nr. 3 jaargang 8 december 2013 voor opdrachtgevers en relaties Blauw heeft heel veel betekenissen, maar staat wat Blue Sky Group betreft voor e nergie. Ook in de lucht. De lucht is blauw omdat de stofdeeltjes en de moleculen van de dampkring de blauwe straling weerkaatsen zodat die wordt verstrooid. Dat gebeurt alleen met het blauwe licht: de stralen met de kortste golflengte en de hoogste energie.
4 Een DB of DC
pensioenregeling?
woningmarkt
investeringspropositie
Twee ervaringsdeskundigen aan het woord
schaalvergroting
houdbaarheid
10 Investeren
verwachtingsmanagement
DBcode ofpensioenfondsen DC?
in Nederland
toezichtsmaatregelen
volatiliteit
Hoe interessant is die propositie voor pensioenfondsen?
deense pensioenspecialiteiten
consolidatie
solvabiliteitseisen
16 Europees toezicht
wet- en regelgeving
Wat doet EIOPA precies en wat is de relatie met toezicht in Nederland?
Blue Sky Group
Postbus 123 1180 AC Amstelveen T (020) 426 62 66 E
[email protected]
www.blueskygroup.nl 24
1
De inhoud 04 De wereld verandert en wat doen wij?
Een DB of een DC pensioenregeling, dát is de vraag Vibeke T. Aagaard (directeur pensioenen en communicatie van het Deense PKA) en Janwillem Bouma (algemeen directeur van het Shell Pensioenbureau Nederland) delen hun DC-ervaringen.
08 Niet baanbrekend, wél een prikkel Sinds september is er de Code
10 Investeren in de BV Nederland
Toine van der Stee Algemeen directeur Blue Sky Group
Moeten pensioenfondsen investeren in de Nederlandse economie om de crisis te bestrijden of hebben ze genoeg aan hun eigen uitdagingen?
Actuarissen aan het woord 09 Rick de Rijk, ABN AMRO Pensioenfonds 16 Gisella van Vollenhoven, DNB 21 Wichert Hoekert, Towers Watson
18 Hoe snel komt Europa dichterbij?
Toezichthouder EIOPA: wat doen ze precies?
Drie actuarissen vertellen ieder vanuit hun eigen invalshoek over hun werk en de invoering van het nieuwe FTK. Wat houdt deze rekenaars bezig?
We vragen het aan Benne van Popta, hij is namens de Pensioenfederatie lid van de Occupational Pensions Stakeholder Group van EIOPA. 9
16
Pensioenfondsen Erik Voorhoeve, geeft zijn nuchtere visie.
7
21
12 Consolidatie in de pensioensector: klein is ook fijn Het aantal pensioenfondsen loopt terug Voor- en nadelen van een ondernemingspensioenfonds.
22 In de wandelgangen
wereld verandert actuarissen nieuwe code europees toezicht
10
8
22
The world’s next top model
18
Remco Jacobs: “Alles wat met investeringen of beleggingen te maken heeft komt linksom of rechtsom bij ons terecht.”
17 Blue Sky Group onderzoekt eigen imago en reputatie: de resultaten 23 Twee nieuwe opdrachtgevers stellen zich voor
In 2010 werd het pensioenakkoord gesloten. Het was het antwoord op de combinatie van drie problemen. We bleken veel langer te leven dan waarop de pensioenvoorzieningen berekend waren, de effectenmarkten vielen sterk terug in 2008 en de disconteringsvoet daalde naar historisch lage niveaus. De reserves van veel pensioenfondsen bleken tegen zo’n drievoudige schok niet bestand. Het pensioenakkoord reageerde daarop met een drievoudig antwoord. De pensioenpremies kunnen niet almaar door blijven stijgen. De pensioenleeftijd moet omhoog. En de deelnemers gaan meer merken van de beleggingsrisico’s die pensioenfondsen lopen. Je kunt ook zeggen: We worden steeds meer een renteniers natie. De pensioenpremies nemen in relatieve betekenis af en we worden steeds meer afhankelijk van de in het verleden opgebouwde vermogens.
‘Deze aanpassingen betekenen vooral dat we de houdbaarheid van ons stelsel op lange termijn een dienst bewijzen’ Vervolgens is er in de polder eindeloos gediscussieerd over de uitwerking van deze afspraken. De papierfabrieken hadden er een aardige omzet aan. Nieuwe en prachtige vergezichten dienden zich aan. Zo mooi dat je bijna zou vergeten wat er fout was gegaan. Persoonlijk zie ik meer nut in een goede analyse van wat er mis ging en een goed plan om die tekortkomingen te repareren. Daarvoor heb je niet een heel nieuw pensioenstelsel nodig. Het goede nieuws is dat zo’n gezond verstand oplossing er nu toch kan komen. De staatssecretaris van Sociale Zaken heeft een opening geboden en onder aan voering van de Pensioenfederatie is daarvan goed gebruik gemaakt. De positivo’s zullen zeggen: “Eind goed, al goed”. De realisten zullen zeggen dat er nog een lange weg te gaan is. De zogenaamde tussenvariant doet eigenlijk precies wat de boodschap was van het pensioenakkoord. In grote lijnen houden we ons pensioenstelsel in stand. En waarom ook niet, als velen in de wereld denken dat wij één van de beste stelsels hebben. De pensioenpremies gaan zich wat stabieler ontwikkelen. We krijgen een beter aanpassingsmechanisme voor het geval dat mensen gemiddeld nog langer zullen gaan leven. En pensioenfondsen kunnen sneller reageren op financiële schokken. Ze hoeven met aanpassing van de pensioenopbouw of van de al opge bouwde aanspraken niet meer te wachten tot ze al diep in de problemen zitten. Deze aanpassingen betekenen vooral dat we de houdbaarheid van ons stelsel op lange termijn een dienst bewijzen. Precies wat we nodig hebben. In de Melbourne Mercer Index heeft Nederland de eerste plaats aan Denemarken moeten afstaan. Dat heeft alles te maken met het feit dat het Deense stelsel op de lange termijn beter houdbaar was dan het Nederlandse. Dat gaan we nu oplossen. Samen met de onveranderd sterke kenmerken van het Nederlandse stelsel gaat dat er hopelijk voor zorgen dat we opnieuw het topmodel van de wereld hebben.
....
volg Blue Sky Group ook via LinkedIn Colofon | Redactie Blue Sky Group | Tekst Toine van der Stee, Land van Maas en Taal, Lamar communicatie, Bauke ter Braak Fotografie Don Wijns, e.a. | Art direction, ontwerp en illustraties Frissewind, profs in communicatie en design, Amsterdam | Druk Aeroprint, Ouderkerk aan de Amstel Blauw is het relatiemagazine voor opdrachtg evers en relaties van Blue Sky Group. In Blauw vindt u onderwerpen die te maken hebben met pensioen, in de breedste zin van het woord. Onderwerpen die p rikkelen en u uitdagen de dialoog met ons aan te gaan.
3
dc-ervaringen
De wereld verandert en wat doen wij? Wij Nederlanders weten hoe mooi een DB pensioenregeling kan zijn. Beter kun je het voor je deelnemers niet regelen. Maar we kennen helaas ook de valkuilen. Nu voor steeds meer bedrijven de pensioenregeling een ondraaglijke last wordt en fondsen het alsmaar moeilijker krijgen, moeten we verder kijken. Hoe kunnen we onze problemen in de hand houden en toch een aantrekkelijk pensioen blijven bieden? Een DC regeling is een van de opties. Vibeke T. Aagaard en Janwillem Bouma delen hun DC-ervaringen met ons, tijdens het Blue Sky Group clientseminar in het Eye Filmmuseum in Amsterdam.
‘Deense fondsen beloven weinig en proberen de deelnemers in positieve zin te verrassen met mooie resultaten’
Deens DC
Aagaard is directeur pensioenen en communicatie van PKA, een van de grote Deense pensioenfondsen. Tijdens haar presentatie wordt het duidelijk dat de Denen zeer alert zijn geweest in het voorzien van problemen en het bedenken van oplossingen daarvoor. Zo hebben zij al in 1995 vastgesteld dat hun rekenrente niet reëel was. Aagaard: “Die is in een paar jaar teruggezet van 4,5% naar 0%. De gevolgen daarvan voor de pensioengaranties zijn toen aan iedereen duidelijk gemaakt. ‘Nieuw’ geld werd altijd verrekend naar de laatste garantiemaatstaven. Er ontstonden zo verschillende garantieniveaus, gebaseerd op allerlei rentestanden. Die ‘oude’ groep met hoge aanspraken kost PKA ook nu nog veel geld. Maar pensioen verhogingen zijn dus ook voor hen gelimiteerd. Maar omdat we nooit onze beloftes hebben hoeven breken, is het vertrouwen in het pensioenfonds hoog.
Verwachtingsmanagement en een beetje geluk
In 2001 is Denemarken overgestapt op het market value principle. Aagaard: “Onze minister wilde de tegoeden van de pensioenfondsen beter verhandelbaar maken. Niemand in Europa geloofde daarin. Maar het is gelukt en het toen verder ontwikkelde DC systeem is achteraf een goede zet geweest. Om de stabiliteit van de pensioenbelofte te verbeteren, heeft PKA in 2008 het gegarandeerde deel van het pensioen drastisch teruggeschroefd en de pen sioenleeftijd verhoogd. Natuurlijk was dat een bittere pil, maar we hebben duidelijk gesteld: “we kunnen alleen voldoende geld voor u verdienen, als we investeren en risico’s nemen. Als we volledige zekerheid zouden inkopen, zou uw geld niet of nauwelijks groeien en blijft er door inflatie steeds minder over. Dat begrijpen mensen echt.
4
Deense fondsen beloven weinig en proberen de deelnemers in positieve zin te verrassen met mooie resultaten. PKA garandeert haar deelnemers maar een zeer beperkt deel van het pensioen inkomen. De rest is afhankelijk van beleggingsresultaten. Natuurlijk proberen we minimaal de inflatiebij te houden, maar ook dat is geen garantie. PKA richt zich op een totaalpensioen van 70 tot 80% van het salaris. Hoe lager de garanties, hoe hoger de resultaten. Dit hebben we in 2008 op een zeer directe manier uitgelegd. Bijna 100.000 leden met bestaande, hoge garanties mochten toen overstappen naar het systeem zoals dat voor nieuwe deel nemers gold. 75.000 hebben die overstap gemaakt.
Dear prudence
Aagaard gelooft in voorzichtigheid. Zij is zelf jaren actuaris geweest, en ziet nu dat deze meesterrekenaars andere (en niet altijd wijzere) beslissingen nemen dan de rest van de sector. “Actuarissen zijn een beetje onze Formule I coureurs. Ze weten precies hoe ze het uiterste uit de machine kunnen halen. Maar we weten ook allemaal dat auto’s op die manier meestal niet lang heel blijven en veel onderhoud en dure aanpassingen nodig hebben. Dan hoeven we het over het ‘crashrisico’ niet eens te hebben.” Governance heeft wat haar betreft vooral een voorbereidende rol. “Als bestuurder moet ik goed weten hoe ik de auto moet bedienen. Ik hoef niet exact te weten hoe de auto werkt. Wel wil ik dat mijn mecanicien de auto zo goed heeft voor bereid en onderhouden, dat de kans op
een breakdown nihil is. Dan hoeft die specialist echt niet constant aan boord mee te rijden. Dat is duur en onnodig. Wat zou u doen als u in de schoenen stond van een Nederlandse pensioenfondsbestuurder? “Ik zou over het probleem gaan praten met mijn deelnemers. Ik zou toegeven dat ik laat ben met het nemen van maatregelen, maar uitleggen dat er nu alsnog iets moet gebeuren. Bedenk dat jij als bestuurder het probleem niet hebt gecreëerd. Het is door ontwikkelingen in de maatschappij ontstaan. Schets helder de opties om het op te lossen. Als mensen voelen dat je eerlijk bent, zijn ze vaak flexibeler dan je denkt. Ik denk dat je op die manier een nieuwe start kunt maken met nieuwe, goede pensioenafspraken. Dat kan op basis van DC zijn of een hybride constructie zoals de onze, maar dat hoeft niet. Zeer belangrijk: maak de deelnemer deel van het probleem én van de oplossing. Vraag: wat wil jij? En laat zien dat je daar iets mee doet. Dat levert vertrouwen op. Geef mensen het gevoel dat je ‘in control’ bent, maar trek niet een te grote broek aan. Je kan met al je kennis en met grote volumes veel voor mensen betekenen, maar niet de hele wereld naar je hand zetten.
Vibeke Aagaard
is directeur pensioenen en communicatie van PKA, één van de grote Deense pensioenfondsen
Deense pensioenspecialiteiten e premie bedraagt 13-18% van het volledige salaris. D Richtlijn opbrengst: 70-80% van het salaris (1e+2e pijler). Pensioensparen in levenslange annuïteiten is in Denemarken onbeperkt aftrekbaar van de belasting. De opbouw loopt ook na de pensioendatum nog door. Zo’n 80% van de Denen is lid van een vakbond.
‘A ls mensen voelen dat je eerlijk bent, zijn ze vaak flexibeler dan je denkt’
5
dc-ervaringen
De wereld verandert en wat doen wij? Shell kiest voor individueel DC Shell is sinds jaar en dag een boegbeeld van een goed pensioen. Nu heeft juist dit bedrijf ervoor gekozen om voor haar nieuwe deelnemers over te stappen op een individuele regeling op DC basis. Wat zijn de beweegredenen en is dit een stap terug of juist een stap vooruit?
‘Wij hebben goed gekeken naar ervaringen in landen waar de stap naar DC al veel eerder is gemaakt’
Pensioen een bedrijfsrisico
Janwillem Bouma, sinds 2010 algemeen directeur van het Shell Pensioenbureau Nederland is belast met de uitvoering van zowel de nieuwe als de bestaande regeling. Hij legt uit: “De DB pensioen regelingen drukken op de balans van de onderneming. Vooral de volatiliteit van de werkgeversbijdrage is een belangrijke factor. Een risico dat ook nog eens grotendeels door de buitenwereld wordt bepaald, bijvoorbeeld door de ontwikke lingen op de financiële markten en de ontwikkeling van de rente. Vooral de onzekerheid die de DB systematiek veroorzaakt (met betrekking tot o.a. bijstortverplichtingen) vergt een nieuwe regeling. Dit beeld wordt door de buiten wereld bevestigd. Zo formuleerde Standard & Poor’s de risico’s voor Shell als volgt: “The weaknesses include Shell’s exposure to highly volatile and cyclical commodity sectors (……), and significant volatility in the company’s pension scheme’s. A material adverse swing in the pensions funding deficit, could also result in downward rating pressure.” Shell heeft elders in de wereld al lang ervaring met individueel DC opgedaan en het wordt als een goed alternatief voor DB gezien, mits verantwoord vormgegeven en uitgevoerd.
Kosten gelijk
Shell is doordrongen van het belang van een goed pensioen. In de afgelopen periode zijn er diverse opties geanaly seerd en besproken. Alle argumenten zijn
zorgvuldig meegewogen in de besluitvor ming. Het ging daarbij niet zozeer om het verlagen van de kosten. De nieuwe regeling leidt op de lange termijn tot ongeveer dezelfde premiedruk als de oude. Uiteindelijk zijn de knopen doorge hakt en is er een individuele DC-regeling uitgerold, waarin ook mogelijke voor delen via collectieve elementen zijn opgenomen. Deze zijn wel afhankelijk van het herziene financiële toetsingskader. De bestaande DB regeling is vanaf 1 juli 2013 gesloten voor nieuwe deelnemers. De bestaande deelnemers blijven in de ongewijzigde DB regeling. Voor de nieuwe regeling is een nieuw pensioenfonds opgericht. Inmiddels zijn er al enkele honderden nieuwe deelnemers in het fonds opgenomen.
DC versie 2.0
Het is duidelijk dat er meer risico bij de deelnemers komt te liggen. Toch vindt Bouma dat de nieuwe opzet erg goed in elkaar zit en voor alle partijen toekomst bestendig is. Er wordt een volwaardige premie ingelegd. De medewerker kan daarbij kiezen hoe zijn premie wordt belegd: defensief, neutraal of offensief. Op de pensioendatum koopt de deelne mer een levenslange annuïteit. Om de afhankelijkheid van de rentestand op dat moment te beperken, biedt het nieuw pensioenfonds lifecycle-schema’s aan. Maar wie wil kan het risiconiveau binnen grenzen verder aanpassen aan zijn eigen financiële situatie. Er ligt ook nog een collectieve variant klaar, die de risico’s meer spreidt en waarbij men na pensio nering toch ‘belegd kan blijven’. Zodra de
pensioenwetgeving rond is en deze optie toelaat, kan men ook hier gebruik van maken. Bouma: “Soms is het plezierig om niet vooraan in de rij te staan. Er is bijvoor beeld ook goed gekeken naar ervaringen in landen waar de stap naar DC al eerder is gemaakt, zoals Engeland. We hebben het DCfonds zo ingericht, dat we direct als institutionele belegger aan de slag kunnen. Dat levert kostenvoordelen op. Ook de collectieve optie is gecreëerd om ‘the best of both worlds’ te benutten.
Half vol of half leeg?
Bouma vindt het jammer dat de media de verandering grotendeels hebben opgepikt als een switch van het allerbeste naar het allerslechtste in plaats van de feiten goed in ogenschouw te nemen. “Er is, gedwon gen door de serieuze financieringsproble matiek, een goed alternatief pensioen systeem met individuele keuzevrijheid ontwikkeld dat past bij deze tijd. Het is ontegenzeglijk een grote stap. En natuur lijk moeten partijen vaak wennen aan een nieuwe situatie. Maar ik denk dat deze regeling zich in de komende jaren zal bewijzen als een verstandige afspraak met oog voor de toekomst. Of andere pensioenfondsen hun voordeel kunnen doen met onze ervaringen? Misschien. Bij de besluitvorming zijn veel opties uitgedacht en doorgerekend. Deze opzet past binnen de internationale cultuur en setting van Shell. Maar het is zeker geen blauwdruk. Iedere organisatie moet zelf onderzoeken welke regeling hen het best past om tot een zo goed mogelijk alternatief te komen. Er bestaat geen standaard ‘easy way out’. Pensioen blijft een belangrijke maar ook kostbare arbeidsvoorwaarde. Dat geldt ook voor de nieuwe DC regeling.”
....
Janwillem Bouma
sinds 2010 algemeen directeur van het Shell Pensioenbureau Nederland
Blue Sky Group clientseminar in het Eye, filmmuseum Amsterdam
‘Vooral de enorme volatiliteit die de DB systematiek veroorzaakt, klemt meer en meer’
6
7
uitgelicht
Erik Voorhoeve hoofd bestuurs- en bedrijfsondersteuning van Blue Sky Group
Nieuwe normen voor goed bestuur
Drie actuarissen die ieder vanuit hun eigen invalshoek werken aan de invoering van het nieuwe FTK. Wat houdt deze rekenaars bezig? Rick de Rijk is actuarieel analist en hoofd actuariaat bij ABN AMRO Pensioenfonds. Hij geeft daar leiding aan een afdeling van in totaal vijf personen.
Niet baanbrekend wél een prikkel Sinds september is er de Code Pensioenfondsen. Daarin hebben de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid normen geformuleerd voor goed pensioenfondsbestuur. Maar wat is in de praktijk de waarde van de Code? Erik Voorhoeve, hoofd bestuurs- en bedrijfsondersteuning van Blue Sky Group, was lid van de redactie die de Code opstelde. Hij geeft zijn nuchtere visie.
Over de code
De Code Pensioenfondsen, gepresenteerd op 10 september, bevat bepalingen over het functioneren van de verschillende bestuurlijke organen binnen een pensioenfonds en gaat uitgebreid in op de daaraan gekoppelde thema’s als benoemingen en zittingstermijnen. Onderwerpen als integraal risicomanagement, beloningen, diversiteit en verantwoord beleggen komen ook aan bod. De Code richt zich op de drie bestuurlijke kernfuncties: besturen, toezicht houden en verantwoording afleggen. Dit alles in goede balans via een sluitend systeem van controle en evenwicht tussen de functies. De Code is de opvolger van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur uit 2005. Een speciale monitoringcommissie, in hoofdzaak bestaande uit onafhankelijke deskundigen, ziet toe op de naleving van de Code. U kunt de code downloaden via www.pensioenfederatie.nl
8
‘Je moet het zien tegen de achtergrond van de schijnwerpers die de laatste jaren volop gericht zijn op pensioenfondsen. De sector scoort minder hoog dan voorheen op vertrouwen. In die omstandigheden is het logisch dat er wordt gevraagd hoe de pensioenfondsen worden gerund en in wiens belang. En of dat voldoende professioneel gebeurt. Daar is wetgeving voor gekomen, waarin transparantie en professionaliteit de sleutelbegrippen zijn. Ook is aan de sector gevraagd om zelf met regels te komen. Dat sluit trouwens aan bij wat we zelf ook willen: laten zien hoe we werken, uitleggen waarom we het doen zoals we het doen.’
‘Laten zien hoe we werken, uitleggen waarom we het doen zoals we het doen’ Dialoog aangaan
‘Voor mij is de Code geen rigide lijst van 83 regels waar we ons precies aan moeten houden en waarover we vooral weer heel veel moeten vastleggen. Van codes op zich wordt de wereld niet beter. Daarom snap ik de aarzeling van veel fondsen wel. Toch heb ik er van harte aan bijgedragen omdat het zaken in beweging kan brengen. De Code bevat soms open deuren, ik geef het toe, maar open deuren heb je ook nodig om binnen te komen. En er staan ook echt
meer prikkelende zaken in, die ertoe dwingen om met elkaar in discussie te gaan. Iedereen die betrokken is bij pensioenfondsen kan de Code benutten om het gesprek aan te gaan. Die dialoog zal bijdragen aan betere besluitvorming en dat heeft ook een positieve uitstraling naar buiten toe.’
Goede afspiegeling
‘De Code daagt mensen uit om met elkaar te spreken over verantwoord beleggen, over diversiteit en zittingstermijnen in het bestuur, over kosten en beloningsbeleid, de vergoedingen aan vermogensbeheerders. Dat soort onderwerpen zal met de komst van de Code nadrukkelijker worden geagendeerd. En dan niet om bijvoorbeeld af te vinken of er vrouwen en jongeren in het bestuur zitten. Maar wél om met elkaar het gesprek aan te gaan of het bestuur wel een goede afspiegeling is. Als bestuur moet je dan je keuzes beargumenteren. Daarmee zorg je voor transparantie. Stakeholders hebben met de code een manier om een bestuur te bevragen over relevante zaken, voor het bestuur is dat een extra aanleiding om na te gaan of de ‘checks and balances’ op orde zijn. Dat is de waarde van de Code. Niet iedere deelnemer zal merken dat er tegenwoordig een Code is. Maar op de langere duur zal het zeker effect hebben. Dat is het goede van een Code zoals deze. Het is niet baanbrekend, wel een prikkel. En we leggen de lat steeds iets hoger.
Rick de Rijk hoofd actuariaat ABN AMRO Pensioenfonds
Schieten op bewegend doel
Bij ons pensioenfonds houden we de zaken zuiver geschei den. De principiële keuzes rond de pensioenregeling zijn de verantwoordelijkheid van sociale partners, bij de caobesprekingen. Vervolgens is het aan het pensioenfonds om te bepalen of de gemaakte afspraken leiden tot een goed uitvoerbare regeling. Wij kunnen als actuariaat gaan rekenen en bijvoorbeeld kijken of een bepaalde oplossing zorgt voor een goede balans tussen de verschillende leeftijds categorieën. Wij kunnen tussentijds ook geconsulteerd worden. In zulke gevallen delen we onze bevindingen met alle betrokkenen, we werken niet voor één partij. De afgelopen maanden zijn we ook bezig met de voorgestelde wijzigingen in de Pensioenwet in 2015. Dat voelt een beetje als schieten op een bewegend doel. Aanvankelijk zouden er twee contracten komen en we wilden als pensioenfonds in
....
kaart brengen welke consequenties beide opties zouden hebben. Maar nu heeft staatssecretaris Klijnsma na de consultatieronde gekozen voor een tussenweg, dus weer met één contract. Over de precieze invulling daarvan weten we nog maar heel weinig. Er moet nu eerst duidelijkheid komen over de speelruimte die pensioenfondsen krijgen op basis van dat ene contract. Wij zijn daar natuurlijk heel benieuwd naar. Maar ondertussen tikt de klok door. De tijd begint te dringen, want alles moet op 1 januari 2015 worden ingevoerd. Voor je zover bent moet er nog heel erg veel gebeuren en moet er van alles en nog wat worden doorgerekend. Maar dan moet je wel weten op basis waarvan je mag rekenen. De hele sector is er echt bij gebaat dat er snel duidelijkheid komt.’
....
9
een nieuwe propositie
Investeren in de BV Nederland Moeten pensioenfondsen nou meer gaan investeren in de Nederlandse economie om de crisis te bestrijden, of hebben ze genoeg aan hun eigen uitdagingen? Een goed pensioen ‘bijeenbeleggen’ tegen redelijke kosten en risico’s is immers lastig genoeg. En toch: deelnemers profiteren ook direct van een gezonde economie… En misschien kan zo’n actie het imago van de branche wel wat opvijzelen. Wat is wijsheid?
Hup Holland Hup? Tjerk Kroes was voorzitter van de Commissie Alter natieve Financieringsarrangementen Woningmarkt. Hij benadrukt dat er geen sprake kan zijn van een verplichting. “Het spreekt voor zich dat pensioen fondsen het belang van hun deelnemers voorop stellen. Het gaat er altijd om of de investeringspropositie interessant is. Maar als dat het geval is, en je kan tegelijkertijd de Nederlandse economie ondersteunen, dan is dat samen een mooie reden om voor die investe ring te kiezen.
En hoe interessant is die propositie?
Tjerk Kroes, Directeur Corporate Strategie & Beleid APG
Er worden nu in verschillende deelgebieden mogelijk heden geschapen die beslist de moeite waard zijn. APG roept bijvoorbeeld al een tijd: Waarom maakt de overheid het institutionele beleggers niet gemakkelijker om te investeren in inflatiegerelateerd papier? Dan kunnen we ook aan de meest kritische pensioendeel nemer uitleggen waarom we meer in Nederland gaan beleggen. Het lijkt erop dat dergelijke geluiden nu meer worden opgepikt. Daarnaast zijn bijvoorbeeld ook bij een NHI (Nederlandse Hypotheek Instelling) direct hogere rendementen mogelijk terwijl de overheid de risico’s afdekt. Verder zijn er in Nederland interessante infrastructuurprojecten die te klein zijn voor institu tionele beleggers om rechtstreeks in te investeren. Het kost een pensioenfonds te veel mankracht om die allemaal te screenen. Als één partij dat voor ons doet en schaalvergroting kan realiseren, ontstaat er een investeringsoptie met veel potentieel. Het geld dat daardoor zou kunnen (terug)vloeien naar de Nederlandse economie, kan dus nuttig besteed worden. Plus de positieve spin off van allerlei goede projecten die dan ineens van de grond kunnen komen. Die reuring hebben we nu net nodig. Maar om zo’n ontwikkeling kans van slagen te geven moet van beide kanten de wil bestaan om hier serieus naar te kijken.
10
Hoe belangrijk is de Nederlandse economie eigenlijk voor pensioenfondsen? Die moeten toch vooral globaal denken?
Pensioenfondsen varen wel bij goede rendementen uit binnen- en buitenland. Tegelijkertijd zijn deelnemers gebaat bij economisch herstel en een gezonde Neder landse economie. Dat betekent tenslotte meer werk, nieuwe deelnemers en de rente kan weer wat omhoog. Dat zou alleen al voor de dekkingsgraad heel prettig zijn.
Blijf kritisch vergelijken, maar geef bij een gelijkspel de voorkeur aan de Nederlandse investering. Een klein beetje ‘thuisf luiten’ mag. Is de NHI constructie geen verkapte overheidssteun?
Nee, het gaat over NHG-hypotheken. Daarvoor staat de overheid al jaren garant. Deze garantie wordt nu eenduidiger en beter zichtbaar gemaakt, zodat (ook buitenlandse) investeerders erin durven stappen. De 20 á 30 basispunten voor het pensioenfonds worden betaald door de hypotheekverstrekkers. Dat is voor hen nog altijd voordeliger dan lenen op de kapitaalmarkt.
En andersom? Kunnen zulke invester ingen echt zoden aan de dijk zetten?
Onze pensioenfondsen hebben veel geld, maar niet zoveel dat we er eigenhandig de recessie een halt mee kunnen toeroepen. Daarvoor zijn de internationale invloeden te groot. Maar het kan wel bepaalde sectoren weer in beweging krijgen. Op de woningmarkt, die nu weer een klein beetje lucht krijgt, kan zo’n energieinjectie wel helpen het schip vlot te trekken. En de woningmarkt is een belangrijk scharnierpunt voor de hele economie.
Bevordert deze constructie de concurrentie dan wel echt? Zou je het voordeel niet beter kunnen aanbieden aan nieuwe marktpartijen?
Als je de markt aantrekkelijker maakt voor alle hypotheekver strekkers, kun je ook nieuwe partijen verwachten, die zullen gaan concurreren op prijs. Buitenlandse partijen zijn na 2008 juist afgehaakt omdat in Nederland de financiering zo lastig is geworden. Dat probleem pakken we nu aan. We praten er wel serieus over, om de regeling alleen te laten gelden voor nieuwe hypotheken of op het moment van oversluiten.
Daarom zou ik bestuurders en beleggers willen vragen om eens met de stofkam door de portefeuille te gaan, op zoek naar geld dat in het buitenland geparkeerd staat, maar misschien net zo goed in onze eigen economie benut kan worden. Als we die investeringen nu eens voor een flink deel naar Nederland zouden schuiven, dan kan dat beslist zoden aan de dijk zetten.
Hoe weten we zeker dat het geld en het voordeel ook daadwerkelijk bij de woningkoper terechtkomt?
Het zal gemakkelijk zichtbaar zijn of banken met dit geld ook meer en goedkopere hypotheken gaan verstrekken. De financiële markt weet dat ze onder een vergrootglas ligt en zal zich wel drie keer bedenken voor ze met dit geld andere dingen gaat doen.
Begrijpt u bestuurders die vrezen dat ze voor een karretje worden gespannen? Enig wantrouwen is niet ongezond. Maar hoe kritisch ik als belegger ook kijk naar een constructie als die van een NHI: ik kan geen reden tot twijfel ontdekken. De staat garandeert je investering en je krijgt 20 á 30 basispunten meer rendement dan op een staatslening. Dat is toch echt een veilige en lucratieve keuze. Blijf dus kritisch vergelijken, maar geef bij een gelijk spel wel de voorkeur aan de Nederlandse investering. Een klein beetje ‘thuisfluiten’ mag.
Zijn er wel controles en maatregelen bedacht, voor het geval dit toch gebeurt? Bijvoorbeeld terugbetaling en/of boetes?
We hebben niet expliciet beschreven wat er in een dergelijk situatie moet gebeuren. Ik geloof niet dat ze dit reputatierisico willen lopen, maar je zou hier altijd nog over kunnen door denken. Als we het bankwezen maar niet nog eens met tien tallen extra toezichtsmaatregelen gaan opzadelen.
Bent u niet bang dat banken het reputatierisico, net als met de bonusperikelen, aan hun laars zullen lappen?
Nee, dit is iets heel anders dan de beloningen van de individuele bankier. Het zou te eenvoudig zichtbaar zijn, als het geld bij banken zou blijven hangen. Bovendien zullen nieuwe toetreders lagere prijzen gewoon afdwingen.
Een ander groot probleem is de strenge regelgeving van de AFM. Blijven die regels niet het struikelblok?
Daar zal een zekere spanning blijven bestaan. We willen zoveel mogelijk mensen in staat stellen een huis te kopen, maar de hypotheken moeten verantwoord zijn. Die valkuil kennen we nu, en die doet de huizenmarkt, de bankensector én de Nederlandse staat geen goed. Op termijn moeten die regels nog wel wat strakker worden aangehaald. Maar wanneer? Je wilt ook de markt wat lucht gunnen om te herstellen. Dat is een precaire balans.
Geeft dit misschien de pensioensector ook een mooie gelegenheid om zich van zijn goede kant te laten zien?
Dat lijkt mij wel. De Nederlandse werknemer vaart direct wel bij een sterkere economie, maar ook indirect via de financiële positie van zijn pensioenfonds. Een jaar geleden riep iedereen: die pensioenfondsen moeten iets doen. Om allerlei redenen kon dat toen niet. Nu hebben we een aantal dingen bedacht die wel kunnen. Ik hoop dat dit het beeld versterkt dat pensioenfondsen er zijn voor de belangen van meerdere generaties. Ik zou fondsen ook aanraden om met hun deelnemers te communiceren over hun overwegingen en eventuele (extra) investeringen in Nederland. Juist nu het item in het nieuws is. Deze solidariteit met de Nederlandse samen leving past prima bij de pensioensector.
....
11
consolidatie Geliquideerde ondernemingspensioenfondsen (in de periode 2009 - 2013) 241 fondsen
Klein is ook fijn
10%
1%
Omvang fonds (actieve deelnemers)
7%
11% 59%
In 1990 telde Nederland nog ca. 1.000 pensioenfondsen. In 2013 is dat aantal teruggelopen tot minder dan 400. En uit informatie van De Nederlandsche Bank komt naar voren dat een groot aantal van de overgebleven fondsen overweegt om alsnog af te zien van een zelfstandig voortbestaan, de verplichtingen over te dragen aan een andere pensioenuitvoerder en het pensioenfonds te liquideren.
Resterende ondernemingspensioenfondsen 327 fondsen
< 250
250 - 500
34%
26%
500 - 1000 1000 - 5000
> 5000
19% 19%
14%
bron: eigen onderzoek blue Sky group op basis van register pensioenfondsen DNB/AFM
Door: Armin Becker (directeur Pensioenfonds Arcadis), Mariëtte Simons (directeur Pensioenfonds SNS Reaal) en Toine van der Stee (directeur Blue Sky Group)
1980
- nederlandse staatsobligaties - slechts 3% aandelen - minimum dekkingsgraad 105%
vaste rentes
- vaste dienstverbanden -geen waardeoverdrachten
Aantallen fondsen 1000
800
600
400
200
0
12
1990
2013
1990-1999
2000
- beleggingen in aandelen 40% of meer van totaal - gericht op beleggings resultaten op de lange termijn
geheel gericht op lange termijn europese monetaire eenwording In de jaren vóór 1980 was het besturen van een pensioenfonds een relatief een voudige zaak. Verplichtingen werden con tant gemaakt met een vaste rekenrente van 4%. Deelnemers hadden langdurige dienstverbanden met één werkgever waar door het aantal mutaties beperkt was; waardeoverdrachten waren nog uit den boze. De beleggingen waren voornamelijk in Nederlandse staatsobligaties en onder handse leningen die tot de aflossing in por tefeuille bleven. De beleggingen in aande len bedroegen in 1980 gemiddeld slechts 3% van het totaal. De minimum dekkings graad was gefixeerd op 105%. Pensioenbetalingen waren nog bescheiden en werden in de regel ruimschoots over troffen door de ontvangen premies. Het toezicht op pensioenfondsen was verre van
- financiële crisis - sterke fluctuatie van beleggingen en verplichtingen
toezichthouders, politiek en publiek kritischer
continuering? toegenomen complexiteit eisen die aan bestuurders worden gesteld nemen toe
beleggingsportefeuilles breder en internationaal gespreid
toegenomen levensverwachting en vergrijzing deelnemersbestanden
complexiteit door diversificatie
Sinds de eeuwwisseling is de dynamiek volledig veranderd. De volatiliteit op financiële markten is erg hoog. De waar den van beleggingen en van verplichtingen fluctueren sterk. De solvabiliteit van pensioenfondsen staat onder druk met name door de toegenomen levensverwach ting en de vergrijzing van deelnemers bestanden. Tijdens de financiële crisis bleek de diversificatie van portefeuilles soms een risico op zichzelf. Diversificatie leidde in een aantal gevallen tot een ongewenste stapeling van risico’s en tot grote complexiteit.
activistisch. Pensioenfondsen konden zich nog geheel richten op de lange termijn. En het leven van een pensioenfonds manager was saai en vervelingwekkend. In de jaren negentig werden beleggings portefeuilles geleidelijk steeds breder en internationaal gespreid. Veel pensioen fondsen belegden tot 40% of nog meer in aandelen. Er werd belegd in emerging markets, in bedrijfsobligaties, in high yield, in grondstoffen en zelfs in plantages voor tropisch hardhout. De oriëntatie was vooral op beleggingsresultaten op de lange termijn. De rentes daalden wereldwijd en de Europese monetaire eenwording was in aantocht. Het leven voor een pensioen fondsbestuurder was prachtig.
pensioenfondsen ‘in control’, minder risicovol beleggen opbouw vraagt meer geld
Daar komt nog bij dat als gevolg van de turbulentie in de financiële wereld, toezichthouders, politiek en het publiek een aanmerkelijk kritischer houding hebben aangenomen jegens financiële instellingen. De druk van extern toezicht is verveelvoudigd. Pensioenfondsbesturen doen grote moeite om in control te zijn. En er is een duidelijke beweging om minder risicovol te beleggen.
De complexiteit van pensioenfondsen is sterk toegenomen. De eisen die aan bestuurders worden gesteld nemen toe. De opbouw van pensioenen vraagt steeds meer geld vanwege de toegenomen levens verwachting en de behoefte aan herstel van solvabiliteit. Het leven van een pensioenfondsbestuurder is onmiskenbaar veel interessanter geworden. Maar de aantrekkelijkheid van een eigen zelf standig pensioenfonds is aanmerkelijk minder geworden. De vraag rijst of consolidatie daarop het antwoord is.
13
consolidatie communicatie met deelnemers belangrijker
besturen kost meer tijd
pensioenregeling op maat financiële voordelen
dicht bij partijen, vertrouwen groot
onderdeel arbeidsvoorwaarden
voordelen
bemoeienis wetgever met inhoud pensioenregeling
minder financiële voordelen door aanscherpen regels
nadelen
Voor- en nadelen van een ondernemingspensioenfonds Het eerste pensioenfonds dat in Nederland werd opgericht was het ondernemings pensioenfonds van Stork (1881). Daarna volgde het pensioenfonds voor het latere DSM (1886). In die tijd was het nog niet gebruikelijk dat een werkgever voor zieningen trof voor een inkomen voor de oude dag, bij overlijden of arbeidsonge schiktheid. En het duurde nog tot 1917 voordat het eerste bedrijfstakpensioenfonds (voor de zuivelsector) werd opgericht. Na WOII is het snel gegaan met het ontstaan van sociale voorzieningen binnen Nederland. Ook de arbeidsvoorwaarden verbeterden sterk, en de ene na de andere pensioen regeling werd ingevoerd. Mede hierdoor ontstonden veel meer pensioenfondsen. Wet- en regelgeving zijn van grote invloed op het bestaan van pensioenfondsen. Oorspronkelijk was het de onderneming zelf die een keuze maakte voor het oprichten van een pensioenfonds voor de uitvoering van een pensioenregeling. Een eigen onder nemingspensioenfonds had zijn voordelen: de pensioenregeling kon op maat worden gemaakt en uitgevoerd, terwijl de besturing plaats vond door de werkgever en de deel nemers. Daardoor stond het fonds dicht bij deze partijen, hetgeen goed was voor het vertrouwen in het eigen pensioenfonds en in het toekomstige pensioen. Vervolgens kwamen daar financiële voor delen bij: was de premie te hoog geweest, of waren de rendementen goed, dan kon de premie worden verlaagd of deels geresti tueerd. In de loop van de jaren 80 en 90
14
werden de beleggingsmixen aangepast en namen ook de kansen op hogere rende menten toe. Daarmee was een eigen pensioenfonds voor ondernemingen extra interessant. Met de rendementen konden de kosten van de pensioenregeling worden verlaagd of konden de pensioenregelingen, als onderdeel van het arbeidsvoorwaarden pakket, worden verbeterd. Tegenover deze lusten stonden relatief geringe lasten. Het besturen van het pensioenfonds kon plaats vinden op enkele middagen per jaar, terwijl de communicatie naar deelnemers ook op een laag pitje stond. Inmiddels is het tij gaan keren. De lusten nemen af en de lasten nemen toe. De wet gever lijkt steeds meer op de stoel van de werkgever te willen zitten wat betreft de inhoud van de pensioenregeling. Daarmee komt de ‘eigen pensioenregeling’, waarmee men zich op de arbeidsmarkt kan onderscheiden, onder druk te staan. De premie moet kostendekkend zijn, en ook voor premiekortingen en – restituties gelden strenge eisen. Ook ten aanzien van het beleggingsbeleid zijn de regels aangescherpt; de omvang van de aan te houden buffers is sinds de Pensioenwet afhankelijk van het risico van de beleggingen. In combinatie met de lage rentestanden betekent dit dat een eigen pensioenfonds voor de werkgever minder of nog nauwelijks (financieel) voordeel oplevert.
Continuering van het fonds: een expliciet besluit Het is aan het bestuur van het fonds om te beoordelen of het in staat is om de verant woordelijkheid voor het beheren van de toevertrouwde middelen te (blijven) nemen. Sociale partners komen een pensioen regeling overeen, maar het bestuur moet beoordelen of het in staat is om deze regeling uit te voeren. Relevante vragen zijn dan of de regeling voldoet aan wet- en regelgeving, of de regeling uitlegbaar is en of de pensioenpremie past bij de ambitie van de pensioenregeling. Het beantwoorden van deze vragen lijkt simpel, maar dat is het niet. Indien een bestuur zichzelf de vraag stelt of het pensioenfonds gecontinueerd dient te worden en ook in de toekomst levens vatbaar zal zijn, kunnen vele factoren een rol spelen. Zo kan het bestuur zichzelf de volgende vragen stellen:
De communicatie met deelnemers over het pensioen en het pensioenfonds wordt steeds belangrijker. Het gaat dan niet alleen om communicatie over het pensioen van de deelnemer (UPO en dergelijke), maar ook over verantwoording over het gevoerde beleid en de beleidsplannen voor de toekomst. Ook het besturen van een pensioenfonds is ingrijpend gewijzigd. Het tijdsbeslag is toe genomen De eisen aan de bestuurders zelf zijn aangescherpt. Bestuurders voelen duidelijk een toename in hun verantwoorde lijkheid: het gaat om veel geld. En deel nemers zijn steeds mondiger geworden en laten steeds vaker horen wat zij vinden van het beleid van het bestuur. En niet in de laatste plaats hebben ook aanpassingen in de verslagleggingsregels impact. Als gevolg van IFRS wordt de uitvoering van een DB-regeling via het eigen pensioenfonds, in tijden met lage rentes, een steeds grotere financiële belas ting. Een belangrijke reden waarom ondernemingspensioenfondsen overgaan tot een CDC-regeling of een individuele DC-regeling.
.
De veranderde verhouding tussen lasten en lusten van een eigen ondernemings pensioenfonds leidt ertoe dat zowel werk gevers als bestuurders van ondernemings pensioenfondsen het bestaansrecht van het eigen fonds evalueren.
.
Z ijn wij in staat gebleken om op een succesvolle wijze een pensioenregeling uit te voeren? Klanttevredenheid moet in het afwegingsproces een prominente rol vervullen. Is de onderneming tevreden en wat vinden de deelnemers en pensioengerechtigden ervan? Hoe is de dienstverlening? Worden vragen snel genoeg afgehandeld? Z ijn wij in staat om voldoende capabele mensen te rekruteren als bestuurder? Het besturen van een pensioenfonds vergt een zeker kennis- en opleidings niveau, communicatieve vaardigheden en bestuurlijke competenties.
.
. .
ijn wij in staat om de pensioenregeling Z tegen aanvaardbare kosten uit te voeren? Uit onderzoek blijkt dat grotere pen sioenfondsen doorgaans tegen lagere gemiddelde uitvoeringskosten een pen sioenregeling kunnen uitvoeren. Schaal grootte leidt dus vaak tot lagere kosten. I ndien het fonds in een slechte financiële toestand verkeert, beschikt het dan over voldoende kracht om binnen de gestelde termijnen te herstellen? ijn wij in de toekomst in staat om de Z regeling nog adequaat uit te voeren? De situatie nu kan nog wel beheersbaar zijn, maar mogelijk zijn er externe factoren (wet- en regelgeving) of interne factoren (de toekomst van de onder neming) die de continuïteit van het pensioenfonds onzeker of zelfs onwaarschijnlijk maken?
Indien een bestuur besluit om het fonds te beëindigen, start de zoektocht naar een alternatief. In het arbeidsvoorwaarden overleg zal over het onderbrengen van de toekomstige pensioenaanspraken gesproken moeten worden. Allereerst dienen de werk gever en het bestuur zich de vraag te stellen of de in het verleden opgebouwde en de toekomstige aanspraken bij één en dezelfde pensioenuitvoerder moeten worden onder gebracht. Dat heeft zo z’n voordelen en ligt daarmee voor de hand, maar het is geen wet van Meden en Perzen.
Indien het wenselijk is dat het vermogen afgezonderd blijft en niet wordt samen gevoegd met andere vermogens, is er een aantal oplossingen: een multi-OPF, een pensioenverzekeraar of wellicht binnen afzienbare termijn een Algemene Pensioen Instelling (API). Elke oplossing heeft zo zijn voor- en nadelen: de invloed op het uiteindelijke pensioenbeleid, de mate van flexibiliteit, de governance, en zo voort. Indien de behoefte is om het fonds meer op afstand te zetten, ligt doorgaans de weg open naar een bedrijfstakpensioenfonds.
Per saldo
In de samenleving doen zich voortdurend veranderingen voor. Schaalvergroting is één zichtbare tendens. Maar het bestuur van een pensioenfonds dient haar eigen weg te vinden. Opheffen van het fonds en het onderbrengen van de aanspraken elders is één van de mogelijke oplossingen. Zo’n besluit vergt een gedegen analyse en onderbouwing. De simpele argumentatie “we zijn te klein” is een drogreden. De vraag is welke toegevoegde waarde het pensioen fonds levert aan onderneming, deelnemers en pensioengerechtigden. Beantwoording hiervan vergt meer dan een simpel telraam.
....
15
Drie actuarissen die ieder vanuit hun eigen invalshoek werken aan de invoering van het nieuwe FTK. Wat houdt deze rekenaars bezig?
lezersonderzoek
Gisella van Vollenhoven is bij De Nederlandsche Bank verantwoordelijk voor de afdeling Toezicht Beleid Verzekeraars en Pensioenfondsen. Het accent van haar werk ligt bij de pensioenfondsen.
relevant , to
the point
diverse onderwerpen gemakkelijk toegankelijk
y
; m
deskundigheid
BLAUW
rapportcijfer
te weinig over vermogensbeheer te weinig kritische teksten
professionaliteit toewijding
y
7,8 kostenefficiëntie onafhankelijkheid
innovativiteit
Blue Sky Group onderzoekt eigen imago en reputatie: de resultaten Om meer inzicht te krijgen in de waardering en het gebruik van de diverse communicatiemiddelen, heeft Blue Sky Group in mei een onderzoek laten uitvoeren onder haar relaties. Een vergelijkbaar onderzoek hebben we in 2010 laten uitvoeren. Het onderzoek werd dit keer uitgevoerd door onderzoeksbureau MarketResponse. Grote kans dat u – als lezer van Blauw- uw medewerking heeft verleend aan dit onderzoek en daarom willen we u daarvoor nogmaals hartelijk danken. Graag delen we een aantal resultaten van ons onderzoek. Blauw
Gisella van Vollenhoven De Nederlandsche Bank
Blauw wordt door de respondenten goed gewaardeerd, gemiddeld met het rapportcijfer 7,8. Zo hoorden wij bijvoorbeeld de volgende uitspraak: ‘Relevant, to the point, diverse onderwerpen en gemakkelijk toegankelijk’. Maar er valt ook nog wat te verbeteren: ‘Te weinig over vermogensbeheer en te weinig kritische teksten’ vond iemand anders. Deze aanbevelingen nemen wij zeker mee in de komende redactievergadering van Blauw.
Solidariteit is dé uitdaging ‘Onze rol is aan de ene kant om toezicht te houden op wat we in Nederland met elkaar hebben afgesproken. Tegelijkertijd hebben we wel een mening. We zijn adviseur van de regering en denken mee over hoe bijvoorbeeld het toetsingskader eruit zou moeten zien. Dat is ook mijn specifieke taak: meedenken over het wet- en regelgevingstraject. Wij zijn een relatief neutrale partij. Voor ons is van belang dat we solide en integere financiële instellingen hebben die hun verplichtingen en toezeggingen nakomen. Daarbij gaat het ons vooral om een evenwichtige afweging tussen de belangen van alle afnemers van een instelling en de consequenties van de keuzes die worden gemaakt. We kijken of de plaatjes dan nog wel kloppen. We vinden het belangrijk om te zorgen voor helderheid over de spelregels hoe je mag rekenen. Dat geven we ter overweging mee. De
16
politiek kiest, zo is het in Nederland afgesproken en dat is prima. Wat wij vervolgens zeggen is: heb je eenmaal een keuze gemaakt, wees dan consequent. Zoals nu met het toepassen van tienjaars rentemiddeling. Dat kan, maar gebruik die middeling dan in slechte én goede tijden. De uitdaging voor de toekomst van ons pensioenstelsel is vooral ook: welke solidariteit moet erin zitten? Want er zijn vormen van solidariteit die misschien helemaal niet zo wenselijk zijn. Op dat vlak kunnen actuarissen een belang rijke rol spelen, door de techniek achter de solidariteitsa specten van een regeling te benoemen, en wellicht ook de gevolgen uit te rekenen. Vanuit die kennis en kunde kunnen we meedenken over vormen van solidariteit die je in een regeling kunt onderbrengen. Op die manier kun je een zinvolle discussie voeren.’
Imago en reputatie
Behalve naar de tevredenheid over de diverse communicatie middelen – naast Blauw en de website www.blueskygroup.nl ook clientseminars en inloopmiddagen- vroegen we in het onderzoek ook naar het imago van Blue Sky Group. Vooral deskundigheid, professionaliteit en toewijding scoorden hoog. Minder goed kwamen de waarden kostenefficiëntie, onafhankelijkheid en innovativiteit uit de bus. Een paar quotes op de vraag: Waara an denkt u bij Blue Sky Group? zijn: ‘Zakelijk met oog en tijd voor de klant’, ‘Professionaliteit, korte lijnen, servicegericht’ en ‘Kwalit atief hoogwaardige dienstverlening met een navenante prijs’.
....
Ook hebben we gevraagd naar het algemene mediagebruik van onze relaties. Daar kwam uit dat het FD de meest gelezen krant is, LinkedIn het meest gebruikte social mediaplatfom, het blad PF (van de pensioenfederatie) het meest gelezen vakblad is en dat bijeenkomsten van toezichthouders en koepels het meest worden bezocht. De uitkomsten gaan we gebruiken om het marketingcommun i catiebeleid verder aan te scherpen en om onze communicatie middelen nog interessanter te maken voor onze relaties.
....
Heeft u opmerkingen of aanbevelingen voor ons? Mail dan naar
[email protected].
17
EIOPA: regels voor solvabiliteit?
Hoe snel komt Europa dichterbij? Benne van Popta is namens de Pensioenfederatie lid van de Occupational Pensions Stakeholder Group van EIOPA. Hij is werkgevers voorzitter van het Pensioen fonds Metaal en Techniek en van het Pensioenfonds voor de Detailhandel.
EIOPA is Europese toezichthouder voor pensioenfondsen en verzekeraars. Maar wat doet EIOPA precies, en wat is de relatie met het toezicht in Nederland? Benne van Popta is namens de Pensioenfederatie actief binnen EIOPA. Vanuit Nederlands perspectief is er in elk geval tevredenheid over het feit dat de veelbesproken solvabiliteitseisen, analoog aan Solvency II voor verzekeraars, even in de wachtkamer zijn gezet.
Wat is de voorgeschiedenis?
‘De financiële crisis heeft geleid tot de wens om het financieel toezicht naar een Europees niveau te tillen, ook voor verzekeraars en pensioenfondsen. Dat heeft geleid tot de oprichting van EIOPA. Het Europese toezicht op de pensioenfondsen is nu nog vrij mager. Er komen voorstellen aan voor het adequaat informeren van consumenten/deelnemers, voor transparantie en voor goed pensioenfondsbestuur. Daarnaast ging het dus over de solvabiliteitseisen. Het idee was: als die er voor verzekeraars komen, met Solvency II, dan zouden ze er ook moeten komen voor pensioenfondsen. Voor onze sector worden de eisen aangeduid met de ‘holistic balance sheet’. Maar je kunt verzekeraars en pensioenfondsen niet over één kam scheren.’
Wat zijn de opvallendste verschillen?
‘Zodra de richtlijn er is, houdt EIOPA toezicht op de naleving. En dan kan EIOPA ook nationale toezichthouders overrulen.’
‘Bij verzekeringsmaatschappijen kun je veel meer spreken van één Europese markt. Pensioenfondsen daarentegen zijn sterk nationaal georiënteerd en er zijn hoegenaamd geen cross-borderactiviteiten. Daarnaast maken pensioenfondsen deel uit van een nationaal systeem met verschillende pijlers. En de tweede pijler is in de ene lidstaat heel anders dan in de andere. Die ene Europese pensioenfondsenmarkt bestaat dus niet. En een vergelijking met de verzekeringsmarkt gaat dan ook niet op.’
Ik ben binnen de Stakeholder Group van EIOPA voorzitter geweest van de commissie die heeft gekeken naar de solvabiliteitseisen voor pensioenfondsen. Het standpunt van EIOPA sluit aan op onze bevindingen en heeft zeker ook bijgedragen aan de oordeelsvorming van de Europese Commissie. We zouden ons hele stelsel op zijn kop moeten zetten vanwege het nieuwe toezicht. Dat kan niet en het hoeft ook niet.’
En wat betekent dat voor de solvabiliteitseisen?
Wij zouden dan ons financieel toetsingskader moeten inruilen voor die holistic balance sheet. En daarvan hebben we gezegd: dat gaan we niet doen. Er zitten nog veel te veel haken en ogen aan, we zijn er nog lang niet over uitgestudeerd. Gelukkig is dat ook door EIOPA en de Europese Commissie erkend.
‘Vanuit Nederland leveren we capaciteit om mee te denken over en mee te rekenen aan die nieuwe opzet.’
18
Speelt dat ook in andere landen?
‘Zeker. En sterker: het voorziene Europese systeem en het Nederlandse systeem voor toezicht hebben nog vrij veel overeenkomsten. In Duitsland en Groot-Brittannië is de afstand veel groter. Die landen staan er dan ook veel meer geharnast in. Zij willen het gewoon niet, punt uit.’
Wat is nu het perspectief?
‘Het zal al gauw een paar jaar duren voor er een nieuw prototype is. Hooguit komen er tussentijds nog wat legosteentjes naar buiten. En na de presentatie van het nieuwe prototype volgt er ook weer een langdurige procedure van discussie en besluitvorming. Vanuit Nederland leveren we capaciteit om mee te denken over en mee te rekenen aan die nieuwe opzet.’
Hoe moeten we aankijken tegen de macht van EIOPA?
‘De voorganger was een coördinerend orgaan, nu ligt de autoriteit bij EIOPA zelf. De vaststelling van een aangepaste pensioenrichtlijn is een zaak voor de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees parlement, waarbij EIOPA een belangrijk adviesorgaan van de Commissie is. Zodra de richtlijn er is, houdt EIOPA toezicht op de naleving. En dan kan EIOPA ook nationale toezichthouders overrulen.’
19
EIOPA: regels voor solvabiliteit?
De termen op een rij
Drie actuarissen die ieder vanuit hun eigen invalshoek werken aan de invoering van het nieuwe FTK. Wat houdt deze rekenaars bezig? Wichert Hoekert is raadgevend actuaris bij Towers Watson. Daar is hij onder meer voorzitter van de werkgroep nFTK en de werkgroep vaktechniek.
De commissie De Larosière, ingesteld door de Europese Commissie, deed begin 2009 voorstellen voor de verbetering van het Europees toezicht op financiële instellingen. Aanleiding voor de Europese Commissie was het gebrek aan Europese coördinatie tijdens de kredietcrisis. De voorstellen van De Larosière leidden in hoog tempo tot de vorming van drie toezichthouders, de European Supervisory Authorities (ESA’s). De drie toezichthouders zijn • de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) voor verzekeringen en pensioenen, • de European Banking Authority (EBA) voor de bankensector en • de European Securities and Markets Authorithy (ESMA) voor financiële markten. EIOPA is de opvolger van CEIOPS, de Committee of European Insurance and Occupational Pensions Super visors. De drie toezichthouders vormen de pijlers van het European System of Financial Supervision. Het belangrijkste besluitvormende orgaan van EIOPA is de Raad van Toezichthouders, de Board of Supervisors. Dat zijn de toezichthouders uit de lidstaten, waaronder De Nederlandsche Bank. EIOPA heeft twee adviserende ‘Stakeholder Groups’, voor de verzekeringssector en voor de pensioensector. In die laatste, de Occupational Pensions Stakeholder Group, zitten vanuit Nederland Benne van Popta (Pensioenfederatie) en Niels Kortleve (PGGM).
De taken van EIOPA
EIOPA is een onafhankelijk adviesorgaan van het Europese Parlement en de Europese Commissie. Kernactiviteit van EIOPA is het ondersteunen van de stabiliteit van het financiële system, de transparantie van markten en producten en de bescherming van verzekerden, deelnemers van pensioenfondsen en pensioengerechtigden. EIOPA wil consumenten een betere bescherming bieden en het herstel van vertrou wen in het financiële systeem bevorderen. Om dat te bereiken wil EIOPA zorgen voor een hoog, effectief en consistent niveau van regelgeving en toezicht, rekening houdend met de belangen van de lidstaten en de verschillen in de aard van financiële instituties.
Towers Watson
Voortdurend beweging en verandering
IORP-richtlijn
EIOPA adviseert onder meer de over de aanpassing van de in pensioenland veelbesproken IORP-directive, zeg maar de pensioenfondsenrichtlijn. IORP is de afkorting van Institutions for Occupational Retirement Provision, oftewel pensioenfondsen. De huidige pensioenrichtlijn werd in 2003 van kracht. Er is veel discussie over de vraag in hoeverre het mogelijk is om de solvabiliteitsregels voor verzekeraars (Solvency II) te vertalen naar pensioenfondsen. Eurocommissaris Barnier liet in mei van dit jaar weten dat er meer onderzoek nodig is naar de solvabiliteitseisen uit de Europese richtlijn. Daarbij zal rekening gehouden worden met de grote verschillen tussen de lidstaten op het gebied van aanvullende pensioenen, alsmede de verschillen tussen pensioenfondsen en verzekeraars.
‘Ik houd me al sinds de aanloop naar het Pensioenakkoord bezig met aanstaande ontwikkelingen die vervolgens in de tijd voortdurend bleven bewegen en veranderen. Daardoor is er op allerlei fronten veel tijd en veel geld verspild. Wij hadden onze tools en richtsnoeren voor zowel het nominale als het reële contract klaar, om klanten tijdig en goed te kunnen adviseren. En vervolgens ging het hele reële contract van tafel. Om inhoudelijke redenen ben ik daar trouwens niet zo rouwig om. Een aantal ideeën erachter is goed, maar in de praktijk zouden er problemen ontstaan met de uitlegbaarheid en de uitvoerbaarheid. Modernisering van het huidige financieel toetsingskader is wel nodig, maar het hoefde niet zo ver te gaan als in het reële contract werd beoogd. Nu komt de middenweg, maar het is afwachten wat die precies inhoudt. Daarna moeten we meteen tempo maken.
Pensioencommunicatie
In februari van dit jaar heeft EIOPA aanbevelingen gedaan voor effectieve pensioencommunicatie, gecon centreerd in tien aandachtspunten. EIOPA noemde de website www.mijnpensioenoverzicht.nl als goed voorbeeld. EIOPA riep de Europese Commissie opgeroepen om zich te richten op de primaire informatiebe hoefte van pensioendeelnemers in heel Europa: pensioendeelnemers willen weten of ze op weg zijn naar een toereikend pensioeninkomen. En als dit niet zo is, willen pensioendeelnemers weten wat ze concreet kunnen doen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) noemde de aanbevelingen van EIOPA ‘zeer relevant voor alle partijen die met consumenten communiceren over pensioenen’.
20
Al verwacht ik dat er aanmerkelijk minder zal verschuiven dan met het reële contract. De staatssecretaris wil dit najaar ook een meer principiële discussie starten over het pen sioenstelsel. Dan is het verstandig om nu niet te veel te veranderen. Het zou wel goed zijn om de al jaren aange kondigde aanpassingen nu door te voeren, zoals een andere inrichting voor kostendekkende premies. Op dit moment adviseren we pensioenfondsen om pas op de plaats te maken. Tegelijkertijd is het zinvol om even afstand te nemen en als fonds te kijken hoe je het zelf zou willen inrichten. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat veel fondsen de extra tijd benutten om vooral hun regeling en governance voor 2014 goed op orde te krijgen. Ook de evaluatie van de herstelplannen zit eraan te komen. Genoeg te doen.’
....
21
new business
Twee nieuwe opdrachtgevers stellen zich voor
‘Onze afdeling is de smeerolie voor alles wat met beleggingen te maken heeft’
Stichting Pensioenfonds Equens
Boeiend
Equens verwerkt de betalingen die wij allemaal dagelijks doen met onze bankpassen, creditcards en het girale betalingsverkeer. Vanuit vestigingen in Nederland, Duitsland, Italië, Finland en het Verenigd Koninkrijk realiseert Equens een Europees marktaandeel van ruim 12,5%. Dat zijn 10,4 miljard betalingen en 4,4 miljard transacties via geld- en betaalautomaten, door heel Europa. Dochter onderneming Paysquare zorgt dat al die passen en cards in winkels, webwinkels, hotels en restaurants zonder problemen als betaalmiddel geaccepteerd worden.
In de wandelgangen - remco Jacobs
Remco Jacobs werkt sinds vijf jaar als Hoofd Mid Office Beleggingen bij Blue Sky Group. Vlak na zijn aanstelling op 1 september 2008 kwam de Amerikaanse financieel dienstverlener Lehmann Brothers ten val, met alle gevolgen van dien. ‘Dat had uiteraard een enorme impact op de economie en daardoor moest ik meteen vol aan de bak’, vertelt Jacobs. ‘De afdeling Mid Office Beleg gingen telt in totaal zes medewerkers: vier senior medewerkers, een coördinator en ikzelf als leidinggevende. Wij houden ons bezig met de debetzijde van de balans van onze klanten; de pensioen fondsen. De bezittingen dus. Alles wat met investeringen of beleggingen te maken heeft komt linksom of rechtsom bij ons terecht. Wij zorgen ervoor dat alles conform de regelge ving verloopt, verzorgen de beleggingsadministratie en zijn verantwoordelijk voor veel rapportages of input daarvoor. Onze afdeling is eigenlijk de smeerolie voor alles wat met beleggingen te maken heeft.’
Poolsysteem
‘In totaal beheert Blue Sky Group ongeveer zestien miljard euro aan bezittingen. Al die investeringen zijn verdeeld over 35 pools. De pools bestaan in totaal uit 7.000 titels die zijn verdeeld over negentig landen. Elke pool heeft zijn eigen signatuur. We proberen een zo
22
divers mogelijk palet aan te bieden om onze klanten optimaal te kunnen bedienen. Over het wie, wat, hoe of waar beslist de afdeling beleggingen. Wij zijn verantwoordelijk voor de details aan de achterkant.’
Stalen zenuwen en een goed gevoel voor cijfers
‘Als je bij ons op de afdeling wilt werken, is een goed gevoel voor cijfers onontbeerlijk. Verder moet je over stalen zenuwen beschikken, want het gaat om enorme bedragen. Elke dag berekenen wij de waarde van elke pool. Onze klanten kunnen participeren in elke pool. Door het bijhou den van een unitadministratie kunnen we elke dag de actuele waarde per klant berekenen. Rapportages spelen wij door naar de afdeling beleggingen zodat zij precies weten hoe elke klant ervoor staat. Aan de hand van deze gegevens worden tevens elke dag de dekkingsgraden van de verschillende pensioen fondsen berekend.’
Divers en boeiend werk
‘Wat ik leuk vind aan mijn werk is dat ik een brede verantwoordelijkheid heb. Naast de beleggingsadmini stratie ben ik ook verantwoor delijk voor de systemen op de
Europa komt een stortvloed van nieuwe regelgeving op ons af. Zo zijn we momenteel druk bezig met de implementatie van de AIFMD (Alternative Investment Fundmanager Directive, red.). Dit houdt in
je bij ons op de afdeling wilt werken, ‘Als is een goed gevoel voor cijfers onontbeerlijk.
Verder moet je over stalen zenuwen beschik ken, want het gaat om enorme bedragen.
afdeling en wordt er vanuit allerlei afdelingen regelmatig om mijn advies gevraagd. Het contact met collega’s van andere afdelingen en externe partijen, zoals de bewaarbank, geeft veel afwisseling. Dat alles maakt mijn werk enorm divers en boeiend.’
Stortvloed aan weten regelgeving
‘Op dit moment speelt er van alles op de afdeling met betrekking tot wet- en regelgeving. Met name vanuit
dat onze pools vanaf volgend jaar aan nog strengere richt lijnen moeten voldoen. Dat heeft veel impact voor onze afdeling omdat het een groot beslag legt op onze systemen en resources. Verder zal de bewaarbank vanaf volgend jaar over onze schouder mee gaan kijken, wat betekent dat we nog meer tijd kwijt zijn aan het maken van rapportages. We liggen kortom onder een vergrootglas.’
’
....
Stichting Pensioenfonds voor het personeel van International Flavors & Fragrances I.F.F. (Nederland) B.V. Op een heel andere manier, maar ook dagelijks, is International Flavors & Fragrances Inc. in ons leven vertegenwoordigd. IFF ontwikkelt en produceert geur- en smaakstoffen voor grote bedrijven zoals Unilever, Nestlé, Proctor and Gamble, L’Oreal en Coca Cola. maar ook voor kleinere en meer gespecialiseerde klanten.
De wet van de grote getallen is dus ook voor Equens geen onbekende. Maar er zijn meer overeenkomsten met de pensioenw ereld. Nieuwe manieren van betalen, bijvoorbeeld via je telefoon of vingera fd ruk, vragen om een klantgerichte aanpak en een groot vertrouwen van de consument in je werkwijze en de systemen. Op dit moment is Equens druk bezig met een enorme, internationale operatie: het voorbereiden en uitrollen van de grote omslag naar SEPA betalingen (standaardiser ing van alle betalingen in en tussen Europese landen). Dat project vraagt om groot organisatiet alent en een glasheldere communi catie naar veel verschillende partijen. Bij de zoektocht naar een nieuwe pensioenuitvoerder had Pensioenfonds Equens drie kenmerken hoog op de wensenlijst staan. Een stabiele partij die grote zorgvuldigheid kan bieden en een goede informatievoorziening naar de deelnemers. Het pensioenfonds beheert een vermogen van circa € 490 miljoen voor 800 actieve deelnemers, 1.500 zogenaamde slapers en 500 pensioengerechtigden. Bestuursvoorzitter Ben Haasdijk vertelt hoe het fonds door voorzichtig beleggingsbeleid en goede renteafdekking redelijk ongeschonden door de afgelopen jaren is gekomen. “We hebben weliswaar niet altijd de inflatie kunnen bijbenen, maar hebben niet hoeven korten. Het vertrouw en van onze deelnemers is groot. Voor de komende jaren ligt de focus op een vlekkeloze verwerking van pensioenen en aanspraken. Met name voor de communicatie willen we er een schepje bovenop doen. We willen mensen pensioenbewuster maken en ze moeten leren omgaan met hun eigen pensioenportal. Daarin moeten ze bepaalde wijzigingen zelf kunnen aanbrengen en de consequenties daarvan kunnen aflezen. Dat is een mooie uitdaging.
Joop van Kippersluis, werkt al sinds 1977 voor IFF in de smaakstoffen en is nu voorzitter van IFF-Pensioenfonds. Hij vertelt zeer enthousiast over dit oude bedrijf met zijn Nederlandse oorsprong in Zutphen in 1889. “Via een oud medewerker ontstond in de vijftiger jaren de samenwerking met de Amerikaanse tak van de tegenwoordige international. Amerika stond vooral voor de geuren, Nederland voor de smaken. Op dit moment is er een verdeling van ongeveer 50/50 tussen beide takken. In Hilversum staan het Europese hoofdlaboratorium voor functio nele parfums (gebruikt in shampoo,waspoeders, luchtverfrissers etc. etc.) en het creatieve centrum voor smaakstoffen. Hier worden, natuurlijk in samenspraak met de klant, nieuwe smaken en geuren ontwikkeld. Veel mensen realiseren zich niet dat veel smaken en geuren worden gewonnen uit natuurproducten. Zo wordt kaassmaak met behulp van enzymen uit echte cheddar gehaald. Deze smaakstof kan, bijvoorbeeld samen met uienpoeder, worden toegevoegd aan zoutjes.” In Tilburg wordt met 650 medewerkers de productie gerealiseerd, in Hilversum werken 300 mensen. Smaken en geuren zijn zeer cult uurgebonden. In totaal werken bij IFF daarom zo’n 26 nationaliteiten. Het pensioenfonds beheert 260 miljoen aan vermogen voor 932 actieve en 653 premievrije deelnemers, en 489 pensioengerech tigden. De dekkingsgraad ligt ondanks de lastige tijden doorgaans tussen de 110 en 113% en is niet lager dan 105% geweest. Er is wel een reservetekort, maar dat is in de herstelfase. Het pensioenfonds heeft een beleggingsadviescommissie die minimaal vijf keer per jaar overlegt. Het beleggen zelf wordt via mandaten uitbesteed. De administratieve uitvoering is altijd in eigen beheer gedaan met slechts enkele medewerkers, waarvan er een over 1,5 jaar met pensioen gaat. Door de uitvoering uit te besteden verwacht IFF het operationele risico te beperken en beter tegemoet te kunnen komen aan de vele veranderingen en hoge kenniseisen in de pensioensector.
Blue Sky Group gaat vanaf januari voor Pensioenfonds Equens de pensioenadministratie verzorgen.
Vanaf januari neemt Blue Sky Group de uitvoering van de pensioenadministratie van IFF-Pensioenfonds voor haar rekening.
23