijst kan de LED knipperen in plaats van continu branden, afhankelijk van het feit of de instelling De eerste in spreekverzoekenlijst tonen op stoel is geselecteerd of niet. Bij alle andere multimedia-apparaten in de verzoekenlijst brandt de LED continu.

–

Verzoekenlijst: –

Maximaal aantal verzoeken: Het maximale aantal verzoeken in de verzoekenlijst. Er kunnen maximaal 200 verzoeken worden geselecteerd. Dit is uitgeschakeld wanneer Onderdrukken is ingeschakeld.

–

Spreekverzoek toestaan: Het spreekverzoek wordt toegestaan. Dit is uitgeschakeld wanneer AutoShift is ingeschakeld.

–

Verzoek annuleren toestaan: Deelnemers kunnen hun spreekverzoek annuleren. Dit is uitgeschakeld wanneer AutoShift is ingeschakeld.

–

Weergaveopties spreker: –

Camerabesturing: Het camerabeeld van de deelnemer wordt getoond.

–

Nieuwste spreker tonen: Het camerabeeld van de nieuwste spreker wordt getoond.

Aanwijzing! Als een sjabloon wordt gewijzigd, worden de agendapunten die deze sjabloon gebruiken niet automatisch bijgewerkt. Daarom moet u na het bijwerken van een sjabloon deze sjabloon opnieuw toepassen op alle agendapunten die de nieuwe instellingen gebruiken.

6.3.3

Vergaderingen Een vergadering voorbereiden: –

Gebruik de pictogrammen voor bewerken om een vergadering toe te voegen of te verwijderen.

–

Als een nieuwe vergadering wordt toegevoegd, kunnen de Vergaderingsdetails worden ingevoerd.

–

Gebruik het pictogram voor kopiëren om een vergadering te kopiëren, inclusief alle vergaderingsdetails.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia


35

Zie ook –

Vergaderdetails, Pagina 36

–

Deelnemers, Pagina 37

–

Agenda, Pagina 37


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

36


6.3.4

DCN multimedia

Vergaderdetails Klik op vergaderingen in het overzicht om de lijst met vergaderingen weer te geven –

Naam: Voer de naam van de vergadering in.

–

Beschrijving: Voer een geschikte beschrijving in.

–

Begindatum/-tijd: Selecteer de gewenste begindatum en -tijd van de vergadering.

–

Einddatum/-tijd: Selecteer de gewenste einddatum en -tijd van de vergadering.

–

URL: Voer een geschikte URL in, zoals wordt beschreven in Bestanden uploaden en openen (documenten, afbeeldingen en presentaties), Pagina 71. Hiermee kunnen documenten op de website DcnmMeetingDocuments worden weergegeven wanneer op de blauwe hyperlink Meer informatie op het multimedia-apparaat wordt gedrukt.

–

De vergadering automatisch openen nadat de vergadering is geactiveerd: De vergadering wordt automatisch geopend nadat deze is geactiveerd.

–

De agenda automatisch starten wanneer de vergadering wordt geopend: De agenda

–

Identificatie (Alleen aanwezig wanneer licentie DCNM-LSID aanwezig is in het systeem.):

wordt automatisch gestart wanneer de vergadering wordt geopend. Deelnemers aan een vergadering wordt verzocht zich te identificeren. Selecteer de vereiste optie: –

Geen identificatie op zitplaats vereist: Deelnemers zijn tijdens het voorbereiden van de vergadering aan zitplaatsen toegewezen en hoeven zich niet te verifiëren tijdens de vergadering.

–

Identificatie deelnemer op stoel met: Bevestiging: Deelnemers bevestigen hun identiteit op een toegewezen zitplaats met behulp van de knop Aanmelden. Een zitplaats met een DCNM-LSID-licentie maar zonder deelnemer wordt geblokkeerd. Gebruikersnaam: deelnemers voeren hun gebruikersnaam in om hun identiteit te bevestigen. Selecteren uit lijst: Deelnemers kunnen hun naam selecteren in een lijst met deelnemers (die op de schermregel wordt weergegeven) om hun identiteit te bevestigen.

–

Deelnemer verifiëren op zitplaats via: Gebruikersnaam + Wachtwoord: Deelnemers gebruiken hun gebruikersnaam en wachtwoord om zichzelf te verifiëren. Selecteren uit lijst + Wachtwoord: Deelnemers kunnen hun naam in een lijst met deelnemers selecteren en een wachtwoord gebruiken om zichzelf te verifiëren. Opmerking: als er een deelnemer aan een stoel is toegewezen, mag alleen die deelnemer zich op die stoel aanmelden.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

6.3.5


37

Deelnemers Personen, Pagina 33 kunnen worden toegewezen aan een vergadering. Wanneer een persoon is toegewezen aan de vergadering, wordt deze persoon een Deelnemer. Knop

Beschrijving

Toevoegen

Gebruikt voor het toevoegen van Personen.

Verwijderen

Verwijdert de geselecteerde deelnemer uit de lijst.

Tabel 6.1: Knopfunctie

De volgende rechten kunnen worden toegewezen aan de Deelnemers: –

Vergaderen: De Deelnemer mag deelnemen aan een vergadering.

–

Stemmen: De deelnemer mag stemmen als het systeem over DCNM-LSVT-stoellicenties beschikt.

–

Vergadering beheren: De deelnemer kan de vergadering beheren.

–

Prioriteit: De deelnemer kan de prioriteitsknop gebruiken.

–

Vip-type: De deelnemer heeft aanvullende microfoonautorisaties onafhankelijk van de microfoonmodus en het aantal open microfoons. –

Bediend met drukknop: Eenmaal drukken op de knop activeert de microfoon. Dit is de standaard instelling voor een voorzitter.

–

PTT ingeschakeld: Push To Talk. Houd deze knop ingedrukt om de microfoon te activeren. Deze instelling wordt standaard gebruikt als een onderbrekingsmicrofoon.

– –

Stoelnaam: Selecteren van de naam van de stoel waaraan de deelnemer is toegewezen. Schermregel: Weergeven van de zichtbare tekst/naam. De schermregel is geconfigureerd in Configureren > Ruimtes. Zie Ruimten, Pagina 42.

Aanwijzing! Wijs geen deelnemer aan de stoel van de Vergaderapplicatie toe, omdat dit verwarrend kan zijn voor de deelnemer. De gebruiker moet zich bij het systeem aanmelden op het aanmeldscherm van de vergaderapplicatie.

6.3.6

Agenda Een agenda, die deel uitmaakt van iedere vergadering, kan meerdere onderwerpen bevatten. –

Gebruik de pictogrammen voor bewerken om een onderwerp toe te voegen of te verwijderen.

–

Gebruik de pijlknoppen om de volgorde van de onderwerpen te wijzigen.

–

Gebruik het pictogram voor kopiëren om een Agenda te kopiëren.

–

Selecteer voor het voorbereiden van een onderwerp het nieuwe onderwerp in de boomstructuur en voer de benodigde informatie in, zoals wordt beschreven in: –


Onderwerpdetails, Pagina 38

–

Deelnemerslijst, Pagina 38

–

Sprekerswachtlijst, Pagina 38

Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

38


DCN multimedia

Aanwijzing! U kunt de items op de bovenste balk van het agendavenster, Onderwerp, Beschrijving, URL en Discussie-instellingen verbergen of weergeven. Doe dit door met de rechtermuisknop op het gewenste item te klikken en het item te selecteren of te deselecteren.

Zie ook –

6.3.7

Discussiesjablonen, Pagina 33

Onderwerpdetails De volgende informatie kan worden gedefinieerd voor het agendaonderwerp: –

Onderwerp: Voer een geschikt onderwerp in

–

Beschrijving: Voer een geschikte beschrijving in

–

URL: Voer een geschikte URL in, zoals wordt beschreven in Bestanden uploaden en openen (documenten, afbeeldingen en presentaties), Pagina 71. Hiermee kunnen documenten op de website DcnmMeetingDocuments worden weergegeven wanneer op de blauwe hyperlink Meer informatie op het multimedia-apparaat wordt gedrukt.

–

Discussie-instellingen: –

Selecteer het benodigde sjabloon uit de vervolgkeuzelijst.

–

Klik op de tekst in de vervolgkeuzelijst. De discussie-instelling van het agendaonderwerp wordt geopend. Voer de instellingen in en sla deze eventueel op als nieuwe sjabloon.

–

Zie ook: Discussiesjablonen, Pagina 33.

Aanwijzing! Aangezien de discussie-instellingen worden gedefinieerd in een sjabloon wordt een plaatselijke kopie gemaakt van de discussie-instellingen die wordt opgeslagen in het agendaonderwerp. Dit betekent dat, nadat een sjabloon is geselecteerd in een agendaonderwerp, de discussie-instellingen van een agendaonderwerp niet worden bijgewerkt wanneer een sjabloon wordt gewijzigd.

6.3.8

Deelnemerslijst Alle deelnemers die worden toegewezen aan de vergadering kunnen worden geselecteerd en toegevoegd aan de Sprekerswachtlijst. –

Gebruik de knop Toevoegen om de geselecteerde Deelnemer toe te voegen aan de Sprekerswachtlijst.

–

Het tekstvak Filteren op kan worden gebruikt om de zoekactie te verkleinen (bijvoorbeeld namen van Deelnemers).

6.3.9

Sprekerswachtlijst De Sprekerswachtlijst wordt gebruikt voor het instellen van de volgorde van de Deelnemers die staan ingepland om te spreken tijdens het agendaonderwerp. –

Gebruik de pijlknoppen om de volgorde te wijzigen.

–

Gebruik de knop Verwijderen om de geselecteerdeDeelnemer uit deSprekerswachtlijst te verwijderen. Deze deelnemer blijft een deelnemer in deze vergadering.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

6.3.10


39

Stemscript U kunt een stemscript, dat uit een of meer stemronden kan bestaan, aan een vergadering toevoegen. Voeg als volgt een stemronde aan een Stemscript toe: 1.

Klik in de boomstructuur op Stemscript (groen vinkje).

2.

Klik op een rij in het rechtervenster.

3.

Boven aan de pagina: –

Gebruik het gele pluspictogram om een lege stemronde te maken (alle instellingen moeten handmatig worden bijgewerkt).

–

Gebruik het rode kruispictogram om een geselecteerde stemronde te verwijderen. Opmerking: Als u meerdere stemronden wilt verwijderen, gebruikt u Shift + klikken op de linkermuisknop om de stemronden te selecteren en klikt u vervolgens op het rode kruis.

–

Gebruik het duplicaatpictogram om een nieuwe stemronde te maken op basis van de

–

Gebruik de pijl omhoog/omlaag om de volgorde van een geselecteerde stemronde te

instellingen van de geselecteerde stemronde. wijzigen. 4.

Als u een stemronde wilt voorbereiden, selecteert u de stemronde in de boomstructuur en voert u de benodigde informatie in, zoals wordt beschreven in Stemrondedetails, Pagina 39.

6.3.11

Stemrondedetails De volgende informatie kan worden gedefinieerd voor een stemronde: Nummer: Hier voert u het referentienummer van de stemronde in. Onderwerp: Hier voert u het onderwerp van de stemronde in. Beschrijving: Hier voert u een korte beschrijving van de stemronde in. URL: Voer een geschikte URL in, zoals wordt beschreven in Bestanden uploaden en openen (documenten, afbeeldingen en presentaties), Pagina 71. Hiermee kunnen documenten op de website DcnmMeetingDocuments worden weergegeven wanneer op de blauwe hyperlink Meer informatie op het multimedia-apparaat wordt gedrukt. Steminstellingen: Antwoordenset: Vervolgkeuzemenu met opties voor: –

Voor/Tegen

–

Voor/Tegen/Onthouden

–

Voor/Tegen/Onthouden/Geen stem

–

Ja/Nee

–

Ja/Nee/Onthouden

–

Ja/Nee/Onthouden/Niet stemmen

Aanwijzing! DNPV (niet stemmen). Met deze optie kunnen deelnemers aangeven dat zij niet willen deelnemen aan de stemming.

Stemtimer: Hier definieert u hoe lang een stemronde duurt. De stemtijd wordt op de multimedia-apparaten en op het stemscherm van de Vergaderapplicatie weergegeven. De stemtimer bevat keuzerondjes voor: –

Geen stemtimer. Wanneer de geselecteerde stemtimer niet wordt gebruikt en het vak Duur van timer verborgen is.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

40


–

DCN multimedia

Stemronde blijft open wanneer tijd is verstreken. De stemronde wordt open gehouden wanneer de stemtijd is verstreken. Deelnemers kunnen nog steeds hun stem uitbrengen of wijzigen. De extra tijd wordt als negatieve waarde weergegeven. Als er bijvoorbeeld een stemtijd van 30 seconden (00:30) is ingesteld, wordt na één minuut -00:30 weergegeven.

–

Stemronde pauzeren als tijd is verstreken. De stemronde wordt gepauzeerd wanneer de stemtijd is verstreken. De stemronde kan desgewenst worden hervat en gepauzeerd. De extra tijd wordt als negatieve waarde weergegeven. Deelnemers kunnen nog steeds hun stem uitbrengen of wijzigen.

–

Stemronde sluiten als tijd is verstreken. De stemronde wordt gesloten wanneer de stemtijd is verstreken. Deelnemers kunnen hun stem niet meer uitbrengen of wijzigen. Het stemmen moet binnen de opgegeven tijd plaatsvinden.

–

Duur. Hier voert u een waarde voor de stemtimer in. Gebruik de pijl omhoog/omlaag om de tijd in minuten en seconden te selecteren.

Type –

Open stemming met: Hier selecteert u een van de opties voor “open stemming”. Individuele stemuitslagen worden opgeslagen. Opmerking: Open stemming wordt soms ook wel openbare stemming genoemd. –

Totale en individuele tussenresultaten. De totale tussenresultaten worden op de multimedia-apparaten en in de Vergaderapplicatie weergegeven. De API toont de individuele en de totale resultaten wanneer de stemronde geopend is.

–

Alleen totale tussenresultaten. De totale tussenresultaten worden op de multimedia-apparaten en in de Vergaderapplicatie weergegeven. De API toont alleen de totale resultaten wanneer de stemronde geopend is. Individuele resultaten zijn beschikbaar wanneer de stemming in de wachtstand of gesloten is.

– –

Totale en individuele resultaten worden opgeslagen po de DCNM multimediaserver.

Beïnvloeding voorkomen (geen tussenresultaten en het uitbrengen van stemmen is verborgen). De uitgebrachte stem wordt verborgen. Wanneer de stemronde open is, worden tussenresultaten en totale resultaten niet weergegeven op de multimediaapparaten, in de Vergaderapplicatie en API. Totale en individuele resultaten worden opgeslagen op de DCNM multimediaserver. Wanneer de stemronde in de wachtstand staat of gesloten is: –

worden de totale resultaten op de multimedia-apparaten en in de Vergaderapplicatie weergegeven.

– –

individuele resultaten zijn beschikbaar via de API.

Geheime stemming: De uitgebrachte stemmen worden verborgen. Individuele resultaten worden niet weergegeven op de multimedia-apparaten, in de Vergaderapplicatie of API en kunnen niet worden opgehaald vanaf de DCNM multimediaserver of via de API. –

Alleen totale tussenresultaten. De totale tussenresultaten worden op de

–

Geen tussenresultaten. De totale resultaten worden alleen weergegeven wanneer de

multimedia-apparaten en in de Vergaderapplicatie weergegeven. stemming in de wachtstand of gesloten is. De knop Instellingen opslaan als standaardwaarden: Hiermee slaat u de Steminstellingen van de geselecteerde stemronde op als standaardwaarden voor het maken van een nieuwe stemronde. Aanwijzing! De functie Instellingen opslaan als standaardwaarden kan nuttig zijn als u meerdere stemronden met dezelfde Steminstellingen wilt maken. 2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia


–

41

Gebruik de knop als volgt: –

Selecteer de stemronde die u opnieuw wilt gebruiken door op het groene pictogram in de boomstructuur te klikken.

–

Klik op de knop Instellingen opslaan als standaardwaarden.

–

Klik op Stemscript en maak met het ‘plus’-pictogram een nieuwe stemronde met uw favoriete instellingen.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

42


6.4

DCN multimedia

Configureren Configureren wordt gebruikt om het systeem in te stellen en te configureren. Klik op Configureren om de configuratie op het hoofdscherm te starten. Het scherm Configureren wordt geopend. U kunt op dit scherm navigeren via de boomstructuur in het linkervenster. Klik op het driehoekje om de menuopties in de boomstructuur te openen. Configureren betekent: – Toevoegen van Gebruikersgroepen. –

Toevoegen/wijzigen/wissen van informatie van Gebruikers.

–

Definiëren van Ruimten.

Voorwaarden – De aangemelde gebruiker moet beschikken over het gebruikersrecht Systeem configureren.

6.4.1

Gebruikersgroepen Gebruikersgroepen kunnen alleen worden gedefinieerd als u de benodigde rechten hebt. Verschillende typen Gebruikersgroepen kunnen worden aangemaakt door bevoegdheden voor iedere gebruikersgroep te definiëren. Voorbeelden van Gebruikersgroepen; secretaresse, operators enz. –

Gebruik voor het toevoegen, verwijderen of kopiëren van Gebruikersgroepen de pictogrammen voor bewerken.

–

Toegangsrechten: per Gebruikersgroep kunnen verschillende opties worden geselecteerd.

6.4.2

Gebruikers Klik voor het toevoegen van Gebruikers die bij het systeem moeten worden aangemeld op Gebruikers in de boomstructuur. Hier staan de Gebruikers vermeld in een lijst. Gebruik de pictogrammen voor bewerken om Gebruikers toe te voegen of te verwijderen. Voor iedere Gebruiker: zijn de velden Algemeen en Beveiliging toegankelijk: –

Algemeen: bijvoorbeeld naam, aanspreektitel, land.

–

De velden voor Beveiliging worden gebruikt voor aanmelding in de Vergaderapplicatie en op de multimedia-apparaten.

6.4.3

Ruimten De optie Ruimtes bevat alle instellingen met betrekking tot de ruimte. Voor het wijzigen van de ruimtegegevens is gebruikersrecht Systeem configureren nodig. Ruimtegegevens – Automatische plaatstoewijzing: Een nieuw op het systeem aangesloten apparaat: –

wordt automatisch toegewezen aan een stoel.

–

krijgt de stoel met de licentie toegewezen, indien beschikbaar.

Schakel het selectievakje Automatische plaatstoewijzing uit nadat u het systeem hebt geconfigureerd. Hierdoor krijgt u meer controle over uw systeem met betrekking tot het vervangen van apparaten en het toevoegen van stoelen. –

GUI-taal standaard deelnemerapparaat: Selecteert de benodigde GUI-taal van alle multimedia-apparaten.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding



DCN multimedia

–

43

Definitie: Hier wordt de schermregel gedefinieerd. Klik op de knop ScreenLine accepteren om te activeren. De gegevens die u hebt ingevoerd in de algemene velden van een Persoon of Gebruiker (voornaam, achternaam, tweede voornaam, functie, regio, land) kunnen in de schermregel worden geplaatst door het $-teken direct vóór de beschrijving te plaatsen. Voorbeeld: $Voornaam $Achternaam $TweedeVoornaam $Functie $Regio $Land

U kunt het aantal tekens dat voor een item wordt weergegeven desgewenst beperken van 1 tot 99 door het gewenste aantal tussen haakjes achter het veld toe te voegen. Getallen lager dan 1 of hoger dan 99 worden als gewone tekst behandeld. Het schermregel-item moet minstens een van de bovengenoemde items bevat. Als het item niet wordt geaccepteerd, wordt het in een rood vak weergegeven. –

HTTP Proxyapparaat: –

Proxyadres: Adres (IP-adres of hostnaam) van de host waarop de proxyserver draait.

–

Proxypoort: Poortnummer van de host waarop de proxyserver draait. Dit is de poort waarbij de proxyserver luistert naar clients.

–

Presentatiebron: –

Standaard: Gebruik standaard de DcnBeamer-toepassing als presentatiebron. Configuratie: Deel op de server-pc met de DCN multimedia serversoftware de map C:\Program Files (x86)\Bosch\DCN multimedia\DcnBeamer als MediaSharing. Opmerking: Alleen “Leestoegang voor iedereen” is vereist. De media delen: Op het externe notebook of de externe pc met de presentatie bladert u naar: HYPERLINK "bestand:///C:\"\\«servernaam»\MediaSharing en dubbelklikt u op DcnBeamer.bat. U kunt een snelkoppeling maken. U kunt ook de map DcnBeamer naar een USB-station kopiëren en vandaar op een extern notebook uitvoeren. Opmerking: De horizontale resolutie van de pc met het bestand DcnBeamer.bat moet deelbaar zijn door 8. Als dat niet zo is, kan het beeld vervormd raken op de MMD en in de Vergaderapplicatie.

–

Voer de URL van de H.264-presentatiebron in die u gebruikt. Raadpleeg de documentatie van uw presentatiebron (bijvoorbeeld RTSP://). De instellingen van de H.264-stream zijn: - 720p25 of 720p30. - Gewenste bitsnelheid 2 Mbit/s. - Maximale bitsnelheid 2,5 Mbit/s. - GOP-lengte 15 (beter bekend als Afstand I-frame). - Geen B-frames, alleen I- en P-frames.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

44


6.4.4

DCN multimedia

Audio-instellingen –

Audiotonen: Gebruik de knoppen Instellen en Verwijderen om aangepaste buttons attentietonen voor Oproepen en Prioriteit te uploaden en te verwijderen. Specificatie audiobestand:

–

–

PCM-formaat.

–

16 bits per sample.

–

48 k samplingfrequentie.

–

Mono.

–

Bestandsformaat maximaal 700 kb.

Systeem (System): –

Hoofdvolume: Hoofdvolume voor het aansturen van de luidsprekers van de apparaten en de geluidversterkingsuitgang.

–

LSP: Instellen van het volume voor de luidsprekers van het apparaat.

–

SR: Instellen van het volume voor de geluidversterkingsuitgang.

–

EQ wijzigen: Instellen van de equalizer voor de luidspreker van de apparaten en de geluidversterkingsuitgang.

–

Lijningang/-uitgang: –

In 1: Hiermee stelt u de gevoeligheid van de lijningang 1 in.

–

Uit 1: Hiermee stelt u de gevoeligheid van de lijnuitgang 1 in.

–

Omgeving: Hiermee zet u het omgevingsgeluid AAN of UIT voor lijningang 1: AAN (standaardinstelling): Audio aangesloten op In 1 wordt alleen naar de deelnemershoofdtelefoon en de recorderuitgang doorgestuurd wanneer er geen microfoon actief is. UIT: Audio aangesloten op In 1 wordt altijd doorgestuurd naar de deelnemersluidsprekers, deelnemershoofdtelefoons en de PA-uitgang.

–

In 2: Hiermee stelt u de gevoeligheid van de lijningang 2 in.

–

Uit 2: Hiermee stelt u de gevoeligheid van de lijnuitgang 2 in.

–

In 2/Uit 2 modusselectiemenu: Definieert de modus van lijningang 2 en lijnuitgang 2. Klik op de pijl op het vervolgkeuzemenu om te kiezen tussen: LSP: Hiermee wordt de audio van de deelnemersluidspreker door een extern systeem versterkt. Recorder (Int. vloer): Hiermee wordt de audio opgenomen. Mix-Minus: Voorkomt akoestische terugkoppeling wanneer twee systemen zijn aangesloten, bijvoorbeeld via een telefoonkoppeling. Invoegen: Hiermee kan een extern systeem de audio verwerken/equalizen.

– –

Zie de Instellingen voor audioroutering voor meer informatie.

Akoestische feedback: –

Onderdrukking van akoestische terugkoppeling (AFS): Hiermee wordt AFS ingeschakeld.

–

Luidspreker is actief als de microfoon is ingeschakeld: Inschakelen van de luidspreker van het apparaat als de microfoon is ingeschakeld.

–

Dempen hoofdtelefoon bij spreken met x dB: x kan worden ingesteld met behulp van het tekstvak of de schuifregelaar. Het bereik van x is 0 tot 12 dB. Dempt het volume van de hoofdtelefoon als de microfoon is ingeschakeld.

–

Testtoon: Testen van de audio in het systeem. Selecteer UIT, 1 kHz of Sweep. Opmerking: Wanneer een optie Testtoon is geselecteerd, wordt het selectievakje Testtoon weergegeven in de velden Systeem en Lijningang/-uitgang.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia


45

Zie ook –


Instellingen voor audioroutering, Pagina 46

Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

46


DCN multimedia

Instellingen voor audioroutering

6.4.5

LSP: Gebruik deze modus als u wilt dat audio-uitgang 2 van de DCNM-APS een signaal verzendt dat kan worden aangesloten op een extern Public Address-systeem. De DCNM-APS stelt het volgende in: –

het volume van het signaal.

–

de equalizer voor de audio.

Audio-ingang 2-signaal van de DCNM-APS wordt aan het vloersignaal toegevoegd. Zie de volgende afbeeldingen voor een schematisch overzicht van deze instellingen: Mic Mic Mix Delegate loudspeakers

Mic

Mic Delegate loudspeaker equalizer

Gain

AFS

LSP

Mix

Mix

PA network output

SR

Sound reinforcement equalizer

Gain

Gain

In 1

Out 2

Gain

In 2

Out 1

Delegate headphones

Afbeelding 6.3: LSP met omgevingsaudio UIT Mic

Mic Mix Delegate loudspeakers

Mic

Mic

Gain


Out 2

PA network output

SR Gain

Gain

In 1

Delegate loudspeaker equalizer

Gain

In 2

AFS

LSP

Mix

Out 1

Mix

Delegate headphones

Afbeelding 6.4: LSP met omgevingsaudio AAN

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia


47

Recorder (Int. vloer): Dit is de standaardmodus voor audio-I/O-routering. Gebruik deze modus als u wilt dat audio-uitgang 2 van de DCNM-APS een signaal verzendt dat kan worden aangesloten op een externe audiorecorder. De DCNM-APS heeft geen invloed op het volumeniveau van het signaal. Audio-ingang 2-signaal van de DCNM-APS wordt aan het vloersignaal toegevoegd. Zie de volgende afbeeldingen voor een schematisch overzicht van deze instellingen: Mic


Mic


AFS

LSP

Mix

Gain

Mix

PA network output

SR


Gain

Gain

In 1

Gain

In 2

Out 2

Out 1

Delegate headphones

Afbeelding 6.5: Recorder met omgevingsaudio UIT Mic Mic Mix Delegate loudspeakers

Mic

Mic

AFS


LSP

Mix

Gain

PA network output

SR


Gain

Gain

In 1

Out 2

Gain

In 2

Out 1

Mix

Delegate headphones

Afbeelding 6.6: Recorder met omgevingsaudio AAN

Mix‑Minus: Gebruik de modus Mix-Minus akoestische terugkoppeling te voorkomen wanneer twee systemen zijn aangesloten, bijvoorbeeld met een telefoonkoppeling, via de audio-ingang en de audio-uitgang. Zie de volgende afbeeldingen voor een schematisch overzicht van deze instellingen:


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

48


DCN multimedia

Mic Mic Mix Delegate loudspeakers

Mic

Mic

AFS

LSP

Mix


Gain

Mix

PA network output

SR


Gain

Gain

In 1

Out 2

Gain

In 2

Out 1

Delegate headphones

Afbeelding 6.7: Mix-Minus met omgevingsaudio UIT Mic


Mic


AFS

LSP

Mix

Gain

PA network output

SR


Gain

Gain

In 1

Gain

In 2

Out 2

Out 1

Delegate headphones

Mix

Afbeelding 6.8: Mix-Minus met omgevingsaudio AAN

Invoegen: Gebruik deze modus worden audio-uitgang 2 en audio-ingang 2 van de DCNM-APS gebruikt om signalen van externe audioapparaten toe te voegen. Voorbeeld: Een externe audiomixer wordt aangesloten tussen audio-uitgang 2 en audio-ingang 2 van de DCNM-APS. Zie de volgende afbeeldingen voor een schematisch overzicht van deze instellingen:

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia


49

Mic


Mic

Mic

AFS

LSP


Gain

Mix

PA network output

SR


Gain

Gain

In 1

Out 2

Gain

In 2

Out 1

Delegate headphones

Afbeelding 6.9: Invoegen met omgevingsaudio UIT Mic


Mic

Mic LSP


AFS

Gain

PA network output

SR


Gain

Gain

In 1

Gain

In 2

Out 2

Mix

Out 1

Delegate headphones

Afbeelding 6.10: Invoegen met omgevingsaudio AAN


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

50


6.4.6

DCN multimedia

Camera-instellingen Camera-instellingen (alleen wanneer DCNM‑LCC is geïnstalleerd). – Overzicht: Definiëren van de camera voor gebruik als de overzichtscamera. Aanwijzing! Zorg dat de Bosch Onvif Camera over firmware 5.80 of hoger met de volgende instellingen beschikt: - H.264. - 720p25 of 720p30. - Gewenste bitsnelheid 2 Mbit/s. - Maximale bitsnelheid 2,5 Mbit/s. - GOP-lengte 15 (beter bekend als Afstand I-frame). - Geen B-frames, alleen I- en P-frames.

6.4.7

Stoelen en apparaten Het hoofddoel van dit scherm is om stoelen toe te wijzen aan apparaten en de toewijzing van stoelen aan apparaten ongedaan te maken. Als het selectievakje Automatische plaatstoewijzing op het tabblad Ruimtes is ingeschakeld, wordt een nieuw op het systeem aangesloten apparaat automatisch toegewezen aan een stoel, en wordt, indien beschikbaar, de stoellicentie automatisch toegewezen. Het selectievakje Automatische plaatstoewijzing op het tabblad Ruimtes moet niet worden ingeschakeld als u stoelen handmatig wilt toewijzen en de toewijzing ongedaan wilt maken. Gebruik de knop Apparaat aan stoel toewijzen en de knop Toewijzing van apparaten aan stoelen ongedaan maken om apparaten handmatig toe te wijzen en de toewijzing ongedaan te maken. Deze knoppen en de bijbehorende opties worden in de volgende paragrafen beschreven: Het venster Plaatstoewijzing – Het selectievakje Modus configureren (op apparaat selecteren) : Hiermee lokaliseert u multimedia-apparaten. Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de knop Apparaat selecteren op alle multimedia-apparaten weergegeven. Als u op deze knop drukt: –

wordt de LED op de microfoon ingeschakeld.

–

wordt een groen vinkje weergegeven in de kolom Selecteren naast de stoel en de naam van het apparaat. Deze functie kan vooral nuttig zijn wanneer u wilt zien waar de stoelen in een grote conferentiehal te vinden zijn. Opmerking: Wanneer de Modus configureren actief is, kunnen multimedia-apparaten niet worden gebruikt.

–

Selecteren: Hiermee lokaliseert u toegewezen multimedia-apparaten. Klik op een willekeurige plaats in een rij om deze te selecteren (de rij wordt blauw gemarkeerd). Klik op het selectievakje Selecteren en houd de muisknop ingedrukt. Naast de stoel en de apparaatnaam wordt een groen vinkje weergegeven. Het geselecteerde apparaat wordt ook in het onderste venster aangewezen. Om u de stoel te helpen vinden die aan een multimedia-apparaat is toegewezen, knippert het scherm van het apparaat telkens wanneer u op de muisknop klikt.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding



DCN multimedia

–

51

Naam: Dit is de naam van de stoel. Dubbelklik op dit veld om het te selecteren. U kunt een nieuwe stoelnaam typen.

–

Status: Hier staat de status van multimedia-apparaten die aan stoelen zijn toegewezen: –

Groen vinkje: Apparaat is aan een stoel toegewezen.

–

Wit kruis op rode cirkel: Toewijzing van apparaat aan stoel is ongedaan gemaakt.

–

Apparaten: Dit is een lijst met de aangesloten apparaten:

–

Het selectievakje Discussiëren: Hier stelt u Discussierechten voor stoelen in.

–

Het selectievakje Vergadering beheren: Hier stelt u rechten voor het beheren van vergaderingen voor stoelen in.

–

Het selectievakje Prioriteit: Hier stelt u prioriteitsrechten voor stoelen in.

–

VIS-type (Zeer belangrijke stoel): De deelnemer heeft aanvullende microfoonautorisaties onafhankelijk van de microfoonmodus en het aantal open microfoons: –

Geen: Geen VIP-instellingen geselecteerd.

–

Bediend met drukknop: Eenmaal drukken op de knop activeert de microfoon. Dit is

–

PTT ingeschakeld: Push To Talk. Houd deze knop ingedrukt om de microfoon te

de standaard instelling voor een voorzitter. activeren. Deze instelling wordt standaard gebruikt als een onderbrekingsmicrofoon. –

Stemmen: Als DCNM-LSVT beschikbaar is, kan de stemfunctie worden toegewezen aan stoelen met licenties. Vrije en beschikbare licenties zijn genummerd in het kopje van de kolom stemmen. Wanneer deze optie is geselecteerd: –

Neemt het aantal vrije stemlicenties af.

–

Kunnen stemprocedures worden beheerd en geregeld.

–

Kunnen stemmen worden uitgebracht op DCN multimedia-apparaten met licentie door de kleurgecodeerde knop op het scherm van de apparaten aan te raken.

–

Worden de stemresultaten automatisch weergegeven op de multimedia-apparaten in de vorm van kleurgecodeerde staafdiagrammen. Opmerking: Voor het beheren en regelen van het stemmen in een actieve vergadering is het gebruikersrecht 'vergadering beheren' vereist.

–

Identificatie: Als DCNM-LSID beschikbaar is, kunnen de aanmeldgegevens van de deelnemers ter identificatie worden toegewezen aan gelicentieerde stoelen/multimediaapparaten. Vrije en beschikbare licenties zijn genummerd in het kopje van de kolom identificatie. Wanneer deze optie is geselecteerd: –

Het aantal vrije identificatielicenties neemt af.

–

Vrije en vaste zitplaatsen zijn mogelijk.

–

Er wordt een welkomstscherm voor de deelnemer (met persoonlijke gegevens van de deelnemer) weergegeven op het display van het multimedia-apparaat.

–

Een aanmeldscherm voor de deelnemer kan worden weergegeven op het display van het multimedia-apparaat.

– –

De aanmeldgegevens van de gebruiker kunnen worden opgevraagd en ingevoerd.

Wanneer DCNM‑LCC beschikbaar is, kunnen de camera en de preset van deze camera worden toegewezen aan de plaatsen.

–

Het selectievakje Taalkeuze: Als DCNM-LSSL beschikbaar is, kan de taalkeuzefunctie worden toegewezen aan stoelen met licenties. Hiermee kunnen gebruikers een taal met tolk op het apparaat selecteren. Vrije en beschikbare licenties zijn genummerd in het kopje van de kolom stemmen.

–

Camera: Hiermee selecteert u het cameratype.

–

Preset: Definieert welke preset voor het overzicht wordt gebruikt. Dit veld is verborgen wanneer de "camera geselecteerd voor overzicht" geen presets ondersteunt.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

52


–

DCN multimedia

De knop Toewijzing van apparaten aan stoelen ongedaan maken: Hiermee maakt u de toewijzing van een geselecteerd apparaat aan een stoel ongedaan. Gebruik de knop als volgt: Klik in de kolom Apparaten op het apparaat waarvoor u de stoeltoewijzing ongedaan wilt maken (de rij wordt blauw gemarkeerd). Klik op de knop Toewijzing van apparaten aan stoelen ongedaan maken. In de kolom Status wordt een rood pictogram weergegeven om aan te geven dat de toewijzing ongedaan is gemaakt. De gegevens van het desbetreffende apparaat staan in het venster Niet toegewezen apparaten.

–

De knop Lege stoelen verwijderen Hiermee verwijdert u rijen lege stoelen. Een rij lege stoelen ontstaat wanneer de toewijzing van een stoel aan een apparaat ongedaan wordt gemaakt, zoals hierboven is beschreven. Als u op deze knop klikt, worden meerdere rijen stoelen tegelijk verwijderd.

–

De knop Lege stoel maken: Hiermee maakt u een nieuwe rij voor het toewijzen van apparaten aan stoelen.

Het venster Niet toegewezen apparaten – Selecteren: Hiermee lokaliseert u niet toegewezen multimedia-apparaten. Gebruik deze knop als volgt: Klik op een willekeurige plaats in een rij om deze te selecteren (de rij wordt blauw gemarkeerd). Klik op het selectievakje Selecteren en houd de muisknop ingedrukt. Naast de stoel en de apparaatnaam wordt een groen vinkje weergegeven. Om u het multimedia-apparaat te helpen vinden, knippert het scherm van het apparaat telkens wanneer u op de muisknop klikt. –

Naam: De naam van de geïnstalleerde onderdelen, bijvoorbeeld EINZ1315Vergaderapplicatie, MMD-5811430716101008-MultimediaApparaat.

–

Type: Het type apparaat, bijvoorbeeld MultimediaApparaat.

–

Serienummer: Het serienummer van het apparaat, bijvoorbeeld 5811430716101008.

–

Versie: De versie van de firmware van het apparaat, bijvoorbeeld 1.40.7715.

–

De knop Apparaat aan stoel toewijzen: Hiermee wijst u een geselecteerd apparaat aan een stoel toe. Gebruik de knop wanneer u een bestaand apparaat wilt vervangen, bijvoorbeeld omdat het apparaat defect is Gebruik de knop als volgt: Klik op een willekeurige plaats in een rij om deze te selecteren (de rij wordt blauw gemarkeerd). Klik in het venster Plaatstoewijzing op de stoel waaraan u het apparaat wilt toewijzen. Klik in het venster Niet toegewezen apparaten op de knop Apparaat aan stoel toewijzen.

–

De knop Stoel maken vanuit apparaat: Hiermee maakt u een nieuwe stoelenrij in het venster Plaatstoewijzing, waarbij het geselecteerde apparaat aan die stoel is toegewezen. Gebruik deze knop wanneer u snel nieuwe zitplaatsen wilt maken waaraan automatisch apparaten worden toegewezen. Klik op een willekeurige plaats in een rij om deze te selecteren (de rij wordt blauw gemarkeerd). Klik op de knop Stoel maken vanuit apparaat. Het apparaat en de nieuwe stoel worden weergegeven in het venster Plaatstoewijzing.

Onderste overzichtsvenster Dit venster bevat een overzicht van alle geïnstalleerde onderdelen, zoals de multimediaapparaten, (Audio) Power switches, Video Switcher, Vergaderapplicaties en camera´s. Daarnaast worden de desbetreffende versie en status weergegeven. U kunt dit venster gebruiken om de uitschakelfunctie en de volumeregeling in te schakelen. Het is ook nuttig voor diagnosedoeleinden. –

2015.04 | V1.5 |

Selecteren: Hiermee lokaliseert u multimedia-apparaten.

Softwarehandleiding


DCN multimedia


–

53

Naam: De naam van de geïnstalleerde onderdelen, bijvoorbeeld EINZ1315Vergaderapplicatie, MMD-5811430716101008-MultimediaApparaat.

–

Type: Het type onderdeel.

–

Status: De operationele status van het onderdeel.

–

Serienummer: Het serienummer van het onderdeel.

–

Versie: De versie van de firmware van het onderdeel.

–

Heeft selectievakje uitschakelen: Voor het uitschakelen van het systeem.

–

Het selectievakje Heeft Volumeregeling: Voor het regelen van het hoofdvolume van het apparaat.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

54


6.4.8

DCN multimedia

Taalkeuze Configureer hier –

het Omneo-kanaal om de vloertaal te leveren aan het DCN Next Generation-systeem.

–

de talen die worden ontvangen van het DCN Next Generation-systeem.

Systeemkanalen zijn beschikbaar wanneer minstens 1 DCNM‑LSSL-licentie is gedetecteerd. –

Vloeruitgang uit DCN Multimedia: Configureert het apparaat en het ingangsnummer voor het leveren van de vloeraudio aan het DCN Next generation-systeem. –

Apparaat: Alle aangesloten Omneo-apparaten worden onder Apparaat weergegeven. Druk op de pijl om een apparaat te selecteren.

–

Omi-ingang: Omi-ingangsnummer voor het geselecteerde apparaat. Druk op de pijl omlaag/omhoog om een ingangsnummer te selecteren.

–

Talen uit DCN Next Generation: Configureert het apparaat en het uitgangsnummer dat wordt gebruikt voor het leveren van de talen met tolk uit het DCN Next generationsysteem. –

Apparaat: Alle aangesloten Omneo-apparaten worden onder Apparaat weergegeven.

–

Omi-uitgang: Om-uitgangsnummer voor het geselecteerde apparaat. Druk op de pijl

Druk op de pijl om een apparaat te selecteren. omlaag/omhoog om een uitgangsnummer te selecteren. –

Talen: Wijst de naam van de taal (van een taal met tolk) toe aan Omiuitgangsnummer/DCN multimedia-apparaat.

Als u taalkeuze op de apparaten wilt instellen, schakelt u het selectievakje Taalkeuze op het scherm Stoelen en apparaten in. Zie Stoelen en apparaten, Pagina 50.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

7

Systeemuitbreiding | nl

55

Systeemuitbreiding –

Vereist voor 1 tot 100 DCN multimedia-apparaten: 1x netwerk. Raadpleeg Systeemoverzicht, Pagina 9.

–

Vereist voor 101 tot 200 DCN multimedia-apparaten: 1x netwerk inclusief 1x ARNI‑S voor prestaties.

–

Voor 201 tot 750 DCN multimedia-apparaten zijn meerdere subnetten, elk met maximaal 200 apparaten vereist: –

Het eerste subnet vereist de server-pc, een DCN‑APS en een ARNI‑E.

–

Alle overige subnetten vereisen een DCN‑PS en een ARNI‑S.

Er wordt gebruik gemaakt van een ARNI (Audio Routed Network Interface) om het aantal multimedia-apparaten op één subnet uit te breiden en meerdere subnetten voor het DCN multimediasysteem aan te sluiten. Als er meer dan één subnet is vereist, moeten er twee types ARNI worden gebruikt (ARNI‑E en ARNI‑S). –

ARNI‑S (ARNI‑Standard): De ARNI‑S is noodzakelijk om de systeemomvang uit te breiden naar meer dan 100 DCN multimedia-apparaten. Een ARNI‑S ondersteunt max. 200 DCN multimedia-apparaten in het bijbehorende subnet. De ARNI‑S dient ook als een DHCPserver in het subnet.

–

ARNI‑E (ARNI‑Enterprise): De ARNI‑E is noodzakelijk om de systeemgrootte uit te breiden naar meer dan 200 DCN multimedia-apparaten. Een ARNI‑E ondersteunt max. 200 DCN multimedia-apparaten in het bijbehorende subnet. De ARNI‑E dient ook als een DHCPserver in het subnet. Met de ARNI‑E kunnen maximaal 40 subnetten, elk met een ARNI‑S, onderling worden verbonden.

Aanwijzing! Redundante ARNI wordt niet ondersteunt in DCN multimedia.

Aanwijzing! Een gedetailleerdere beschrijving van de ARNI vindt u in de ARNI-handleiding op www.boschsecurity.com > DCN multimediaproduct-gerelateerde informatie. Voorwaarden voor DCN multimediasubnet en ARNI – Een ARNI wordt gebruikt in systemen waarin meer dan honderd (100) DCN multimediaapparaten nodig zijn. –

Wanneer meerdere subnetten worden gebruikt, is er voor het subnet waarin de DCN multimedia-pc-server zich bevindt, een ARNI‑E vereist en voor de andere subnetten een ARNI‑S.

–

Het ARNI-configuratieprogramma moet worden gebruikt, deze bevindt zich in het startmenu na het installeren van de serversoftware van het DCN multimediasysteem.

–

Zorg er bij het configureren van ARNI's voor dat de pc-services van de DCN multimediaserver niet actief zijn. Stop de services met behulp van de serverconsole.

–

Sluit bij het configureren van ARNI's de ARNI rechtstreeks aan op de pc (zonder een

–

Sluit bij het instellen van een multi-subnetconfiguratie elke ARNI één voor één aan op de

(managed) switch ertussen). pc om deze te configureren.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

56

nl | Systeemuitbreiding

DCN multimedia

DCN multimediasysteem met meerdere subnetten De onderstaande afbeelding toont een standaard DCN multimediasysteem met meerdere subnetten, met in totaal 750 DCN multimedia-apparaten. –

Het systeem is verdeeld over vier (4) subnetten, waarop twee (2) subnetten met maximaal 200 DCN multimedia-apparaten en een ARNI‑S zijn aangesloten.

–

Het systeem is uitgevoerd met één ARNI-E in het eerste subnet waarop maximaal 200 DCN multimedia-apparaten zijn aangesloten (Houd er rekening mee dat er slechts één ARNI‑E is toegestaan met een DCN multimediasysteem met meerdere subnetten).

–

Subnet vier (4): bij gebruik van meerdere subnetten dient u te controleren of alle camera's die nodig zijn voor het vastleggen van videobeelden van de stoelen, op hetzelfde subnet zijn aangesloten.

192.168.70.x VLAN70 192.168.71.254 Internal DHPC server Ports 13, 14, 15, 16

1 DCNM-MMD Max. 200

2

ARNI-S 192.168.68.1

192.168.68.x VLAN68 192.168.69.254 Ports 9, 10, 11, 12

Internet Router 192.168.1.254

DCNM-PS DCNM-MMD Max. 200

192.168.1.x

ARNI-S 192.168.66.1

VLAN74 (internet) 192.168.1.253 Ports 17, 18, 19, 20 192.168.66.x VLAN66 192.168.67.254 Ports 5, 6, 7, 8

DCNM-PS DCNM-MMD Max. 200

ARNI-E 192.168.64.1

192.168.64.x VLAN64 192.168.65.254 Ports 1, 2, 3, 4 L3 Switch

DCNM-APS DCNM server PC

Afbeelding 7.1: Standaard DCN multimediasysteem met meerdere subnetten

–

1: Externe videoswitcher.

–

2: Domecamera.

Aanwijzing! Raadpleeg altijd de DCN multimedia hardware-installatiehandleiding voor bijvoorbeeld de inschakelbelasting.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia


Systeemuitbreiding | nl

Softwarehandleiding

57

2015.04 | V1.5 |

58

nl | Systeemuitbreiding

DCN multimedia

Configuratie van een ARNI 1. Upgrade indien nodig/gevraagd de ARNI met de OMNEO firmware-upgradetool naar de firmwareversie die reeds beschikbaar/geïnstalleerd is tijdens het instellen van het DCN multimediasysteem. 2.

Start het ARNI-configuratieprogramma.

3.

Volg de stappen in de wizard van het ARNI-configuratieprogramma om de ARNI('s) te configureren. Bovendien: –

Het type ARNI is altijd primair wanneer u niet werkt met redundantie.

–

Geef elke ARNI een naam, vooral als er meer dan één ARNI binnen het systeem wordt gebruikt.

–

Zorg ervoor dat de IGMP-querier is uitgeschakeld.

–

Schakel DHCP in voor elke ARNI.

–

Als het IP-adres van een ARNI moet worden gewijzigd: zet de ARNI terug naar de fabrieksinstellingen met het ARNI-configuratieprogramma. Gebruik de functie "fabrieksinstellingen herstellen".

Configuratie van een switch met VLAN's Zorg bij het configureren van een switch met VLAN's voor het volgende: –

Gebruik de ARNI als de DHCP-server voor alle VLAN's die DCN multimedia-apparaten, DCNM-APS en DCNM-PS-units bevatten. Voor andere VLAN's kan een andere DHCP-server worden gebruikt.

–

Schakel IGMP-snooping in op alle poorten.

–

Schakel Multicast-routing in tussen alle VLAN's. Gebruik "dense-mode" als routeringsmodus.

2015.04 | V1.5 |

–

Configureer de unicastroutering correct tussen alle VLAN's.

–

Gebruik MTU 1500 of groter.

–

Stel de IGMP-snooping in op ten minste 70s (meestal 7 pogingen met 10s interval).

–

Schakel het Spanning Tree-protocol in op de modus "pvst".

–

Gebruik IGMP versie 3.

–

Ingestelde time-out van register op multicast tot 1 seconde.

Softwarehandleiding


DCN multimedia

Een externe HD-SDI-switcher configureren | nl

59

Een externe HD-SDI-switcher configureren

8

Achtergrondinformatie U kunt een externe videoswitcher aan het DCN multimediasysteem toevoegen om HD‑SDIvideosignalen dynamisch te switchen. Hiermee kunnen videosignalen van een Dome-camera met lage latency op een groot beeldscherm worden weergegeven.

Voorzichtig!

!

Om te zorgen dat de videoswitcher van een andere fabrikant goed werkt, moet de switcherservice goed worden geconfigureerd.

Hardware- en softwarevereisten – Server-pc met de DCN multimedia software. –

Bosch DCNM multimedia Ext.VideoSwitcher-service geïnstalleerd op de server-pc.

–

Licentie voor DCNM-LCC Camerabediening DCN Multimedia.

–

HD-SDI-switcher: de volgende switches worden ondersteund:

–

–

TvOne C2-2355A in combinatie met TvOne S2-108HD.

–

Kramer MV‑6.

–

TvOne CORIOmatrix.

Alleen TvOne C2-2355A en Kramer MV‑6: Netwerkswitch die multicastgegevens naar de HD‑SDI switchapparatuur filtert (dit kan worden gedaan via IGMP-snooping of door een afzonderlijk VLAN te maken).

–

Per systeem wordt slechts één HD‑SDI videoswitcher ondersteund.

Aanwijzing! Om een HD-SDI-videoswitcher te besturen, moet u eerst de External Video-service installeren Deze service is een onderdeel van de DCN multimedia Setup Wizard. Zorg er tijdens de installatie voor dat het selectievakje voor “Bosch DCNM multimedia Ext.VideoSwitcher” is ingeschakeld - dat is niet standaard het geval! Nadat u de service hebt geïnstalleerd, moet u deze configureren.

Configuratieprocedure De External Video-service werkt op drie hoofdingangen: –

Details HD‑SDI Switcher

–

Details presentatiebroningang

–

Cameradetails

Deze ingangen configureren: 1.

Gebruik een XML editor om het volgende bestand te openen: C:\Program Files\Bosch\DCN Multimedia\Configuration\Config.xml

2.

Configureer in het switchergedeelte de verbinding met de HD-SDI-switcher die u gebruikt. Zorg dat u niets uit het configuratiebestand verwijdert. Zie het voorbeeld hieronder: –

Het model van de videoswitcher kan “TvOne”, “Kramer” of “TvOneCorioMatrix” zijn.

–

VidSwitchPort is het poortnummer van de Video switch. Voor TvOne en TvOneCorioMatrix is dit standaard 10001. Voor Kramer is dit standaard 5000.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

60

nl | Een externe HD-SDI-switcher configureren

DCN multimedia

–

VidSwitchIPaddress, bijvoorbeeld 192.168.0.80, is het IP-adres van de switcher.

–

VidSwitchUserName is de administrator-gebruikersnaam van de switcher (alleen voor TvOneCorioMatrix).

–

VidSwitchPassword is het administrator-wachtwoord van de switcher (alleen voor TvOneCorioMatrix). 10001 192.168.0.80

3.

Als er een presentatie bron is, bijvoorbeeld RGB, voert u de ingang van de presentatiebron in tussen (zie het voorbeeld hieronder). Laat staan als er geen presentatiebron is. –

TvOne ondersteunt twee presentatie-ingangen: RGB en DVI. Geen kan ook worden ingevoerd. RGB: Presentatie is afkomstig van de VGA-poort. DVI: Presentatie is afkomstig van de DVI-poort. Geen: Geen presentatie (de video switcher schakelt in presentatiemodus niet over naar de presentatiebron, maar blijft het camerabeeld tonen).

–

Kramer heeft geen VGA- of DVI-ingang, dus u moet Geen invoeren wanneer een Kramer MV-6 wordt gebruikt.

–

TvOneCorioMatrix ondersteunt Geen of een specifieke ingang, zoals : Slot_<X>_in_. Bijvoorbeeld: Slot_5_in_1 (voor ingang 1 van de SDI-kaart die in slot 5 wordt gestoken). RGB

4.

De beschikbare camera´s worden automatisch gedetecteerd en de details worden aan het configuratiebestand toegevoegd (zie onderstaand voorbeeld): –

, en zijn alleen-lezen-waarden die automatisch worden gegenereerd. Wijzig deze waarden niet!

–

vermeldt: True: Wanneer er een actieve spreker is en Presentatie inactief is. False: Nee: Actieve spreker en Presentatie is actief.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

Een externe HD-SDI-switcher configureren | nl

–

61

bevat de ingang waarop de camera is aangesloten: 1 to tX (numeriek) voor het TvOne- en Kramer-model. Slot_<X>_in_ voor de TvOneCorioMatrix. Bijvoorbeeld: Slot_5_in_1 (voor ingang 1 van de SDI-kaart die in slot 5 wordt gestoken). 99bfb876-59eb-39af-9d3b-b64d0cbc4957 044000110225010081 1 false 9939afb876-39af-59eb-9d3b-b64d0cbc4587 0440240110225012382 2 false

5.

Wanneer de externe videoswitcher wordt gebruikt in combinatie met TvOneCorioMatrix, moet u ook een uitgang configureren (zie het onderstaande voorbeeld): –

Verwijder niet als u een ander model switcher gebruikt.

–

beschrijft de uitgang van de TvOneCorioMatrix op een specifieke manier, zoals Slot_<X>_out_. Bijvoorbeeld: Slot_3_out_1 (voor uitgang 1 van de SDI-kaart die in slot 3 wordt gestoken).

Aanwijzing! Als switcherinformatie, zoals het model van de switcher of de IP-poort is gewijzigd, moet u de externe videoswitcher-service opnieuw opstarten.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

62

nl | Hints en tips

DCN multimedia

9

Hints en tips

9.1

Vervangen van een defect apparaat Een defect apparaat kan eenvoudig worden vervangen, zonder opnieuw te configureren. Dit doet u als volgt: 1.

Vervang het defecte apparaat.

2.

Upgrade het vervangende apparaat met de juiste firmware, indien nodig.

3.

Selecteer: Configureren > Stoelen en apparaten > Plaatstoewijzing.

4.

Maak de toewijzing van het defecte apparaat aan de stoel ongedaan met behulp van de knop Toewijzing van apparaten aan stoelen ongedaan maken. Vermeld het nummer of de naam van het defecte apparaat (zie de sticker aan de onderkant van het apparaat). Tip: Maak een foto van de sticker met uw smartphone.

5.

Wanneer Automatische plaatstoewijzing is ingeschakeld, moet de toewijzing van het vervangende apparaat aan de huidige stoel eerst ongedaan worden gemaakt voordat deze kan worden toegewezen aan de juiste stoel. Maak de toewijzing van het vervangende apparaat aan de stoel ongedaan met behulp van de knop Toewijzing van apparaten aan stoelen ongedaan maken.

6.

Wijs het vervangende apparaat toe aan de juiste stoel met behulp van de knop Apparaat

7.

Verwijder de lege stoel met de knop Lege stoelen verwijderen.

aan stoel toewijzen.

9.2

Configuratie netwerkinterface 1.

Installeer DCN multimedia op een server-pc met meerdere netwerkinterfaces.

2.

Open > "Netwerk en deelcentrum" > Adapterinstellingen.

3.

Selecteer > Geavanceerd > Geavanceerde instellingen.

4.

Verplaats de "adapter waarop de DCNM-APS is aangesloten" in de lijst met verbindingen naar boven, met behulp van de pijlknoppen.

9.3

Licentie retourneren en repareren Licentie retourneren Gebruik de functie Licentie retourneren van het activeringsprogramma om: –

een licentie te retourneren.

–

een licentie vrij te geven, zodat u de DCN multimedia-software op een andere server kunt installeren.

Een licentie retourneren: 1.

Selecteer de licentieverleningen die u wilt retourneren.

2.

Klik op de knop Licenties terugzetten en volg de instructies op het scherm.

De procedure op de website is vergelijkbaar met het activeren van een licentie. Zie Activeringsprogramma, Pagina 20. Licentie repareren Als een licentie beschadigd raakt, werkt de software niet correct. De serverconsole geeft dan het probleem aan met een waarschuwing op het scherm. Het activeringprogramma maakt dan de knop Licentie repareren beschikbaar. Een licentie repareren: klik op de knop Licentie repareren en volg de aanwijzingen op het scherm. De procedure op de website is vergelijkbaar met het activeren van een licentie. Zie Activeringsprogramma, Pagina 20.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

9.4

Hints en tips | nl

63

Automatische aanmelding in de Vergaderapplicatie in- of uitschakelen Standaard meldt de DCN multimedia Vergaderapplicatie u automatisch aan wanneer de gebruikersnaam van de Windows-aanmelding dezelfde is als een gebruikersnaam in het DCN multimediasysteem. In dit geval worden de autorisatierechten van deze gebruiker gebruikt voor de DCN multimedia Vergaderapplicatie. U kunt deze functie als volgt in- en uitschakelen: 1. 2.

Selecteer in Verkenner van Windows C:\Program Files (x86)\Bosch\DCN multimedia. Open: Bosch.Dcnm.UserInterfaces.MeetingManager.exe.config. –

Als u automatische aanmelding wilt uitschakelen, zet u de sleutel om van true naar false.

–

Als u automatische aanmelding wilt inschakelen, zet u de sleutel om van false naar true.

9.5

Apparatuur herstellen uit fail-safe-modus Ondanks dat alles in het werk is gesteld om de beschikbaarheid van het systeem te garanderen, kan er een situatie voorkomen waarin een DCN multimedia-apparaat in een failsafe-modus wordt gezet waarbij de firmware opnieuw moet worden geladen. De firmware opnieuw laden: 1.

Schakel het apparaat in.

2.

Start het firmware-uploadprogramma. Na enige tijd geeft het firmware-uploadprogramma een venster met apparaten in fail-safe-modus weer, met daarin de id van het defecte apparaat.

3.

Wacht totdat het apparaat op een apart tabblad van het firmware-uploadprogramma wordt weergegeven (DCNM-APS, DCNM-PS of DCNM-MMD).

4.

Sluit het firmware-uploadprogramma. De volledige werking van het apparaat is nu hersteld.

9.6

Aanvullende videostreams configureren Het DCN multimedia systeem kan ONVIF-camera's detecteren, waardoor de actieve spreker kan worden weergegeven op de DCNM-MMD. Momenteel wordt alleen dit cameraprotocol ondersteund. Er kunnen echter andere oplossingen voor video-ingangen en zelfs HD-camera's die video via encoders converteren worden geconfigureerd, zodat het DCN multimedia systeem ze kan detecteren alsof het ondersteunde camera's zijn. De geleverde videostreams moeten voldoen aan de standaarden die binnen het systeem worden gebruikt (bijv. RTSP). Deze configuratie vindt plaats door een configuratiebestand te bewerken dat is gemaakt voor dit doel. De uitleg van het gebruik van het bestand treft u in het bestand zelf aan. Bewerk het bestand als volgt: 1.

Open Notepad met administrator-rechten.

2.

Open het configuratiebestand in Notepad: Bestand -> Openen…

3.

Selecteer vervolgens Alle bestanden (*.*) in plaats van (Tekstdocumenten (*.txt).

4.

Blader naar de map Dcnm installation. Standaard is dit %PROGRAMFILES%\Bosch\DCN multimedia, waarbij %PROGRAMFILES% normaal gesproken C:\Program Files is.


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

64

nl | Hints en tips

DCN multimedia

5.

Selecteer en open het configuratiebestand (VideoStreamDeviceConfiguration.xml).

6.

Sla de wijzigingen na de bewerking op en stop en start de services vervolgens met Serverconsole om de geconfigureerde videostreams toe te passen.

9.7

Back-up van licentiebestand Nadat de licenties op het systeem zijn geïnstalleerd, moet als volgt een back-up van de licentiebestanden worden gemaakt: 1.

Voordat u een back-up maakt of herstelt, moeten alle services van 'Bosch DCN multimedia' worden gestopt, inclusief de services Bosch DCN multimedia License Manager en FlexNet Licensing Server 64' .

2.

Om een back-up te maken van licentiebestanden, kopieert u de map C:\ProgramData \FlexNet naar een back-uplocatie.

3.

Om de back-up te herstellen, kopieert u deze bestanden naar de pc waarop ze oorspronkelijk waren opgeslagen.

Aanwijzing! De map en bestanden zijn normaal gesproken verborgen in Windows. Wijzig de instelling van Windows verkenner om ze zichtbaar te maken, door het volgende te selecteren: Organiseren > Map- en zoekopties > Beeld.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

9.8

Hints en tips | nl

65

Een kopie maken van uw database 1.

Stop de DCN multimedia services met behulp van DCN multimedia Server Console.

2.

Stop de SQL server (SQLEXPRESS) via Services.

3.

Ga naar: C:\Program Files\Microsoft SQL Server\MSSQL10_50.SQLEXPRESS\MSSQL \DATA

9.9

9.10

4.

Kopieer DcnmDatabase_log.LDF en DcnmDatabase.mdf naar uw back-uplocatie.

5.

Start DCN multimedia server opnieuw op.

Een schone database maken 1.

Stop de DCN multimedia services met behulp van DCN multimedia Server Console.

2.

Open een opdrachtprompt in administrator-modus .

3.

Ga naar: C:\Program Files\Bosch\DCN multimedia.

4.

Voer DcnmDatabaseConsole.exe -n –y uit.

5.

Start DCN multimedia server opnieuw op.

Een bestaande database importeren 1.

Stop DCN multimedia services via de DCN multimedia Server Console.

2.

Stop de SQL server (SQLEXPRESS) via Services.

3.

Overschrijf de oorspronkelijke bestanden DcnmDatabase_log.LDF en DcnmDatabase.mdf in C:\Program Files\Microsoft SQL Server\MSSQL10_50.SQLEXPRESS\MSSQL\DATA met de databasebestanden die u wilt gebruiken.

9.11

4.

Start de SQL server (SQLEXPRESS) via Services.

5.

Open een opdrachtprompt in Administrator-modus.

6.

Ga naar: C:\Program Files\Bosch\DCN multimedia.

7.

Als u de database wilt upgraden, voert u DcnmDatabaseConsole.exe -y uit.

8.

Start de DCN multimedia server opnieuw op.

Extra toetsenborden aan een apparaat toevoegen Desgewenst kunt u extra niet-Europese toetsenborden, bijvoorbeeld een Chinees of een Koreaans toetsenbord, aan een DCN multimedia-apparaat toevoegen. Als u een Android-toetsenbord in een andere taal wilt gebruiken, moet u eerst de APK voor dat toetsenbord uploaden en daarna de onderstaande procedure volgen. Zie Externe toepassing toevoegen aan multimedia-apparaat, Pagina 19 voor informatie over het uploaden van APK´s. Twee voorbeelden hiervan zijn: –

com.google.android.inputmethod.korean-0.91.apk, koreaans, 877 KB

–

com.google.android.inputmethod.pinyin-3.2.1.65352638.apk, chinees, 12.103 KB

Instelprocedure OP het DCN multimedia-apparaat: 1.

Druk op het home-pictogram en druk op WWW om de internetbrowser te openen.

2.

Druk op de adresbalk in de browser om het toetsenbord weer te geven.

3.

Druk op het ´schuifpictogram´ rechtsonder op het toetsenbord.

4.

Druk op invoertalen.

5.

Schakel Systeemtaal gebruiken uit.

6.

Selecteer minimaal 2 talen in de lijst.

7.

Ga naar de browser en druk op de adresbalk om het toetsenbord weer te geven.

8.

Druk op het ´toetsenbordpictogram´ op de onderste balk van android naast het Boschlogo.

9. Bosch Security Systems B.V.

Druk op Invoermethoden instellen. Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

66

nl | Hints en tips

DCN multimedia

10. Kijk ook naar de andere toetsenborden. 11. Ga naar de browser en druk op de adresbalk om het toetsenbord weer te geven. 12. Druk op het ´toetsenbordpictogram´ op de onderste balk van android naast het Boschlogo. 13. Selecteer het toetsenbord dat u wilt gebruiken.

Aanwijzing! Extra toetsenborden moeten stuk voor stuk worden geconfigureerd voor elk DCNM-MMDapparaat.

Aanwijzing! Extra toetsenborden moeten na een upgrade van de firmware opnieuw worden geconfigureerd.

9.12

DCN multimediasoftware naar een eerdere versie downgraden DCN multimediasoftware verwijderen en een eerdere versie installeren levert geen werkend systeem op. Gebruik de volgende procedure om uw DCN multimediasysteem van de huidige versie naar een eerdere versie te downgraden: 1.

Selecteer via het Windows-pictogram Start het Configuratiescherm > Programma´s en onderdelen.

2.

Verwijder de volgende programma´s handmatig: –

Configuratieprogramma ARNI.

–

Bosch DCN multimedia.

–

Bosch DNS-SD Service, deze de-installatie vraagt om opnieuw opstarten.

–

OMNEO ARNI Firmware.

–

OMNEO Firmware Uploadprogramma.

3.

Start de pc opnieuw op.

4.

Wis eventueel de DCNM-database (DcnmDataBase), zoals wordt beschreven in Een schone database maken, Pagina 65.

5.

Installeer de eerdere versie van DCN multimedia, zoals wordt beschreven in Softwarepakket DCN multimedia installeren, Pagina 18.

6.

Verwijder de database: –

Download SQL Server management Studio 2008 R2 van: http://www.microsoft.com/en-us/download/details.aspx?id=22985

7.

–

Start Microsoft SQL Server management Studio.

–

Selecteer de database DcnmDatabase.

–

Start het snelmenu (klikken met rechtermuisknop) Verwijderen.

–

Schakel het selectievakje in.

–

Sluit bestaande verbindingen en druk op OK.

Herstel de back-up database –

Selecteer de map System Databases.

–

Start het contextmenu (klikken met rechtermuisknop) Database herstellen...

–

Selecteer het keuzerondje From Device (Van apparaat) en druk op de knop .... Het venster Specify backup (Back-up opgeven) wordt geopend.

– 2015.04 | V1.5 |

Druk op Toevoegen in het venster Specify Backup (Back-up opgeven). Softwarehandleiding


DCN multimedia

Hints en tips | nl

–

67

Blader naar de directory: %ProgramFiles%\Microsoft SQLServer\MSSQL10_50.SQLEXPRESS\MSSQL\DATA \DcnmBackup

–

Selecteer het bestand DcnmBackup_v1.00.bak en druk op OK om terug te gaan naar

–

Selecteer bij To database (Naar database) de database MmcnDatabase in de

het scherm Database herstellen. keuzelijst met invoervak. –

Schakel het selectievakje restore (Herstellen) in.

–

Druk op OK.

–

Als de database is hersteld, wordt het bericht Restore is successful (Herstellen voltooid) weergegeven.

9.13

NetTime-opties wijzigen Met NetTime worden timers gesynchroniseerd die in het DCN multimediasysteem worden gebruikt. Als het DCN multimediasysteem in een zakelijke omgeving wordt gebruikt, moet u de NetTime-opties misschien wijzigen. Deze opties wijzigen: 1.

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram NetworkTime in het meldingsgebied en selecteer Eigenschappen -> Instellingen…

2.

Voer de juiste Hostnaam of IP-adres van de tijdserver in uw omgeving in. Normaal gesproken is de tijdserver dezelfde server als de DHCP-server. Vraag uw plaatselijke ITafdeling om meer informatie.

9.14

3.

Klik op OK.

4.

Klik op stop en klik op start om de nieuwe instellingen te activeren.

Een (externe) SQL-server aan DCN multimedia toevoegen Vereisten Benodigde bestanden en informatie: –

Een teksteditor als Kladblok / Kladblok++ / … om de bestanden te wijzigen.

–

Het configuratiebestand voor de dataverbinding Bosch.Dcnm.Service.dll.config in de installatiemap van DCN multimedia (meestal C:\Program Files\Bosch\DCN multimedia).

–

De naam van de te gebruiken SQL-server (standaard: .SQLEXPRESS). Deze SQL-server moet bereikbaar zijn door de DCN multimedia-pc.

–

De verbindingsreferenties om verbinding te maken met de DCN multimedia database. Dit kan Windows-verificatie of SQL-verificatie zijn.

–

De naam van de DCN multimedia database (standaard: DcnmDatabase).

De verbindingsreeks opstellen 1. Als u de indeling van de verbindingsreeks wilt zien, gebruikt u een teksteditor om het configuratiebestand Bosch.Dcnm.Service.dll.config te openen. 2.

Zoek in het configuratiebestand naar de verbindingsreeksinstelling DbConnectionString. Standaard ziet het er als volgt uit:

De waarde bevat de verbindingsreeks, die de volgende informatie bevat (gescheiden door puntkomma´s). Bosch Security Systems B.V.

Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

68

nl | Hints en tips

DCN multimedia

1.

metadata=res://*;

2.

provider=System.Data.SqlClient;

3.

provider connection string="Data Source=.SQLEXPRESS;Initial Catalog=DcnmDatabase;Integrated Security=True; MultipleActiveResultSets=True";

Het derde deel bevat de SQL-verbindingsreeks en definieert de SQL-server en de database. De getoonde SQL-verbindingsreeks is gebaseerd op de indeling van Windows-verificatie en verwijst naar de lokale SQL-server met de naam SQLEXPRESS. De database heeft de naam DcnmDatabase. Indeling Windows-verificatie De SQL-verbindingsreeks is gebaseerd op de indeling van Windows-verificatie en ziet er als volgt uit. De te wijzigen elementen zijn gemarkeerd: Data Source =.SQLEXPRESS;Initial Catalog=DcnmDatabase;Integrated Security=True; MultipleActiveResultSets=True De eerste markering is de SQL-server. De tweede markering is de te gebruiken databasenaam. Indeling SQL-verificatie De SQL-verbindingsreeks is gebaseerd op de indeling van SQL-verificatie en ziet er als volgt uit. De te wijzigen elementen zijn gemarkeerd: Data Source=.SQLEXPRESS;Initial Catalog=DcnmDatabase;User ID=DbUser;Password=DbPassword;MultipleActiveResultSets=True –

De eerste markering is de SQL-server.

–

De tweede markering is de te gebruiken databasenaam.

–

De derde markering is de voor de verbinding te gebruiken SQL-gebruikersnaam.

–

De vierde markering is het voor de verbinding te gebruiken SQL-gebruikerswachtwoord. Opmerking Dit wachtwoord is niet gecodeerd.

SQL-serverreferentie De server moet in de verbindingsreeks worden genoemd. In de voorbeelden hierboven is de SQL-server .SQLEXPRESS. Deze referentie bestaat uit twee delen: –

De naam van de machine waar de SQL-server zich bevindt en

–

De naam van het exemplaar van de SQL-server.

Het machinedeel is gedefinieerd met twee backslashes, bijvoorbeeld: MySQLMachine De naam van de machine wanneer de lokale machine wordt gebruikt. De naam van de machine kan door een punt (.) worden vervangen. Het SQL-serverexemplaar is de naam die de SQL tijdens de installatie heeft gekregen, bijvoorbeeld: SQLEXPRESS Deze naam wordt achter de machinereferentie toegevoegd en wordt met een backslash gescheiden. Tijdens de installatie kunt u ook het standaardexemplaar kiezen. Dan kunt u de naam weglaten en hoeft u alleen de naam van de machine te vermelden. De database op de SQL-server maken De database kan alleen worden gemaakt met Windows-verificatie (het programma voor het maken van de database ondersteunt momenteel geen SQL-verificatie). Voor de beste ondersteuning adviseren wij de database met administrator-rechten op de doelmachine te maken.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


Hints en tips | nl

DCN multimedia

69

U gebruikt de consoletool DcnmDatabaseConsole.exe om de database te maken. Wanneer u de tool wilt kopiëren, moet u de volgende bestanden kopiëren: –

DcnmDatabaseConsole.exe

–

DcnmDatabaseConsole.exe.config

–

Bosch.Interfaces.dll

Als u hulp nodig hebt bij de syntaxis voor de opdrachtregel, voert u de opdracht met de optie -? uit. Op afstand maken Als u de database op afstand wilt maken, moet u bijvoorbeeld de volgende database-opties doorgeven: DcnmDatabaseConsole.exe –s SQL-Server –d Database –

U kunt eventueel de optie –n aan de opdracht toevoegen om het maken van een nieuwe database te forceren (de oude database wordt dan niet meer gebruikt).

–

Wanneer u de optie -n weglaat, wordt gecontroleerd of de database aanwezig is en wordt wanneer nodig een upgrade uitgevoerd.

Database maken op de doelmachine Als u de database op de doelmachine wilt maken, moet u de bovengenoemde bestanden naar de doelmachine kopiëren. U gebruikt dezelfde opdrachtopties, behalve dat u het machinedeel kunt weglaten. U kunt het machinedeel door een punt (.) vervangen. Voorbeeld Windows-verificatie In dit voorbeeld ziet u hoe u Windows-verificatie gebruikt om verbinding te maken met de externe SQL-server met de naam SQLENT1 op de machine SQLSRV. De te gebruiken database voor het systeem is MainConfHall. De volgende wijzigingen worden aangebracht in de configuratie (de gewijzigde elementen zijn onderstreept):

Database maken: Extern:

Op doel:

Voorbeeld SQL-verificatie In dit voorbeeld ziet u hoe u SQL-verificatie gebruikt om verbinding te maken met de externe SQL-server met de naam SQLENT1 op de machine SQLSRV. De te gebruiken gebruikersnaam en wachtwoord zijn: DcnmUser en P@ssw0rd. De te gebruiken database is ConfHallE53. De volgende wijzigingen worden aangebracht in de configuratie (de gewijzigde elementen zijn onderstreept): Bosch Security Systems B.V.

Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

70

nl | Hints en tips

DCN multimedia

Opmerking: In deze situatie is de term Integrated Security=True verwijderd. Database maken: Extern:

Op doel:

Voorbeeld SQL-verificatie op standaardexemplaar In dit voorbeeld ziet u hoe u SQL-verificatie gebruikt om verbinding te maken met de standaard SQL-server op de machine SQLSRV. Het voorbeeld is hetzelfde als het vorige, met dit verschil dat de verbinding met de standaard SQL-server wordt gemaakt in plaats van een gedefinieerd exemplaar. De te gebruiken gebruikersnaam en wachtwoord zijn: DcnmUser en P@ssw0rd. De te gebruiken database is ConfHallE53. De wijzigingen die in de worden aangebracht in de configuratie zijn (de gewijzigde elementen zijn onderstreept):

Opmerking: In deze situatie is de term Integrated Security=True verwijderd. Database maken: Extern:

Op doel:

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

9.15

Hints en tips | nl

71

Bestanden uploaden en openen (documenten, afbeeldingen en presentaties) Achtergrondinformatie Tijdens een vergadering kunnen deelnemers bestanden openen en bekijken (bijvoorbeeld documenten, afbeeldingen en presentaties) door op een blauwe hyperlink Meer informatie op de multimedia-apparaten te klikken. De hyperlink Meer informatie wordt weergegeven voor: –

elke vergadering

–

elk agendapunt en

–

elke stemronde.

Deelnemers kunnen deze hyperlink gebruiken als: –

de documenten zijn geüpload naar: –

de CMS-systemen (Content Management Systems) van de klant of

–

een of meer mappen op de website DcnmMeetingDocuments op de DCN multimediaserver, als de klant geen CMS heeft.

–

een URL (koppeling) op de voorbereidingspagina´s is ingevoerd voor: –

elke vergadering (zie Vergaderdetails, Pagina 36).

–

elk agendapunt en (zie Onderwerpdetails, Pagina 38) en

–

elke stemronde (zie Stemrondedetails, Pagina 39.

U kunt wanneer nodig mappen voor documenten maken; u kunt bijvoorbeeld afzonderlijke mappen maken voor “Vergadering”, “Agenda” en “Stemmen”, waarin u relevante documenten opslaat, of u kunt een map “Vergadering” maken waarin u alle documenten opslaat. Het voordeel van aparte mappen is dat alleen de relevante documenten beschikbaar zijn wanneer u op een van de hyperlinks Meer informatie drukt, dat wil zeggen, dat alleen documenten die betrekking hebben op stemmingen worden weergegeven wanneer u op de hyperlink Meer informatie voor stemmen drukt. Het nadeel is echter dat u afzonderlijke hyperlinks moet invoeren op de voorbereidingspagina´s voor elke map. Technische taken Maak een of meer mappen op de website DcnmMeetingDocuments: 1.

Blader met Windows Verkenner naar C:\inetpub\wwwroot\DcnmMeetingDocuments.

2.

Maak in Windows Verkenner de map vergaderingsdocumenten, als deze map nog niet bestaat.

3.

Maak binnen deze map een map voor elke vergadering, bijvoorbeeld vergadering_1, vergadering_2, vergadering_3. In deze mappen slaat u de documenten o;p die worden weergegeven wanneer er op de hyperlink Meer informatie wordt gedrukt.

4.

Optioneel: maak binnen elke vergaderingsmap een map voor elk agendapunt en elke stemronde, bijvoorbeeld agenda_1, agenda_2 en stemronde_1, stemronde_2.

Voer de URL (koppeling) voor deze mappen in. Zie de voorbeelden hieronder: Map(pen) voor vergaderingsdocumenten (altijd vereist) Naam voorbeeldmap: DcnmMeetingDocuments/vergaderingsdocumenten/vergadering_1 Voorbeeld-URL: http:// :31415/Default.aspx?meeting=vergadering_1 Als u de URL vanuit de startpagina van de Vergaderapplicatie wilt invoeren, selecteert u: Voorbereiden > Vergaderingen > Naam vergadering. Zie Vergaderdetails, Pagina 36 voor meer informatie. Map(pen) voor agendapunten (optioneel) Naam voorbeeldmap: DcnmMeetingDocuments/vergaderingsdocumenten/vergadering_1/ agenda_1 Bosch Security Systems B.V.

Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

72

nl | Hints en tips

DCN multimedia

Voorbeeld-URL: http:// :31415/Default.aspx? meeting=meeting_1&agenda=agenda_1 Als u de URL vanuit de startpagina van de Vergaderapplicatie wilt invoeren, selecteert u: Voorbereiden > Vergaderingen > Naam vergadering > Agenda > Naam agenda. Zie Onderwerpdetails, Pagina 38 voor meer informatie. Map(pen) voor stemronden (optioneel) Naam voorbeeldmap: DcnmMeetingDocuments/vergaderingsdocumenten/vergadering_1/ stemronde_1 Voorbeeld-URL: http:// :31415/Default.aspx? meeting=meeting_1&agenda=agenda_1 Als u de URL vanuit de startpagina van de Vergaderapplicatie wilt invoeren, selecteert u: Voorbereiden > Vergaderingen > Naam vergadering > Stemscript > Stemronde. Zie Stemrondedetails, Pagina 39 voor meer informatie. Taken voor secretaris of notulist 1. Navigeer met Windows Verkenner naar C:\inetpub\wwwroot\DcnmMeetingDocuments. 2.

Controleer of de technicus de juiste mappen heeft gemaakt, zoals wordt beschreven bij Technische taken. Zie vorig hoofdstuk.

3.

Uploaden bestanden (documenten, afbeeldingen en presentaties) naar de desbetreffende map(pen).

4.

Controleer of de vereiste URL´s (koppelingen) zijn ingevoerd op de pagina´s voor Voorbereiden in de Vergaderapplicatie. Zie vorig hoofdstuk.

5.

Activeer elke vergadering en controleer of koppelingen naar de vergaderingsdocumenten

6.

Optioneel: Doe dit ook voor elk agendapunt en elke stemronde van een vergadering.

worden weergegeven wanneer er op de hyperlink Meer informatie wordt gedrukt.

9.16

De opslaglocatie voor de stemresultaten configureren Standaard worden de stemresultaten opgeslagen in C:\ProgramData\Bosch\DCN multimedia \. U kunt deze locatie wijzigen. Dit doet u als volgt: 1.

Maak een nieuwe map voor het opslaan van de stemresultaten, bijvoorbeeld C: \Resultaten\.

2.

Kopieer de xml-sjabloon VotingResult.xml van C:\ProgramData\Bosch\DCN multimedia\ naar de nieuwe locatie van de stemresultaten, bijvoorbeeld C:\Resultaten\.

3.

Maak een configuratiebestand met informatie over de locatie van de stemresultaten: –

De naam van het configuratiebestand moet ResultService.Config zijn

–

Het configuratiebestand moet de volgende informatie bevatten <Path>C:\Resultaten\

–

Het configuratiebestand moet worden opgeslagen in dezelfde map als het bestand ResultService.dll. Standaard is dit C:\Program Files\Bosch\DCN multimedia\.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

10

Problemen oplossen | nl

73

Problemen oplossen Zie voor problemen oplossen ook het hoofdstuk Installatietest van de DCN multimedia hardware-installatiehandleiding. Raadpleeg de productinformatie op www.boschsecurity.com.

10.1

Klantenservice Als een storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met uw leverancier of systeemontwikkelaar of neem rechtstreeks contact op met uw contactpersoon van Bosch.

10.2

Bekende problemen Lees de volgende hoofdstukken voor informatie over bekende problemen en de bijbehorende oplossingen:

10.2.1

–

Licentiebeheer, Pagina 73

–

Netwerk, Pagina 73

–

Installatie van software en hardware, Pagina 74

–

Vergaderapplicatie en multimedia-apparaat, Pagina 75

–

Camerabesturing, Pagina 76

Licentiebeheer Probleem: Een DCN multimedia-licentie activeren met niet-standaard ANSI-tekens kan het volgende foutbericht opleveren: Request xml file is tampered (Aangevraagd xml-bestand is beschadigd). Please submit valid xml (Stuur een geldige xml). Versie: 1.2. Oplossing: Maak een nieuw bestand Request.xml (offline activeren) met standaard ANSI-tekens.

10.2.2

Netwerk Probleem: Vertraging van audio in een multi-subnet DCN multimediasysteem dat gebruikmaakt van Cisco c3560x met firmware 15.0.1 SE3 c3560e-universalk9-mz.150-1.SE3.bin Oplossing: Gebruik de geteste en ondersteunde firmwareversies: –

12.2.55 SE5 (c3560e-universalk9-mz.122-55.SE5.bin)

–

15.2.2E (c3560e-universalk9-mz.152-2.E.bin)

Probleem: DCN multimedia-apparaten direct uit de verpakking aansluiten op een netwerk switch kan verbindingsproblemen opleveren, omdat op de DCN multimedia-apparaten Rapid Spanning Tree Protocol (RSTP) standaard is ingeschakeld en niet alle netwerk switches dit protocol ondersteunen. Oplossing: Upgrade de DCN multimedia-apparaten met alleen DCNM-APS en een aangesloten pc. Probleem: Client-pc maakt geen verbinding met DCN multimediaserver wanneer deze niet in hetzelfde subnet is. Oplossing:


Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

74

nl | Problemen oplossen

DCN multimedia

Definieer en configureer het systeem zo dat alle client-pc´s in hetzelfde subnet zijn als de DCN multimediaserver. Probleem: Wanneer u beheerde switches gebruikt waarop IGMP is ingeschakeld, kan dit probleem leiden tot verlies van audio en andere storingen. Oplossing: Stel op uw switch igmp-last-member-query-count=7, igmp-last-member-query-interval=10000 in en schakel de IGMP querier in op een herhalingsrate van 60 seconden. Als uw switch geen IGMP querier implementeert, kunt u de IGMP querier in de ARNI-E gebruiken.

10.2.3

Installatie van software en hardware Probleem: Upgrade van DCN multimedia naar 1.31 op Windows 2012 mislukt. Oplossing: Voer het installatieproces nogmaals uit. Probleem: Failsafe-apparaten worden niet automatisch hersteld door de FWUT als deze niet in hetzelfde subnet zijn als de FWUT, bijvoorbeeld een multi-subnet netwerk met een ARNI. Oplossing: Koppel alle apparaten los die in failsafe-modus zijn en sluit ze aan op een systeem met één subnet en zonder ARNI. Het failsafe-mechanisme is gebaseerd op multicast DNS, wat deze technische beperking veroorzaakt. Failsafe werkt met multicast DNS; dit is een technische beperking. Opmerking: Sluit niet meer dan 10 failsafe-apparaten tegelijk aan. Probleem: DCN multimedia-apparaten(DCNM-MMD) met firmware lager dan 1.2 upgraden, werkt niet in een systeem met een ARNI, omdat de Firmware Upload Tool de DCNM-MMD´s niet vermeldt. Versie: 1.2 Oplossing: Upgrade de DCN multimedia-apparaten terwijl de ARNI niet is aangesloten. Opmerking: Beperk bij het upgraden de systeemgrootte tot 100 DCNM-MMD´s. Probleem: DCN multimedia niet geïnstalleerd wegens storing: Failed to verify signature of payload: SQLServer2008R2 (Handtekening van payload niet geverifieerd). Oplossing: De pc beschikt niet over de meest recente update van Microsoft Windows. Installeer de nieuwste updates van Microsoft Windows op de pc voordat u de installatie van DCN multimedia begint. Probleem: Het systeem houdt ermee op wanneer een nieuwe gebruiker is gemaakt op de pc met de DCN multimedia software services. Oplossing: Start de server-pc opnieuw op.

2015.04 | V1.5 |

Softwarehandleiding


DCN multimedia

10.2.4

Problemen oplossen | nl

75

Vergaderapplicatie en multimedia-apparaat Probleem: De DCN multimedia Serverconsole toont een groen vinkje om aan te geven dat alle services correct zijn gestart en het systeem de juiste licenties heeft, maar: –

de DCNM-APS toont een groene knipperende LED.

–

de DCNM MMD’s tonen een scherm met de ethernetkoppelingen.

–

de Vergaderapplicatie vertoont alleen maar het startscherm.

Er zijn twee mogelijke oorzaken: De SQL-server ziet de DCN multimedia-databases niet, omdat u Microsoft SQL Server handmatig hebt verwijderd voordat u DCN multimedia hebt geïnstalleerd. Oplossing 1: 1.

Stop de DCN multimedia services via de DCN multimedia Server Console.

2.

Verwijder alle Dcnm*.*-bestanden in C:\Program Files\Microsoft SQL Server \MSSQL10_50.SQLEXPRESS\MSSQL\DATA

3.

Open een opdrachtprompt met hogere machtigingen (Uitvoeren als Administrator).

4.

Ga naar C:\Program Files\Bosch\DCN multimedia

5.

Voer de opdracht DcnmDatabaseConsole.exe -y -n uit

6.

Start de DCN multimedia services via de DCN multimedia Server Console.

De DCN multimedia service kan geen verbinding maken met de database wegens de verificatie-instellingen van de systeemgebruiker admin. Oplossing 2: 1.

Stop de DCN multimedia services via de DCN multimedia Server Console.

2.

Kopieer [DVD]\Tools\SQL script\Sysadmin2System.sql naar C:\script\

3.

Open een opdrachtprompt met hogere machtigingen (Uitvoeren als Administrator).

4.

Voer de opdracht sqlcmd.exe -S .\SQLEXPRESS -E -i C:\script\Sysadmin2System.sql uit

5.

Start de DCN multimedia services via de DCN multimedia Server Console.

Probleem: Wanneer u de Home-knop in de browser gebruikt en de knop Terug naar actief (grote groene knop) om naar de actieve vergadering terug te gaan nadat u op internet hebt gebladerd, treedt er een vertraging van ongeveer 4 seconden op. Oplossing: Dit is standaardgedrag voor Android. Wanneer u de knop Terug in de browser gebruikt en daarna de knop Terug naar actief, treedt er geen vertraging op. Probleem: De Vergaderapplicatie toont uitgeschakelde of ontbrekende knoppen. De multimediaapparaten tonen het verbroken scherm. Oplossing: Schakel de slaapmodus van de server-pc uit en start de server daarna opnieuw op. Probleem: De Vergaderapplicatie en de multimedia-apparaten tonen verschillende tijden. Oplossing: Schakel de zomertijd in op de pc met de Vergaderapplicatie. Bosch Security Systems B.V.

Softwarehandleiding

2015.04 | V1.5 |

76

nl | Problemen oplossen

10.2.5

DCN multimedia

Camerabesturing Probleem: Wanneer u de PTZ-pijlen in de Vergaderapplicatie gebruikt, blijft de camera bewegen als deze firmware versie 5.73 heeft. Oplossing: Downgrade de firmware van de camera naar 5.72. Probleem: De presets van de camera kunnen niet worden ingesteld op de stoelen. Oplossing: 1.

Sluit de Vergaderapplicatie.

2.

Verwijder het bestand C:\Users\«servername»\AppData\Local\Bosch \Bosch.Mmcn.UserInterfaces_...

3.

2015.04 | V1.5 |

Start de Vergaderapplicatie opnieuw.

Softwarehandleiding


Bosch Security Systems B.V. Torenallee 49 5617 BA Eindhoven The Netherlands www.boschsecurity.com © Bosch Security Systems B.V., 2015

DCN multimedia. Vergadersysteem. nl Softwarehandleiding

Recommend Documents